INHOUD
1 speelbord, 32 schaakpionnen
De dames staan altijd op hun eigen
kleur, dat wil zeggen de witte dame op
een wit veld en de zwarte dame op een
zwarte veld.
Eén speler speelt met de witte guren,
de ander met de zwarte. Wit mag altijd
beginnen.
Beide spelers hebben hetzelfde aantal
guren (a . 1). (koning-dame-torens-
lopers-paarden- pionnen).
1 koning 2 lopers 1 dame
2 paarden 2 torens 8 pionnen
HET BEWEGEN VAN DE FIGUREN
DE KONING:
Mag telkens één plaats verzet worden
in alle richtingen (a . 2). Hij hee
tegenover de andere guren het
voorrecht, dat hij niet geslagen kan
worden, maar dat hij met de uitspraak
“schaak” voor gevaar en bedreiging
door de tegenstander gewaarschuwd
wordt.
DE DAME:
Is de sterkste guur uit het spel, omdat
ze zich in 8 richtingen over alle velden
mag bewegen. (tot aan de rand van
het speelbord) (a . 4). Daarmee staat
ze bovenaan met betrekking tot de
bewegingsvrijheid.
DE TOREN:
Kan zich horizontaal of verticaal over
alle beschikbare velden bewegen (a .
5). Figuren van de tegenstander kan hij
op deze velden slaan.
DE LOPER:
Elke speler hee twee lopers, één op
een zwart en één op een wit veld.
Gedurende het spel mogen de lopers
niet van kleurveld veranderen. Lopers
mogen diagonaal in 4 richtingen over
een aantal velden verplaatst worden
(a . 6). De loper rechts van de koning
heet koningsloper en links naast de
dame damesloper.
HET PAARD:
Mag als enige springen over andere
guren. Men kan zijn bewegingen
één veld rechtdoor en één veld scheef
noemen. Dat betekent dat een paard
altijd na zijn sprong op een veld van
een andere kleur terecht komt, als waar
hij vandaan gekomen is. Daarmee hee
het paard een grote bewegingsvrijheid
(a . 7).
DE PION:
Mag indien hij voor de eerste maal
gespeeld wordt 2 plaatsen naar voren
gaan. Daarna mag hij slechts 1 plaats
naar vor gespeeld worden. Het is de
enige guur die in één richting gespeeld
mag worden. Bij het slaan echter mag
hij uitsluitend schuin links of schuin
rechts één plaats naar voren gaan
(a . 8).
Lukt het een de andere zijde van het
speelbord te bereiken, dan mag men
deze pion omruilen voor een stuk naar
keuze. (behalve de koning). Ongeacht
of deze stukken al in het veld staan of
niet.
DE ROCHADE:
Is een dubbele zet waarbij de koning en
de toren gelijktijdig worden verplaatst
om de koning te beschermen. Er is een
onderscheid tussen de korte rochade en
de lange rochade. Bij de rochade wordt
altijd de toren bij de koning geplaatst en
de koning over de toren ernaast
(a . 3).
DE ROCHADE MAG UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN INDIEN:
a) de koning en de betre ende toren
nog niet gespeeld is.
b) de koning niet “schaak” staat.
c) geen guren van beide spelers tussen
de koning en de toren staan.
d) de koning niet over een door de
tegenstander bedreigd veld moet gaan
of op het veld waarna hij na de rochade
aankomt.
SCHAAKMAT
Wordt de koning door een tegenstander
bedreigd, moet deze schaak zeggen. Nu
moet de koning proberen zich uit deze
bedreiging te bevrijden.
Het doel van het spel is de koning van
de tegenpartij mat te zetten. Bij mat
behoren twee punten t.w.:
1. de koning moet op zijn veld
aangevallen en in schaak staan.
2. alle vluchtwegen moeten afgesneden
zijn.
REMISE
Bij het schaken kan het voorkomen,
dat geen van beide spelers de andere
tot mat kan brengen. Dan spreekt men
van remise.
DE VOLGENDE REGELS EN TIPS
ZIJN BELANGRIJK
1. Na de eerste fase van het spel, de
opening, speelt men de stukken uit
de basisopstelling in een stelling, die
in de tweede fase, het middenspel,
als uitgangspunt voor de strijd dient.
Hierna wordt een stelling opgebouwd
die in de derde fase, het eindspel, tot
mat moet lijden.
2. Bij het slaan van een stuk van
de tegenstander wordt dit van het
speelbord genomen.
3. Een vroege rochade is belangrijk om
de koning te beschermen.
4. Open velden waarop geen pionnen
staan, zal men zo snel mogelijk bezetten
met stukken, zoals toren, dame of
lopers, waardoor de tegenstander in
zijn bewegingen beperkt wordt.
5. Bovendien moet men erop letten, dat
zijn eigen stukken zoveel mogelijk door
andere worden beschermd.
SCHAAK
NL
7+ 2 30+
1
2
3 4 5
6 7 8
9