90
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Controleer het volgende:
Probleem Oorzaken Oplossing
- Plaats nieuwe batterijen.
- Sluit een wisselstroomadapter aan
- Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in
de juiste richting zitten (+ / -).
- De batterijen zijn bijna leeg.
- Er is geen
wisselstroomadapter
aangesloten
- De batterijen zijn verkeerd om
geplaatst.
- De batterijen zijn zwak
- De camera wordt automatisch
uitgeschakeld.
-
De adapter is niet goed aangesloten
- De camera wordt gebruikt bij
lage temperaturen
- Er is onvoldoende geheugen
beschikbaar.
- De geheugenkaart is niet
geformatteerd.
- Het geheugen is vol.
- De camera is uitgeschakeld
- De batterijen zijn zwak
- Het geheugen is vergrendeld.
- De batterijen zijn verkeerd om
geplaatst.
De camera kan niet
worden
ingeschakeld.
De camera wordt
tijdens het gebruik
uitgeschakeld
De batterijen raken
snel leeg.
De camera maakt
geen foto's
wanneer u op de
sluiterknop drukt.
- Plaats nieuwe batterijen.
-
Druk op de aan/uit-knop om de camera
in te schakelen.
-
Verwijder de adapter en sluit deze opnieuw aan
- Zorg ervoor dat de camera warm blijft
(bijvoorbeeld in uw binnenzak) en haal deze
alleen te voorschijn om opnamen te maken.
- Verwijder afbeeldingsbestanden die u niet
meer nodig hebt.
- Formatteer de geheugenkaart (p. 79)
- Plaats een nieuwe geheugenkaart.
- Zet de camera aan.
- Plaats nieuwe batterijen.
- Raadpleeg het foutbericht [KAART VERGR!]
(p. 89)
- Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in
de juiste richting zitten (+ / -).
- De camera is uitgeschakeld
vanwege een storing.
De camera wordt
plotseling
uitgeschakeld
tijdens het gebruik.
- Verwijder de batterijen en plaats deze
opnieuw en schakel daarna de camera
opnieuw in