NL-21
Automatische bedrijfsstand kiezen
In de automatische stand worden de kamertemperatuur en de ventila-
torsnelheid automatisch gekozen.
1
Om de stand AUTO te kiezen, drukt u één of enkele keren op de Mode
toets, tot het symbool bovenin de afstandsbediening verschijnt.
Gevolg: ◆
De binnen-unit geeft een piepsignaal.
◆ De airconditioner werkt in de bedrijfsstand AUTO.
2
U kunt op ieder willekeurig moment een andere bedrijfsstand
kiezen.
Druk zo nodig op de (Aan/Uit) toets.
Gev
olg:
◆
Het Aan/Uit lampje op de binnen-unit gaat aan.
◆
De airconditioner wordt gestart in dezelfde stand waarin hij
stond toen hij de laatste keer werd uitgeschakeld.
◆
De binnen-unit geeft een piepsignaal.
De airconditioner is uitgerust met een beveilingsmechanisme
dat de unit beschermt tegen beschadiging wanneer hij wordt
gestart kort nadat hij is:
◆ aangesloten op het lichtnet;
◆ gestopt.
In dat geval wacht de airconditioner drie minuten, waarna hij
normaal opstart.
BELANGRIJK
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
Om de basistemperatuur te wijzigen, drukt u één of enkele keren op de tem-
peratuurtoetsen, totdat de gewenste temperatuur wordt getoond. U kunt een
temperatuur kiezen tussen 18
O
C en 30
O
C.
Gevolg: ◆
Iedere keer dat u op een temperatuur toets drukt, wordt de
gewenste temperatuur met 1
O
C verhoogd of verlaagd.
◆
Ieder half uur controleert de airconditioner de temperatuur in de
kamer.
- Is de temperatuur in de kamer hoger dan de ingestelde tem-
peratuur +α
∗
, dan gaat de airconditioner koelen.
- Is de temperatuur in de kamer lager dan de ingestelde tem-
peratuur -α
∗
, dan gaat de airconditioner verwarmen.
3
α
is een in de fabriek ingestelde, meest gerieflijke temperatuur.
Deze kan door uw installateur tijdens het plaatsen van de air-
conditioner worden gewijzigd.
∗