538425
41
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/56
Pagina verder
Alle rechten voorbehouden
Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook gereproduceerd worden zonder
schriftelijke toestemming van de ROLAND CORPORATION.
http://www.roland.be
Copyright © 2002 ROLAND CORPORATION
Lees alvorens de MMP-2 te gebruiken deze paragrafen aandachtig door:
VEILIGHEID (p2) en BELANGRIJKE MEDEDELINGEN (p6). Deze bieden
noodzakelijke informatie voor het juiste gebruik van de MMP-2. Om alle
mogelijkheden van de MMP-2 te doorgronden, verdient het aanbeveling deze
handleiding geheel door te lezen. Bewaar uw handleiding zorgvuldig als
toekomstig naslagwerk.
Gebruiksaanwijzing
2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing
goed door, voordat u dit apparaat in gebruik
neemt.
................................................................................................
Maak het apparaat niet open, en breng geen
interne wijzigingen aan.
................................................................................................
Probeer het apparaat niet te repareren of
delen in het apparaat te vervangen (behalve
als deze gebruiksaanwijzing daar aanwij-
zingen voor geeft). Ga voor al uw reparaties
naar de winkel waar u het apparaat heeft
gekocht, het dichtstbijzijnde Roland Service
Center of een geautoriseerde Roland distributeur.
U kunt deze vinden op de ‘Informatie’ pagina.
................................................................................................
Gebruik het apparaat nooit:
bij extreme temperaturen (bv. direct
zonlicht in een dicht voertuig, bij een
warmtebron of bovenop een warmte
opwekkend apparaat); of bij
vocht (bv. baden, badkamers, op natte
vloeren); of bij
regen; of
stof; of
bij hoge trillingen.
................................................................................................
Zet het apparaat altijd recht neer. Zorg
ervoor dat het stevig blijft staan. Plaats het
apparaat nooit op een standaard die kan
wiebelen of op een hellend oppervlak.
................................................................................................
Het apparaat dient alleen te worden aange-
sloten op een stroombron van het type zoals
in de instructies wordt beschreven of zoals
het op het apparaat staat aangegeven.
................................................................................................
Gebruik alleen het meegeleverde stroom-
snoer.
................................................................................................
Het stroomsnoer dient niet buitensporig te
worden gedraaid of gebogen, en plaats geen
zware voorwerpen op het snoer. Indien u dat
wel doet kan het snoer beschadigd raken,
waardoor onderdelen kunnen afbreken en
kortsluiting kan ontstaan. Een beschadigd snoer kan
brand of schokken veroorzaken!
................................................................................................
Dit apparaat, alleen of in combinatie met een
versterker, koptelefoon of speakers, kan een
geluidsniveau bereiken dat een permanente
gehoorbeschadiging kan veroorzaken.
Gebruik geen hoog of onaangenaam volume,
als u het apparaat voor langere tijd bedient.
Indien u enig gehoorverlies of gepiep in de
oren ervaart, dient u onmiddelijk te stoppen
met het gebruik van dit apparaat en een
oorarts te raadplegen.
................................................................................................
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het
wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Laat geen objecten (b.v. brandgevaarlijk
materiaal, munten of naalden); vloeistof
(water,frisdranken etc.) in of over het
apparaat vallen.
................................................................................................
In huishoudens met kleine kinderen dient
altijd een volwassene toezicht te houden,
totdat het kind in staat is om de regels die
essentieel zijn voor een veilig gebruik van het
apparaat te volgen.
................................................................................................
Bescherm het apparaat tegen hevige
schokken.
(Laat het apparaat niet vallen!)
................................................................................................
Sluit het stroomsnoer van het apparaat niet
aan op een stopcontact waar meerdere
apparaten op zijn aangesloten. Wees extra
voorzichtig met het gebruik van verleng-
snoeren de totale stroom die gebruikt
wordt door alle apparaten, die op hetzelfde
verlengsnoer of blok zijn aangesloten, mag
nooit het stroomvoorschrift (Watt/Ampère)
op het verlengsnoer overschrijden. Een
overmatige belasting kan tot een oververhit snoer
leiden en uiteindelijk doorbranden.
................................................................................................
Voordat u het apparaat in het buitenland
gebruikt, dient u om raad te vragen bij de
winkel waar u het apparaat heeft gekocht,
het dichtstbijzijnde Roland Service Center, of
een oficiële Roland distributeur (die u kunt vinden
op de Informatie pagina).
................................................................................................
Het apparaat dient u zo te plaatsen, dat zijn
locatie of positie een goede ventilatie niet in
de weg staat.
................................................................................................
Pak altijd alleen de stekker vast om het
stroomsnoer in of uit een stopcontact of uit
het apparaat te halen.
................................................................................................
Probeer het verstrengelen van snoeren en
kabels te voorkomen. Snoeren en kabels
dienen ook altijd buiten bereik van kinderen
te worden geplaatst.
................................................................................................
Klim nooit op het apparaat, en plaats nooit
voorwerpen op het apparaat.
................................................................................................
Pak nooit de stekker of het snoer met natte
handen vast als u de stekker in of uit een
stopcontact of uit het apparaat haalt.
................................................................................................
Haal de stekker en alle snoeren van andere
externe apparaten uit het apparaat, voordat u
het apparaat gaat verplaatsen.
................................................................................................
Zet de stroom uit en haal de stekker uit het
stopcontact, voordat u het apparaat gaat
schoonmaken (p. 18).
................................................................................................
Wanneer u vermoedt, dat het in uw
omgeving gaat onweren, haal dan de stekker
uit het stopcontact.
................................................................................................
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
4
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ... 2
Inhoud ....................................................................................... 4
Belangrijke mededelingen ...................................................... 6
Aan de slag............................................................................... 8
De geleverde onderdelen nakijken.................................................................................... 8
Hoofdkenmerken................................................................................................................. 8
U kunt de MMP-2 voor brede toepassingen inzetten..................................................... 8
Voor- en achterpaneel ............................................................. 9
Voorpaneel............................................................................................................................ 9
Achterpaneel....................................................................................................................... 10
Functie-indeling en signaalpad ............................................ 11
Aansluiten en de basisbediening. ........................................ 12
Voordat u de stroom aanzet ............................................................................................. 12
De aansluitingen ..................................................................................................... 12
Het instellen van het uitgangsniveau.................................................................. 13
De stroom inschakelen........................................................................................... 13
Standaardfuncties .............................................................................................................. 14
Contrast van het LCD scherm bijstellen (LCDCNT) ........................................ 14
Patches...................................................................................................................... 14
Meters....................................................................................................................... 16
Edit-kanaal selecteren (EDIT CH SELECT) ........................................................ 16
Instellen van de analoge input......................................................................................... 17
Pad ............................................................................................................................ 17
Gevoeligheid (SENS)............................................................................................. 17
Piek indicator .......................................................................................................... 17
Fantoomvoeding (+48V)........................................................................................ 17
Phase......................................................................................................................... 18
Laag-af filter (LO-CUT) ......................................................................................... 18
Attenuator (ATT).................................................................................................... 18
Het apparaat uitzetten....................................................................................................... 18
Effecten gebruiken................................................................. 19
BYPASS................................................................................................................................ 19
Microfoon simulatie (Mic modeling) .............................................................................. 19
Equalizer.............................................................................................................................. 20
Dynamiek............................................................................................................................ 21
Compressor ............................................................................................................. 21
Expander.................................................................................................................. 23
Enhancer/De-esser................................................................................................. 23
Plug-in Effect ...................................................................................................................... 24
Voorversterkersimulatie (Pre-amp Modeling)................................................... 24
5
Inhoud
Het instellen van de digitale aansluitingen ......................... 26
Het instellen van de interne digitale klok........................................................... 26
Sample frequentie................................................................................................... 26
Selectie bronsignaal................................................................................................ 26
Meldingen in de display........................................................................................ 26
Praktijkvoorbeelden............................................................... 27
Van analoge ingang naar analoge uitgang..................................................................... 27
Van analoge ingang naar digitale uitgang ..................................................................... 27
Overige functies..................................................................... 28
Channel linking (kanalen koppelen) ................................................................... 28
Instellingen kopiëren van het ene kanaal naar het andere............................... 28
Een back-up maken van de gebruikers Patches................................................. 28
Route......................................................................................................................... 29
Initialiseren .............................................................................................................. 29
Aansluiten op een computer................................................. 30
De installatie ....................................................................................................................... 30
Instellingen op de MMP-2..................................................................................... 30
Instellingen op de computer ................................................................................. 30
Praktische toepassingen met de computer..................................................................... 41
Een back-up maken van Patches .......................................................................... 41
Het gevoelsmatige gebruik van de MMP-2 met de MMP-2 Editor................. 41
Algemene problemen ............................................................ 42
Problemen met de computer ................................................ 43
Windows gebruikers ......................................................................................................... 43
Macintosh gebruikers........................................................................................................ 44
MIDI Implementatie ................................................................ 46
Verzonden en ontvangen data......................................................................................... 46
Channel Voice message ......................................................................................... 46
System Exclusive Message .................................................................................... 46
Data Transfer Address Map ............................................................................................. 47
Parameter Address Block ...................................................................................... 47
Toevoegsels......................................................................................................................... 51
Specificaties ........................................................................... 53
Index........................................................................................ 54
6
Belangrijke mededelingen
Als toevoeging op de onderdelen uit ‘Dit apparaat
veilig gebruiken (pag. 2)’ verzoeken wij u het
volgende in acht te nemen:
Voeding
Sluit de MMP-2 nooit aan op een stopcontact met
apparaten, die brom of ruis kunnen veroorzaken
(zoals een elektrische motor of schakelbare
verlichting).
Schakel de MMP-2 en verdere apparaten uit
alvorens ze op elkaar aan te sluiten. Dit ter
voorkoming van defecten aan de MMP-2 dan wel
schade aan luidsprekers of soortgelijke apparaten.
Plaatsing
Houd de MMP-2 uit de buurt van versterkers of
andere apparatuur met een sterk magnetisch
strooiveld in verband met ruis- of bromvorming.
Om dit probleem te voorkomen, verdraait of
verplaatst u het apparaat.
Plaats de MMP-2 niet bij televisie of radio om
storing in de ontvangst te voorkomen.
Gebruik geen draadloze telefoons in de buurt van de
MMP-2. Bij ontvangst of tijdens het bellen kan
storing ontstaan. Zet ze uit of leg ze op voldoende
afstand weg.
Gebruik de MMP-2 niet in een vochtige omgeving.
Dit kan een plotselinge storing veroorzaken.
Onderhoud
Maak de MMP-2 schoon met een zachte droge of
licht vochtige doek. Voor hardnekkig vuil kan een
neutraal schoonmaakmiddel gebruikt worden. Wrijf
uw apparaat daarna met een zachte, droge doek
altijd zorgvuldig droog.
Gebruik nooit wasbenzine, verdunner, alcohol of
oplosmiddelen om verkleuring of beschadiging te
voorkomen
Extra
voorzorgsmaatregelen
Er bestaat een kans, dat de inhoud van het geheugen
beschadigt of verdwijnt door een foute functio-
nering of verkeerd gebruik van het apparaat. Maak
regelmatig een back-up van belangrijke data op
bijvoorbeeld harddisk of floppy.
Mocht data desondanks niet terug te vinden zijn,
dan kan Roland daar niet voor aansprakelijk gesteld
worden.
Behandel de MMP-2 met enige zorgvuldigheid, daar
waar het gaat om knoppen, schuiven en aanslui-
tingen. Onbeheerste handelingen kunnen schade
veroorzaken.
Sla of duw nooit op het display
Trek bij het verwijderen van kabels altijd aan de
plug en nooit aan de kabel zelf. Hierdoor voorkomt
u kortsluiting of beschadiging van de kabel.
Het is normaal, dat de MMP-2 bij gebruik enige
warmte uitstraalt
Houdt de geluidsoverlast voor buren en
omwonenden beperkt door het afspelen op een
acceptabel niveau te laten. Misschien prefereert u
het gebruik van een koptelefoon (vooral laat op de
avond), zodat u daar niet over hoeft na te denken.
Gebruik bij voorkeur de oorspronkelijke verpakking
of gelijkwaardig materiaal om de MMP-2 te
vervoeren.
Gebruik bij voorkeur Roland kabels om uw aanslui-
tingen te maken. Als u een andere kabel gebruikt,
neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen:
Sommige aansluitkabels zijn van een weerstand
voorzien. Het gebruik van deze kabels kan een
laag of onhoorbaar geluidsniveau produceren.
Controleer of andere merken kabels qua
weerstand geschikt zijn voor gebruik op de
MMP-2. Neem hiervoor contact op met uw kabel-
fabrikant.
Lees, voordat u de bijgesloten cd-rom opent, eerst de
licentie overeenkomst. Roland gaat ervan uit dat,
wanneer u de bijgevoegde cd-rom uitpakt, de
licentie overeenkomst wordt geaccepteerd.
7
Belangrijke mededelingen
Cd-rom behandeling
Raak of kras de glanzende, beschreven zijde van de
cd-rom niet aan. Beschadigde of vuile cd-rom
schijven kunnen niet correct gelezen worden.
Gebruik een in de winkel verkrijgbare cd reiniger
om uw schijven schoon te houden.
Copyright
Door het uitwisselen van audio-signalen met een
digitale aansluiting kan dit apparaat opnemen
zonder de restricties, die door Serial Copy
Management System (SCMS) is vastgelegd. Dit,
omdat het apparaat alleen voor muzikale producties
is bestemd, en zolang u het gebruikt voor opnames
(zoals uw eigen composities), die het copyright van
derden niet ondermijnt.
(SCSM is bedoeld om het auteursrecht te
beschermen. Het maakt het onmogelijk om digitale
kopieën van de tweede generatie te maken. Dit
systeem is ter bescherming van copyright in
minidisk recorders en soortgelijke apparaten
ingebouwd).
Gebruik dit apparaat dus niet voor doeleinden,
waarmee copyright van derden wordt ondermijnd.
Roland kan niet aansprakelijk gesteld worden als
door gebruik van de MMP-2 de auteursrechten van
derden aangetast worden.
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Windows® 98 heet formeel Microsoft® Windows® 98 operating system
Schermafbeeldingen in deze handleiding zijn met toestemming van Microsoft Corporation gebruikt.
Windows® 2000 heet formeel Microsoft® Windows® 2000 operating system
Windows® ME heet formeel Microsoft® Windows® Millennium Edition operating system
Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
MacOs is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
Pentium is een geregistreerd handelsmerk van de Intel Corporation.
MMX is een handelsmerk van de Intel Corporation.
OMS is een geregistreerd handelsmerk van Opcode Systems, Inc.
FreeMIDI is een handelsmerk van Mark Of The Unicorn, Inc.
Alle in deze handleiding vermelde merknamen zijn handelsmerken dan wel geregistreerde handels-
merken van hun respectievelijke eigenaren.
8
Aan de slag
De geleverde onderdelen nakijken
Naast de MMP-2 moet de doos de volgende items bevatten. Wij verzoeken u alle onderdelen te controleren. Als
er iets mist, kunt u met de leverancier contact opnemen.
Handleiding (dit document)
Effectenlijst
CD-Rom (installatiebestanden, drivers, editors, enz.)
Netsnoer
USB kabel
Hoofdkenmerken
De MMP-2 is een microfoonvoorversterker met een hoge geluidskwaliteit. Het biedt een breed scala aan functies
met de volgende kenmerken:
Een compleet aanbod van in- en uitgangen en voorversterkers
Het apparaat heeft twee gebalanceerde analoge ingangskanalen via een gecombineerde XLR / _ jack plug. De
ingangsgevoeligheid is instelbaar van +4 dBu tot 64 dBu, en beide kanalen zijn voorzien van fantoomvoeding
met een laag-af filter. De MMP-2 heeft niet alleen gebalanceerde analoge XLR-uitgangen, maar ook digitale
uitgangen.
Het apparaat is absoluut breed inzetbaar, van P.A. tot studio.
Een ontwerp met de nadruk op geluidskwaliteit
De analoge elektronica van de MMP-2 is een directe afspiegeling van het VS-2480 Digital Studio Workstation
ontwerp. Uitsluitend eersteklas componenten en een volledig elektromagnetisch afgeschermd versterkerdeel
staan garant voor een professionele geluidskwaliteit. Door deze gemeten afwegingen wordt een professioneel
geluid bereikt.
Microfoon simulatie
Met behulp van het simuleren van verschillende microfoon modellen kan het geluid van een keur aan hoog
kwalitatieve microfoons toegepast worden. Om een perfect resultaat in het modelleren van een microfoon te
bereiken, wordt de C 3000 B van AKG Acoustics als basismicrofoon op de ingang gebruikt.
Een grote variatie aan geluidsmanipulatie
De MMP-2 bezit een stereo vierbands parametrische equalizer met indrukwekkende specificaties. De stereo
4-bands parametrische equalizers kunnen op negen verschillende manieren met frequentiefilters en afzwakkende
shelving equalizers worden ingesteld. Tevens biedt de MMP-2 een ruim aanbod van dynamische processors,
zoals simulaties van buizencompressors.
USB-MIDI/Interface
De link met de computer wordt u via een USB-kabel gemakkelijk gemaakt. Met het bijgeleverde Editor
programma voor MAC en PC kunt u de instellingen van de equalizer en de dynamiek op intuïtieve wijze volgen
en veranderen.
U kunt de MMP-2 voor brede toepassingen inzetten, zoals:
Signalen zo vroeg mogelijk omzetten naar digitaal, aangezien ze binnen het analoge domein het risico lopen
ruis op te pikken
Signalen door een kwalitatief goede voorversterker voeren, alvorens ze verder te bewerken met een mixer of
recorder
De karakteristiek van microfoon of voorversterker wijzigen
9
Voor- en achterpaneel
Voor- en achterpaneel
Voorpaneel
1.
METER] drukknop
Dit verandert de gegevens op het display. (p.16).
2.
[PATCH] drukknop
Te gebruiken om Patches (set van instellingen) te selecteren (select), op te slaan (store) of te opnieuw in te stellen
(reset). (p.14).
3.
[SYSTEM] drukknop
Bedient de interne digitale klok, de USB driver, alsmede andere functies (sampling klok referentie, p.26 en
MMP-2 instellingen, p.30). Het contrast van het LCD-scherm is bij te stellen door de [system] knop ingedrukt te
houden en aan de rechter Value (waarde) knop te draaien.
4.
[ENTER] drukknop
Bevestigt handelingen. Ook te gebruiken om een wijziging direct op te slaan.(save door [enter] knop in te
drukken, p.14).
5.
[PAGE] drukknoppen
Paginas één voor één op het scherm bekijken.
6.
Value potmeters
Deze wijzigen de waarde van een parameter. De afbeeldingen op de display corresponderen met de knoppen
onder het scherm. Dit zijn de linker-, midden- en rechter Value draaiknoppen
7.
[MIC IN] pluggen
Dit zijn gebalanceerde XLR/Jack pluggen (p.13).
8.
[PAD] schakelaars
Met één druk op de knop wordt het signaal op de corresponderende MIC-IN plug met 20 dB verminderd (p. 17)
14
16
17
15
13
14
16
17
15
13
12
12
7
7
8
8
9
9
10
10
11
11
5
5
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
6
6
10
Voor- en achterpaneel
9.
[SENS] draaiknop.
Instellen van de gevoeligheid van de microfoon. (p. 17).
10.
[PEAK] waarschuwingslampje
Deze lampjes branden als een ingangsniveau met een vastgestelde waarde wordt overschreden (p. 17).
11.
[PHANTOM/PHASE/LO-CUT] drukknoppen
Deze activeren de fantoomvoeding plus de instellingsschermen van Phase, Locut en Attenuator (p.17).
12.
[EDIT CH SELECT] drukknoppen
Hiermee worden de te bewerken kanalen gekozen. Door beide knoppen ingedrukt te houden, worden de
effectinstellingen van beide kanalen aan elkaar gekoppeld (koppeling, p. 28).
13.
[BYPASS] drukknoppen
Deze knoppen neutraliseren tijdelijk de effecten (p.19).
14.
[EDIT SELECT] drukknoppen([MODEL]knop.
Activeren van het bewerkingsscherm voor microfoon simulatie (p. 19).
15.
[EDIT SELECT] drukknoppen([EQ]knop)
Activeren van het parameterscherm voor de equalizer (p. 20).
16.
[EDIT SELECT] drukknoppen ([DYNAMICS]knop)
Activeren van het parameterscherm voor de dynamiek processors.
17.
[EDIT SELECT] drukknoppen ([PLUG IN]knop)
Activeren van het scherm om de plug-in effecten te bewerken.
Achterpaneel
1.
[POWER] schakelaar
Aan- en uitknop (p.13)
2.
Stroomaansluiting
Aansluiting van het netsnoer (p.12).
3.
[DIGITAL OUT AES/EBU] plug
Dit is een standaard AES/EBU digitale uitgang.
4.
[DIGITAL OUT] plug
Dit is een S/PDIF standaard digitale uitgang.
5.
[DIGITAL IN] plug
Dit is een S/PDIF standaard digitale ingang.
6.
[USB] aansluiting
Dit is een link naar de computer om parameter instellingen uit te wisselen via MIDI (p. 30).
7.
[OUTPUT LEVEL] schakelaar
Hiermee schakelt het uitgangsniveau naar 16 dBu of +4 dBu (p.13).
