•Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik
aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
•We raden aan kringlooppapier te gebruiken om energie te besparen.
Snel afdrukken met hoge resolutie
•U kunt een brede waaier van kleuren afdrukken met cyaan, magenta,
geel en zwart.
•U kunt afdrukken met een resolutie tot 2.400 x 600 dpi effectieve output
(600 x 600 x 2 bit).
•Snel on-demand afdrukken.
-Voor enkelzijdig afdrukken in zwart-wit, 18 ppm (A4) of 19 ppm
(Letter).
-Voor enkelzijdig afdrukken in kleur, 4 ppm (A4) of 33 ppm (Letter).
Gemak
•Raak uw telefoon aan op de NFC-tag op uw printer en druk uw
afdruktaak af (zie "De NFC-functie gebruiken" op pagina 207).
•U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of met uw computer
door gebruik te maken van de apps voor Google Cloud Print (zie
"Google Cloud Print" op pagina 213).
Belangrijkste voordelen
•Met Easy Capture Manager kunt u gemakkelijk bewerken en afdrukken
wat u met de toets Print Screen op het toetsenbord hebt vastgelegd (zie
"Easy Capture Manager" op pagina 279).
•Samsung Easy Printer Manager en Afdrukstatus zijn programma's die
de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en
waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 286 of
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 291).
•Samsung Easy Document Creator is een toepassing om gebruikers te
helpen grote documenten of andere gescande of gefaxte digitale
informatie samen te stellen en te delen. (zie "Werken met Samsung
Easy Document Creator" op pagina 290).
•Met AnyWeb Print kunt u een schermopname of afdrukvoorbeeld
maken van een scherm in Windows Internet Explorer, en deze
bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het
gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op pagina
281).
•Met Slim bijwerken kunt u controleren op de nieuwste software en de
nieuwste versie installeren tijdens het installatieproces van het
printerstuurprogramma. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.
•Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung
(www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads) terecht voor hulp, ondersteuning,
printerstuurprogramma’s, handleidingen en andere informatie.
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van
toepassingen.
•Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties
van de afdrukmedia" op pagina 124).
•Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten aanpassen met
woorden zoals "CONFIDENTIAL" (zie "Geavanceerde afdrukfuncties
gebruiken" op pagina 247).
•Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw
document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen
papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 247).
•U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie
"Systeemvereisten" op pagina 127).
•Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
Belangrijkste voordelen
Ondersteund verschillende instellingsmethoden
voor draadloze netwerken.
•De WPS (Wi-Fi Protected Setup™)-knop gebruiken
-U kunt gemakkelijk verbinding maken met een draadloos netwerk
door de WPS-knop op het apparaat en op het toegangspunt (een
draadloze router) te gebruiken.
•De USB-kabel of netwerkkabel gebruiken
-U kunt verbinding maken en verschillende instellingen voor het
draadloze netwerk configureren met een USB-kabel of
netwerkkabel.
•Wi-Fi Direct gebruiken
-U kunt eenvoudig vanaf uw mobiele apparaat afdrukken met Wi-Fi of
Wi-Fi Direct.
Zie "Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk" op
pagina 171.
Functies per model
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
Besturingssysteem
(●: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
BesturingssysteemC46xWC46xFW
Windows●●
Mac●●
Linux●●
Functies per model
Software
U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer plaatst.
Selecteer voor Windows het printerstuurprogramma en de software in het scherm Selecteer de te installeren software en hulpprogramma's.
SoftwareC46xWC46xFW
SPL-printerstuurprogramma●●
PCL-printerstuurprogramma●●
PS-printerstuurprogramma
a
●●
XPS-printerstuurprogramma
a
●●
Samsung Easy Printer
Manager
Instellingen voor scannen naar pc●●
Instellingen voor faxen naar pc●
Instellingen voor apparaat●●
Samsung Easy Document Creator●●
Samsung Easy Color Manager
a
●●
Samsung-printerstatus●●
AnyWeb Print
a
●●
SyncThru™ Web Service●●
SyncThru Admin Web Service●●
Functies per model
(●: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
Easy Eco Driver●●
FaxenSamsung Network PC Fax●
ScannenTwain-scanstuurprogramma●●
WIA-scanstuurprogramma●●
a. Download de software van de website van Samsung en installeer deze: (http://www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). Controleer of het
besturingssysteem van uw computer de software ondersteunt voordat u met de installatie begint.
SoftwareC46xWC46xFW
Functies per model
Verschillende functies
(●: beschikbaar. Leeg: Niet beschikbaar)
functiesC46xWC46xFW
Hi-Speed USB 2.0●●
Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN●●
Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos LAN
a
a. Draadloze netwerkinterfacekaarten (LAN-kaarten) zijn niet in alle landen verkrijgbaar. In sommige landen kan alleen 802.11 b/g worden gebruikt. Neem contact op met uw
plaatselijke Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat kocht.
●●
NFC afdrukken/scannen●●
Google Cloud Print™●●
AirPrint●●
Eco-afdrukken (bedieningspaneel)●●
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
b
b. Alleen Windows.
●●
USB-geheugeninterface●●
Automatische documentinvoer (ADI)●
Functies per model
(●: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
functiesC46xWC46xFW
FaxenMeerdere verz.●
Uitgest. verz.●
Prior. verz.●
Veilige ontv.●
Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - faxen●
ScannenScan naar pc●●
KopiërenIdentiteitskaarten kopiëren●●
Verkleinend of vergrotend kopieëren●●
Sorteren●●
2 pagina's/vel, 4 pagina's/vel●●
Achtergrond wijzigen●●
Nuttig om te weten
Het apparaat drukt niet af.
•Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst
(zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 55).
•Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw
(zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina
31).
•Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows
(zie "Uw apparaat instellen als standaardprinter" op pagina
246).
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen
kopen?
•Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw
detailhandelaar.
•Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio
voor productinformatie.
De status-LED knippert of blijft branden.
•Schakel het apparaat uit en weer in.
•Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze
handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de
status-LED" op pagina 110).
Er is papier vastgelopen.
•Open en sluit de scaneenheid (zie "Voorkant" op pagina
22).
•Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen
papier in deze handleiding en los het probleem op (zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 105).
De afdrukken zijn vaag.
•Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de
tonercassette (zie "Toner herverdelen" op pagina 83).
•Probeer een andere instelling voor de resolutie (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
•Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 85).
Waar kan ik het stuurprogramma van de
printer downloaden?
•U kunt op de website van Samsung (www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht
voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s,
handleidingen en bestelinformatie.
14
1. Inleiding
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en
biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die
doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat.
•Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
•Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen
ondervindt bij gebruik van het apparaat.
•De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden
uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het
door u gekochte apparaat.
•De schermafbeeldingen in deze Beheerdersgids kunnen afwijken van
de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/
stuurprogrammaversie.
•De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk
gebaseerd op Windows 7.
1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn
verwisselbaar:
•Document is synoniem met origineel.
•Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
•Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
2
Algemene pictogrammen
Pictogram
TekstOmschrijving
Opgepast
Biedt gebruikers informatie om het apparaat te
beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Opmerking
Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde
uitleg over een functie of voorziening van het
apparaat.
15
1. Inleiding
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen
aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees
deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar
dit document goed nadat u het hebt gelezen.
3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in
dit hoofdstuk
4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Waarschuw
ing
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of
de dood kunnen veroorzaken.
Opgepast
Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel
of eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het
stopcontact niet geaard is.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Veiligheidsinformatie
20
1. Inleiding
Volg de onderstaande instructies voor verbruiksartikelen die
tonerstof bevatten (tonercartridge, cassette voor gebruikte
toner, beeldeenheid, enzovoort).
•Volg de instructies voor verwijdering wanneer u de
verbruiksartikelen weggooit. Raadpleeg de plaatselijke
verkoper voor verwijderingsinstructies.
•De verbruiksartikelen mogen niet gewassen worden.
•Gebruik de cassette voor gebruikte toner niet opnieuw
nadat u deze hebt geleegd.
Als u de bovenstaande instructies niet opvolgt, kan dit
resulterende defecten in het apparaat of verontreiniging van
het milieu. De garantie dekt geen kosten die zijn veroorzaakt
door nalatigheid van de gebruiker.
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals
toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede
verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden
gebracht.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen
warm water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik
altijd koud water.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
21
1. Inleiding
Apparaatoverzicht
9
Toebehoren
NetsnoerBeknopte installatiehandleiding
Software-cd
a
a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen.
Div. accessoires
b
b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
Apparaatoverzicht
22
1. Inleiding
10
Voorkant
•Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
C46xW
1Scannerdeksel8Tonercassettes
2Greep9Opvangbak voor gebruikte toner
3Lade10Beeldeenheid
4
Voorklep
11
Scannereenheid
a
b
a. Sluit de klep van de scanner voor u de scannereenheid opent.
b. Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken.
5Papieruitvoersteun12USB-poort
6Bedieningspaneel13Glasplaat van de scanner
7NFC-tag
9
8
10
13
11
12
32
4
5
1
6
7
Apparaatoverzicht
23
1. Inleiding
C46xFW
1Documentinvoerklep 10NFC-tag
2Breedtegeleider voor
documenten
11
Tonercassette
3Documentinvoerlade 12Opvangbak voor gebruikte toner
4Steun voor
documentuitvoer
13
Beeldeenheid
5
Greep
14
Scannereenheid
a
b
a. Sluit de klep van de scanner voor u de scannereenheid opent.
b. Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken.
6Lade15USB-poort
7Voorklep16Scannerdeksel
8Documentuitvoerlade17Glasplaat van de scanner
9Bedieningspaneel
13
65
7
11
8
12
13
9
16
17
24
14
15
10
Apparaatoverzicht
24
1. Inleiding
11
Achterkant
•Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
C46xW
C46xFW
1Achterklep3USB-poort
2Aansluiting netsnoer4Netwerkpoort
1
4
3
2
1
Achterklep
5Telefoonkabelaansluiting
(LINE)
2
Aansluiting netsnoer
6Uitgang voor extra
telefoontoestel (EXT.)
3USB-poort
4Netwerkpoort
1
4
3
2
6
5
25
1. Inleiding
Overzicht van het bedieningspaneel
•Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8).
12
C46xW
1
WPS
Hiermee kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer (zie "Met de WPS-knop" op
pagina 174).
2
Scan to
Hiermee schakelt u tussen de scan- en de kopieermodus. De LED Scan to gaat aan in de scanmodus en uit in
kopieermodus.
3WeergaveschermMet deze functie wordt de huidige status weergegeven en worden berichten tijdens een bewerking weergegeven.
2
1
35
6
7
8
910
11
13
12
4
4
Overzicht van het bedieningspaneel
26
1. Inleiding
4pijlenHiermee bladert u door de beschikbare opties in het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt u waarden.
5
Menu
Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu's (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
6OKHiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
7
Stop/Clear
Hiermee kunt u op elk moment een taak onderbreken.
8Power/
Wakeup
Het apparaat in- of uitschakelen of het apparaat activeren vanuit de energiebesparingsmodus. Druk langer dan drie
seconden op deze knop om het apparaat uit te schakelen, wanneer deze zich in de stand-bymodus bevindt.
9
Start
Hiermee start u een taak.
10
Back
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu.
11Status-LEDDe functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 110).
12
Eco
Overschakelen naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier, alleen bij afdrukken en kopiëren via een pc (zie
"Eco-afdruk" op pagina 58).
13
Direct USB
Hiermee kunt u bestanden die opgeslagen zijn op een USB-opslagapparaat direct afdrukken wanneer dit apparaat
aangesloten is op de USB-poort aan de voorkant van de printer.
Overzicht van het bedieningspaneel
27
1. Inleiding
13
C46xFW
1WPSHiermee kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer (zie "Met de WPS-knop" op pagina 174).
2
ID Copy
Hiermee kunt u beide zijden van een identiteitskaart of een rijbewijs op één zijde van een vel papier kopiëren (zie "Identiteitskaarten
kopiëren" op pagina 63).
3
weergavescherm
Met deze functie wordt de huidige status weergegeven en worden berichten tijdens een bewerking weergegeven.
4
Kopiëren
Hiermee schakelt u over naar de kopieermodus.
5
Fax
Hiermee schakelt u over naar de faxmodus.
6pijlenHiermee bladert u door de beschikbare opties in het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt u waarden.
6
12
2
1
3
4
5
7
891011
20
19
18
17
1514
13
16
6
Overzicht van het bedieningspaneel
28
1. Inleiding
7
Menu
Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu's (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
8OKHiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
9Numeriek
toetsenblok
Hiermee kiest u een nummer of voert u alfanumerieke tekens in (zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 240).
10Addres
s Book
Hiermee kunt u vaak gekozen faxnummers opslaan of opgeslagen faxnummers zoeken (zie "Het faxadresboek instellen" op pagina
242).
11Redial/
Pause
Hiermee kiest u het laatst verzonden faxnummer of ontvangen nummergave opnieuw, of voegt u een pauze (-) in een faxnummer in, in
de bewerkingsmodus (zie"Faxnummer opnieuw kiezen" op pagina 268).
12
Stop/
Clear
Hiermee kunt u op elk moment een taak onderbreken.
13
Power/
Wakeup
Het apparaat in- of uitschakelen of het apparaat activeren vanuit de energiebesparingsmodus. Druk langer dan drie seconden op deze
knop om het apparaat uit te schakelen, wanneer deze zich in de stand-bymodus bevindt.
14
Start
Hiermee start u een taak.
15On
Hook
Dial
Wanneer u op deze knop drukt, kunt u een kiestoon horen. Voer vervolgens een faxnummer in. Dit is vergelijkbaar met bellen via de
telefoonluidspreker (zie "Handmatig ontvangen in telefoonmodus" op pagina 275).
16
Back
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu.
17
Scannen
Hiermee schakelt u over naar de scanmodus.
18Status-LEDDe functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 110).
Overzicht van het bedieningspaneel
29
1. Inleiding
19
Eco
Overschakelen naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier, alleen bij afdrukken en kopiëren via een pc (zie "Eco-afdruk"
op pagina 58).
20
Direct USB
Hiermee kunt u bestanden die opgeslagen zijn op een USB-opslagapparaat direct afdrukken wanneer dit apparaat aangesloten is op
de USB-poort aan de voorkant van de printer.
30
1. Inleiding
Het apparaat inschakelen
1
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar
aan.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
2
De stroom wordt automatisch ingeschakeld.
Voor de C46xW drukt u op de knop (Power/Wakeup) op het
bedieningspaneel.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u (Power/Wakeup)
ongeveer 3 seconden ingedrukt.
2
1
31
1. Inleiding
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden,
slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie
van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van
een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 161).
•Wanneer u gebruik maakt van Mac of Linux, raadpleegt u "Installatie
voor Mac" op pagina 151 of "Installatie voor Linux" op pagina 153.
•Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen
afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
•Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
14
Windows
1
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-
rom-station en klik op OK.
2
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
3
Selecteer USB-verbinding in het scherm Type printerverbinding.
Klik daarna op Volgende.
4
Volg de instructies in het installatievenster.
U kunt de softwaretoepassingen selecteren in het venster Selecteer de
te installeren software en hulpprogramma's.
32
1. Inleiding
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
15
Windows
1
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma's > Samsung Printers > Samsung-
printersoftware deïnstalleren.
2
Volg de instructies in het installatievenster.
3
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 31).
2.Menuoverzicht en
basisinstellingen
Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
•Menuoverzicht34
•De standaardinstellingen van het apparaat40
•Afdrukmateriaal en lade42
•Eenvoudige afdruktaken54
•Normaal kopiëren60
•Basisfuncties voor scannen65
•Basisfuncties voor faxen67
•Een USB-geheugenapparaat gebruiken72
34
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
•De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 216).
1
Toegang tot het menu
1
Selecteer de knop Faxen, Kopiëren of Scannen op het bedieningspaneel, afhankelijk van de functie die u wilt gebruiken.
2
Selecteer (Menu) tot het gewenste menu op de onderste regel van het display wordt weergegeven en druk op OK.
3
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
4
Herhaal stap 3 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
5
Druk op OK om de selectie op te slaan.
6
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Menuoverzicht
35
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Faxfunctie
a
a. Alleen C46xFW.
Faxinstel.
a
Tonersterkte
Normaal
Donker+1- Donker+5
Licht+5- Licht+1
Resolutie
Standaard
Fijn
Superfijn
Fotofax
Formaat orig.
Meerdere verz.
Uitgest. verz.
Prior. verz.
Naar ander nr.
Doorst. nr fax
Ontv. doorst.
Doorst. nr fax
Doorst. nr pc
Fax
Veilige ontv.
Uit
Aan
Afdrukken
Pag. toevoegen
Taak annuleren
Verzending
Aant. kiespog.
Opn. kiezen na
Kenget. kiezen
ECM-modus
Faxbevestiging
TCR voor afb.
Kiesmodus
b
Ontvangst
Ontvangstmodus
Opn. na bels.
Ontv.g. stemp.
Startc. ontv.
Aut. verklein.
Grootte neger.
Inst. ong. fax
DRPD-modus
b
b. Deze optie is niet in alle landen beschikbaar.
St.inst. wijz.
Resolutie
Tonersterkte
Formaat orig.
Autom. rapport
Aan
Uit
Handmatig V/O
Aan
Uit
Menuoverzicht
36
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
KopieerfunctieKopieerinstel.
Formaat orig.
Verkl./vergr.
Tonersterkte
Normaal
Donker+1- Donker+5
Licht+5- Licht+1
Oorspr. type
Tekst/Foto
Foto
Magazine
Tekst
Lay-out
Normaal
2 pagina's/vel
4 pagina's/vel
ID kopie
Achtergrondkl.
Uit
Auto
Versterk.nv.1
Versterk.nv.2
Vervag.niv. 1 - Vervag.niv. 4
St.inst. wijz.
Formaat orig.
Exemplaren
Kopieen sort.
Verkl./vergr.
Tonersterkte
Oorspr. type
Achtergrondkl.
Menuoverzicht
37
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
ScanfunctieScaninstel.Afdrukinst.
USB-functie
Formaat orig.
Oorspr. type
Resolutie
Kleurmodus
Bestandsind.
Tonersterkte
St.inst. wijz.
USB-standaard
Afdrukstand
Staand
Liggend
Exemplaren
[1 - 999]
Resolutie
Normaal
Beste
Invanging
Uit
Normaal
Maximum
Documenttype
Standaard
Foto
Biz-afbeelding
CAD
Webpagina
Venster
Versterken
Gedetailleerd
Normaal
Duid. Tekst
Uit
Minimum
Normaal
Maximum
Auto CR
LF
Regelinvoer (LF) +
regelterugloop (CR)
Emulatie
Type emulatie
Instellingen
Menuoverzicht
38
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Systeeminst.
Apparaatinst.
Apparaat-id
a
Faxnummer
a
Datum en tijd
a
Klokmodus
a
Taal
Energ.spaarst.
Autom. uitsch.
b
Ontw.gebeurt.
Time-out syst.
Time-out taak
Luchtdrukcorr.
Vochtigheid
Aut. doorgaan
Verv. papier
Lege pg. afdr.
Eco-instel.
a. Alleen C46xFW.
b. Alleen C46xW.
Papierinstel.
Papierformaat
Type papier
Marge
Geluid/Volume
a
Toetsgeluid
Waarsch.geluid
Luidspreker
Belsignaal
Rapport
Configuratie
Info verb.art.
Demopagina
Adresboek
a
Faxbevestiging
a
Fax verzonden
a
Fax ontvangen
a
Geplande taken
a
Ongewenste fax
a
Netwerkconf.
Gebruiksteller
Faxopties
a
Onderhoud
Toner Op wis.
c
Gebruiksduur
Beeldmgr.
Aangep. kleur
Geluidsaanp.
Serienummer
Ws tr bijna op
c.Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette nog een kleine hoeveelheid toner bevat.
Menuoverzicht
39
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Netwerk
TCP/IP (IPv4)
DHCP
BOOTP
Statisch
TCP/IP (IPv6)
IPv6 activeren
DHCPv6 config
Ethernet-snel.
Onmiddellijk
10 Mbps Half
10 Mbps Full
100 Mbps Half
100 Mbps Full
Draadloos
Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi Direct
WPS-inst.
WLAN-inst.
a
WLAN Standaard
WLAN-signaal
Instel. wissen
Netwerkconf.
Protocolmgr.
Netwerk activeren
Http Activate
WINS
SNMP V1/V2
UPnP(SSDP)
MDNS
SetIP
SLP
a. Alleen C46xFW.
40
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
De standaardinstellingen van het apparaat
•U kunt de apparaatinstellingen instellen door de
Apparaatinstellingen te gebruiken in het programma Samsung
Easy Printer Manager.
-Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via
Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus
Geef het gewenste kopieerformaat op met het numerieke
toetsenblok.
4
Druk op OK om de selectie op te slaan.
5
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Als u een verkleinde kopie maakt, kunnen er onderaan op de kopie
zwarte lijnen verschijnen.
16
Identiteitskaarten kopiëren
Uw apparaat kan dubbelzijdige originelen afdrukken op één vel.
Hierbij wordt één zijde van het origineel op de bovenste helft van het vel
papier afgedrukt en de andere zijde op de onderste helft zonder dat het
origineel daarbij wordt verkleind. Deze functie is handig voor het kopiëren
van kleine documenten zoals visitekaartjes.
