272 Diverse situaties
–Bandenspanning van het geplaatste reservewiel zo snel moge-
lijk controleren.
–Aanhaalmoment van de wielbouten zo snel mogelijk controle-
ren met een momentsleutel. Dit moet 120 Nm zijn (altijd in kou-
de toestand).
–Het defecte wiel zo snel mogelijk vervangen.
Let op
●Als u bij het verwisselen van het wiel hebt vastgesteld dat de wielbouten
verroest zijn, moeten de bouten worden vernieuwd voordat het aanhaalmo-
ment wordt gecontroleerd.
●Om veiligheidsredenen tot de controle van het aanhaalmoment alleen
met matige snelheid rijden.
Wielbouten los- en vastdraaien
Voordat u de wagen opkrikt, de wielbouten losdraaien.
Afbeelding 196 Wiel ver-
wisselen: Wielbouten los-
draaien
Losdraaien
–Wielsleutel tot de aanslag op de wielbout1) schuiven.
–Sleutel bij het uiteinde vastnemen en de bout ongeveer één om-
wenteling linksom draaien ⇒ Afbeelding 196 (pijl).
Vastdraaien
–Wielsleutel tot de aanslag op de wielbout schuiven1).
–Sleutel bij het uiteinde vastnemen en de bout rechtsom draaien
tot deze vastzit.
1) U hebt voor het los- en vastdraaien van de wielboutbeveiliging* de betreffende adapter no-
dig ⇒ pagina 274.