33.PLU PRIJS SHIFT IN PLU Geef aan of PLU’s per prijs level moeten worden geprint in het PLU Rapport
34.Z-VOORRAAD RAPP.MAG Geef aan of er een Z-Voorraad Rapport (resetten) geprint mag worden
35.PR. RAPPORT BIJ POLLING Geef aan of de rapporten geprint moeten worden tijdens inlezen rapporten via de pc
36.PR.TRAINING IN FIN.RAPP. Geef aan of Training totaal geprint moet worden in het Z1-Financieel Rapport
37.PRINT NETTO IN FIN.RAPP. Geef aan of NETTO (excl. BTW) geprint moet worden in het Z1-Financieel Rapport
38.PRINT NETTO IN VRK.RAPP. Geef aan of NETTO (excl. BTW) geprrint moet worden in het Verkoper Rapport
39.PRINT HFDGRP IN FN.RAPP. Geef aan of de hoofdgroepen geprint moeten worden in het Z1-Financieel Rapport
4.4.4 BTW opties
Na het selecteren van 4. BTW (zie hoofdstuk 4.4 OPTIES – pagina 35) kunt u BTW opties wijzigen..
De volgende instellingen verschijnen op 1 pagina:
1.PRINT BTW SYMBOOL BON Geef aan of het BTW symbool (I,II,III) geprint moet worden achter het artikel op de bon
2.PRINT BTW BEDRAG OP BON Geef aan of het BTW bedrag geprint moet worden op de bon
3.EXCL.BTW PER TARIEF BON Geef aan of het bedrag exclusief BTW per tarief geprint moet worden op de bon
4.PRINT BTW TARIEF OP BON Geef aan of het BTW bedrag per tarief geprint moet worden op de bon
5.PRINT TTL EXCL.BTW OP BON Geef aan of het totaal bedrag excl.BTW geprint moet worden op de bon
6.BTW BEDRAG (ART./COMBI) Geef aan of BTW per tarief moet worden geprint of getotaliseerd
4.4.5 Valuta opties
Na het selecteren van 5. VALUTA (zie hoofdstuk 4.4 OPTIES – pagina 35) kunt u valutaopties wijzigen.
De volgende instelling verschijnt op 1 pagina:
1.BASIS VALUTA Geef aan wat de standaard valuta is
4.4.6 Afrond opties
Na het selecteren van 6. AFRONDEN (zie hoofdstuk 4.4 OPTIES – pagina 35) kunt u afrondopties wijzigen.
De volgende instelling verschijnt op 1 pagina:
1.TYPE AFRONDING Geef hier aan de optie OP STUIVERS
2.AFRONDING Hier geen waardes invoeren, dit is een afrondingstabel
3.AFRONDEN NA [SUBTTL] Geef aan of er alleen afgerond moet worden na het indrukken van [SUBTTL]
4.AFRONDEN NA BETALING Geef aan of er afgerond moet worden na het indrukken van [CONTANT]
5.% EN BTW AFRONDEN Geef aan of er afgerond moet worden na % en BTW
6.GESCH.BET AFRONDEN Geef aan of er afgerond moet worden na deelbetaling (bijv. 2 x 3 =2/3 x prijs)
4.4.7 Tekst logo opties
Na het selecteren van 7. TEKST LOGO (zie hoofdstuk 4.4 OPTIES – pagina 35) kunt u tekstlogo opties wijzigen.
De volgende instellingen verschijnen in 3 pagina’s:
1.TKEST LOGO BOVEN BON Geef aan of er een tekstlogo geprint moet worden bovenaan de klantenbon
2.TEKST LOGO ONDER BON Geef aan of er een tekstlogo geprint moet worden onderaan de klantenbon
3.TEKST LOGO BOVEN NOTA Geef aan of er een tekstlogo geprint moet worden bovenaan de tafelnota
4.TEKST LOGO ONDER NOTA Geef aan of er een tekstlogo geprint moet worden onderaan de tafelnota
5.GRAF.LOGO BOVEN BON Geef aan of er een grafisch logo geprint moet worden bovenaan de klantenbon
6.GRAF.LOGO ONDER BON Geef aan of er een grafisch logo geprint moet worden onderaan de klantenbon
7.GRAF.LOGO BOVEN NOTA Geef aan of er een grafisch logo geprint moet worden bovenaan de tafelnota
8.GRAF.LOGO ONDER NOTA Geef aan of er een grafisch logo geprint moet worden onderaan de tafelnota
9.GRAF.LOGO# BOVEN BON Geef aan welk grafisch logo geprint moet worden bovenaan de klantenbon
10.GRAF.LOGO# ONDER BON Geef aan welk grafisch logo geprint moet worden onderaan de klantenbon
11.GRAF.LOGO# BOVEN NOTA Geef aan welk grafisch logo geprint moet worden bovenaan de tafelnota
12.GRAF.LOGO# ONDER NOTA Geef aan welk grafisch logo geprint moet worden onderaan de tafelnota
13.TEKST LOGO BOVEN KP Geef aan of er een tekstlogo geprint moet worden bovenaan een interne KP-bon
14.TEKST LOGO ONDER KP Geef aan of er een tekstlogo geprint moet worden onderaan een interne KP-bon