[21]
Indicator LCD-scherm
De opnamemodus starten
De modus AUTO ( ) gebruiken
1. Plaats de batterijen(p.15). Plaats de batterijen en zorg ervoor
dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
2. Plaats de geheugenkaart (p. 18). Aangezien deze camera
een intern geheugen van 20MB heeft, hoeft u geen
geheugenkaart te plaatsen. Als geen geheugenkaart wordt
geplaatst, worden opnamen opgeslagen in het interne
geheugen. Als de geheugenkaart is geplaatst, worden
opnamen opgeslagen op de geheugenkaart.
3. Sluit het klepje voor het batterijvak.
4. Druk op de aan/uit-knop om de camera in te schakelen.
(Als de datum en tijd die worden weergegeven op het
LCD-scherm onjuist zijn, stelt u deze opnieuw in
voordat u een opname gaat maken.)
5. Selecteer de modus AUTO door aan de keuzeschijf
voor modusselectie te draaien.
6. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt
maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
7. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
[Modus AUTO]
Als het kader voor automatische scherptestelling rood wordt wanneer u de sluiterknop
halverwege indrukt, betekent dit dat u niet kan scherpstellen op het onderwerp.
In dat geval is de camera niet in staat een scherpe opname van een tafereel te maken.
INFORMATIE
17 Witbalans p.40
18 ISO p.40
19 RGB RGB p.39
20 Scherpte p.51
21 Beeldkwaliteit p.48
22 Beeldformaat p.47
Aantal resterende fotos 12 p.17
24
Optische/ digitale zoombalk/ zoomfactor
p.29~30
p.17
00:01:30/ 01:00:00
Resterende opnametijd
(bewegende beelden/ spraakopname)