7
2 NORMEN EN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
De fabrikant verklaart dat de kachel voldoet aan de volgende richtlijnen voor EG-etikettering:
• 2014/30 EG (EMC-richtlijn) en daarop volgende wijzigingen;
• 2014/35 EG (laagspanningsrichtlijn) en daarop volgende wijzigingen;
• 2011/65 EG (RoHS 2 richtlijn);
• 2015/863 EU (gedelegeerde richtlijn tot wijziging van bijlage II van richtlijn 2011/65 EU);
• Verordening EU 2015/1185.
De nieuwe verordening bouwproducten (CPR-Construction Products Regulation) Nr. 305/2011
m.b.t. de bouwwereld.
Bij het installeren moeten de plaatselijke, nationale en Europese normen in acht genomen worden;
EN 55014-1; EN 55014-2; EN 61000-3-2; EN 61000-3-3; EN 60335-1; EN 60335-2-102; EN 62233,
EN 50581.
2.1 Veiligheidsinformatie
Lees zorgvuldig deze handleiding voor u de kachel installeert en gebruikt!
Voor uitleg neem contact op met de verkoper of met het erkende service center.
De pelletkachel mag enkel worden gebruikt in een woonruimte. Daar deze kachel door een
printkaart wordt beheerd, is een volledig automatische en gecontroleerde verbranding mogelijk. De
sturing regelt de ontstekingsfase, 5 vermogen niveaus en de uitschakelfase en garandeert een veilige
werking van de kachel.
Dankzij de korf waarin de verbranding plaatsvindt, valt het grootste deel van de geproduceerde as in
de asla. Niettemin moet de korf dagelijks gecontroleerd worden daar niet alle pellets voldoen aan
hoge kwaliteitsnormen (gebruik uitsluitend de pellets aanbevolen door de fabrikant).
2.2 Aansprakelijkheid
Door de deze handleiding wijzen wij elke aansprakelijkheid af, zowel civiel als strafrechtelijk, voor
ongevallen die voortvloeien uit het geheel of gedeeltelijk niet in acht nemen van de daarin
opgenomen aanwijzingen.
Wij wijzen elke aansprakelijkheid af, voortvloeiend uit oneigenlijk en verkeerd gebruik,
ongeautoriseerde wijzigingen en/of reparaties, het gebruik van niet originele vervangingsonderdelen.
De fabrikant wijst elke civiele of strafrechtelijke, directe of indirecte aansprakelijkheid af veroorzaakt
door:
• Gebrek aan onderhoud;
• Het niet in acht nemen van de instructies in deze handleiding;
• Een gebruik niet conform met de veiligheidsrichtlijnen;
• Een installatie die niet voldoet aan de normen, van kracht in het land van gebruik;
• Een installatie door niet bevoegd of niet opgeleid personeel;
• Wijzigingen en reparaties die niet door de fabrikant werden geautoriseerd;
• Het gebruik van niet originele vervangingsonderdelen;
• Uitzonderlijke gebeurtenissen.