•Voor deze functie moet het origineel op de glasplaat van de scanner worden
geplaatst.
•Als het apparaat is ingesteld op Eco-modus is deze functie niet beschikbaar.
Afhankelijk van het model kan de gebruiksprocedure verschillen.
1
Druk op ID Copy op het bedieningspaneel.
2
Plaats een origineel op de glasplaat met de voorzijde naar onder zoals
aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner.
Normaal kopiëren
64
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
3
Plaats voorzijdeen druk [Start] verschijnt op het scherm.
4
Druk op (Start).
Het apparaat begint de voorzijde te scannen. Op het scherm
verschijnt Plaats achterz.en druk [Start].
5
Keer het origineel om en leg het op de glasplaat zoals wordt
aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de
scanner.
6
Druk op de knop (Start).
•Als u niet op (Start) drukt, wordt alleen de voorzijde gekopieerd.
•Als het origineel groter is dan het afdrukgebied, worden sommige
gedeelten mogelijk niet afgedrukt.
65
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Basisfuncties voor scannen
Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie
"Scanfuncties" op pagina 258), voor speciale scanfuncties.
17
Basisfuncties voor scannen
Dit is de normale en gebruikelijke procedure voor het scannen van
originelen.
Dit is een basisscanmethode voor een apparaat dat via USB is verbonden.
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
•Als u wilt scannen via het netwerk, raadpleegt u de handleiding
Geavanceerd (zie "Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten
op een netwerk" op pagina 259).
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
2
Alleen C46xFW: Selecteer (scannen) > Naar pc scan. > Lokale
comp. op het bedieningspaneel.
OF
Alleen C46xW: Druk op Scan to > Naar pc scan. > Lokale comp.
op het bedieningspaneel.
IAls u de Niet beschikbaar boodschap ziet, controleer dan de
poortverbinding of selecteert Scannen vanaf paneel op apparaat
inschakelen in Samsung Easy Printer Manager > Schakel over
naar geavanceerde modus > Instellingen voor scannen naar pc.
3
Selecteer de gewenste scanbestemming en druk op OK.
De standaardinstelling is Mijn docum..
Basisfuncties voor scannen
66
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
•U kunt een profiellijst met veelgebruikte instellingen aanmaken en
opslaan. U kunt ook profielen toevoegen en verwijderen, en profielen
opslaan naar verschillende paden.
•Voor het aanpassen van deSamsung Easy Printer Manager >
Geavanceerde modus inschakelen > Instellingen voor
scannen naar pc.
4
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
5
Het apparaat begint te scannen.
De gescande afbeelding wordt opgeslagen op de computer in
C:\Gebruikers\gebruikersnaam\Mijn documenten. De opslagmap
kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte
programma.
67
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Basisfuncties voor faxen
•Alleen C46xFW.
•Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie
"Faxfuncties" op pagina 268), voor speciale faxfuncties.
•U kunt dit apparaat niet als faxapparaat gebruiken via een
internettelefoon. Raadpleeg uw internetprovider voor meer
informatie.
•Wij raden het gebruik van traditionele analoge telefoondiensten
(PSTN: Public Switched Telephone Network) wanneer u
telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken. Als u andere
internetdiensten (DSL, ISDN, VolP) gebruikt, kunt u de kwaliteit van
de verbinding verbeteren door gebruik te maken van een microfilter.
Een microfilter elimineert ruissignalen en verbetert de kwaliteit van
de netwerk/internetverbinding. Aangezien er geen DSL-microfilter
met het apparaat wordt meegeleverd, neemt u best contact op met
uw internetprovider als u er gebruik van wilt maken.
1Lijnpoort
2Microfilter
3DSL-modem / telefoonlijn
(zie "Achterkant" op pagina 24).
18
Voorbereiden om te faxen
Voordat u een fax kunt verzenden of ontvangen moet u het meegeleverde
telefoonsnoer aansluiten op een telefoonaansluiting in de wand (zie
"Achterkant" op pagina 24). Raadpleeg de Beknopte installatiehandleiding
voor informatie over de aansluiting. Het maken van een telefoonverbinding
verschilt van land tot land.
19
Een fax verzenden
U kunt originelen op de glasplaat van de scanner of in de ADI plaatsen.
Als er zich zowel originelen in de ADI als op de glasplaat van de
scanner bevinden, worden de originelen in de ADI eerst gelezen omdat
de ADI een hogere prioriteit heeft bij het scannen.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
2
Selecteer (faxen) op het bedieningspaneel.
3
Stel de gewenste resolutie en helderheid in voor uw fax (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 70).
Basisfuncties voor faxen
68
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
4
Voer het faxnummer van de ontvanger in (zie "Letters en cijfers op
het toetsenblok" op pagina 240).
5
Druk op (Start) op het bedieningspaneel. Het document wordt
gescand en naar de bestemmingen gefaxt.
•Met Samsung Network PC Fax kunt u de fax rechtstreeks vanaf uw
computer verzenden (zie "Een fax met uw computer verzenden" op
pagina 269).
•Als u een faxtaak wilt annuleren, drukt u op (Stop/Clear) voordat
het apparaat begint met verzenden.
•Als u een fax verzendt vanaf de glasplaat van de scanner, verschijnt
er een bericht waarin u wordt gevraagd een volgende pagina in te
voeren.
Een fax handmatig verzenden
Voer de volgende stappen uit om een fax te verzenden met (On Hook
Dial) op het configuratiescherm.
Als uw apparaat over een hoorn beschikt, kunt u een fax verzenden met
de hoorn (zie "Verschillende functies" op pagina 11).
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
2
Selecteer (faxen) op het bedieningspaneel.
3
Stel de gewenste resolutie en helderheid in voor uw fax (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 70).
4
Druk op (On Hook Dial) op het bedieningspaneel of neem de
hoorn van de haak.
5
Voer een faxnummer in met behulp van het numeriek toetsenblok op
het bedieningspaneel.
6
Druk op (Start) op het bedieningspaneel zodra u een hoge
faxtoon hoort van het ontvangende faxapparaat.
Basisfuncties voor faxen
69
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Groepsverzending (faxen naar meerdere
bestemmingen verzenden)
Met de functie Groepsverzending kunt u een fax naar meerdere
bestemmingen verzenden. Uw documenten worden automatisch in het
geheugen opgeslagen en naar een extern faxapparaat verzonden. Na
verzending worden de originelen automatisch uit het geheugen gewist.
U kunt geen faxen verzenden met deze functie wanneer u hebt
gekozen voor superfijn of wanneer de fax in kleur is.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
2
Selecteer (faxen) op het bedieningspaneel.
3
Stel de gewenste resolutie en helderheid in voor uw fax (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 70).
4
Selecteer (Menu) > Faxfunctie > Meerdere verz. op het
bedieningspaneel.
5
Voer het nummer van het eerste ontvangende faxapparaat in en
druk op OK.
U kunt snelkiesnummers oproepen of een groepskiesnummer
selecteren met de knop (Address Book).
6
Voer het tweede faxnummer in en druk op OK.
U wordt gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het
document wilt verzenden in te voeren.
7
Als u meerdere faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK wanneer
Ja oplicht, en herhaalt u stap 5 en 6.
•U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven.
•Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen ander
groepskiesnummer invoeren.
8
Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, selecteert u Nee
op de vraag Nog een nummer? en drukt u op OK.
Het apparaat verzendt de fax naar de verschillende nummers in de
volgorde waarin u ze hebt ingevoerd.
Een rapport word afgedrukt na het uitvoeren van Meerdere
verzenden.
Basisfuncties voor faxen
70
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
20
Een fax ontvangen
Uw apparaat is standaard ingesteld op faxmodus. Als u een fax ontvangt,
beantwoordt het apparaat de oproep na een opgegeven aantal belsignalen
en wordt de fax automatisch ontvangen.
21
De documentinstellingen aanpassen
Voordat u een fax verstuurt, wijzigt u de volgende instellingen
overeenkomstig de eigenschappen van het origineel voor een optimaal
resultaat.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
Resolutie
De standaard documentinstellingen leveren goede resultaten voor een
normaal tekstdocument. Als u echter originelen verstuurt die foto’s bevatten
of van een slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen om een fax
van een betere kwaliteit te versturen.
1
Selecteer (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Resolutie op het
bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•Standaard: originelen met tekens van normale grootte.
•Fijn: originelen met kleine tekens of dunne lijnen, of originelen
die met een matrixprinter zijn afgedrukt.
•Superfijn: originelen met zeer kleine details. De modus
Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het apparaat waarmee
u communiceert deze resolutie ondersteunt.
•Verzenden vanuit het geheugen is niet mogelijk in de modus
Superfijn
. De
resolutie-instelling wordt automatisch gewijzigd in
Fijn
.
•Als het apparaat ingesteld is op de resolutie
Superfijn
, maar het
ontvangende faxapparaat de resolutie
Superfijn
niet ondersteunt, wordt de
fax verzonden in de hoogste resolutie die het ontvangende faxapparaat
ondersteunt.
•Fotofax: originelen met grijstinten of foto's.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Basisfuncties voor faxen
71
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Tonersterkte
U kunt de helderheid van het originele document selecteren.
De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak. Voor het
aanpassen van de standaardinstellingen (zie"Faxen" op pagina 223).
1
Selecteer (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Tonersterkte op
het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste tonerinstelling.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
72
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen
met uw apparaat kunt gebruiken.
22
Over USB-geheugen
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende
geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van
documenten, presentaties, gedownloade muziek en video’s,
hogeresolutieafbeeldingen en alle andere bestanden die u wilt opslaan of
verplaatsen.
U kunt het volgende doen met uw apparaat en een USB-
geheugenapparaat.
•documenten scannen en op een USB-geheugenapparaat opslaan
•afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
•back-upbestanden terugzetten in het geheugen van het apparaat
•het USB-geheugenapparaat formatteren
•de beschikbare geheugenruimte controleren
23
Een USB-geheugenapparaat aansluiten
Til het deksel van de scanner iets op en plaats het USB-geheugenapparaat
in de USB-geheugenpoort. Sluit het deksel van de scanner weer voordat u
het apparaat gebruikt.
De USB-geheugenpoort op de voorkant van uw apparaat ondersteunt USB
V1.1- en USB V2.0-geheugenapparaten. Op uw apparaat worden USB-
geheugenapparaten met FAT16/FAT32 en sectoren van 512 bytes
ondersteund.
Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw
leverancier.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
73
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
U mag alleen een geautoriseerd USB-opslagapparaat met een A
plugverbinding gebruiken.
Gebruik alleen een metalen en afgeschermd USB-geheugenapparaat.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat compatibel is, anders
wordt het mogelijk niet herkend.
•Verwijder het USB-geheugenapparaat niet terwijl het apparaat actief
is of bezig is met lezen van of schrijven naar het USB-geheugen.
Schade veroorzaakt door onjuist gebruik valt niet onder de garantie.
•Als uw USB-geheugenapparaat bepaalde functies heeft, zoals
beveiligings- en wachtwoordinstellingen, kan uw apparaat het
mogelijk niet automatisch detecteren. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding van het USB-geheugenapparaat voor meer
informatie over deze functies.
24
Scannen naar een USB-geheugenapparaat
•Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang
tot het menu" op pagina 34)
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
U kunt een document scannen en de gescande afbeelding op een USB-
geheugenapparaat opslaan.
Scannen
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
3
Selecteer (scannen) > Naar USB scannen > OK op het
bedieningsscherm.
Het apparaat start met scannen.
AB
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
74
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Als u meerdere pagina's wilt scannen, selecteert u Yes wanneer Another
Page? Yes/No wordt weergegeven. Na het scannen kunt u het USB-
geheugenapparaat uit het apparaat verwijderen.
Aangepast scannen naar USB
U kunt het formaat, de grootte en de kleurenmodus van afbeeldingen
instellen telkens als u ze naar een USB-geheugenapparaat scant.
1
Selecteer (scannen) > (Menu) > Scanfunctie > USB-
functie op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie.
•Formaat orig.: Hiermee stelt u de grootte van de afbeelding in.
•Type origineel: Stelt de originele documenten in.
•Resolutie: Hiermee stelt u de afbeeldingsresolutie in.
•Kleurmodus: Hiermee stelt u de kleurenmodus in. Als u in deze
optie Mono selecteert, kunt u JPEG niet selecteren in
Bestandsindeling.
•Bestandsindeling: Hiermee stelt u de bestandsindeling in
waarin de afbeelding moet worden opgeslagen. Als u JPEG
selecteert in deze optie, kunt u Mono niet selecteren in
Kleurenmodus.
•Tonersterkte: Hiermee stelt u het helderheidsniveau voor het
scannen van een origineel in.
3
Selecteer de gewenste status en druk op OK.
4
Herhaal stappen 2 en 3 om andere opties in te stellen.
5
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
U kunt de standaardscaninstellingen wijzigen. Raadpleeg de handleiding
Geavanceerd.
25
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken.
Bestanden ondersteund door de optie voor direct afdrukken.
•PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
Als u PRN-bestanden afdrukt die op een ander apparaat zijn gemaakt,
zal de afdruk verschillen.
•TIFF: TIFF 6.0 Baseline
•JPEG: JPEG Baseline
•PDF: PDF 1.7 of een lagere versie
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
75
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Om een document af te drukken vanaf een USB-
geheugenapparaat
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
op uw apparaat en druk vervolgens op Direct USB.
2
Selecteer Via USB afdrukken.
3
Selecteer de map of bestand dat u wenst en druk op OK.
Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
4
Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken of geef een
getal op.
5
Druk op OK, Start ofAfdrukk.om te beginnen met het afdrukken van
het geselecteerde bestand.
Nadat het bestand is afgedrukt wordt u op het display gevraagd of u
nog iets wilt afdrukken.
6
Druk op OK wanneer Ja verschijnt voor een andere afdruktaak en
herhaal de procedure vanaf stap 2.
Of druk op de pijl-links/rechts om Nee te selecteren en vervolgens
op OK.
7
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
26
USB-geheugen beheren
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor een of
allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te formatteren.
Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt
verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze
niet meer nodig hebt.
Een afbeeldingsbestand verwijderen
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
op uw apparaat en druk vervolgens op Direct USB.
2
Selecteer Bestandsbeheer > Verwijderen en druk op OK.
3
Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen en druk op OK.
4
Selecteer Ja.
5
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
76
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
USB-geheugenapparaat formatteren
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
op uw apparaat en druk vervolgens op Direct USB.
2
Selecteer Bestandsbeheer > Indeling en druk op OK.
3
Selecteer Ja.
4
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
De USB-geheugenstatus weergeven
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het
scannen en opslaan van documenten.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
op uw apparaat en druk vervolgens op Direct USB.
2
Selecteer Contr. of er ruimte is.
3
Op het scherm wordt de beschikbare geheugenruimte
weergegeven.
4
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3.Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van
uw apparaat kunt aankopen.
•Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen78
•Beschikbare verbruiksartikelen79
•Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud80
•De tonercassette bewaren81
•Toner herverdelen83
•De tonercassette vervangen85
•De cassette voor gebruikte toner vervangen87
•De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren91
•Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"92
•Het apparaat reinigen93
•Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
apparaat97
78
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en
onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer
of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de
klantenservice.
79
3. Onderhoud
Beschikbare verbruiksartikelen
Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen:
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere verbruiksartikelen
zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-
originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan
die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
Type
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19798. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Benaming van onderdeel
Tonercassette•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een zwarte tonercassette: Ong. 1.500
standaardpagina’s (Zwart)
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een kleurentonercassette: Ong. 1.000
standaardpagina’s (Geel/Magenta/Cyaan)
•K406 (CLT-K406S): Zwart
•C406 (CLT-C406S): Cyaan
•M406 (CLT-M406S): Magenta
•Y406 (CLT-Y406S): Geel
Beeldeenheid
Ong. 16.000 afbeeldingen
b
b.Aantal afbeeldingen op basis van één kleur op elke pagina. Als u documenten afdrukt in vier kleuren (cyaan, magenta, geel, zwart), neemt de gebruiksduur van dit artikel met 25% af.
CLT-R406
Opvangbak voor
gebruikte toner
Ong. 7.000 afbeeldingen
b
CLT-W406
80
3. Onderhoud
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door
een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de
gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Onderhoudsonderdelen worden op gezette tijdstippen vervangen om te verhinderen dat de afdrukkwaliteit verslechtert en er papierinvoerstoringen
optreden als gevolg van versleten onderdelen (zie onderstaande tabel). Uw apparaat moet op elk moment perfect functioneren. De te vervangen
onderdelen moeten worden vervangen wanneer de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken.
Onderdelen
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de
afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
fixeereenheidOng.20.000 zwarte pagina's of 5.000 kleurenpagina's
TransportrolOng. 20.000 pagina's
InvoerrolOng. 20.000 pagina's
OpneemrolOng. 20.000 pagina's
Transportriem (ITB)Ong. 20.000 pagina's voor de zwart-witmodus of 5.000 pagina's voor de kleurenmodus
ADF-invoerrol
b
b. Alleen C46xFW.
Ong. 20.000 pagina's
ADF-rubbermat
b
Ong. 20.000 pagina's
81
3. Onderhoud
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te
volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de
langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt; Idealiter
in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de
tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het
moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking
ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik
neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk
verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande
procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te
bewaren.
•Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
•Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven
als bij de installatie.
•Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
-Temperaturen boven 40°C (104°F).
-In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
-In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
-In direct zon- of kunstlicht.
-Op stoffige plaatsen.
-In een auto gedurende een lange periode.
-In een omgeving met corrosieve dampen.
-In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
•Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
2
Gebruik tonercassette
Samsung Electronics raadt het gebruik van andere tonercassettes dan van
Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde
tonercassettes of tonercassettes van witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat
die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette,
gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan
Samsung.
De tonercassette bewaren
82
3. Onderhoud
3
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan
variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u
afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette
waarschijnlijk vaker worden vervangen.
83
3. Onderhoud
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
•Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
•knippert de Status-LED rood. Er verschijnt mogelijk een bericht op het scherm dat aangeeft dat de toner bijna op is.
•Het Samsung-printerstatus-programmavenster verschijnt op het computerscherm om aan te geven welke kleurentonercassette bijna leeg is (zie
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 291).
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen
of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
•Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
•Doorgaan met afdrukken wanneer u de melding over een lege tonercassette hebt gehad, kan leiden tot ernstige schade aan uw apparaat.
Toner herverdelen
84
3. Onderhoud
85
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
•Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
•Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
•Doorgaan met afdrukken wanneer u de melding over een lege tonercassette hebt gehad, kan leiden tot ernstige schade aan uw apparaat.
Als een tonercassette het einde van de levensduur bereikt heeft, wordt het venster Afdrukstatus weergegeven op de computer, waarin wordt aangegeven
dat er een tonercassette moet worden geplaatst.
De tonercassette vervangen
86
3. Onderhoud
87
3. Onderhoud
De cassette voor gebruikte toner vervangen
Als de cassette voor gebruikte toner versleten is, verschijnt er een bericht op het display van het bedieningspaneel om aan te geven dat de cassette voor
gebruikte toner vervangen moet worden. Controleer de cassette voor gebruikte toner van uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 79).
Voor informatie over het installeren van de cassette voor gebruikte toner raadpleegt u de installatiehandleiding voor de cassette voor gebruikte toner, die
is meegeleverd in het pakket.
•Er kunnen tonerdeeltjes loskomen in het apparaat maar dit betekent niet dat het apparaat beschadigd is. Neem contact op met de klantenservice als
er zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen.
•Als u de cassette voor gebruikte toner uit het apparaat haalt, beweegt u deze voorzichtig en laat u deze niet vallen.
•Plaats de cassette voor gebruikte toner op een horizontaal oppervlak, zodat de toner niet uit de cassette kan lekken.
Draai de cassette voor gebruikte toner niet om en houd deze niet schuin.
De cassette voor gebruikte toner vervangen
88
3. Onderhoud
89
3. Onderhoud
De beeldeenheid vervangen
Wanneer de beeldeenheid is versleten, verschijnt het venster Afdrukstatus op het computerscherm, waarin wordt aangegeven dat de beeldeenheid moet
worden vervangen. Anders stopt het apparaat met afdrukken.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of schaar, om de beeldeenheid uit de verpakking te halen. U zou het oppervlak van de beeldeenheid
kunnen beschadigen.
•Let erop dat u geen krassen maakt op het oppervlak van de beeldeenheid.
•Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten bloot aan licht, om schade te voorkomen. Bedek de tonercassette indien nodig met een stuk papier
om ze te beschermen.
•Controleer voordat u de voorklep sluit of alle tonercassettes goed zijn geplaatst.
De beeldeenheid vervangen
90
3. Onderhoud
91
3. Onderhoud
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of
gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
1
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Gebruiksduur op het bedieningsscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•Totaal: toont het totaal aantal afgedrukte pagina's.
•ADI-scan: toont het aantal pagina's dat is afgedrukt via de automatische documentinvoer.
•Scan. via glas: toont het aantal pagina's dat is gescand via de glasplaat.
•Info verb.art.: drukt een pagina af met de gegevens van verbruiksartikelen.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
92
3. Onderhoud
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen
of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
•U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager.
-Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus activeren) >
Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 288).
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
1
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Ws tr bijna op op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie.
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
93
3. Onderhoud
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen.
•Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
•Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water
bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
4
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen
water op of in het apparaat terechtkomt.
Het apparaat reinigen
94
3. Onderhoud
5
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
•Om schade aan de beeldeenheid te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de beeldeenheid niet aan. Neem de beeldeenheid vast bij de handgreep zodat u de onderkant niet hoeft aan te raken.
•Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
•Gebruik een niet-pluizende doek om het apparaat te reinigen.
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
Het apparaat reinigen
95
3. Onderhoud
1
2
1
2
Het apparaat reinigen
96
3. Onderhoud
6
Scannereenheid reinigen
Houd de scannereenheid goed schoon. Dat komt de kwaliteit van de
kopieën ten goede. Wij raden u aan de scannereenheid aan het begin van
elke dag te reinigen en dit zo nodig in de loop van de dag te herhalen.
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-
schakelaar heeft, zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het
apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van
de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op
pagina 22).
1
Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of een velletje keukenrol
met een beetje water.
2
Til het deksel van de scanner op.
3
Veeg de glasplaat van de scanner schoon en droog.
1Witte strook
2Glasplaat van de documentinvoer
3Wit blad
4Scannerdeksel
5Glasplaat van de scanner
4
Sluit het deksel van de scanner.
2
3
4
1
5
97
3. Onderhoud
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
•U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er
schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
•Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
4.Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
•Tips om papierstoringen te voorkomen99
•Vastgelopen originelen verwijderen100
•Papierstoringen verhelpen105
•Informatie over de status-LED110
•Informatie over displaymeldingen113
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem
optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om
de fout op te lossen. Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden,
kijkt u in het hoofdstuk Problemen oplossen in de handleiding Handleiding Geavanceerd
(zie "Problemen oplossen" op pagina 297). Als u geen oplossing kunt vinden in de
Gebruikershandleiding of als het probleem blijft optreden, kunt u met de klantenservice
bellen.
99
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te
voorkomen:
•Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 42).
•Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
•Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
•Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
•Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
•Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 124).
100
4. Problemen oplossen
Vastgelopen originelen verwijderen
Als een origineel vastloopt in de ADI verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
Gebruik de glasplaat van de scanner voor originelen van dik, dun of gemengd papier om papierstoringen te voorkomen.
Vastgelopen originelen verwijderen
101
4. Problemen oplossen
1
Er is een origineel vastgelopen vóór de scanner
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 11).
Vastgelopen originelen verwijderen
102
4. Problemen oplossen
2
Het origineel is in de scanner vastgelopen
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 11).
Vastgelopen originelen verwijderen
103
4. Problemen oplossen
Vastgelopen originelen verwijderen
104
4. Problemen oplossen
3
Het origineel is vastgelopen in het uitvoergebied van de scanner
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Voorkant" op pagina 22).
1
Verwijder alle resterende pagina's uit de ADI.
2
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de ADI.
105
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
4
In de papierlade
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
Papierstoringen verhelpen
106
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
107
4. Problemen oplossen
5
Binnenin het apparaat
•Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
Papierstoringen verhelpen
108
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
109
4. Problemen oplossen
6
In het uitvoergebied
•Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
110
4. Problemen oplossen
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
•Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25).
•Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 113).
•U kunt de fout ook oplossen met behulp de richtlijnen uit het Samsung-printerstatus venster van de computer (zie "Samsung-printerstatus gebruiken"
op pagina 291).
•Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
Informatie over de status-LED
111
4. Problemen oplossen
LEDStatusOmschrijving
Status
UitHet apparaat is offline.
Groen
KnippertAls het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens.
Aan•Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Rood
Knippert
•Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht
op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
•De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassette
a
van de tonercassette is bijna
bereikt. Houd een nieuwe cassette klaar ter vervanging van de oude cassette. U kunt de afdrukkwaliteit
tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 83).
b
Aan
•De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te
vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 85).
•De klep is geopend. Sluit de klep.
•De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade.
•Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie
over displaymeldingen" op pagina 113).
•Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 105).
Wireless
b
Blauw
KnippertHet apparaat maakt verbinding met een draadloos netwerk.
Aan
Het apparaat maakt verbinding met een draadloos netwerk (zie "Draadloos netwerk instellen" op pagina
170).
UitDe verbinding tussen het apparaat en het draadloze netwerk is verbroken.
Power/Wakeup ()
Blauw
AanHet apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
UitHet apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld.
Informatie over de status-LED
112
4. Problemen oplossen
EcoGroen
AanEco-modus is ingeschakeld.
De standaardinstelling in de eco-modus is 2 op 1 vel en tonerbesparing.
UitEco-modus is uitgeschakeld.
Scan to
b
Groen
AanEco-modus is ingeschakeld.
De standaardinstelling in de eco-modus is 2 op 1 vel en tonerbesparing.
UitEco-modus is uitgeschakeld.
a.De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden
gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19798. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van de afbeelding, de tijd tussen
afdruktaken, media en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
b. Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25).
LEDStatusOmschrijving
113
4. Problemen oplossen
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de
status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande
tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het
probleem.
•Deze functie wordt niet ondersteund op apparaten met een
bedieningspaneel met display. U kunt de fout oplossen met behulp
van de tips in het venster Afdrukstatus op de computer (zie
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 291).
•Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit
en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen.
•Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het
bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de
klantenservice.
•Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige
meldingen mogelijk niet op het display.
•[foutnummer] geeft het foutnummer aan.
•[ladenummer] geeft het ladenummer aan.
•[media type] toont het mediatype.
•[media size] toont de mediagrootte.
•[kleur] geeft de kleur van de toner aan.
7
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen
papier
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Verw. vastgel.
doc.
Het geplaatste origineel is
vastgelopen in de
documentinvoer.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "Vastgelopen
originelen verwijderen" op
pagina 100).
Storing of leeg
Open/sluit deur
•Er is papier vastgelopen
bij de papierinvoer.
•De lade is leeg.
•Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"In de papierlade" op
pagina 105).
•Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 43).
Pap.st.
in app.
Er is papier vastgelopen in
het apparaat.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "Binnenin het
apparaat" op pagina 107).
Papierst. in
[ladetype]
Papier is vastgelopen in de
lade.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie
"Papierstoringen
verhelpen" op pagina 105).
Informatie over displaymeldingen
114
4. Problemen oplossen
8
Meldingen over de tonercassette
Pap.st.
in uitv.gebied
Er is papier vastgelopen bij
de uitgang.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "In het
uitvoergebied" op pagina
109).
Papier op in
[ladetype]
De lade is leeg.Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 43).
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
•Tonercassette
•Plaats
tonercassette
Er is geen tonercassette
geplaatst.
Plaats een
tonercassette.
• TC niet
niet origineel
• TC niet
comp.
De tonercassette is niet
geschikt voor uw apparaat.
Vervang de betreffende
tonercassette door een
originele cassette van
Samsung.
Toner [kleur]
Geen originele
De tonercassette is geen
originele tonercassette van
Samsung.
Vervang de betreffende
tonercassette door een
originele cassette van
Samsung.
•Ber. toner voor
•Bereid nieuwe
cass. voor
De tonercassette bevat nog
een kleine hoeveelheid
toner. De tonercassette
heeft de geschatte
levensduur bijna bereikt.
Houd een nieuwe
cassette gereed om de
oude cassette te
vervangen. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk
verhogen door de toner
te herverdelen (zie
"Toner herverdelen" op
pagina 83).
Informatie over displaymeldingen
115
4. Problemen oplossen
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gerecyclede cassettes) af. Samsung kan de kwaliteit
van niet-originele Samsung-tonercassettes immers niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung worden niet gedekt
door de garantie van het apparaat.
•Vervangtoner
•Plaatsnieuwe
cass.
De aangegeven
tonercassette is bijna aan
het einde van de geschatte
levensduur.
a
•U kunt kiezen tussen
Stop
of
Doorgaan
, zoals
weergegeven op het
bedieningspaneel. Als u
Stoppen
selecteert, stopt
de printer met afdrukken
en kunt u niet meer
afdrukken zolang u de
cassette niet hebt
vervangen. Als u
Doorgaan
kiest, gaat de
printer door met
afdrukken maar kan de
afdrukkwaliteit niet
worden gegarandeerd.
Het apparaat kan immers
beschadigd raken.
•Als u van een optimale
afdrukkwaliteit wilt blijven
genieten, dient u de
tonercassette te
vervangen wanneer dit
bericht verschijnt. Als u de
cassette verder blijft
gebruiken kunnen er
problemen optreden met
de afdrukkwaliteit (zie "De
tonercassette vervangen"
op pagina 85).
De aangegeven tonercassette is
aan het einde van de geschatte
levensduur.
a
Het apparaat stopt
mogelijk met afdrukken.
Vervang de tonercassette
(zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 85).
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte
gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er met de cassette
gemiddeld kunnen worden gemaakt conform ISO/IEC 19798 (zie "Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina 79). Het aantal pagina’s kan afhankelijk zijn van de
omgevingsomstandigheden, het percentage afbeeldingen, de tijd tussen de afdruktaken,
media en het mediaformaat. Het is mogelijk dat de cassette nog wat toner bevat wanneer
de desbetreffende melding verschijnt en de printer stopt met afdrukken.
Informatie over displaymeldingen
116
4. Problemen oplossen
9
Meldingen over de papierlade
10
Meldingen over het netwerk
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
Storing of leeg
Open/sluit deur
•Er is papier vastgelopen
bij de papierinvoer.
•De lade is leeg.
•Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In de papierlade"
op pagina 105).
•Plaats papier in de
lade (zie "Papier in de
lade plaatsen" op
pagina 43).
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
Netw.probl.:
IP-conflict
Het door u ingestelde IP-
adres wordt al door
iemand anders gebruikt.
Controleer het IP-adres
en stel het zo nodig
opnieuw in (zie "Een
netwerkconfiguratierapp
ort afdrukken" op pagina
157).
Draadloos
netwerk
Draadloze module is niet
geïnstalleerd.
Start het apparaat
opnieuw op en probeer
nogmaals af te drukken.
Als het probleem zich
blijft voordoen, neem
dan contact op met een
servicecentrum.
•BOOTP-probl.:
Aut. IP uitv.
•DHCP-probl.:
Aut. IP uitv.
Er is een probleem met het
netwerk.
Wijzig de automatische
IP.
Informatie over displaymeldingen
117
4. Problemen oplossen
11
Div. meldingen
•BOOTP-probl.:
Herconf. DHCP
•DHCP-probl.:
Herconf. DHCP
De toewijzing van het IP-
adres is mislukt. Dit
gebeurt wanneer
Automatisch IP voor
BOOTP/DHCP is ingesteld
in SyncThru™ Web
Service.
Wijzig de methode voor
toewijzing van het IP-
adres in DHCP/BOOTP
of Statisch. Als u deze
optie niet wijzigt, blijft de
BOOTP/DHCP-server
vragen het IP-adres toe
te wijzen.
802.1x
netwerkfout
Verificatie mislukt.Controleer het
netwerkverificatieprotoc
ol. Neem contact op met
uw netwerkbeheerder
als dit probleem zich
blijft voordoen.
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
Aanp.
kleurreg.
Het apparaat is de
kleurregistratie aan het
aanpassen.
Een ogenblik geduld.
Kalibreren
van BDH.
Het apparaat is de
afbeeldingsdichtheid aan
het kalibreren.
Een ogenblik geduld.
Klep open
Sluit klep
De klep is niet goed
gesloten.
Sluit de klep goed.
Deze moet vastklikken.
Scannereenheid
open
of Storing in het
uitvoergebied
De scanner is niet goed
gesloten. Er is papier
vastgelopen in het
papieruitvoergebied.
•Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "Vastgelopen
originelen
verwijderen" op
pagina 100).
•Sluit de klep goed.
Deze moet
vastklikken.
Klep van scanner
staat open.
De klep van de scanner is
niet goed gesloten.
Sluit de klep goed.
Deze moet vastklikken.
Informatie over displaymeldingen
118
4. Problemen oplossen
fuser[foutnummer]
Installeren [kleur]
toner
De aangegeven
tonercassette is niet juist
geplaatst of de aansluiting
is vies.
Installeer de
tonercassette van
Samsung twee of drie
keer om er zeker van te
zijn dat deze juist is
geplaatst. Of reinig de
connector. Als het
probleem aanhoudt
moet u contact
opnemen met de
servicevertegenwoordig
er.
fuser[foutnummer]
Zet uit en aan
Het apparaat kan niet
bestuurd worden.
Start het apparaat
opnieuw op en probeer
nogmaals af te drukken.
Als het probleem zich
blijft voordoen, neem
dan contact op met een
servicecentrum.
fuser[foutnummer]
Cont. klantend.
Scanner geblok.De scanner is vergrendeld.Start het apparaat
opnieuw op. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
Plts transport
riemeenheid.
De transportriem is niet
geïnstalleerd.
Installeer een originele
transportriem van
Samsung.
Niet compatibele
transportriem
De transportriem van het
apparaat is niet geschikt
voor uw apparaat.
Installeer een origineel
Samsung-onderdeel
dat voor uw apparaat
werd ontwikkeld.
Geen opvangbak
gepl.
De tonerafvalcontainer is
niet geïnstalleerd.
Installeer een originele
Samsung-cassette voor
gebruikte toner.
Faxlijn controlerenDe faxlijn is niet juist
verbonden met de LINE
port.
Sluit de faxlijn aan op de
LINE-poort, niet op de
EXT-poort (zie
"Achterkant" op pagina
24).
Nt juiste k.tmp.
Verplaats apparaat
Het apparaat staat
opgesteld in een vertrek
met een ongeschikte
kamertemperatuur.
Verplaats het apparaat
naar een vetrek met de
geschikte
kamertemperatuur.
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
Informatie over displaymeldingen
119
4. Problemen oplossen
Uitvoervak vol
Verw. pap.
De uitvoerlade is vol. Of de
sensor is niet omlaag
gericht.
Zodra het papier uit de
uitvoerlade is
verwijderd, gaat de
printer door met
afdrukken. Of
controleer of de sensor
omlaag is gericht.
Neem contact op met
de klantendienst als het
probleem zich blijft
voordoen.
Bereid nieuwe
transp.riem voor
De levensduur van de
transportriem zal
binnenkort verlopen.
Vervang de
transportriem met een
nieuwe. Neem contact
op met de
servicevertegenwoordig
er.
Plaats nieuwe
transportriem
De transportriem is
versleten.
Vervang de
transportriem met een
nieuwe. Neem contact
op met de
servicevertegenwoordig
er.
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
Fout transportriemDe transportriem kan niet
worden gecontroleerd.
Start het apparaat
opnieuw op en probeer
nogmaals af te drukken.
Als het probleem zich
blijft voordoen, neem
dan contact op met een
servicecentrum.
Nieuw voorber.
Transportrol
De levensduur van de
transportriem zal
binnenkort verlopen.
Vervang de
transportriem met een
nieuwe. Neem contact
op met de
servicevertegenwoordig
er.
Plaats nieuwe
Transportrol
De transportriem is
versleten.
Vervang de
transportriem met een
nieuwe. Neem contact
op met de
servicevertegenwoordig
er.
Fuser weldra
vervangen
De fixeereenheid is
versleten.
Vervang de
fixeereenheid door een
nieuwe. Neem contact
op met de
servicevertegenwoordig
er.
Plaats nieuwe
fixeereenheid
De fixeereenheid is
versleten.
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
Informatie over displaymeldingen
120
4. Problemen oplossen
Toneropvangbak
vervangen/
installeren
De levensduur van de
gebruikte tonercassette is
verlopen en de printen zal
stoppen met werken tot
een nieuwe tonercassette
in de printer geplaatst
wordt.
Vervang de gebruikte
tonercassette met een
echte Samsung
tonercassette.
Bereid nieuwe
Beeldeenheid
De levensduur van de
beeldeenheid is bijna
verstreken.
Vervang de
beeldeenheid door een
nieuwe. Neem contact
op met de
servicevertegenwoordig
er.
Plaats een nieuwe
beeldeenheid
De levensduur van de
beeldeenheid is bijna
verlopen.
Beeldeenheid
installeren
De beeldeenheid is niet
geïnstalleerd
fuser[foutnummer]
Klep open/dicht
De beeldeenheid is niet
goed geïnstalleerd of de
klep is niet goed gesloten.
Installeer de
beeldeenheid opnieuw
om er zeker van te zijn
dat deze goed op zijn
plaats zit. Sluit de klep
goed. Deze moet
vastklikken.
MeldingBetekenis
Voorgestelde
oplossing
5.Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
•Specificaties122
•Informatie over wettelijke voorschriften131
•Copyright146
122
5. Bijlage
Specificaties
1
Algemene specificaties
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde
informatie.
ItemsOmschrijving
AfmetingenBreedte x Lengte x HoogteC46xW406 x 362 x 288,6 mm
C46xFW406 x 362 x 333,5 mm
GewichtApparaat inclusief
verbruiksartikelen
C46xW12,80 Kg
C46xFW13,96 Kg
Geluidsniveau
a
Stand-bymodusAchtergrondgeluid
AfdrukmodusAfdrukken in kleurMinder dan 46 dB(A)
Afdrukken in zwart-witMinder dan 48 dB(A)
KopieermodusGlasplaat van de scannerMinder dan 52 dB(A)
DocumentinvoerMinder dan 53 dB(A)
ScanmodusGlasplaat van de scannerMinder dan 51 dB(A)
DocumentinvoerMinder dan 51 dB(A)
TemperatuurGebruik10 tot 30 °C
Opslag (in verpakking)-20 tot 40 °C
Specificaties
123
5. Bijlage
LuchtvochtigheidGebruik20 tot 80% RV
Opslag (in verpakking)10 tot 90% RV
Nominaal vermogen
b
Modellen op 110 voltAC 110 - 127 V
Modellen op 220 voltAC 220 - 240 V
StroomverbruikGemiddeld vermogenMinder dan 290 Watt
Stand-bymodusMinder dan 60 Watt
Energiebesparende modus
c
•C46xW: Minder dan 1,7 Watt (Wi-Fi Direct ingeschakeld: Minder dan 2,5 Watt)
•C46xFW: Minder dan 2,1 Watt(Wi-Fi Direct ingeschakeld: Minder dan 2,9 Watt)
Uitgeschakelde toestand
d
Minder dan 0,45 Watt
Draadloos
e
ModuleSPW-B4319S
a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
b. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat.
c.Het energieverbruik in de energiebesparende modus wordt mogelijk beïnvloed door de status, de instellingsvoorwaarden en de gebruiksomgeving van het apparaat.
d. Stroomverbruik kan alleen volledig worden voorkomen wanneer de voedingskabel niet is aangesloten.
e. Alleen voor draadloze modellen (zie "Functies per model" op pagina 8).
ItemsOmschrijving
Specificaties
124
5. Bijlage
2
Specificaties van de afdrukmedia
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade
Normaal papier
Letter216 x 279 mm
60 tot 85 g/m
2
•150 vellen van 75 g/m
2
Legal216 x 356 mm
US Folio216 x 330 mm
A4210 x 297 mm
Oficio216 x 343 mm
JIS B5182 x 257 mm
ISO B5176 x 250 mm
Executive184 x 267 mm
A5148 x 210 mm
A6105 x 148 mm
Dik papierZie Normaal papier
Zie Normaal papier
86 tot 120 g/m
2
•5 vellen
Dun papierZie Normaal papier
Zie Normaal papier
60 tot 70 g/m
2
(bankpostpapier)
•150 vellen van 60 g/m
2
Specificaties
125
5. Bijlage
KatoenZie Normaal papier
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
•150 vellen van 75 g/m
2
Gekleurd
Voorbedrukt
Kringlooppapier
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
60 tot 85 g/m
2
•150 vellen van 75 g/m
2
Etiketten
b
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive, A5
Zie Normaal papier
120 tot 150 g/m
2
•5 vellen
Kartonpapier
Letter, Legal, Oficio,
US Folio, A4, JIS B5,
ISO B5, Executive,
A5,
Briefkaart 4x6
Zie Normaal papier
121 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier)
•5 vellen
BankpostpapierZie Normaal papier
Zie Normaal papier
105 tot 120 g/m
2
(bankpostpapier)
•10 vellen
ArchiefpapierZie Normaal papier
Zie Normaal papier
70 tot 90 g/m
2
•100 vellen
Glossy foto
Foto mat
Letter, A4,
Briefkaart 4x6
Zie Normaal papier
111 tot 220 g/m
2
•1 vellen
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade
Specificaties
126
5. Bijlage
Plaats de vellen een voor een in de lade als het gewicht van het afdrukmateriaal groter is dan 120 g/m
2
.
Minimaal formaat (aangepast)76 x 152 mm
60 tot 120 g/m
2
Maximaal formaat (aangepast)216 x 356 mm
a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
b. De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het gladheidsniveau.
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade
Specificaties
127
5. Bijlage
3
Systeemvereisten
Microsoft
®
Windows
®
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
ProcessorRAMVrije schijfruimte
Windows
®
XPIntel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB)1,5 GB
Windows Server
®
2003Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB)1,25 GB tot 2 GB
Windows Server
®
2008Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB)10 GB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
IV 3 GHz
512 MB (1 GB)15 GB
Windows
®
7Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)16 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
•DVD-R/W-station
Windows Server
®
2008 R2Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller)
512 MB (2 GB)10 GB
Windows
®
8Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)16 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
•DVD-R/W-station
Specificaties
128
5. Bijlage
•Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
•Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
•Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
Neem contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer
informatie.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
8
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
9
Klik op Register.
