Verklaring in officiële talen ......................................... 159
Index .......................................................................... 161
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het
maken van opnamen.
Uitpakken
…………………………………… 14
Indeling van de camera
…………………… 15
De batterij en geheugenkaart plaatsen
… 17
De batterij opladen en de
camera inschakelen
……………………… 18
De batterij opladen
……………………… 18
De camera inschakelen
…………………… 18
De eerste instellingen uitvoeren
………… 19
Uitleg over de pictogrammen
…………… 21
Het startscherm gebruiken
……………… 22
Het startscherm openen
………………… 22
Pictogrammen op het startscherm
……… 23
Achtergrond instellen
……………………… 25
Opties of menu's selecteren
……………… 26
Het scherm en geluid instellen
…………… 28
Het schermtype instellen
………………… 28
Het geluid instellen
……………………… 29
Foto's maken
……………………………… 30
Het scherm aan de voorzijde
inschakelen
……………………………… 31
Zoomen
…………………………………… 31
Bewegingsonscherpte
voorkomen (OIS)
………………………… 33
Tips om betere foto's te maken
………… 35
Basisfuncties
14
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
CameraAC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterijPolslus
Gebruiksaanwijzing op cd-romSnelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etuiA/V-kabel
Geheugenkaart/Geheugenkaartadapter
•
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die
bij uw product zijn geleverd.
•
Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de
doos zitten.
•
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of
een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk
voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde
accessoires ontstaan.
Basisfuncties
15
Indeling van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Statiefbevestigingspunt
Flitser
Lens
Microfoon
Ontspanknop
AF-hulplampje/Timerlampje
Luidspreker
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en
A/V-kabel
Power-knop
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne
antenne tijdens het gebruik van het
draadloze netwerk.
(alleen DV300F/DV305F)
Scherm aan de voorzijde
Knop LCD op voorzijde
Basisfuncties
16
Indeling van de camera
KnopBeschrijving
BasisfunctiesOverige functies
D
De schermoptie wijzigen.Omhoog
c
De macro-optie wijzigen.Omlaag
F
De flitseroptie wijzigen.Naar links
t
De timeroptie wijzigen.Naar rechts
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu
bevestigen.
Statuslampje
•
Knippert: wanneer de camera een foto
of video opslaat, wordt gelezen door
een computer of printer, als het beeld
onscherp is of als er een probleem is
met het opladen van de batterij (op de
DV300F/DV305F, wanneer de camera
verbinding maakt met WLAN of een foto
verzendt)
•
Licht op: wanneer de camera is
aangesloten op een computer, wanneer
de batterij wordt opgeladen of wanneer
het beeld is scherpgesteld
Zoomknop
•
In de opnamemodus: in- en uitzoomen
•
In de afspeelmodus: inzoomen op
een deel van de foto, bestanden als
miniaturen weergeven of het volume
aanpassen
Hoofdscherm
Knoppen
(Bekijk de onderstaande tabel)
De polslus bevestigen
x
y
KnopBeschrijving
Het startscherm openen.
Opties of menu's openen.
De afspeelmodus openen.
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Basisfuncties
17
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling naar
rechts om de batterij los te
maken.
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Oplaadbare batterij
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omhoog
gericht.
Basisfuncties
18
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [
P
] ingedrukt te houden totdat het
statuslampje knippert, geeft de camera geen enkel geluid.
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de
USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de
USB-kabel aan op de AC-adapter.
Statuslampje
•
Rode lampje brandt: bezig met opladen
•
Rode lampje uit: volledig opgeladen
•
Rode lampje knippert: fout opgetreden
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn
geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het
mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet
correct werkt.
Basisfuncties
19
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen
om de basisinstellingen van de camera te configureren.
4
Druk op [
D
/
c
] om Thuis te selecteren en druk
op [
o
].
•
Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en
selecteert u een nieuwe tijdzone.
5
Druk op [
F
/
t
] om een tijdzone te selecteren en druk op
[
o
] [
m
].
AnnuleerInstellen
Tijdzone : Thuis
Londen
•
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde
taal.
1
Controleer of Language is gemarkeerd en druk op
[
t
] of [
o
].
2
Druk op [
D
/
c
] om een taal te selecteren en
druk op [
o
].
3
Druk op [
c
] om Tijdzone te selecteren en druk op
[
t
] of [
o
].
Basisfuncties
20
De eerste instellingen uitvoeren
6
Druk op [
c
] om Datum/tijd aanpassen te selecteren
en druk op [
t
] of [
o
].
AnnuleerInstellen
Datum/tijd aanpassen
JaarMaandDagUurMin.
Zomertijd
•
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde
taal.
7
Druk op [
F
/
t
] om een item te selecteren.
8
Druk op [
D
/
c
] om de datum, tijd en zomertijd in te
stellen en druk op [
o
].
9
Druk op [
c
] om Datumtype te selecteren en druk op
[
t
] of [
o
].
10
Druk op [
D
/
c
] om een datumnotatie te selecteren
en druk op [
o
].
11
Druk op [
c
] om Type tijd te selecteren en druk op
[
t
] of [
o
].
12
Druk op [
D
/
c
] om een tijdnotatie te selecteren en
druk op [
o
].
13
Druk op [
m
] om de eerste configuratie te voltooien.
Basisfuncties
21
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
2
3
3
Opnamegegevens
SymboolBeschrijving
Huidige datum
Huidige tijd
Scherm aan de voorzijde is aan
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart geplaatst
•
: volledig opgeladen
•
: gedeeltelijk
opgeladen
•
: leeg (opladen)
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Beschikbare opnametijd
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
Zoomverhouding
2
Opnameopties (rechts)
SymboolBeschrijving
Intelli-zoom aan
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Framesnelheid
Flitser
Sound Alive Aan
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Autofocusinstelling
Beeldaanpassing (contrast,
scherpte en kleurverzadiging)
Timer
1
Opnameopties (links)
SymboolBeschrijving
Opnamemodus
Belichtingswaarde aangepast
ISO-waarde
Witbalans
Gezichtsdetectie
Gezichtstint
Optie voor serieopnamen
Basisfuncties
22
Het startscherm gebruiken
Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een opnamemodus selecteren of het instellingenmenu openen.
Nr.Beschrijving
1
Huidig startscherm
•
Draai de [Zoomknop] naar links of rechts om over te
schakelen naar een ander startscherm.
•
Druk op [
D
] om naar de naam van het startscherm
te scrollen en druk op [
F
/
t
] om over te schakelen naar
een ander startscherm.
•
Druk herhaaldelijk op [
F
/
t
] om over te schakelen naar
een ander startscherm.
2
Moduspictogrammen
•
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar een gewenste modus
te scrollen en druk op [
o
] om de modus te openen.
Het startscherm openen
Druk in de opname- of afspeelmodus op [h]. Druk nogmaals op
[h] om naar de vorige modus terug te keren.
1
2
Smart Auto
Scène
Programma
Live
Panorama
Slimme film
Film
Terug
Pagina bewegen
Instellingen
AlbumWi-Fi
BasisB
as
i
s
Basisfuncties
23
Het startscherm gebruiken
Pictogrammen op het startscherm
<Basis>
SymboolBeschrijving
Smart Auto: een foto maken met een scènemodus
automatisch geselecteerd door de camera. (pag. 38)
Programma: een foto maken met instellingen die u
handmatig hebt aangepast. (pag. 39)
Slimme film: een video opnemen met een scènemodus
automatisch geselecteerd door de camera. (pag. 40)
Film: een video opnemen. (pag. 41)
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène. (pag. 42)
Live Panorama: een serie foto's maken en deze
combineren om een panoramisch beeld te maken.
(pag. 43)
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren.
(pag. 129)
<Wi-Fi> (alleen DV300F/DV305F)
SymboolBeschrijving
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een
smartphone. (pag. 112)
Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken
als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw
smartphone weergeven van een afbeelding op uw
camera. (pag. 113)
Delen op sociale netwerken: foto's of video's uploaden
naar websites voor het delen van bestanden. (pag. 115)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn
opgeslagen, verzenden via e-mail. (pag. 117)
Cloud: foto's uploaden naar een cloudserver.
(pag. 120)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de
camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een
pc. (pag. 121)
TV Link: foto's of video's die u hebt opgenomen met de
camera, weergeven op een breedbeeldtelevisie.
(pag. 123)
Basisfuncties
24
Het startscherm gebruiken
<Scène>
SymboolBeschrijving
Beeld in beeld: een achtergrondfoto vastleggen en een
kleinere foto of video op de voorgrond invoegen.
(pag. 45)
Zelfportret: het scherm aan de voorzijde gebruiken
wanneer u foto's van uzelf maakt. (pag. 46)
Kinderen: de aandacht van kinderen vasthouden met
een korte animatie op het scherm aan de voorzijde.
(pag. 48)
Sprongopname: uw onderwerpen laten weten wat het
beste moment is om te springen door af te tellen via het
scherm aan de voorzijde. (pag. 48)
Beautyshot: een portretfoto maken met opties voor het
verhullen van onzuiverheden op het gezicht. (pag. 50)
Intelligent portret: automatisch 2 extra portretten
opslaan met de functies voor gezichtsdetectie. (pag. 51)
Nachtopname: een nachtscène opnemen door de
sluitertijd aan te passen. (pag. 51)
Close-up opname: close-upfoto's van onderwerpen
maken. (pag. 52)
<Magisch>
SymboolBeschrijving
Magisch kader: een foto maken met verschillende
kadereffecten. (pag. 53)
Grappig gezicht: een foto maken met grappige
gezichtseffecten. (pag. 54)
Fotofilter: een foto maken met verschillende
filtereffecten. (pag. 55)
Filmfilter: een video opnemen met verschillende
filtereffecten. (pag. 56)
Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze
indelen met voorgedefinieerde indelingen. (pag. 57)
Artistieke pen: een foto maken en een video opslaan
waarin wordt weergegeven hoe het filtereffect moet
worden toegepast. (pag. 58)
Foto in beweging: een serie foto's maken en
combineren en vervolgens een gebied selecteren om een
GIF-animatie te maken. (pag. 59)
<Album>
SymboolBeschrijving
Album: bestanden op categorie weergeven in Smart
Album. (pag. 86)
Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten.
(pag. 95)
Basisfuncties
25
Het startscherm gebruiken
Achtergrond instellen
De achtergrond van het startscherm instellen met de gewenste
afbeelding.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Selecteer DisplayAchtergronden.
4
Selecteer een optie.
OptieBeschrijving
Galerie met
achtergronden
Selecteer de gewenste achtergrond in de
standaardgalerie.
Album
Stel een foto die u hebt gemaakt, in als
achtergrond.
5
Scroll naar de gewenste achtergrond en druk op [
o
].
•
Als u een foto selecteert die u hebt gemaakt, kunt u een
opgegeven gebied instellen als achtergrond. Draai de
[Zoomknop] naar links of rechts om het gebied te verkleinen
of te vergroten. Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om het gebied te
verplaatsen.
6
Druk op [
o
] om op te slaan.
U kunt de foto die u bekijkt, ook instellen als achtergrond door op [
m
] te
drukken en Achtergrond instellen te selecteren in de afspeelmodus.
Basisfuncties
26
Opties of menu's selecteren
Als u een optie of een menu wilt selecteren, drukt u op [m] en drukt u vervolgens op [D/c/F/t] of [o].
Teruggaan naar het vorige menu
Druk op [
m
] om terug te gaan naar het vorige menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer een optie of menu.
•
Druk op [
D
] of [
c
] om omhoog of omlaag te gaan.
•
Druk op [
F
] of [
t
] om naar links of rechts te gaan.
3
Druk op [
o
] om de gemarkeerde optie of het
gemarkeerde menu te bevestigen.
Basisfuncties
27
Opties of menu's selecteren
4
Druk op [
D
/
c
] om Witbalans te selecteren en druk
op [
t
] of [
o
].
EV
Witbalans
ISO
Flitser
Focus
Scherpstelgebied
Afsl.Select.
5
Druk op [
F
/
t
] om een witbalansoptie te selecteren.
TerugSelect.
Witbalans : Daglicht
6
Druk op [
o
] om uw instellingen op te slaan.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de
Programmamodus:
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Druk op [
m
].
Afsl.Select.
EV
Witbalans
ISO
Flitser
Focus
Scherpstelgebied
Basisfuncties
28
Het scherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
De weergave van opties instellen
In sommige modi kunt u de weergave van opties uitschakelen of
inschakelen.
Druk meerdere malen op [
o
].
• De optieweergave uitschakelen.
• De optieweergave inschakelen.
Optieweergave
Landschap
Paneel uit
S Bijvoorbeeld in de modus Scène
Het schermtype instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opname-
of afspeelmodus. Elk type geeft andere opname- of
afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Druk herhaaldelijk op [D] om het schermtype te wijzigen.
Modus
Type weergave
Opnemen
•
Alle informatie over opnameopties verbergen.
•
Alle informatie over opnameopties weergeven.
Afspelen
•
Alle informatie over het huidige bestand verbergen.
•
Alle informatie over het huidige bestand verbergen,
behalve algemene informatie.
•
Alle informatie over het huidige bestand
weergeven.
Basisfuncties
29
Het scherm en geluid instellen
Het geluid instellen
Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u
functies uitvoert.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Selecteer GeluidPiepjes.
4
Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluiden horen.
Aan
De camera laat geluiden horen.
Basisfuncties
30
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
6
Druk op [
P
] om de gemaakte foto weer te geven.
•
Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [
f
] en selecteert
u Ja.
7
Druk op [
P
] om terug te gaan naar de opnamemodus.
Zie pagina 35 voor tips om betere foto's te maken.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Plaats het onderwerp in het kader.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in
beeld is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
Basisfuncties
31
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Uitzoomen
Inzoomen
Zoomverhouding
Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm
ongelijk worden gewijzigd.
Het scherm aan de voorzijde inschakelen
Met het scherm aan de voorzijde kunt u foto's maken terwijl u
uzelf bekijkt.
Druk in de opnamemodus op [F.LCD].
• Druk nogmaals op [F.LCD] om dit uit te schakelen.
•
Verschillende knoppen zijn niet beschikbaar wanneer het scherm aan
de voorzijde is ingeschakeld.
•
In de modi Zelfportret, Kinderen en Sprongopname wordt het scherm
aan de voorzijde automatisch ingeschakeld.
•
Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan
de voorzijde actief. (pag. 63)
•
Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt,
kunt u mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet
duidelijk zien.
•
Het scherm aan de voorzijde wordt niet ingeschakeld wanneer u op
[F.LCD] drukt in de afspeelmodus.
•
Wanneer het scherm aan de voorzijde is ingeschakeld, verbruikt de
camera meer batterijlading.
