94 Ontgrendelen en vergrendelen
boven de 6 km/u open gaat, klinkt er bovendien een waarschuwingssig-
naal.*
ATTENTIE
●Een niet correct gesloten achterklep kan gevaarlijk zijn.
●De achterklep mag niet geopend worden als de mist- en achteruitrij-
lichten zijn ingeschakeld. Dit kan de controlelampjes beschadigen
●Achterklep niet met de hand op de achterruit dichtdrukken. De achter-
ruit zou kunnen breken - verwondingsgevaar!
●Nadat u de achterklep dicht hebt gedaan, dient u te controleren of de-
ze ook vergrendeld is, omdat deze anders tijdens het rijden onverwachts
open kan gaan.
●Laat nooit kinderen in en bij de wagen spelen. In een afgesloten wa-
gen kan het, afhankelijk van het jaargetijde, zo extreem warm of koud
worden dat dit tot ernstig letsel, ziekte of zelfs de dood kan leiden. Sluit
en vergrendel de achterklep en de portieren als u de wagen niet gebruikt.
●Sluit de achterklep nooit zonder op te letten of onbeheerst, omdat dit
ernstig letsel voor u of anderen tot gevolg kan hebben. Zorg er altijd voor
dat niemand in het zwenkbereik van de achterklep staat.
●Nooit met een op een kier staande of zelfs open achterklep rijden,
omdat er dan uitlaatgassen in het interieur kunnen binnendringen. Ge-
vaar voor vergiftiging!
●Als alleen de achterklep geopend wordt, vergeet dan de sleutel niet in
de bagageruimte. De wagen kan niet geopend worden als de sleutel bin-
nen achtergelaten wordt.
Noodopenen
Maakt openen mogelijk in geval de centrale vergrendeling
niet werkt (bijvoorbeeld bij lege batterij).
Afbeelding 50 Achter-
klep: noodontgrendeling
In de bekleding van de bagageruimte zit een gleuf die toegang
geeft tot het mechanisme voor noodopenen.
Openen van de achterklep vanaf de binnenzijde van de
bagageruimte
–Steek de sleutelbaard in de gleuf en ontgrendel het sluitsys-
teem door de sleutel linksom te draaien, zoals de pijl aangeeft
⇒ Afbeelding 50.