GEAVANCEERDE FUNCTIES
DE OPNAMEFUNCTIE INSTELLEN
FOCUSING (SCHERPTEREGELING)
In de opnamemodi voor stilstaand beeld en macro-opname kunt u het bereik voor de
scherpteregeling selecteren.
1. Zet de camera aan.
2. Draai de schijf voor modusselectie in de modus STILSTAAND
BEELD of de modus MACRO-OPNAME.
3. Schakel het LCD-display niet uit.
4. Druk op de menuknop om het menu weer te geven op het
LCD-display .
5. Druk op de knop OMHOOG ( ) / OMLAAG
( ) en selecteer [FOCUSING].
6. De cursor kan naar het submenu [FOCUSING] worden
verplaatst door op de richtingknop RECHTS ( ) te
drukken.
7. Selecteer het gewenste submenu door op de knop OMHOOG
( ) of OMLAAG ( ) te drukken.
De standaardwaarde is CENTRAL.
8. Klik, nadat u het gewenste submenu hebt geselecteerd, op de
knop OK om de instelling te bevestigen.
9. Druk op de knop MENU om de menuweergave te annuleren.
<Modus STILSTAAND BEELD>
<Modus MACRO-OPNAME>
CENTRAL
SPOT
P1 SELECT OK SET
FOCUSING
CENTRAL
SPOT
P1 SELECT OK SET
FOCUSING