Basisfuncties
32
Foto's maken
Digitale zoom
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in
de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de
opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale
bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot
25 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (5X) als
de digitale zoomfunctie (5X) gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Digitaal bereik
•
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met de optie Tracking AF.
•
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
lager zijn dan normaal.
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen
bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De
resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding
als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer
inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie
gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Bereik intelligent zoomen
Fotoresolutie als
de intelligente
zoomfunctie is
ingeschakeld
•
Intelli-zoom is niet beschikbaar me de optie Tracking AF.
•
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan
echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de
4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt
terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente
zoomfunctie automatisch uitgeschakeld.
Basisfuncties
33
Foto's maken
Intelligent zoomen instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Intelli-zoom.
3
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
S
Vóór correctie
S
Na correctie
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer OIS.
3
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
Basisfuncties
34
Foto's maken
•
In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed:
-Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te
volgen.
-Wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
-Wanneer de camera te veel trilt.
-Wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen).
-Wanneer de batterij bijna leeg is.
-Wanneer u een close-upfoto maakt.
•
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de
OIS-functie uit wanneer u een statief gebruikt.
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
Basisfuncties
35
De camera op de juiste manier vasthouden
Zorg ervoor dat niets
de lens, flitser of
microfoon blokkeert.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch
aan.
De camera stelt de diafragmawaarde
en sluitertijd automatisch in.
Scherpstelkader
•
Druk de [Ontspanknop] volledig
in om een foto te maken als het
scherpstelkader groen is.
•
Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het scherpstelkader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om
de bewegingsonscherpte optisch te reduceren.
(pag. 33)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op
Langz sync of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk
zijn om de camera lang genoeg stabiel te houden om een scherpe foto
te maken.
•
Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 64)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 66)
Tips om betere foto's te maken
Basisfuncties
36
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen
op het onderwerp:
-
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken
op de achtergrondkleur).
-
De lichtbron achter het onderwerp is te fel.
-
Het onderwerp glanst of weerspiegelt.
-
Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het
geval is.
-
Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader.
•
Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 64)
•
Als onderwerpen snel bewegen
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Gebruik de
functie Continu of
Bewegingsopname.
(pag. 78)
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te
selecteren.
Basismodi gebruiken
……………………… 38
De Smart Auto-modus gebruiken
………… 38
De Programmamodus gebruiken
………… 39
De Smart filmmodus gebruiken
………… 40
De Filmmodus gebruiken
………………… 41
De Scènemodus gebruiken
……………… 42
De modus Live Panorama gebruiken
…… 43
Scènemodi gebruiken
……………………… 45
De modus Beeld in beeld gebruiken
……… 45
De modus Zelfportret gebruiken
………… 46
De Kinderenmodus gebruiken
…………… 48
De Sprongopnamemodus gebruiken
…… 48
De Beautyshot-modus gebruiken
………… 50
De modus Intelligent portret gebruiken
…… 51
De modus Nachtopname gebruiken
……… 51
De Close-upmodus gebruiken
…………… 52
Magische modi gebruiken
………………… 53
De Magische kadermodus gebruiken
…… 53
De modus Grappig gezicht gebruiken
…… 54
De Fotofiltermodus
……………………… 55
De Filmfiltermodus gebruiken
…………… 56
De modus Gesplitste opname gebruiken
… 57
De modus Artistieke pen gebruiken
……… 58
De modus Foto in beweging gebruiken
… 59
Uitgebreide functies
38
Basismodi gebruiken
U kunt foto's maken of video's opnemen met basismodi. U kunt ook de scènemodus en de modus Live Panorama gebruiken.
SymboolBeschrijving
Landschappen 's nachts
Portretten 's nachts
Landschappen met tegenlicht
Portretten met tegenlicht
Portretten
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
De camera is gestabiliseerd of op een statief
geplaatst (bij opnamen in het donker)
Onderwerpen die veel bewegen
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
De Smart Auto-modus gebruiken
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-
instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De
Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent met de
camera-instellingen voor de diverse scènes.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende scène wordt linksboven in het
scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder
weergegeven.
SymboolBeschrijving
Landschappen
Scènes met een helderwitte achtergrond
Uitgebreide functies
39
Basismodi gebruiken
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
•
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van
de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het
voorkomen dat de camera de juiste scène niet selecteert.
•
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de
modus niet detecteert als het onderwerp beweegt.
•
In de Smart Auto-modus verbruikt de camera meer batterijlading,
omdat de camera de instellingen vaak wijzigt om de juiste scènes te
selecteren.
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen,
met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die
automatisch worden ingesteld door de camera.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 60)
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
40
Basismodi gebruiken
De Smart filmmodus gebruiken
In de Smart filmmodus kiest de camera automatisch camera-
instellingen die bij de gedetecteerde scène passen.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm
weergegeven.
SymboolBeschrijving
Landschappen
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
4
Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten.
5
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart filmmodus gebruikt.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van
de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het
voorkomen dat de camera de juiste scène niet selecteert.
Uitgebreide functies
41
Basismodi gebruiken
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 60)
4
Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten.
5
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
De Filmmodus gebruiken
In de Filmmodus kunt u instellingen aanpassen om HD-video's
van maximaal 20 minuten op te nemen. De camera slaat
opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264-bestanden).
•
H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
•
Sommige geheugenkaarten bieden mogelijk geen ondersteuning voor
opnamen met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere
resolutie in.
•
Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen
ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het
opnemen van video's met een hoge resolutie geheugenkaarten met
een hogere schrijfsnelheid.
•
Als u de OIS-functie activeert terwijl u een video opneemt, neemt de
camera mogelijk het bedieningsgeluid van de OIS-functie op.
•
Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt
de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de
Sound Alive-functie om het geluid van de zoomfunctie te beperken.
(pag. 80)
Uitgebreide functies
42
Basismodi gebruiken
Opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes
opnemen in één video.
• Druk op [o] om de opname te onderbreken.
• Druk op [o] om de opname te hervatten.
De Scènemodus gebruiken
In de Scènemodus kunt u een foto maken met opties die al
vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Selecteer een scène.
Landschap
Paneel uit
Uitgebreide functies
43
Basismodi gebruiken
OptieBeschrijving
Landschap
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Zon onder
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en
geeltinten vastleggen.
Dageraad
Zonsopgangen vastleggen.
Tegenl.
Onderwerpen met tegenlicht vastleggen.
Strand/sneeuw
Onderbelichting van onderwerpen beperken
die wordt veroorzaakt door zonlicht dat wordt
gereflecteerd door zand of sneeuw.
Tekst
Tekst in drukwerk of elektronische documenten
duidelijk leesbaar vastleggen.
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De modus Live Panorama gebruiken
In de modus Live Panorama kunt u een brede panoramascène
vastleggen in één foto. Maak een serie foto's en combineer deze
om een panoramisch beeld te maken.
S
Opnamevoorbeeld
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-,
onder- of bovenkant van de scène die u wilt vastleggen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te
starten.
Uitgebreide functies
44
Basismodi gebruiken
5
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de
camera langzaam in de richting waarin de rest van de
panoramaopname moet worden vastgelegd.
•
Wanneer de beeldzoeker is uitgelijnd met de volgende scène,
legt de camera de volgende foto automatisch vast.
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
•
Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd,
combineert de camera deze tot één panoramafoto.
•
Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet
u het volgende vermijden:
-De camera te snel of te langzaam bewegen.
-De camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te
leggen.
-De camera met ongelijkmatige snelheden bewegen.
-De camera schudden.
-De richting van de camera wijzigen terwijl een foto wordt
vastgelegd.
-Opnemen op donkere locaties.
-Bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen.
-Opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht
verandert.
•
Als u de modus Live Panorama selecteert, worden de digitale en
optische zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus
selecteert terwijl de lens is ingezoomd, zoomt de camera automatisch
uit naar de standaardpositie.
•
In de modus Live Panorama zijn bepaalde opnameopties niet
beschikbaar.
•
De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de
opname of beweging van het onderwerp.
•
Mogelijk legt de camera in de modus Live Panorama de laatste scène
niet volledig vast als u de camerabeweging niet exact stopt op het
punt waar u de scène wilt beëindigen. Als u de volledige scène wilt
vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het punt waar u de
scène wilt eindigen.
Uitgebreide functies
45
Scènemodi gebruiken
U kunt foto's maken door het scherm aan de voorzijde te gebruiken of door geschikte modi voor verschillende scènes te selecteren.
4
Druk op [
o
] om de foto in te stellen als
achtergrondafbeelding.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, drukt u op [
m
].
Opnieuw
Kader verplaatsen
5
Druk op [
o
] en vervolgens op [
D
/
c
/
F
/
t
] om het
invoegpunt te wijzigen.
6
Druk op [
o
] en vervolgens op [
D
/
c
/
F
/
t
] om de
grootte van het invoegpunt te wijzigen.
7
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
De modus Beeld in beeld gebruiken
In de modus Beeld in beeld kunt u een achtergrondfoto op
volledige grootte maken of selecteren en een kleinere foto of
video invoegen op de voorgrond.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
•
Als u het uiteindelijke videoformaat wilt instellen wanneer
u een video invoegt, drukt u op [
m
] en selecteert u
Filmformaat het gewenste videoformaat.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen
en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een
achtergrondfoto te maken.
•
Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw
opgeslagen foto's, drukt u op [
m
] en selecteert u
Afbeelding selecteren de gewenste foto. U kunt geen
videobestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de
modus Live Panorama.
Uitgebreide functies
46
Scènemodi gebruiken
De modus Zelfportret gebruiken
Maak gemakkelijk foto's van uzelf met het scherm aan de
voorzijde.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
•
Uw gezicht wordt automatisch door de camera gedetecteerd.
Om het gedetecteerde gezicht verschijnt een kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
In de modus Zelfportret wordt het scherm aan de voorzijde automatisch
ingeschakeld.
8
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en
druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een foto te
maken en in te voegen.
•
Het venster voor invoegen wordt groter wanneer u de
[Ontspanknop] indrukt zodat u kunt bepalen of het
onderwerp scherp in beeld is.
•
Als u een video wilt opnemen, drukt u op [
c
]. Druk nogmaals
op [
c
] om de opname te stoppen en de video in te voegen.
•
Wanneer u achtergrondfoto's maakt, wordt de resolutie automatisch
ingesteld op en worden alle gemaakte foto's opgeslagen.
•
De uiteindelijke foto's of video's voor Beeld in beeld worden
opgeslagen als één gecombineerd bestand. De ingevoegde foto's en
video's worden niet afzonderlijk opgeslagen.
•
Wanneer u een afbeelding invoegt, wordt de resolutie voor het
gecombineerde bestand automatisch ingesteld op .
•
Wanneer u een video invoegt, wordt de resolutie voor het
gecombineerde bestand automatisch ingesteld op of lager.
•
Wanneer u een achtergrondfoto maakt, wordt een verticale foto
die is gemaakt in verticale positie, horizontaal weergegeven zonder
automatisch draaien.
•
De maximale grootte van het venster voor invoegen is 1/4 van het
scherm en de beeldverhouding blijf.t gelijk wanneer u de grootte
aanpast.
•
De maximale lengte voor een video die u wilt invoegen, is 20 minuten.
•
Het beschikbare zoombereik in de modus Beeld in beeld is mogelijk
kleiner dan in andere opnamemodi.
•
In de modus Beeld in beeld kunt u geen opties instellen voor Sound
Alive.
•
Wanneer u een van uw opgeslagen foto's selecteert als
achtergrondfoto, kunnen zwarte balken worden weergegeven aan de
randen van de afbeelding, afhankelijk van de beeldverhouding.
Uitgebreide functies
47
Scènemodi gebruiken
Een eenvoudige opname van uzelf maken
Als u op [F.LCD] drukt wanneer de stroom is uitgeschakeld,
wordt het scherm aan de voorzijde ingeschakeld in de modus
Eenvoudig zelfportret. Omdat het hoofdscherm is uitgeschakeld,
verbruikt de camera minder stroom en kunnen anderen het
hoofdscherm niet bekijken.
• De camera wordt uitgeschakeld wanneer u nogmaals op
[F.LCD] drukt of op [POWER] drukt.
• Het scherm aan de voorzijde wordt uitgeschakeld en het
hoofdscherm wordt ingeschakeld wanneer u op [h] drukt.
Het scherm aan de voorzijde aanpassen
U kunt uw onderwerpen laten weten wanneer ze moeten lachen
of hun aandacht op de lens vestigen.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Halfsluiter een optie.
Halfsluiter
Uit
Lachpictogram
Ogen vastleggen
Terug
Select.
SymboolBeschrijving
Uit: er worden geen pictogrammen weergegeven op
het scherm aan de voorzijde.
Lachpictogram: een pictogram instellen dat wordt
weergegeven om het onderwerp aan te sporen te
glimlachen.
Ogen vastleggen: een pictogram instellen dat
wordt weergegeven om de aandacht van het
onderwerp op de lens te vestigen.
Uitgebreide functies
48
Scènemodi gebruiken
De Kinderenmodus gebruiken
In de Kinderenmodus wordt de aandacht van kinderen getrokken
door een korte animatie op het scherm aan de voorzijde af te
spelen.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
•
Het scherm aan de voorzijde wordt ingeschakeld en de vooraf
ingestelde animatie wordt afgespeeld.
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Achtergr. muziek een optie.
5
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
6
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
U kunt animaties voor het scherm aan de voorzijde downloaden via
Intelli-Studio. (pag. 102)
De Sprongopnamemodus gebruiken
Een foto maken van springende mensen. Er verschijnt een
pictogram op het scherm aan de voorzijde als melding dat de
mensen kunnen gaan springen.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
•
Als u bewegende sprongopnamen wilt vastleggen, raadpleegt
u "Bewegende sprongopnamen vastleggen". (pag. 49)
3
Druk op de [Ontspanknop].
•
Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en.
•
Op het scherm aan de voorzijde wordt een paar seconden
voordat de opname wordt gemaakt met aftellen begonnen.
Uitgebreide functies
49
Scènemodi gebruiken
4
Laat springen als het pictogram op het scherm aan de
voorzijde verschijnt.
•
De camera maakt meerdere opnamen.
•
Als u foto's met de sprongopname-timer bij weinig licht of binnenshuis
maakt, lijken de foto's mogelijk donker.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Bewegende sprongopnamen vastleggen
Leg meerdere sprongopnamen vast en sla deze op als
GIF-animatie. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u een
geheugenkaart in de camera plaatst.
1
Druk in de Sprongopnamemodus op [
m
].
2
Selecteer SprongopnameGIF-animatie.
