SATEL VERSA IP 27
Als een zone tot twee blokken behoort en alleen ingeschakeld is als beide blokken
ingeschakeld zijn, dan wordt deze uit de overbrugging gehaald indien één van de
blokken uitgeschakeld wordt.
Open het gebruikersmenu (code + ) en druk achterelkaar . Op de
bovenste regel van het display zal een bericht komen dat de zone overbrugd is en op de
onderste regel de zone naam. U kunt door de zone lijst heen scrollen met de en
toetsen. Rechts bovenin het display zal een symbool komen te staan:
– de zone is niet overbrugd,
J
– de zone is overbrugd,
J
– de zone is altijd uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige numerieke toets om de status en het symbool te wijzigen:
J
– de zone zal worden overbrugd,
– de zone zal uit de overbrugging worden gehaald.
Indien u de status van alle zones wilt weergeven die overbrugd kunnen worden drukt u op de
of toets. U kunt nu de zones identificeren aan de hand van de nummers rondom
het display. Gebruik de en toetsen om de cursor te verplaatsen. Om een zone te
overbruggen of uit de overbrugging te halen verplaatst u de cursor naar de zone en drukt u
op een numerieke toets. Indien u weer naar de vorige weergave wilt gaan drukt u op de
of toets.
Druk op de toets om de functie te beëindigen waarna de zones overbrugd of uit de
overbrugging gehaald zullen worden.
6.12.2 Zone uitschakelen
Een uitgeschakelde zone zal overbrugd blijven totdat deze er weer uitgehaald wordt.
Open het gebruikersmenu (code + ) en druk achterelkaar . De
manier om zones uit te schakelen gaat op dezelfde manier als bij het tijdelijk overbruggen
van zones maar het indrukken van een numerieke toets zal een ander symbool tonen:
– de zone wordt altijd uitgeschakeld,
– de zone wordt uit de uitschakeling gehaald.
6.13 Bekijken van het logboek
Open het gebruikersmenu (code + ) en druk achterelkaar . De laatste
gebeurtenis van het systeem zal worden weergegeven. De beschrijving van de gebeurtenis
bevat de tijd wanneer deze plaatsvond, de naam en extra informatie; bijv. het blok waar de
gebeurtenis heeft plaatsgevonden, de zone die de gebeurtenis genereerde, etc. De extra
informatie wordt automatisch na een paar seconden getoond. Druk op de of
toetsen om de extra informatie gelijk te tonen. Gebruik de en toetsen om door
het logboek heen te bladeren.
Indien de GRADE 2 optie ingeschakeld is zijn er twee extra functies voor de installateur
in het gebruikersmenu:
- alle gebeurtenissen van het alarmsysteem worden
weergegeven,
- alleen gebeurtenissen welke vereist zijn voor de EN 50131
Standaard voor Grade 2 worden weergegeven.