528010
93
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/94
Pagina verder
Gebruikershandleiding
Wij danken en feleciteren u met uw keuze van de BOSS DR-202 Dr.
Groove.
Daarenboven zou u de volledige gebruikershandleiding moeten door-
lezen om er zeker van te zijn dat u van alle eigenschappen van uw
nieuw toestel iets hebt opgestoken. Gelieve de handleiding ter refer-
entie op een gemakkelijke plaats te bewaren.
Gelieve aandachtig de hoofdstukken met volgende titels te lezen
vooraleer u dit apparaat gebruikt:
• VEILIG GEBRUIK VAN DIT TOESTEL (pagina 2–3)
• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (pagina 8)
Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie omtrent de juiste
werking van het toestel.
Used for instructions intended to alert
the user to the risk of injury or material
damage should the unit be used
improperly. 
* Material damage refers to damage or
other adverse effects caused with
respect to the home and all its
furnishings, as well to domestic
animals or pets.
Used for instructions intended to alert
the user to the risk of death or severe
injury should the unit be used
improperly.
The symbol alerts the user to things that must be
carried out. The specific thing that must be done is
indicated by the design contained within the circle. In
the case of the symbol at left, it means that the power-
cord plug must be unplugged from the outlet.
The symbol alerts the user to important instructions
or warnings.The specific meaning of the symbol is
determined by the design contained within the
triangle. In the case of the symbol at left, it is used for
general cautions, warnings, or alerts to danger.
The symbol alerts the user to items that must never
be carried out (are forbidden). The specific thing that
must not be done is indicated by the design contained
within the circle. In the case of the symbol at left, it
means that the unit must never be disassembled.
¥ Gelieve onderstaande instructies en de gebruik-
shandleiding te lezen vooraleer u dit toestel
gebruikt.
.........................................................................................................
¥ Het toestel en de bijhorende AC-adaptor mogen in
geen geval worden geopend (of gewijzigd).
.........................................................................................................
¥ Vervang geen onderdelen van het toestel (behalve
wanneer hierover in dit handboek specifieke
instructies zijn opgenomen) of probeer het niet te
herstellen. Laat elk onderhoud uitvoeren door uw
leverancier, het dichtsbij gelegen Roland Service
Center, of een erkende Roland verdeler, die op de
ÒinformatieÓpagina zijn opgegeven.
.........................................................................................................
¥ Het toestel nooit op plaatsen gebruiken of opslaan
waar het:
¥ Onderhevig is aan extreme temperaturen (bv.
rechtstreeks zonlicht in een afgesloten voertuig, in
de nabijheid van een hittebron, boven op een ver-
warmingstoestel); of die
¥ Vochtig zijn (bv. badkamers, waslokalen, op
natte vloeren); of die
¥ Nat zijn; of die
¥ Stoffig zijn; of die
¥ Onderhevig zijn aan hoge trillingsniveaus.
.........................................................................................................
¥ Plaats het toestel altijd waterpas en zorg ervoor dat
het stabiel staat. Plaats het nooit op staanders die
kunnen trillen en ook nooit op hellende opper-
vlakken.
.........................................................................................................
¥ Gebruik uitsluitend de gespecifieerde AC-adaptor
(PSA-120/230/ 240), en zorg ervoor dat de netspan-
ning bij de installatie overeenstemt met de
inkomende spanning die op de AC-adaptor is
aangeduid. Andere AC-adaptors gebruiken
mogelijk een andere polariteit of zijn ontworpen
voor een andere spanning; hun gebruik kan leiden
tot schade, foutieve werking of elektrische schok.
.........................................................................................................
¥ Beschadig het elektrische snoer niet. Buig het niet
overmatig, ga er niet op staan, plaats er geen zware
voorwerpen op, enz. Een beschadigd snoer vormt
een risico op schokken of brand. Een beschadigd
snoer nooit meer gebruiken.
.........................................................................................................
¥ Dit toestel kan, alleen of in combinatie met een ver-
sterker, een hoofdtelefoon of luidsprekers, geluids-
niveausvoortbrengen die permanent gehoorverlies
kunnen veroorzaken. Werk niet gedurende een lan-
gere periode aan een hoog geluidsniveau of op een
oncomfortabel niveau. Indien u gehoorverlies of
fluiten van de oren gewaar wordt, dient u onmid-
dellijk het gebruik van dit toestel te stoppen en een
gehoorspecialist te raadplegen.
¥ Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp (bv. brand-
bare materialen geldstukken, pinnen) of vloeistof
(water, frisdrank, enz.) het toestel binnendringt.
...............................................................................................
¥ Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de AC-
adaptor van de uitgang, en vraag om een onder-
houdsbeurt bij uw leverancier, Roland Center of
erkende Roland verdeler, zoals vermeld op de
ÒinformatieÓpagina wanneer:
¥ De AC-adaptor of de stroombron beschadigd zijn;
of er
¥ Voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
gevallen of gelopen; of wanneer
¥ Het toestel aan regen werd blootgesteld (of op een
andere manier nat werd); of wanneer
¥ Het toestel niet normaal lijkt te werken of een
duidelijke prestatiewijziging vertoont.
.........................................................................................................
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
NEEM STEEDS VOLGENDE PUNTEN IN ACHT
WAAR-
SCHUWING
OPGEPAST
Wordt gebruikt voor instructies die de
gebruiker wijzen op levensgevaar of ern-
stige
verwondingen bij onjuist gebruik van
het toestel.
Wordt gebruikt voor instructies die de
gebruiker wijzen op het risico op ver-
wondingen of materi‘le schade bij onjuist
gebruikt van het toestel.
