[21]
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
ƈ De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en
camera-instellingen.
ƈ Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is
ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het
trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt
u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser
inschakelen.
ƈ Opname met tegenlichtcorrectie : Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u
beter niet tegen de zon in fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn
vanwege het tegenlicht. Als u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u
de instelling [TEGENLICHT] in de scènemodus (zie pagina 19), steunflits (zie
pagina 26), spotmeting (zie pagina 31), of belichtingscorrectie (zie pagina 33).
ƈ Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor
scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
Vergrendeling scherpte-instelling
ƈ Gebruik de functie voor vergrendeling van de scherpte-instelling als u wilt
scherpstellen op een onderwerp dat zich niet midden in het beeld bevindt.
ƃ De vergrendeling van de scherpte-instelling gebruiken
1. Controleer of het onderwerp zich in het midden van het kader voor
automatische scherpte-instelling bevindt.
2. Druk de sluiterknop tot halverwege in. Als het groene kader voor
automatische scherpte-instelling zichtbaar wordt, betekent dit dat de camera
is scherpgesteld op het onderwerp. Zorg ervoor dat u de sluiterknop niet
volledig indrukt. In dat geval wordt een opname gemaakt.
3. Verplaats de camera, terwijl de sluiterknop nog steeds tot halverwege is
ingedrukt, om uw compositie te wijzigen en druk de sluiterknop vervolgens
volledig in om de opname te maken. Als u de vinger van de sluiterknop
neemt, wordt de functie voor vergrendeling van de scherpte-instelling
geannuleerd.
[Het beeld dat u wilt
opnemen]
[Druk de sluiterknop in tot
halverwege en stel scherp
op het onderwerp]
[Pas de compositie aan en
druk de sluiterknop volledig in]