11
5 INSTALLATIE
Voor een goede werking en een goede warmteverdeling moet de kachel op een plaats worden gezet
waar voldoende lucht voor de verbranding van de pellets naar binnen kan (ongeveer 40 m3/h moet
beschikbaar zijn), zoals bepaald in de richtlijn met betrekking tot de installatie en in overeenstemming
met de plaatselijke nationale normen. Het volume van de kamer mag niet minder dan 20 m3 zijn. Het
is verplicht om voor een gepaste externe luchtinlaat te zorgen, die de verbrandingslucht toevoert,
vereist voor een goede werking van het product.
De luchttoevoer tussen de buiten- en installatieruimte kan direct plaatsvinden, middels een opening
op een buitenmuur van de kamer (voorkeursoplossing, zie afbeelding 1a); of indirect, middels de
luchtaanzuiging van aangrenzende ruimten die zijn uitgerust met luchtinlaat en permanent
communiceren met de installatieruimte (zie afbeelding 1b). Slaapkamers, badkamers, garages,
gemeenschappelijke ruimtes van het gebouw en kamers waar brandgevaar heerst, zijn uit de
aangrenzende ruimtes uitgesloten.
Houd rekening met de aanwezigheid van deuren en ramen, die een juiste luchtstroom naar de kachel
kunnen belemmeren. Ze moeten zich op 1,5 meter van de eventuele rookafvoer bevinden. De totale
netto minimumoppervlakte van de luchtinlaat moet 100 cm2 zijn.
De luchtinlaat moet door een buitenrooster worden beschermd, dat niet mag worden verstopt en/of
afgesloten en dat periodiek moet worden gereinigd: Als er andere actieve generatoren in de kamer
aanwezig zijn (bijvoorbeeld: elektrische ventilator voor het afzuigen van muffe lucht, afzuigkap, andere
kachels enz.), die onderdruk kunnen veroorzaken in de omgeving, moet het bovengenoemde
oppervlak dienovereenkomstig worden vergroot. Als alle apparatuur is ingeschakeld, moet u
controleren of het drukverlies, tussen de kamer en buiten, de waarde van 4 Pa niet overschrijdt
De kachel is uitgerust met een veiligheidsvoorziening om te voorkomen dat er
gevaarlijke onderdruk in de verbrandingskamer ontstaat, bijvoorbeeld door slechte
weersomstandigheden of verstopping van de schoorsteen. Bij de tussenkomst van deze
voorziening, er niet mee knoeien maar wachten tot de onderdruk in de schoorsteen of
de klimatologische omstandigheden de goede werking van de kachel weer toestaan.
Als de plaats waar de kachel is geïnstalleerd gedurende lange tijd bijzonder tochtig is,
waardoor de kachel niet kan worden gebruikt, kunt u de snelheid van de rookafzuiging
verhogen om een goede onderdruk in de verbrandingskamer te garanderen. Deze
handeling moet door een geautoriseerde technicus worden uitgevoerd.