•
De camera slaat een GIF-animatiebestand op en een JPG-
bestand met de middelste scène van het GIF-bestand. U kunt
het JPG-bestand niet weergeven op uw camera. Als u het
bestand wilt weergeven, sluit u uw camera aan op een pc.
(pag. 101)
•
Als u GIF-animatie selecteert, wordt de resolutie automatisch
ingesteld op .
•
Als u GIF-animatie selecteert, kan het opslaan van bestanden langer
duren.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Uitgebreide functies
50
Scènemodi gebruiken
De Beautyshot-modus gebruiken
In de Beautyshot-modus kunt u een portret maken met opties
voor het verdoezelen van onzuiverheden op het gezicht.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
3
Druk op [
F
/
t
] om Gezichtretouch. aan te passen.
•
Verhoog bijvoorbeeld de instelling Gezichtretouch. om meer
onzuiverheden te verbergen.
Paneel uit
Gezichtretouch. : 2
4
Druk op [
m
].
5
Selecteer Gezichtstint.
6
Druk op [
F
/
t
] om Gezichtstint aan te passen.
•
Verhoog bijvoorbeeld de instelling voor de gezichtstint om de
huid lichter te laten lijken.
Gezichtstint : 2
AnnuleerInstellen
7
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
8
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
9
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
51
Scènemodi gebruiken
De modus Intelligent portret gebruiken
In de modus Intelligent portret detecteert de camera het
gezicht van een onderwerp. Het gezicht wordt automatisch
vergroot, de foto rondom het gezicht wordt bijgesneden en de
oorspronkelijke foto's en 2 portretten worden opgeslagen in
3 afzonderlijke bestanden. U kunt de modus Intelligent portret
gebruiken om close-up portretten van afzonderlijke personen uit
landschapsopnamen te halen en op te slaan.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De oorspronkelijke foto en de 2 bijgesneden foto's worden
opgeslagen met opeenvolgende bestandsnamen.
•
De modus Intelligent portret slaat alleen de originele foto op als:
-Er geen gezicht wordt gedetecteerd.
-Er meer dan 2 gezichten worden gedetecteerd.
-Het gedetecteerde oppervlak dat wordt ingenomen door het
gezicht, groter is dan een bepaald percentage.
•
De bijgesneden foto's behouden dezelfde hoogte-breedteverhouding
(16:9) als de oorspronkelijke foto, of de omgekeerde hoogte-
breedteverhouding (9:16).
•
In de modus Intelligent portret kan het opslaan van bestanden langer
duren.
De modus Nachtopname gebruiken
In de Nachtopnamemodus kunt u een lange sluitertijd gebruiken
om de sluiter langer open te laten staan. Gebruik een hogere
diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
3
Druk op [
F
/
t
] om de sluitertijd aan te passen.
Sluitertijd : 1 sec
Paneel uit
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen.
Uitgebreide functies
52
Scènemodi gebruiken
De Close-upmodus gebruiken
In de modus Close-up opname kunt u close-ups maken van
onderwerpen zoals bloemen of insecten.
1
Scroll op het startscherm naar <Scène>.
2
Selecteer .
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
53
Magische modi gebruiken
U kunt een foto maken of een video opnemen met verschillende effecten.
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
In de Magische kadermodus wordt de resolutie automatisch ingesteld op .
De Magische kadermodus gebruiken
In de Magisch kader-opnamemodus kunt u verschillende
kadereffecten toepassen op uw foto's. De vorm en het uiterlijk
van de foto's verandert afhankelijk van het kader dat u selecteert.
1
Scroll op het startscherm naar <Magisch>.
2
Selecteer .
3
Selecteer het gewenste kader.
Muurschildering
Paneel uit
Uitgebreide functies
54
Magische modi gebruiken
De modus Grappig gezicht gebruiken
U kunt een foto maken met effecten die het gezicht vervormen.
1
Scroll op het startscherm naar <Magisch>.
2
Selecteer .
3
Richt de camera op een gezicht.
4
Selecteer het gewenste effect.
Paneel uit
5
Druk op [
m
].
6
Selecteer Vervormingsniveau.
7
Druk op [
F
/
t
] om Vervormingsniveau aan te passen.
8
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
9
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
10
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De modus Grappig gezicht werkt niet als er geen gezicht wordt
gedetecteerd.
•
Wanneer meerdere gezichten worden gedetecteerd, wordt het effect
alleen op het dichtstbijzijnde gezicht toegepast.
Uitgebreide functies
55
Magische modi gebruiken
De Fotofiltermodus
Pas allerlei filtereffecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen
te maken.
MiniatuurVignetten
VisoogSchets
1
Scroll op het startscherm naar <Magisch>.
2
Selecteer .
3
Selecteer een effect.
OptieBeschrijving
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur
weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Aquarel
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Olieverf
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het effect van een striptekening toepassen.
Kruisfilter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
objecten om het visuele effect van een kruisfilter te
imiteren.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Visoog
De randen van het kader donkerder maken en nabije
objecten vervormen om de visuele effecten van een
vissenooglens te imiteren.
Oude film
Het effect van een oude film toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de
onderwerpen in het midden te benadrukken.
Uitgebreide functies
56
Magische modi gebruiken
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden
gewijzigd in of lager.
De Filmfiltermodus gebruiken
Pas allerlei filtereffecten op uw video's toe om unieke
afbeeldingen te maken.
1
Scroll op het startscherm naar <Magisch>.
2
Selecteer .
3
Selecteer een effect.
OptieBeschrijving
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
OptieBeschrijving
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om
de visuele effecten van een vissenooglens te
imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Paleteffect 1
Een heldere look maken met een scherp
contrast en sterke kleur.
Paleteffect 2
Scènes helder en duidelijk maken.
Paleteffect 3
Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteffect 4
Een koud en eenkleurig effect toepassen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten.
5
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
•
Als u Miniatuur selecteert, wordt de opnametijd voor miniaturen ook
weergegeven. Deze is korter dan de daadwerkelijke opnametijd.
•
Als u Miniatuur selecteert, kunt u geen geluid voor de video
opnemen.
•
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de opnamesnelheid
worden gewijzigd in . De opnameresolutie kan automatisch worden
gewijzigd in of lager.
Uitgebreide functies
57
Magische modi gebruiken
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
•
Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de foto' te maken.
•
Als u een foto opnieuw wilt maken, drukt u op [
f
].
•
In de modus Gesplitste opname wordt de resolutie automatisch
ingesteld op of lager.
•
Het beschikbare zoombereik in de modus Gesplitste opname is
mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi.
De modus Gesplitste opname gebruiken
In de modus Gesplitste opname kunt u meerdere foto's maken
en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen.
1
Scroll op het startscherm naar <Magisch>.
2
Selecteer .
3
Selecteer een stijl voor splitsen.
•
Als u de scherpte van de scheidingslijn wilt aanpassen, drukt
u op [
m
] en selecteert u Lijnvervaging de gewenste
waarde.
•
Als u op een gedeelte van de opname een Smart filter-effect
wilt toepassen, drukt u op [
m
] en selecteert u
Smart filter de gewenste optie. U kunt verschillende
Smart filter-effecten toepassen of de afzonderlijke gedeelten
van de opname.
Paneel uit
Uitgebreide functies
58
Magische modi gebruiken
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
•
Nadat u de foto hebt gemaakt, wordt automatisch de video
gestart waarin wordt uitgelegd hoe u het filter kunt toepassen.
•
In de modus Artistieke pen wordt de resolutie automatisch ingesteld
op of lager.
•
In de modus Artistieke pen worden de foto met het filtereffect en
de video waarin wordt uitgelegd hoe u het filter toepast, allebei
opgeslagen.
•
Het beschikbare zoombereik in de modus Artistieke pen is mogelijk
kleiner dan in andere opnamemodi.
•
In de modus Artistieke pen kan het opslaan van bestanden langer
duren.
•
U kunt een video die is vastgelegd in de modus Artistieke pen, niet
uploaden via de draadloze netwerkfunctie op uw camera.
(DV300F/DV305F)
De modus Artistieke pen gebruiken
In de modus Artistieke pen kunt u een foto maken en vervolgens
een video bekijken waarin wordt uitgelegd hoe u een filtereffect
kunt toepassen.
1
Scroll op het startscherm naar <Magisch>.
2
Selecteer .
3
Selecteer een filter.
Aquarel
Paneel uit
OptieBeschrijving
Aquarel
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het effect van een striptekening toepassen.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Uitgebreide functies
59
Magische modi gebruiken
De modus Foto in beweging gebruiken
In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en
combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-
animatie te maken. Deze modus is alleen beschikbaar wanneer u
een geheugenkaart in de camera plaatst.
1
Scroll op het startscherm naar <Magisch>.
2
Selecteer .
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje
knippert.
5
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar een gebied te scrollen
waar u een animatie wilt maken.
6
Draai de [Zoomknop] naar links of rechts om het gebied
te verkleinen of te vergroten.
AnnuleerOpslaan
Afmeting kader
7
Druk op [
o
] om de foto op te slaan.
•
De camera slaat een GIF-animatiebestand op en een JPG-
bestand met de eerste scène van het GIF-bestand. U kunt
het JPG-bestand niet weergeven op uw camera. Als u het
bestand wilt weergeven, sluit u uw camera aan op een pc.
(pag. 101)
•
In de modus Foto in beweging wordt de resolutie automatisch
ingesteld op .
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
•
In de modus Foto in beweging kan het opslaan van bestanden langer
duren.
Opnameopties
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
De resolutie en beeldkwaliteit
selecteren
…………………………………… 61
De resolutie selecteren
…………………… 61
Een beeldkwaliteit selecteren
…………… 62
De timer gebruiken
………………………… 63
Opnamen in het donker maken
………… 64
Rode ogen voorkomen
…………………… 64
De flitser gebruiken
……………………… 64
De ISO-waarde aanpassen
……………… 66
De scherpstelling aanpassen
…………… 67
Macro gebruiken
………………………… 67
Meebewegende autofocus gebruiken
…… 68
Het scherpstelgebied aanpassen
………… 69
Gezichtsdetectie gebruiken
……………… 70
Gezichten detecteren
…………………… 70
Een foto van een lachend gezicht maken
… 71
Knipperende ogen detecteren
…………… 71
Slimme gezichtsherkenning gebruiken
…… 72
Gezichten als favoriet registreren
(Mijn ster)
………………………………… 73
Helderheid en kleur aanpassen
…………… 74
De belichting handmatig aanpassen (EV)
… 74
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
……… 75
De lichtmeetmethode wijzigen
…………… 75
Een instelling voor Witbalans selecteren
… 76
Serieopnamen
……………………………… 78
Afbeeldingen aanpassen
………………… 79
Het geluid van de zoom verminderen
…… 80
Beschikbare opname-instellingen per
opnamemodus
…………………………… 81
Opnameopties
61
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De videoresolutie instellen
1
Druk in de video-opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Filmformaat.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op
een HDTV.
640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een
analoge TV.
320 X 240: plaatsen op een webpagina.
Om te delen (alleen DV300F/DV305F): op een
website plaatsen via het draadloos netwerk
(maximaal 30 seconden).
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer
pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt
en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de
bestandsgrootte toe.
De fotoresolutie instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Fotoformaat.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
4608 X 3456: afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de
verhouding 3:2 (breed).
4608 X 2592: afdrukken op A1-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
3648 X 2736: afdrukken op A2-papier.
2592 X 1944: afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: bij een e-mail voegen.
Opnameopties
62
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Een beeldkwaliteit selecteren
De kwaliteitsinstellingen voor de foto en video instellen.
Een hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden.
De fotokwaliteit instellen
De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in
JPEG-indeling.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Kwalit..
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
De videokwaliteit instellen
De camera comprimeert de video's die u opneemt en slaat ze op
in de indeling MP4 (H.264).
1
Druk in de video-opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Framesnelheid.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
30 fps: 30 frames per seconde opnemen.
15 fps: 15 frames per seconde opnemen.
Opnameopties
63
De timer gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken.
3
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te starten.
•
Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen. De camera
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
•
Op het scherm aan de voorzijde wordt voordat de opname
wordt gemaakt met aftellen begonnen.
•
Druk op de [Ontspanknop] of [
t
] om de timer te annuleren.
•
Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie, is de
timerfunctie mogelijk niet beschikbaar.
•
In sommige modi kunt u ook de timeroptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Timer te selecteren.
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
TerugSelect.
Timer
Uit
10 sec
2 sec
Dubbel
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: de timer is niet actief.
10 sec: een foto maken na een vertraging van
10 seconden.
2 sec: een foto maken na een vertraging van
2 seconden.
Dubbel: een foto maken na een vertraging van
10 seconden en nog een foto maken na een
vertraging van 2 seconden.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
Opnameopties
64
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
1
Druk in de opnamemodus op [
F
].
TerugSelect.
Flitser
Uit
Auto
Rode ogen
Invulflits
Langz sync
Anti-rode ogen
2
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Uit:
•
Er wordt niet geflitst.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt
wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Auto: de camera selecteert een geschikte
flitseroptie voor de scène die is gedetecteerd in de
modus Smart Auto.
Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer
het onderwerp of de achtergrond donker is.
Rode ogen voorkomen
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een
persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen.
U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-rode ogen te
selecteren. Zie 'De flitser gebruiken' voor de flitseropties.
S
Vóór correctie
S
Na correctie
Opnameopties
65
Opnamen in het donker maken
•
Als u opties voor serieopnamen instelt of Knipperen selecteert, zijn er
geen flitseropties beschikbaar.
•
Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van
de flitser bevindt. (pag. 150)
•
Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht
is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen.
•
In sommige modi kunt u ook de flitseroptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Flitser te selecteren.
SymboolBeschrijving
Rode ogen:
•
De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de
achtergrond te donker is om het rode-ogeneffect
te verminderen.
•
Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg
de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Invulflits:
•
Er wordt altijd geflitst.
•
De camera past automatisch de intensiteit van het
licht aan.
Langz sync:
•
Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
•
Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het
omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de
achtergrond zichtbaar te maken.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt
wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Anti-rode ogen:
•
De flitser wordt geactiveerd wanneer het onderwerp
of de achtergrond donker is en de camera corrigeert
de rode ogen met de geavanceerde software-
analyse.
•
Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg
de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
Opnameopties
66
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organization
for Standardization (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik een hogere ISO-
waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te
voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer ISO.
3
Selecteer een optie.
•
Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
Opnameopties
67
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de
opnameomstandigheden.
1
Druk in de opnamemodus op [
c
].
TerugSelect.
Focus
Normaal (AF)
Macro
2
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich
op een afstand van 80 cm of meer bevindt. Of op een
afstand van 250 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt
van de zoom.
