GECONDENSEERD WATER WEG GOOIEN( )
1. Trek de watertank naar u toe om deze te verwijderen.
Wanneer u de watertank verwijdert, kunt u deze gezien het
gewicht het beste met beide handen vasthouden. Zorg
ervoor dat u geen water uit de tank morst.
2. Verwijder het gecondenseerde water uit de watertank.
• Verwijder na elk droogprogramma het gecondenseerde
water uit de watertank.
Aangezien u het risico loopt dat het water gaat lekken
wanneer u niet na elk programma het water loost, moet u
ervoor zorgen dat het water wordt afgevoerd.
Als u de watertank leegt en op de knop Start drukt, wordt het indicatielampje voor een volle
watertank ( ) op het LED-paneel uitgeschakeld.
HET FILTER REINIGEN( )
1. Open de deur en verwijder het filter door deze omhoog te
trekken.
2. Open de filterbehuizing en reinig deze.
• Reinig het filter meteen nadat het droogprogramma is
beëindigd.
• Als u het filter na een bepaalde gebruiksperiode niet reinigt, kan dit ten koste gaan van
de droogprestaties, zie pagina 26 voor uitleg en ontstaat er brandgevaar. Reinig het filter
na elk droogprogramma.
• Aangezien een gebroken of beschadigde filterbehuizing ten koste gaat van de
droogprestaties, zie pagina 26 voor uitleg en er brandgevaar ontstaat, moet u een
gebroken of beschadigde filterbehuizing altijd vervangen.
• Reinig de filterbehuizing na elk droogprogramma.
• Als het oppervlak van de filter nat is, gebruikt u de filter pas nadat deze volledig is
gedroogd.
• Als u het filter reinigt en op de knop Start drukt, wordt het indicatielampje voor het filter
( ) op het LED-paneel uitgeschakeld.