8.
[LINE OUT]plug
Dit is een gebalanceerde XLR lijnuitgang (p. 13).
12 34 67 85
12 34 67 85
11
Functie-indeling en signaalpad
Functie-indeling en signaalpad
Onderstaand schema toont hoe de functies zijn ingedeeld, en welke weg het signaal volgt.
fig.e.stract-flow.eps
• off/on
• input
• output
• proximity effect
• time
• off/on
• attenuater
• frequency
• gain
• Q
• type
phase
low cut
attenuater
compresser
• off/on
• type
• key in
• threshold
• ratio
• knee
• attack
• release
• level
• auto-gain
pre-amp modeling
• off/on
• type
• warm
• bright
• harmonic
expander
• off/on
• key in
• threshold
• ratio
• attack
• release
enhanser/de-esser
• off/enh/des
• frequency
• sensitivity
• enhance level
• rejection level
bypass
bypass
bypass
bypass
pad
sens
• sampling frequency
• input source
• USB driver
• LCD contrast
• peak indicate level
• sampling clock source
mic modeling
equalizer
dynamics
plug in
system parameter
effects parameter
balanced XLR/phone
balanced XLR
S/PDIFAES/EBU
input parameter
S/PDIF
phantom
12
Aansluiten en de basisbediening
Dit hoofdstuk behandelt de basisfuncties van de MMP-2. De volgorde is zo gekozen, dat u snel met dit apparaat
kunt werken.
Lees dit stap voor stap door om alles zelf uit te proberen.
Voordat u de stroom aanzet
De aansluitingen
fig.e.BasicConnect.eps
Sluit de apparatuur die u gebruikt aan volgens de tekening en de nu volgende uitleg.
Voor informatie over digitale verbindingen leest u Het instellen van de digitale aansluitingen (pag. 26)
Neem het zekere voor het onzekere, en zorg ervoor dat alle apparaten met de volumes op nul uitstaan,
voordat u de aansluitingen maakt.
fig.e.PowerConnect.eps
De stroomaansluiting
Gebruik alleen het meegeleverde stroomsnoer om het apparaat
van stroom te voorzien.
Voordat u stroom
inschakelt
Stroom
aanzetten
De
hoofdfuncties
Het ingangs-
niveau instellen
De stroom
uitzetten
MMP-2
recorder
microfoon MMP-2
stopcontact
achterzijde
MMP-2
stroomsnoer
13
Aansluiten en de basisbediening
Aansluiten en de basisbediening
Een apparaat aansluiten
De microfooningang (MIC IN)
Gebruik de XLR of jack ingang om de MMP-2 van signaal te voorzien.
* De microfooningang is een gecombineerde, gebalanceerde XLR/TRS Jack plug, bedraat zoals in het bijgaande schema is
aangegeven, d.w.z. dat de min los blijft van de massa. De aansluitingen zijn zoals getoond in de diagram. Controleer of
het aangesloten product hiermee overeenkomt, alvorens deze aan te sluiten.
U loopt hier kans op een fase omkering, afhankelijk van het apparaat wat op de ingang wordt
aangesloten. Dit kan problemen opleveren, lees dan het hoofdstuk Fase (pag. 18).
Wanneer u een microfoon met fantoomvoeding aansluit, lees dan Fantoomvoeding (+48 V)
(pag. 17). Fantoomvoeding loopt alleen via de XLR aansluiting, niet via de jack.
De uitgangen
De lijnuitgang (LINE OUT)
Het aansluiten van het uitgangssignaal op een mengtafel, recorder e.d. werkt met XLR snoeren.
Het instellen van het uitgangsniveau
Gebruik de OUTPUT LEVEL schakelaar aan de achterzijde om het uitgangsniveau in overeenstemming te
brengen met het aan te sluiten apparaat. De gekozen waarde is het referentiepunt voor het uitgangssignaal.
Normaalgesproken werkt studio apparatuur op +4 dBu en consumenten elektronica op 16 dBu.
De stroom inschakelen
Zodra alles naar tevredenheid is aangesloten, kan de MMP-2 worden aangezet. Maar doe dit in de
juiste volgorde! Anders riskeert u dat het apparaat niet goed functioneert of de set speakers wordt
beschadigd.
* Ter bescherming van de interne elektronica duurt het een paar seconden eer het apparaat klaar is voor gebruik.
1. Zorg dat alles uit staat.
2. Zet alle volumes op nul.
fig.LcdOpeningLogo.eps
3. Druk de aan/uit (POWER) knop in op het achterpaneel. Gedurende de normale
opstartprocedure komt in het display eerst de modelnaam voorbij, om
vervolgens naar het Patch keuzescherm te gaan. (Als u niets doet, gaat het
scherm na enige tijd over naar de ingangsmeter.)
fig.LcdInputMeter.eps
4. Zet de overige geluidsapparatuur aan.
5. Zet het volume van de overige geluidsapparatuur op het gewenste niveau.
Geluid kan nu geproduceerd worden. Let op, dat dit afhankelijk is van de instelling van [PAD] (pag. 14) of
[SENS] (pag. 14) of de afstelling van alle overige apparaten.
Voor informatie over het aanzetten van de stroom, lees dan eerst De Stroom Uitzetten (pag. 18).
De plaatsing van microfoon en speakers kunnen zorgen voor rondzingen. Wanneer dit gebeurt,
probeer dan de volgende handelwijze:
Verplaats de microfoon in een andere richting.
Zet de microfoon en de luidsprekers verder uit elkaar.
Kies voor een lager volume.
14
Aansluiten en de basisbediening
Standaardfuncties
Opslaan met de [ENTER] knop
Wanneer systeem - of input instellingen veranderd worden, gaat het [ENTER] lichtje branden om aan te geven
dat de veranderingen nog niet opgeslagen zijn. Een druk op de [ENTER] knop slaat ze onmiddellijk op. Er wordt
ook automatisch gesaved, als u van scherm verandert.
* Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld, voordat er gesaved is, zullen alle resultaten of veranderingen verdwijnen en
niet meer toegepast worden.
Contrast van het LCD scherm bijstellen (LCDCNT)
fig.LcdLcdcntPeak.eps
1. Druk op de [SYSTEM] knop tot het lichtje in oranje veranderd.
2. Gebruik de [PAGE] knoppen om op het instellingsscherm op te roepen.
3. Draai aan de VALUE knop om het contrast bij te stellen.
Hetzelfde resultaat wordt verkregen door tegelijkertijd de [SYSTEM] knop ingedrukt te houden en
aan de rechter VALUE knop te draaien.
Patches
U kunt iedere variatie van een groep instellingen (Patches), opgeslagen in het geheugen, oproepen. Daarnaast
kunt u zelfgemaakte instellingen als Patches opslaan. Instellingen voor de aan- of afwezigheid van links en effect
parameters kunnen eveneens worden opgeslagen (linking (p.28)).
Wanneer het apparaat aangezet wordt, verschijnt de laatst gebruikte Patch, mits opgeslagen.
De algoritmische waardes zijn van tevoren vastgesteld al naar gelang het type Patch in gebruik. Iedere Patch
bevat algoritmische waardes. Deze waardes zijn niet door de gebruiker te veranderen.
Bewerken van Patches:
1. Kies een bestaande Patch (Patch keuze (SELECT) (p.15))
2. Verander de patch met Effect of Link parameters (effecten gebruiken (p.19)/ koppelen (p.28))
3. Bewaar de aangepaste waarden als een nieuwe Patch, of overschrijf de oude Patch (opslaan van een patch
(STORE PATCH) (p.15)
In deze handleiding worden instellingen onderverdeeld in drie groepen
Systeem parameters
Hiermee worden de algemene instellingen van de gehele MMP-2 geregeld: CLOCK, FREQ, INPUT, DRIVER,
LCKCNT en PEAK.
Ingangsparameters
Deze regelen de standaardinstellingen van de microfoonvoorversterker: PHANTOM, PHASE, LO-CUT en ATT.
Effect parameters
Deze regelen de instellingen voor microfoon simulatie, equalizer e.d. Alle instellingen zijn op te roepen met de
[EDIT SELECT] knoppen: MODEL, EQ, DYNAMICS en PLUG-IN.
15
Aansluiten en de basisbediening
Aansluiten en de basisbediening
Kiezen van een patch (SELECT)
De letter links boven in het scherm naast het Patch nummer geeft de status van een Patch aan. (U) voor een
eigengemaakte (user) Patch, en (P) voor een bestaande (preset) Patch.
De preset Patch is niet te veranderen, maar de parameters van de preset Patch wel. De Patch kan vervolgens als
een user Patch opgeslagen worden.
* Een Patch geldt voor beide kanalen, ondanks linking.
fig.LcdPatchSelect.eps
1. Druk op de [PATCH] knop tot het lichtje groen is. U bent nu in het deel van dit
programma, waar u uit een Patch kunt kiezen.
2. Maak een keuze met de linker VALUE knop.
3. Druk op [ENTER] om uw keuze te bevestigen.
Het opslaan van een Patch (STORE PATCH)
Bewerkingen op het scherm opslaan als een nieuwe user Patch. Er zijn 64 gebruikers Patches.
* De bestaande Patch in het geheugen verdwijnt, en wordt vervangen door de nieuwe Patch
* Alleen het gedeelte met Patches van de gebruiker in het geheugen, wordt weergegeven
fig.LcdStorePatch.eps
1. Druk een aantal malen op de [PATCH] knop tot het lichtje rood wordt. U kunt
nu selecteren waar de Patch opgeslagen kan worden.
2. Draai aan de linker Value knop tot u bij de Patch komt, die opgeslagen wordt.
3. Gebruik de middelste Value knop om de cursor te verplaatsen, benoem deze plaatst door met de rechter Value
knop een cijfer-, letter- of leesteken uit te kiezen. Herhaal deze procedure om de Patch naam in te voeren.
4. Druk op [ENTER]. Vervolgens wordt uw bevestiging gevraagd.
5. Druk nogmaals op [ENTER] en de Patch wordt gesaved. Als het opslaan
voltooid is, keert het scherm met completed terug.
Het resetten van Effect Parameters (RESET)
Met reset keren de effect parameters terug naar de waardes, zoals aangegeven in de tabel op de volgende pagina.
De status van het effect is nu ongewijzigd. Op deze wijze is het mogelijk de instelling van een effect parameter
van nul op te bouwen. Wel moet u aangeven of het resetten voor alle effecten of slechts voor één effect geldt.
fig.LcdResetPatch.eps
1. Druk op de [PATCH] knop om RESET PATCH in beeld te krijgen. Het lichtje
kleurt oranje.
2. Gebruikt de linker Value knop om het effect/de effecten te selecteren, die gereset dienen te worden. De optie
ALL resets alle effecten.
3. Druk op [ENTER]. Vervolgens wordt om een bevestiging gevraagd.
4. Druk nogmaals op [ENTER] en de RESET wordt uitgevoerd. Na beëindiging
van RESET keert u automatisch terug naar het hoofdscherm.
In eerste instantie toont het scherm de laatst gebruikte Patch. Door aan de knop te draaien, verandert de
status en kan een andere Patch gekozen worden. Het scherm geeft de Patch weer, zoals die gesaved is. De
verlichte [ENTER] knop geeft dit aan, zelfs als de huidige Patch hetzelfde is.
Stel, u selecteert Patch U11, waarin u de parameters verandert, maar u slaat het niet op. Wanneer u
daarna opnieuw Patch U11 selecteert, verschijnt de originele Patch zonder wijzigingen.
16
Aansluiten en de basisbediening
Meters
Druk op de [METER] knop om een keuze uit de drie indicaties te maken.
Input (IN)
fig.LcdInputMeter.eps
Aanduiding van het ingangsniveau, Het lichtje van de [METER] knop staat op
groen.
Dynamics (CMP / EXP)
fig.LcdDynamicsMeter.eps
Nu verschijnt de mate van volume afname onder invloed van de dynamische
processor (gain reductie). Het lichtje van de [METER] knop kleurt rood.
Het indrukken van de [PAGE] knoppen laat afwisselend de effecten van de
compressor en de expander zien.
Effect Parameter Waarde Effect Parameter Waarde
Microfoon simulatie MODEL OFF compressor COMP OFF
INPUT C3000B TYPE SOLID
OUTPUT SML.D KEYIN Zelfde kanaal
PROXFX 0 THRESH -24.0
TIME 0 RATIO 2.00:1
equalizer EQ ON KNEE HARD
ATT 0 ATTACK 10.0
LOW
LOTYPE PEAK RELEAS 500
LOW 80 LEVEL 0.0
GAIN 0.0 A.GAIN OFF
Q 2.00 expander EXP OFF
LO-MID
LMTYPE PEAK KEYIN Zelfde kanaal
LO-MID 400 THRESH -40
GAIN 0.0 RATIO 2.00:1
Q 2.00 ATTACK 0.0
HI-MID
HMTYPE PEAK RELEAS 500
HI-MID 2.00k enhancer/de-esser ENH/DE OFF
GAIN 0.0 TYPE ENH
Q 2.00
ENH
SENS 25
HIGH
HITYPE PEAK FREQ 10.0k
HIGH 10.0k ENHLEV 6,0
GAIN 0.0
DES
SENS 25
Q 2.00 FREQ 10.0k
DESREJ -6.0
Effect Parameter Waarde
Plug in PREAMP OFF
TYPE RED 7
WRM F 210
WRM G 2.0
BRT F 5.60k
BRT G 1.1
HRM TH -24.0
HRM LV 100
HRM CL 100
17
Aansluiten en de basisbediening
Aansluiten en de basisbediening
Uitgang (OUT)
fig.LcdOutputMeter.eps
Dit geeft het uitgangsniveau aan. De [METER]knop licht oranje op.
Edit-kanaal selecteren (EDIT CH SELECT)
Hiermee kunt u aangeven, welk kanaal u wilt bewerken. Bij het indrukken licht de [EDIT CH SELECT] knop
groen op om te laten zien dat het corresponderende kanaal geselecteerd is. Het instellen van effect doet u per
kanaal.
Daarnaast kunt u in de LINK MODE terechtkomen door de knop van kanaal 1 ingedrukt te houden en vervolgens
op de knop van kanaal 2 te drukken. (koppelen, p. 28).
* De Patch wordt aan beide kanalen toegewezen, ondanks “linking”.
Instellen van de analoge input
Pad
Deze twee schakelaars verminderen het MIC IN inkomende signaal met 20 dB. Hier wordt gebruik van gemaakt,
als er andere apparaten dan microfoons aan de MMP-2 worden gekoppeld. Door de schakelaars nog een keer in
te drukken, wordt de impedantie weer vermeerderd.
Gevoeligheid (SENS)
De gevoeligheid van de ingang kan van 64 dBu tot 16 dBu aangepast worden (of als de PAD functie aanstaat
van 44 dBu to +4 dBu).
Als er aan een microfooningang geen andere apparaten gekoppeld zijn, is het een goed idee om de
PAD schakelaar aan te zetten en SENS op +4 dBu in te stellen. Dit houdt de hoeveelheid ruis binnen
de perken.
Piek indicator
Dit waarschuwingslampje begint te branden, zodra het niveau van de microfoon ingang de vastgestelde waarde voor PEAK
overschrijdt. Volgens de fabrieksinstelling is dat bij 3 dBu. Dit is als volgt te wijzigen:
fig.LcdLcdcntPeak.eps
1. Druk op de [SYSTEM] knop tot het lichtje oranje is en PEAK op het scherm
verschijnt.
2. Draai aan de middelste VALUE knop om de instellingen te veranderen.
0 dB: Het lampje gaat branden op het moment dat er vervorming optreedt.
”–3 dB: Het lampje brandt 3 dB voor het moment van vervorming.
”–6 dB: Het lampje brandt 6 dB voor het moment van vervorming.
Fantoomvoeding (+48V)
Hiermee kunt u de fantoomvoeding aan- en uitschakelen. Te gebruiken voor condensator microfoons of als een
microfoon die een energiebron nodig heeft aan de corresponderende MIC IN plug gekoppeld wordt.
Fantoomvoeding is alleen op de XLR-jacks afgesteld.
Gebruik dit uitsluitend als er een condensator microfoon aangesloten wordt, die fantoomvoeding
nodig heeft. Fantoomvoeding kan bij een dynamische microfoon of geluidsapparatuur schade
veroorzaken. (De specificatie van de bron van de fantoomvoeding voor de MMP-2 is 48V en 7 mA ).
*Het apparaat maakt geen geluid als fantoomvoeding ingeschakeld wordt, maar het verdient aanbeveling het
volume omlaag te draaien als er omgeschakeld wordt.
18
Aansluiten en de basisbediening
fig.LcdPhantomPhaseLocut.eps
1. Druk op de [PHANTOM, PHASE,LO-CUT] knop om +48V op te roepen
2. Gebruik de linker VALUE knop om de fantoomvoeding aan of uit te zetten.
3. Druk op [ENTER] om uw keuze te bevestigen.
Phase
De microfoon input jacks van de MMP-2 zijn gebalanceerd. In de tekening hiernaast is
de verdeling van plus, min en massa te zien. Als de MMP-2 gekoppeld wordt aan een
ander gebalanceerd apparaat met een andere verdeling van plus, min is het mogelijk
dat plus en min in het apparaat omgedraaid worden. Als zon apparaat aangesloten
wordt, kan het geluid minder worden of kan de balans tussen het linker en rechter
kanaal in stereo elkaar opheffen . Om dit te voorkomen dient de fase in alle kanalen
gelijk te zijn aan de fase van de MMP-2.
* Als fase op alle kanalen geen verschil maakt, is er niets aan de hand, zelfs als de bedrading van mixers, enz. anders is.
1. Druk op de [PHANTOM,PHASE, LO-CUT] knop
2. Draai aan de middelste VALUE knop om een keuze te maken tussen NORM en INV voor de PHASE functie
NORM ( normaal): normale fase (dezelfde als de input)
INV (omkeren): omgekeerde/ tegenovergestelde fase.
* In de meeste gevallen wordt NORM geselecteerd.
Laag-af filter (LO-CUT)
Deze functie filtert het laag vanaf een bepaalde frequentie weg. Op deze manier kunnen allerlei bijgeluiden in het
laag, zoals het brommen van een microfoon, weggewerkt worden. De waarde kan van 20 Hz tot 2 kHz ingesteld
worden.
fig.LcdPhantomPhaseLocut.eps
1. Druk op de [PHANTOM,PHASE,LO-CUT] knop.
2. Draai aan de rechter VALUE knop om de drempelwaarde voor het wegfilteren
te bepalen. De instelling THRU laat het originele signaal zonder filtering verdergaan.
Attenuator (ATT)
Door een digitaal proces wordt het ingangssignaal aangepast. De waarde kan van 42 dB tot +6dB ingesteld worden.
fig.LcdAttenuater.eps
1. Druk op de [PHANTOM,PHASE, LO-CUT] knop.
2. Haal met de [PAGE] knoppen het ATT-scherm tevoorschijn.
3. Draai aan de linker VALUE knop om de waarde in te stellen.
Over het algemeen is het mooiste geluidsresultaat te verkrijgen door de ATT instelling op 0 dB te
laten staan, en uitsluitende de SENS knop te gebruiken om het geluidsniveau optimaal in te stellen.
Het apparaat uitzetten
* Vergeet niet alle veranderingen of bewerkingen aan effectparameters eerst als een nieuwe Patch op te slaan, alvorens het
apparaat uit te schakelen (p.15).
* Hetzelfde geldt voor de systeem parameters. Alle bewerking worden gewist, als u ze niet heeft opgeslagen alvorens de
MMP-2 uit te zetten. Druk op de [ENTER] knop om uw gegevens te bewaren (p.14).
1. Zet het volume van andere geluidsapparatuur zachter.
2. Schakel andere geluidsapparaten uit.
3. Gebruik de [POWER] schakelaar op het achterpaneel om de MMP-2 uit te zetten.
19
Effecten gebruiken
Effecten gebruiken
De effecten van de MMP-2 zijn in vier groepen onderverdeeld, die ondergebracht zijn onder de vier [EDIT
SELECT] knoppen: [MODEL], [EQ], [DYNAMICS] en [PLUG IN].
De algoritmische waarden zijn vastgesteld al naar gelang de gekozen Patch (p.14). Iedere Patch bevat deze
algoritmische waarde, maar deze is niet door de gebruiker met de MMP-2 te veranderen.
Als u op een [EDIT SELECT] knop drukt, die niet operationeel is, verschijnt de mededeling : Cant edit. No
effects module.
1. Druk op de [EDIT CH SELECT] knop om het kanaal te selecteren, waarmee u aan de slag wilt.
2. Druk op de [EDIT SELECT] knop om het effect te kiezen, dat u wilt bewerken.
* Als het gewenste scherm niet verschijnt gebruik dan de [PAGE] knoppen om de schermen door te bladeren.
U kunt allerlei bestaande Patches, die geschikt zijn voor velerlei toepassingen, uit het geheugen
oproepen. Daarnaast is het mogelijk om eigen bewerkingen als nieuwe Patches op te slaan
(Patches (p.14))
BYPASS
Dit heeft hetzelfde effect als een Effect aan of uitzetten (alhoewel de On/Off parameter ongewijzigd blijft). De
DYNAMICS instellingen hebben een aantal schakelaars, die allemaal tegelijkertijd gepasseerd worden. De
BYPASS functie staat aan als de knop rood brandt. Druk nogmaals op de knop om BYPASS uit te zetten.