Macro: stel scherp op een onderwerp dat 5-80 cm
van de camera is verwijderd. verwijderd en 100-250 cm
wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
•
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand
van 5 cm of meer bevindt. Of op een afstand van
100 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom.
•
De optie wordt automatisch ingesteld in bepaalde
opnamemodi.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
In sommige modi kunt u ook de scherpsteloptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Focus te selecteren.
Macro gebruiken
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van
bloemen of insecten.
•
Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de
foto's onscherp worden.
•
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan
40 cm bedraagt.
Opnameopties
68
De scherpstelling aanpassen
•
Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader
weergegeven in het midden van het scherm.
•
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
-Het onderwerp is te klein.
-Het onderwerp beweegt te veel.
-Er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats.
-Kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de
achtergrond.
-Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het
geval is.
-De camera trilt erg.
•
Wanneer een onderwerp niet kan worden gevolgd, wordt het
scherpstelkader weergegeven als een kader met één witte lijn ().
•
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
•
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader
weergegeven als een kader met één rode lijn ().
•
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsdetectie, timer, serieopnamen en Intelli-zoom in te stellen.
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer ScherpstelgebiedTracking AF.
3
Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk
op [
o
].
•
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
•
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
•
Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Opnameopties
69
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Scherpstelgebied.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het
kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in
de buurt van het midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer van
9 mogelijke gebieden.
Tracking AF: stel scherp op en beweeg mee met
het onderwerp. (pag. 68)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
Opnameopties
70
Gezichtsdetectie gebruiken
Bij gebruik van de opties voor gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u
op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren
of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen. Ook kunt u Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij
het scherpstellen prioriteit te geven.
Gezichten detecteren
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in één scène
detecteren.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer GezichtsdetectieNormaal.
Het gezicht dat zich het
dichtst bij de camera of
het dichtst bij het midden
van de scène bevindt,
wordt weergegeven in een
wit scherpstelkader en de
overige gezichten worden
weergegeven in grijze
scherpstelkaders.
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten
detecteert.
•
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde
gezicht automatisch gevolgd.
•
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
-De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het
scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot en
Knipperen).
-Het is te licht of te donker.
-Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera.
-Het onderwerp draagt een zonnebril of een masker.
-De gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch.
-Het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn
veranderlijk.
•
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar wanneer u Tracking AF instelt.
•
Afhankelijk van de opname-instellingen kunnen de beschikbare opties
voor gezichtsdetectie verschillen.
•
Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie, is de
timerfunctie mogelijk niet beschikbaar.
•
Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied
automatisch ingesteld op Multi AF.
•
Afhankelijk van de opties voor gezichtsherkenning die u hebt
geselecteerd, zijn serieopties niet beschikbaar.
•
Als u de optie Slimme gez. herkenning instelt en foto's van
gedetecteerde gezichten neemt, worden ze in de gezichtenlijst
geregistreerd.
•
In de afspeelmodus kunt u geregistreerde gezichten op volgorde van
prioriteit weergeven. (pag. 86) Ook als gezichten zijn geregistreerd,
worden ze mogelijk niet geclassificeerd in de afspeelmodus.
•
Een gezicht dat met de optie Slimme gez. herkenning wordt
gedetecteerd, komt mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album
voor.
Opnameopties
71
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer GezichtsdetectieSmile shot.
3
Stel de opname samen.
•
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een
lachend gezicht wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach
eerder wanneer het onderwerp
breeduit lacht.
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer GezichtsdetectieKnipperen.
Opnameopties
72
Gezichtsdetectie gebruiken
•
De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in
extreme lichtomstandigheden, bij grote veranderingen in de houding
of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp al dan
niet een bril draagt.
•
De camera kan maximaal 12 gezichten automatisch registreren. Als
de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 12 gezichten zijn
geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste
prioriteit door het nieuwe vervangen.
Slimme gezichtsherkenning gebruiken
De camera registreert automatisch gezichten die u vaak
fotografeert. De functie Slimme gezichtsherkenning stelt
automatisch eerst scherp op die gezichten en op favoriete
gezichten. De functie Slimme gezichtsherkenning is alleen
beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer GezichtsdetectieSlimme gez.herkenning.
• : gezichten die u hebt geregistreerd als favorieten.
(Zie pagina 73 voor informatie over het registreren van gezichten
als favorieten.)
• : gezichten die automatisch door de camera zijn
geregistreerd.
Opnameopties
73
Gezichtsdetectie gebruiken
4
Zodra u klaar bent met het maken van de foto's, wordt
de gezichtenlijst weergegeven.
•
Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een
gemarkeerd.
•
U kunt maximaal 8 favoriete gezichten registreren.
•
De flitser wordt niet geactiveerd wanneer u een favoriet gezicht
registreert.
•
Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten
uit de lijst verwijderen.
Uw favoriete gezichten weergeven
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Smart FR wijzigenGezichtenlijst.
•
Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt wijzigen, drukt u
op [
o
] en selecteert u Rangorde wijzigen. (pag. 85)
•
Als u een favoriet gezicht wilt verwijderen, drukt u op [
o
] en
selecteert u Mijn ster annuleren.(pag. 86)
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij
de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is
alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Smart FR wijzigen Mijn ster.
3
Lijn het gezicht van het onderwerp uit met de ovalen
richtlijn en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te
registreren.
InstellenAnnuleer
•
Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon
tegelijk.
•
Maak 5 foto's van het gezicht van het onderwerp voor de beste
resultaten: van de voorkant, van links, van rechts, van boven en
van onderen.
•
Wanneer u foto's maakt van links, van rechts, van boven en van
onderen, moet u het onderwerp vertellen zijn of haar gezicht niet
meer dan 30 graden te draaien.
•
U kunt een gezicht registreren, zelfs als u maar één foto van het
gezicht van het onderwerp maakt.
Opnameopties
74
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
3
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
•
De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
AnnuleerInstellen
EV : +1
4
Druk op [
o
] om uw instellingen op te slaan.
•
Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling
automatisch opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden
aangepast om onder- of overbelichting te voorkomen.
•
Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u
AEB (Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter
elkaar, elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en
overbelicht. (pag. 78)
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
S
Donkerder (-)
S
Neutraal (0)
S
Helderder (+)
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer EV.
Opnameopties
75
Helderheid en kleur aanpassen
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een
camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting
van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer L.meting.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Multi:
•
De camera verdeelt het frame onder in diverse
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
•
Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
•
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het
uiterste midden van het kader.
•
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
•
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
•
De camera bepaalt een gemiddelde voor de
lichtmeting van het gehele beeld, maar met
nadruk op het midden.
•
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in
het midden van het beeld bevindt.
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of
er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker
uit. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in.
SZonder ACBSMet ACB
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer ACB.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Uit: automatische contrastverbetering (ACB) is
uitgeschakeld.
Aan: automatische contrastverbetering (ACB) is
ingeschakeld.
•
De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
•
De functie ACB is niet beschikbaar wanneer u opties voor
serieopnamen instelt.
Opnameopties
76
Helderheid en kleur aanpassen
Een instelling voor Witbalans selecteren
De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit
van de lichtbron. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren
hebben, selecteert u een witbalansinstelling die geschikt is voor
de lichtomstandigheden, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt
of Kunstlicht.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Kunstlicht
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen
op basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige
dag.
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte
dag of in de schaduw.
TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of drie-
wegfluorescentielampen.
TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans
gebruiken die u hebt ingesteld. (pag. 77)
Opnameopties
77
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken
van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de
lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie
voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten
overeenkomen met de werkelijke scène.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer WitbalansAangep. instelling.
3
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de
[Ontspanknop].
Opnameopties
78
Serieopnamen
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen
in foto's vast te leggen. Het kan ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren.
Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen.
SymboolBeschrijving
Bewegingsopname: terwijl u de [Ontspanknop]
ingedrukt houdt, maakt de camera
-foto's
(5 foto's per seconde; met een maximum van
30 foto's).
AEB:
•
3 foto's achter elkaar maken, elk met een andere
belichting. normaal, onderbelicht en overbelicht.
•
Gebruik een statief om onscherpe foto's te
voorkomen.
•
U kunt de flitser en timer alleen gebruiken als u 1 opname selecteert.
•
Als u Bewegingsopname selecteert, stelt de camera de resolutie in
op en de ISO-waarde op Auto.
•
Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn
bepaalde opties voor serieopnamen niet beschikbaar.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Snelheid.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
1 opname: één foto maken.
Continu:
•
Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft
de camera achter elkaar foto's maken.
•
Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de
capaciteit van de geheugenkaart.
Opnameopties
79
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen.
4
Druk op [
F
/
t
] om de waarden aan te passen.
Scherpte Beschrijving
-
De randen van uw foto's verzachten (geschikt
voor fotobewerking op de computer).
+
De randen verscherpen om de foto's
duidelijker te maken. Hierdoor kan ook de
beeldruis in de foto's toenemen.
ContrastBeschrijving
-
De kleuren en helderheid verlagen.
+
De kleuren en helderheid verhogen.
KleurverzadigingBeschrijving
-
De kleurverzadiging verlagen.
+
De kleurverzadiging verhogen.
5
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Beeld aanpassen.
3
Selecteer een optie.
•
Scherpte
•
Contrast
•
Kleurverz.
Beeld aanpassen
Scherpte
Contrast
Kleurverz.
Annuleer
Instellen
Opnameopties
80
1
Druk in de video-opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Spraak.
3
Selecteer een optie.
SymboolBeschrijving
Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie
inschakelen om het zoomgeluid te verminderen.
Sound Alive Uit: de Sound Alive-functie
uitschakelen om het zoomgeluid op te nemen.
Dempen: er wordt geen geluid opgenomen.
•
Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive
gebruikt.
•
Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders
klinken dan de daadwerkelijke geluiden.
•
In de modus Beeld in beeld kunt u geen opties instellen voor
Sound Alive.
Het geluid van de zoom verminderen
Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom in de video' opnemen.
Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid te verminderen.
Opnameopties
81
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Zie 'Opnameopties' voor meer informatie over opname-instellingen.
Smart AutoProgrammaSlimme filmFilmScène
Live
Panorama
Beeld in
beeld
ZelfportretKinderenSprongopnameBeautyshot
Resolutie
OOOOO
UU
OOOO
Kwaliteit
U
OOOO
U
-OOOO
Timer
U
O
UU
O-
U
-O
UU
Flitser
U
O--
U
-
U
O
U
-
U
ISO-waarde
-O---------
Macro
U
O
U
O
U
--
U
--
U
Scherpstelgebied
-O------
U
--
Gezichtsdetectie
U
O--
U
--
UU
-
U
EV
-O-O-------
ACB
U
O---------
Lichtmeting
-O-O-------
Witbalans
-O-O-------
Snelheid
-O------
U
--
Beeld aanpassen
-O--------
U
Sound Alive
--OO-------
Digitale zoom
-O--
U
------
Intelligent
zoomen
UU
--
U
------
OIS
OOOOO-OOOOO
U
: In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld. O: De optie is beschikbaar in deze modus.
Opnameopties
82
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Intelligent
portret
Nachtopname
Close-up
opname
Magisch
kader
Grappig
gezicht
FotofilterFilmfilter
Gesplitste
opname
Artistieke
pen
Foto in
beweging
Resolutie
OOO
U
O
UUUUU
Kwaliteit
OOOOOO
U
OO
U
Timer
U
OO
U
OO
UUUU
Flitser
UU
-
UUU
-
UU
-
ISO-waarde
----------
Macro
U
-
U
---
U
--
U
Scherpstelgebied
----------
Gezichtsdetectie
U
---
U
-----
EV
----------
ACB
----------
Lichtmeting
----------
Witbalans
----------
Snelheid
----------
Beeld aanpassen
-----
U
-
UU
-
Sound Alive
------
U
---
Digitale zoom
----------
Intelligent zoomen
----------
OIS
OOO-OOOOOO
U
: In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld. O: De optie is beschikbaar in deze modus.
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en
video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of televisie
aansluit.
Foto's of video's weergeven in de
afspeelmodus
……………………………… 84
De afspeelmodus starten
………………… 84
Foto's weergeven
………………………… 89
Een video afspelen
……………………… 92
Foto's bewerken
…………………………… 94
Het formaat van foto's wijzigen
…………… 94
Portretten automatisch bijsnijden
………… 94
Een foto draaien
………………………… 95
Smart filter-effecten toepassen
…………… 95
Foto's aanpassen
………………………… 96
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
……… 98
Bestanden op een tv weergeven
………… 99
Bestanden overbrengen naar een
Windows-computer
…………………… 100
Bestanden overbrengen
met Intelli-Studio
……………………… 101
Bestanden overbrengen door de camera
aan te sluiten als verwisselbare schijf
… 103
De camera loskoppelen
(voor Windows XP)
…………………… 104
Bestanden overbrengen
naar een Mac-computer
……………… 105
Foto's met een PictBridge-fotoprinter
afdrukken
………………………………… 106
Afspelen/bewerken
84
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
Fotobestandsinformatie
Bestandsgegevens
Actief geheugen
Album/Inzoomen
SymboolBeschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Mapnaam – Bestandsnaam
GIF-bestand
Beveiligd bestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [
D
].
De afspeelmodus starten
Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [
P
].
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
•
Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en
wordt het recentste bestand weergegeven.
2
Druk op [
F
/
t
] om door de bestanden te scrollen.
•
Houd [
F
/
t
] ingedrukt om snel door de bestanden te
scrollen.
•
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u
de geheugenkaart.
•
U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten
(afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of
ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
Afspelen/bewerken
85
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Uw favoriete gezichten classificeren
U kunt uw favoriete gezichten classificeren. De functie voor
favoriete gezichten is alleen beschikbaar als u een geheugenkaart
in de camera plaatst.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtenlijst.
WijzigenTerug
Gezichtenlijst
3
Druk op [
o
].
4
Selecteer Rangorde wijzigen.
5
Selecteer een gezicht en raak [
o
] aan.
6
Druk op [
F
/
t
] om de classificatie van het gezicht te
wijzigen en druk op [
m
].
Videobestandsinformatie
AfspelenVastleggen
Bestandsgegevens
Album
SymboolBeschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Mapnaam – Bestandsnaam
Huidige afspeeltijd
Lengte van de video
Beveiligd bestand
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [
D
].
Afspelen/bewerken
86
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Geef bestanden weer op categorie, zoals datum, gezicht of
bestandstype.
1
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links.
•
U kunt Smart Album ook openen door naar <Album> op het
startscherm te scrollen en
te selecteren.
2
Druk op [
m
].
3
Selecteer Filtereen categorie.
Alles
Datum
Gezichtenlijst
Best.type
TerugSelect.