De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging.
Google Cloud Print
214
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het
bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe.
10
Klik op Finish printer registration.
11
Klik op Manage your printers.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print.
31
Afdrukken met Google Cloud Print
Het afdrukproces is afhankelijk van de toepassing of het apparaat dat u
gebruikt. U kunt de lijst bekijken met toepassingen die de service Google
Cloud Print ondersteunen.
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld verbinding heeft met een
(draadloos) netwerk dat toegang geeft tot internet.
Afdrukken via een toepassing of mobiel
apparaat.
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van Google Docs
op een mobiele telefoon met Android.
1
Installeer de toepassing Cloud Print op uw mobiele apparaat.
Als u die toepassing nog niet hebt, kunt u deze in de Android Market of
App Store downloaden.
2
Open de toepassing Google Docs vanaf uw mobiele apparaat.
3
Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken.
4
Tik op de knop Verzenden .
5
Tik op de knop Cloud Print .
6
Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in.
7
Tik op Click here to Print.
Google Cloud Print
215
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Afdrukken via de Chrome-browser
De onderstaande stappen zijn een voorbeeld van hoe u de Chrome-
browser kunt gebruiken.
1
Start Chrome.
2
Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken.
3
Klik op het moersleutelpictogram in de rechterbovenhoek van
de browser.
4
Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad met
afdrukopties.
5
Selecteer Afdrukken via Google Cloud Print.
6
Klik op de knop Afdrukken.
3.Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde
apparaatinstellingen instelt.
•Voordat u een hoofdstuk gaat lezen217
•Afdrukken218
•Kopiëren219
•Faxen223
•Scannen228
•Systeeminstallatie230
•Netwerkinstallatie236
217
3. Menu´s met nuttige instellingen
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke
functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 34). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van
dit hoofdstuk
•Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat. Druk op (Menu) om toegang te
krijgen tot deze menu’s.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder (Menu) op het configuratiescherm (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25).
•Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
218
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afdrukken
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Afdrukinst. op het configuratiescherm.
ItemOmschrijving
Afdrukstand
Selecteert de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
Exemplaren
U kunt het aantal kopieën wijzigen met behulp van het
numerieke toetsenblok.
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi
- dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper
de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Invanging
Hiermee wordt de witte ruimte verminderd die wordt
veroorzaakt door het verkeerd uitlijnen van
kleurkanalen in de kleurenafdrukmodus. Zwarte tekst
wordt ook overschreven op andere kleuren.
Documenttype
Hiermee verbetert u de afdrukkwaliteit door het
documenttype voor de huidige afdruktaak te
selecteren.
Venster
Deze optie beïnvloedt de resolutie en helderheid van
de weergegeven kleuren.
•Verbeterd: Deze modus genereert een pagina-
afdruk met scherp afgelijnde tekst en vloeiende
afbeeldingen/foto’s.
•Gedetailleerd: deze modus genereert afdrukken
met scherpe details over de volledige pagina.
•Normaal: deze modus genereert afdrukken
waarbij de toner gelijkmatig over de volledige
pagina wordt verdeeld.
Duid. Tekst
Selecteer deze optie om de teksten duidelijker af te
drukken dan op een normaal document.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan
het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of
DOS-gebruikers.
EmulatieStelt het type en de optie voor emulatie in.
ItemOmschrijving
219
3. Menu´s met nuttige instellingen
Kopiëren
1
Kopieerfunctie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk in de kopieermodus op (Menu) > Kopieerfunctie op het
bedieningspaneel.
•C46xW: Wanneer de LED van de knop Scan to uit is, is het apparaat
in kopieermodus.
•C46xFW: Druk op (kopiëren) op het bedieningspaneel.
ItemBeschrijving
Formaat orig.Hiermee stelt u de grootte van de afbeelding in.
Verkl./vergr.
Hiermee verkleint of vergroot u een gekopieerde
afbeelding (zie "Verkleinde of vergrote kopie" op
pagina 62).
Wanneer het apparaat is ingesteld op eco-
modus, zijn de vergroot- en verkleinfuncties
niet beschikbaar.
Tonersterkte
Hiermee past u de helderheid aan voor een origineel
met onduidelijke markeringen en donkere
afbeeldingen, zodat de kopie beter leesbaar is (zie
"Donkerte" op pagina 61)
Oorspr. type
Hiermee verbetert u de kopieerkwaliteit door het
documenttype voor de huidige kopieertaak te
selecteren (zie "Origineel" op pagina 62)
Lay-out
Hiermee kunt u de instelling voor lay-out opgeven
zoals Poster, Klonen, Kopie ID, 2/4 op 1 vel, Boekje
enzovoort.
Kopiëren
220
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lay-out > 2 pagina's/
vel of Lay-out > 4
pagina's/vel
Hiermee worden de originele afbeeldingen verkleind
en worden 2 of 4 pagina’s afgedrukt op één vel
papier.
Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar
als u originelen in de ADI plaatst.
Lay-out > ID kopie
Hierbij wordt één zijde van het origineel op de
bovenste helft van het vel papier afgedrukt en de
andere zijde op de onderste helft zonder dat het
origineel daarbij wordt verkleind. Deze functie is
handig voor het kopiëren van kleine documenten
zoals visitekaartjes.
ItemBeschrijving
12
12
34
Achtergrondkl.
Hiermee drukt u een afbeelding zonder achtergrond
af. Deze kopieerfunctie verwijdert de
achtergrondkleur en is handig voor het kopiëren van
een origineel met een gekleurde achtergrond, zoals
een krant of catalogus.
•Uit: deze functie wordt niet gebruikt.
•Auto: de achtergrond wordt geoptimaliseerd.
•Versterk.nv.1-2: Hoe hoger het getal, hoe
levendiger de achtergrond.
•Vervag.niv. 1-4: Hoe hoger het getal, hoe lichter
de achtergrond.
ItemBeschrijving
Kopiëren
221
3. Menu´s met nuttige instellingen
2
Kopieerinstel.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk in de kopieermodus op (Menu) > Kopieerinstel. op het
bedieningspaneel.
•C46xW: Wanneer de LED van de knop Scan to uit is, is het apparaat
in kopieermodus.
•C46xFW: Druk op (kopiëren) op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
St.inst. wijz.
Hiermee herstelt u de waarde of instelling opnieuw
in op de beginwaarde.
St.inst. wijz. >
Exemplaren
U kunt het aantal kopieën wijzigen met behulp van
het numerieke toetsenblok.
St.inst. wijz. >
Kopieen sort.
Hiermee stel u het apparaat zo in dat de kopieën
worden gesorteerd. Als u bijvoorbeeld 2 kopieën wilt
maken van een document met 3 pagina’s, krijgt u
eerst één volledige kopie van het 3 pagina’s tellende
document en vervolgens een tweede volledige
kopie.
•Aan: hiermee drukt u de pagina's gegroepeerd af
in dezelfde volgorde als het origineel.
•Uit: hiermee drukt u af en sorteert u het resultaat
in stapels van afzonderlijke pagina's.
ItemOmschrijving
Kopiëren
222
3. Menu´s met nuttige instellingen
St.inst. wijz. > Verkl./
vergr.
Hiermee verkleint of vergroot u een gekopieerde
afbeelding (zie "Verkleinde of vergrote kopie" op
pagina 62).
Wanneer het apparaat is ingesteld op eco-
modus, zijn de vergroot- en verkleinfuncties
niet beschikbaar.
St.inst. wijz. >
Tonersterkte
Hiermee past u de helderheid aan voor een origineel
met onduidelijke markeringen en donkere
afbeeldingen, zodat de kopie beter leesbaar is (zie
"Donkerte" op pagina 61)
St.inst. wijz. >
Oorspr. type
Hiermee verbetert u de kopieerkwaliteit door het
documenttype voor de huidige kopieertaak te
selecteren (zie "Origineel" op pagina 62)
ItemOmschrijving
St.inst. wijz. >
Achtergrondkl.
Hiermee drukt u een afbeelding zonder achtergrond
af. Deze kopieerfunctie verwijdert de
achtergrondkleur en is handig voor het kopiëren van
een origineel met een gekleurde achtergrond, zoals
een krant of catalogus.
•Uit: deze functie wordt niet gebruikt.
•Auto: de achtergrond wordt geoptimaliseerd.
•Versterk.nv.1-2: Hoe hoger het getal, hoe
levendiger de achtergrond.
•Vervag.niv. 1-4: Hoe hoger het getal, hoe lichter
de achtergrond.
ItemOmschrijving
223
3. Menu´s met nuttige instellingen
Faxen
3
Faxfunctie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie op het
configuratiescherm.
ItemBeschrijving
Tonersterkte
Hiermee kunt u de helderheid aanpassen voor een
origineel met onduidelijke markeringen en donkere
afbeeldingen zodat de gescande kopie beter
leesbaar is (zie "Tonersterkte" op pagina 71).
Resolutie
De standaardinstellingen leveren een goed resultaat
op voor een origineel met tekst. Als u echter
originelen verstuurt die foto’s bevatten of van een
slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen
om een fax van een betere kwaliteit te versturen (zie
"Resolutie" op pagina 70).
Formaat orig.hiermee stelt u de grootte van de afbeelding in.
Meerdere verz.
Hiermee kunt u een fax naar meerdere
bestemmingen verzenden (zie "Groepsverzending
(faxen naar meerdere bestemmingen verzenden)"
op pagina 69).
U kunt met deze functie geen kleurenfax
verzenden.
Uitgest. verz.
Hiermee kunt u het apparaat zo instellen dat een fax
op een later tijdstip (tijdens uw afwezigheid) wordt
verzonden (zie "Uitgestelde faxverzending" op
pagina 270).
U kunt met deze functie geen kleurenfax
verzenden.
ItemBeschrijving
Faxen
224
3. Menu´s met nuttige instellingen
Prior. verz.
Het originele document wordt in het geheugen
opgeslagen en onmiddellijk verzonden zodra de
lopende taak is voltooid. Met een verzending met
hoge prioriteit wordt een verzending naar meerdere
bestemmingen onderbroken (de fax met hoge
prioriteit wordt verzonden na de verzending naar
ontvanger A en vóór de verzending naar ontvanger
B). Kiespogingen worden ook onderbroken voor een
verzending met hoge prioriteit (zie "Een fax
verzenden met een hoge prioriteit" op pagina 271).
Naar ander nr.
Hiermee wordt een verzonden fax per fax
doorgestuurd naar een andere bestemming. Zie
"Een verzonden fax doorsturen naar een andere
bestemming" op pagina 272.
Ontv. Doorsturen
Hiermee wordt de ontvangen fax naar een andere
bestemming verzonden per fax of via een pc. Deze
functie is nuttig als u een fax wilt ontvangen wanneer
u niet op kantoor bent. Zie "Ontvangen faxen
doorsturen" op pagina 272.
Veilige ontv.
Hiermee wordt de ontvangen fax opgeslagen in het
geheugen zonder dat deze wordt afgedrukt. Als u
ontvangen documenten wilt afdrukken, moet u het
wachtwoord invoeren. Zo kunt u voorkomen dat
onbevoegde personen de ontvangen faxen kunnen
bekijken (zie "Ontvangen in veilige
ontvangstmodus" op pagina 276).
ItemBeschrijving
Pag. toevoegen
Hiermee kunt u extra documenten toevoegen aan
een uitgestelde faxtaak (zie "Documenten
toevoegen aan een gereserveerde fax" op pagina
271).
Taak annuleren
Hiermee kunt u de uitgestelde faxtaak annuleren die
in het geheugen is opgeslagen (zie "Een
gereserveerde faxtaak annuleren" op pagina 271).
ItemBeschrijving
Faxen
225
3. Menu´s met nuttige instellingen
4
Verzendinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (faxen) > (Menu) > Faxinstel. > Verzending op het
configuratiescherm.
ItemBeschrijving
Aant. kiespog.
Hiermee kunt u het aantal kiespogingen instellen.
Als u 0 invoert, zal het apparaat niet opnieuw kiezen.
Opn. kiezen na
Hiermee kunt u het tijdsinterval instellen voor
automatisch opnieuw kiezen.
Kenget. kiezen
Hiermee kunt u een prefix van maximaal vijf cijfers
instellen. Dit nummer wordt dan altijd gekozen
voordat er een automatisch kiesnummer wordt
gevormd. Dit is nuttig om toegang te krijgen tot een
telefooncentrale.
ECM-modus
Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM)
inschakelen om faxen zonder fouten te verzenden.
Als u deze modus inschakelt, kan het verzenden van
faxen langer duren.
Faxbevestiging
Hiermee stelt u het apparaat in om een rapport te
verzenden, ongeacht of the faxverzending geslaagd
is of niet. Wanneer u Aan-Fout selecteert, drukt het
apparaat alleen een rapport af wanneer de
verzending niet geslaagd is.
TCR voor afb.
Hiermee drukt u een verzendrapport af dat een
miniatuurafbeelding van de eerste pagina van de
verzonden fax bevat.
Kiesmodus
Hiermee stelt u de kiesmodus in op tonen of pulsen.
Deze instelling is niet in alle landen beschikbaar.
ItemBeschrijving
Faxen
226
3. Menu´s met nuttige instellingen
5
Ontvangstinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (faxen) > (Menu) > Faxinstel. > Ontvangst op het
configuratiescherm.
ItemBeschrijving
Ontvangstmodus
Hiermee kunt u de standaardmodus voor het
ontvangen van fax selecteren.
Opn. na bels.
Hiermee kunt u opgeven hoe vaak het apparaat
moet overgaan voordat een inkomende oproep
wordt beantwoord.
Ontv.g. stemp.
Hiermee kunt u instellen dat het paginanummer en
de ontvangstdatum en -tijd automatisch onder aan
elke pagina van een ontvangen fax worden
afgedrukt.
Startc. ontv.
Hiermee kunt u een fax ontvangen vanaf een
telefoontoestel dat aangesloten is op de EXT-
uitgang aan de achterkant van het apparaat. Als u
de hoorn van het telefoontoestel neemt en faxtonen
hoort, voert u de code in. De code is
voorgeprogrammeerd op *9*.
Aut. verklein.
Hiermee kunt u een binnenkomende fax
automatisch verkleinen zodat de fax op het papier
past dat in het apparaat is geplaatst.
Grootte neger.
Hiermee kunt u instellen dat een bepaald gedeelte
aan het einde van de ontvangen fax niet wordt
afgedrukt.
Inst. ong. fax
Hiermee kunt u faxen blokkeren die in het geheugen
zijn opgeslagen als ongewenste faxnummers. Deze
instelling is niet in alle landen beschikbaar.
DRPD-modus
Hiermee kan een gebruiker met één telefoonlijn
verschillende telefoonnummers beantwoorden. U
kunt het apparaat zo instellen dat verschillende
belsignalen worden herkend voor de afzonderlijke
nummers. Deze instelling is niet in alle landen
beschikbaar (zie "Faxen ontvangen in DRPD-
modus" op pagina 276).
ItemBeschrijving
Faxen
227
3. Menu´s met nuttige instellingen
6
Een andere installatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (faxen) > (
Menu
) >
Faxinstel.
op het bedieningspaneel.
ItemBeschrijving
St.inst. wijz.
Hiermee herstelt u de waarde of instelling opnieuw
in op de beginwaarde.
Autom. rapport
U kunt het apparaat zo instellen dat een rapport
wordt afgedrukt met gedetailleerde informatie over
de 50 laatste faxen (zowel verzonden als
ontvangen), met vermelding van datum en tijd.
Handmatig V/O
Door het instellen van deze optie op AAN kunt u een
fax verzenden of ontvangen terwijl de lijn bezet is. U
kunt ervoor kiezen om een fax te verzenden of te
ontvangen door de hoorn van het intern
telefoontoestel op te pakken en op de knop Start te
drukken. U kunt ook op de knop On Hook Dial en
vervolgens op de knop Start drukken.
228
3. Menu´s met nuttige instellingen
Scannen
7
Scanfunctie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk in de scanmodus op (Menu) > Scanfunctie op het
bedieningspaneel.
•C46xW: Wanneer de LED van de knop Scan to aan is, is het
apparaat in scanmodus.
•C46xFW: Druk op (scannen) op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
USB-functie
Hiermee stelt u de scanbestemming in op een USB-
apparaat. U kunt de originelen scannen en de
gescande afbeeldingen opslaan op een USB-
apparaat.
USB-functie >
Formaat orig.
Hiermee stelt u de grootte van de afbeelding in.
USB-functie >
Oorspr. type
Bepaalt het documenttype van het origineel.
USB-functie >
Resolutie
Hiermee stelt u de afbeeldingsresolutie in.
USB-functie >
Kleurmodus
Hiermee stelt u de kleurenmodus in.
USB-functie >
Bestandsind.
Hiermee stelt u de bestandsindeling in waarin de
afbeelding moet worden opgeslagen. Als u BMP,
JPEG, TIFF of PDF selecteert, hebt u de
mogelijkheid om meerdere pagina's te scannen.
USB-functie >
Tonersterkte
Hiermee past u het helderheidsniveau voor scannen
aan.
Scannen
229
3. Menu´s met nuttige instellingen
8
Scaninstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk in de scanmodus op (Menu) > Scaninstel. op het
bedieningspaneel.
•C46xW : Wanneer de LED van de knop Scan to aan is, is het
apparaat in scanmodus.
•C46xFW: Druk op (scannen) op het bedieningspaneel.
ItemBeschrijving
St.inst. wijz.
Hiermee herstelt u de waarde of instelling opnieuw
in op de beginwaarde.
St.inst. wijz. > USB-
standaard
Hiermee stelt u de USB-scaninstelling opnieuw in op
de beginwaarde.
230
3. Menu´s met nuttige instellingen
Systeeminstallatie
9
Apparaatinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. op het
configuratiescherm.
ItemOmschrijving
Apparaat-id
Hiermee stelt u de apparaat-id in die boven aan elke
faxpagina die u verzendt, wordt afgedrukt.
Faxnummer
Hiermee stelt u het faxnummer in dat boven aan elke
faxpagina die u verzendt, wordt afgedrukt.
Datum en tijdHiermee stelt u de datum en tijd in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in, 12-
uur of 24-uur.
TaalStelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel in.
Energ.spaarst.
Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt naar
de energiebesparende modus.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik
automatisch verlaagd.
Autom. uitsch.Schakelt het apparaat automatisch uit als het een
bepaalde tijd in de sluimerstand staat. Deze tijdsduur
is ingesteld in Autom. uitsch. > Aan > Time-out.
•Deze optie wordt alleen in de C46xW
weergegeven.
•Om het apparaat weer aan te zetten, dient
u op de knop (Power/Wakeup) op het
bedieningspaneel te drukken (zorg ervoor
dat de stroom is ingeschakeld).
•Als u het printerstuurprogramma of
Samsung Easy Printer Manager uitvoert,
wordt de tijdsduur automatisch verlengd.
•Als het apparaat aan het netwerk is
verbonden of een afdruktaak uitvoert, werkt
de functie Autom. uitsch. niet.
ItemOmschrijving
Systeeminstallatie
231
3. Menu´s met nuttige instellingen
Ontw.gebeurt.
U kunt instellen in welke situaties de printer moet
ontwaken uit sluimerstand.
•Aan: Het apparaat ontwaakt in de volgende
gevallen uit de energiebesparende modus:
-Druk op een willekeurige knop
-Open of sluit de papierlade
-Voer papier in de documentinvoer in
•Uit: Het apparaat ontwaakt alleen uit de
energiebesparende modus wanneer de knop
Power/Wakeup wordt ingedrukt.
Time-out syst.
Hiermee stelt u in hoelang het apparaat eerder
gebruikte kopieerinstellingen bewaart. Nadat de time-
out is opgetreden, worden de standaardinstellingen
voor kopiëren hersteld.
Time-out taak
Hiermee kunt u instellen hoe lang de printer moet
wachten voordat de laatste pagina wordt afgedrukt
van een afdruktaak die niet eindigt met een opdracht
om de pagina af te drukken.
Luchtdrukcorr.
Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de hoogte
boven zeeniveau.
Vochtigheid
Hiermee optimaliseert u de afdrukkwaliteit aan de
hand van de relatieve luchtvochtigheid in de
omgeving.
ItemOmschrijving
Aut. doorgaan
Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken
als waargenomen wordt dat het gebruikte papier niet
overeenkomt met de instellingen.
•30 Sec: Als er een papierstoring optreedt, wordt er
een foutbericht getoond. De printer zal ongeveer
30 seconden wachten, het bericht automatisch
wissen en doorgaan met afdrukken.
•0 Sec: Zelfs als er een papierstoring optreedt, gaat
de printer door met afdrukken.
•Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste
papiersoort invoert.
Verv. papier
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het
printerstuurprogramma automatisch vervangen om
inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te
voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade
hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal
het apparaat afdrukken op A4-papier en omgekeerd.
Lege pg. afdr.
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
ItemOmschrijving
Systeeminstallatie
232
3. Menu´s met nuttige instellingen
10
Papierinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminst. > Papierinstel. op het
bedieningspaneel.
Eco-instel.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken.
•Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus in-
of uitgeschakeld wordt.
