266 Wielen en banden
Let op
●Om technische redenen kunt u normaliter de velgen van andere wagens
niet gebruiken. Dit geldt soms zelfs voor velgen van hetzelfde model wa-
gen. Als u banden of velgen gebruikt die niet door SEAT voor uw model zijn
goedgekeurd, dan kan de toelating van uw wagen voor de openbare weg
ongeldig worden.
●Als de uitvoering van het reservewiel afwijkt van de banden waarmee
wordt gereden - zoals bij winterbanden - mag het reservewiel alleen in geval
van pech korte tijd en met overeenkomstig voorzichtige rijstijl worden gere-
den. Het moet zo snel mogelijk weer door een normaal wiel worden vervan-
gen.
Wielbouten
Wielbouten met het juiste aanhaalmoment aantrekken.
De constructie van velgen en wielbouten is op elkaar afgestemd. Bij elke
aanpassing aan andere velgen de erbij behorende wielbouten met de juiste
lengte en vorm gebruiken. De bevestiging van de wielen en de werking van
het remsysteem hangt daarvan af.
Soms mag u geen wielbouten van wagens van dezelfde productieserie ge-
bruiken ⇒ pagina 237.
Na het verwisselen van een wiel het aanhaalmoment van de wielbouten zo
snel mogelijk met een momentsleutel controleren. ⇒ . Het aanhaalmo-
ment voor stalen en lichtmetalen velgen bedraagt 120 Nm.
ATTENTIE
Bij verkeerde behandeling van de wielbouten kan het wiel tijdens het rij-
den losraken - gevaar voor ongevallen!
●Wielbouten moeten schoon zijn en gemakkelijk draaien. Zij mogen
echter nooit met vet of olie worden behandeld.
●Alleen die wielbouten gebruiken, die bij de betreffende velg horen.
●Wanneer de wielbouten met een te laag aanhaalmoment worden aan-
getrokken, kunnen de wielen tijdens het rijden losraken - gevaar voor on-
gevallen! Door een te groot aanhaalmoment kan de wielbout resp. de
schroefdraad worden beschadigd.
VOORZICHTIG
Het voorgeschreven aantrekmoment van de wielbouten bij stalen en licht-
metalen velgen bedraagt 120 Nm.
Winterbanden
Winterbanden verbeteren de rij-eigenschappen bij sneeuw
en ijs.
In de winter worden de rij-eigenschappen van de wagen door winterbanden
beduidend beter. Zomerbanden hebben wegens hun constructie (breedte,
rubbersamenstelling, profielvorming) op ijs en sneeuw minder grip.
De bandenspanning voor winterbanden moet 0,2 bar hoger zijn dan voor
zomerbanden (zie sticker in de tankklep).
Gebruik winterbanden op alle vier de wielen.
De toegelaten winterbandenmaten zijn in uw wagenpapieren aangegeven.
Alleen winterradiaalbanden gebruiken. Alle in de wagenpapieren aangege-
ven banden kunnen ook als winterbanden worden gebruikt.