Patronen worden in de Pattern Play mode
gespeeld.
U kunt ook op de Key Pads tikken (tap) om bas-
en drumgeluiden te spelen.
◆ Om naar de Pattern Play mode over te
schakelen, houdt u [SHIFT] ingedrukt
terwijl de uitvoering niet speelt, en drukt
u vervolgens op Key Pad 5 (PATTERN
PLAY).
Geluiden spelen met
de Key Pads
U kunt op de Key Pads tikken, om de geluiden
van de daaraan toegewezen instrumenten te
spelen.
Afhankelijk van de sterkte waarmee u op het
Key Pad tikt, zullen het volume en de klank van
het geluid veranderen.
De gevoeligheid van het Key Pad is
aan te passen. Zie “De Key Pad
Sensitivity (gevoeligheid)
aanpassen” (p. 78).
■ Een drumkit selecteren
1. Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op
[DRUM A/B] (DRUM KIT).
2. Houdt [SHIFT] ingedrukt, en draai aan de
TEMPO/VALUE knop om een drumkit te
selecteren.
Preset: 1-64
User: 65-128
3. Wanneer de drumkit geselecteerd is, laat u
[SHIFT] los.
U zult nu naar het Pattern Play mode
beeldscherm terugkeren.
“Preset Drumkit Lijst” (p. 102)
■ De Drumbank selecteren
U kunt tussen Drum Banken A en B overscha-
kelen.
1. Druk [DRUM A/B] in.
Deze knop wordt gebruikt om tussen Banken A
en B af te wisselen.
* Met het indrukken van [DRUM A/B] kunt u in
patronen opgenomen instrumenten niet veran-
deren.
■ De basgeluiden
veranderen
Volg onderstaande procedure om basgeluiden te
spelen:
1. Druk op [BASS].
2. Druk op een Key Pad.
Het basgeluid wordt op de vooraf inge-
stelde toonhoogte, die aan de Key Pads is
toegewezen, afgespeeld.
Het basgeluid stopt wanneer u het Key Pad
loslaat.
De aan de Key Pads toegewezen toon-
hoogtes corresponderen met het fret arran-
gement van de basgitaar.
* U kunt niet meer dan één basgeluid per keer
afspelen.
* Tijdens het spelen van basgeluiden met de Key
Pads kunt u geen roffels en flams spelen.
47