Geforc. (Geforc.): Schakelt de Eco-modus in
en beveiligt de instelling met een wachtwoord.
Als een gebruiker de Eco-modus wil wijzigen,
moet deze het wachtwoord invoeren.
•Sjabloon selecteren: Kiest het ingestelde eco-
sjabloon via de SyncThru™ Web Service.
ItemOmschrijving
ItemBeschrijving
Papierformaat
Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
Type papierHiermee selecteert u het type papier voor elke lade.
MargeHiermee stelt u de marges van het document in.
Systeeminstallatie
233
3. Menu´s met nuttige instellingen
11
Geluid/Volume
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminst. > Geluid/Volume op het
configuratiescherm.
ItemOmschrijving
Toetsgeluid
Hiermee schakelt u het geluid van de toetsen in of uit.
Als deze optie is ingesteld op Aan, wordt een toon
afgepeeld wanneer er op een toets wordt gedrukt.
Waarsch.geluid
Schakelt het alarmsignaal in of uit. Als deze optie is
ingesteld op Aan, hoort u een waarschuwingstoon
wanneer een fout optreedt of wanneer een
faxverbinding wordt beëindigd.
Luidspreker
Schakelt geluiden van de telefoonlijn via de
luidspreker (bijvoorbeeld een kiestoon of een
faxsignaal) aan of uit. Als deze optie is ingesteld op
Communicatie, staat de luidspreker aan tot het
externe apparaat reageert.
U kunt het volume regelen met behulp van On
Hook Dial. U kunt het volume van de
luidspreker alleen wijzigen als de telefoonlijn
open is.
a Druk op (faxen) op het
configuratiescherm.
b Druk op On Hook Dial. U hoort een
kiestoon uit de luidspreker.
c Druk op de pijl-links/rechts tot u het
gewenste volume hoort.
d Druk op On Hook Dial om de wijziging op
te slaan en terug te keren naar
gereedmodus.
Belsignaal
Hiermee stelt u het volume van het belsignaal in. U
kunt een laag, gemiddeld of hoog beltoonvolume
instellen of het volume uitschakelen.
ItemOmschrijving
Systeeminstallatie
234
3. Menu´s met nuttige instellingen
12
Rapport
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminst. > Rapport op het
bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Configuratie
Drukt een overzicht van de globale
instellingen van het apparaat af.
Info verb.art.
Een pagina met gegevens over
verbruiksartikelen afdrukken.
Demopagina
Druk de demopagina af om te controleren of
uw apparaat goed werkt.
Adresboek
Hiermee drukt u alle faxnummers af die in het
geheugen van het apparaat zijn opgeslagen.
Faxbevestiging
Hiermee drukt u een verzendrapport af met het
faxnummer, het aantal pagina's, de verzendduur,
de communicatiemodus en het resultaat van de
communicatie. U kunt uw apparaat zodanig
instellen dat het automatisch een verzendrapport
afdrukt na elke faxtaak.
Fax verzonden
Hiermee drukt u een rapport af met informatie over
de faxen die u onlangs hebt verzonden.
Fax ontvangen
Hiermee drukt u een rapport af met informatie over
de faxen die u onlangs hebt ontvangen.
Geplande taken
Hiermee drukt u een document af met een
overzicht van de uitgestelde faxen die in het
geheugen zijn opgeslagen, met de begintijd en de
aard van elke taak.
Ongewenste fax
Hiermee drukt u de faxnummers af die zijn
opgegeven als ongewenste faxnummers.
Netwerkconf.
Hiermee drukt u informatie af over de
netwerkverbinding en -configuratie van uw
apparaat.
Gebruiksteller
Drukt een gebruikspagina af. De pagina met
gebruiksinformatie bevat het totaal aantal
afgedrukte pagina’s.
Faxopties
Hiermee drukt u een rapport over de faxopties
af.
ItemOmschrijving
Systeeminstallatie
235
3. Menu´s met nuttige instellingen
13
Onderhoud
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud op het
configuratiescherm.
ItemBeschrijving
Toner Op wis.
Deze optie wordt weergegeven als de tonercassette
leeg is. U kunt het bericht over de lege cassette
wissen.
Gebruiksduur
Hiermee kunt u de indicatoren voor gebruiksduur
weergeven (zie "De gebruiksduur van de
verbruiksartikelen controleren" op pagina 91.)
Beeldmgr.
Hiermee kunt u de instellingen voor kleur aanpassen,
zoals contrastniveau, kleurregistratie, kleurdichtheid,
enzovoort.
•Aangep. kleur: Hiermee past u kleur voor kleur het
contrast aan.
-Standaard: Hiermee worden de kleuren
automatisch geoptimaliseerd.
-Afdrukdichth.: Hiermee kunt u het
kleurcontrast voor elke cassette handmatig
aanpassen. Er wordt aanbevolen om de
instelling Standaard te gebruiken voor de beste
kleurkwaliteit.
•Geluidsaanp.: Het apparaat berekent de
tonerdichtheid van het apparaat voor de best
mogelijke kleurafdrukkwaliteit.
Serienummer
Hiermee kunt u het serienummer van het apparaat
weergeven. Dit nummer hebt u nodig als u belt voor
ondersteuning of u registreert als gebruiker op de
website van Samsung.
Ws tr bijna op
Hiermee kunt u het niveau instellen waarop de
melding over een lege of bijna lege tonercassette
wordt weergegeven (zie "Instellen van de
waarschuwing "Toner bijna op"" op pagina 92).
ItemBeschrijving
236
3. Menu´s met nuttige instellingen
Netwerkinstallatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 34).
•Druk op (Menu) > Netwerk op het bedieningspaneel.
OptieBeschrijving
TCP/IP (IPv4)
Selecteer het passende protocol en de
configuratieparameters voor gebruik in de
netwerkomgeving.
Er moeten heel wat parameters ingesteld
worden. Als u niet zeker bent, laat u ze
ongemoeid of raadpleegt u de
netwerkbeheerder.
TCP/IP (IPv6)
Selecteer deze optie om gebruik te maken van een
IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6-configuratie" op
pagina 167).
Ethernet-snel.
Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van het
netwerk configureren.
Draadloos
Selecteer deze optie om gebruik te maken van een
draadloos netwerk.
Instel. wissen
Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug.
(Opnieuw starten vereist)
Netwerkconf.
Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding
en -configuratie van uw apparaat.
OptieBeschrijving
Netwerkinstallatie
237
3. Menu´s met nuttige instellingen
Protocolmgr.
U kunt de volgende protocollen activeren of
uitschakelen.
•Netwerk activeren: U kunt instellen of u Ethernet
aan of uit wilt zetten.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
•Http activeren: U kunt selecteren of u al dan niet
gebruik wilt maken van de functie SyncThru™ Web
Service.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
•WINS: U kunt de WNS-server configureren. WINS
(Windows Internet Name Service) wordt gebruikt in
het Windows-besturingssysteem.
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u
deze optie hebt gewijzigd.
OptieBeschrijving
Protocolmgr.
(vervolg.)
•SNMP V1/V2: U moet deze optie inschakelen om
het protocol SNMP V1/V2 te kunnen gebruiken.
Systeembeheerders kunnen gebruikmaken van
SNMP om apparaten in het netwerk te monitoren
en beheren.
•UPnP(SSDP): U moet deze optie inschakelen om
het protocol UPnP(SSDP) te kunnen gebruiken.
Zet het apparaat uit en weer aan nadat u deze
optie hebt gewijzigd.
•MDNS: U moet deze optie inschakelen om het
protocol MDNS (Multicast Domain Name System)
te kunnen gebruiken.
•SetIP: U moet deze optie inschakelen om het
protocol SetIP te kunnen gebruiken.
•SLP: U kunt SLP-instellingen (Service Location
Protocol) configureren. Met dit protocol kunnen
host-toepassingen diensten in een LAN vinden
zonder dat daarvoor eerst instellingen hoeven te
worden geconfigureerd.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
OptieBeschrijving
4.Speciale functies
In dit hoofdstuk worden de speciale functies voor kopiëren, scannen, faxen en afdrukken besproken.
•Aanpassing aan luchtdruk of hoogte239
•Verschillende tekens invoeren240
•Het faxadresboek instellen242
•Afdrukfuncties246
•Scanfuncties258
•Faxfuncties268
•De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere
niveaus te gaan.
239
4. Speciale functies
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De
volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de
beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
1Hoog 3
2Hoog 2
3Hoog 1
4Normaal
U kunt de hoogtewaarde instellen in Apparaatinstellingen in Samsung
Easy Printer Manager.
•Voor gebruikers van Windows en Mac, stel in vanaf Samsung Easy
Printer Manager > (Schakel over naar geavanceerde modus) >
Apparaatinstellingen. Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 288.
•Als uw apparaat is verbonden met internet, kunt u de hoogte
instellen via SyncThru™ Web Service (zie "SyncThru™ Web
Service gebruiken" op pagina 283).
•U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminst. op het
display van het apparaat (zie "De standaardinstellingen van het
apparaat" op pagina 40).
0
4,000 m
(13,123 ft)
3,000 m
(9,842 ft)
2,000 m
(6,561 ft)
1,000 m
(3,280 ft)
4
3
2
1
240
4. Speciale functies
Verschillende tekens invoeren
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij
de installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam van
uw bedrijf en het faxnummer invoeren. Wanneer u faxnummers of e-
mailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijbehorende namen
invoeren.
1
Alfanumerieke tekens invoeren
Druk een aantal keren op deze toets tot de gewenste letter op het display
verschijnt. Om de letter O in te voeren drukt u bijvoorbeeld op cijfertoets 6
met opschrift MNO. Telkens wanneer u op cijfertoets 6 drukt, verschijnt er
een andere letter op het display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6. Zie "Letters
en cijfers op het toetsenblok" op pagina 240 om de letter te vinden die u wilt
invoeren.
•U kunt een spatie invoeren door twee keer op 1 te drukken.
•Druk op de pijl naar links/rechts of de pijl-omhoog/omlaag om het
laatste cijfer of teken te verwijderen.
2
Letters en cijfers op het toetsenblok
•Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw
apparaat andere speciale tekensets bevatten.
•Enkele van de volgende sleutelwaarden verschijnen mogelijk niet
afhankelijk van de taak die u uitvoert.
ToetsToegewezen cijfers, letters of tekens
1@ / . ’ 1
2A B C a b c 2
3D E F d e f 3
4G H I g h i 4
5J K L j k l 5
6M N O m n o 6
7P Q R S p q r s 7
8T U V t u v 8
9W X Y Z w x y z 9
0& + - , 0
Verschillende tekens invoeren
241
4. Speciale functies
** % ^ _ ~ ! # $ ( ) [ ]
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
## = | ? " : { } < > ;
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
ToetsToegewezen cijfers, letters of tekens
242
4. Speciale functies
Het faxadresboek instellen
U kunt snelkiesnummers voor veelgebruikte faxnummers instellen via
SyncThru™ Web Service en zo snel en gemakkelijk faxnummers invoeren
door de positienummers in te voeren die aan de nummers zijn toegewezen
in het adresboek.
3
Een snelkiesnummer vastleggen
1
Selecteer (faxen) > (Address Book) > Nieuw en bew. >
Snelkiesnummer op het bedieningspaneel.
2
Voer een snelkiesnummer in en druk op OK.
Als een item reeds is opgeslagen in het door u gekozen nummer, toont
het display het bericht dat u het kunt wijzigen. Als u opnieuw wilt
beginnen met een ander snelkiesnummer, drukt u op (Back).
3
Voer de gewenste naam in en druk op OK.
4
Voer het faxnummer in dat u wilt opslaan en druk op OK.
5
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
4
Snelkiesnummers gebruiken
Wanneer u tijdens het versturen van een fax wordt gevraagd om een
nummer in te voeren, voert u het snelkiesnummer in waaronder u het
gewenste faxnummer hebt opgeslagen.
•In het geval van een snelkiesnummer dat uit één cijfer (0-9) bestaat,
houdt u de cijfertoets op het numeriek klavier langer dan 2 seconden
ingedrukt.
•In het geval van een snelkiesnummer dat uit twee of drie cijfers
bestaat, drukt u op de eerste cijfertoets(en) en houdt u vervolgens
de laatste cijfertoets meer dan twee seconden ingedrukt.
•U kunt de adresboeklijst afdrukken door (faxen) >
(Address Book) > Afdrukken te selecteren.
Het faxadresboek instellen
243
4. Speciale functies
5
Snelkiesnummers bewerken
1
Selecteer (faxen) >(Address Book) > Nieuw en bew. >
Snelkiesnummer op het bedieningspaneel.
2
Voer het snelkiesnummer in dat u wilt bewerken en druk op OK.
3
Wijzig de naam en druk op OK.
4
Wijzig het faxnummer en druk op OK.
5
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
6
Een groepskiesnummer vastleggen
1
Selecteer (faxen) >(Address Book) > Nieuw en bew. >
Groepsnummer op het bedieningspaneel.
2
Voer een groepkiesnummer in en druk op OK.
Als een item reeds is opgeslagen in het door u gekozen nummer, toont
het display het bericht dat u het kunt wijzigen. Als u opnieuw wilt
beginnen met een ander snelkiesnummer, drukt u op (Back).
3
Zoek naar het snelkiesnummer dat u wilt toevoegen aan de groep
door de eerste letters van de naam in te voeren.
4
Selecteer de gewenste naam en het gewenste nummer en druk op
OK.
5
Selecteer Ja als Toevoegen? wordt weergegeven.
6
Herhaal stap 3 om andere snelkiesnummers in de groep op te
nemen.
7
Als u klaar bent, selecteert u Nee als Nog een nummer? wordt
weergegeven en drukt u op OK.
8
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Het faxadresboek instellen
244
4. Speciale functies
7
Groepsnummers bewerken
1
Selecteer (faxen) >(Address Book) > Nieuw en bew. >
Groepsnummer op het bedieningspaneel.
2
Voer het groepskiesnummer in dat u wilt bewerken en druk op OK.
3
Als u een nieuw snelkiesnummer invoert dat u wilt toevoegen en op
OK drukt, wordt Toevoegen? weergegeven.
Als u een snelkiesnummer invoert dat in de groep is opgeslagen en
op OK drukt, wordt Verwijderd weergegeven.
4
Druk op OK om het nummer toe te voegen of te verwijderen.
5
Herhaal stap 3 om meer nummers toe te voegen of te verwijderen.
6
Selecteer Nee als Nog een nummer? wordt weergegeven en druk
op OK.
7
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
8
Een item in het adresboek zoeken
U kunt op twee manieren een nummer in het geheugen opzoeken. U
doorzoekt het adresboek alfabetisch of u voert de eerste letters in van de
naam die aan dat nummer is gekoppeld.
1
Selecteer (fax) > (Address Book) > Zoek. en kiez. >
Snelkiesnummer of Groepsnummer op het configuratiescherm.
2
Voer Alle of ID in en druk op OK.
3
Druk op de naam en het nummer, of op de toetsenblokknop met de
letter waarnaar u wilt zoeken.
Als u bijvoorbeeld de naam “MOBIEL” zoekt, drukt u op de toets 6
met het opschrift “MNO.”
4
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Het faxadresboek instellen
245
4. Speciale functies
9
Adresboek afdrukken
U kunt de instellingen van uw (Address Book) controleren door ze in
een lijst af te drukken.
1
Selecteer (faxen) > (Address Book) > Afdrukken op het
configuratiescherm.
2
Druk op OK.
Het apparaat begint met afdrukken.
246
4. Speciale functies
Afdrukfuncties
•Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 54).
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
10
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
3
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4
Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Als bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken het symbool ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
5
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
6
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
11
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
3
Selecteer uw apparaat.
4
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
Als bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken het symbool ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
Afdrukfuncties
247
4. Speciale functies
12
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een
XPS-bestandsindeling.
•Zie "Functies per model" op pagina 8.
•Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op
Windows Vista OS of een recentere versie.
•Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma beschikbaar is via
de website van Samsung, http://www.samsung.com > zoek uw
product > Ondersteuning of Downloads.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
1
Kruis het selectievak Afdrukken Naar bestand in het venster
Afdrukken aan.
2
Klik op Afdrukken.
3
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
Afdrukfuncties
248
4. Speciale functies
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing
om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte
apparaat.
•Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing
op uw apparaat.
•Selecteer het menu Help, of klik op de knop uit het venster, of druk op F1 op uw toetsenbord, en klik op de optie waar u meer over wilt weten (zie
"Help gebruiken" op pagina 57).
ItemOmschrijving
Meerdere pagina’s
per vel
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s
verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Afdrukfuncties
249
4. Speciale functies
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om
ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het
tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Boekje afdrukken
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het
afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
•Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-stuurprogramma. Deze optie is alleen beschikbaar als u het
XPS-stuurprogramma gebruikt.
•De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Formaat-optie onder het tabblad Papier
om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
•Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen
beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat).
ItemOmschrijving
8
9
Afdrukfuncties
250
4. Speciale functies
Dubbelzijdig
afdrukken
(handmatig)
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document
opgeven.
•Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-stuurprogramma. Deze optie is alleen beschikbaar als u het
XPS-stuurprogramma gebruikt.
•Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina
van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer.
•De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld.
•Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
•Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
•Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
PapieroptiesWijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren
waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
251
4. Speciale functies
WatermerkMet de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters
"DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s af te drukken.
Watermerk
(Een watermerk
maken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken,
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Verwijderen.
d Klik op OK of Afdrukken
tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
252
4. Speciale functies
Overlay
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-stuurprogramma. Deze optie is niet beschikbaar als u het XPS-
stuurprogramma gebruikt
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die
in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier
met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als
u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U
drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
•Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak geen
overlay met een watermerk.
•De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Overlay
(Een nieuwe
paginaoverlay
maken)
a Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken verschijnt.
c Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
d Typ in het venster Opslaan als een naam in het vak Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de map waarin u het overlaybestand
wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op Opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
253
4. Speciale functies
Overlay
(Een paginaoverlay
gebruiken)
a Klik op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden.
Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt.
Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
d Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt
telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay
op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Overlay
(Een paginaoverlay
verwijderen)
a Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
d Klik op Verwijderen.
e Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u verwijderen.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
254
4. Speciale functies
13
Afdrukken vanaf een Mac
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Mac, moet u in elke toepassing die u gebruikt de
instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Mac:
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en
zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4
Open het menu Bestand en klik op Druk af.
5
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
6
Klik op Druk af.
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.
Meerdere pagina's per vel afdrukken
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1
Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer in
de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op
één vel papier wilt afdrukken.
3
Kies de andere te gebruiken opties.
4
Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Afdrukfuncties
255
4. Speciale functies
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 11).
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de
pagina’s wilt inbinden. De bindopties zijn:
•Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden
wordt gebruikt.
•Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
1
Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw Mac-toepassing.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
3
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
4
Kies de andere te gebruiken opties.
5
Als u op Druk af klikt, drukt de printer op beide zijden van het papier
af.
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie
op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van
het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
Afdrukfuncties
256
4. Speciale functies
14
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw
printer afdrukken.
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu File en klik op Page Setup (Print Setup in een
aantal toepassingen).
3
Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw
apparaat is geselecteerd. Klik op Apply.
4
Open het menu File en klik op Print.
5
Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken.
6
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
7
Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad.
8
Klik op Print.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van het model. U kunt eventueel oneven-even pagina's
afdrukken via het lpr-afdruksysteem of andere toepassingen (zie
"Functies per model" op pagina 8).
Bestanden afdrukken
U kunt tekst-, afbeeldings- of PDF-bestanden afdrukken op dit apparaat
door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te
passen. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. U kunt deze bestanden
afdrukken met de onderstaande opdrachtnotatie.
"lp -d <printernaam>-o<optie> <bestandsnaam>"
Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer
informatie.
Afdrukfuncties
257
4. Speciale functies
Printereigenschappen configureren
In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer
wijzigen.
1
Open Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Printers configuration.
2
Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
Properties.
3
Het venster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
•General: locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die
u op dit tabblad invoert, wordt weergegeven in de printerlijst in
Printers configuration.
•Connection: een andere poort bekijken of selecteren. Als u de
poort van het apparaat van USB wijzigt in parallel of omgekeerd
terwijl de printer in gebruik is, moet u de poort van het apparaat
op dit tabblad opnieuw configureren.
•Driver: Hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma
bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties
van het apparaat wilt instellen.
•Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job
om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het
selectievakje Show completed jobs in om een lijst met vorige
afdruktaken weer te geven.
•Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort.
Klik op Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een
bepaalde klasse of klik op Remove from Class als u het
apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster
Printer Properties.
258
4. Speciale functies
Scanfuncties
•Voor basisfuncties voor het scannen, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Basisfuncties voor scannen" op pagina 65).
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
•De maximale resolutie die kan worden bereikt hangt af van
verschillende factoren, zoals de snelheid van de computer, de
beschikbare schijfruimte, het geheugen, de grootte van de
afbeelding die wordt gescand en de bitdiepte-instellingen. Dus
afhankelijk van uw systeem en wat u wilt scannen, kunt u mogelijk
niet op een bepaalde resolutie scannen, vooral wanneer verbeterde
dpi wordt gebruikt.
15
Basisscanmethode
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 11).