Microfoon simulatie (Mic modeling)
Met deze functie is het mogelijk om de klankeigenschappen van diverse kostbare microfoons te simuleren. Het
beste resultaat verkrijgt u als het aangesloten instrument op de mogelijkheden in de processor is afgestemd,
bijvoorbeeld het effect komt het best tot zijn recht als de AKG C3000B of een Roland DR-20 aangesloten worden,
waarna de eigenschappen van de gekozen microfoon op de uitgang gesimuleerd en bewerkt kan worden. Daarna
kan het effect verder aangepast worden, door het proximity effect en de opnameafstand in te stellen.
Microfoon modeling OFF/ON (MODEL)
Dit is de aan/uit schakelaar voor microfoonsimulatie.
Referentie microfoon (INPUT)
In onderstaande tabel vindt u de beste keus in microfoons of andere instrumenten bij microfoonsimulatie.
Maak bij microfoonsimulatie bij voorkeur gebruik van dezelfde microfoon als waarmee de opname is gemaakt of
maak een keuze in een soortgelijke microfoon.
DR-20 Roland DR-20 Dynamische microfoon van Roland
SML.D Kleine dynamische microfoon Dynamische microfoon voor muziekinstrumenten en
zang
HED.D Dynamische kopmicrofoon Dynamische kopmicrofoon
MIN.C Mini condensator microfoon Zeer compacte condensator microfoon
FLAT Vlakke respons Lijningang
C3000B AKG C 3000 B Condensator microfoon van AKG Acoustics
20
Effecten gebruiken
Microfoon simulatie (OUTPUT)
In onderstaande tabel vindt u microfoons dan wel microfoontypes, die gesimuleerd kunnen worden.
Wanneer u een condensator microfoon uitkiest voor simulatie (OUTPUT), wordt de respons van de
laagweergave vergroot, zodat allerlei lage omgevingsgeluiden hinderlijk hoorbaar worden. Om dit effect
tegen te gaan kunt u het LO-CUT filter gebruiken om dit weg te filteren. Een andere mogelijkheid is een
spin te gebruiken op de microfoonstandaard. Dit is een microfoonhouder, die trillingen absorbeert.
Proximity effect (PROX FX)
De laag weergave van een microfoon wordt vergroot als deze zich dicht bij de geluidsbron bevindt, het
zogenaamde Proximity effect. Met de optie Proximity Effect kun je dit effect zelf creëren. De waarde kan ingesteld
worden van 12 tot +12. Positief voor dichtbij, negatief voor veraf.
Zelfs als de microfoon niet op de juiste afstand geplaatst kan worden, is het mogelijk deze afstand te
scheppen door het Proximity Effect aan te passen.
Afstand van de geluidsbron (TIME)
Hiermee kunt u de vertraging simuleren, die optreedt als de microfoon op enige afstand van de geluidsbron is
geplaatst. De na te bootsen afstand is in te stellen tussen de 0 en 3000 cm.
Equalizer
Het betreft hier een 4-bands parametrische equalizer, die het volume niveau van individuele frequentie banden
regelt. Voor iedere band is er een keuze uit negen soorten filters. Deze filters kunnen de geluidskwaliteit van de
ingangsbron optimaliseren. Bovendien kunnen ze de resonantie frequentie onderdrukken en rondzingen
voorkomen.
Dit effect noemt men een equalizer, omdat het gebruikt wordt om karakteristieken, die bij opnames
of uitzending enigszins verloren zijn gegaan, te herstellen. Evenals met andere effecten wordt de EQ
ook gebruikt om nieuwe geluiden te maken.
Equalizer OFF/ON (EQ)
U treft hier de aan- en uitschakelaar van de equalizer aan. Deze heeft hetzelfde effect als de [BYPASS] knop.
Attenuator (ATT)
Met behulp van digitale bewerking kan het ingangssignaal naar de equalizer vermeerdert of vermindert worden.
De in te stellen waardes lopen van 42 dB tot +6 dB.
Referentie frequentie (LOW, LO-MID, HI-MID, HI)
Deze functie stelt vier punten vast ( laag, laag-midden, hoog-midden, hoog) die dienen als de pieken en de dalen
van de frequentie respons of als de grenswaarden van de filters (cutt of /afsnij frequenties). De punten zijn in te
stellen tussen 20 Hz en 20 kHz.
SML.D
Doorsnee dynamische microfoon, geschikt voor muziekinstrumenten gitaarversterkers, snare
drums, enz.- en zang.
VOC.D Bij uitstek geschikt voor zang, heeft een opvallende piek voor het middengebied
LRG.D
Dynamische microfoon met een ver doorlopende laag weergave, bijv. voor basdrums,
tom-tom, enz.
SML.C
Kleine condensator microfoon voor muziekinstrumenten, heeft een schitterend hoog.
Bijvoorbeeld voor metalen percussie instrumenten en akoestische gitaren.
LRG.C Condensator microfoon met een vlakke respons. Bijv. voor zang, live Instrumenten en spraak.
VNT.C Vintage condensator microfoon, voor zang, instrumenten, enz.
FLAT
Microfoon met een vlakke weergave. Te gebruiken om zoveel mogelijk de karakteristieken
weer te geven van de microfoon, die gebruikt is voor de opname.
21
Effecten gebruiken
Effecten gebruiken
Omdat u deze vier referentiepunten overal binnen dit gebied kunt plaatsen is het bijvoorbeeld mogelijk ze al vier
op eenzelfde niveau in te stellen, en zo een haarscherp filter te creëren.
* Een frequentie 3 dB onder de top van de respons curve geldt als het kappunt van de frequentie.
Gain (GAIN)
De hoogte, waarmee het volume af- dan wel toeneemt, wordt hiermee ingesteld. De waarde voor iedere referentie
frequentie is in te stellen van + of 15,0 dB.
Q (Q)
Q bepaalt de steilheid van de pieken en de dalen. De waarde is in te stellen tussen de 0,36 en 16 voor iedere
frequentie band. Bij het filter type LPF2 en HPF2 maakt het vergroten van de Q de werking van de af te kappen
frequentie ingrijpender.
In het verleden, van de analoge piek equalizers namelijk, is gebleken dat de steilheid van de pieken
in de respons curve recht evenredig is met de prestatie van de spoelen in het resonantie circuit. Als
een direct gevolg hiervan wordt de waarde Q (kwaliteitsfactor) gebruikt om de prestatie van spoelen
aan te duiden.
Het Type filter (TYPE)
Hiermee wordt de keuze van het type filter voor iedere frequentie band gemaakt. De beschikbare filter
parameters veranderen al naar gelang de keuze van het type filter. Niet-beschikbare parameters worden
aangeduid met "no.
Dynamiek
Het betreft hier een effectengroep, die dynamisch de mate van verandering in het uitgangsniveau bepalen op
basis van het ingangsniveau.
Compressor
De compressor onderdrukt of verlaagt het uitgangsniveau van harde geluiden. Dit om veranderingen in volume
tegen te gaan. De Ratio parameter bepaalt de mate, waarin ingangssignalen, die de drempelwaarde
overschrijden, onderdrukt worden.
Referentie
Frequentie
Gain Q
PEAK Pieken
Schept pieken en dalen rond de
referentie frequentie
ja ja ja
LSV Laag afvlakken
Stelt de band lager in dan de referentie
frequentie
ja ja nee
HSV Hoog afvlakken
Stelt de band hoger in dan de referentie
frequentie
ja ja nee
LPF1
Low-pass filter 1
e
Laat alleen geluid lager dan de referentie
frequentie door
ja nee nee
HPF1
High-pass filter 1
e
Laat alleen geluid hoger dan de
referentie frequentie door
ja nee nee
LPF2
Low-pass filter 2
e
Steilere respons curve dan LPF1 ja nee ja
HPF2
High-pass filter 2
e
Steilere respons curve dan HPF1 ja nee ja
BPF Band-pass filter
Laat alleen geluid dichtbij de referentie
frequentie door
ja nee ja
BRF Band-reject filter
Blokkeert alleen geluid dichtbij de
referentie frequentie
ja nee ja
THRU Thru Audio passeert zonder enige aanpassing nee nee nee
22
Effecten gebruiken
Compressor OFF/ON (COMP)
Aan- en uitschakelaar van de het compressor effect.
Compressor Type (TYPE)
Dit selecteert het soort compressor.
SOLID: eigenschappen van een transistor compressor
TUBE1TUBE4: eigenschappen van een buizen compressor
Key In Channel (KEY IN)
De compressor treedt in werking als het ingangsniveau van het hier aangegeven kanaal de drempelwaarde
overschrijdt. U kunt kanaal 1 of 2 kiezen, en over het algemeen wordt hetzelfde kanaal gespecificeerd. Echter
ieder kanaal kan ingesteld worden voor specifieke taken. We geven een voorbeeld: u gebruikt een microfoon en
achtergrondmuziek. Wanneer u het mic kanaal als het eerste inkomende signaal (key in) instelt, eerder dan het
kanaal voor de achtergrondmuziek, zorgt het apparaat dat het volume van de achtergrondmuziek zachter wordt
op het moment dat iemand in de microfoon spreekt.
Drempelwaarde ( THRESH)
Zodra het ingangssignaal deze waarde overstijgt, wordt het uitgangssignaal onderdrukt volgens de bij ratio
ingestelde verhouding. De waarde is instelbaar van 24 dB tot 0 dB.
Verhouding (RATIO)
Geluid dat de drempelwaarde overstijgt, wordt volgens deze verhouding onderdrukt. Hogere waardes zorgen
voor snellere compressie. De waarde is instelbaar van 1,00 tot oneindig. Wanneer oneindig wordt gekozen zal het
uitgangsniveau gelijk blijven, zelfs als het ingangssignaal boven de drempelwaarde uitkomt. De compressor
werkt dan feitelijk als een limiter.
Knee (KNEE)
Deze instelling bepaalt of de verandering in verhouding tussen in- en uitgangsniveau abrupt of geleidelijk is, op
het moment dat het ingangssignaal boven de drempelwaarde uitkomt.
HARD: plotselinge verandering net onder of net boven de drempelwaarde.
SOFT: geleidelijke verandering rondom de drempelwaarde.
Attack tijd (ATTACK)
Dit bepaalt de tijd, die verstrijkt tussen het overstijgen van de ingestelde drempelwaarde van het bronsignaal, en
het bereiken van de bij RATIO ingestelde afzwakkingsfactor. De waarde is instelbaar van 0,0 ms. tot 800,0 ms.
Release tijd (RELEAS)
Dit bepaalt de tijd, die verstrijkt tussen het onder de drempelwaarde vallen van het bronsignaal, en het stoppen
van het compressor effect. Net als bij de Attack Time geldt hier, dat een abrupt stoppen of ingrijpen van de
compressor in principe tot een onnatuurlijk effect leidt. De waarde is instelbaar van 0,0 ms. tot 800,0 ms.
Compressor volume (LEVEL)
Dit stelt de sterkte van het uitgangssignaal in, nadat het de compressor gepasseerd heeft. Eventuele
volumeverminderingen, die onder invloed van de compressor zijn opgetreden, kunnen hier worden
gecompenseerd. De waarde is instelbaar van 24 dB tot +24 dB. Als de Auto Gain op ON staat, is de waarde
instelbaar van 24 dB tot +6 dB.
Auto gain (A-GAIN)
Wanneer de compressor zijn werk doet, wordt het dynamisch bereik van het signaal beperkt. Door het
23
Effecten gebruiken
Effecten gebruiken
inschakelen van Auto Gain krikt het totale uitgangsniveau op, teneinde dit in overeenstemming te brengen met
het oorspronkelijke ingangsniveau.
Dit staat garant voor een fors -maar niet vervormde- signaal, omdat men een veiligheidsmarge van 6 dB heeft
ingebouwd. De bovengrens voor Auto Gain (bij een attack van 0 ms.) is zo bepaald op 6 dB, en het signaal wordt
naar dit punt opgetrokken.
Wanneer de Attack op een lange tijd staat ingesteld (de compressor grijpt dan traag in), kan het zijn dat een
plotselinge piek in het ingangssignaal toch tot vervorming leidt. De 6 dB marge in Auto Gain voorkomt pieken in
het uitgangssignaal, die zouden kunnen optreden door deze vertraging van de compressor.
Expander
Deze verlaagt of onderdrukt geluiden van een laag volume (beneden de in te stellen drempelwaarde) volgens een
constante factor. Het werkt het beste op zachte achtergrondgeluiden. Zoals een compressor de dynamiek van een
signaal beperkt, zo vergroot een expander de dynamiek aldus.
Expander OFF / ON (EXP)
Dit is de aan/uit schakelaar van het expander effect.
Key In Kanaal (KEY IN)
De expander treedt in werking, wanneer de signaalsterkte bij de hier aangegeven ingang de ingestelde
drempelwaarde (THRESH) overschrijdt. Normaalgesproken wordt hier één en hetzelfde kanaal voor gebruikt,
maar voor specifieke toepassingen kan een ander kanaal gekozen worden. Bijvoorbeeld: een snare-drum op de
ingang werkt als Key-in voor het andere kanaal, zodat daar alleen geluid wordt opgenomen als er op de snare
geslagen wordt.
Drempelwaarde (THRESH)
Een ingangssignaal lager dan de hier aangegeven waarde zorgt voor een onderdrukking zoals gespecificeerd bij
RATIO. De waarde is instelbaar van 80 dB tot 0 dB.
Compressie Verhouding (RATIO)
Dit is de verzwakkingsfactor die wordt toegepast op alle signalen, die onder de drempelwaarde vallen. Hogere
waardes zorgen voor snellere compressie. De waarde is instelbaar van 1,00 tot Oneindig. Wanneer oneindig als
waarde ingesteld wordt, hoort u geen signaal zolang het ingangssignaal onder de drempelwaarde valt. Op dat
moment werkt de expander dus als een Noise Gate.
Attack Tijd (ATTACK)
Dit bepaalt de tijd, die verstrijkt tussen het onder de ingestelde drempelwaarde vallen van het bronsignaal, en het
bereiken van de bij RATIO ingestelde verzwakkingsfactor. De waarde is instelbaar van 0,0 ms. tot 800,0 ms.
Release Tijd (RELEAS)
Dit bepaalt de tijd, die verstrijkt tussen het overschrijden van de drempelwaarde en het stoppen van het expander
effect. Net als bij de Attack Time geldt ook hier, dat een abrupt stoppen of ingrijpen van de expander in principe
tot een onnatuurlijk effect leidt. De waarde is instelbaar van 0,0 ms. tot 800,0 ms.
Enhancer/De-esser
Enhancer/De-esser OFF/ON (ENH/DE)
Dit is de aan/uit schakelaar van het enhancer/de-esser effect.
24
Effecten gebruiken
Schakelen tussen Enhancer en De-esser (TYPE)
Dit is de schakelaar die een keuze maakt tussen de De-esser en de Enhancer.
ENH: dit verhoogt de harmonische inhoud van het menselijk stemgeluid, waardoor het geluid aan
duidelijkheid wint. Wanneer het geluid in de hogere frequenties wat mist, wordt dit met de enhancer aangepast.
DES: dit effect onderdrukt ongewenste sis klanken, waardoor het geluid minder scherp doorkomt.
Wanneer een signaal een overschot aan hogere frequenties heeft, wordt dit met de de-esser aangepast.
Gevoeligheid (SENS)
Wanneer de hoge frequenties in een signaal een bepaald niveau bereiken, wordt bij dit effect het niveau verhoogd
(ENH), dan wel verlaagd (DES). Het bepaalde niveau is instelbaar van 0 tot 100 in stappen van 1.
Frequentie (FREQ)
Deze parameter bepaalt de grenswaarde van de hoge frequenties. De waarde is instelbaar van 500 Hz tot 20 kHz.
Enhance Niveau (ENHLEV)
Dit bepaalt de mate van toename in de hogere frequenties. De waarde is instelbaar van 0,0 dB tot 12,0 dB. Deze
parameter is niet voorhanden bij de De-esser.
De-esser Rejection Niveau (DESREJ)
Dit bepaalt de mate van afname in het hoog. De waarde is instelbaar van 24,0 dB tot 0,0 dB. Deze parameter is bij
de Enhancer niet voorhanden.
Plug-in Effect
Voorversterker simulatie wordt standaard toegewezen aan [PLUG IN]. Ook kunt u effect algoritmes via de USB
poort toevoegen.
Voorversterker-simulatie (Pre-amp Modeling)
De gebruikte merknamen van microfoon voorversterkers en microfoons worden hier alleen gebruikt
ter verduidelijking van de gesimuleerde geluiden van de Roland MMP-2. De hier gebruikte
handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars. Dit zijn op zichzelf staande
bedrijven en op geen enkele wijze gelieerd aan Roland. Deze bedrijven hebben geen licenties op of
autorisatie voor de Roland MMP-2 verleend. Hun merknamen zijn alleen gebruikt om de apparatuur
te benoemen, waarvan het geluid door de Roland MMP-2 wordt gesimuleerd.
Pre-amp Modeling dupliceert de klankkarakteristiek van diverse voorversterkers. Het simuleert onderscheidende
eigenschappen zoals de frequentie respons, harmonische balans- en vervormingskarakteristieken.
Druk op de [PLUG IN] knop om de instellingen te bekijken en gebruik de Value knoppen om deze waarden te
wijzigen. Als een onderdeel meer dan drie parameters heeft, maar niet allemaal in de display aangegeven staan,
druk dan op de [PAGE] knop voor de volgende set van drie.
Om de pre-amp modeling functie te gebruiken kiest u Patches met de naam pre-amp. Meer informatie over het
selecteren van Patches (SELECT) staat op pag.15.
Let wel op, dat Pre-amp Modeling gebruik maakt van dezelfde processor (DSP) die normaalgesproken gebruikt
wordt voor de equalizer. Om deze reden is de equalizer buiten gebruik op het moment dat een Pre-amp
Modeling presets geselecteerd is.
* Het kan voorkomen, dat de resultaten van de verschillende Pre-amp Models moeilijk onderling te onderscheiden zijn. Dit
komt door de soms geringe verschillen in karakter van de diverse voorversterkers, die worden gesimuleerd.
Pre-amp OFF/ON (PREAMP)
Dit is de aan/uit schakelaar voor de voorversterker simulatie.
25
Effecten gebruiken
Effecten gebruiken
Pre-amp Type (TYPE)
Hier kiest u het type voorversterker.
De typen zijn: Red7, N1073, ManSS, AvTube, AvSolS, HHTube, MillHV, SATube en CSSlSt.
Warm
Deze parameter beïnvloedt de warmte van het ingangssignaal door de balans in lage frequenties te veranderen.
Warm Frequency (WRM F)
De hier ingegeven waarde bepaalt de bovengrens. Dat deel van het ingangssignaal dat onder deze grens valt
wordt beïnvloed. De waarde is instelbaar van 20 Hz tot 1,00 kHz.
Warm Gain (WRM G)
Hier bepaalt u de hoeveelheid warmte van het signaal onder de bij Warm Frequency gegeven grens. De waarde
is instelbaar binnen een bereik van +/- 6,0 dB.
Bright
Deze parameter stelt de helderheid van het ingangssignaal bij door de hogere frequenties te beïnvloeden.
Brightness Frquency (BRT F)
Dit bepaalt de ondergrens van deze parameter. Alle frequenties boven de hier ingestelde waarde zullen worden
beïnvloed. De waarde is instelbaar van 1,0 kHz tot 20,0 kHz.
Brightness gain (BRT G)
Dit bepaalt de versterking - of verzwakking factor van de frequenties, die kunnen worden beïnvloed (zoals
bepaald met de BRT F waarde). De waarde is instelbaar van 6 dB tot +6 dB.
Harmonic
Deze parameter stelt de klankkleur en balans van de harmonische inhoud van het geluid bij.
Harmonic Threshold (HRM TH)
Dit bepaalt de drempelwaarde voor de Harmonic Balance waarde. De Harmonic parameter gaat pas werken
zodra het geluid deze waarde overschrijdt. De waarde is instelbaar van 24 dB tot 0,0 dB.
Harmonic Level (HRM LV)
Dit bepaalt hoeveel de harmonische inhoud van het signaal versterkt moet worden. De waarde is instelbaar van 0
tot 100 in stappen van 1.
Harmonic Color (HRM CL)
Dit bepaalt de waarde van de harmonische vervorming. De waarde is instelbaar van 0 tot 100 in stappen van 1.
26
Het instellen van de digitale aansluitingen
Weergave kan even onderbroken worden, wanneer een instelling van de digitale aansluitingen
wordt veranderd.
Het instellen van de interne digitale klok
Kies een referentiebron voor de digitale klok (CLOCK). Deze is nodig om digitale signalen aan elkaar te
synchroniseren.
fig.LcdClock.eps
1. Druk meermalen op de [SYSTEM] knop, totdat er CLOCK in de display staat.
De knop wordt dan groen.
2. Kies de gewenste waarde met de linker Value potmeter.
INT: de interne klok wordt gebruikt.
DIGI: de MMP-2 synchroniseert aan het inkomende digitale signaal [DIGITAL IN].
