24
De modus SCÈNE ( ) gebruiken
Gebruik het menu om op eenvoudige wijze optimale instellingen te kiezen voor een reeks
opnamesituaties zoals kinderen, landschappen, close-ups, zonsondergangen,
zonsopkomsten, tegenlicht, vuurwerk, strandscènes en
sneeuwlandschappen.
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus SCÈNE door aan de keuzeschijf
voor modusselectie te draaien.
6. Druk op de knop MENU om de modus SCÈNE weer te
geven.
7. Gebruik de knop LINKS of RECHTS om de menutab
[SCÈNE] te selecteren.
8. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om het
gewenste submenu [SCÈNE] te selecteren. Zie pagina
44 voor gedetailleerde beschrijvingen van elk scherm.
9. Het pictogram voor de huidige scène wordt in de
linkerbovenhoek van het LCD-scherm weergegeven.
10. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp
en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van
de zoeker of het LCD-scherm.
11. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
De opnamemodus starten
PORTRET-modus ( )
Deze modus wordt gebruikt voor alleen portretfotos of voor
zowel portret- als landschapsfotos.
NACHT-modus ( )
Deze modus wordt s nachts gebruikt of als de achtergrond
erg donker is. Configureer de sluitersnelheid per
zoomfactor (lange sluitertijd) met de knop +/-. Zie pagina
37 voor een gedetailleerde beschrijving van de lange
sluitertijd.
[ SCENE-modus ]