U kunt de originelen met uw apparaat scannen via een USB-kabel of via het
netwerk. De volgende methodologieën kunnen worden gebruikt voor het
scannen van uw documenten:
•Scannen naar pc: Hiermee kunt u originelen via het bedieningspaneel
scannen. De gescande gegevens worden vervolgens opgeslagen in de
map Mijn documenten op de verbonden computers (zie "Basisfuncties
voor scannen" op pagina 65).
•TWAIN: TWAIN is een van de vooraf ingestelde beeldtoepassingen.
Wanneer u een afbeelding scant, wordt de geselecteerde toepassing
gestart zodat u het scanproces kunt beheren. U kunt deze functie
gebruiken via de lokale verbinding of de netwerkverbinding (zie
"Scannen vanuit een programma voor het bewerken van afbeeldingen"
op pagina 262).
•Samsung Easy Document Creator: U kunt dit programma gebruiken
voor het scannen van afbeeldingen of documenten (zie "Werken met
Samsung Easy Document Creator" op pagina 290).
Scanfuncties
259
4. Speciale functies
•WIA: WIA staat voor Windows Images Acquisition. U kunt deze functie
alleen gebruiken als de computer rechtstreeks op het apparaat is
aangesloten met een USB-kabel (zie "Scannen met het WIA-
stuurprogramma" op pagina 262).
•USB-geheugen: U kunt een document scannen en de gescande
afbeelding op een USB-geheugenapparaat opslaan.
16
De scaninstellingen in de computer configureren
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
1
Open Samsung Easy Printer Manager (zie "Samsung Easy Printer
Manager gebruiken" op pagina 286).
2
Selecteer het juiste apparaat in de Lijst met printers.
3
Selecteer het menu Instellingen voor scannen naar pc.
4
Selecteer de gewenste optie.
•Scannen activeren: Hiermee bepaalt u of de scanfunctie is
ingeschakeld op het apparaat.
•Het tabblad Standaard: Dit tabblad bevat algemene scan- en
apparaatinstellingen.
•Het tabblad Afbeelding: Dit tabblad bevat instellingen voor
beeldbewerking.
5
Druk op Opslaan > OK.
17
Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten
op een netwerk
Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 24).
U moet het printerstuurprogramma op uw computer installeren vanaf de
software-cd omdat het scanprogramma onderdeel is van het
printerstuurprogramma (zie basishandleiding"Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 31).
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
2
Selecteer (Scan) > Naar pc scan. > Netwerkcomp. op het
configuratiescherm.
Scanfuncties
260
4. Speciale functies
Als u het bericht Niet beschikbaar ziet, controleert u de
poortverbinding.
3
Selecteer uw geregistreerd computer-Id en voer indien nodig het
Wachtwoord in.
•ID is hetzelfde ID als het geregistreerde scan-ID voor de Samsung
Easy Printer Manager > Geavanceerde modus activeren >
Instellingen voor scannen naar pc.
•Wachtwoord is het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers voor
de Samsung Easy Printer Manager > Geavanceerde modus
activeren > Instellingen voor scannen naar pc.
4
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
5
Het apparaat begint te scannen.
De gescande afbeelding wordt opgeslagen op de computer in
C:\Gebruikers\gebruikersnaam\Mijn documenten. De opslagmap
kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte
programma.
18
Naar WSD scannen
Scant de originelen en slaat de scangegevens op de aangesloten computer
op als deze de WSD-functie (Web Service for Device) ondersteunt. Als u de
WSD-functie wilt gebruiken, moet u het WSD-printerstuurprogramma op uw
computer installeren. In Windows 7 kunt u het WSD-stuurprogramma
installeren om door te gaan naar Configuratiescherm > Apparaten en
printers > Een printer toevoegen. Klik op Een netwerkprinter
toevoegen via de wizard.
•Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Functies per model" op pagina 8).
•De WSD-functie werkt alleen met Windows Vista
®
of latere versies
op een WSD-compatibele computer.
•Volg onderstaande installatiestappen voor een Windows 7
computer.
Scanfuncties
261
4. Speciale functies
Een WSD-printerstuurprogramma installeren
1
Klik op Start > Configuratiescherm > Apparaten en printers >
Een printer toevoegen.
2
Klik op Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer
toevoegen via de wizard.
3
Selecteer in de printerlijst de printer die u wilt gebruiken en klik op
Volgende.
•Het IP-adres voor een WSD-printer is http://IP address/ws/
(voorbeeld: http://111.111.111.111/ws/).
•Als er geen WSD-printer wordt weergegeven in de lijst, klikt u op De
printer die ik wil gebruiken staat niet in de lijst > Een printer met
behulp van een TCP/IP-adres of hostnaam toevoegen en
selecteert u Apparaat voor webservices via Apparaattype. Voer
vervolgens het IP-adres van de printer in.
4
Volg de instructies in het installatievenster.
Scannen via de WSD-functie
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
3
Selecteer (Scan) > Scan naar WSD op het bedieningspaneel.
Als u het bericht Niet beschikbaar ziet, controleert u de
poortverbinding. Of controleer of het printerstuurprogramma voor WSD
juist is geïnstalleerd.
4
Selecteer uw computernaam via de WSD PC-lijst.
5
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
6
Het apparaat begint te scannen.
Scanfuncties
262
4. Speciale functies
19
Scannen vanuit een programma voor het
bewerken van afbeeldingen
U kunt documenten scannen en importeren via software voor het bewerken
van afbeeldingen, zoals Adobe Photoshop, als de software TWAIN-
compatibel is. Volg de onderstaande stappen om te scannen met TWAIN-
compatibele software.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
3
Open een toepassing, bijvoorbeeld Adobe Photoshop.
4
Klik op Bestand > Importeren en selecteer de scanner.
5
Stel de scanopties in.
6
Scan uw afbeelding en sla deze op.
20
Scannen met het WIA-stuurprogramma
Uw apparaat ondersteunt ook het WIA-stuurprogramma (Windows Image
Acquisition) voor het scannen van afbeeldingen. WIA is een van de
standaardonderdelen van Microsoft Windows 7 en werkt met digitale
camera’s en scanners. In tegenstelling tot het TWAIN-stuurprogramma
kunt u met het WIA-stuurprogramma zonder aanvullende software
moeiteloos afbeeldingen scannen en bewerken:
Het WIA-stuurprogramma werkt alleen onder besturingssystemen van
Windows (behalve Windows 2000) met een USB-poort.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
3
Klik op Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Apparaten en printers.
4
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het
apparaatstuurprogramma in Printers en faxapparaten en kies .
Scanfuncties
263
4. Speciale functies
5
De toepassing Nieuwe scan wordt gestart.
6
Geef uw scanvoorkeuren op en klik op Voorbeeld om te zien welke
invloed uw voorkeuren op de afbeelding hebben.
7
Scan uw afbeelding en sla deze op.
21
Scannen met Samsung Easy Document Creator
Samsung Easy Document Creator is een programma dat u helpt bij het
scannen, verzamelen en bewaren van documenten in verschillende
formaten, inclusief het .epub formaat.
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen.
•U hebt minimaal Windows XP of recenter en Internet Explorer 6.0 of
hoger nodig om met Samsung Easy Document Creator te kunnen
werken.
•Samsung Easy Document Creator wordt automatisch geïnstalleerd
wanneer u de apparaatsoftware installeert (zie "Werken met
Samsung Easy Document Creator" op pagina 290).
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
2
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma’s.
3
Klik op Samsung Printers en start Samsung Easy Document
Creator.
Klik op Scannen () in het startscherm.
4
Selecteer de scanmethode of een favoriet en klik op Starten.
5
Pas de afbeelding aan met de opties (Scaninstellingen en Meer
opties).
6
Klik op Scannen om een definitieve afbeelding te scannen of op
Voorbeeldscan om eerst nog een voorbeeld te zien te krijgen.
7
Selecteer Opslaan op locatie, Verzenden via e-mail of Verzenden
naar SNS.
8
Klik op Opslaan (een scan opslaan), Verzenden (een scan e-
mailen) of Delen (Uploaden).
Scanfuncties
264
4. Speciale functies
Als er ruimte is op de glasplaat, kan er meer dan één item tegelijkertijd
worden gescand. Gebruik het hulpmiddel om meerdere
selectiegebieden te kiezen.
22
Scannen met de Mac
Scannen via een apparaat dat is aangesloten via
USB
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
3
Start Programma's en klik op Fotolader.
Als het bericht Er is geen apparaat voor het vastleggen van
afbeeldingen aangesloten. verschijnt, maakt u de USB-kabel los en
verbindt u hem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, raadpleegt u
de help bij Fotolader.
4
Selecteer de gewenste optie.
5
Scan uw afbeelding en sla deze op.
Als u niet kunt scannen met Fotolader moet u Mac OS opwaarderen
tot de laatste versie.
Scanfuncties
265
4. Speciale functies
Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten
op een netwerk
Alleen voor draadloze of netwerkmodellen (zie "Functies per model" op
pagina 8).
1
Controleer of uw apparaat met een netwerk is verbonden.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
3
Start Programma's en klik op Fotolader.
4
Gebruik de onderstaande stappen voor het betreffende
besturingssysteem.
•Voor 10.5
-Klik op de menubalk op Apparaten > Blader door
apparaten.
-Controleer of het selectievakje Verbonden naast uw
apparaat is ingeschakeld is in Bonjour-apparaten.
•Voor 10.6 - 10.7 selecteert u uw apparaat bij GEDEELD.
5
Stel de scanopties in dit programma in.
6
Scan uw afbeelding en sla deze op.
•Als u niet kunt scannen met Fotolader, moet u Mac OS bijwerken
met de nieuwste versie.
•Raadpleeg de Help bij Fotolader voor meer informatie.
•U kunt ook TWAIN-compatibele software gebruiken, zoals Adobe
Photoshop.
Scanfuncties
266
4. Speciale functies
23
Scannen in Linux
Scannen
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het bureaublad.
3
Klik op de knop om het venster Scanners Configuration te
openen.
4
Selecteer de scanner in de lijst.
5
Klik op Properties.
6
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 50).
7
Klik in het venster Scanner Properties op Preview.
Scanfuncties
267
4. Speciale functies
8
Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de
afbeelding in het Preview Pane.
9
Sleep met de muisaanwijzer over het gedeelte dat u wilt scannen in
het Preview Pane.
10
Selecteer de gewenste optie.
11
Scan uw afbeelding en sla deze op.
U kunt uw scaninstellingen opslaan en toevoegen aan de
vervolgkeuzelijst Job Type zodat u de instellingen opnieuw kunt
gebruiken.
Een afbeelding bewerken met Image Manager
In de toepassing Image Manager (Afbeeldingen beheren) vindt u
menuopties en knoppen voor de bewerking van gescande afbeeldingen.
268
4. Speciale functies
Faxfuncties
•Voor basisfuncties voor het faxen, raadpleeg de Basishandleiding
(zie "Basisfuncties voor faxen" op pagina 67).
•Deze functie wordt niet ondersteund voor C46xW (zie "Overzicht van
het bedieningspaneel" op pagina 25).
24
Automatisch opnieuw kiezen
Als de lijn van het gekozen nummer bezet is of als het faxapparaat van de
ontvanger niet antwoordt, wordt het nummer automatisch opnieuw
gekozen. De tijd voor een nieuwe kiespoging is afhankelijk van de
standaardinstellingen voor uw land.
Wanneer Opnieuw kiez.? op het display verschijnt, drukt u op (Start)
om het nummer onmiddellijk opnieuw te kiezen. Druk op (Cancel of
Stop/Clear) als u de functie voor automatisch opnieuw kiezen wilt
annuleren.
U kunt ook de wachttijd tussen twee kiespogingen en het aantal
kiespogingen wijzigen.
1
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxinstel. > Verzending op het
configuratiescherm.
2
Selecteer Aant. kiespog. of Opn. kiezen na.
3
Selecteer de gewenste optie.
25
Faxnummer opnieuw kiezen
1
Druk op (Redial/Pause) op het configuratiescherm.
2
Selecteer het gewenste faxnummer.
Tien recent verzonden faxnummer met tien ontvangen
nummerweergaven worden weergegeven.
3
Het apparaat begint automatisch met verzenden wanneer een
origineel in de ADI wordt geplaatst.
Als een origineel op de glasplaat ligt, selecteert u Ja om een andere
pagina toe te voegen. Plaats een ander origineel en druk op OK. Als
u klaar bent, selecteert Nee als Nog een pagina? wordt
weergegeven.
Faxfuncties
269
4. Speciale functies
26
Een verzending bevestigen
Wanneer de laatste pagina van uw origineel correct is verzonden, hoort u
een pieptoon waarna het apparaat terugkeert naar stand-bymodus.
Als er tijdens de verzending van uw fax iets fout gaat, verschijnt een
foutbericht op het display. Wanneer u een foutmelding ontvangt, drukt u op
(Cancel of Stop/Clear) om het bericht te wissen en opnieuw te
proberen om de fax te verzenden.
U kunt het apparaat zo instellen dat er na elke verzonden fax
automatisch een verzendrapport wordt afgedrukt. Druk op (faxen)
> (Menu) > Faxinstel. > Verzending > Transm.rapport op het
bedieningspaneel.
27
Een fax met uw computer verzenden
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
Hiermee kunt u een fax verzenden vanaf uw computer zonder gebruik te
maken van het bedieningspaneel op het apparaat.
Om een fax te versturen vanaf uw computer moet het programma
Samsung Network PC Fax zijn geïnstalleerd. Dit programma wordt
automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van het
printerstuurprogramma.
1
Open het document dat u wilt verzenden.
2
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken verschijnt. Afhankelijk van uw toepassing
kan dit venster er iets anders uitzien.
3
Selecteer Samsung Network PC Fax uit het venster Afdrukken
4
Klik op Afdrukken of OK.
5
Voer de nummers van de ontvangers in en selecteer opties
Faxfuncties
270
4. Speciale functies
Selecteer het menu Help in het venster en klik op de optie waar u meer
over wilt weten.
6
Klik op verzenden.
28
Uitgestelde faxverzending
U kunt het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens uw
afwezigheid) wordt verzonden. U kunt met deze functie geen kleurenfax
verzenden.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
Druk op (faxen) op het configuratiescherm.
3
Pas de resolutie en helderheid naar wens aan.
4
Druk op (Menu) > Faxfunctie > Uitgest. verz. op het
configuratiescherm.
5
Voer het nummer van het ontvangende faxapparaat in en druk op
OK.
6
U wordt gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het
document wilt verzenden in te voeren.
7
Als u meerdere faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK wanneer
Ja oplicht, en herhaalt u stap 5.
•U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven.
•Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen ander
groepskiesnummer meer invoeren.
8
Voer de naam en de tijd in van de taak.
Als u een tijdstip instelt dat vroeger is dan de huidige tijd, wordt de fax
de volgende dag op het ingestelde tijdstip verzonden.
9
Het document wordt in het geheugen opgeslagen voordat het wordt
verzonden.
Het apparaat keert terug naar stand-bymodus. Het display herinnert
u eraan dat het apparaat zich in stand-bymodus bevindt en dat er
een uitgesteld faxbericht is ingesteld.
Hiermee kunt u de lijst van uitgestelde faxtaken controleren.
Druk op (Menu) > Systeeminst. > Rapport > Geplande taken op
het bedieningspaneel.
Faxfuncties
271
4. Speciale functies
Documenten toevoegen aan een gereserveerde
fax
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Pag. toevoegen
op het bedieningspaneel.
3
Selecteer de faxtaak en druk op OK.
Als u klaar bent, selecteert Nee als Nog een pagina? wordt
weergegeven. Het apparaat scant het origineel in en slaat het op in
het geheugen.
4
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Een gereserveerde faxtaak annuleren
1
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Taak annuleren
op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste faxtaak en druk op OK.
3
Druk op OK wanneer Ja verschijnt.
De geselecteerde fax wordt uit het geheugen gewist.
4
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
29
Een fax verzenden met een hoge prioriteit
U gebruikt deze functie als u een fax met hoge prioriteit moet verzenden
voorafgaand aan andere geplande taken. Het origineel wordt naar het
geheugen gescand en onmiddellijk verzonden zodra de lopende taak is
voltooid.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
Druk op (Faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Prior. verz. op
het bedieningspaneel.
3
Voer het ontvangende faxnummer in en druk op OK.
4
Voer de naam van de taak in en druk op OK.
5
Als er een origineel op de glasplaat ligt, selecteert u Ja om een
andere pagina toe te voegen. Plaats een ander origineel en druk op
OK.
Als u klaar bent, selecteert Nee als Nog een pagina? wordt
weergegeven.
Het document wordt gescand en gefaxt naar de bestemmingen.
Faxfuncties
272
4. Speciale functies
30
Een verzonden fax doorsturen naar een andere
bestemming
U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een
andere bestemming te verzenden per fax. Deze functie is nuttig als u een
fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Naar ander nr. >
Doorst. nr fax > Aan op het bedieningspaneel.
De optie Fax is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 11).
3
Voer het ontvangende faxnummer, e-mailadres of serveradres in en
druk op OK.
4
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het
opgegeven faxapparaat.
31
Ontvangen faxen doorsturen
U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een
andere bestemming te verzenden per fax. Deze functie is nuttig als u een
fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
1
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Ontv. en doorst.
of Ontv. doorst. >Doorst. nr fax of Doorst. nr pc > Fax op het
bedieningspaneel.
•De optie Fax is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 11).
•Selecteer Fax als u wilt dat het apparaat de fax afdrukt nadat deze
is doorgestuurd.
2
Voer het ontvangende faxnummer, e-mailadres of serveradres in en
druk op OK.
3
Voer de starttijd en de eindtijd in, en druk vervolgens op OK.
4
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het
opgegeven faxapparaat.
Faxfuncties
273
4. Speciale functies
32
Een fax met uw computer ontvangen
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
•Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u de volgende optie op
Voer een wachtwoord van vier cijfers in en druk op OK.
3
Alle in het geheugen opgeslagen faxberichten worden afgedrukt.
39
Faxen ontvangen in het geheugen
Aangezien het apparaat meerdere taken tegelijk kan uitvoeren, kan het faxen
ontvangen terwijl u kopieert of afdrukt. Als u tijdens het kopiëren of afdrukken een
fax ontvangt, slaat het apparaat de inkomende fax in het geheugen op. Zodra u klaar
bent met kopiëren of afdrukken, wordt de fax automatisch afgedrukt.
Wanneer de fax is ontvangen en wordt afgedrukt, kunnen tegelijkertijd
geen andere kopieer- of afdrukopdrachten worden verwerkt.
40
Automatisch een verzendrapport afdrukken
U kunt het apparaat zo instellen dat een rapport wordt afgedrukt met
gedetailleerde informatie over de 50 laatste faxen (zowel verzonden als
ontvangen), met vermelding van datum en tijd.
1
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxinstel. > Autom. rapport >
Aan op het bedieningspaneel.
2
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
5.Nuttige
beheerprogramma's
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt
benutten.
•Easy Capture Manager279
•Samsung Easy Color Manager280
•Samsung AnyWeb Print281
•Easy Eco Driver282
•SyncThru™ Web Service gebruiken283
•Samsung Easy Printer Manager gebruiken286
•Werken met Samsung Easy Document Creator290
•Samsung-printerstatus gebruiken291
•De Linux Unified Driver Configurator gebruiken293
279
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Capture Manager
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 9).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 9).
Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken op het toetsenbord te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw
schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken.
280
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung Easy Color Manager
Samsung Easy Color Manager helpt gebruikers om subtiele wijzigingen aan te brengen met behulp van 6 kleurtonen en andere eigenschappen, zoals
helderheid, contrast en verzadiging. Wijzigingen van kleurtoon kunnen worden opgeslagen als profiel en worden gebruikt vanaf het stuurprogramma of het
apparaat zelf.
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 9).
•Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 9).
Hiermee kunnen gebruikers van kleurenlaserprinters van Samsung kleuren naar wens aanpassen.
Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads).
281
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung AnyWeb Print
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 9).
•Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 9).
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel
eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma.
Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http://www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads).
282
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Eco Driver
Met Easy Eco Driver kunt u eco-functies toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt.
De functie Easy Eco Driver biedt u ook de mogelijkheid tot simpele bewerkingen zoals het verwijderen van afbeeldingen en tekst, en nog meer. U kunt
instellingen die u vaak gebruikt, opslaan als voorinstelling.
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen.
Gebruiken:
1 Open een document dat u wilt afdrukken.
2 Open het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
3 Selecteer op het tabblad Favorieten de optie Eco Printing Preview.
4 Er verschijnt een voorbeeldvenster.
5 Selecteer de opties die u wilt toepassen op het document.
U kunt een voorbeeld van de toegepaste functies bekijken.
6 Klik op Afdrukken.
Als u Easy Eco Driver bij iedere afdruktaak wilt gebruiken, selecteert u het selectievakje Easy Eco Driver starten starten vóór afdrukken op het tabblad
Basis van het venster met afdrukvoorkeuren.
283
5. Nuttige beheerprogramma's
SyncThru™ Web Service gebruiken
•Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of
hoger vereist.
•De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het
model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
•Alleen voor draadloos model (zie "Verschillende functies" op pagina
11).
1
SyncThru™ Web Service openen
1
Open een webbrowser, zoals Internet Explorer, in Windows.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich
aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd
gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot
het tabblad Settings en het tabblad Security.