Sample frequentie
U kunt hier kiezen uit een viertal vaste waarden voor de interne klok (INT): 44,1 kHz, 48 kHz, 88,2 kHz en 96 kHz.
* Wanneer de interne klok (CLOCK) op DIGI staat ingesteld, kan de sample frequentie niet worden gekozen. Het apparaat
op de [DIGITAL IN] aangesloten, zorgt dan voor de synchronisatie.
fig.LcdClock.eps
1. Druk meermalen op de [SYSTEM] knop totdat er FREQ in de display staat. De
knop wordt dan groen.
2. Kies de gewenste waarde met de middelste Value potmeter.
Selectie bronsignaal
Keuze van het inkomende signaal.
fig.LcdClock.eps
1. Druk meermalen op de [SYSTEM] knop totdat er AUDIO in de display staat.
De knop wordt dan groen.
2. Kies de gewenste waarde met de rechter Value potmeter.
MIC: signaal vanaf de microfoon ingang (MIC IN)
DIGI: signaal vanaf de digitale ingang (DIGITAL IN)
* Wanneer u tussen de soorten ingangssignaal schakelt, kan het geluid even worden onderbroken.
* Het uitgangssignaal hoeft niet te worden ingesteld. Zowel [LINE OUT], [AES/EBU] als [DIGITAL OUT] zijn
gelijktijdig voorhanden.
* De waarden AUDIO: DIGI en CLOCK: INT zijn met elkaar in tegenspraak, en kunnen niet gelijktijdig worden gekozen.
De onderlinge verhouding van de beschikbare instellingen is hieronder schematisch weergegeven:
Meldingen in de display
CLOCK (sample klok referentie) INT DIGI
FREQ (sample frequentie) 44.1k/48.0k/88.2k/96.0k synchroniseert met [DIGITAL IN}
AUDIO (ingangssignaal) MIC MIC / DIGI
Digital In locked. De sample klok referentie is naar [DIGITAL IN] veranderd
Wrong sample freq. Er komt een digitaal signaal binnen, dat niet verwerkt kan worden.
Er kunnen diverse oorzaken zijn:
De sample frequentie van het externe apparaat is niet 44,1 kHz, 48 kHz,
88,2 kHz of 96kHz.
Het externe apparaat gebruikt Vari-pitch (een functie, die de sample
frequentie traploos kan veranderen).
DIGITAL IN checking... Het signaal vanaf [DIGITAL IN] wordt geverifieerd.
DIGITAL IN unlock!
Change INTERNAL?
De MMP-2 detecteert geen enkel signaal aan de digitale ingang. Het systeem blijft
wachten op digitaal signaal voor een automatische terugschakeling. U kunt door
[ENTER] in te drukken de interne digitale klok kiezen.
27
Praktijkvoorbeelden
Praktijkvoorbeelden
In dit hoofdstuk worden enkele voorbeelden voor het gebruik van de MMP-2
gedemonstreerd.
* Zet alle volumes op nul, voordat u nieuwe apparatuur aansluit en/of aanzet.
Van analoge ingang naar analoge uitgang
Het microfoonsignaal verlaat de MMP-2 als analoog signaal, teneinde te worden doorgestuurd naar een
mengtafel of een opname apparaat.
fig.e.mic-MMP2-a-VS1824.eps
1. Sluit de microfoon aan op [MIC IN]
2. Sluit de mengtafel of recorder aan op de [LINE OUT]
3. Stel de [PHANTOM / PHASE / LO-CUT] schakelaars
en andere parameters in naar gelang het soort
microfoon (pag.17).
4. Gebruik de [METER] knop om hem te tonen.
5. Beoordeel het inkomende signaal aan de hand van de input meter en de [PEAK]-led. Optimaliseer het inkomende
signaal met de [PAD] en [SENS] knoppen.
Het ingangssignaal moet sterk genoeg zijn om op de input meter uit te slaan. Zo krijgt u het beste uit de MMP-2,
uiterst nauwkeurig en met weinig bijgeluiden. Let op, dat u niet teveel signaal invoert. Dit leidt tot een vervormd
signaal. Pas het signaal zodanig aan, dat het op peak niveau net het maximum overschrijdt. Als vervorming
optreddt, brandt de [PEAK]indicator.
Van analoge ingang naar digitale uitgang
Het microfoonsignaal verlaat de MMP-2 als een digitaal SP/DIF signaal, teneinde te worden doorgestuurd naar
bijvoorbeeld een opname apparaat. (De AES/EBU aansluiting wordt op dezelfde manier gebruikt.)
fig.e.mic-MMP2-SPDIF-VS1824.eps
1. Sluit de microfoon aan op [MIC IN]
2. Sluit het ontvangende apparaat aan op de [DIGITAL
OUT]
3. Stel de [PHANTOM / PHASE / LO-CUT] schakelaars
en andere parameters in, naar gelang het soort
microfoon (pag.17).
4. Gebruik de [METER] knop om deze te tonen
5. Beoordeel het inkomende signaal aan de hand van de meter en de [PEAK]-led. Optimaliseer het inkomende
signaal met de [PAD] en [SENS] knoppen.
6. Zet de CLOCK op INT; FREQ op een waarde die overeenkomt met het ontvangende apparaat en AUDIO op
MIC via het [SYSTEM] menu (pag.26).
7. Controleer de digitale klok instelling op het ontvangende apparaat en pas deze zonodig aan.
microfoon
MMP-2
recorder
microfoon
MMP-2
recorder
28
Overige functies
Channel linking (kanalen koppelen)
Deze functie verbindt de effect parameters van de twee kanalen met elkaar. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden
bij stereo opnames. De ingangsparameters kunnen niet worden gekoppeld.
Koppelen
Druk op de [EDIT CH SELECT] knop van kanaal 2, terwijl u de [EDIT CH SELECT] knop van kanaal 1 ingedrukt
houdt. Beide [EDIT CH SELECT] knoppen lichten groen op, ter indicatie dat de koppeling tot stand gebracht is.
De koppeling opheffen
Om de koppeling op te heffen, drukt u één van de twee [EDIT CH SELECT] knoppen in. Deze knop licht dan
groen op, waarna elk kanaal weer afzonderlijk ge-edit kan worden.
Zodra gekoppeld, zijn de effect instellingen voor kanaal 2 identiek aan die van kanaal 1 (het
omgekeerde is niet mogelijk). Elke wijziging die dan wordt aangebracht in de effect instellingen
ziet de MMP-2 als instellingen voor kanaal 1. De instellingen voor kanaal 2 blijven ongewijzigd
in het geheugen, en worden in deze situatie niet benut. Zodra de koppeling opgeheven wordt,
heeft kanaal 2 zijn oorspronkelijke instellingen weer terug.
Instellingen kopiëren van het ene kanaal naar het andere
Deze functie kopieert de parameterwaarden van het actieve naar het andere kanaal. Dit kan nuttig zijn, als u
vanuit een identieke beginsituatie toch beide kanalen onafhankelijk van elkaar wilt kunnen aanpassen. De
waarden van de ingangsparameters worden niet mee gekopieerd.
De kopie overschrijft de instellingen in het geheugen. De oorspronkelijke waarden kunnen niet
worden teruggehaald. De volgende procedure beschrijft de kopie van kanaal 1 naar kanaal 2. Voor
de omgekeerde volgorde hoeft u slechts de kanaalnummers te verwisselen.
fig.LcdChannelCopy.eps
1. Houd de [EDIT CH SELECT] knop van kanaal 2 enige seconden ingedrukt. De
display vertoont de melding COPY PARAM CH1 > CH2 OK?
2. Bevestig met [ENTER]. De instellingen van kanaal 1 worden gekopieerd naar kanaal.
* Indien u niet wilt kopiëren, druk dan op een willekeurige knop, behalve [ENTER].
Een back-up maken van de gebruikers Patches
De in de MMP-2 opgeslagen effect-instellingen (user patches) kunnen extern worden opgeslagen en weer
teruggehaald. Dit kan van en naar een computer of sequencer, maar ook tussen MMP-2s onderling. De procedure
vanuit het MMP-2 editor programma wordt beschreven in de ReadMe file op de CD-Rom.
Een gebruikers Patch opslaan naar een computer of sequencer
(BACK-UP)
1. Druk net zo vaak op de [SYSTEM] knop tot deze oranje oplicht. De display
ziet er uit als in de tekening.
2. Druk meermalen op de [PAGE] knop, totdat BACKUP in de display
verschijnt.
3. Zorg dat het externe apparaat (computer of sequencer) het signaal kan ontvangen. In de regel gebeurt dit door
deze in opname te zetten. Druk op de MMP-2 op [ENTER] om het proces te starten.
29
Overige functies
Overige functies
Een gebruikers Patch vanaf een computer of sequencer laden (RECOVER)
1. Druk net zo vaak op de [SYSTEM] knop tot deze oranje oplicht. De display
ziet er uit als in de tekening.
2. Druk meermalen op de [PAGE] knop, totdat RECOVER in de display
verschijnt.
3. Zorg dat het externe apparaat (computer of sequencer) het signaal verzendt. In de regel gebeurt dit door deze op
afspelen te zetten.
Route
Selecteer een van de afgebeelde signaalroutes. Gebruik NORM als standaard.
1. Druk verschillende keren op [SYSTEM] om ROUTE op te roepen. De knop kleurt oranje.
2. Maak een keuze met de Value knop.
NORM: Normal signaalroute.
P IN: Het signaal wordt in twee routes gespltst. DSP
*
kan apart toegepast worden.
P OUT: Nu wordt het sigaalpad na de DSP* gesplitst.
* DSP: digitale signaal processor.
Initialiseren
Dit herstelt het gehele geheugen naar de fabrieksinstellingen.
Met initialiseren worden alle instellingen, die de gebruiker heeft opgeslagen, gewist. Eenmaal
gedaan is er geen weg terug. Alles is dan uit het geheugen verwijderd. Wel is het mogelijk het
geheugen extern op te slaan, bijvoorbeeld op een computer, alvorens te initialiseren. (Een Back-Up
van het Geheugen (pag. 29), Aansluiten op een Computer (pag. 30))
fig.LcdInitializeSystem.eps
1. Druk net zo vaak op de [SYSTEM] knop tot deze oranje oplicht.
fig.LcdInitializeSystem.epsMMP10
2. Druk op de [PAGE] knoppen, totdat INITIALIZE in de display verschijnt.
3. Gebruik de linker Value knop om te kiezen welk gedeelte geïnitialiseerd moet
worden:
SYSTEM: de systeem-instellingen
USER PATCHES: de door de gebruiker geprogrammeerde Patches
ALL: beide
4. Druk op [ENTER]. Er wordt nog om een bevestiging gevraagd.
5. Druk nogmaals op [ENTER]. De initialisatie wordt uitgevoerd, waarna
[Completed] in de display verschijnt. De MMP-2 keert daarna terug naar het
normale scherm.
* Indien u niet wilt initialiseren, druk dan op een willekeurige knop, behalve [ENTER].
MIC IN 1
DSP
DIGITAL IN
MIC IN 2
LINE OUT 2
DIGITAL OUT
DSP
DIGITAL IN
MIC IN 1
DIGITAL OUT
LINE OUT 1
DIGITAL OUT
LINE OUT 1
DIGITAL OUT
LINE OUT 1
DSP
PHANTOM,SENS,PAD
DIGITAL IN
MIC IN 2
LINE OUT 2
DIGITAL OUT
DSP
PHANTOM,SENS,PAD
PHANTOM,SENS,PAD
PHANTOM,SENS,PAD
PHANTOM,SENS,PAD
DIGITAL IN
MIC IN 1
DSP
DIGITAL IN
MIC IN 2
LINE OUT 2
DIGITAL OUT
DSP
DIGITAL IN
NORM
P IN
P OUT
PHANTOM,SENS,PAD
30
Aansluiten op een computer
Via de USB poort kunnen effect algoritmes worden toegevoegd. Ook is het mogelijk om gemakkelijk en intuïtief
de equalizer en dynamische processors in de MMP-2 te bedienen, via een Editor programma op de computer.
Bovendien kunnen MIDI-data worden uitgewisseld. Lees voor een uitgebreide beschrijving hiervan de
ReadMe-file op de meegeleverde CD-Rom.
Zowel Mac OS als Windows worden ondersteund. De systeemvereisten zijn als volgt:
USB (Universal Serial Bus) is een interface, waarmee externe apparatuur op een computer via één
enkele USB kabel aangesloten kan worden. Daarnaast kun je deze externe apparatuur aansluiten en
loskoppelen, zonder dat alles opnieuw opgestart moet worden.
De installatie
Instellingen op de MMP-2
Onderbreek het verzenden van het metersignaal en kies de te gebruiken USB-MIDI Driver.
1. Zorg dat de MMP-2 NIET is aangesloten op de computer.
* Zolang de unit via USB op de computer is aangesloten, kan er niet van USB driver gewisseld worden.
2. Druk meermalen op de [SYSTEM] knop, totdat METER in de display staat. De knop wordt rood.
3. Zet de waarde van METER op OFF met de rechter Value potmeter..
ON: meter signaal wordt verzonden
OFF: meter signaal wordt onderbroken
* Als u software gebruikt, waar u de meter mee in kunt stellen, zoals de MMP-2 Editor, zet dan de METER instelling weer op “ON” om de
software te kunnen gebruiken na installatie van de USB-MIDI driver.
4. Kies de gewenste driver met de Value knop. VENDOR is de aanbevolen waarde.
* De wisseling van driver treedt pas in werking na het opnieuw opstarten van de MMP-2
VENDOR: MMP-2 driver van Roland Corporation
GENRIC (generic): t Sandaard MIDI driver van Microsoft
5. Elke wijziging van METER of DRIVER doet de [ENTER] knop oplichten. Druk op [ENTER] om de wijziging op te
slaan.
6. Zet de MMP-2 uit.
Instellingen op de computer
Voordat de MMP-2 samen met de computer kan worden gebruikt moet eerst de MMP-2 driver worden
geïnstalleerd. Deze staat op de MMP-2 Driver CD-Rom.
* Als de MMP-2 reeds op de computer is aangesloten, en u krijgt bij het opstarten de “Nieuwe Hardware Gevonden” boodschap, ga dan als
volgt te werk. Zoek het bestand Readme_e.htm in de folder WinMe_98 of Win2000 op de MMP-2 Driver CD-Rom, en lees de sectie “You
attempted to install using the above procedure, but were not able to” in het hoofdstuk Troubleshooting. Indien er meerdere USB apparaten
gelijktijdig op de computer in gebruik zijn, koppel dan tijdelijk alle andere apparaten los, alvorens de MMP-2 driver te installeren. De
installatie procedure kan mislukken, als er andere USB apparaten zijn aangesloten.
De installatie procedure van de driver wordt op de volgende paginas uitgelegd per computer- en Midi driver
type. Lees dat deel wat op uw situatie van toepassing is.
* The MMP-2 kan niet met Windows95 of Windows NT gebruikt worden.
Windows 98 / ME gebruikers .........................pag.31
Windows 2000 gebruikers ................................ pag.32
Het gebruik van OMS op de Macintosh .........pag.35
Het gebruik van FreeMIDI op de Macintosh .pag.38
31
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een computer
OMS en FreeMIDI zijn drivers voor de Macintosh, die ervoor zorgen dat het
besturingssysteem (MacOS) kan communiceren met externe apparatuur via het MIDI
protocol. USB-MIDI is de driver, die zorgt voor de communicatie met OMS of FreeMIDI via
USB.
U kunt OMS downloaden van de Web site van Opcode Systems, Inc.
U kunt FreeMIDI downloaden van de Web site van Mark of the Unicorn, Inc.
Windows 98 / ME
Gebruik de volgende procedure om de MMP-2 driver te installeren.
* Sluit de MMP-2 niet op de computer aan, alvorens Windows op te starten
* Als de MMP-2 reeds op de computer is aangesloten, en de boodschap “Add New Hardware Wizard” verschijnt, ga dan naar de
MMP-2 Driver & Software CD-ROM, open het bestand Driver\WinMe_98\Readme_e.htm, en “Troubleshooting” met het
deel “You attempted to install using the above procedure, but were not able to.”
1. Start Windows op zonder externe USB apparatuur (evt. muis en keyboard uitgezonderd).
2. Sluit alle openstaande toepassingen af, voordat installatie van de driver plaatsvindt.
3. Stop de MMP-2 Driver CD-ROM in de CD-ROM drive.
fig.013
4. Kies in het menu Start de optie Uitvoeren…”.
fig.014
5. Typ de regel Q:\WinMe_98\Setupinf.exe in het veld
Openen en klik op OK.
* Vervang Q door de feitelijke drive-letter van de CD-ROM
speler.
* Indien u niet weet wat deze drive-letter is, dubbelklik dan op
Deze Computer.
fig.01-08
6. De SETUPINF dialoogbox komt tevoorschijn met de
boodschap Ready to install the driver.
* Als deze dialoogbox niet verschijnt, lees dan de sectie
“Installation” van het bestand “Readme_e.htm” in de
map Win98_Me op de CD-ROM.
* De computer kan ook aangeven “The driver is already
installed”. Sluit in dat geval gewoon de USB kabel van
de MMP-2 aan. Deze is dan klaar voor gebruik.
* Als de computer aangeeft “The driver was not deleted
completely”, lees dan de sectie “De MMP-2 driver
wissen” op pag.33 en voer de instructies uit voordat je de
installatie overnieuw probeert.
Q:\Driver\WinMe_98\Setupinf.exe
Q:\DRIVER\WINME_98
MMP-2.
MMP-2
32
Aansluiten op een computer
7. Sluit de MMP-2 aan op de computer middels de meegeleverde USB kabel.
Zet de schakelaar naar voor of achter aan.
fig.02-01.e
8. Zet de MMP-2 aan
* Na de correcte aansluitingen te hebben gemaakt, moet u het apparaat inschakelen in stap 8. Het omdraaien van de volgorde kan
tot gevolg hebben, dat het systeem slecht of niet functioneert.
* Zet alle volumes op nul, voordat u apparatuur aansluit en/of aanzet.
fig.01-01
9. In sommige gevallen kan de Insert Disk dialoogbox
verschijnen. Klik dan op OK.
fig.10-01
10. De dialoogbox Nieuwe Hardware Gevonden
dialoogbox verschijnt. In het invoerveld Bestanden
kopiëren van: vult u in Q:\WinMe_98, gevolgd
door OK. De installatie wordt dan voltooid.
* Vervang Q door de feitelijke drive-letter van de CD-ROM
speler. Stel dat dit D: is, wordt de regel “D:\WinMe_98”
11. Klik op OK in de SETUPINF dialoogbox.
De installatie van de MMP-2 driver is nu compleet.
Als u de MMP-2 editor software gaat gebruiken, lees
dan eerst de ReadMe file op de CD-ROM.
Windows 2000
Vog onderstaande procedure om de MMP-2 driver te installeren.
* Sluit de MMP-2 niet op de computer aan alvorens Windows op te starten.
* Om de driver te kunnen installeren, moet u bij Windows inloggen als de Beheerder, of gebruiker met beheerdersrechten. Met
vragen hierover kunt u terecht bij de systeembeheerder.
* De MMP-2 kan niet gebruikt worden in samenwerking met Windows 95 en/of Windows NT.
* Indien er meerdere USB apparaten gelijktijdig op de computer in gebruik zijn, koppel dan tijdelijk alle andere apparaten los,
alvorens de MMP-2 Driver te installeren. De installatieprocedure kan mislukken als er andere USB apparaten zijn aangesloten.
USB cable
USB connector
MMP-2
'Roland MMP-2 USB Driver Installation Disk',
'Roland
MMP-2 Driver Installation Disk'
7
Q:\Driver\WinMe_98
De MMP-2 Driver wissen
Wanneer de installatie zoals op de vorige pagina beschreven is mislukt, of als het gebruik van de MMP-2
na de installatie toch problemen oplevert, moet u de Driver van het systeem verwijderen.
Hierna kunt u de Driver opnieuw installeren volgens de procedure zoals beschreven in Windows Me /
98 op pag. 31.
Om de Driver te kunnen verwijderen, leest u in de on-line handleiding (Readme_e.htm) op de MMP-2
Driver CD-ROM.
33
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een computer
1. Start Windows op zonder externe USB apparatuur (evt. muis en keyboard uitgezonderd).
2. Log in bij Windows als Beheerder of gebruiker met beheerdersrechten.
3. Sluit alle openstaande toepassingen af, voordat installatie van de Driver plaatsvindt.
fig.001
4. Maak de instellingen voor Driver Signing.
Dubbelklik op Systeem in het Configuratiescherm
Klik op de Driver Signing knop in het tabblad
Hardware. Er verschijnt een dialoogbox Driver
Signing Options.
fig.002
5. Zet de optie File signature verification op Ignore
(negeren).
Als Ignore al staat aangevinkt, kunt u meteen op OK
klikken. Zo niet, maak dan een aantekening van de
huidige instelling, wijzig deze vervolgens naar
Ignore, en klik dan op OK.
6. Klik nogmaals op OK om de dialoogbox System
Properties te sluiten.
7. Stop de MMP-2 Driver CD-ROM in de CD-ROM drive.
fig.003
8. Kies in het menu Start de optie Run.
34
Aansluiten op een computer
fig.004
9. Typ in het blanco vakje de regel Q:\WinMe_98\
Setupinf.exe, en klik op OK.
