260 Wielen en banden
Belangrijke verlaging van de bandenspanning
Wanneer het symbool van de bandenspanning wordt weergege-
ven, betekent dit dat de bandenspanning te laag is bij tenminste
een van de banden.
–De wagen tot stilstand brengen.
–Motor afzetten.
–Band(en) controleren.
–Zo nodig een wiel verwisselen.
Lampje van bandencontrole (RKA+)*
De bandencontrole in het instrumentenpaneel geeft een te
lage bandenspanning aan.
Afbeelding 189 Deel van
de middenconsole: Knop
voor de bandencontrole
De bandencontrole vergelijkt met behulp van de ABS-sensoren de afrolom-
trek en het frequentiegedrag van de afzonderlijke wielen. Als de afrolomtrek
of het frequentiegedrag van een of meerdere wielen verandert, wordt dit
aangegeven door de bandencontrole . De storing wordt bovendien door
een waarschuwingssignaal aangeduid. Op het middelste display op het in-
strumentenpaneel wordt bovendien de positie van de betreffende band
aangegeven voor zover het slechts één band betreft.
Afrolomtrek en frequentiegedrag kunnen veranderen als:
●De bandenspanning te laag is.
●De band schade aan de constructie vertoont.
●Wielen zijn vervangen of de bandenspanning is veranderd zonder het
systeem te initialiseren (zie bandenspanning instellen);
●de wielen van een as zwaarder zijn belast (bijv. door wijziging van bela-
ding);
●de wielen links en rechts gedurende lange tijd op verschillende onder-
grond rijden.
●Bij het rijden met sneeuwkettingen.
Bandenspanning instellen (bandencontrole initialiseren)
Na elk voorval aan de wielen van uw wagen, bijv. na het wijzigen van de
bandenspanning ⇒ pagina 262 of na het vervangen of omwisselen van
wielen ⇒ pagina 262 moet - met stilstaande wagen en ingeschakeld con-
tact - toets ⇒ Afbeelding 189 ingedrukt worden. Het gele controlelampje
gaat uit. Wacht, zonder de toets los te laten, ca. 2 sec. tot het controlelamp-
je uitgaat en een akoestisch signaal klinkt. De toets kan nu losgelaten wor-
den.
Indien de wielen onderworpen zijn aan een grote inspanning (bijv.: grote
belasting), moet de bandenspanning verhoogd worden tot de waarde aan-
bevolen voor maximale belasting (zie de sticker aan de binnenzijde van de
brandstofklep) en het systeem vervolgens geïnitialiseerd worden.