82
Als u de geluidsfunctie instelt op ON (AAN), worden verschillende geluiden geactiveerd voor
het opstarten van de camera, voor het indrukken van knoppen en voor kaartfouten, zodat u
op de hoogte bent van de camerastatus.
De geluidsfunctie instellen
1. Druk op de knop MENU als u zich in een andere modus
dan Voice Recording (Spraakopname) bevindt.
2. Druk op de knop LINKS/RECHTS en selecteer de
menutab [SETUP].
3. Selecteer het menu [GELUID] door op de knop
OMHOOG/OMLAAG en vervolgens op de knop RECHTS
te drukken.
4. Selecteer het gewenste submenu door op de richtingknop
OMHOOG of OMLAAG en vervolgens op OK te drukken.
- Submenu [GELUID]: UIT/LAAG/MIDDEL/HOOG
5. Druk tweemaal op de menuknop om het menu te verlaten.
Geluid
Beschrijving van het functielampje
Functie Omschrijving
Tijdens opstarten
Nadat u een opname hebt gemaakt
Tijdens spraakopname
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
Functielampje
Als de zelfontspanner is
ingeschakeld
Het functielampje brandt, zelfs als dit is ingesteld op UIT.
(Zie pagina 34.)
Het functielampje knippert en gaat vervolgens uit als de camera
gereed is voor het maken van een opname.
Het functielampje knippert eenmaal.
Functielampje knippert met tussenpozen van 1 seconde.
Functielampje knippert met tussenpozen van 1 seconde.
SETUP
AFDRUK
LAMP
GELUID
TERUG:
STLIN:OK
UIT
LAAG
MIDDEL
2592