NL-14
Koelen
U moet de bedrijfsstand KOELEN kiezen als u:
◆ de temperatuur in de kamer wilt verlagen.
◆ de ventilatorsnelheid tijdens het koelen wilt wijzigen
1
Druk zo nodig op de (Aan/Uit) toets.
Gevolg: ◆ Het Aan/Uit lampje op de vaste afstandsbediening gaat aan.
◆
De airconditioner wordt gestart in dezelfde stand waarin hij
stond toen hij de laatste keer werd uitgeschakeld.
De airconditioner is uitgerust met een beveilingsmechanisme
dat de unit beschermt tegen beschadiging wanneer hij wordt
gestart kort nadat hij is:
◆ aangesloten op het lichtnet;
◆ gestopt.
In dat geval wacht de airconditioner drie minuten, waarna hij
normaal opstart.
BELANGRIJK
Om de stand KOELEN te kiezen, drukt u één of enkele keren op de Mode
toets, tot het symbool bovenin de afstandsbediening verschijnt.
Gevolg: ◆
De airconditioner start op in de bedrijfsstand KOELEN.
2
U kunt op ieder willekeurig moment een andere
bedrijfsstand kiezen.
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
Om de basistemperatuur te wijzigen, drukt u één of enkele keren op de tem-
peratuurtoetsen, totdat de gewenste temperatuur wordt getoond. U kunt een
temperatuur kiezen tussen 18
O
C en 30
O
C.
Gevolg: ◆ Iedere keer dat u op een temperatuur toets drukt, wordt de
gewenste temperatuur met 1
O
C verhoogd of verlaagd.
◆
De airconditioner begint te koelen als de temperatuur in de
kamer hoger is dan de ingestelde temperatuur. De ventilator
wordt altijd gestart.
3
Kies de gewenste ventilatorsnelheid door de ventilatortoets één of enkele
keren in te drukken totdat de gewenste snelheid wordt getoond:
Automatisch ( ➔➔)
Laag
Middel
Hoog
4
Voor het regelen van de luchtstroom, zie pagina 17.
5