* Vervang Q door de feitelijke Drive letter van de CD-ROM
speler.
* Als u niet weet wat deze Drive letter is, dubbelklik dan op Deze
Computer.
10. In de SETUPINF dialoogbox leest u Ready to install
the driver.
* Als deze dialoogbox niet verschijnt, lees dan de sectie
‘Installation’ van het bestand ‘Readme_e.htm’ in de map
Win98_Me op de CD-ROM.
* De computer kan ook aangeven ‘The driver is already installed’. Sluit in dat geval gewoon de USB kabel van de MMP-2 aan. De
Driver is dan klaar voor gebruik.
11. Sluit de MMP-2 aan op de computer middels de meegeleverde USB kabel.
fig.02-01.e
12. Na alle aansluitingen tussen de computer en MMP-2 te hebben gemaakt, start u eerst de computer op. Zet
daarna de MMP-2 aan.
* Om beschadiging van luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u alle volumes op nul voordat u enige aansluiting
maakt.
fig.01-04
13. De Insert Disk dialoogbox verschijnt.
Klik op OK.
fig.01-05
14. De dialoogbox Files Needed/Benodigde bestanden
verschijnt. In de regel Copy Files From/Bestanden
kopiëren van vult u in Q:\Win2000. Klik op OK. De
installatie wordt afgerond.
* Vervang Q door de feitelijke Drive letter van uw CD-ROM
speler. Stel dat dit D: is, wordt de regel ‘D:\Win2000’.
Q:\Driver\Win2000\SETUPINF.EXE
USB cable
USB connector
MMP-2
'Roland
MMP-2 USB Driver Installation Disk'
Q:\Driver\Win2000
7
Roland MMP-2
35
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een computer
fig.01-06
15. De Wizard Nieuwe Hardware zal verschijnen.
Verifieer dat Roland MMP-2 USB Driver vermeld
staat. Klik daarna op de knop Finish/ Voltooien.
fig.009
16. De dialoogbox System Settings change/
Systeeminstellingen wijzigen zal verschijnen. Klik op
Ja om Windows te herstarten.
17. Zodra u in stap 5 de instelling voor File signature
verification hebt gewijzigd, zet deze dan nu weer
terug in de oorspronkelijke instelling.
(Hiervoor moet u opnieuw in Windows als Beheerder of Gebruiker met beheerdersrechten inloggen.)
De installatie van de MMP-2 driver is nu compleet.
Als u de MMP-2 Editor software gaat gebruiken, lees dan eerst de ReadMe file op de CD-ROM.
Macintosh / OMS
Het installeren van de MMP-2 driver
Gebruik de volgende procedure om de MMP-2 driver te installeren.
* Sluit de MMP-2 niet op de computer aan alvorens de Macintosh op te starten.
* Sluit alle toepassingen, voordat de installatie aanvangt.
* De MMP-2 OMS Driver op de disk wordt gezien als een aparte module, waarmee u de MMP-2 met OMS kunt gebruiken.
Hiervoor moet OMS wel op de opstartschijf geïnstalleerd zijn.
fig.e.OmsDriverEInstallIcon.eps
1. Dubbelklik op het MMP-2 OMS Driver-E Installer ikoon in de folder MMP-2
Driver-E.
De MMP-2 Driver wissen
Wanneer de installatie, zoals hiervoor beschreven is mislukt, of als het gebruik van de MMP-2 na de
installatie toch problemen oplevert, moet u de Driver uit het systeem verwijderen.
Hierna kunt u de Driver volgens de procedure opnieuw installeren, zoals beschreven in Windows 2000
op pag. 33.
Hoe u de Driver kunt verwijderen, staat beschreven in de on-line handleiding (Readme_e.htm) op de
MMP-2 Driver CD-ROM.
36
Aansluiten op een computer
fig.e.OmsDriverEInstaller.eps
2. Controleer dat OMS al geïnstalleerd is op de locatie
waar de MMP-2 driver geïnstalleerd moet worden,
en klik op [Install].
fig.e.QuitRunningApplicatio.eps
3. Als de hiernaast afgebeelde melding verschijnt, klik
dan op [Continue]. Alle openstaande toepassingen
worden dan afgesloten, waarna de installatie
verdergaat.
fig.e.InstallSuccessRestart.eps
4. Zodra de installatie afgerond is, verschijnt dit
dialoogvenster. Klik op [Restart] om de Macintosh
opnieuw op te starten.
OMS instellingen
1. Sluit de MMP-2 aan op de computer met de USB-kabel.
fig.e.MMP2-USB-PC.eps
2. Nadat u de aansluitingen tussen de computer en de MMP-2 heeft gemaakt, zet u de computer aan, en
wacht u tot Mac OS is opgestart. Zet daarna de MMP-2 aan.
* Nadat u alle aansluitingen hebt gemaakt, houdt u aan de volgorde van apparaten, die u aanzet. Afwijken van deze volgorde kan
schade aan luidsprekers en andere apparatuur tot gevolg hebben.
3. Open de OMS applications folder in de map Opcode, daar waar OMS geïnstalleerd is, gevolgd door een
dubbelklik op het OMS Setup ikoon.
USB cable
USB connector
MMP-2
37
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een computer
fig.OmsAppleTalk.eps
4. Als het Apple Talk dialoogvenster verschijnt, klik dan
op [Turn It Off]. Klik op [OK] in het daaropvolgende
venster.
fig.OmsCreateNewStudioSetup.eps
5. Het dialoogvenster Create New Studio setup
verschijnt. Klik op [OK].
* Als dit venster niet verschijnt, klik dan op [New Studio setup] in
het menu [File].
* Als tijdens Set-up een foutmelding verschijnt, begin dan
opnieuw met de OMS instellingen.
fig.OmsDriverSearch.eps
6. Klik op [Search] in het OMS Driver Search venster.
fig.OmsDriverSetup.eps
7. Controleer of de Roland MMP-2 genoemd staat in de
zoekresultaten in het OMS Driver Set-up venster. Zo ja,
klik op [OK].
38
Aansluiten op een computer
fig.OmsMidiDeviceSetup.eps
8. Controleer of de MMP-2 in de OMS MIDI device
instelling dialoogbox staat. Klik [OK].
9. Nu verschijnt een dialoogvenster, waarin u Studio Set-
up een naam kunt geven en kunt opslaan. Kies een
filenaam en klik op [Save].
fig.OmsMyStudioSetup.eps
10. Een venster met instellingen verschijnt, zoals rechts
weergegeven.
Klik op de naam en verander deze in Roland MMP-2
Interface.
* Als de naam identiek is, kunnen sommige toepassingen de naam
van de interface en die van het apparaat met elkaar verwarren.
* Dit is slechts een voorbeeld van het instellingsvenster. Het
feitelijke venster kan afwijken naar gelang de opbouw van het
systeem in kwestie.
11. Kies de optie [Quit] in het File-menu om uit de OMS-
setup te komen. Als dan de Save dialoogbox verschijnt,
geeft u een naam in en klik op [Save].
En met deze handeling zijn de Driver instellingen
compleet.
Als u de MMP-2 Editor software gaat gebruiken, lees
dan eerst de ReadMe file op de CD-ROM.
Macintosh / FreeMIDI
Het installeren van de MMP-2 driver
Gebruik de volgende procedure om de MMP-2 driver te installeren:
* Sluit de MMP-2 niet op de computer aan alvorens de Macintosh op te starten.
* Sluit alle toepassingen, voordat de installatie aanvangt.
* De MMP-2 OMS Driver op de disk wordt gezien als een aparte module die ervoor zorgt dat de MMP-2 met FreeMIDI gebruikt
kan worden. Hiervoor moet FreeMIDI wel reeds op de opstartschijf geïnstalleerd zijn.
fig.e.FmDriverEInstallIcon.eps
1. Dubbelklik op het MMP-2 FreeMIDI Driver-E Installer ikoon in de folder MMP-2
Driver-E.
39
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een computer
fig.e.FmDriverEInstaller.eps
2. Klik op [Install]. Als de melding verschijnt dat alle
momenteel openstaande toepassingen zullen worden
afgesloten, klik dan op [Continue].
fig.e.QuitRunningApplicatio.eps
3. Als de hiernaast afgebeelde melding verschijnt, klik
dan op [Continue]. Alle openstaande toepassingen
worden dan afgesloten, waarna de installatie
verdergaat.
fig.e.InstallSuccessRestart.eps
4. Zodra de installatie afgerond is, verschijnt dit
dialoogvenster. Klik op [Restart] om de Macintosh
opnieuw op te starten.
FreeMIDI instellingen
1. Sluit de MMP-2 met de USB-kabel aan op de computer.
fig.e.MMP2-USB-PC.eps
2. Zet de MMP-2 aan.
* Zodra alle aansluitingen zijn gemaakt, moet u de aangesloten apparaten in de juiste volgorde aanzetten. Afwijken van deze
volgorde kan schade aan luidsprekers en andere apparatuur tot gevolg hebben.
3. Open de FreeMIDI applications folder, gevolgd door een dubbelklik op het FreeMIDI Setup ikoon.
USB cable
USB connector
MMP-2
40
Aansluiten op een computer
fig.WelcomeToFreeMidi.eps
4. De eerste keer dat FreeMIDI wordt opgestart, verschijnt
het Welcome to FreeMIDI! dialoogvenster. Klik op
[Continue]. Kies bij elke volgende keer de optie
FreeMIDI Preferences in het File-menu.
fig.FreeMidiPreferences.eps
5. In het FreeMIDI Preferences venster vindt u in het
kader Midi Configuration de optie MMP-2 Port, vlak
onder het kopje MMP-2 Driver. Vink dan de MMP-2
Port aan. Klik vervolgens op [OK].
* Indien ‘MMP-2 Driver’ niet in de dialoogbox voorkomt,
controleer dan of de MMP-2 goed is aangesloten, en start
FreeMIDI Setup opnieuw op.
fig.AboutQuickSetup.eps
6. Er verschijnt een nieuw venster, getiteld About Quick
Setup. Klik op [Continue]
* Indien dit venster niet verschijnt, klik dan op Quick Setup… in
het Configuration menu.
fig.NewDevice.eps
7. Controleer of als studio locatie MMP-2 staat
aangegeven, en klik op [>>Add>>]. In de rechterkolom
zal Device1 worden toegevoegd.
8. Klik [Done].
41
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een computer
fig.FreeMidiConfiguration.eps
9. Een instellingsvenster zoals hiernaast verschijnt.
Verander MMP-2, MMP-2 Port in een andere naam;
zoiets als MMP-2 Interface. Verander ook de naam
Device1 in MMP-2 of iets dergelijks.
* Als de naam hetzelfde is, kan een MIDI aansluiting verward
worden.
* Dit is slechts een voorbeeld van een instellingsvenster. Het
feitelijke venster kan afwijken naar gelang de opbouw van uw
systeem.
10. Kies de optie [Save] in het File-menu en sla de instellingen op.
11. Kies [Quit] in het File-menu om FreeMIDI af te sluiten.
Met deze handeling zijn de Driver instellingen voltooid.
Praktische toepassingen met de computer
Een back-up maken van Patches
De zelf samengestelde (User) Patches zijn eenvoudig extern op te slaan (BACKUP); in een Sequencer of
op een computer met een Sequencer programma of de MMP-2 Editor software. Deze Patches kunt u altijd
terughalen (RECOVER), mocht er iets mislopen. Tevens kunt u op deze manier Patches uitwisselen met
andere MMP-2 gebruikers. Back-ups via de MMP-2 Editor software wordt in de Readme file op de CD-
ROM behandeld.
Het gevoelsmatige gebruik van de MMP-2 met de MMP-2
Editor
Bij het gebruik van de MMP-2 op de computer wordt het manipuleren van equalizer- of compressor
instellingen via de MMP-2 Editor software gevoelsmatig uitgevoerd. De bediening van dit programma
wordt uitgelegd in de Readme file op de CD-ROM.
42
Algemene problemen
Wanneer u het vermoeden heeft, dat de MMP-2 niet geheel functioneert zoals het zou moeten, kijk dan
eerst in de onderstaande lijst van mogelijke problemen en de daarbij behorende oplossingen. Mocht dit
geen oplossing geven, neem dan contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of de
Afdeling Klantenservice van Roland Benelux in België.
Raadpleeg voor computer gerelateerde problemen de Readme-file op de meegeleverde CD-ROM.
Symptomen Mogelijke oorzaak Oplossing
Het LCD scherm
Geeft geen beeld.
De contrast instelling van
het scherm staat te hoog of
te laag.
Stel het contrast bij (pag. 14)
Geen geluid. Het volume staat op nul. Controleer de stand van de [SENS] knoppen
(pag. 17) en de volume-instelling van de
aangesloten apparatuur.
De (condensator)
microfoon krijgt geen
spanning.
Als het een condensator microfoon is, schakel
dan de fantoomvoeding in.
De toewijzing van de
ingang staat op een ander
kanaal dan het kanaal dat
echt in gebruik is.
Controleer de toewijzing van het ingangskanaal
(Audio Input Source pag. 26)
Een extern apparaat is
stuk.
Controleer alle snoeren, mengtafel, versterker
en overige apparatuur.
Het volume van de
microfoonsignaal is
te laag.
Wellicht bevat het
gebruikte snoer een
weerstand.
Gebruik een kabel, die geen weerstand bevat
(zoals de Roland PCS series)
Het uitgangs-
signaal is te hard of
te zacht.
De uitgang schakelaar
staat verkeerd.
Zet de [OUTPUT LEVEL] schakelaar in
overeenstemming met de apparatuur die erop
is aangesloten
De effecten zijn niet
waarneembaar.
Het effect apparaat staat
op OFF of BYPASS.
Controleer de instellingen (effect gebruik
pag.19)
RESET is gebruikt. De RESET functie zet de parameters in een
stand, waarin het effect zeer minimaal is. Wijzig
de parameters, of kies een andere patch. (effect
parameters resetten (RESET) pag. 15)
Veranderingen in
de
systeemparameters
worden niet
bewaard.
De MMP-2 is direct na het
maken van de veran-
dering uitgezet.
Als de [ENTER] knop gaat branden, is dit een
teken dat de veranderingen nog niet zijn
opgeslagen. Druk op de [ENTER] knop om op
te slaan, voordat u de stroom uitzet.
De Driver instelling
kan niet worden
gewijzigd.
De MMP-2 is al via USB op
de computer aangesloten.
In deze situatie kan de [DRIVER] instelling niet
worden veranderd. Koppel de unit even los en
wijzig de instelling.
Ik ben van USB
Driver veranderd,
maar de wijziging
heeft geen effect.
De stroom is niet uit- en
weer aan gezet.
Elke verandering van de Driver vereist het uit-
en aanzetten van de stroom (MMP-2 settings
pag. 30).
Het LCD-scherm
wordt vaag als ik
hard op de
knoppen duw.
De knoppen worden met
teveel kracht ingedrukt.
Het LCD-scherm functioneert normaal. Druk
niet harder op de knoppen dan nodig.
43
Problemen met de computer
Problemen met de computer
* Lees eerst de “ReadMe” file op de MMP-2 Driver CD-ROM. Hier staat alle informatie, die tijdens het drukken van deze handleiding nog
niet voorhanden was.
Windows gebruikers
De USB verbinding kan niet tot stand worden gebracht.
Wordt de MMP-2 wel herkend?
Ontkoppel de USB kabel, en sluit deze vervolgens opnieuw aan.
Het is mogelijk dat de PC er niet in geslaagd is de MMP-2 te herkennen of te initialiseren. Laat de USB kabel
aangesloten zitten, en start Windows opnieuw op. Heeft u daarna nog geen verbinding, sluit dan Windows af en
zet de computer uit. Zet deze dan weer aan, en laat Windows volledig opstarten.
De computer kan niet in de slaapstand(*) worden gezet
Staat er nog een toepassing open, die de MMP-2 gebruikt?
Sluit deze toepassing af.
De computer kan niet in de slaapstand worden gezet, als een apparaat zoals een sequencer de MMP-2 gebruikt.
De MMP-2 start, als de computer weer wordt geactiveerd, niet op.
Was de MMP-2 tijdens de slaapstand periode steeds via USB aangesloten?
Ontkoppel de USB kabel, en maak hem dan weer vast.
Bij sommige computers, als Windows weer opstart, kan dit voorkomen. Als dit dus voorkomt, ontkoppelt u de
USB kabel en sluit hem weer opnieuw aan.
Windows gebruikers...................pag.43
Macintosh gebruikers .................pag.45
Wat is een USB hub?
Een USB hub is een apparaat dat het aantal USB aansluitingen uitbreidt. Er bestaan grofweg twee
soorten.
Extern gevoede hubs (USB hubs met hun eigen voeding): de hub wordt van stroom voorzien
middels een stroomadapter, die de USB poorten van stroom voorziet (meestal maximaal 500 mA).
Hubs, gevoed door de betreffende poort (USB hubs zonder eigen voeding): de hub krijgt zijn
voeding via de USB kabel van de computer, en verdeelt dit over de extra poorten.
Wat is de slaapstand?
Dit is een energiebesparende functie van de computer. De computer blijft wel aan staan, maar de
stroom naar de interne circuits en de randapparatuur (harde schijf, monitor, e.d.) wordt tijdelijk
onderbroken.
44
Problemen met de computer
Windows slaat volledig vast als de computer uit de slaapstand moet
ontwaken
Voordat de computer in de slaapstand wordt gezet, ontkoppel de USB kabel.
Bij sommige computers kan dit voorkomen. Trek de USB kabel uit de computer, Als u de computer uit zijn
slaapstand haalt, controleer of alles normaal functioneert, voordat u de USB kabel opnieuw aansluit.
* Als de computer zelf een slaapstand schakelaar heeft, let er dan op dat u de MMP-2 loskoppelt, voordat u deze schakelaar indrukt.
* Een notebook computer kan zo ingesteld staan, dat de slaapstand automatisch volgt op het sluiten van de klep (LCD scherm). Ontkoppel
daarom eerst de MMP-2, voordat u de klep sluit.
De MMP-2 werkt niet onder Windows 95
De MMP-2 werkt inderdaad niet onder Windows 95.
De computer slaat vast, als ik een MIDI file laad
Dit probleem kan voorkomen, als de spanning via de USB poort niet geheel aan de norm voldoet. In dit geval kan
het probleem worden opgelost door de MMP-2 via een (extern gevoede!) USB hub aan te sluiten.
Macintosh gebruikers
Er verschijnt een foutmelding
Is de MMP-2 Driver geïnstalleerd?
Zodra u de MMP-2 op de Mac aansluit, zonder eerst de driver te installeren, ziet u een foutmelding.
Als het scherm aangeeft de benodigde software voor USB apparaat (Onbekend Apparaat) kan niet worden
gevonden. Raadpleeg de bijgeleverde documentatie om de benodigde software te installeren, klik dan op OK.
Als het scherm aangeeft Benodigde software voor USB apparaat (Onbekend Apparaat) is niet voorhanden. Wilt
u naar deze software zoeken op Internet?, klik dan op Cancel.
Windows 98 / ME gebruikers
De meest recente informatie wordt verstrekt in het Troubleshooting deel van het bestand
Readme_e.htm. Dit bestand bevindt zich in de Win98_Me folder op de CD-ROM. Lees vervolgens
de van toepassing zijnde sectie aandachtig:
Ik kan de Driver niet installeren / verwijderen / gebruiken
Ik kan de MMP-2 unit niet selecteren
Er vindt geen gegevensoverdracht plaats
De gegevensoverdracht wordt onderbroken
Windows 2000 gebruikers
De meest recente informatie wordt verstrekt in het Troubleshooting deel van het bestand
Readme_e.htm. Dit bestand bevindt zich in de Win2000 folder op de CD-ROM. Lees vervolgens de
van toepassing zijnde sectie aandachtig:
Ik kan de Driver niet installeren / verwijderen / gebruiken
Ik kan de MMP-2 unit niet selecteren
Er vindt geen gegevensoverdracht plaats
De gegevensoverdracht wordt onderbroken
De boodschap digitale handtekening niet gevonden verschijnt
Er wordt om een Driver bestand gevraagd, terwijl dit al geïnstalleerd is
Kan niet gelijktijdig twee apparaten gebruiken
Overige
45
Problemen met de computer
Problemen met de computer
Na aldus het dialoogvenster te hebben gesloten, volgt u procedure Macintosh / OMS (pag. 36) of Macintosh /
FreeMIDI op pag. 39 om de MMP-2 Driver alsnog te installeren.
De installatie van de USB MIDI Driver is mislukt
Zijn alle openstaande toepassingen afgesloten?
Sluit eerst alle openstaande toepassingen af.
De USB verbinding kan niet worden gemaakt
Werd de MMP-2 wel herkend?
Koppel de USB kabel los en sluit deze opnieuw aan.
Als meerdere USB apparaten gelijktijdig zijn aangesloten, koppel deze dan tijdelijk los en sluit alleen de MMP-2
aan.
Het is mogelijk, dat de computer er niet in geslaagd is de MMP-2 te herkennen of te initialiseren. Laat de USB
kabel aangesloten zitten, en start de Macintosh opnieuw op. Heeft u daarna nog geen verbinding, sluit dan de
Macintosh af en zet de computer uit. Zet deze na enige tijd weer aan, en laat MacOS volledig opstarten.
