60
10.4. FCC-voorschriften
Dit toestel beantwoordt aan Deel 15 van de FCC-reglementen. De werking is onderhevig aan
de volgende twee voorwaarden:
1. Dit apparaat kan geen schadelijke interferentie veroorzaken en
2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die
ongewenste werking kan veroorzaken.
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de richtlijnen voor een klasse B digitaal apparaat,
conform Deel 15 van de FCC-reglementen. Het doel van deze normen is een redelijke
bescherming te verschaffen tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. Dit
apparaat produceert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en, indien het
apparaat niet in overeenstemming met de instructies geïnstalleerd wordt, kan dit schadelijke
storing met betrekking tot radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat in
een bepaalde installatie geen interferentie zal optreden. Indien dit apparaat schadelijke
storingen veroorzaakt bij de radio- of televisieontvangst, wat kan worden bepaald door het
apparaat in en uit te schakelen, dan wordt de gebruiker aanbevolen om één van de volgende
maatregelen te nemen om de storing te verhelpen:
1. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
2. Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact zodat het apparaat en de ontvanger op
verschillende groepen werken.
3. Vraag de dealer of een ervaren radio/televisiemonteur om hulp.
* * *