6
Hoofdstuk Vier: Systeeminstellingen
Klik op (Settings) om naar de interface voor instellingen te gaan.
4.1 Instelling draadloos netwerk
Dit bevat het instellen van het draadloos en het netwerk.
De draadloze netwerk instellingen openen LAN schakelaars en het
systeem scant automatisch het draadloos netwerk en toont de lokale
draadloze netwerken op het scherm.
Als er achter een netwerk het symbool voorkomt, betekent dit dat
het netwerk over een encryptie beschikt en dat er een paswoord nodig
is om verbinding te maken.
Dit symbool betekent dat het netwerk geen paswoord nodig
heeft en direct gebruikt kan worden.
U kan een netwerk uit de lijst kiezen door er op te klikken. U kan ook
kiezen voor 'advanced'; klik dan op 'aangesloten op netwerk', u kan
ook met de hand een lokaal netwerk toevoegen.
Opmerking betreffende netwerk: druk op de toets en het toont de open
netwerken.
Certificaat van het lokaal draadloos netwerk: het laden en het
management van het lokaal netwerk.
4.2 Geluidsinstelling
In de geluidsinstelling kan u meerdere gewenste instellingen doen.
Druk op de volumetoets om het geluidvolume, het volume van
media/verwittigingen en de alarmklok in te stellen.