Filter
SymboolBeschrijving
Alles: bestanden normaal weergeven.
Datum: bestanden weergeven op volgorde van
opslagdatum.
Gezichtenlijst: bestanden weergeven op herkende
en favoriete gezichten. (Maximaal 20 personen)
Best.type: bestanden weergeven op bestandstype.
Favoriete gezichten verwijderen
U kunt uw favoriete gezichten verwijderen. De functie voor
favoriete gezichten is alleen beschikbaar als u een geheugenkaart
in de camera plaatst.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtenlijst.
3
Druk op [
o
].
4
Selecteer Mijn ster annuleren.
5
Selecteer een gezicht en druk op [
o
].
6
Druk op [
f
].
7
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven,
selecteert u Ja.
Afspelen/bewerken
87
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden als miniatuur weergeven
Bekijk miniaturen van bestanden.
Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links
om miniaturen weer te geven (12 per keer). Draai de
[Zoomknop] nog een of twee keer naar links om
meer miniaturen weer te geven (24 per keer). Draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave
terug te keren.
Menu
• U kunt bestanden ook weergeven als miniaturen door naar
<Album> op het startscherm te scrollen en
te selecteren.
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om door de bestanden te scrollen.
4
Scroll naar een gewenste lijst en druk vervolgens op
[
o
] om de lijst te openen.
5
Scroll naar een gewenst bestand en druk vervolgens op
[
o
] om het bestand te openen.
6
Draai de [Zoomknop] naar links om naar de vorige
weergave terug te keren.
Het kan enige tijd duren voordat de camera Smart Album opent, de categorie
wijzigt of de bestanden opnieuw indeelt.
Afspelen/bewerken
88
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden verwijderd.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer BeveiligenAan.
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Bestanden wissen
Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus.
Eén bestand verwijderen
U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen.
1
Selecteer een bestand in de afspeelmodus en druk
op [
f
].
2
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven,
selecteert u Ja.
U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door op [
m
]
en vervolgens WissenWissenJa te selecteren.
Meerdere bestanden verwijderen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk
verwijderen.
1
Druk in de afspeelmodus op [
f
].
•
Druk in de miniatuurweergave op [
m
], selecteer
WissenSelect. en ga vervolgens door naar stap 3, of druk
op [
f
], selecteer Select. en ga vervolgens door naar stap 3.
2
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven,
selecteert u Meer wissen.
3
Scroll naar de bestanden die u wilt verwijderen en druk
op [
o
].
•
Druk nogmaals op [
o
] om de selectie te annuleren.
4
Druk op [
f
].
5
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven,
selecteert u Ja.
Afspelen/bewerken
89
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Foto's weergeven
Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow.
Een foto vergroten
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts
om een deel van een foto te vergroten. Draai de
[Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Vergroot gebied
Bijsnijden
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
•
Druk in de miniatuurweergave op [
m
], selecteer
WissenAlles wissen, en ga vervolgens door naar stap
3, of druk op [
f
], selecteer Alles wissen, en ga vervolgens
door naar stap 3.
2
Selecteer WissenAlles wissen.
3
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven,
selecteert u Ja.
•
Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd.
Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren
Kopieer bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer Kopie.
Afspelen/bewerken
90
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Panoramafoto's weergeven
Bekijk foto's die zijn gemaakt in de modus Live Panorama.
1
Druk in de afspeelmodus op [
F
/
t
] om naar de
gewenste panoramafoto te scrollen.
•
De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm.
2
Druk op [
o
].
•
De camera scrollt automatisch van links naar rechts door
de foto voor een horizontale panoramafoto en van boven
naar beneden voor een verticale panoramafoto. De camera
schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus.
•
Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [
o
]
om te pauzeren of hervatten.
•
Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op
[
D
/
c
/
F
/
t
] om de foto horizontaal of verticaal te
bewegen, afhankelijk van de richting waarin u hebt bewogen
tijdens het maken van de foto.
3
Druk op [
m
] om terug te gaan naar de
afspeelmodus.
De camera beweegt alleen automatisch door de panoramafoto wanneer de
langste zijde van de foto minstens twee keer zo lang is als de korte zijde.
FunctieBeschrijving
Het vergrote gebied
verplaatsen
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
].
De vergrote foto
bijsnijden
Druk op [
o
] en selecteer Ja.
(De bijgesneden foto wordt opgeslagen als
een nieuw bestand. De oorspronkelijke foto
blijft in zijn oorspronkelijke vorm bewaard.)
Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de
zoomverhouding verschillen.
Afspelen/bewerken
91
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Een diashow afspelen
Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's.
De diashowfunctie werkt niet voor video's en GIF-bestanden.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer Opties voor diashow.
3
Selecteer een effect voor de diashow.
•
Ga naar stap 4 als u een diashow zonder effecten wilt starten.
* Standaard
OptieBeschrijving
Afsp.mod.
Instellen of de diashow wordt herhaald.
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
Interval
•
Het interval tussen foto's instellen.
(1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
•
U moet de optie Effect instellen op Uit om een
interval in te stellen.
Muziek
Achtergrondmuziek instellen.
Effect
•
Een scèneovergangseffect instellen tussen
foto's. (Uit, Kalm*, Zonnig, Ontspannen,
Levendig, Zacht)
•
Selecteer Uit om de effecten te annuleren.
•
Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval
tussen foto's ingesteld op 1 seconde.
Bewegende foto's weergeven
U kunt bewegende GIF-bestanden herhaaldelijk weergeven
die zijn vastgelegd in de modus Foto in beweging of de
Sprongopnamemodus.
1
Druk in de afspeelmodus op [
F
/
t
] om naar het
gewenste GIF-bestand te scrollen.
2
Druk op [
o
].
•
Het GIF-bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld.
3
Druk op [
o
] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Afspelen/bewerken
92
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
4
Druk op [
m
].
5
Selecteer Diashow starten.
6
Geef de diashow weer.
•
Druk op [
o
] om de diashow te onderbreken.
•
Druk nogmaals op [
o
] om de diashow te hervatten.
•
Druk op [
o
] en druk op [
F
/
t
] om de diashow te stoppen en terug
te gaan naar de afspeelmodus.
•
Draai [Zoomknop] naar links of rechts om het volumeniveau aan te
passen.
Een video afspelen
In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en vervolgens
delen van de afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt
de opgenomen of bijgesneden segmenten opslaan als nieuwe
bestanden.
1
Selecteer een video in de afspeelmodus en druk op [
o
].
2
Geef de video weer.
Huidige afspeelduur/
lengte van video
PauzeStop
FunctieBeschrijving
Terugspoelen
Druk op [
F
]. Wanneer u op [
F
] drukt,
spoelt de camera terug met een
snelheid die 2X, 4X en 8X zo groot is.
Het afspelen onderbreken
of hervatten
Druk op [
o
].
Vooruitspoelen
Druk op [
t
]. Wanneer u op [
t
]
drukt, spoelt de camera vooruit met
een snelheid die 2X, 4X en 8X zo
groot is.
Het volume aanpassen
Draai de [Zoomknop] naar links of
rechts.
Afspelen/bewerken
93
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
1
Druk tijdens het afspelen van een video op [
o
] op het
punt waarop u een beeld wilt opnemen.
2
Druk op [
c
].
•
De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de
originele video.
•
Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Een video bijsnijden
1
Selecteer in de afspeelmodus een video en druk op
[
m
].
2
Selecteer Film bijsnijden.
3
Druk op [
o
] om de video af te spelen.
4
Druk op [
o
] [
c
] op het punt waarop u het bijsnijden
wilt beginnen.
5
Druk op [
o
] om het afspelen van de video te hervatten.
6
Druk op [
o
] [
c
] op het punt waarop u het bijsnijden
wilt beëindigen.
7
Druk op [
c
] om bij te snijden.
8
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven,
selecteert u Ja.
•
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
•
De camera slaat het bewerkte bestand op als een nieuw bestand.
Afspelen/bewerken
94
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
•
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
•
Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat
handmatig wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
Portretten automatisch bijsnijden
U kunt close-up portretten ophalen en opslaan uit
landschapsopnamen.
1
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op
[
m
].
2
Selecteer Intelligent portret.
•
De camera detecteert het gezicht van een onderwerp, snijdt
de foto rondom het gezicht bij en slaat 2 bijgesneden foto's
op met opeenvolgende bestandsnamen.
De functie Intelligent portret functioneert niet als:
-Er geen gezicht wordt gedetecteerd.
-Er meer dan 2 gezichten worden gedetecteerd.
-Het gedetecteerde oppervlak dat wordt ingenomen door het gezicht,
groter is dan een bepaald percentage.
Het formaat van foto's wijzigen
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw
bestand opslaan.
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en druk
op [
m
].
2
Selecteer Res.wijz.
3
Selecteer een optie.
TerugSelect.
2592 X 1944
1984 X 1488
1024 X 768
Res.wijz
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het
originele formaat van de foto.
Afspelen/bewerken
95
Foto's bewerken
Een foto draaien
1
Scroll op het startscherm naar <Album>.
2
Selecteer .
3
Draai de [Zoomknop] naar links en selecteer een foto.
4
Selecteer Draaien een optie.
5
Druk op [
c
] om op te slaan.
AnnuleerOpslaan
Draaien : Rechts 90 gr.
•
De camera overschrijft het originele bestand.
•
Druk in de afspeelmodus op [
m
] en selecteer vervolgens Draaien
om een foto te draaien.
Smart filter-effecten toepassen
Pas speciale effecten toe op uw foto's.
1
Scroll op het startscherm naar <Album>.
2
Selecteer .
3
Draai de [Zoomknop] naar links en selecteer een foto.
4
Selecteer Smart filter een optie.
TerugInstellen
Smart filter : Miniatuur
OptieBeschrijving
Normaal
Geen effect
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Afspelen/bewerken
96
Foto's bewerken
Foto's aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid,
contrast of verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect.
Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken.
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand,
maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie.
•
U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aanpassen en Smart filter-effecten toepassen.
•
U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode
ogen toepassen.
De helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aanpassen
1
Scroll op het startscherm naar <Album>.
2
Selecteer .
3
Draai de [Zoomknop] naar links en selecteer een foto.
4
Selecteer een optie voor aanpassen.
SymboolBeschrijving
Helderheid
Contrast
Kleurverz.
OptieBeschrijving
Aquarel
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Olieverf
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het effect van een striptekening toepassen.
Kruisfilter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van
heldere objecten om het visuele effect van een
kruisfilter te imiteren.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om
de visuele effecten van een vissenooglens te
imiteren.
Oude film
Het effect van een oude film toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de
onderwerpen in het midden te benadrukken.
5
Druk op [
c
] om op te slaan.
Afspelen/bewerken
97
Foto's bewerken
5
Druk op [
F
/
t
] om de optie aan te passen.
6
Druk op [
o
].
7
Druk op [
c
] om op te slaan.
Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)
1
Scroll op het startscherm naar <Album>.
2
Selecteer .
3
Draai de [Zoomknop] naar links en selecteer een foto.
4
Selecteer ACB.
5
Druk op [
c
] om op te slaan.
Gezichten retoucheren
1
Scroll op het startscherm naar <Album>.
2
Selecteer .
3
Draai de [Zoomknop] naar links en selecteer een foto.
4
Selecteer Gezichtretouch..
5
Druk op [
F
/
t
] om de optie aan te passen.
•
Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur.
6
Druk op [
c
] om op te slaan.
Rode ogen verwijderen
1
Scroll op het startscherm naar <Album>.
2
Selecteer .
3
Draai de [Zoomknop] naar links en selecteer een foto.
4
Selecteer Anti-rode ogen.
5
Druk op [
c
] om op te slaan.
Afspelen/bewerken
98
Foto's bewerken
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's die u wilt afdrukken en sla afdrukopties op in
de DPOF-indeling (Digital Print Order Format). Deze gegevens
worden opgeslagen in de map MISC op uw geheugenkaart zodat
u eenvoudig kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met
DPOF.
1
Selecteer in de afspeelmodus een foto die u wilt
afdrukken en druk op [
m
].
2
Selecteer DPOF.
3
Druk op [
D
/
c
] om het aantal opties te selecteren en
druk op [
o
].
•
U kunt de geheugenkaart meenemen naar een printshop die DPOF
(Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's
thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
•
Foto's met afmetingen die groter zijn dan het papier, worden
mogelijk afgesneden aan de linker- en rechterkant. Zorg ervoor dat
de afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u
selecteert.
•
U kunt geen DPOF-opties instellen voor foto's in het interne geheugen.
•
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met
DPOF 1.1-compatibele printers.
Afspelen/bewerken
99
Bestanden op een tv weergeven
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
7
Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron
met de afstandsbediening van de televisie.
8
Schakel de camera in.
•
De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus
als u deze aansluit op een televisie.
9
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de
cameraknoppen.
•
Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
•
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Selecteer ConnectiviteitVideo.
4
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio.
(pag. 131)
5
Schakel de camera en de televisie uit.
6
Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan.
VideoAudio
Afspelen/bewerken
100
Bestanden overbrengen naar een Windows-computer
Bestanden overbrengen naar een Windows-computer, de bestanden bewerken met Intelli-Studio en ze uploaden naar het web.
•
De vereisten zijn slechts aanbevelingen. Het werkt mogelijk niet correct
wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de
toestand van de computer.
•
Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video's
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video's
te bewerken.
•
Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie voordat u Intelli-Studio
gebruikt.
•
Windows XP, Windows Vista of Windows 7 moet zijn geïnstalleerd op
uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door
het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Vereisten
ItemVereisten
Processor
Intel
®
Pentium
®
4 3,2 GHz of hoger/
AMD Athlon™ FX 2,6 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem*
Windows XP SP2, Windows Vista of
Windows 7
Vaste-schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
•
CD-ROM-station
•
1024 X 768 pixels, beeldscherm met
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 X 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
•
USB 2.0-poort
•
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
•
Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* Een 32-bits versie van Intelli-Studio wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits
edities van Windows XP, Windows Vista en Windows 7.
Afspelen/bewerken
101
Bestanden overbrengen naar een Windows-computer
6
Schakel de camera in.
•
Wanneer het pop-upvenster voor de installatie van Intelli-
Studio op het computerscherm wordt weergegeven, volgt u
de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
•
Wanneer Intelli-Studio op uw computer is geïnstalleerd,
herkent de computer de camera en wordt Intelli-Studio
automatisch geopend.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
7
Selecteer een doelmap op de computer en selecteer Ja.
•
Nieuwe bestanden die worden opgeslagen op de camera,
worden automatisch overgebracht naar de geselecteerde
map.
•
Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, wordt het
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
weergegeven.
