16
Aanbevelingen voor het gebruik
1. Plaats uw snelkookpan zodanig dat de
openingsknop naar u wijst.
2. Tijdens de drukafname dient u uit te kijken voor
ontsnappende stoom.
3. Wanneer stoom uit het bedrijfsventiel ontsnapt is
dit kokend heet.
4. Wanneer de drukverklikker terugloopt zal
gedurende enkele seconden stoom uit dit
afvoerpijpje ontsnappen: hou uw hand hier niet
boven.
5. Wanneer u de snelkookpan verplaatst dient u de
handvaten van de pan te gebruiken. Gebruik
hiervoor nooit het handvat van het deksel.
6. Laat nooit voedingsmiddelen in uw pan staan.
7. Gebruik nooit bleekwater of gechloreerde
producten, dit kan het roestvrijstaal aantasten.
8. Haal de timer voor schoonmaken van de
snelkookpan.
9. Maak de bedieningsmodule nooit open.
10. Dompel het deksel nooit in water onder
wanneer de bedieningsmodule er nog opzit.
11. Vervang de rubberring van het deksel één keer
per jaar.
12. Laat uw snelkookpan na 10 jaar gebruik in een
door SEB erkende consumentenservice nakijken.
13. Rubberringen zijn kwetsbaar: zorg ervoor dat
ze nooit in aanraking komen met scherpe of
puntige voorwerpen.
14. Indien de snelkookpan zonder vloeistof verhit
werd laat deze door een door SEB erkende
consumentenservice nakijken.
Vragen en antwoorden
1 - Indien u het deksel niet kunt sluiten :
■
Controleer of de kaken goed open staan alvorens
het deksel op de pan te plaatsen.
2 - Indien het drukpalletje niet omhoog komt :
■
Dit is gebruikelijk gedurende de eerste minuten.
■
Indien dit verschijnsel aanhoudt dient u te
controleren of :
De warmtebron hoog genoeg staat, indien dit niet het
geval is voert u de warmtebron op.
De hoeveelheid vloeistof in de pan voldoende is.
De bedieningsknop niet op staat.
De snelkookpan goed dicht is.
3 - Indien de drukpalletje is opgelopen en er komt
tijdens het kookproces niets uit het afvoerpijpje :
■
Zet de bedieningsknop op
:
- Indien niets ontsnapt houdt u de snelkookpan onder
de koude stromende kraan om druk te verminderen en
maakt u vervolgens het bedrijfsventiel en het
afvoerpijpje schoon.
- Indien er stoom ontsnapt is het drukniveau nog niet
bereikt: zet de bedieningsknop opnieuw op de
aanvankelijke afstelling.
4 - Indien er rondom de bedieningsmodule stoom
ontsnapt : Controleer :
■
Of de bedieningsmodule voldoende strak
aangedraaid is.
■
Het in goede staat verkeren en op de juiste wijze
geplaatst zijn van de bedrijfs- en veiligheidsventielen
en de rubberringen.
5 - Indien er rondom het deksel stoom ontsnapt :
Controleer :
■
Of het deksel goed gesloten is.
■
Of de rubberring van het deksel goed op zijn plaats
zit.
■
Of de rubberring schoon is en in goede staat
verkeert, indien nodig vervangt u de rubberring.
■
Of het deksel, het bedrijfsventiel en het
veiligheidsventiel schoon zijn.
■
Of de rand van de pan in goede staat verkeert.
6 - Indien er regelmatige geluiden te horen zijn en
de display op --:-- staat te knipperen :
■
Controleer of de timer goed op zijn plaats zit op de
bedieningsmodule.