SATEL PERFECTA 23
3. Klik op .
4. Klik in het scherm dat zal worden weergegeven op de “Verwijder” knop om te bevestigen
dat u de sirene/flitser wilt verwijderen.
5. Klik op de knop om de wijzigingen op te slaan.
Via het bediendeel
1. Start de service mode (zie “Starten van de service mode” p. 17).
2. Druk opeenvolgend op om de 1273.VERWIJDER functie te
starten.
3. Gebruik de en toetsen om het volgende te selecteren:
bij het verwijderen van een bediendeel: het bediendeel welke u wilt verwijderen,
bij het verwijderen van een detector: het zone nummer van de detector welke u wilt
verwijderen,
bij het verwijderen van een sirene: het uitgangsnummer van de sirene/flitser welke u
wilt te verwijderen.
4. Druk op .
5. Het type en serienummer van het te verwijderen apparaat zal worden weergegeven.
6. Druk op . Het apparaat zal worden verwijderd.
7. Nummering van zones en uitgangen in het systeem
7.1 Nummering van zones
7.1.1 Bekabelde zones
De zones op de hoofdprint zijn genummerd van 1 t/m 8.
De zones in uitbreidingen worden afhankelijk van het ingestelde adres genummerd:
uitbreiding met adres 12 (0Ch) – nummers van 9 t/m 16,
uitbreiding met adres 13 (0Dh) – nummers van 17 t/m 24,
uitbreiding met adres 14 (0Eh) – nummers van 25 t/m 32.
7.1.2 Draadloze zones PERFECTA 16-WRL / PERFECTA 32-WRL
Bij het toevoegen van draadloze detectoren kunt u zelf het zone nummers selecteren.
Indien een nummer van een bekabelde zone samenvalt met die van de draadloze
zone, dan zal de bekabelde zone niet worden ondersteund .
7.2 Nummering van uitgangen
7.2.1 Bekabelde uitgangen
De uitgangen op de hoofdprint zijn genummerd van 1 t/m 4.
De uitgangen op een uitbreiding zijn genummerd van 5 t/m 12.
7.2.2 Draadloze uitgangen PERFECTA 16-WRL / PERFECTA 32-WRL
De draadloze uitgangen zijn genummerd van 13 t/m 16.