Voor Windows Vista en Windows 7: selecteer Run iLinker.exe in het venster
voor automatisch starten om Intelli-Studio te starten. Als Run iLinker.exe
niet wordt weergegeven op de computer, klikt u op Computer
Intelli-Studio. Volg hierna de aanwijzingen op het scherm om de installatie
van Intelli-Studio te voltooien.
Bestanden overbrengen met Intelli-Studio
U kunt Intelli-Studio downloaden van de gekoppelde webpagina
en het op uw computer installeren. Wanneer u de camera aansluit
op een computer waarop Intelli-Studio is geïnstalleerd, wordt het
programma automatisch gestart.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt
de batterij opgeladen.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Selecteer ConnectiviteitPc-softwareAan.
4
Schakel de camera uit.
5
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken
102
Bestanden overbrengen naar een Windows-computer
Intelli-Studio gebruiken
Met Intelli-Studio kunt u bestanden afspelen en bewerken. Selecteer HelpHelp in de werkbalk van het programma voor meer informatie.
•
U kunt de firmware van uw camera bijwerken. Selecteer hiervoor Web Support (Webondersteuning) Upgrade firmware for the connected device (Firmware voor
het aangesloten apparaat bijwerken) op de programmawerkbalk.
•
U kunt korte animaties downloaden voor gebruik in de Kinderenmodus.
•
U kunt bestanden niet rechtstreeks op de camera bewerken. Breng bestanden over naar een map op de computer om ze te bewerken.
•
Intelli-Studio ondersteunt de volgende indelingen:
Overschakelen naar de Deelmodus (bestanden verzenden
per e-mail of uploaden naar websites, zoals Flickr of
YouTube).
6
Korte animaties downloaden voor gebruik in de
Kinderenmodus.
7
De miniaturen in de lijst vergroten of verkleinen.
8
Een bestandstype selecteren.
9
Bestanden in de geselecteerde map op de computer
weergeven.
0
Bestanden op de aangesloten camera weergeven of
verbergen.
!
Bestanden in de geselecteerde map op de camera
weergeven.
@
Bestanden als miniaturen of op een kaart weergeven.
#
Bladeren door mappen die zijn opgeslagen op de camera.
$
Bladeren door mappen die zijn opgeslagen op de
computer.
:
Naar de vorige of volgende map gaan.
^
Bestanden afdrukken, bestanden weergeven op een kaart,
bestanden opslaan in Mijn map of gezichten registreren.
Bestanden overbrengen door de camera aan
te sluiten als verwisselbare schijf
Sluit de camera aan op de computer als verwisselbare schijf.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Selecteer ConnectiviteitPc-softwareUit.
4
Schakel de camera uit.
5
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken
104
Bestanden overbrengen naar een Windows-computer
De camera loskoppelen (voor Windows XP)
Voor Windows Vista en Windows 7 gelden vergelijkbare
methoden voor het loskoppelen van de camera.
1
Controleer of het statuslampje niet knippert.
•
Het statuslampje knippert wanneer er bestanden worden
overgedragen. Wacht tot het lampje stopt met knipperen.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het
apparaat veilig is verwijderd.
5
Verwijder de USB-kabel.
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-Studio actief is. Sluit
het programma af voordat u de camera loskoppelt.
6
Schakel de camera in.
•
De camera wordt automatisch herkend.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
7
Selecteer op de computer Deze computer
Verwisselbare schijfDCIM100PHOTO.
8
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
Afspelen/bewerken
105
Bestanden overbrengen naar een Mac-computer
Wanneer u de camera aansluit op een Macintosh-computer, wordt het apparaat automatisch herkend door de computer. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera overbrengen naar de computer zonder programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
2
Schakel de camera in.
•
De computer herkent de camera automatisch en geeft een
pictogram van een verwisselbare schijf weer.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
3
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
4
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
1
Sluit de camera met de USB-kabel aan op een
Macintosh-computer.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken
106
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken
Druk foto's af met een PictBridge-compatibele printer door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Afdrukopties instellen
Druk op [
m
] om de afdrukinstellingen te configureren.
Printen
Formaat
Lay-out
Type
Kwalit.
Datum afdrukken
Afsl.Select.
OptieBeschrijving
Printen
Selecteren of alleen de huidige foto of alle foto's
moeten worden afgedrukt.
Formaat
Het afdrukformaat instellen.
Lay-out
Het aantal foto's instellen dat op een vel papier moet
worden afgedrukt.
Type
De papiersoort instellen.
Kwalit.
De afdrukkwaliteit instellen.
Datum
afdrukken
Instellen of de datum moet worden afgedrukt.
Best.naam
Instellen of de bestandsnaam moet worden afgedrukt.
Reset
De instellingen terugzetten op de standaardwaarden.
Bepaalde opties worden mogelijk niet door alle printers ondersteund.
1
Scroll op het startscherm naar <Basis>.
2
Selecteer .
3
Selecteer ConnectiviteitUSBPrinter.
4
Schakel de printer in en sluit de camera aan op de
printer met de USB-kabel.
5
Als de camera is uitgeschakeld, drukt u op [POWER] of
[
P
] om deze in te schakelen.
•
De printer herkent de camera automatisch.
6
Druk op [
F
/
t
] om een bestand te selecteren dat u wilt
afdrukken.
•
Druk op [
m
] om afdrukopties in te stellen.
Zie 'Afdrukopties instellen'.
7
Druk op [
o
] om af te drukken.
•
Het afdrukken begint. Druk op [
o
] om het afdrukken te
annuleren.
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren
……… 108
Verbinding maken met een WLAN
…… 108
De aanmeldingsbrowser gebruiken
…… 109
Tips over netwerkverbinding
…………… 110
Tekst invoeren
………………………… 111
Foto's of video's verzenden naar
een smartphone
………………………… 112
Een smartphone gebruiken als
externe ontspanknop
…………………… 113
Websites voor het delen van foto's of
video's gebruiken
……………………… 115
Een website openen
…………………… 115
Foto's of video's uploaden
…………… 115
Foto's of video's via e-mail
verzenden
………………………………… 117
E-mailinstellingen wijzigen
……………… 117
Foto's of video's via e-mail verzenden
… 118
Foto's uploaden naar
een cloudserver
………………………… 120
Automatische back-up gebruiken om
foto's of video's te verzenden
………… 121
Het programma voor Automatische
back-up installeren op uw pc
………… 121
Foto's of video's verzenden
naar een pc
…………………………… 121
Foto's of video's weergeven op
een tv met TV Link-functionaliteit
……… 123
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
……… 125
Over de WOL-functie Wake on LAN
… 126
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
108
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook
netwerkinstellingen configureren.
SymboolBeschrijving
Ad-hoctoegangspunt
Beveiligd toegangspunt
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
Druk op [
t
] om de opties voor de netwerkinstelling
te openen
•
Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een
pop-upvenster weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden
in om verbinding te maken met de WLAN. Zie 'Tekst invoeren'
voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 111)
•
Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie
'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 109)
•
Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt
de camera verbinding met het WLAN.
•
Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund
door het WPS-profiel, selecteert u WPS PIN en geeft u een
PIN-code in op het toegangspunt. U kunt ook verbinding
maken met een toegangspunt dat wordt ondersteund
door het WPS-profiel door WPS PBC te selecteren op de
camera en vervolgens de knop WPS te selecteren op het
toegangspunt.
Verbinding maken met een WLAN
1
Scroll op het startscherm naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer , , , of .
3
Druk op [
m
] en selecteer vervolgens
Wi-Fi-instelling.
•
Druk in sommige modi op [
m
] of volg de instructies
op het scherm totdat het scherm Wi-Fi-instelling wordt
weergegeven.
•
De camera zoekt automatisch naar beschikbare
toegangspunten.
4
Raak een toegangspunt aan.
Wi-Fi-instelling
Samsung 2
Samsung 1
Samsung 3
Samsung 4
Samsung 5
Terug
Select.
•
Selecteer WPS PBC om verbinding te maken met een WPS-
toegangspunt.
•
Selecteer Vernieuwen om de lijst met voor verbinding
beschikbare toegangspunten te vernieuwen.
•
Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig
een toegangspunt toe te voegen.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
109
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
De aanmeldingsbrowser gebruiken
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de
aanmeldingsbrowser wanneer u verbinding maakt met bepaalde
toegangspunten, sites voor delen of cloudservers.
KnopBeschrijving
[
D
/
c
/
F
/
t
]
Naar een item gaan of door de pagina scrollen.
[
o
]
Een item selecteren.
[
m
]
Hiermee hebt u toegang tot de volgende opties:
•
Vorige pagina: naar de vorige pagina gaan.
•
Volg. pagina: naar de volgende pagina gaan.
•
Opn. laden: de pagina opnieuw laden.
•
Stop: stoppen met het laden van de pagina.
•
Afsl.: de aanmeldingsbrowser sluiten.
[
f
]
De aanmeldingsbrowser sluiten.
•
Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina
waarmee u bent verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
•
De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten
na aanmelding op bepaalde aanmeldingspagina's. In dit geval sluit u
de aanmeldingsbrowser met [
f
], en gaat u door met de gewenste
bewerking.
•
Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het
invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
Netwerkopties instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een
toegangspunt en druk op [
t
].
2
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
OptieBeschrijving
Verificatie
Selecteer een netwerkverificatietype.
Gegevenscod.
Selecteer een coderingstype.
Netwerkwachtwoord
Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
Het IP-adres handmatig instellen.
Het IP-adres handmatig instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een
toegangspunt en druk op [
t
].
2
Selecteer IP-instellingHandmatig.
3
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
OptieBeschrijving
IP
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Gateway
Hier voert u de gateway in.
DNS-server
Hier voert u het DNS-adres in.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
110
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
• Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een
ander toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
• In bepaalde landen kunt u ook verbinding maken met gratis WLAN's.
• Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer
u gratis WLAN's selecteert die worden geleverd door bepaalde
netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in
om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de
netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service.
• Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om
verbinding te maken met een toegangspunt. Geef geen betalings-
of creditcardgegevens in op uw camera. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor problemen die ontstaan wanneer u dergelijke
informatie ingeeft.
• De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
• De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op
het gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan
de WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera
hebt gekocht.
• De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan
verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
• Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag
gebruiken.
• Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen
dat de batterij volledig is opgeladen.
• Wanneer een DHCP-server niet beschikbaar is, moet u een bestand
autoip.txt maken en dit kopiëren naar de geplaatste geheugenkaart
om verbinding met het netwerk te maken met Auto IP.
Tips over netwerkverbinding
• De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het
toegangspunt.
• Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe
langer het duurt om verbinding te maken met het netwerk.
• Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt
als uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
• Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera
mogelijk het apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden
weergegeven.
• Neem contact op met uw netwerkbeheerder of
netwerkserviceprovider voor netwerkinstellingen of een wachtwoord.
• Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider,
kunt u mogelijk geen verbinding met het betreffende WLAN maken.
Neem contact op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te
maken met het WLAN.
• Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het
wachtwoord verschillen.
• Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
• Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt echter geen verbinding met het netwerk
maken via een printer.
• U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en
aansluiten op een tv. U kunt ook geen foto's of video's op een tv
bekijken wanneer u verbinding hebt gemaakt met een netwerk.
• Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met
een netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden
van uw abonnement.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
111
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tekst invoeren
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Met de
pictogrammen in de onderstaande tabel kunt u de cursor
bewegen, hoofdletters in- en uitschakelen enzovoort. Druk op
[D/c/F/t] om naar een gewenste toets te gaan en druk
vervolgens op [o] om deze toets in te geven.
TerugBackspace
Gereed
SymboolBeschrijving
De laatste letter verwijderen.
De cursor verplaatsen.
In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit.
Geef '.com' in.
SymboolBeschrijving
Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand.
Een spatie invoeren.
GereedDe weergegeven tekst opslaan.
Zie de handleiding voor het ingeven van tekst.
•
U kunt alleen tekst in het Engelse alfabet invoeren, ongeacht de
schermtaal.
•
Druk om direct naar Gereed te gaan op [
P
].
•
U kunt maximaal 64 tekens ingeven.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
112
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of
video's verzenden naar uw smartphone.
•
De functie MobileLink wordt ondersteund door Galaxy S-smartphones met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger. Als uw smartphone het besturingssysteem
Android 2.1 gebruikt, werkt u uw smartphone bij naar Android 2.2 of hoger. Deze functie wordt ook ondersteund door de 7-inch en 10.1-inch Galaxy Tab. Mogelijk
wordt deze functie ook ondersteund door andere toestellen met Android 2.2 of hoger, maar Samsung kan de werking daarvan niet garanderen.
•
U moet de applicatie installeren op het apparaat voordat u deze functie gebruikt. U kunt de applicatie downloaden van Samsung Apps of Android Market.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
U kunt max. 1000 best. weergeven en max. 100 best. tegelijk verzenden.
5
Selecteer vanaf de smartphone de bestanden die u van
de camera naar de smartphone wilt verzenden.
6
Selecteer Copy op de smartphone.
•
De camera verzendt de bestanden.
1
Scroll op het startscherm van de camera naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer op de camera.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, selecteert u OK.
3
Schakel de applicatie Samsung MobileLink in op de
smartphone.
•
Lees de instructies op het scherm zorgvuldig om uw camera
te selecteren en aan te sluiten.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
4
Selecteer OK op de camera.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
113
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
De camera maakt verbinding met een smartphone via een WLAN. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie
Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone.
•
De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door Galaxy S-smartphones met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger. Als uw smartphone het
besturingssysteem Android 2.1 gebruikt, werkt u uw smartphone bij naar Android 2.2 of hoger. Deze functie wordt ook ondersteund door de 7-inch en 10.1-inch
Galaxy Tab. Mogelijk wordt deze functie ook ondersteund door andere toestellen met Android 2.2 of hoger, maar Samsung kan de werking daarvan niet garanderen.
•
U moet de applicatie installeren op het apparaat voordat u deze functie gebruikt. U kunt de applicatie downloaden van Samsung Apps of Android Market.
4
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
SymboolBeschrijving
Flitsoptie
Timerinstelling
Fotoformaat
•
Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige
knoppen niet beschikbaar op uw camera.
•
De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken
niet als u deze functie gebruikt.
•
De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de
fotoformaten
en .
1
Scroll op het startscherm van de camera naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer op de camera.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, selecteert u OK.
3
Schakel de functie Remote Viewfinder in op uw
smartphone.
•
Lees de instructies op het scherm zorgvuldig om uw camera
te selecteren en aan te sluiten.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
114
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
5
Blijf aanraken op de smartphone om scherp te
stellen.
•
De scherpstelling is automatisch ingesteld op Multi AF.
