DE STELPOTEN AANPASSEN
Als de vloer niet waterpas is, kunt u de stelpoten aanpassen (leg geen blokjes hout of andere
voorwerpen onder de poten):
1. Draai met de hand de bout van de poot los totdat deze de
gewenste hoogte heeft.
2. Draai de vergrendelingsmoer vast met de moersleutel.
• Plaats de wasmachine op een stevige, vlakke
ondergrond.
Als de wasmachine niet op een vlakke en stevige
ondergrond wordt geplaatst, kunnen trillingen en lawaai
optreden. (De hoek mag maximaal 1 graad zijn.)
DE TRANSPORTBOUTEN VERWIJDEREN
Verwijder voordat u de wasmachine gaat gebruiken alle vijf transportbouten uit de achterzijde van
het apparaat. Zo verwijdert u de bouten:
1. Draai alle bouten los met de moersleutel.
2. Neem een bout bij de kop vast en trek deze door het brede
gedeelte van het gat.
Doe dit met elke bout.
3. Vul de gaten op met de meegeleverde plastic afdekplaatjes.
4. Bewaar de transportbouten voor later gebruik.
DE WATERTOEVOERSLANG AANSLUITEN
De watertoevoerslang moet met het ene uiteinde worden aangesloten op de wasmachine en
met het andere uiteinde op de waterkraan.
Rek de slang niet uit. Als de slang te kort is en u de waterkraan niet wilt verplaatsen, kunt u een
langere hogedrukslang gebruiken.
Zo sluit u de watertoevoerslang aan:
1. Sluit de L-vormige fitting van de toevoerslang voor koud
water aan op het invoerpunt voor koud water aan de
achterzijde van de machine. Draai deze met de hand vast.
2. Sluit het andere uiteinde van de toevoerslang voor koud
water aan op de koudwaterkraan boven uw gootsteen en
draai deze met de hand vast.
Indien nodig kunt u de slang aan de kant van de
wasmachine verplaatsen door de fitting los te draaien, de
slang om te draaien en de fitting vervolgens weer vast te
draaien.
de wasmachine installeren