De computer herkent de MMP-2 niet, wanneer deze op de USB aansluiting van het toetsenbord is aangesloten.
Gebruik een USB aansluiting op de systeemkast.
De MMP-2 werkt niet juist, nadat de slaapstand is opgeheven
Nadat de Macintosh in de slaapstand is geweest, sluit u alle software af, en start deze opnieuw.
* Het verdient aanbeveling om de Energiebesparing instellingen in ‘Control Panel zo te maken, dat de computer geen slaapstand kent.
De Macintosh loopt vast
Heeft u de USB kabel ontkoppeld, terwijl de MMP-2 editor software aan het opstarten was?
In dit geval kan de Mac inderdaad vastlopen. Let dus op, op welk moment u de USB stekker eruit trekt.
Heeft u geprobeerd de MMP-2 te bedienen zonder via USB eerst verbinding te maken?
Als u gegevens probeert te verzenden vanuit de Editor, zonder dat de USB kabel is aangesloten of terwijl de
MMP-2 uit staat, kan de Mac vastlopen. Controleer dit alles, voordat u met de Editor gaat werken.
Heeft u de Editor opgestart, terwijl de MMP-2 uit stond?
Zodra de Editor is opgestart, verstuurt deze als eerste een statusverzoek naar de MMP-2. Teneinde een vastloper
te voorkomen, doet u er goed aan eerst de aansluitingen te maken, dan alles in de juiste volgorde aan te zetten, en
daarna de Editor software op te starten.
Wat is een USB hub?
Een USB hub is een apparaat dat het aantal USB aansluitingen uitbreidt. Er bestaan grofweg twee
soorten.
Extern gevoede hubs (USB hubs met hun eigen voeding): de hub wordt van stroom voorzien
middels een stroomadapter, die de USB poorten van stroom voorziet (meestal maximaal 500 mA).
Hubs, gevoed door de betreffende poort (USB hubs zonder eigen voeding): de hub krijgt zijn
voeding via de USB kabel van de computer, en verdeelt dit over de extra poorten.
46
MIDI Implementatie
Model: MMP-2
Version: 1.00
VERZONDEN EN ONTVANGEN
DATA
Channel Voice message
Polyphonic Key Pressure
Transmits the level meter value of MMP-2(MIDI ch. is fixed to 16.)
Status Second Third
AFH mmH llH
mm = Note No.: 00H - 07H (0 - 7)
ll = Level Meter Value: 00H - 7FH (0 - 127)
Level Meter
Target
——————————————————————————
Note Level
Meter
Number Channel
——————————————————————————
0 Input 1
1 Input 2
2 Output 1
3 Output 2
4 GR(COMP) 1
5 GR(COMP) 2
6 GR(EXP) 1
7 GR(EXP) 2
Level Meter Value and Level
Value Level
0 0dB
1 -1dB
2 -2dB
:
127 -Infinite
Control Change
Switches the group of effect patch (MIDI ch. is fixed to 16.)
Status Second Third
BFH 00H mmH
BFH 20H llH
mm = upper byte of bank number: 00H
ll = lower byte of bank number: 00H - 7FH (0 - 127)
Bank Select | Program Change | Patch Number
MSB | LSB | |
00H | 00H | 00H - 28H( 0 - 40) | Preset #01 - #41
00H | 40H | 00H - 3FH( 0 - 63) | User #01 - #64
Program Change
Switches the effect patch (MIDI ch. is fixed to 16.)
Status Second
CFH ppH
pp = Program No.: 00H - 3FH (0 - 63)
System Exclusive Message
Status Data Byte Status
F0H iiH,ddH, ..., eeH F7H
Byte Description
F0H Status of System Exclusive Message
iiH Manufacturer ID
41H Roland’s Manufacturer ID
7EH Universal Non Real-time Message
7FH Universal Real-time Message
ddH Data: 00H - 7FH (0 - 127)
: :
eeH Data
F7H EOX (End of System Exclusive message)
The MMP-2 can transfer and receive the internal parameters information using
system exclusive messages, and also can be controlled by the external devices using
system exclusive message.
The MMP-2 can transmit and receive Universal System Exclusive messages, Data
Request (RQ1) and Data set (DT1) as the System Exclusive Message.
About Model ID
The Model ID of the MMP-2 is 00H,4EH as for Data Request (RQ1) and Data set
(DT1).
About Device ID
System Exclusive messages are not assigned to any particular MIDI channel.
Instead, they have their own special control parameter called device ID.
The Roland system exclusive messages use device IDs to specify multiple
MMP-2 units.
The MMP-2 sends system exclusive messages with the device ID set with MIDI
Device ID(*1), and receives the system exclusive messages whose device ID is
same as its device ID and 7FH.
(*1) See Data Transfer Address Map (p. 47) section.
Universal System Exclusive Message
INQUIRY MESSAGE
Identity Request
Status Data Byte Status
F0H 7EH,Dev,06H,01H F7H
Byte Description
F0H Status of System Exclusive Message
7EH Universal System Exclusive Message Non Real-time Header
Dev Device ID (or 7FH)
06H General Information (sub ID #1)
01H Identify Request (sub ID #2)
F7H EOX (End of System Exclusive Message)
The message is used to request the particular information of the MMP-2.
The MMP-2 does not transmit the message.
If the MMP-2 received the message and the device ID of the message is same as its
device ID or 7FH, the MMP-2 transmits the following Identity Reply message.
Identity Reply
Status Data Bytes Status
F0H 7EH,Dev,06H,02H,41H,4EH,01H,00H,00H,ssH,ssH,ssH,ssH F7H
Byte Description
F0H Status of System Exclusive Message
7EH Universal System Exclusive Message Non Real-time Header
Dev Device ID
06H General Information (sub ID #1)
02H Identify Request (sub ID #2)
41H Manufacturer ID (Roland)
4EH 01H Device Family Code (MMP-2)
00H 00H Device Family No.
ssH ssH
ssH ssH Software Revision Level
F7H EOX (End of System Exclusive Message)
Data Transfer (RQ1, DT1)
Data Request (RQ1)
Status Data Bytes Status
F0H 41H,Dev,00H,4EH,11H,aaH,bbH,ccH,ssH,ssH,ssH,Sum F7H
Byte Description
F0H Status of System Exclusive Message
41H Manufacturer ID (Roland)
Dev Device ID
00H 4EH Model ID (MMP-2)
11H Command ID (RQ1)
aaH Address MSB
bbH Address MID
ccH Address LSB
ssH Size MSB
ssH Size MID
ssH Size LSB
Sum Check Sum
F7H EOX (End of System Exclusive Message)
The message is used to request data to the MMP-2.
The MMP-2 does not transmit this message.
The MMP-2 transmits the requested data using Data Set(DT1) under following
condition when it received the message.
1. The requested address correspond to the specified parameter base address
of the MMP-2.
2. The requested size is over 1 byte.
47
MIDI Implementatie
Data Set (DT1)
Status Data Bytes Status
F0H 41H,Dev,00H,4EH,12H,aaH,bbH,ccH,ddH, ..., eeH,Sum F7H
Byte Description
F0H Status of System Exclusive Message
41H Manufacturer ID (Roland)
Dev Device ID
00H 4EH Model ID (MMP-2)
12H Command ID (DT1)
aaH Address MSB
bbH Address MID
ccH Address LSB
ddH Data
: :
eeH Data
Sum Check Sum
F7H EOX (End of System Exclusive Message)
The message is received under the following condition.
If the device ID on the message is same as that of the receive device, and the
address on the message correspond to the specified parameter base address, the
received data are stored from the specified parameter base address.
If the interval of received messages is shorter than 25m sec., the MMP-2 can not
work the receive message procedure correctly.
The message is transmitted under the following condition.
When the MMP-2 transmit the data on the requested parameter after receiving the
Data Request message(RQ1).
See Data Transfer Address Map (p. 47) for more details of the transfer
parameters.
Data Transfer Address Map
The each address value is expressed as a 7bit hex number.
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Address | MSB | | LSB |
|—————————————————————+————————————————+————————————————+————————————————+
| Binary | 0aaa aaaa | 0bbb bbbb | 0ccc cccc |
| 7—bit Hex | AA | BB | CC |
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
Parameter Address Block
<Model ID = 00H 4EH>
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | |
|Address | Contents and Remarks |
|==========+=============================================================|
| 00 00 00 | System Parameter |
|——————————+—————————————————————————————————————————————————————————————|
| 00 01 00 | Input Parameter |
|——————————+—————————————————————————————————————————————————————————————|
| 00 02 00 | Effect Parameter (Temp) |
|——————————+—————————————————————————————————————————————————————————————|
| 00 04 00 | Status |
|——————————+—————————————————————————————————————————————————————————————|
| 00 05 00 | Remote Operation |
|——————————+—————————————————————————————————————————————————————————————|
| 01 00 00 | Bulk Data |
|——————————+—————————————————————————————————————————————————————————————|
Systeem Parameter
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 00 00 | 00 - 01 | Master Clock(*1) INTERNAL, DIGITAL |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 01 | 00 - 03 | Sampling Frequency(*1) 44.1K,48K,88.2K,96KHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 02 | 00 - 01 | Audio Source(*1) MIC, DIGITAL |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 03 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 00 0F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 10 | 00 - 01 | USB Driver(*1) VENDER, GENELIC |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 11 | 00 - 1F | MIDI Device ID(*1) 1,,,32 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 12 | 00 - 01 | MIDI Level Meter Tx. Switch OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 13 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 00 1F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 20 | 00 - 0F | LCD Contrast 1,,,16 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 21 | 00 - 02 | Peak Level Select -6,-3,0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 22 | 00 - 02 | Effects Routing NORM,P IN,P OUT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 23 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 00 7F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
(*1)Read Only Parameters.
Ingang Parameters
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 01 00 | 00 — 01 | Phantom Power 1 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 01 | 16 — 46 | ATT 1 (0dB:40H) —42 — +6dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 02 | 00 — 01 | Phase 1 NORMAL, INVERT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 03 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 04 | 00 — 51 | LO—Cut 1 TURU,20 — 2.00kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 05 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 01 0F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 10 | 00 — 01 | Phantom Power 2 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 11 | 16 — 46 | ATT 2 (0dB:40H) —42 — +6dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 12 | 00 — 01 | Phase 2 NORMAL, INVERT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 13 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 14 | 00 — 51 | LO—Cut 2 TURU,20 — 2.00kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 01 15 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 01 7F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
Effect Parameters
Basic Address
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 02 00 | 20 — 7F | Effects Patch Name — 1 (ASCII)|
| : | : | : |
| 02 0B | 20 — 7F | Effects Patch Name —12 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 0C | 10 — 11 | Effects Algorithm Number |
| | | 10H: MIC MODEL + 4 BAND EQ + DYNAMICS |
| | | 11H: MIC MODEL + DYNAMICS + PLUG IN(Preamp) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 0D | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 02 0F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 10 | 00 — 7F | Effects Parameters |
| : | : | |
| 03 7F | 00 — 7F | |
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
Algorithm 0 (MIC MODELING + 4 BAND EQ + DYNAMICS)
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 02 10 | 00 — 01 | LINK OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 11 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 12 | 00 — 01 | Bypass MODEL 1 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 13 | 00 — 01 | Bypass MODEL 2 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 14 | 00 — 01 | Bypass EQ 1 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 15 | 00 — 01 | Bypass EQ 2 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 16 | 00 — 01 | Bypass DYN 1 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 17 | 00 — 01 | Bypass DYN 2 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 18 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 02 1F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 20 | 00 — 01 | MODEL 1: SW OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 21 | 00 — 05 | MODEL 1: Input 0,,,5 = |
| | | DR—20,SmlDy,HedDy,MinCn,Flat,AKGC3K |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 22 | 00 — 06 | MODEL 1: Output 0,,,6 = |
| | | SML.DY,VOC.DY,LRG.DY,SML.CN,LRG.CN,VNT.CN,FLAT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 23 | 34 — 4C | MODEL 1: Proximity Effect (0:40H) —12,,,+12 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 24 | 00 — 6B | MODEL 1: Timelag 0,,,107 = 0,,,3000cm |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 25 | 00 — 01 | MODEL 2: SW OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 26 | 00 — 05 | MODEL 2: Input 0,,,5 = |
| | | DR—20,SmlDy,HedDy,MinCn,Flat,AKGC3K |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 27 | 00 — 06 | MODEL 2: Output 0,,,6 = |
| | | SML.DY,VOC.DY,LRG.DY,SML.CN,LRG.CN,VNT.CN,FLAT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 28 | 34 — 4C | MODEL 2: Proximity Effect (0:40H) —12,,,+12 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 29 | 00 — 6B | MODEL 2: Timelag 0,,,107 = 0,,,3000cm |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 2A | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 02 2F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 30 | 00 — 01 | EQ 1: SW OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 31 | 16 — 46 | EQ 1: ATT (0dB:40H) —42 — +6dB |
48
MIDI Implementatie
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 32 | 01 — 79 | EQ 1: Low EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 33 | 22 — 5E | EQ 1: Low EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 34 | 1E — 60 | EQ 1: Low EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 35 | 01 — 79 | EQ 1: Lo—Mid EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 36 | 22 — 5E | EQ 1: Lo—Mid EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 37 | 1E — 60 | EQ 1: Lo—Mid EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 38 | 01 — 79 | EQ 1: Hi—Mid EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 39 | 22 — 5E | EQ 1: Hi—Mid EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 3A | 1E — 60 | EQ 1: Hi—Mid EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 3B | 01 — 79 | EQ 1: Hi EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 3C | 22 — 5E | EQ 1: Hi EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 3D | 1E — 60 | EQ 1: Hi EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 3E | 00 — 02 | EQ 1: Low—Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 3F | 00 — 02 | EQ 1: Lo—Mid Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 40 | 00 — 02 | EQ 1: Hi—Mid Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 41 | 00 — 02 | EQ 1: Hi Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 42 | 00 — 01 | EQ 2: SW OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 43 | 16 — 46 | EQ 2: ATT (0dB:40H) —42 — +6dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 44 | 01 — 79 | EQ 2: Low EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 45 | 22 — 5E | EQ 2: Low EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 46 | 1E — 60 | EQ 2: Low EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 47 | 01 — 79 | EQ 2: Lo—Mid EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 48 | 22 — 5E | EQ 2: Lo—Mid EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 49 | 1E — 60 | EQ 2: Lo—Mid EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 4A | 01 — 79 | EQ 2: Hi—Mid EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 4B | 22 — 5E | EQ 2: Hi—Mid EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 4C | 1E — 60 | EQ 2: Hi—Mid EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 4D | 01 — 79 | EQ 2: Hi EQ Frequency 20 — 20.0kHz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 4E | 22 — 5E | EQ 2: Hi EQ Gain (0dB:40H) —15,,,+15dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 4F | 1E — 60 | EQ 2: Hi EQ Q 0.36,,,16.0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 50 | 00 — 02 | EQ 2: Low—Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 51 | 00 — 02 | EQ 2: Lo—Mid Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 52 | 00 — 02 | EQ 2: Hi—Mid Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 53 | 00 — 02 | EQ 2: Hi Type 0,,,9 = PEAK,,,THRU |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 54 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 02 5F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 60 | 00 — 01 | DYN 1: COMP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 61 | 00 — 04 | DYN 1: COMP Type 0,,,4 = |
| | | SOLID,TUBE1,TUBE2,TUBE3,TUBE4 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 62 | 00 — 01 | DYN 1: COMP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 63 | 10 — 40 | DYN 1: COMP Threshold (0dB:40H) —24 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 64 | 00 — 0D | DYN 1: COMP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 65 | 00 — 01 | DYN 1: COMP Knee HARD,SOFT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 66 | 00 — 7C | DYN 1: COMP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 67 | 00 — 7C | DYN 1: COMP Release 0,,,8000ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 68 | 10 — 70 | DYN 1: COMP Level (0dB:40H) —24 — +24dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 69 | 00 — 01 | DYN 1: COMP Autogain OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6A | 00 — 01 | DYN 1: EXP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6B | 00 — 01 | DYN 1: EXP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6C | 10 — 60 | DYN 1: EXP Threshold (0dB:60H) —80 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6D | 00 — 0D | DYN 1: EXP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6E | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6F | 00 — 7C | DYN 1: EXP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 70 | 00 — 7C | DYN 1: EXP Release 0,,,8000ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 71 | 00 — 01 | DYN 1: ENH/DES SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 72 | 00 — 01 | DYN 1: ENH/DES Type ENH,DES |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 73 | 00 — 64 | DYN 1: ENH Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 74 | 39 — 79 | DYN 1: ENH Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 75 | 40 — 58 | DYN 1: ENH Mix Level (0dB:40H) 0 — +12dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 76 | 00 — 64 | DYN 1: DES Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 77 | 39 — 79 | DYN 1: DES Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 78 | 10 — 40 | DYN 1: DES Rejection Level (0dB:40H) —24 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 79 | 00 — 01 | DYN 2: COMP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7A | 00 — 04 | DYN 2: COMP Type 0,,,4 = |
| | | SOLID,TUBE1,TUBE2,TUBE3,TUBE4 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7B | 00 — 01 | DYN 2: COMP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7C | 10 — 40 | DYN 2: COMP Threshold (0dB:40H) —24 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7D | 00 — 0D | DYN 2: COMP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7E | 00 — 01 | DYN 2: COMP Knee HARD,SOFT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7F | 00 — 7C | DYN 2: COMP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 00 | 00 — 7C | DYN 2: COMP Release 0,,,8000ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 01 | 10 — 70 | DYN 2: COMP Level (0dB:40H) —24 — +24dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 02 | 00 — 01 | DYN 2: COMP Autogain OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 03 | 00 — 01 | DYN 2: EXP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 04 | 00 — 01 | DYN 2: EXP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 05 | 10 — 60 | DYN 2: EXP Threshold (0dB:60H) —80 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 06 | 00 — 0D | DYN 2: EXP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 07 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 08 | 00 — 7C | DYN 2: EXP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 09 | 00 — 7C | DYN 2: EXP Release 0,,,8000ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0A | 00 — 01 | DYN 2: ENH/DES SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0B | 00 — 01 | DYN 2: ENH/DES Type ENH,DES |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0C | 00 — 64 | DYN 2: ENH Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0D | 39 — 79 | DYN 2: ENH Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0E | 40 — 58 | DYN 2: ENH Mix Level (0dB:40H) 0 — +12dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0F | 00 — 64 | DYN 2: DES Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 10 | 39 — 79 | DYN 2: DES Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 11 | 28 — 40 | DYN 2: DES Rejection Level (0dB:40H) —12 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 12 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 03 7F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
Algorithm 1 (MIC MODELING + DYNAMICS + PLUG IN(Preamp))
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 02 10 | 00 — 01 | LINK OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 11 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 12 | 00 — 01 | Bypass MODEL 1 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 13 | 00 — 01 | Bypass MODEL 2 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 14 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 15 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 16 | 00 — 01 | Bypass DYN 1 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 17 | 00 — 01 | Bypass DYN 2 OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 18 | 00 — 01 | Bypass PLUGIN 1(Preamp) OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 19 | 00 — 01 | Bypass PLUGIN 2(Preamp) OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 1A | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 02 1F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 20 | 00 — 01 | MODEL 1: SW OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 21 | 00 — 05 | MODEL 1: Input 0,,,5 = |
| | | DR—20,SmlDy,HedDy,MinCn,Flat,AKGC3K |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 22 | 00 — 06 | MODEL 1: Output 0,,,6 = |
| | | SML.DY,VOC.DY,LRG.DY,SML.CN,LRG.CN,VNT.CN,FLAT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 23 | 34 — 4C | MODEL 1: Proximity Effect (0:40H) —12,,,+12 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 24 | 00 — 6B | MODEL 1: Timelag 0,,,107 = 0,,,3000cm |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 25 | 00 — 01 | MODEL 2: SW OFF, ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 26 | 00 — 05 | MODEL 2: Input 0,,,5 = |
| | | DR—20,SmlDy,HedDy,MinCn,Flat,AKGC3K |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 27 | 00 — 06 | MODEL 2: Output 0,,,6 = |
| | | SML.DY,VOC.DY,LRG.DY,SML.CN,LRG.CN,VNT.CN,FLAT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 28 | 34 — 4C | MODEL 2: Proximity Effect (0:40H) —12,,,+12 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 29 | 00 — 6B | MODEL 2: Timelag 0,,,107 = 0,,,3000cm |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 2A | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 02 5F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 60 | 00 — 01 | DYN 1: COMP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 61 | 00 — 04 | DYN 1: COMP Type 0,,,4 = |
| | | SOLID,TUBE1,TUBE2,TUBE3,TUBE4 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 62 | 00 — 01 | DYN 1: COMP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 63 | 10 — 40 | DYN 1: COMP Threshold (0dB:40H) —24 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 64 | 00 — 0D | DYN 1: COMP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 65 | 00 — 01 | DYN 1: COMP Knee HARD,SOFT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 66 | 00 — 7C | DYN 1: COMP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 67 | 00 — 7C | DYN 1: COMP Release 0,,,8000ms |
49
MIDI Implementatie
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 68 | 10 — 70 | DYN 1: COMP Level (0dB:40H) —24 — +24dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 69 | 00 — 01 | DYN 1: COMP Autogain OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6A | 00 — 01 | DYN 1: EXP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6B | 00 — 01 | DYN 1: EXP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6C | 10 — 60 | DYN 1: EXP Threshold (0dB:60H) —80 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6D | 00 — 0D | DYN 1: EXP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6E | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 6F | 00 — 7C | DYN 1: EXP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 70 | 00 — 7C | DYN 1: EXP Release 0,,,8000ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 71 | 00 — 01 | DYN 1: ENH/DES SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 72 | 00 — 01 | DYN 1: ENH/DES Type ENH,DES |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 73 | 00 — 64 | DYN 1: ENH Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 74 | 39 — 79 | DYN 1: ENH Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 75 | 40 — 58 | DYN 1: ENH Mix Level (0dB:40H) 0 — +12dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 76 | 00 — 64 | DYN 1: DES Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 77 | 39 — 79 | DYN 1: DES Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 78 | 10 — 40 | DYN 1: DES Rejection Level (0dB:40H) —24 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 79 | 00 — 01 | DYN 2: COMP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7A | 00 — 04 | DYN 2: COMP Type 0,,,4 = |
| | | SOLID,TUBE1,TUBE2,TUBE3,TUBE4 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7B | 00 — 01 | DYN 2: COMP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7C | 10 — 40 | DYN 2: COMP Threshold (0dB:40H) —24 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7D | 00 — 0D | DYN 2: COMP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7E | 00 — 01 | DYN 2: COMP Knee HARD,SOFT |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 02 7F | 00 — 7C | DYN 2: COMP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 00 | 00 — 7C | DYN 2: COMP Release 0,,,8000ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 01 | 10 — 70 | DYN 2: COMP Level (0dB:40H) —24 — +24dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 02 | 00 — 01 | DYN 2: COMP Autogain OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 03 | 00 — 01 | DYN 2: EXP SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 04 | 00 — 01 | DYN 2: EXP KEYIN IN1,IN2 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 05 | 10 — 60 | DYN 2: EXP Threshold (0dB:60H) —80 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 06 | 00 — 0D | DYN 2: EXP Ratio 0,13 = 1.00:0,,,INF:0 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 07 | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 08 | 00 — 7C | DYN 2: EXP Attack 0,,,800.0ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 09 | 00 — 7C | DYN 2: EXP Release 0,,,8000ms |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0A | 00 — 01 | DYN 2: ENH/DES SW OFF,ON |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0B | 00 — 01 | DYN 2: ENH/DES Type ENH,DES |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0C | 00 — 64 | DYN 2: ENH Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0D | 39 — 79 | DYN 2: ENH Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0E | 40 — 58 | DYN 2: ENH Mix Level (0dB:40H) 0 — +12dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 0F | 00 — 64 | DYN 2: DES Sens 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 10 | 39 — 79 | DYN 2: DES Freq 500,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 11 | 28 — 40 | DYN 2: DES Rejection Level (0dB:40H) —12 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 12 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 03 1F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 20 | 00 — 01 | PLUGIN 1: Preamp SW OFF,0N |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 21 | 00 — 08 | PLUGIN 1: Preamp Type 0,,,8 = RED7,,,CSSLST |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 22 | 01 — 45 | PLUGIN 1: Preamp Warm Freq 20,,,1000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 23 | 04 — 7C | PLUGIN 1: Preamp Warm Gain —6,,,+6dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 24 | 45 — 79 | PLUGIN 1: Preamp Brightness Freq 1000,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 25 | 04 — 7C | PLUGIN 1: Preamp Brightness Gain —6,,,+6dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 26 | 28 — 40 | PLUGIN 1: Preamp Harmonic Distortion Threshold |
| | | (0dB:40H) —12 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 27 | 00 — 64 | PLUGIN 1: Preamp Harmonic Distortion Level |
| | | 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 28 | 00 — 64 | PLUGIN 1: Preamp Harmonic Distortion Color |
| | | 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 29 | 00 — 01 | PLUGIN 2: Preamp SW 0FF,0N |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 2A | 00 — 08 | PLUGIN 2: Preamp Type 0,,,8 = RED7,,,CSSLST |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 2B | 01 — 45 | PLUGIN 2: Preamp Warm Freq 20,,,1000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 2C | 04 — 7C | PLUGIN 2: Preamp Warm Gain —6,,,+6dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 2D | 45 — 79 | PLUGIN 2: Preamp Brightness Freq 1000,,,20000Hz |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 2E | 04 — 7C | PLUGIN 2: Preamp Brightness Gain —6,,,+6dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 2F | 28 — 40 | PLUGIN 2: Preamp Harmonic Distortion Threshold |
| | | (0dB:40H) —12 — 0dB |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 30 | 00 — 64 | PLUGIN 2: Preamp Harmonic Distortion Level |
| | | 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 31 | 00 — 64 | PLUGIN 2: Preamp Harmonic Distortion Color |
| | | 0,,,100 |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 03 32 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 03 7F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
Status
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 04 00 | 00 — 01 | Lock Flag UNLOCK, LOCK |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 04 01 | 00 — 02 | Operation Mode NORMAL, BULK DUMP, BULK RCV |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 04 02 | 00 | (Reserved) |
| : : |
| 04 7F | 00 | (Reserved) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
(*) Read Only Parameters.