6
Druk op om de foto te maken.
•
De foto wordt opgeslagen in uw camera.
•
Raak de foto onder aan het scherm aan om deze op te slaan
op de smartphone. Het formaat van de foto wordt gewijzigd
in 640 X 360.
•
Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera
en de smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
•
De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera
bevinden als u deze functie wilt gebruiken.
•
Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u op op de
smartphone hebt gedrukt.
•
De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen
uitgeschakeld:
-Er is een inkomende oproep op de smartphone.
-De camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
-Het geheugen is vol.
-De verbinding van een van de apparaten met het WLAN is
verbroken.
-De Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
115
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden. Beschikbare websites worden weergegeven op de camera.
Foto's of video's uploaden
1
Open de website met uw camera.
2
Scroll naar de bestanden die u wilt uploaden en
druk op [
o
].
•
U kunt maximaal 20 foto's selecteren en de totale grootte mag
maximaal 10 MB zijn.
3
Selecteer Upload.
•
Als u bent verbonden met Facebook, selecteert u Upload
Uploaden.
•
Als u verbinding hebt gemaakt met Facebook, kunt u uw
opmerkingen ingeven door het vak Opmerking te selecteren.
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst
'Tekst invoeren'. (pag. 111)
Een website openen
1
Scroll op het startscherm naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
3
Selecteer een website.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken
met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst
verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 108)
4
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op en
selecteer Aanmelding.
•
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst
'Tekst invoeren'. (pag. 111)
•
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door
een gebruikersnaam te selecteren.
•
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u
mogelijk automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de
website voor het delen van bestanden hebben.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
116
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
•
De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M, en de langste
video die u kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie
van of is een video die is opgenomen met . Als de
geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze
automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
•
De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is
afhankelijk van de geselecteerde website.
•
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen
toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw
netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider.
•
De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan
automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
•
De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt
openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt in de afspeelmodus ook foto's en video's uploaden naar
websites voor het delen van bestanden door op [
m
] te drukken
en vervolgens Delen (Wi-Fi)en een gewenste website te selecteren.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
117
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
6
Selecteer het vak E-mail, geef uw naam in en selecteer
Gereed.
7
Selecteer OK om de wijzigingen op te slaan.
•
Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Reset aan.
Een e-mailwachtwoord instellen
1
Scroll op het startscherm naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Wachtwoord instellenAan.
•
Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen.
5
Klik op [
o
] wanneer het pop-upvenster wordt
weergegeven.
•
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u niet op
[
o
] drukt.
6
Voer een wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Voer het wachtwoord nogmaals in.
8
Klik op [
o
] wanneer het pop-upvenster wordt
weergegeven.
•
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u niet op
[
o
] drukt.
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw
gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt
ook het e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Lees voor meer
informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 111)
Uw gegevens opslaan
1
Scroll op het startscherm naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Instelling afzender.
5
Selecteer het vak Naam, geef uw naam in en selecteer
Gereed.
Naam
E-mail
Terug
OK
Reset
Instelling afzender
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
118
Foto's of video's via e-mail verzenden
Als u uw wachtwoord niet meer weet, kunt u dit opnieuw instellen door Reset
te selecteren op het scherm voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer
u de gegevens opnieuw instelt, worden eerder opgeslagen instelgegevens
van de gebruiker, e-mailadres en recent verzonden e-maillijst verwijderd.
Het e-mailwachtwoord wijzigen
1
Scroll op het startscherm naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Wachtwoord wijzigen.
5
Voer uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
6
Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
8
Klik op [
o
] wanneer het pop-upvenster wordt
weergegeven.
•
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u niet op
[
o
] drukt.
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via
e-mail. Zie 'Tekst invoeren' voor meer informatie over het ingeven
van tekst. (pag. 111)
1
Scroll op het startscherm naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
3
Selecteer het vak Naam (e-mail), geef uw naam in en
selecteer Gereed.
•
Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze
automatisch ingevoegd. (pag. 117)
•
Als u een adres uit de lijst met eerdere afzenders wilt
gebruiken, selecteert u
een adres.
4
Selecteer het vak Ontvanger, geef uw naam in en
selecteer Gereed.
•
Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt
gebruiken, selecteert u
een adres.
•
Selecteer om meer ontvangers toe te voegen. U kunt
maximaal 30 ontvangers invoeren.
•
Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen.
5
Selecteer Volgende.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
119
Foto's of video's via e-mail verzenden
•
Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met
de e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt
geweigerd of herkend als spam.
•
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding
beschikbaar is of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
•
De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M, en de langste
video die u kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie
van of is een video die is opgenomen met . Als de
geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze
automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
•
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [
m
]
te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi)E-mail te selecteren.
6
Scroll naar de bestanden die u wilt verzenden en druk
op [
o
].
•
U kunt maximaal 20 foto's selecteren en de totale grootte mag
maximaal 10 MB zijn.
7
Selecteer Next.
8
Selecteer het vak Opmerking, geef uw opmerkingen in
en selecteer Gereed.
9
Selecteer Verzenden.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken
met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, om de e-mail te verzenden.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 108)
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
120
Foto's uploaden naar een cloudserver
U kunt uw foto's uploaden naar SkyDrive. Om foto's te uploaden, moet u de Microsoft-website bezoeken en u registreren voordat u uw
camera aansluit.
4
Meld u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
•
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst
'Tekst invoeren'. (pag. 111)
•
Zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken' als u bent verbonden
met SkyDrive. (pag. 109)
5
Scroll naar de foto's die u wilt uploaden en druk op [
o
].
6
Selecteer Upload.
•
U kunt foto's ook uploaden naar een cloudserver in de afspeelmodus
door op [
m
] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi)
→
een
cloudserver te selecteren.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
Wanneer u foto's uploadt naar SkyDrive, wordt het formaat van de
foto's gewijzigd in 2M terwijl de oorspronkelijke verhouding behouden
blijft.
1
Scroll op het startscherm van de camera naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
•
U kunt de uploadgrootte van foto's wijzigen door op [
m
]
te drukken en Uploadgrootte afb. te selecteren.
3
Selecteer SkyDrive.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om
een account te maken, selecteert u OK.
•
De camera probeert verbinding te maken met een WLAN via
het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 108)
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
121
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. De functie Automatische back-up werkt
alleen met het Windows-besturingssysteem.
Foto's of video's verzenden naar een pc
1
Scroll op het startscherm van de camera naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
•
U moet de informatie voor de back-up-pc configureren om
de functie Automatische back-up te gebruiken. Zie 'Het
programma voor Automatische back-up installeren op uw pc'
voor meer informatie. (pag. 121)
3
Druk op [
m
] om opties in te stellen.
•
Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht
is voltooid, selecteert u Pc afsluiten na back-upAan.
4
Druk op [
o
] om de back-up te starten.
•
Als u het verzenden wilt annuleren, drukt u op [
o
].
•
U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups
van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van
nieuwe bestanden op de camera.
•
De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de
monitor van de pc.
•
Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na
ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer
Annuleer om terug te gaan naar het vorige scherm en te
voorkomen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld.
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc
1
Installeer Intelli-Studio op de pc. (pag. 101)
2
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
3
Klik op OK in het pop-upvenster.
•
Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd
op de pc. Volg de instructies op het scherm om de installatie
te voltooien.
4
Verwijder de USB-kabel.
5
Sluit de camera weer met de USB-kabel op de pc aan.
•
De camera slaat informatie over de pc op, zodat de camera
bestanden kan verzenden naar de pc.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is
verbonden met een netwerk. Als er geen internetverbinding beschikbaar is,
moet u het programma installeren vanaf de bijgeleverde cd.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
122
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
•
Als de pc de WOL-functie (Wake on LAN) ondersteunt, kunt u de pc
automatisch inschakelen door op uw camera naar de pc te zoeken.
(pag. 126)
•
Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert
u het toegangspunt dat is verbonden met de pc.
•
De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u
weer verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
•
Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
•
Wanneer u deze functie gebruikt, is alleen [POWER] beschikbaar op
uw camera.
•
U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om
bestanden te verzenden.
•
De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege
netwerkomstandigheden.
•
Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden.
Bestanden kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw
camera opnieuw aansluit op een andere pc.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen
voordat u deze functie gebruikt.
•
U kunt maximaal 1000 bestanden verzenden.
•
In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het
Latijnse alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
123
Foto's of video's weergeven op een tv met TV Link-functionaliteit
TV Link is een technologie voor het delen van mediabestanden tussen een camera en een tv die verbinding hebben met hetzelfde
toegangspunt. Met deze technologie kunt u uw foto's of video's op een breedbeeld-tv of ander apparaat weergeven.
4
Zoek op de tv naar de camera en blader door de
gedeelde foto's of video's.
•
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor informatie
over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's
of video's op de tv.
•
Afhankelijk van het type tv of de netwerkverbinding kan het
voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als
dit gebeurt, neemt u de video opnieuw op met de kwaliteit
of en speelt u de video opnieuw af. Als video's
niet vloeiend op uw televisie worden afgespeeld via de
draadloze verbinding, sluit u de camera met een A/V-kabel
aan op de televisie.
AP
1
Scroll op het startscherm naar <Wi-Fi>.
2
Selecteer .
•
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven,
drukt u op [
o
].
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken
met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst
verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 108)
3
Maak op uw tv verbinding met een draadloos netwerk
via een toegangspunt.
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de tv voor meer
informatie.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
124
Foto's of video's weergeven op een tv met TV Link-functionaliteit
•
U kunt maximaal 1000 foto's of video's delen.
•
Op een tv-scherm kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met de
camera hebt opgenomen.
•
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een tv
kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt.
•
Als de camera is verbonden met 2 tv's, wordt er mogelijk langzamer
afgespeeld.
•
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
•
U kunt deze functie alleen gebruiken met tv's met de TV Link-functie.
•
Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op de tv, maar u
kunt ze opslaan volgens de tv-specificaties.
•
Het overbrengen van foto's of video's naar de tv kan enige tijd duren,
afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u wilt
delen of de grootte van de bestanden.
•
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of
video's op een tv bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen),
gaat de tv ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is.
•
De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die
op de tv.
•
Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het
enige tijd duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure
uit te voeren.
•
Als u tijdens de weergave van foto's of video's op de tv voortdurend
de afstandsbediening van de tv gebruikt of andere handelingen op de
tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct.
•
Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de
bestanden wijzigt terwijl u de bestanden op een tv bekijkt, moet u
de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op de tv bij
te werken.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
125
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het
apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.
1
Schakel op het toestel de optie Wi-Fi Direct in.
2
Scroll op de camera in de afspeelmodus naar een foto.
3
Druk op [
m
] en selecteer vervolgens Delen (Wi-Fi)
Wi-Fi Direct.
•
In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto
tegelijk verzenden.
•
In de miniatuurweergave kunt u meerdere foto's selecteren
door naar miniaturen te scrollen en op [
o
] te drukken.
Selecteer Next wanneer u klaar bent met het selecteren van
foto's.
4
Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-
apparaten op de camera.
•
Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is
ingeschakeld.
•
U kunt ook uw camera selecteren in de lijst met Wi-Fi Direct-
apparaten op het apparaat.
5
Geef op het toestel de camera toestemming om
verbinding te maken met het toestel.
•
De foto wordt verzonden naar het apparaat.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
Als u de verbindingspoging annuleert voordat deze is voltooid, kan de
camera mogelijk niet opnieuw verbinding maken met het apparaat. In
dit geval moet u het apparaat bijwerken met de nieuwste firmware.
Draadloos netwerk (alleen DV300F/DV305F)
126
Over de WOL-functie Wake on LAN
Met de WOL-functie kunt u een pc automatisch inschakelen of wekken met uw camera. Deze functie is beschikbaar voor desktop-pc's van
Samsung uit de afgelopen 5 jaar (niet beschikbaar voor all-in-one-pc's).
Als u andere wijzigingen dan de beschreven wijzigingen aanbrengt in de BIOS-instellingen van uw pc, kan uw pc worden beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade als gevolg van het wijzigen van de BIOS-instellingen van uw pc.
De pc instellen om wakker te worden uit de slaapmodus
1
Klik op Start en open het Control Panel (Configuratiescherm).
2
Configureer de netwerkverbinding.
•
Windows 7:
Klik op Network and Internet (Netwerk en internet)
Connectiviteit: hiermee kunt u de verbindingsopties
instellen. (pag. 131)
Algemeen: hiermee kunt u de instellingen voor het
camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling
en standaardbestandsnaam. (pag. 132)
Instellingen
130
Instellingenmenu
Geluid
* Standaard
ItemBeschrijving
Volume
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Piepjes
Hiermee stelt u een geluid in dat wordt afgespeeld
als u op de knoppen drukt of schakelt tussen
modi. (Uit, Aan*)
Sl.toon
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u op de ontspanknop drukt.
(Uit, Geluid 1*, Geluid 2, Geluid 3)
Begingeluid
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u de camera inschakelt.
(Uit*, Vliegen, Lasershow, Wolken)
AF-geluid
Instellen dat een geluid wordt afgespeeld wanneer
u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Display
* Standaard
ItemBeschrijving
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld en zo ja, welke.
•
Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven.
•
Logo: een standaardafbeelding uit het interne
geheugen weergeven.
•
Gebr.afb: selecteer Gebr.afb. uit de foto's die u
hebt vastgelegd in het geheugen.
•
De camera slaat per keer slechts één
gebruikersfoto in het interne geheugen op.
•
Als u een nieuwe foto selecteert als
gebruikersfoto of als u de camera opnieuw
instelt, wordt de huidige afbeelding gewist.
Achtergronden
De achtergrond van het startscherm instellen met
de gewenste afbeelding.
(Galerie met achtergronden, Album)
Richtlijn
Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij
de compositie van een scène.
(Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)
Datum/tijd
weergeven
Instellen of de datum en tijd op het scherm van de
camera worden weergegeven. (Uit*, Aan)
Helpgids weerg.
Hiermee wordt een korte beschrijving van een
optie of menu weergegeven. (Uit, Aan*)
Instellingen
131
Instellingenmenu
* Standaard
ItemBeschrijving
Helderh. scherm
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus,
zelfs als Auto is geselecteerd.
Snel tonen
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto
wordt weergegeven voordat u teruggaat naar de
Opnamemodus. (Uit, Aan*)
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over op
de spaarstand. (Uit*, Aan)
•
Druk in de spaarstand op een andere knop
dan de [POWER] om de camera weer te
gebruiken.
•
Zelfs als u de spaarstand niet inschakelt,
wordt het scherm 30 seconden na de laatste
bewerking gedimd om stroom te besparen.
