20 Instrumentenpaneel
Berichttype Symbool-
kleur Verklaring
Waarschu-
wing met prio-
riteit 1.
Rood
Symbool knippert of brandt; deels in combina-
tie met geluidssignalen.
Zet de wagen stil! Gevaar ⇒ !
De functie met de storing controleren en de
storing verhelpen. Roep indien nodig de hulp
in van gespecialiseerd personeel.
Waarschu-
wing met prio-
riteit 2.
Geel
Symbool knippert of brandt; deels in combina-
tie met geluidssignalen.
De storing in een functie of het te lage vloei-
stofpeil kan schade aan de wagen veroorzaken
en deze kan uiteindelijk defect raken! ⇒
Controleer de functie met storing zo snel mo-
gelijk. Roep indien nodig de hulp in van gespe-
cialiseerd personeel.
Kilometerteller
De totale kilometerteller registreert de totaal afgelegde afstand van de wa-
gen.
De dagteller (trip) geeft het aantal kilometers weer dat na de laatste keer te-
rugzetten van de dagteller is afgelegd. Het laatste cijfer geeft 100 m aan.
Buitentemperatuurmeter
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan +4 °C (+39 °F), wordt samen
met deze temperatuur het symbool "ijskristal" weergegeven (waarschuwing
risico op ijzel). Aanvankelijk knippert dit symbool en dan blijft het continu
branden tot de buitentemperatuur hoger is +6 °C (+43 °F) ⇒ .
Bij stilstand of bij een zeer lage rijsnelheid kan de aangegeven temperatuur
door de uitgestraalde warmte van de motor iets hoger zijn dan de werkelijke
buitentemperatuur.
Het meetbereik van de temperatuur gaat van -40 °C tot +50 °C (-40 °F tot
+122 °F).
Keuzehendelstanden
De mogelijke schakelstanden van de keuzehendel worden getoond aan de
zijkant van de hendel en op het display van het instrumentenpaneel. In de
posities D en M, alsook bij de tiptronic, wordt op het display tevens de over-
eenkomstige versnelling weergegeven.
Aanbevolen versnelling* (handgeschakelde versnellingsbak)
Tijdens het rijden kan op het display van het instrumentenpaneel de aanbe-
volen versnelling om brandstof te besparen worden aangegeven ⇒ pagina
127.
Gordelstatusindicatie voor de zitplaatsen achterin *
De gordelstatusindicatie toont de bestuurder bij het inschakelen van het
contact op het display van het instrumentenpaneel of eventuele inzittenden
van de zitplaatsen achterin de veiligheidsgordels omgegespt hebben ⇒ pa-
gina 57.
Statusindicatie van het Start-Stopsysteem
Op het display van het instrumentenpaneel wordt informatie over de huidi-
ge status weergegeven ⇒ pagina 164.
ATTENTIE
Als u de waarschuwingslampjes negeert, kan de wagen midden in het
verkeer tot stilstand komen, of kunnen zich ongevallen of ernstig letsel
voordoen.
●Negeer de waarschuwingslampjes nooit.
●Breng de wagen tot stilstand zodra dit op een veilige wijze mogelijk
is.