81
NEDERLANDS
ᕡ Over Matrix: Afhankelijk van de geluidstransmissie kan de geluidsreproductie worden gekozen in het STEREO-Menu.
In dit menu kunt u een geluidsmodus selecteren voor de luidsprekers, een ander voor de koptelefoons en een ander voor de externe
aansluitingen (AV-1/AV-2).
Wanneer het TV-toestel een STEREO programma ontvangt, selecteert de TV automatisch STEREO, en kunt u dit als volgt wijzigen:
STEREO
ǟǞ
MONO
Wanneer de TV een TWEETALIG programma ontvangt, selecteert de TV automatisch DUBBELKANAAL A en kunt u dit als volgt wijzigen:
DUBBELKANAAL A
ǟǞ
DUBBELKANAAL B
ǟǞ
DUBBELKANAAL A B
ǟǞ
MONO
Wanneer de TV een MONO NICAM programma ontvangt, selecteert de TV automatisch MONO NICAM, en kunt u dit als volgt wijzigen:
MONO NICAM
ǟǞ
MONO
Wanneer de TV een MONO FM programma ontvangt, selecteert de TV automatisch MONO, maar de geluidsmodus kan niet worden gewijzigd.
ᕢ Over Identificatie
Identificatie ON: De TV identificeert automatisch het ontvangen audiosysteem MONO FM, STEREO of DUAAL SIGNAAL.
Identificatie OFF: Schakelt de automatische identificatie van het audiosysteem uit en dwingt het geluid in Mono FM.
Deze modus is geschikt wanneer het niveau van het signaal extreem zwak is. Deze functie is onafhankelijk voor elk programma.
1. Druk tweemaal op de MENU-knop ● om het HOOFD-menu
te zien.
2. Druk op de GROENE knop om het menu Audio-EFFECTEN
te zien.
Menu Audio-EFFECTEN
3. Druk op de GELE knop om het menu EQUALIZER te zien.
EQUALIZER-menu
4. Druk op de GELE knop om een vooraf ingestelde
gelijkschakeling te selecteren: PERSOONLIJK, KLASSIEK, JAZZ,
POP, CONCERT OF SPORT.
5. Om de optie PERSOONLIJK te wijzigen:
a) Druk op de cursorknoppen LINKS/RECHTS
C/I om te
selecteren:
100 Hz, 330 Hz, 1 KHz, 3,3 KHz of 10 KHz
De rode punt duidt het geselecteerde onderwerp aan.
b) Druk op de cursorknoppen OP/NEER E/F om aan te
passen:
Opmerking: De Equalizer-afstellingen werken niet voor de
koptelefoons.
6. Druk op de BLAUWE knop om het STEREO-menu te zien.
STEREO-menu
7. Druk op de cursorknoppen OP/NEER E/F om te
selecteren:
LUIDSPREKERS MATRIX, KOPTELEFOON MATRIX, AV MATRIX
[
ᕡ] of IDENTIFICATIE.
De rode punt duidt het geselecteerde onderwerp aan.
8. Druk op de cursorknoppen LINKS/RECHTS
C/I om te wijzigen.
Selecteer LUIDSPREKERS MATRIX om de geluidsmodus in de
luidsprekers te wijzigen.
Selecteer KOPTELEFOON MATRIX om de geluidsmodus in de
koptelefoon te wijzigen.
Selecteer AV MATRIX om de geluidsmodus in de audio uitgang van de
externe aansluiting (AV-1/
AV-2) te wijzigen.
Selecteer IDENTIFICATIE om de automatische identificatie van het
audiosysteem van het actuele programma [ᕢ] te activeren (ON) of te
deactiveren (OFF).
9. Druk op de MENU-knop lom het STEREO-menu te sluiten.
Equalizer- en Stereomenu’s
GROEN
HOOFD-menu
Menu Audio-EFFECTEN
GEEL
STEREO
STEREO
EQUALIZER
EQUALIZER
STABILIZEERDER
STABILIZEERDER
NIVEAUS
NIVEAUS
AUDIO MENU
BYPASS
EQUALIZER-menu
STEREO
STEREO
EQUALIZER
EQUALIZER
EFFECTEN
EFFECTEN
NIVEAUS
NIVEAUS
MENU
PERSOONLIJK
STEREO-menu
STEREO
STEREO
NIVEAUS
NIVEAUS
EQUALIZER
EQUALIZER
EFFECTEN
EFFECTEN
LUIDSPREKERSMATRIX
KOPTELEFOONMATRIX
AV MATRIX
STEREO
STEREO
STEREO
ON
IDENTIFICATIE