AFSPELEN
[45]
De afspeelmodus starten
Zet de camera aan en selecteer de afspeelmodus (PLAY) door aan de kiesschijf te draaien. De
camera kan nu de afbeeldingen afspelen die zijn opgeslagen in het geheugen.
U kunt de functie voor de modus AFSPELEN instellen met behulp van de knoppen op de
camera en het LCD-scherm.
1. Zet de camera aan met de aan/uit-schakelaar.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de
keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. De laatste afbeelding die is opgeslagen in het
geheugen wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4. Selecteer een opname die u wilt afspelen door op
de knop OMHOOG ( ) of OMLAAG ( ) te
drukken.
Een stilstaand beeld afspelen
Houd de knop LINKS / RECHTS ingedrukt om de
afbeeldingen snel achter elkaar weer te geven.