[30]
Flitser
ƈ U kunt het type scherpstelling selecteren op basis
van de afstand van het onderwerp.
De afstandsbereiken worden hieronder
aangegeven.
ƈ Tijdens de modi ASR, Continue opname, Continue
opname tegen hoge snelheid,
Bewegingsvastlegging, AEB, Filmclip en Stilstaand
beeld (uigezonderd NACHT, PORTRET en
KINDEREN, TEGNLICHT, STRAND EN SNEEUW), zal de flitser niet werken.
ſ Als de modus Supermacro is ingeschakeld, wordt de flitser standaard
uitgeschakeld.
ſ Als het submenu [CONTINU], [HOGE SNLH], [BEW.DETECTIE] of [AEB] wordt
geselecteerd, wordt de flitser automatisch uitgeschakeld.
Normaal
W: 0.8 - 4.9 W: 0.3 - 0.8 W: 0.3 - 4.9
T: 1.5 - 3.0 T: 0.5 - 1.5 T: 0.5 - 3.0
Macro
Auto Macro
ISO
AUTO
ƈ Flitserbereik (W: Wide - Groothoek, T: Tele) (Eenheid: m)
ƃ Als u op de sluiterknop drukt nadat u de flitsermodus Auto, Steunflits of
Trage synchro hebt geselecteerd, gaat de eerste flitser af om de
opnameomstandigheden (flitserbereik en vermogen van flitser) te
controleren. Beweeg u niet totdat de tweede flits is afgegaan.
ƃ Als u veelvuldig gebruik maakt van de flitser, raken de batterijen sneller
uitgeput.
ƃ Onder normale gebruiksomstandigheden duurt de oplaadtijd van de flitser
minder dan 5 seconden. Als de batterijen zwak zijn, duurt het opladen
langer.
ƃ Maak opnames binnen het flitserbereik.
ƃ De beeldkwaliteit wordt niet gegarandeerd als het onderwerp zich te dichtbij
bevindt of sterk reflecteert.
ƃ Als u een opname met flits maakt in een slecht verlichte omgeving, is er
mogelijke een witte stip te zien in het vastgelegde beeld. Deze stip wordt
veroorzaakt door de reflectie van het flitslicht op voorwerpen in de
omgeving. Het is geen camerastoring.
ƃ
Open de ingebouwde flitser niet met geweld. Anders kan de flitser stukgaan.
INFORMATIE