AAllggeemmeennee ffuunnccttiieessAAllggeemmeennee ffuunnccttiieess TTeekksstt iinnttooeettsseenn
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over de
tekens die met de toetsen kunnen worden ingegeven.
Tekens in de weergegeven volgorde
Toets
Hoofdletter
Kleine letter
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
.1!?&i ¿§
ABC2ÄÅÆÇΓ
DEF 3É∆Φ
GHI 4ΘΨ
JKL5Λ
MN O 6 Ñ Ø Ö ö
PQRS7ΠΣ Ξ
TUV8Üü
WX Y Z 9 Ω
0 * #,;‘“=
.%@ £$¥ §
abc2àäåæΓ
def3èéΦ
ghi 4ì Ψ
jkl5Λ
mno6ñøòö
pqrs7ßΣΞ
†uv8ùü
wx y z 9 Ω
/:-+()<>
• Voor het invoegen van een spatie drukt u op .
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen
en . Druk op C om letters te wissen. Houd de
C-toets meer dan 1 seconde ingedrukt om alle
letters te wissen
.
Stand voor cijfers
In de nummer stand kunt u in een tekstbericht
getallen intoetsen door de betreffende cijfertoetsen
in te drukken (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Ga
vervolgens terug naar de tekstinvoerstand.
TTeekksstt iinnttooeettsseenn
• Voor een punt, streepje of apostrof drukt u op .
In de T9 stand worden grammaticaregels toegepast
waardoor automatisch de juiste leestekens worden
gebruikt.
V
oorbeeld: wordt twee keer gebruikt om
twee leestekens te tonen:
• Om in de T9 stand tussen hoofd- en kleine letters
te wisselen, gebruikt u de toets.
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen
en . Druk op C om letters te wissen. Houd de
C-toets ruim 1 seconde ingedrukt om alle letters te
wissen.
Standen voor hoofdletters/kleine letters
Met de lettertoetsen ( ~ ) kunt u tekst
intoetsen.
1. Druk op de toets met de letter die u wilt invoeren:
• Eén keer voor de eerste letter
• Twee keer voor de tweede letter
• enz.
2. Voer de resterende letters op dezelfde wijze in.
N.B.: Als u op een andere toets drukt, dan schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u twee
keer dezelfde letter invoert (of een andere
letter van dezelfde toets), wacht dan enkele
seconden. Dan gaat de cursor automatisch
een positie verder.
L E T ‘ S E A T .
Spatie
4746