SATEL PERFECTA 5
laagste adres. Druk binnen 30 seconden op een willekeurige toets van het bediendeel
nadat de jumper van de RESET pinnen verwijderd is.
De service mode zal niet worden weergegeven indien de GEEN SM VIA RESET PINNEN
optie ingeschakeld is in het alarmsysteem. Op het bediendeel met het laagste adres
zal dan het volgende bericht worden weergegeven: “Fabriekswaarden instellen?
1=Ja”. Door het indrukken van de toets zal het alarmsysteem naar de
fabriekswaarden worden gezet. De service mode zal niet toegankelijk zijn totdat de
fabriekswaarden ingesteld zijn.
2.3 Service mode indicatie
De service mode wordt met de LED aangegeven op de bediendelen. De LED zal
constant branden op het bediendeel waarop de service mode wordt weergegeven en zal
knipperen op de overige bediendelen. Tevens is het mogelijk om de service mode akoestisch
te signaleren door het inschakelen van de “Service Mode geluid” optie.
2.4 Navigeren door het menu en uitvoeren van functies
Om door het menu te navigeren kunt gebruik maken van de pijltoetsen of middels de
numerieke sneltoets combinaties. Het is ook mogelijk om beide methodes te combineren.
De cursor geeft een submenu aan welke u kunt openen of een functie welke uitgevoerd
kan worden.
2.4.1 Gebruik van de pijltoetsen
1. Gebruik de en toetsen om het gewenste submenu te zoeken.
2. Druk op de of toets om het submenu te openen (druk op de toets om
terug naar het hoofdmenu te gaan).
3. Herhaal stappen 1 en 2 totdat de gewenste functie gevonden is.
4. Druk op de of toets om de functie te starten.
2.4.2 Gebruik van numerieke sneltoets combinaties
Alle submenu’s en functies zijn genummerd (de nummering is terug te vinden in het
document met SERVICEFUNCTIES).
1. Gebruik de cijfertoetsen om het nummer in te voeren (druk op de toets om het
laatste cijfer te verwijderen).
2. Het menu met dit nummer zal worden weergegeven (druk op de toets om terug te
gaan naar het hoofdmenu).
3. Druk op de of toets om het submenu te openen of om de functie te starten.
Indien de cursor bij EINDE SERVICE staat kunt u het nummer van de functie invoeren en
daarna drukken op de of toets. Bijvoorbeeld: om de uitbreiding identificatie functie
te starten drukt u achterelkaar op .
Indien de cursor niet bij EINDE SERVICE staat, dan zal bij het invoeren van een cijfer deze
worden toegevoegd aan het menu vanwaar de cursor zich bevind. Ingevoerde cijfers zullen
altijd achter het menu / functienummer worden toegevoegd (alleen EINDE SERVICE is niet
genummerd). Bijvoorbeeld: indien de cursor voor 31.EOL staat en u vervolgens
intoets, dan zal functie 3132 worden weergegeven (3132.Zn.32 EOL) en niet functie
32.GEVOELIGHEID. Om functie 32.GEVOELIGHEID weer te geven drukt u op (om de