123
NNaassllaagg--iinnffoorrmmaattiiee
122
PIN code
De PIN code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
beschermt uw SIM-kaart tegen gebruik door
onbevoegden. De PIN code wordt meestal tegelijk met
de SIM-kaart verstrekt. Als de PIN-controle
(5-3-1),
aan staat, wordt na aanzetten van de telefoon altijd om
de PIN code gevraagd.
Geeft u drie keer na elkaar een onjuiste PIN code in, dan
moet u de PUK code invoeren en op
OK drukken
. Toets
vervolgens een nieuwe PIN code in en druk op
OK. Geef
tenslotte uw nieuwe PIN code nogmaals in en druk op
OK.
PIN2 code
Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2 code
verstrekt. Deze code is nodig voor bepaalde functies,
bijvoorbeeld het opladen van het beltegoed. Deze
functies zijn alleen beschikbaar indien uw SIM-kaart ze
ondersteunt.
Geeft u drie keer na elkaar een onjuiste PIN2 code in,
dan moet u de PUK2 code invoeren en op
OK drukken
.
Toets vervolgens een nieuwe PIN2 code in en druk op
OK. Geef tenslotte de nieuwe PIN2 code nogmaals in
en druk op OK.
Naslag-informatie
PIN codes en wachtwoorden
Uw telefoon en de SIM-kaart hebben verschillende
toegangscodes om ervoor te zorgen dat ze niet door
onbevoegden gebruikt kunnen worden.
Deze toegangscodes (behalve de PUK- en PUK2 codes)
kunt u wijzigen in het menu Beveiliging
(5-3). Meer
informatie hierover vindt u op pagina 93.
Wachtwoord telefoon
Met deze beveiligingscode kunt u voorkomen dat de
telefoon wordt gebruik door onbevoegden. Het
wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 0000. Wij
adviseren u dit wachtwoord te wijzigen zodra u uw
telefoon in gebruik neemt.
Bewaar de nieuwe code op een veilige plaats,
gescheiden van de telefoon.