Remote Operation
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 00 05 00 | 00 — | Remote Command / Response |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 05 01#| 00 — | Parameter |
| : : |
| 00 7F#| 00 — | Parameter |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
* The addresses with # marks are invalid. Set data in regulated size (DT1) to the
addresses without # marks.
* It is necessary to set parameter in regulated size simultaneously with the
Command.
Remote Operation Command List
Command Remarks
00 NOP (No Operation)
01 Reset Temporary Patch
02 Set Application Control Mode
Remote Operation Response List
Command Remarks
40 Complete (No Error)
41 Error
Command 00 NOP (No Operation)
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 00 05 00 | 00 | NOP (No Operation) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
Command 01 Reset Temporary Patch
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 00 05 00 | 01 | Reset Temporary Patch |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
Command 02 Set Application Control Mode
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 00 05 00 | 02 | Set Application Control Mode |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 05 01 | 00 — 01 | PC—Base Application (MMP—2 Editor) Control Mode |
| | | 00 = Off Line |
| | | 01 = On Line |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
50
MIDI Implementatie
Response 40 Complete (No Error)
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 00 05 00 | 40 | Complete (No Error) |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
Response 41 Error
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 00 05 00 | 41 | Error |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
| 00 05 01 | 00 — 7F | Error Code |
| | | 00 = No Error (Complete, End of data) |
| | | 01 = Illegal Command |
| | | 02 = Busy |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
Bulk Data
+————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
| Start | | |
| Address | Data | Contents and Remarks |
|==========+=========+===================================================|
| 01 00 00 | 00 — | User Effect Patch Data |
| : : : |
| 7F 7F | 00 — | User Effect Patch Data |
|——————————+—————————+———————————————————————————————————————————————————|
See Table as follows for settings.
MIDI Data - EQ Frequency Table
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data | Hz || Data | Hz || Data | Hz || Data | Hz |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| 00H — | TURU || 10H — | 47 || 20H — | 120 || 30H — | 300 |
| 01H — | 20 || 11H — | 50 || 21H — | 125 || 31H — | 315 |
| 02H — | 21 || 12H — | 53 || 22H — | 133 || 32H — | 335 |
| 03H — | 22 || 13H — | 56 || 23H — | 140 || 33H — | 355 |
| 04H — | 24 || 14H — | 60 || 24H — | 150 || 34H — | 376 |
| 05H — | 25 || 15H — | 63 || 25H — | 160 || 35H — | 400 |
| 06H — | 27 || 16H — | 67 || 26H — | 170 || 36H — | 422 |
| 07H — | 28 || 17H — | 71 || 27H — | 180 || 37H — | 450 |
| 08H — | 30 || 18H — | 75 || 28H — | 190 || 38H — | 473 |
| 09H — | 32 || 19H — | 80 || 29H | 200 || 39H — | 500 |
| 0AH — | 33 || 1AH — | 84 || 2AH — | 210 || 3AH — | 530 |
| 0BH — | 36 || 1BH — | 90 || 2BH — | 224 || 3BH — | 560 |
| 0CH — | 38 || 1CH — | 94 || 2CH — | 237 || 3CH — | 600 |
| 0DH — | 40 || 1DH — | 100 || 2DH — | 250 || 3DH — | 630 |
| 0EH — | 42 || 1EH — | 106 || 2EH — | 266 || 3EH — | 670 |
| 0FH — | 45 || 1FH — | 112 || 2FH — | 280 || 3FH — | 710 |
+——————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data | Hz || Data | Hz || Data | Hz || Data | Hz |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| 40H — | 750 || 50H — | 1.90k || 60H — | 4.73k || 70H — | 12.0k |
| 41H — | 800 || 51H — | 2.00k || 61H — | 5.00k || 71H — | 12.5k |
| 42H — | 840 || 52H — | 2.10k || 62H — | 5.30k || 72H — | 13.3k |
| 43H — | 900 || 53H — | 2.24k || 63H — | 5.60k || 73H — | 14.0k |
| 44H — | 944 || 54H — | 2.37k || 64H — | 6.00k || 74H — | 15.0k |
| 45H — | 1.00k || 55H — | 2.50k || 65H — | 6.30k || 75H — | 16.0k |
| 46H — | 1.06k || 56H — | 2.66k || 66H — | 6.70k || 76H — | 17.0k |
| 47H — | 1.12k || 57H — | 2.80k || 67H — | 7.10k || 77H — | 18.0k |
| 48H — | 1.20k || 58H — | 3.00k || 68H — | 7.50k || 78H — | 19.0k |
| 49H — | 1.25k || 59H — | 3.15k || 69H | 8.00k || 79H — | 20.0k |
| 4AH — | 1.33k || 5AH — | 3.35k || 6AH — | 8.40k || 7AH — | —— |
| 4BH — | 1.40k || 5BH — | 3.55k || 6BH — | 9.00k || 7BH — | —— |
| 4CH — | 1.50k || 5CH — | 3.76k || 6CH — | 9.44k || 7CH — | —— |
| 4DH — | 1.60k || 5DH — | 4.00k || 6DH — | 10.0k || 7DH — | —— |
| 4EH — | 1.70k || 5EH — | 4.22k || 6EH — | 10.6k || 7EH — | —— |
| 4FH — | 1.80k || 5FH — | 4.50k || 6FH — | 11.2k || 7FH — | —— |
+——————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
MIDI Data - EQ Gain Table
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data |Gain(dB)|| Data |Gain(dB)|| Data |Gain(dB)|| Data |Gain(dB)|
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| | || 20H | —16.0 || 40H | 0.0 || 60H | 16.0 |
| | || 21H | —15.5 || 41H — | 0.5 || 61H — | 16.5 |
| | || 22H — | —15.0 || 42H — | 1.0 || 62H — | 17.0 |
| | || 23H — | —14.5 || 43H — | 1.5 || 63H — | 17.5 |
| | || 24H — | —14.0 || 44H — | 2.0 || 64H — | 18.0 |
| | || 25H — | —13.5 || 45H — | 2.5 || 65H — | 18.5 |
| | || 26H — | —13.0 || 46H — | 3.0 || 66H — | 19.0 |
| | || 27H — | —12.5 || 47H — | 3.5 || 67H — | 19.5 |
| | || 28H — | —12.0 || 48H — | 4.0 || 68H — | 20.0 |
| | || 29H — | —11.5 || 49H — | 4.5 || 69H — | 20.5 |
| | || 2AH — | —11.0 || 4AH — | 5.0 || 6AH — | 21.0 |
| | || 2BH — | —10.5 || 4BH — | 5.5 || 6BH — | 21.5 |
| | || 2CH — | —10.0 || 4CH — | 6.0 || 6CH — | 22.0 |
| | || 2DH — | — 9.5 || 4DH — | 6.5 || 6DH — | 22.5 |
| | || 2EH — | — 9.0 || 4EH — | 7.0 || 6EH — | 23.0 |
| | || 2FH — | — 8.5 || 4FH — | 7.5 || 6FH — | 23.5 |
| 10H | —24.0 || 30H — | — 8.0 || 50H — | 8.0 || 70H — | 24.0 |
| 11H | —23.5 || 31H — | — 7.5 || 51H — | 8.5 || | |
| 12H | —23.0 || 32H — | — 7.0 || 52H — | 9.0 || | |
| 13H | —22.5 || 33H — | — 6.5 || 53H — | 9.5 || | |
| 14H | —22.0 || 34H — | — 6.0 || 54H — | 10.0 || | |
| 15H | —21.5 || 35H — | — 5.5 || 55H — | 10.5 || | |
| 16H | —21.0 || 36H — | — 5.0 || 56H — | 11.0 || | |
| 17H | —20.5 || 37H — | — 4.5 || 57H — | 11.5 || | |
| 18H | —20.0 || 38H — | — 4.0 || 58H — | 12.0 || | |
| 19H | —19.5 || 39H — | — 3.5 || 59H — | 12.5 || | |
| 1AH | —19.0 || 3AH — | — 3.0 || 5AH — | 13.0 || | |
| 1BH | —18.5 || 3BH — | — 2.5 || 5BH — | 13.5 || | |
| 1CH | —18.0 || 3CH — | — 2.0 || 5CH — | 14.0 || | |
| 1DH | —17.5 || 3DH — | — 1.5 || 5DH — | 14.5 || | |
| 1EH | —17.0 || 3EH — | — 1.0 || 5EH — | 15.0 || | |
| 1FH | —16.5 || 3FH — | — 0.5 || 5FH — | 15.5 || | |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
MIDI Data - EQ Quality Table
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data | || Data | || Data | || Data | |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| 00H — | —— || 10H — | —— || 20H — | 0.40 || 30H — | 1.00 |
| 01H — | —— || 11H — | —— || 21H — | 0.42 || 31H — | 1.06 |
| 02H — | —— || 12H — | —— || 22H — | 0.45 || 32H — | 1.12 |
| 03H — | —— || 13H — | —— || 23H — | 0.47 || 33H — | 1.20 |
| 04H — | —— || 14H — | —— || 24H — | 0.50 || 34H — | 1.25 |
| 05H — | —— || 15H — | —— || 25H — | 0.53 || 35H — | 1.33 |
| 06H — | —— || 16H — | —— || 26H — | 0.56 || 36H — | 1.40 |
| 07H — | —— || 17H — | —— || 27H — | 0.60 || 37H — | 1.50 |
| 08H — | —— || 18H — | —— || 28H — | 0.63 || 38H — | 1.60 |
| 09H — | —— || 19H — | —— || 29H | 0.67 || 39H — | 1.70 |
| 0AH — | —— || 1AH — | —— || 2AH — | 0.71 || 3AH — | 1.80 |
| 0BH — | —— || 1BH — | —— || 2BH — | 0.75 || 3BH — | 1.90 |
| 0CH — | —— || 1CH — | —— || 2CH — | 0.80 || 3CH — | 2.00 |
| 0DH — | —— || 1DH — | —— || 2DH — | 0.84 || 3DH — | 2.10 |
| 0EH — | —— || 1EH — | 0.36 || 2EH — | 0.90 || 3EH — | 2.24 |
| 0FH — | —— || 1FH — | 0.38 || 2FH — | 0.94 || 3FH — | 2.37 |
+——————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data | || Data | || Data | || Data | |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| 40H — | 2.50 || 50H — | 6.30 || 60H — | 16.0 || 70H — | —— |
| 41H — | 2.66 || 51H — | 6.70 || 61H — | —— || 71H — | —— |
| 42H — | 2.80 || 52H — | 7.10 || 62H — | —— || 72H — | —— |
| 43H — | 3.00 || 53H — | 7.50 || 63H — | —— || 73H — | —— |
| 44H — | 3.15 || 54H — | 8.00 || 64H — | —— || 74H — | —— |
| 45H — | 3.35 || 55H — | 8.40 || 65H — | —— || 75H — | —— |
| 46H — | 3.55 || 56H — | 9.00 || 66H — | —— || 76H — | —— |
| 47H — | 3.76 || 57H — | 9.44 || 67H — | —— || 77H — | —— |
| 48H — | 4.00 || 58H — | 10.0 || 68H — | —— || 78H — | —— |
| 49H — | 4.22 || 59H — | 10.6 || 69H | —— || 79H — | —— |
| 4AH — | 4.50 || 5AH — | 11.2 || 6AH — | —— || 7AH — | —— |
| 4BH — | 4.73 || 5BH — | 12.0 || 6BH — | —— || 7BH — | —— |
| 4CH — | 5.00 || 5CH — | 12.5 || 6CH — | —— || 7CH — | —— |
| 4DH — | 5.30 || 5DH — | 13.3 || 6DH — | —— || 7DH — | —— |
| 4EH — | 5.60 || 5EH — | 14.0 || 6EH — | —— || 7EH — | —— |
| 4FH — | 6.00 || 5FH — | 15.0 || 6FH — | —— || 7FH — | —— |
+——————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
MIDI Data - EQ Type Table
+————————+————————+
| Data | TYPE |
+————————+————————+
| 00H | PEAK |
| 01H — | LSV |
| 02H — | HSV |
| 03H — | LPF1 |
| 04H — | HPF1 |
| 05H — | LPF2 |
| 06H — | HPF2 |
| 07H — | BPF2 |
| 08H — | BRF2 |
| 09H — | THRU |
+————————+————————+
MIDI Data - EXP/CMP Ratio Table
+————————+————————+
| Data | RATIO |
+————————+————————+
| 00H | 1.00:1 |
| 01H — | 1.12:1 |
| 02H — | 1.25:1 |
| 03H — | 1.40:1 |
| 04H — | 1.60:1 |
| 05H — | 1.80:1 |
| 06H — | 2.00:1 |
| 07H — | 2.50:1 |
| 08H — | 3.20:1 |
| 09H — | 4.00:1 |
| 0AH — | 5.60:1 |
| 0BH — | 8.00:1 |
| 0CH — | 16.0:1 |
| 0DH — | INF:1 |
+————————+————————+
MIDI Data - Time Table (Time Lag Table)
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data | ms(cm) || Data | ms(cm) || Data | ms(cm) || Data | ms(cm) |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| 00H — | 0 || 10H — | 16 || 20H — | 40 || 30H — | 100 |
| 01H — | 1 || 11H — | 17 || 21H — | 42 || 31H — | 106 |
| 02H — | 2 || 12H — | 18 || 22H — | 45 || 32H — | 112 |
| 03H — | 3 || 13H — | 19 || 23H — | 47 || 33H — | 120 |
| 04H — | 4 || 14H — | 20 || 24H — | 50 || 34H — | 125 |
| 05H — | 5 || 15H — | 21 || 25H — | 53 || 35H — | 133 |
| 06H — | 6 || 16H — | 22 || 26H — | 56 || 36H — | 140 |
| 07H — | 7 || 17H — | 24 || 27H — | 60 || 37H — | 150 |
| 08H — | 8 || 18H — | 25 || 28H — | 63 || 38H — | 160 |
| 09H — | 9 || 19H — | 27 || 29H | 67 || 39H — | 170 |
| 0AH — | 10 || 1AH — | 28 || 2AH — | 71 || 3AH — | 180 |
| 0BH — | 11 || 1BH — | 30 || 2BH — | 75 || 3BH — | 190 |
| 0CH — | 12 || 1CH — | 32 || 2CH — | 80 || 3CH — | 200 |
| 0DH — | 13 || 1DH — | 33 || 2DH — | 84 || 3DH — | 210 |
| 0EH — | 14 || 1EH — | 36 || 2EH — | 90 || 3EH — | 224 |
| 0FH — | 15 || 1FH — | 38 || 2FH — | 94 || 3FH — | 237 |
+——————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data | ms(cm) || Data | ms(cm) || Data | ms(cm) || Data | ms(cm) |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| 40H — | 250 || 50H — | 630 || 60H — | 1600 || 70H — | 4000 |
| 41H — | 266 || 51H — | 670 || 61H — | 1700 || 71H — | 4220 |
| 42H — | 280 || 52H — | 710 || 62H — | 1800 || 72H — | 4500 |
| 43H — | 300 || 53H — | 750 || 63H — | 1900 || 73H — | 4730 |
| 44H — | 315 || 54H — | 800 || 64H — | 2000 || 74H — | 5000 |
| 45H — | 335 || 55H — | 840 || 65H — | 2100 || 75H — | 5300 |
| 46H — | 355 || 56H — | 900 || 66H — | 2240 || 76H — | 5600 |
| 47H — | 376 || 57H — | 944 || 67H — | 2370 || 77H — | 6000 |
51
MIDI Implementatie
| 48H — | 400 || 58H — | 1000 || 68H — | 2500 || 78H — | 6300 |
| 49H — | 422 || 59H — | 1060 || 69H | 2660 || 79H — | 6700 |
| 4AH — | 450 || 5AH — | 1120 || 6AH — | 2800 || 7AH — | 7100 |
| 4BH — | 473 || 5BH — | 1200 || 6BH — | 3000 || 7BH — | 7500 |
| 4CH — | 500 || 5CH — | 1250 || 6CH — | 3150 || 7CH — | 8000 |
| 4DH — | 530 || 5DH — | 1330 || 6DH — | 3350 || 7DH — | —— |
| 4EH — | 560 || 5EH — | 1400 || 6EH — | 3550 || 7EH — | —— |
| 4FH — | 600 || 5FH — | 1500 || 6FH — | 3760 || 7FH — | —— |
+——————————————————————————————————————————————————————————————————————————+
MIDI Data - PREAMP Type Table
+————————+————————+
| Data | TYPE |
+————————+————————+
| 00H | RED7 |
| 01H - | N1073 |
| 02H - | MANSS |
| 03H - | AVTUBE |
| 04H - | AVSOLS |
| 05H - | HHTUBE |
| 06H - | MILLHV |
| 07H - | SATUBE |
| 08H - | CSSLST |
+————————+————————+
MIDI Data - PREAMP Gain Table
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| Data |Gain(dB)|| Data |Gain(dB)|| Data |Gain(dB)|| Data |Gain(dB)|
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
| | || 20H | — 3.2 || 40H | 0.0 || 60H | 3.2 |
| | || 21H | — 3.1 || 41H — | 0.1 || 61H — | 3.3 |
| | || 22H — | — 3.0 || 42H — | 0.2 || 62H — | 3.4 |
| | || 23H — | — 2.9 || 43H — | 0.3 || 63H — | 3.5 |
| 04H | 6.0 || 24H — | — 2.8 || 44H — | 0.4 || 64H — | 3.6 |
| 05H | 5.9 || 25H — | — 2.7 || 45H — | 0.5 || 65H — | 3.7 |
| 06H | 5.8 || 26H — | — 2.6 || 46H — | 0.6 || 66H — | 3.8 |
| 07H | 5.7 || 27H — | — 2.5 || 47H — | 0.7 || 67H — | 3.9 |
| 08H | 5.6 || 28H — | — 2.4 || 48H — | 0.8 || 68H — | 4.0 |
| 09H | 5.5 || 29H — | — 2.3 || 49H — | 0.9 || 69H — | 4.1 |
| 0AH | 5.4 || 2AH — | — 2.2 || 4AH — | 1.0 || 6AH — | 4.2 |
| 0BH | 5.3 || 2BH — | — 2.1 || 4BH — | 1.1 || 6BH — | 4.3 |
| 0CH | 5.2 || 2CH — | — 2.0 || 4CH — | 1.2 || 6CH — | 4.4 |
| 0DH | 5.1 || 2DH — | — 1.9 || 4DH — | 1.3 || 6DH — | 4.5 |
| 0EH | — 5.0 || 2EH — | — 1.8 || 4EH — | 1.4 || 6EH — | 4.6 |
| 0FH | — 4.9 || 2FH — | — 1.7 || 4FH — | 1.5 || 6FH — | 4.7 |
| 10H | — 4.8 || 30H — | — 1.6 || 50H — | 1.6 || 70H — | 4.8 |
| 11H | — 4.7 || 31H — | — 1.5 || 51H — | 1.7 || 71H — | 4.9 |
| 12H | — 4.6 || 32H — | — 1.4 || 52H — | 1.8 || 72H — | 5.0 |
| 13H | — 4.5 || 33H — | — 1.3 || 53H — | 1.9 || 73H — | 5.1 |
| 14H | — 4.4 || 34H — | — 1.2 || 54H — | 2.0 || 74H — | 5.2 |
| 15H | — 4.3 || 35H — | — 1.1 || 55H — | 2.1 || 75H — | 5.3 |
| 16H | — 4.2 || 36H — | — 1.0 || 56H — | 2.2 || 76H — | 5.4 |
| 17H | — 4.1 || 37H — | — 0.9 || 57H — | 2.3 || 77H — | 5.5 |
| 18H | — 4.0 || 38H — | — 0.8 || 58H — | 2.4 || 78H — | 5.6 |
| 19H | — 3.9 || 39H — | — 0.7 || 59H — | 2.5 || 79H — | 5.7 |
| 1AH | — 3.8 || 3AH — | — 0.6 || 5AH — | 2.6 || 7AH — | 5.8 |
| 1BH | — 3.7 || 3BH — | — 0.5 || 5BH — | 2.7 || 7BH — | 5.9 |
| 1CH | — 3.6 || 3CH — | — 0.4 || 5CH — | 2.8 || 7CH — | 6.0 |
| 1DH | — 3.5 || 3DH — | — 0.3 || 5DH — | 2.9 || | |
| 1EH | — 3.4 || 3EH — | — 0.2 || 5EH — | 3.0 || | |
| 1FH | — 3.3 || 3FH — | — 0.1 || 5FH — | 3.1 || | |
+————————+————————++————————+————————++————————+————————++————————+————————+
Toevoegingen
Decimal and Hexadecimal table
(Hexadecimal number is shown with H.)
