8Veilig rijden
●Verifiëren dat de lichten en knipperlichten correct werken.
●De bandenspanning (⇒ pagina 313) en het brandstofpeil (⇒ pagina
281) controleren.
●Zorgen voor een goede zichtbaarheid door alle ruiten.
●Alle voorwerpen en koffers in het opbergvak, de kofferruimte en evt. op
het dak goed vastzetten ⇒ pagina 13.
●De pedalen moeten op elk moment bediend kunnen worden, zonder eni-
ge belemmering.
●Kinderen beveiligen met een bevestigingssysteem dat aangepast is aan
hun gewicht en lengte ⇒ pagina 42.
●De voorste stoelen, hoofdsteunen en achteruitkijkspiegels afstellen vol-
gens de lengte ⇒ pagina 10.
●Rijden met schoeisel dat goed past om de voeten voor het bedienen van
de pedalen.
●De vloermat in de voetenruimte van de bestuurder moet onbeweeglijk
liggen en de pedaalruimte vrij laten.
●Alvorens weg te rijden en gedurende de hele reis moet een correcte zit-
houding aangenomen worden. Dit geldt ook voor de andere inzittenden
⇒ pagina 10.
●Alvorens weg te rijden en gedurende de hele reis moet de veiligheids-
gordel correct gedragen worden. Dit geldt ook voor de andere inzittenden
⇒ pagina 22.
●Niet meer personen vervoeren dan er stoelen en gordels zijn in de wa-
gen.
●Nooit rijden met afgenomen lichamelijke of geestelijke vermogens (b.v.
door medicijnen, alcohol of drugs).
●Laat u nooit afleiden in het verkeer, b.v. voor het afstellen van een me-
nu, door de passagiers of om te telefoneren.
●Pas uw snelheid en rijstijl steeds aan de staat van het terrein of de weg,
de weersomstandigheden en de verkeerssituatie aan.
●Leef de verkeersregels en aangegeven snelheidslimieten na.
●Pauzeer op regelmatige intervallen bij langere trajecten (minstens om
de twee uur).
●Indien u dieren vervoert, moeten die beveiligd worden met een bevesti-
gingssysteem dat aangepast is aan hun gewicht en grootte.
ATTENTIE
Leef steeds de verkeersregels en snelheidslimieten na, en rijd anticipe-
rend. Het op voorhand correct inschatten van de verkeerssituatie, kan het
verschil maken tussen veilig aankomen op de eindbestemming of betrok-
ken zijn bij een ernstig ongeval.
Let op
Periodieke controlebeurten dragen niet alleen bij tot het onderhoud en de
goede werking van uw wagen, maar ook tot de verkeersveiligheid. Om die
reden moet u ervoor zorgen dat de servicewerkzaamheden uitgevoerd wor-
den volgens de aanwijzingen van het Onderhoudsprogramma. Bij zware ge-
bruiksomstandigheden van de wagen, is het mogelijk dat een aantal onder-
houdstaken vroeger dan de voorziene termijn moet plaatsvinden. Zware
omstandigheden zijn b.v. het vaak rijden in files, met aanhangwagen, in
stoffige omgevingen enz. Voor meer informatie kunt u steeds terecht bij een
Technische Dienst of een gespecialiseerde werkplaats.
Rijden in het buitenland
Controlelijst
In sommige landen zijn veiligheidsnormen en voorschriften inzake uitlaat-
gassen van kracht die kunnen verschillen van de technische kenmerken van
de wagen. SEAT beveelt aan om, alvorens te vertrekken naar het buitenland,
te informeren bij een Technische Dienst over de wettelijke bepalingen en
over de volgende punten: