[64]
Afspeelmodus
5. Druk op de knop OMHOOG ( ), OMLAAG( ), LINKS ( ) of RECHTS ( ) om naar de gewenste
opname te gaan.
De geselecteerde afbeelding wordt gemarkeerd.
Er worden pictogrammen weergegeven om aan te geven welk type bestand is geselecteerd.
( ) : Bestand met bewegende beelden ( ) : DPOF indicator
( ) : Beveiligingsindicator
6. Druk tijdens het bekijken van een miniatuurweergave op de knop OK of ZOOM T om de
geselecteerde opname weer te geven in de modus voor afzonderlijke weergave.
Op de knop voor
miniatuurweergave
(W) drukken
Gemarkeerde afbeelding
(geselecteerde afbeelding)
Normale weergavemodus Modus voor miniatuurweergave
Knop MINIATUUR / ZOOM W
U kunt tot 9 foto’s tegelijk bekijken met behulp van de functie THUMBNAIL (MINIATUREN).
Miniatuurweergave
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Er wordt een afbeelding weergegeven op het LCD-scherm.
4. Druk op de knop MINIATUUR ( ) in de afspeelmodus. Er worden 9 afbeeldingen tegelijk
weergegeven op het LCD-scherm. In de miniatuurweergave wordt de foto gemarkeerd weergegeven
die werd afgebeeld op het moment dat de miniatuurmodus werd geselecteerd.