In MIDI documentation, data values and addresses/sizes of system exclusive
messages etc. are expressed as hexadecimal values for each 7 bits.
The following table shows how these correspond to decimal numbers.
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
| Deci | Hexa || Deci | Hexa || Deci | Hexa || Deci | Hexa |
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
| 0 | 00H || 32 | 20H || 64 | 40H || 96 | 60H |
| 1 | 01H || 33 | 21H || 65 | 41H || 97 | 61H |
| 2 | 02H || 34 | 22H || 66 | 42H || 98 | 62H |
| 3 | 03H || 35 | 23H || 67 | 43H || 99 | 63H |
| 4 | 04H || 36 | 24H || 68 | 44H || 100 | 64H |
| 5 | 05H || 37 | 25H || 69 | 45H || 101 | 65H |
| 6 | 06H || 38 | 26H || 70 | 46H || 102 | 66H |
| 7 | 07H || 39 | 27H || 71 | 47H || 103 | 67H |
| 8 | 08H || 40 | 28H || 72 | 48H || 104 | 68H |
| 9 | 09H || 41 | 29H || 73 | 49H || 105 | 69H |
| 10 | 0AH || 42 | 2AH || 74 | 4AH || 106 | 6AH |
| 11 | 0BH || 43 | 2BH || 75 | 4BH || 107 | 6BH |
| 12 | 0CH || 44 | 2CH || 76 | 4CH || 108 | 6CH |
| 13 | 0DH || 45 | 2DH || 77 | 4DH || 109 | 6DH |
| 14 | 0EH || 46 | 2EH || 78 | 4EH || 110 | 6EH |
| 15 | 0FH || 47 | 2FH || 79 | 4FH || 111 | 6FH |
| 16 | 10H || 48 | 30H || 80 | 50H || 112 | 70H |
| 17 | 11H || 49 | 31H || 81 | 51H || 113 | 71H |
| 18 | 12H || 50 | 32H || 82 | 52H || 114 | 72H |
| 19 | 13H || 51 | 33H || 83 | 53H || 115 | 73H |
| 20 | 14H || 52 | 34H || 84 | 54H || 116 | 74H |
| 21 | 15H || 53 | 35H || 85 | 55H || 117 | 75H |
| 22 | 16H || 54 | 36H || 86 | 56H || 118 | 76H |
| 23 | 17H || 55 | 37H || 87 | 57H || 119 | 77H |
| 24 | 18H || 56 | 38H || 88 | 58H || 120 | 78H |
| 25 | 19H || 57 | 39H || 89 | 59H || 121 | 79H |
| 26 | 1AH || 58 | 3AH || 90 | 5AH || 122 | 7AH |
| 27 | 1BH || 59 | 3BH || 91 | 5BH || 123 | 7BH |
| 28 | 1CH || 60 | 3CH || 92 | 5CH || 124 | 7CH |
| 29 | 1DH || 61 | 3DH || 93 | 5DH || 125 | 7DH |
| 30 | 1EH || 62 | 3EH || 94 | 5EH || 126 | 7EH |
| 31 | 1FH || 63 | 3FH || 95 | 5FH || 127 | 7FH |
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
* Decimal values such as MIDI channel, bank select, and program change are
listed as one (1) greater than the values given in the above table.
* A 7-bit byte can express data in the range of 128 steps. For data where greater
precision is required, we must use two or more bytes. For example, two
hexadecimal numbers aa bbH expressing two 7-bit bytes would indicate a value
of aa x 128 + bb.
* In the case of values which have a ± sign, 00H = -64, 40H = ±0, and 7FH
= +63, so that the decimal expression would be 64 less than the value given in the
above chart. In the case of two types, 00 00H = -8192, 40 00H = ±0, and 7F 7FH =
+8191.
* Data marked nibbled is expressed in hexadecimal in 4-bit units. A value
expressed as a 2-byte nibble 0a 0bH has the value of a x 16 + b.
<Ex.1> What is 5AH in decimal system?
5AH = 90 according to the above table.
<Ex.2>What in decimal system is 12034H in hexadecimal of every 7 bit?
12H = 18, 34H = 52 according to the above table. So 18 x 128 + 52 = 2356.
<Ex.3> What in decimal system is 0A 03 09 0D in nibble system?
0AH = 10, 03H = 3, 09H = 9, 0DH = 13 according to the table.
So ((10 x 16 + 3) x 16 + 9) x 16 + 13 = 41885.
<Ex. 4> What in nibble system is 1258 in decimal system?
____
16)1258
16) 78 ... 10
16) 4 ... 14
0 ... 4
0 = 00H, 4 = 04H, 14 = 0EH, 10 = 0AH According to the table.
So it is 00 04 0E 0AH.
Example of system exclusive message and
Checksum calculation
On Roland system exclusive message (DT1), checksum is added at the end of
transmitted data (in front of F7) to check the message is received correctly. Value of
checksum is defined by address and data (or size) of the system exclusive message
to be transmitted.
How to calculate checksum (Hexadecimal number is shown with H.)
Checksum is a value which lower 7 bit of the sum of address, size and checksum
itself turns to be 0.
If the address of the system exclusive message to be transmitted is aa bb ccH and
data or size is dd ee ffH,
aa + bb + cc + dd + ee + ff = sum
sum / 128 = quotient and odd
When odd is 0, 0 = checksum
When odd is other than 0, 128 - odd = checksum
52
MIDI Implementatie
Functie
Basic
Channel
Mode
Note
Number :
Velocity
After
Touch
Pitch Bend
Program
Change
System Exclusive
System
Common
System
Real Time
Aux
Messages
Notes
verzonden Herkend
Opmerkingen
Default
Changed
Default
Messages
Altered
True Voice
Note On
Note Off
Key’s
Channel’s
0, 32
1
2
: True Number
: Song Position
: Song Select
: Tune Request
: Clock
: Commands
: All Sound Off
: Reset All Controllers
: Local On/Off
: All Notes Off
: Active Sensing
: System Reset
16
X
Mode 3
X
X
X
X
X
X
O
X
X
O
0 - 63
O
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
16
X
Mode 3
X
X
X
X
X
X
X
X
X
O
0 - 63
O
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
MIC MODELING PREAMP
Model MMP-2
MIDI Implementatiekaart
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Ja
X : Nee
Effect Patch
Control
Change
O
X
X
O
X
X
Effect Bank select
Level Meter
Parameter
53
Specificaties
Analoge Ingang
Aansluiting:
XLR-3-31 plug (gebalanceerd)
1/4 inch TRS plug (gebalanceerd)
Ingang impedantie:
40k
Fantoomvoeding:
DC 48 V en 7m A.
PAD:
20 dB pad
Maximale Ingangsniveau:
+2dBu (PAD off)
+22 dBu (PAD on)
Nominale Ingangsniveau:
-64 dBu --- +4 dBu
Gelijkwaarde Ingangsruis:
-132 dBu (IHF-A type)
Analoge Uitgang
Aansluiting:
XLR-3-32 plug (gebalanceerd)
Uitgang impedantie:
600
Aanbevolen belastingsweerstand:
1k of groter
Nominale uitgangsniveau:
-16 dBu/ +4 dBu
Signaal-ruis Verhouding:
105 dB type
Digitale Ingang
Aansluiting: Coaxial voor S/PDIF
Weerstand: 75 (
Digitale Uitgang
Aansluiting: XLR voor AES/EBU, Coaxial VOOR S/
PDIF
Impedantie: 110 ( voor AES/EBU, 75 ( voor S/PDIF
Signaalbewerking
A/D Omzetting: 24-bit, 64 maal oversampling
D/A Omzetting: 24-bit, 128 maal oversampling
Sample frequentie
96,0 kHz, 88,2 kHz, 48,0 kHz, 44,1 kHz
Frequentiebereik
96,0kHz: 20Hz-40kHz (+0,1/-3,0 dB)
88,2kHz: 20Hz-40kHz (+0,1/-3,0dB)
48,0kHz: 20Hz-20kHz (+0,1/-0,5 dB)
44,1kHz: 20Hz-20kHz (+0,1/-0,5dB)
Microfoonsimulatie
Referentie mcrofoon:
DR-20, kleine dynamische microfoon
Hoofd-set dynamische microfoon
Miniatuur condensator microfoon, AKG C3000B,
vlak
Simulatie microfoon:
Klein dynamisch, stem dynamisch, groot dynamisch
Kleine condensator, grote condensator.
Klassieke condensator, vlak
Equalizer
4-Bands (LOW, LO-MID, HI-MID, HIGH) parametrische
equalizer
Frequentie bereik: 20 Hz 20k Hz
Type:
Peaking, Low-Shelving, High-Shelving, Low-Pass,
High-Pass, Low-Pass2, Hi-pass2, band-Pass,
Band-Eliminate
GAIN: -15 dB/+15 dB
Compressor
Type: Transistor, Buis1, Buis2, Buis3, Buis4
(Solid, Tube1, Tube2, Tube3, Tube4)
Knee Type: steil of geleidelijk (Hard of Soft) Knee
Andere Effecten
Expander, Enhancer, De-esser, voorversterker simulatie
Scherm
20 letter- cijfer- of leestekens, 2 regels
LCD-scherm verlicht
Voeding
AC 117 V, AC 230V of AC 240V
Stroomverbruik
9 W
Afmetingen
250 (B) x 165 (D) x 76 (H) mm
Gewicht
1,8 kg
Accessoires
Handleiding, CD-ROM, Stroomsnoer, USB-kabel
(0 dBu = 0.775 Vrms)
* Roland behoudt zich het recht voor in het belang van het product,
de specificaties en/of het uiterlijk van dit product te veranderen
zonder voorafgaande kennisgeving.
54
Index
Symbols
+48V .......................................................................................... 17
A
Aansluitingen
Stroom ................................................................................. 12
Ingang ................................................................................. 13
Uitgang ................................................................................ 13
A-GAIN .................................................................................... 22
Afstand ..................................................................................... 20
ATT
analoge ingang ..................................................................... 18
equalizer .............................................................................. 20
Attack Time ........................................................................ 2223
Attenuator
analoge ingang ..................................................................... 18
equalizer .............................................................................. 20
Auto Gain ................................................................................. 22
B
BACKUP ................................................................................... 28
Band-pass ................................................................................. 21
Band-reject ............................................................................... 21
bas bijgeluiden ......................................................................... 18
BPF ............................................................................................ 21
BRF ............................................................................................ 21
Bright ........................................................................................ 25
BRT ............................................................................................ 25
BYPASS ..................................................................................... 19
C
Channel linking ....................................................................... 28
CLIP .......................................................................................... 17
CLOCK ..................................................................................... 26
CMP .......................................................................................... 16
COMP ....................................................................................... 21
Compressiewaarde ................................................................. 23
Compressor .............................................................................. 21
Type .................................................................................... 22
Contrast .................................................................................... 14
Cutoff frequency band ........................................................... 21
D
De-esser .................................................................................... 23
De-esser Rejection Level ........................................................ 24
DES ............................................................................................ 23
DESREJ ..................................................................................... 24
DIGI ........................................................................................... 26
Digitale aansluitingen ............................................................. 26
Drempel .............................................................................. 2223
DYNAMICS ............................................................................. 21
E
EDIT CH SELECT ................................................................... 16
Effect Parameters .................................................................... 14
Initialiseren .......................................................................... 29
Effects ........................................................................................ 19
ENH .......................................................................................... 23
ENH/DE .................................................................................. 23
Enhance niveau ....................................................................... 24
Enhancer ................................................................................... 23
ENHLEV ................................................................................... 24
ENTER ...................................................................................... 14
EQ .............................................................................................. 20
Equalizer ................................................................................... 20
EXP ...................................................................................... 16, 23
Expander .................................................................................. 23
F
Fantoon voeding ..................................................................... 17
Feedback .................................................................................. 13
Filter Type ................................................................................ 21
Foute sample freq. ................................................................... 26
FreeMIDI ............................................................................ 31, 38
FREQ ................................................................................... 23, 26
G
Gain ........................................................................................... 21
H
HARD ....................................................................................... 22
Harmonic .................................................................................. 25
HI ............................................................................................... 20
High-pass ................................................................................. 21
HI-MID ..................................................................................... 20
HPF ............................................................................................ 21
HRM .......................................................................................... 25
HSV ........................................................................................... 21
I
IN ............................................................................................... 16
INGANG .................................................................................. 19
Ingang Parameters .................................................................. 14
Ingangsbron ............................................................................. 26
Initialiseren .............................................................................. 29
INT ............................................................................................ 26
Interlinks .................................................................................. 28
Isolatie ....................................................................................... 20
K
Kanaal splitsing ....................................................................... 28
Key-In Channel .................................................................. 2223
Knee .......................................................................................... 22
Kopiëren ................................................................................... 28
55
Index
L
LCDCNT .................................................................................. 14
LO-CUT .................................................................................... 18
LO-MID .................................................................................... 20
LOW .......................................................................................... 20
Low-cut Filter .......................................................................... 18
Low-pass .................................................................................. 21
LPF ............................................................................................ 21
LSV ............................................................................................ 21
Lijn uitgang .............................................................................. 13
M
Macintosh
FreeMIDI ............................................................................. 38
OMS .................................................................................... 35
MIC ........................................................................................... 26
MIC IN ...................................................................................... 13
Mic Modeling .......................................................................... 19
Microphone Input ................................................................... 13
MODEL .................................................................................... 19
Modeling Microphone ............................................................ 20
N
Niveau ...................................................................................... 22
O
OMS .................................................................................... 31, 35
Opheffen Linking .................................................................... 28
Opslaan PATCH ..................................................................... 15
OUT ........................................................................................... 16
OUTPUT ................................................................................... 20
OUTPUT LEVEL ..................................................................... 13
P
Pad ............................................................................................ 17
Parameter ................................................................................. 14
Patch .......................................................................................... 14
Initialiseren .......................................................................... 29
Keuzes ................................................................................. 15
Laden van computer ............................................................ 28
Resettten Effect Parameters .................................................. 15
Patch opslaan in computer ................................................... 28
Patch opslaan........................................................................ 15
PEAK
indicator .............................................................................. 17
peaking equalizer ................................................................. 21
PHANTOM,PHASE,LO-CUT ............................................... 18
PLUG IN ................................................................................... 24
Plug-in Effect ........................................................................... 24
PREAMP ................................................................................... 24
Pre-amp Modeling .................................................................. 24
PROX FX ................................................................................... 20
Proximity Effect ....................................................................... 20
Q
Q ................................................................................................ 21
R
Ratio ................................................................................... 2223
RECOVER (terughalen).......................................................... 28
Reference frequentie ............................................................... 20
Reference microfoon .............................................................. 19
Rejection Level (Afkap niveau) ............................................. 24
Release Time ..................................................................... 2223
RESET ....................................................................................... 15
Resonantie frequenties .......................................................... 20
Route ........................................................................................ 29
S
Sampling Clock Source .......................................................... 26
Sampling frequentie ............................................................... 26
SELECT (patch) ....................................................................... 15
SENS
analoge ingang .................................................................... 17
enhancer/de-esser ............................................................... 23
Shelving ................................................................................... 21
SOFT ......................................................................................... 22
SOLID ....................................................................................... 22
Stroom aanzetten .................................................................... 13
Stroom uitzetten ..................................................................... 18
Stroomschakelaar ................................................................... 13
Systeem Parameters ............................................................... 14
Initialiseren ......................................................................... 29
T
Tijd ............................................................................................ 20
TUBE ........................................................................................ 22
TYPE
compressor .......................................................................... 22
enhancer/de-esser ............................................................... 23
equalizer ............................................................................. 21
pre-amp (voorversterker) ..................................................... 24
U
USB ........................................................................................... 30
W
Warm ........................................................................................ 24
Windows
Windows 2000 ..................................................................... 32
Windows Me / 98 ................................................................ 31
WRM ........................................................................................ 24
X
XLR ........................................................................................... 13
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te
waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd,
gevaarlijk voltage binnenin het apparaat, welke krachtig
genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te
veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is
bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de
aanwezigheid van belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het
product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de basis voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
inclusief de volgende:
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden.
Installeer in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere
apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug
dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde
plug heeft twee polen, de n breder dan de andere. Een
aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin.
De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid
aangebracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past,
raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het
verouderde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen
kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de
de stekkers, stopcontactdozen, en op het punt waar zij uit
het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt
wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat alleen met een door de fabrikant
gespecificeerde of bij het apparaat geleverde
kar, standaard, statief, console of tafel.
Voorzichtigheid is geboden tijdens het
verplaatsen van de kar/apparaat combinatie,
zodat deze niet kan omvallen en daardoor
stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een
langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de
stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel
over. Onderhoud is vereist wanneer het apparaat op
enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het
apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen
of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal
functioneert of is gevallen.
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Dit product is in overeenstemming met de vereisten van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC
en LVD 73/23/EEC.
Voor EU-landen
41

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Roland MMP-2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Roland MMP-2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,04 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info