1
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich aanmelden als beheerder. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
•ID: admin
•Wachtwoord: sec00000
SyncThru™ Web Service gebruiken
284
5. Nuttige beheerprogramma's
2
SyncThru™ Web Service-overzicht
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu’s mogelijk niet
verschijnen.
Het tabblad Information
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven.
U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende
hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een
foutenrapport.
•Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn
gegenereerd en hun ernst.
•Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er
nog in de cassette zit.
•Usage Counters: Toont de gebruiksteller van het aantal vellen per type
afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig.
•Current Settings: Toont informatie over het apparaat en het netwerk.
•Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde
rapporten, e-mailadressen en lettertyperapporten.
Het tabblad Settings
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen.
U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
•Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde
opties in.
•Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen.
Het tabblad Security
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het
netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
•System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en
schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit.
•Network Security: Hiermee worden de instellingen voor IPv4/IPv6-
filtering en verificatieservers ingesteld.
SyncThru™ Web Service gebruiken
285
5. Nuttige beheerprogramma's
Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware bij te
werken en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen. U
kunt ook een verbinding maken met de website van Samsung of
stuurprogramma’s downloaden door het menu Link te selecteren.
•Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat.
•Contact Information: Geeft de contactgegevens weer.
•Link: Toont koppelingen naar nuttige websites waar u informatie kunt
downloaden of lezen.
3
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie e-
mailmelding.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser, zoals Internet Explorer, in Windows.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer op het tabblad SecuritySystem Security > System
Administrator
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de
beheerder in.
5
Klik op Apply.
286
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 9).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Mac-
besturingssystemen (zie "Software" op pagina 9).
•Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-
printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces
waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor
gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is
eenvoudig: klik gewoon op een knop.
4
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Voor Windows:
Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers >
Samsung Easy Printer Manager.
Mac-gebruikers,
Open de map Toepassingen > de map Samsung > Samsung Easy
Printer Manager.
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende
kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven:
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
287
5. Nuttige beheerprogramma's
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
1
PrinterlijstDe printerlijst geeft printers weer die geïnstalleerd zijn
op uw computer en netwerkprinters die zijn toegevoegd
met netwerkverkenning (alleen in Windows).
2
Printerinformat
ie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de
Selecteer het menu Help en klik op de optie waar u meer over wilt
weten.
5
Overzicht interface instellingen voor gevorderde
gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van
het netwerk en de printers.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie,
netwerk en afdrukinformatie instellen.
Instellingen voor scannen naar pc
Dit menu bevat instellingen waarmee u profielen voor scannen naar pc kunt
maken of verwijderen.
•Scannen activeren: Hiermee bepaalt u of de scanfunctie is
ingeschakeld op het apparaat.
•Het tabblad Standaard: Dit tabblad bevat algemene scan- en
apparaatinstellingen.
•Het tabblad Afbeelding: Dit tabblad bevat instellingen voor
beeldbewerking.
4
Snelkoppeling
en
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke
functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar
toepassingen in de geavanceerde instellingen.
Als u op het apparaat verbinding maakt met een
netwerk, wordt het venster SyncThru™ Web
Service weergegeven.
5
InhoudToont informatie over de geselecteerde printer, het
niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt
naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
6
Benodigdhede
n bestellen
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om
verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online
reservetonercassette(s) bestellen.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
289
5. Nuttige beheerprogramma's
Instellingen voor faxen naar pc
Dit menu bevat instellingen voor de basisfaxfunctie van het geselecteerde
apparaat.
•Uitschakelen: Als Uitschakelen is ingesteld op Aan, worden
binnenkomende faxen niet ontvangen op dit apparaat.
•Faxontvangst op apparaat inschakelen: Hiermee kunt u faxen op het
apparaat inschakelen en meer opties voor de faxfunctie instellen.
Waarschuwingsinstellingen (alleen voor
Windows)
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over
fouten en storingen.
•Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot wanneer
waarschuwingen ontvangen worden.
•E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het ontvangen
van waarschuwingen via e-mail.
•Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met
betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de
toner.
290
5. Nuttige beheerprogramma's
Werken met Samsung Easy Document Creator
Samsung Easy Document Creator is een programma dat u helpt bij het
scannen, verzamelen en bewaren van documenten in verschillende
formaten, inclusief het .epub formaat. Deze documenten kunnen
vervolgens via sociale netwerken of fax worden gedeeld. Of u nu als
student onderzoeksgegevens uit de bibliotheek moet ordenen of als
moeder foto's van het verjaardagsfeestje van vorig jaar wilt delen, met
Samsung Easy Document Creator beschikt u over alle benodigde
hulpmiddelen.
De Samsung Easy Document Creator omvat de volgende functies:
•Afbeelding scannen: Te gebruiken voor het scannen van een of
meerdere afbeeldingen.
•Document scannen: Te gebruiken voor het scannen van
tekstdocumenten of documenten met tekst en afbeeldingen.
•Tekst converteren: Te gebruiken voor documenten die in een
bewerkbare tekstopmaak moeten worden opgeslagen.
•Boek scannen: Te gebruiken om boeken via de glasplaat te scannen.
•Uploaden naar SNS: Biedt een eenvoudige en snelle manier om
gescande of bestaande afbeeldingen te uploaden naar diverse sociale
netwerksites (SNS).
•Converteren naar e-book: Biedt de mogelijkheid om meerdere
documenten als één e-book te scannen of bestaande bestanden naar
e-bookopmaak.
•Plug-in: Scannen, faxen en naar e-book converteren direct vanuit
Microsoft Office.
Klik op de knop Help () in het venster, en klik op de optie waar u meer
over wilt weten.
291
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung-printerstatus gebruiken
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer
controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
•Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
•Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw
apparaat (zie "Specificaties" op pagina 122).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen (zie "Software" op pagina 9).
6
Overzicht Samsung-printerstatus
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout
controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt
automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de
knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
Picto
gram
BetekentOmschrijving
NormaalHet apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn geen
fouten of waarschuwingen.
Waarschuw
ing
Het apparaat is in een toestand waarin er in de
toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld
het geval als het niveau van de toner laag is, wat kan
leiden tot de toner-leegstatus.
FoutEr is minstens één fout in het apparaat.
1
TonerniveauHier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het
aantal tonercassette(s) in het bovenstaande
venster kunnen verschillen afhankelijk van de
gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken
over deze functie.
Samsung-printerstatus gebruiken
292
5. Nuttige beheerprogramma's
2
OptieU kunt instellingen voor waarschuwingen
gerelateerd aan afdruktaken opgeven.
3
Benodigdheden
bestellen
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
4
Gebruikershandlei
ding
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het deel met
de probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
5SluitenSluit het venster.
293
5. Nuttige beheerprogramma's
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken
Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk
bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver
installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken (zie
"Installatie voor Linux" op pagina 153).
Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem, wordt
automatisch het pictogram voor Unified Driver Configurator op uw
bureaublad geplaatst.
7
Unified Driver Configurator openen
1
Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het bureaublad.
U kunt ook op het pictogram Startup klikken en Samsung Unified
Driver > Unified Driver Configurator selecteren.
2
Klik op de knoppen links om het overeenkomstige
configuratievenster te openen.
1Printer Configuration
2Port Configuration
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken
294
5. Nuttige beheerprogramma's
Klik op de knop Help of in het venster om gebruik te maken van de
schermhulp.
3
Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om
Unified Driver Configurator te sluiten.
8
Printerconfiguratie
Printers configuration bevat twee tabbladen: Printers en Classes.
Het tabblad Printers
Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver
Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te
geven.
1Schakelt naar Printers configuration.
2Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.
3
Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat
weergegeven.
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken
295
5. Nuttige beheerprogramma's
De besturingsknoppen van de printer zijn:
•Refresh: Hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten.
•Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
•Remove Printer: Hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat.
•Set as Default: Hiermee stelt u het huidige apparaat in als
standaardapparaat.
•Stop/Start: Hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
•Test: Hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of de
printer goed werkt.
•Properties: Hiermee kunt u de eigenschappen van de printer
weergeven en wijzigen.
Het tabblad Classes
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen
weergegeven.
•Refresh: De lijst me klassen wordt vernieuwd.
•Add Class: Hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen.
•Remove Class: Hiermee verwijdert u de geselecteerde
apparaatklasse.
1Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer.
2
Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de
klasse aan.
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken
296
5. Nuttige beheerprogramma's
9
Ports configuration
In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status
van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een
afgebroken taak.
•Refresh: Hiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen.
•Release port: Hiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven.
1Schakelt naar Ports configuration.
2Alle beschikbare poorten worden weergegeven.
3
Hiermee geeft u het poorttype, het op de poort aangesloten apparaat
en de status weer.
6.Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
•Problemen met papierinvoer298
•Problemen met de voeding en het netsnoer299
•Afdrukproblemen300
•Problemen met de afdrukkwaliteit305
•Problemen met kopiëren313
•Problemen met scannen315
•Problemen met faxen317
•Problemen met het besturingssysteem319
Voor fouten die optreden tijdens het installeren en instellen van de draadloze software,
raadpleegt u de sectie met probleemoplossingen in het hoofdstuk over het instellen van
het draadloze netwerk (zie "Problemen oplossen" op pagina 202).
298
6. Problemen oplossen
Problemen met papierinvoer
ToestandVoorgestelde oplossing
Het papier loopt vast tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier.
Papier kleeft aan elkaar.•Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade.
•Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
•Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
•In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met een aantal vellen
tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort
en hetzelfde formaat en gewicht.
Afdrukpapier wordt niet ingevoerd.•Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
•Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
•Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
•Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Het papier blijft vastlopen.•Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de lade voor handmatige invoer als u
op speciaal materiaal afdrukt.
•U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
•Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
299
6. Problemen oplossen
Problemen met de voeding en het netsnoer
ToestandVoorgestelde oplossing
Het apparaat krijgt geen stroom,
of de verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet goed
aangesloten.
•Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het bedieningspaneel van het apparaat een (Power/
Wakeup)-knop heeft, moet u hierop drukken.
•Maak de kabel van het apparaat los en sluit deze opnieuw aan.
300
6. Problemen oplossen
Afdrukproblemen
ToestandMogelijke oorzaakVoorgestelde oplossing
Het apparaat drukt niet
af.
Het apparaat krijgt geen stroom.Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het bedieningspaneel van het
apparaat een (Power/Wakeup)-knop heeft, moet u hierop drukken.
Het apparaat is niet als standaardprinter
geselecteerd.
Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
•De klep is niet gesloten. Sluit de klep.
•Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 105).
•De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 43).
•Er is geen tonercassette geplaatst. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 85).
•Zorg dat het beschermingsmateriaal is verwijderd van de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 85).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is niet goed aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan (zie "Achterkant" op
pagina 24).
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is mogelijk defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt
en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw
apparaat te gebruiken.
De poortinstelling is niet juist.Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak
naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft,
controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten.
Afdrukproblemen
301
6. Problemen oplossen
Het apparaat drukt niet
af.
Het apparaat is mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn.
Mogelijk is het printerstuurprogramma niet
goed geïnstalleerd.
Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma
opnieuw.
Het apparaat werkt niet goed.Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het document is zo groot dat er niet voldoende
ruimte op de harde schijf van de computer is
om toegang te krijgen tot de afdruktaak.
Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document opnieuw af.
De uitvoerlade is vol.Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met
afdrukken.
Het apparaat haalt
papier uit de verkeerde
invoer.
De papieroptie die in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk
onjuist.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier
in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 56). Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 57).
Een afdruktaak wordt
uiterst langzaam
afgedrukt.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit.
ToestandMogelijke oorzaakVoorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
302
6. Problemen oplossen
De helft van de pagina is
blanco.
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld.Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56). Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 57).
Het ingestelde papierformaat stemt niet
overeen met het formaat van het papier in de
lade.
Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma
overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat
is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is
geselecteerd in het programma dat u gebruikt (zie "Voorkeursinstellingen openen"
op pagina 56).
Het apparaat drukt wel
af, maar de tekst is niet
correct, vervormd of
niet volledig.
De kabel van het apparaat zit los of is defect.Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document
af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat
indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder
wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe
printerkabel.
Het verkeerde printerstuurprogramma is
geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt
geselecteerd.
De softwaretoepassing werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Het besturingssysteem werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en
weer in.
ToestandMogelijke oorzaakVoorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
303
6. Problemen oplossen
Er worden blanco
pagina’s afgedrukt.
De tonercassette is leeg of beschadigd.Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette.
•Zie "Toner herverdelen" op pagina 83.
•Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 85.
Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s.Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Mogelijk is een onderdeel van het apparaat
defect (bijvoorbeeld de controller of het
moederbord).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het apparaat drukt het
PDF-bestand niet juist
af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of
illustraties ontbreken.
Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en
de Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een
afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
De afdrukkwaliteit van
foto’s is niet goed. De
afbeeldingen zijn niet
duidelijk.
De resolutie van de foto is zeer laag. Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in het
programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd.
Er komt voor het
afdrukken ter hoogte
van de uitvoerlade
stoom uit het apparaat.
Het gebruik van geperforeerd papier kan damp
veroorzaken tijdens het afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.
Het apparaat drukt geen
speciaal papier zoals
rekeningpapier af.
Het papierformaat en de
papierformaatinstelling komen niet overeen.
Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 56).
ToestandMogelijke oorzaakVoorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
304
6. Problemen oplossen
Het afgedrukte papier
krult op.
De instelling voor de papiersoort klopt niet.Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel de
papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
ToestandMogelijke oorzaakVoorgestelde oplossing
305
6. Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel
om het probleem te verhelpen.
ToestandVoorgestelde oplossing
Lichte of vage afdrukken•Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 85).
•Als u nog steeds een verticale witte strook of vaag gedeelte op de pagina ziet zelfs als het apparaat nog voldoende toner
heeft, opent en sluit u de voorklep 3 tot 4 keer achtereenvolgens (zie "Apparaatoverzicht" op pagina 21).
•Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
•Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of bevindt het apparaat zich in energiebesparende
modus. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het
printerstuurprogramma.
•Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de
binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 93).
•Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 93). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
De bovenste helft van het
papier is lichter bedrukt dan
de rest van het papier.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
•Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
Problemen met de afdrukkwaliteit
306
6. Problemen oplossen
Tonervlekken•Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
•Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 93).
•Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice (zie
"Het apparaat reinigen" op pagina 93).
OnregelmatighedenAls op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
•Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
•Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een
ander merk.
•Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten.
Probeer een ander soort of merk papier.
•Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
Witte vlekken Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
•Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan
zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 93).
•Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen"
op pagina 93).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
ToestandVoorgestelde oplossing
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
Problemen met de afdrukkwaliteit
307
6. Problemen oplossen
Verticale strepenAls de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
•Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de beeldeenheid in het apparaat. Verwijder de
beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 89).
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
•Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 93). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Zwarte of gekleurde
achtergrond
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
•Gebruik papier met een lager gewicht.
•Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV)
kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
•Verwijder de oude beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 89).
•Herverdeel de toner grondig (zie "Toner herverdelen" op pagina 83).
Tonervegen•Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 93).
•Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
•Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 89).
ToestandVoorgestelde oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit
308
6. Problemen oplossen
Verticaal terugkerende
afwijkingen
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
•De beeldeenheid is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude
beeldeenheid door een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 89).
•Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina
bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
•De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
SchaduwvlekkenSchaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.
•Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open
op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
•Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt afgedrukt op een
gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
Of selecteer Dik papier in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 56).
•Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie
in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina
56). Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
•Als u een nieuwe tonercassette gebruikt, moet u de toner eerst herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 83).
ToestandVoorgestelde oplossing
A
Problemen met de afdrukkwaliteit
309
6. Problemen oplossen
Er blijven tonerdeeltjes
hangen rond vetgedrukte
tekens of donkere foto’s.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
•Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
•Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
Misvormde tekst•Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier.
Papier schuin•Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
•Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
•Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.
ToestandVoorgestelde oplossing
A
aBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
Cc
A
aBbC
c
Problemen met de afdrukkwaliteit
310
6. Problemen oplossen
Gekruld of gegolfd•Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
•Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is.
•Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Vouwen of kreuken•Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
•Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
•Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Achterkant van afdrukken is
vuil
•Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 93).
ToestandVoorgestelde oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit
311
6. Problemen oplossen
Volledig gekleurde of zwarte
pagina’s
•Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw.
•De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen"
op pagina 89).
•Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Losse toner•Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 93).
•Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
•Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 85).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Openingen in tekensLetters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:
•Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
•Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
ToestandVoorgestelde oplossing
A
A
Problemen met de afdrukkwaliteit
312
6. Problemen oplossen
Horizontale strepenControleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
•Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw.
•De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen"
op pagina 89).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker
van de klantenservice.
KrullenAls het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
•Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
•Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik
op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
•Op enkele vellen verschijnt
herhaaldelijk een onbekende
afbeelding.
•Losse toner
•Vage afdruk of vervuiling
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit
beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte (zie "Aanpassing aan luchtdruk of
hoogte" op pagina 239).
ToestandVoorgestelde oplossing
313
6. Problemen oplossen
Problemen met kopiëren
ToestandVoorgestelde oplossing
Kopieën zijn te licht of te
donker.
Pas de tonersterkte in de kopieerfunctie aan om de achtergrond van kopieën lichter of donkerder te maken (zie "De
instellingen per kopie wijzigen" op pagina 60).
Er verschijnen vegen,
strepen, vlekken of stippen
op kopieën.
•Gebruik Tonersterkte in Kopieerfunctie om de achtergrond van uw kopieën lichter te maken als de onregelmatigheden zich
op het origineel bevinden.
•Met Achtergrond wijzigen in de kopieerinstellingen verwijdert u de achtergrondkleur (zie "Achtergrondkl." op pagina 220).
•Als het origineel geen onregelmatigheden vertoont, moet u de scannereenheid reinigen (zie "Scannereenheid reinigen" op
pagina 96).
Kopie staat scheef.•Zorg ervoor dat het origineel is uitgelijnd met de centreergeleider.
•Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 93).
Afgedrukte kopieën zijn
blanco.
Controleer of het origineel op de glasplaat ligt met de bedrukte zijde naar onder of in de automatische documentinvoer met
de bedrukte zijde naar boven.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
Afdruk geeft gemakkelijk af.•Vervang het papier in de lade door papier uit een ander pak.
•In vochtige omstandigheden mag u papier niet te lang ongebruikt in het apparaat laten zitten.
Kopieerpapier loopt
regelmatig vast.
•Waaier de stapel papier uit en leg hem ondersteboven terug in de lade. Vervang het papier in de lade door papier uit een
nieuw pak. Controleer de papiergeleiders en stel deze zo nodig beter af.
•Controleer of het papier het juiste type en het juiste gewicht heeft (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 124).
•Nadat u vastgelopen papier hebt verwijderd, controleert u of er resten van kopieerpapier in het apparaat zijn
achtergebleven.
Problemen met kopiëren
314
6. Problemen oplossen
De tonercassette gaat minder
lang mee dan verwacht.
•Uw originelen bevatten mogelijk afbeeldingen, opgevulde vlakken of dikke lijnen. Uw originelen zijn bijvoorbeeld
formulieren, nieuwsbrieven, boeken of andere documenten die meer toner verbruiken.
•Het deksel van de scanner is mogelijk opengelaten tijdens het kopiëren.
•Schakel het apparaat uit en weer in.
ToestandVoorgestelde oplossing
315
6. Problemen oplossen
Problemen met scannen
ToestandVoorgestelde oplossing
De scanner doet het niet.•Zorg ervoor dat u het te scannen origineel op de glasplaat plaatst met de bedrukte zijde naar onder en in de automatische
documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven (zie "Originelen plaatsen" op pagina 50).
•Er is mogelijk niet voldoende geheugen beschikbaar voor het document dat u wilt scannen. Ga na of de prescanfunctie
werkt. Probeer een lagere scanresolutie.
•Controleer of de printerkabel op de juiste wijze werd aangesloten op uw apparaat.
•Controleer of de printerkabel niet stuk is. Vervang de kabel door een kabel waarvan u zeker weet dat hij werkt. Vervang
indien nodig de kabel.
•Controleer of de scanner op de juiste manier is geconfigureerd. Controleer de scaninstellingen in Easy Document Creator
of in de toepassing die u wilt gebruiken om er zeker van te zijn dat de scantaak naar de juiste poort wordt verzonden
(bijvoorbeeld USB001).
Het apparaat doet erg lang
over een scanopdracht.
•Controleer of er tegelijkertijd ontvangen gegevens worden afgedrukt op het apparaat. Wacht in dat geval met scannen
totdat de afdruktaak is voltooid.
•Het inscannen van afbeeldingen kost meer tijd dan het inscannen van tekst.
Problemen met scannen
316
6. Problemen oplossen
Het volgende bericht
verschijnt op het
computerscherm:
•Apparaat kan niet in de
gewenste H/W-modus
staan.
•Poort wordt gebruikt door
een ander programma.
•Poort is uitgeschakeld.
•'Scanner is bezig met
ontvangen of afdrukken van
data. Probeer het opnieuw
zodra de huidige opdracht is
afgerond.
•Ongeldige ingang.
•Scannen is mislukt.
•Er wordt mogelijk een kopieer- of afdruktaak uitgevoerd. Probeer uw taak opnieuw uit te voeren nadat de voorgaande taak
is voltooid.
•De geselecteerde poort is momenteel in gebruik. Start uw computer opnieuw op en probeer het opnieuw.
•De kabel van uw apparaat is wellicht niet goed aangesloten of het apparaat is niet ingeschakeld.
