SATEL PERFECTA 15
Afhankelijk van het sirene type:
sirene / flitsers zonder eigen voeding (bijv. SP-500, SP-4001, SP-4003, SPL-2010,
SPW-100, SPW-210, SPW-220) dienen de hoogvermogen uitgangen te worden gebruikt
om de signalering te activeren,
sirene / flitsers met eigen voeding (bijv. SP-4002, SP-4004, SP-4006, SP-6500,
SPLZ-1011, SD-3001, SD-6000) wordt aanbevolen om de laagvermogen uitgangen te
gebruiken voor de signalering en de hoogvermogen uitgangen voor de voeding.
Fig. 13. Aansluiting van sirenes /flitsers op het alarmsysteem. I – sirene/flitser zonder eigen
voeding. II - sirene/flitser met eigen voeding.
6.8 Aansluiten van de microfoon
Met een microfoon is het mogelijk voor gebruikers om naar de geluiden te luisteren in het
beveiligde object, na ingebeld te hebben op het alarmsysteem. De MIC-1 microfoon van
SATEL kan aangesloten worden op de mini-jack aansluiting van het alarmsysteem. Bij
gebruik van een ander type microfoon dient u er voor te zorgen dat dit een electretmicrofoon
is, bijv. een computer microfoon.
Bij het selecteren van de installatie locatie moet u er rekening mee houden dat gordijnen,
drapering, stoffering, akoestische tegels, etc. geluid absorberen, waardoor het moeilijk dan
wel onmogelijk kan zijn om de luister functie te gebruiken. Tevens wordt niet aanbevolen de
microfoon te installeren op plaatsen waar apparaten veel geluid kunnen produceren (bijv.
ventilatoren, airconditioners, koelkasten, etc.).
6.9 Aansluiten van de voeding en het opstarten van het alarmsysteem
Zorg dat alle aansluitingen gedaan zijn voordat de voeding aangesloten wordt.
6.9.1 Voeding
Het alarmsysteem vereist een voeding van 18 V AC (±10%). Het wordt aanbevolen een
transformator te gebruiken met een minimaal uitgangsvermogen van 40 VAC.
De transformator dient permanent aangesloten te zijn op een 230 VAC aansluiting. Voordat u
de bekabeling aansluit, dient u zich de elektrische installatie van het object eigen te maken.
Zorg er voor dat er altijd een vaste 230VAC aansluiting gebruikt wordt voor het voeden van