Connectiviteit
* Standaard
ItemBeschrijving
Video
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio
instellen.
•
NTSC:Canada, Japan, Korea, Mexico, Taiwan,
Verenigde Staten
•
PAL (ondersteunt alleen BDGHI):Australië,
België, China, Denemarken, Duitsland, Finland,
Frankrijk, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Singapore, Spanje, Thailand, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland
USB
De modus selecteren die wordt gebruikt als u
de camera met een USB-kabel aansluit op een
computer of printer.
•
Computer*: sluit de camera op een computer
aan om bestanden over te brengen.
•
Printer: de camera aansluiten op een printer
om bestanden af te drukken.
•
Selecteer een modus: selecteer handmatig
de USB-modus wanneer u de camera aansluit
op een apparaat.
Pc-software
Hiermee stelt u in dat Intelli-Studio automatisch
wordt gestart wanneer u de camera aansluit op
uw computer. (Uit, Aan*)
Instellingen
132
Instellingenmenu
Algemeen
* Standaard
ItemBeschrijving
Apparaatgegevens
(alleen DV300F/
DV305F)
Het Mac-adres en serienummer van de camera
weergeven.
Language
Een taal voor de tekst op het scherm instellen.
Tijdzone
De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar
een ander land gaat, selecteert u Bezoek en
selecteert u de juiste tijdzone. (Thuis*, Bezoek)
Datum/tijd
aanpassen
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Datumtype
Hiermee stelt u een datumnotatie in.
(JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ)
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk
van de geselecteerde taal.
Type tijd
De tijdnotatie instellen. (12 uur, 24 uur)
De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk
van de geselecteerde taal.
* Standaard
ItemBeschrijving
Bestandsnr.
De naamgeving van bestanden opgeven.
•
Op nul: instellen dat de bestandsnummering
weer bij 0001 begint wanneer er een
nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een
geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden verwijderd.
•
Serie*: instellen dat de bestandsnummering
doorloopt wanneer er een nieuwe
geheugenkaart wordt geplaatst, een
geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden verwijderd.
•
De standaardnaam van de eerste map is
100PHOTO en de standaardnaam van het
eerste bestand is SAM_0001.
•
Het bestandsnummer wordt steeds met één
verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
•
Het mapnummer wordt steeds met één
verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
•
Het maximum aantal bestanden dat in een
map kan worden opgeslagen, is 9999.
•
De camera definieert bestandsnamen
volgens de DCF-norm (Design rule for
Camera File system). Als u bestandsnamen
wijzigt, kan de camera deze bestanden
mogelijk niet meer weergeven.
Instellingen
133
Instellingenmenu
* Standaard
ItemBeschrijving
Afdruk
Instellen of de datum en tijd moeten worden
weergegeven op gemaakte foto's.
(Uit*, Datum, Datum/tijd)
•
De datum en tijd worden in de
rechterbenedenhoek van de foto
weergegeven.
•
Mogelijk drukken sommige printermodellen de
datum en tijd niet correct af.
•
De datum en tijd worden niet op de foto
weergegeven als:
-U Tekst selecteert in de modus Scène.
-U Live Panorama, Beeld in beeld,
Zelfportret, Kinderen, Sprongopname,
Intelligent portret, Grappig gezicht of Foto in
beweging selecteert.
-U maakt een foto met het frontdisplay.
Automatisch uit
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld als u gedurende een
bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
•
Uw instellingen worden niet gewijzigd
wanneer u de batterij vervangt.
•
De camera wordt niet automatisch
uitgeschakeld als de camera is aangesloten
op een computer, printer of WLAN of als u
een diashow of video's afspeelt.
AF-lamp
Instellen dat op donkere locaties automatisch
een lampje wordt ingeschakeld zodat u beter
kunt scherpstellen. (Uit, Aan*)
* Standaard
ItemBeschrijving
Formatt.
Formatteer het interne geheugen en de
geheugenkaart. Wanneer u formatteert, worden
alle bestanden verwijderd, ook beveiligde
bestanden. (Ja, Nee)
Er kunnen fouten optreden als u een
geheugenkaart door een ander merk camera,
door een computer of in een geheugenkaartlezer
laat formatteren. Formatteer geheugenkaarten in
de camera voordat u ze gebruikt om beelden op
te slaan.
Reset
Reset menu's en opnameopties. De instellingen
voor datum en tijd, taal en video-uitvoer worden
niet gereset. (Ja, Nee)
Bijlagen
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoud.
Foutmeldingen
………………………………………… 135
Cameraonderhoud
…………………………………… 137
De camera reinigen
………………………………… 137
De camera gebruiken of opbergen
………………… 138
Geheugenkaarten
…………………………………… 139
De batterij
…………………………………………… 142
Voordat u contact opneemt met
een servicecenter
…………………………………… 146
Cameraspecificaties
………………………………… 149
Woordenlijst
…………………………………………… 153
Verklaring in officiële talen
…………………………… 159
Index
…………………………………………………… 161
Bijlagen
135
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
FoutmeldingMogelijke oplossingen
Apparaat
losgekoppeld.
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Selecteer een ander
TV Link-apparaat.
Bestandsfout
Verwijder het beschadigde bestand of neem
contact op met een servicecenter.
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet ondersteund door
de camera. Formatteer de geheugenkaar in de
camera.
Initialisatie mislukt.
•
Schakel de apparaten met TV Link op het
netwerk in.
•
De camera kan geen apparaat met de functie
TV Link vinden.
Ongeldig
wachtwoord.
Het wachtwoord voor het overdragen van
bestanden naar een andere camera is onjuist.
Voer het juiste wachtwoord in.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij
op.
Geheugen vol
Verwijder onnodige bestanden of plaats een
nieuwe geheugenkaart.
FoutmeldingMogelijke oplossingen
Kaartfout
•
Schakel de camera uit en weer in.
•
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
•
Formatteer de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet
ondersteund door de camera. Plaats een
microSD-, microSDHC-, of microSDXC-
geheugenkaart.
Verbinding is niet
gelukt.
•
De camera kan geen verbinding met het
netwerk maken via het geselecteerde
toegangspunt. Selecteer een ander
toegangspunt en probeer het opnieuw.
•
De camera kan geen verbinding maken
met de andere camera. Probeer opnieuw
verbinding te maken.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCF-
norm overeen. Breng de bestanden op de
geheugenkaart over naar een computer en
formatteer de kaart. Open vervolgens het menu
Instellingen en selecteer Bestandsnr.
Op nul. (pag. 132)
Bijlagen
136
Foutmeldingen
FoutmeldingMogelijke oplossingen
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met
foto's in de camera.
Foto-overdracht
mislukt.
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Schakel de functie
TV Link weer in.
Foto-ontvangst
mislukt.
De camera kan een foto niet ontvangen van de
verzendende camera. Vraag de ander om het
bestand opnieuw te verzenden.
Overdracht mislukt.
•
De camera kan geen foto verzenden naar
de andere camera. Probeer opnieuw te
verzenden.
•
De camera kan geen e-mail verzenden
of foto's overdragen naar een apparaat
met de functie TV Link. Controleer de
netwerkverbinding en probeer het opnieuw.
Bijlagen
137
Cameraonderhoud
Camerabody
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge
doek.
•
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
•
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
lensreinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Bijlagen
138
Cameraonderhoud
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen
met absorberend materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten
houder plaatsen.
• Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van
tijd en moeten vóór gebruik opnieuw worden opgeladen.
• De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer
de camera wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij
gedurende langer dan 40 uur gescheiden zijn geweest.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme
omgeving, kan er condensvorming optreden op de lens of de
interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera
uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er condensvorming
optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera
halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart
terugplaatst.
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor
kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera
veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende
onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan
beïnvloeden.
• Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen
van de camera
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of
omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert.
• Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de
camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, zoals in
een auto die in de zon staat.
• Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
• Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of
slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en
interne onderdelen te voorkomen.
• Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare
stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als
de camera of de accessoires van de camera.
• Berg de camera niet op met mottenballen.
Gebruik op het strand of aan de waterkant
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter
of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera
gebruikt met natte handen, kan de camera beschadigd raken.
Bijlagen
139
Cameraonderhoud
• Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën,
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een
gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven
en openingen van de camera. Schade als gevolg van onjuist
gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
• Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door
de garantie.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
De camera ondersteunt microSD-, microSDHC-, of microSDXC-
geheugenkaarten.
Als u gegevens wilt lezen met een
computer of een geheugenkaartlezer,
moet u de geheugenkaart plaatsen in een
geheugenkaartadapter.
• De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de
camera niet blootstelt aan schokken.
• Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen
tegen externe druk. Houd de camera uit de buurt van zand,
scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er
krassen op de camera komen.
• Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of
beschadigd is. Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw
handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar een
servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
• Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de
buurt van, op of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons,
kachels of radiatoren. Deze apparaten kunnen worden
vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing
veroorzaken.
• Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de
beeldsensor verkleuren of defect raken.
• Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de
lens met een zachte, schone doek.
• Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk
uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen.
Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken.
• De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal
en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw
camera.
• Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera
is ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen
nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden
duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera
weer bij normale temperaturen gebruikt.
Bijlagen
140
Cameraonderhoud
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de
opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende
capaciteiten zijn gebaseerd op een microSD-kaart van
1 GB:
Foto
FormaatSuperhoogHoogNormaal
105206303
117230337
140275406
166323469
319607858
5229541336
74213361878
158225053006
Video
Formaat30fps15fps
1280 X 720
Ongeveer
14' 55"
Ongeveer
28' 54"
640 X 480
Ongeveer
34' 55"
Ongeveer
65' 40"
320 X 240
Ongeveer
134' 34"
Ongeveer
231' 14"
Om te delen
(alleen DV300F/DV305F)
Ongeveer
134' 34"
Ongeveer
231' 14"
* De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie.
Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken
van de vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er
verschillende video's achter elkaar opgenomen.
Bijlagen
141
Cameraonderhoud
• Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen,
vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met
een zachte doek schoon voordat u de geheugenkaart in de
camera plaatst.
• Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf
in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen.
Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of
de camera niet goed meer werken.
• Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje
gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te
beschermen.
• Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een
vaste schijf, CD of DVD.
• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart
warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
• Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of
hoge temperaturen (onder 0 °C/32 °F en boven
40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen
dat geheugenkaarten niet goed werken.
• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen camera
en geheugenkaart worden beschadigd.
• Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of
door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke
geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
• Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
• Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet
uit wanneer het lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor
kunnen worden beschadigd.
• Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt
u geen foto's meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe
geheugenkaart.
• Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware
klappen of druk worden blootgesteld.
• Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt
van krachtige magnetische velden.
• Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge
temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende
stoffen.
Bijlagen
142
Cameraonderhoud
Levensduur van de batterij
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden(bij een volledig
opgeladen batterij)
Foto's
Ongeveer
130 min/
Ongeveer
260 foto's
De levensduur is gemeten onder de
volgende omstandigheden: in de modus
Programma, in het donker, resolutie van
, kwaliteit Hoog, OIS ingeschakeld.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak
één foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 uit. Wacht
30 seconden tussen de stappen.
Herhaal het proces na 5 minuten en
schakel de camera 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Ongeveer
80 min
Neem video's op met de resolutie
en 30 fps.
•
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
•
Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur
te bepalen.
•
Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
SpecificatieBeschrijving
Model
BP88A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
880 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadduur* (wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Ongeveer 210 min.
* Duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de
batterij op te laden.
Bijlagen
143
Cameraonderhoud
Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan
de batterijen en brand of een schok veroorzaken.
De batterij opladen
• Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste
wijze is geplaatst.
• Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de
batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit
voordat u de batterij oplaadt.
• Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan
brand of een schok veroorzaken.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
• Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt
nadat de batterij is opgeladen.
• Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl
de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld
wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom
verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze
te gebruiken.
Melding Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram
rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'.
De batterij gebruiken
• Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge
temperaturen (onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F).
Extreme temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de
batterijen beperken.
• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de
batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale
werking van de camera.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
• Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en
gebruiksduur van de batterij afnemen.
• Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar
de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere
temperaturen.
Bijlagen
144
Cameraonderhoud
• Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij
volledig is opgeladen, brandt het statuslampje ongeveer
30 minuten.
• Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode
indicatielampje uitgaat.
• Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze
opnieuw in de camera.
• Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen.
Nadat de batterij is afgekoeld, wordt het opladen gestart.
• Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij
korter worden. Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de
kabel uit de camera.
• Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op
het netsnoer. Als u dit wel doet, kan het netsnoer worden
beschadigd.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
• In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet
opgeladen:
-
Wanneer u een USB-hub gebruikt.
-
Wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn
aangesloten.
-
Wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de
computer aansluit.
-
Wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm
niet ondersteunt (5 V, 500 mA).
Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze
af volgens de voorschriften
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale
regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Bijlagen
145
Cameraonderhoud
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
•
De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met een servicecenter.
•
Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op
volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing
zijn vermeld.
•
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zon.
•
Plaats de batterij niet in een magnetron.
•
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige
omgeving, zoals een badkamer of douche.
•
Plaats de batterij niet langere tijd op ontvlambare
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
•
Als het apparaat is ingeschakeld, moet u het niet langere
tijd in een afgesloten ruimte achterlaten.
•
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels en horloges.
•
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant
aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging.
•
Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in
met een scherp voorwerp.
•
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme
krachten.
•
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld
door deze van grote hoogte te laten vallen.
•
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de
60 °C (140 °F).
•
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
•
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige
warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
•
Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
•
Gooi de batterij nooit in een open vuur.
•
Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat
u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgevingen
wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in
deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden
of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt
opgeladen.
Bijlagen
146
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij.
Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.
Product:
Spelregels forum
Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:
lees eerst de handleiding door;
controleer of uw vraag al eerder door iemand anders is gesteld;
probeer uw vraag zo duidelijk mogelijk te stellen;
heeft u een probleem en al geprobeerd om dit op te lossen, vermeld dit erbij aub;
heeft u een oplossing gekregen van een bezoeker dan horen wij dat graag in dit forum;
wilt u een reactie geven op een vraag of antwoord, gebruik dan niet dit formulier maar klik op de knop 'reageer op deze vraag';
uw vraag wordt direct op de website gezet; vermijd daarom persoonlijke gegevens in te vullen;
Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.
Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.
Abonneren
Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Samsung DV300 bij:
nieuwe vragen en antwoorden
nieuwe handleidingen
U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.
Ontvang uw handleiding per email
Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Samsung DV300 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.
De handleiding is 6,13 mb groot.
U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.
Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email
Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.
Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.
Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken
U heeft geen emailadres opgegeven
Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.
Uw vraag is op deze pagina toegevoegd
Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.