•Het scannerstuurprogramma is niet geïnstalleerd of het besturingssysteem is niet correct ingesteld.
•Controleer of het apparaat op de juiste wijze is aangesloten en ingeschakeld is. Start de computer vervolgens opnieuw op.
•De USB-kabel is mogelijk niet goed aangesloten of het apparaat is niet ingeschakeld.
ToestandVoorgestelde oplossing
317
6. Problemen oplossen
Problemen met faxen
ToestandVoorgestelde oplossing
Het apparaat werkt niet, het
display blijft leeg of de
toetsen reageren niet.
•Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en steek deze er weer in.
•Controleer of er stroom staat op het stopcontact.
•Controleer of de stroom aan staat.
Geen kiestoon.•Controleer of het telefoonsnoer op de juiste wijze is aangesloten (zie "Achterkant" op pagina 24).
•Controleer of de wandcontactdoos in orde is door er een ander telefoontoestel op aan te sluiten.
De in het geheugen
opgeslagen nummers
worden verkeerd gekozen.
Controleer of de nummers correct in het geheugen zijn opgeslagen. U kunt dit controleren door een adresboeklijst af te
drukken.
Het origineel wordt niet in het
apparaat ingevoerd.
•Controleer of het papier niet gekreukt is en zorg dat u het op de juiste wijze invoert. Ga na of het origineel het juiste formaat
heeft en niet te dik of te dun is.
•Controleer of de ADI goed is gesloten.
•De rubbermat van de automatische documentinvoer is mogelijk aan vervanging toe. Neem contact op met een medewerker
van de klantenservice (zie "Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud" op pagina 80).
Faxberichten worden niet
automatisch ontvangen.
•De ontvangstmodus moet ingesteld zijn op fax (zie "De ontvangstmodus wijzigen" op pagina 274).
•Controleer of de lade papier bevat (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 124).
•Controleer of er een foutmelding wordt weergegeven op het display. Los in dat geval het gemelde probleem op.
Het apparaat verzendt geen
faxberichten.
•Zorg dat het origineel zich in de ADI of op de glasplaat van de scanner bevindt.
•Controleer of het andere faxapparaat uw faxbericht kan ontvangen.
Problemen met faxen
318
6. Problemen oplossen
Een ontvangen faxbericht is
gedeeltelijk blanco of is van
slechte kwaliteit.
•Er is mogelijk een probleem met het faxapparaat van de verzender.
•Een slechte telefoonlijn kan verbindingsproblemen veroorzaken.
•Controleer het apparaat door een kopie te maken.
•De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna bereikt. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen"
op pagina 85).
Sommige woorden van een
ontvangen faxbericht zijn
uitgerekt.
Er is een tijdelijke storing opgetreden in het documenttransport vanaf het apparaat waarvan het faxbericht afkomstig is.
Er staan strepen op de
originelen die u hebt
verzonden.
Controleer of de scannereenheid vuil is en reinig deze indien nodig (zie "Scannereenheid reinigen" op pagina 96).
Het nummer wordt gekozen
maar er kan geen verbinding
tot stand worden gebracht
met de andere fax.
Misschien is het andere faxapparaat uitgeschakeld, is het papier op of kunnen er geen oproepen worden beantwoord. Vraag
de bediener van het andere apparaat om het probleem aan zijn kant op te lossen.
Faxen worden niet in het
geheugen opgeslagen.
Er is mogelijk niet voldoende geheugen om de fax op te slaan. Als het scherm met de status van het geheugen verschijnt,
verwijdert u faxberichten die u niet meer nodig hebt uit het geheugen en probeert u vervolgens de fax opnieuw op te slaan.
Neem contact op met de klantenservice.
Er verschijnen blanco
stukken onder aan de pagina,
met een korte strook tekst
bovenaan.
U hebt mogelijk de verkeerde papierinstellingen gekozen in de door de gebruiker in te stellen opties. Controleer het
papierformaat en -type nogmaals.
ToestandVoorgestelde oplossing
319
6. Problemen oplossen
Problemen met het besturingssysteem
1
Algemene Windows-problemen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows.
ToestandVoorgestelde oplossing
Tijdens de installatie
verschijnt het bericht
"Bestand in gebruik".
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer
het printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht "Algemene
beschermingsfout", "OE-
uitzondering", "Spool 32" of
"Ongeldige bewerking"
verschijnt.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
De berichten "Kan niet
afdrukken" of "Er is een time-
outfout in de printer
opgetreden" verschijnen.
Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is met afdrukken. Als
het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid, controleert u de aansluiting en gaat
u na of er een fout is opgetreden.
Problemen met het besturingssysteem
320
6. Problemen oplossen
2
Veelvoorkomende Mac-problemen
Raadpleeg de Mac-gebruikershandleiding bij uw computer voor meer informatie over Mac-foutmeldingen.
ToestandVoorgestelde oplossing
Het apparaat drukt het PDF-bestand
niet juist af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of illustraties
ontbreken.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als
afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Bepaalde letters worden niet normaal
weergegeven tijdens het afdrukken
van het voorblad.
Mac OS kan bij het afdrukken van het voorblad het gebruikte lettertype niet maken . Normale letters en cijfers worden
normaal weergegeven op het voorblad.
Als u op een Mac-computer een
document afdrukt met Acrobat
Reader 6.0 of hoger, worden de
kleuren niet op de juiste wijze
afgedrukt.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat
Reader.
Problemen met het besturingssysteem
321
6. Problemen oplossen
3
Algemene Linux-problemen
ToestandVoorgestelde oplossing
Het apparaat drukt niet af.•Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers
in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als
dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen.
•Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Open Printers configuration en selecteer uw apparaat uit de lijst met printers.
Bekijk de omschrijving in het deelvenster Selected printer. Druk op de knop Start als tussen de status de tekenreeks
Stopped voorkomt. Hierna zou de printer weer normaal moeten werken. De status "stopped" is mogelijk geactiveerd
wanneer zich problemen met het afdrukken voordoen.
•Controleer of er speciale afdrukopties zijn ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw". Als de parameter "-oraw" is
opgegeven in de opdrachtregel verwijdert u deze om het afdrukprobleem op te lossen. Voor Gimp front-end kiest u “print” -
> “Setup printer” en bewerkt u de opdrachtregelparameter in de menuoptie.
Bepaalde kleurafbeeldingen
worden volledig zwart
afgedrukt.
Dit is een bekende bug in Ghostscript (tot GNU Ghostscript versie 7.05) als de basiskleurruimte van het document
geïndexeerde kleurruimte is en via CIE-kleurruimte wordt geconverteerd. Aangezien PostScript CIE-kleurruimte gebruikt voor
het kleuraanpassingssysteem, moet u Ghostscript op uw systeem upgraden naar GNU Ghostscript versie 7.06 of een hogere
versie. Recente Ghostscript-versies vindt u op www.ghostscript.com.
Sommige kleurafbeeldingen
worden afgedrukt in
onverwachte kleuren.
Dit is een gekende bug in Ghostscript (tot GNU Ghostscript versie 7.xx) als de basiskleurruimte van het document wordt
geïndexeerd als RGB-kleurruimte en wordt geconverteerd via CIE-kleurruimte. Omdat Postscript CIE-kleurruimte gebruikt voor
het kleurvergelijkingssysteem, dient u Ghostscript op uw systeem bij te werken naar GNU Ghostscript versie 8.xx of een hogere
versie. Recente Ghostscript-versies vindt u op www.ghostscript.com.
Het apparaat drukt geen
volledige pagina’s af. Slechts
de helft van de pagina wordt
afgedrukt.
Dit is een bekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een oudere versie van
Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is bij bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript Bug 688252. Het probleem is
opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 en hoger. Download de meest recente versie van AFPL Ghostscript van http://
sourceforge.net/projects/ghostscript/ en installeer deze om dit probleem op te lossen.
Problemen met het besturingssysteem
322
6. Problemen oplossen
Ik kan niet scannen via mijn
Gimp front-end.
Controleer of u in Gimp Front-end het venster Xsane:Device dialog. kunt openen via het menu Acquire. Als dat niet het geval
is, moet u de Xsane-plug-in voor Gimp installeren op de computer. U vindt de Xsane-plug-in voor Gimp op de cd van uw Linux-
distributie of op de homepage van Gimp. Raadpleeg het Help-systeem op de cd van uw Linux-distributie of van de Gimp front-
endtoepassing voor meer informatie.
Raadpleeg de Help-informatie bij de toepassing als u een ander soort scantoepassing wilt gebruiken.
Tijdens het afdrukken van
een document wordt de
foutmelding "Cannot open
port device file" getoond.
Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (bijvoorbeeld met LPR GUI) terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse
versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf
het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien Unified Linux Driver de poort tijdens het afdrukken wordt vergrendelt, blijft deze
vergrendeld door het abrupte afbreken van het stuurprogramma zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende afdruktaken.
Als deze situatie zich voordoet, probeert u de poort vrij te geven door Release port te selecteren in Port configuration.
Het apparaat komt niet voor
in de scannerlijst.
•Controleer of uw apparaat met uw computer is verbonden, op de juiste manier op de USB-poort is aangesloten en
ingeschakeld is.
•Controleer of het scannerstuurprogramma voor uw apparaat op uw computer is geïnstalleerd. Open het venster Unified
Linux Driver Configurator, ga naar Scanners configuration en klik op Drivers. Kijk of de lijst in het venster een
stuurprogramma voor uw apparaat bevat.
•Controleer of de MFP-poort bezet is. Aangezien de functionele onderdelen van het apparaat (printer en scanner) dezelfde
I/O-interface (poort) delen, is het mogelijk dat verschillende toepassingen tegelijkertijd toegang proberen te verkrijgen tot
dezelfde poort. Om conflicten te voorkomen mag slechts één toepassing tegelijk een taak uitvoeren op het apparaat. Op het
systeem van de andere gebruiker wordt de melding "Device busy" (Apparaat bezet) weergegeven. Dit gebeurt doorgaans
bij het starten van een scanprocedure. Er verschijnt een overeenkomstig dialoogvenster.
Om de oorsprong van het probleem te achterhalen, moet u de poortconfiguratie openen en de aan uw scanner toegewezen
poort selecteren. Poortindicatie /dev/mfp0 komt overeen met de bestemming LP:0 die wordt weergegeven in de
scanneropties, /dev/mfp1 heeft betrekking op LP:1, enzovoort. USB-poorten beginnen bij dev/mfp4, dus de scanner op
USB:0 komt overeen met dev/mfp4, enzovoort. In het paneel Selected port kunt u zien of de poort is bezet door een andere
toepassing. Als dit het geval is, wacht u tot de uit te voeren taak is voltooid of drukt u op de knop Release port als u zeker
weet dat de huidige poort niet naar behoren werkt.
ToestandVoorgestelde oplossing
Problemen met het besturingssysteem
323
6. Problemen oplossen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten.
Het apparaat scant niet.•Zorg ervoor dat het document in het apparaat is geladen en dat uw apparaat met de computer is verbonden.
•Mogelijk treedt er een I/O-fout op tijdens het scannen.
ToestandVoorgestelde oplossing
Problemen met het besturingssysteem
324
6. Problemen oplossen
4
Veelvoorkomende PostScript-problemen
De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het PostScript-bestand kan
niet worden afgedrukt
Mogelijk is het PostScript-stuurprogramma
niet correct geïnstalleerd.
•Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software"
op pagina 150).
•Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt afdrukken in PS.
•Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft
voordoen.
Het rapport Fout
limietcontrole wordt
afgedrukt
De afdruktaak is te complex.Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit.
Er wordt een PostScript-
foutenpagina afgedrukt
De afdruktaak is mogelijk geen PostScript-
taak.
Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of de
softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of PostScript-
headerbestand naar het apparaat wordt gestuurd.
De optionele lade is niet
geselecteerd in het
stuurprogramma
Het printerstuurprogramma is niet
geconfigureerd om de optionele lade te
herkennen.
Open de eigenschappen van het stuurprogramma, selecteer het tabblad
Apparaatopties en stel de ladeoptie in.
Als u op een Mac-computer
een document afdrukt met
Acrobat Reader 6.0 of hoger,
worden de kleuren niet op de
juiste wijze afgedrukt.
Mogelijk komt de resolutie-instelling in het
printerstuurprogramma niet overeen met de
resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma
overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Handleiding voor
Windows 8-gebruikers
In dit hoofdstuk worden specifieke functies voor het besturingssysteem Windows 8 beschreven. Dit hoofdstuk is
van toepassing op gebruikers van Windows 8.
•Uitleg over het scherm326
•Systeemvereisten327
•Lokaal installeren van het stuurprogramma328
•Het stuurprogramma over het netwerk installeren330
•Het stuurprogramma over het draadloze netwerk
installeren332
•Installatie van het stuurprogramma ongedaan
maken334
•Samsung Printer Experience gebruiken335
•Managementhulpmiddelen gebruiken342
•Accessoires installeren343
•Problemen oplossen344
•Mogelijk wordt het scherm anders weergegeven afhankelijk van het model of de
interface die wordt gebruikt.
•Omdat deze handleiding is gebaseerd op Windows 8, kunnen sommige instructies
afwijken afhankelijk van de versie. De handleiding kan ook zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
326
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
Uitleg over het scherm
Windows 8 biedt zowel de nieuwe Start als de Bureaublad van het bestaande besturingssysteem.
StartschermBureaubladscherm
327
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
Systeemvereisten
Besturings
systeem
Vereisten (aanbevolen)
ProcessorRAM
Beschikb
are
schijfrui
mte
Windows
®
8
Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-
bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)16 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB
geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
•DVD-R/W-station
328
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten.
•Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
•De app Samsung Printer Experience kan alleen worden gebruikt
in het Startscherm wanneer het V4-stuurprogramma is
geïnstalleerd. Het V4-stuurprogramma wordt automatisch
gedownload van Windows Update als uw computer verbinding heeft
met internet. Als dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma
handmatig downloaden van de Samsung-website,
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads.
•Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4-
stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
1
Vanaf het Startscherm
1
Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld en verbonden met
internet.
2
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
3
Sluit de computer en het apparaat aan met een USB-kabel.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
•Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde software-
cd (zie "Vanaf het Bureaubladscherm" op pagina 329).
•U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken,
hebt u een Microsoft-account nodig.
1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
2 Klik op Store(Store).
3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
4 Klik op Installeer.
Lokaal installeren van het stuurprogramma
329
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
2
Vanaf het Bureaubladscherm
Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, kunt u het geïnstalleerde stuurprogramma niet gebruiken vanaf het
Startscherm.
1
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms en selecteert u Zoeken > Apps en zoekt u Uitvoeren. Typ
X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door de letter van uw cd-
romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf moet
gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en selecteert u
Run Setup.exe.
2
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
3
Selecteer USB-verbinding in het scherm Type printerverbinding.
Klik daarna op Volgende.
4
Volg de instructies in het installatievenster.
330
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
Het stuurprogramma over het netwerk installeren
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
•Apparaten die geen ondersteuning bieden voor netwerken, kunnen
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 24).
•De app Samsung Printer Experience kan alleen worden gebruikt
in het Startscherm wanneer het V4-stuurprogramma is
geïnstalleerd. Het V4-stuurprogramma wordt automatisch
gedownload van Windows Update als uw computer verbinding heeft
met internet. Als dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma
handmatig downloaden van de Samsung-website,
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads.
•Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4-
stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
3
Vanaf het Startscherm
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld
zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 157).
2
Ga naar Charms(charms), selecteer Instellingen > Pc-
instellingen wijzigen > Apparaten.
3
Klik op Een apparaat toevoegen.
De gedetecteerde apparaten worden op het scherm weergegeven.
4
Klik op de modelnaam of de hostnaam die u wilt gebruiken.
•U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarop de hostnaam van het
huidige apparaat wordt weergegeven (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 197).
•Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde software-
cd (zie "Vanaf het Bureaubladscherm" op pagina 329).
•U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken,
hebt u een Microsoft-account nodig.
1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
2 Klik op Store(Store).
3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
4 Klik op Installeer.
5
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
Het stuurprogramma over het netwerk installeren
331
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
4
Vanaf het Bureaubladscherm
Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, kunt u het geïnstalleerde stuurprogramma niet gebruiken vanaf het
Startscherm.
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld
zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 157).
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms en selecteert u Zoeken > Apps en zoekt u Uitvoeren. Typ
X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door de letter van uw cd-
romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf moet
gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en selecteert u
Run Setup.exe.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
4
Selecteer Netwerkverbinding in het scherm Type
printerverbinding.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
332
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
Het stuurprogramma over het draadloze netwerk installeren
•De app Samsung Printer Experience kan alleen worden gebruikt
in het Startscherm wanneer het V4-stuurprogramma is
geïnstalleerd. Het V4-stuurprogramma wordt automatisch
gedownload van Windows Update als uw computer verbinding heeft
met internet. Als dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma
handmatig downloaden van de Samsung-website,
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads.
•Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4-
stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
•U moet bij het instellen voor draadloos netwerk gebruikmaken van
de meegeleverde software-cd in Bureaubladmodus.
•Als u een computer zonder cd-romstation gebruikt, kunt u het
draadloze netwerk instellen met het bedieningspaneel van het
apparaat (zie "Draadloos netwerk instellen" op pagina 170).
5
Vanaf het Startscherm
1
Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u
een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing
te kunnen afdrukken.
2
Ga naar Charms(charms), selecteer Instellingen > Pc-
instellingen wijzigen > Apparaten.
3
Klik op Een apparaat toevoegen.
De gedetecteerde apparaten worden op het scherm weergegeven.
4
Klik op de modelnaam of de hostnaam die u wilt gebruiken.
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarop de hostnaam van het
huidige apparaat wordt weergegeven (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 197).
5
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
Het stuurprogramma over het draadloze netwerk installeren
333
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
•Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde software-
cd (zie "Vanaf het Bureaubladscherm" op pagina 329).
•U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken,
hebt u een Microsoft-account nodig.
1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
2 Klik op Store(Store).
3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
4 Klik op Installeer.
6
Vanaf het Bureaubladscherm
Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, kunt u het geïnstalleerde stuurprogramma niet gebruiken vanaf het
Startscherm.
1
Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms en selecteert u Zoeken > Apps en zoekt u Uitvoeren. Typ
X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door de letter van uw cd-
romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf moet
gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en selecteert u
Run Setup.exe.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
4
Volg de instructies in het installatievenster.
Raadpleeg het hoofdstuk over installatie via het draadloze netwerk voor
installatie via het draadloze netwerk of installatie van stuurprogramma's
(zie "Draadloos netwerk instellen" op pagina 170).
334
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
Installatie van het stuurprogramma ongedaan maken
7
Vanaf het Startscherm
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Klik op de tegel Samsung-printersoftware deïnstalleren in het
Startscherm.
3
Volg de instructies in het venster.
•Als u geen tegel voor Samsung-printersoftware kunt vinden,
deïnstalleert u vanuit de bureaubladmodus (zie "Vanaf het
Bureaubladscherm" op pagina 334).
•Als u de hulpmiddelen voor printermanagement van Samsung wilt
deïnstalleren vanuit het Startscherm, klikt u met de rechtermuisknop
op het programma dat u wilt Installatie ongedaan maken >
Installatie ongedaan maken en volgt u de instructie in het venster.
8
Vanaf het Bureaubladscherm
1
Selecteer vanuit de balk Charms de optie Zoeken > Apps(App).
2
Zoek naar en klik op Configuratiescherm.
3
Klik op Programma's en onderdelen.
4
Klik met de rechtermuisknop op het stuurprogramma dat u wilt
deïnstalleren en kies Installatie ongedaan maken.
5
Volg de instructies in het venster.
335
Handleiding voor Windows 8-gebruikers
Samsung Printer Experience gebruiken
Samsung Printer Experience is een Samsung-toepassing die beheer en
instellingen van Samsung-apparaten in één locatie combineert. U kunt
Zijn er collega-gebruikers van de Samsung C6460 die net als ik de volgende opmerking op de display kregen: "Fuser weldra vervangen" en "Bereid de nieuwe transportriem voor".
Ik heb geen idee wat dat betekent (ik ben geen monteur) en de handleiding is er ook niet erg duidelijk over. Met dank voor uw suggesties.
Gesteld op 12-4-2023 om 20:02
Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.
Product:
Spelregels forum
Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:
lees eerst de handleiding door;
controleer of uw vraag al eerder door iemand anders is gesteld;
probeer uw vraag zo duidelijk mogelijk te stellen;
heeft u een probleem en al geprobeerd om dit op te lossen, vermeld dit erbij aub;
heeft u een oplossing gekregen van een bezoeker dan horen wij dat graag in dit forum;
wilt u een reactie geven op een vraag of antwoord, gebruik dan niet dit formulier maar klik op de knop 'reageer op deze vraag';
uw vraag wordt direct op de website gezet; vermijd daarom persoonlijke gegevens in te vullen;
Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.
Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.
Abonneren
Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Samsung SL-C460W bij:
nieuwe vragen en antwoorden
nieuwe handleidingen
U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.
Ontvang uw handleiding per email
Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Samsung SL-C460W in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.
De handleiding is 42,35 mb groot.
U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.
Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email
Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.
Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.
Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken
U heeft geen emailadres opgegeven
Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.
Uw vraag is op deze pagina toegevoegd
Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.