201
NEDERLANDS
Veiligheidsoverwegingen
Alvorens u met de SUBGEAR XP10 duikt, dient u deze handleiding zorgvuldig
gelezen en begrepen te hebben.
Aan het duiken zijn bepaalde risico’s verbonden. Zelfs als u de aanwijzingen
in deze handleiding nauwkeurig opvolgt, loopt u kans op levensbedreigende
verwondingen als gevolg van decompressieziekte, zuurstofvergiftiging of een
ander risico inherent aan het duiken met perslucht of Nitrox. Als u zich niet
volledig bewust bent van deze risico’s of niet bereid bent om deze gevaren te accepteren, dient
u niet met de SUBGEAR XP10 te duiken!
Richtlijnen voor het gebruik van de XP10:
De volgende richtlijnen zijn afgeleid van de meest recente medische onderzoeken en aanbevelingen
voor het duiken met duikcomputers. Als u deze veiligheidsvoorschriften volgt, zal de XP10 uw
duikplezier en veiligheid vergroten, maar onthoud dat geen enkele computer kan garanderen dat
u nooit decompressieziekte of zuurstofvergiftiging zult krijgen.
• De XP10 is bedoeld voor duiken met perslucht (21% O
2
) en Nitrox (22-50% O
2
). Gebruik de
XP10 niet voor het duiken met andere gasmengsels.
• Het is van essentieel belang dat u het zuurstofpercentage van uw Nitroxmengsel voor de duik
meet en op uw duikcomputer instelt. Onthoud dat het instellen van het verkeerde percentage
tot gevolg heeft dat het risico van zuurstofvergiftiging of decompressieziekte toeneemt! De
maximale afwijking van het werkelijke percentage is 1%. Een onjuiste instelling kan dodelijk
zijn!
• Gebruik de XP10 alleen met open circuit ademhalingssystemen.
• Gebruik de XP10 alleen in combinatie met een onafhankelijk systeem. De XP10 is niet
ontworpen voor het calculeren van lange-termijn blootstelling aan Nitrox.
• Let goed op de visuele waarschuwingen die de XP10 geeft wanneer u een gevaarlijke situatie
nadert. Vermijd situaties of handelingen die in deze handleiding zijn aangeduid met een
waarschuwingssymbool.
• De XP10 is voorzien van een ppO
2
-waarschuwing, die standaard geactiveerd wordt bij een
partiële zuurstofdruk van 1,4 bar. Deze kan worden gewijzigd in een waarde tussen 1,2 en 1,6
bar.
• Controleer tijdens de duik regelmatig het CNS O
2
%, vooral wanneer de ppO
2
groter is dan 1,4
bar. Beëindig de duik uiterlijk bij een CNS O
2
% van 75%.
• Duik nooit dieper dan de Maximum Operating Depth (MOD) van het gasmengsel dat u op dat
moment gebruikt.
• Houd u aan de aanbevolen maximumdiepte voor sportduikers (aan de hand van uw
brevetniveau), of de maximumdiepte die berekend is aan de hand van het ingestelde
zuurstofpercentage. Denk aan het risico van decompressieziekte en zuurstofvergiftiging.
• Volg de algemene aanbevelingen van de grote opleidingsorganisaties en duik nooit dieper dan
40 meter.
• U dient rekening te houden met de gevaren van stikstofnarcose. De XP10 waarschuwt u hier
niet voor.
• Maak aan het einde van iedere duik, met of zonder duikcomputer, een veiligheidsstop van
minimaal 3 minuten op een diepte van 5 meter.
• Alle duikers die gebruikmaken van een duikcomputer, moeten duiken aan de hand van de
limieten van hun persoonlijke instrument dat ze bij alle voorgaande duiken hebben gebruikt.
• Als de XP10 onder water uitvalt, dient u direct de duik af te breken en volgens de voorschriften
I Veiligheidsoverwegingen