2
NA HET
KOKEN...
Verdraai geleidelijk het drukventiel (A) door naar eigen
wens de drukverlaging te kiezen, tot tegenover de
markering van het pictogram - afb. 10. Indien u bij het
vrijkomen van de stoom ongewone spatten vaststelt,
plaats het drukventiel (A) terug in de modus
"Snelkookpan" en voer een snelle drukverlaging onder
koud water uit - afb. 14.
Indien de veiligheidsindicator (D) niet daalt, plaats uw
snelkookpan onder de koudwaterkraan - afb. 14.
Manipuleer nooit de veiligheidsindicator.
Na het koken van vlees met een oppervlakkige huid (zoals
ossentong) die onder invloed van de druk kan zwellen, het
vlees niet doorprikken zolang de huid opgezwollen is; u
loopt het risico te worden verbrand. Prik het vlees door
voordat u gaat koken.
Voor pasteuze voedingsmiddelen die tijdens het koken
uitzetten of schuimen, zoals rijst, peulvruchten, gedroogde
groenten, moes, pompoen, courgette, wortelen... Laat uw
snelkookpan enkele minuten afkoelen, en voer dan een
afkoeling onder koud water uit. Schud de snelkookpan
lichtjes en systematisch voor elke opening, om het
ontsnappen van stoombellen die u zouden kunnen
verbranden te voorkomen. Deze handeling is vooral
belangrijk bij het snel laten ontsnappen van de stoom of
na het koelen met kraanwater.
Verplaats uw snelkookpan onder druk met uiterste
voorzichtigheid. Raak de warme oppervlakken niet aan.
Gebruik de handgrepen en knoppen. Draag zo nodig
ovenhandschoenen.
Bij het bereiden van soepen, raden wij aan een snelle
drukverlaging onder koud water uit te voeren (zie "Einde
van het koken in de modus 'Snelkookpan' ").
Let erop dat het ventiel in de drukverlagingsstand staat
voordat u uw snelkookpan opent. De veiligheidsindicator
(D) moet op de laagste stand staan.
Open nooit uw snelkookpan met geweld. Verzeker u ervan
dat de interne druk is gedaald. De veiligheidsindicator (D)
moet op de laagste stand staan. (Zie paragraaf
"Beveiliging").