. Materi‘le schade verwijst naar schade of
andere ongunstige effecten die aan het
huis en de hele inboedel, huisdieren inbe
grepen, worden aangebracht
OVER “WAARSCHUWING” EN “OPGEPAST”
Dit symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of
waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt
bepaald door de tekening in de driehoek. Het hier links getoonde
symbool wordt gebruikt voor algemene verwittigingen,
waarschuwingen of om de aandacht te richten op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen
worden uitgevoerd (verboden zijn). De bepaalde zaak die nooit
mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de
cirkel. Het hier links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te
geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op zaken die moeten wor-
den uitgevoerd. De bepaalde zaak die moet worden gedaan wordt
aangegeven door de tekening in de cirkel. Het hier links getoonde
symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uit-
gang moet worden losgekoppeld.
Over de symbolen
VEILIG GEBRUIK V
VEILIG GEBRUIK V
AN HET
AN HET
T
T
OESTEL
OESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN VAN PERSONEN
3
¥ In gezinnen met kleine kinderen moet een vol-
wassene toezicht houden tot het kind in staat is de
noodzakelijke regels te volgen voor een veilig
gebruik van het toestel.
.........................................................................................................
¥ Voorkom dat het toestel aan grote schokken bloot-
staat. (Laat het niet vallen!)
.........................................................................................................
¥ Probeer het stroomsnoer van het toestel niet aan
een onredelijk aantal andere toestellen te koppelen.
Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren -de
totale stroom die wordt verbruikt door alle
toestellen die aan de verlengsnoeruitgang is gekop-
peld, mag het stroomvermogen (watt/amp•re) van
het verlengsnoer niet overschrijden. Overdreven
belasting kan het opwarmen en het eventueel door-
branden van de isolatie van het snoer veroorzaken.
.........................................................................................................
¥ Gelieve uw leverancier, het dichtsbij gelegen
Roland Service Center, of een erkende Roland
verdeler, vermeld op de ÒInformatieÓ pagina, te
raadplegen vooraleer u het toestel in het buitenland
gebruikt.
.........................................................................................................
¥ Batterijen mogen nooit opnieuw opgeladen, ver-
warmd of uit elkaar gehaald worden en niet in een
vlam of in water worden gegooid.
.........................................................................................................
¥Het toestel en de AC-adaptor moeten zo worden
opgeborgen dat hun plaatsing de noodzakelijke
ventilatie niet in de weg staat.
.........................................................................................................
¥ Neem steeds uitsluitend de fiche of het huis van de
AC-adaptor vast bij het in- of uitpluggen aan een
uitgang of aan dit toestel.
.........................................................................................................
¥ Maak de AC-adaptor los wanneer het toestel voor
een lange periode niet gebruikt wordt.
.........................................................................................................
¥ Probeer ervoor te zorgen dat snoeren en kabels niet
in de war raken. Alle snoeren en kabels moeten
ook buiten het bereik van kinderen worden gelegd.
.........................................................................................................
¥ Ga nooit boven op het toestel zitten en plaats er
geen zware voorwerpen op.
.........................................................................................................
¥ Raak de AC-adaptor nooit met natte handen aan bij
het in- of uitpluggen aan een uitgang of dit toestel.
...............................................................................................
¥ Vooraleer men het toestel verplaatst, moeten
de AC-adaptor en alle snoeren van externe
apparaten worden afgekoppeld.
.........................................................................................................
¥ Zet de stroom uit en ontkoppel de AC-adaptor van
de uitgang vooraleer men het toestel schoonmaakt.
.........................................................................................................
¥ Wanneer het in de buurt bliksemt, moet men de
AC-adaptor van de uitgang loskoppelen.
...............................................................................................
¥ Bij onjuist gebruik kunnen batterijen ontploffen of
gaan lekken en daardoor schade veroorzaken.
Gelieve om veiligheidsredenen de volgende voor-
zorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen (p.7).
¥ Volg zorgvuldig de installatierichtlijnen voor bat-
terijen en zorg ervoor de juiste polariteit in acht te
nemen.
¥ Vermijd het gebruik van nieuwe batterijen in
combinatie met gebruikte batterijen. Vermijd ook
het samen gebruiken van verschillende soorten
batterijen.
¥ Wanneer het toestel voor een lange periode niet
wordt gebruikt, moeten belangrijke gegevens in
een ander MIDI-apparaat worden opgeslagen (bv.
een sequencer) en moeten de batterijen daarna
worden verwijderd.
¥ Als een batterij heeft gelekt, moet men een zachte
doek of een papieren zakdoek gebruiken om de
resten van de batterijhouder te verwijderen.
Installeer daarna nieuwe batterijen. Om aantas-
ting van de huid te vermijden, moet men ervoor
zorgen dat geen batterij-uitvloei op uw handen of
huid terechtkomt. Wees extra voorzichtig zodat
niets van de uitvloei in de buurt van uw ogen
komt. Spoel onmiddellijk met stromend water
wanneer er toch restanten in uw ogen zijn
gekomen.
¥ Bewaar nooit batterijen samen met metalen voor-
werpen zoals balpennen, halssnoeren, haar-
spelden, enz.
.........................................................................................................
¥ Gebruikte batterijen moeten worden weggedaan in
overeenstemming met de betreffende reglementen
voor een veilige afvalverwerking in uw streek.
.........................................................................................................
WAARSCHUWING
OPGEPAST
OPGEPAST
Kenmerken van de DR-202 ......................................5
Voor- en achterpaneel..............................................6
Plaatsen van de batterijen .......................................7
BELANGRIJKE OPMERKINGEN..............................8
Snel starten 9
Aansluitingen/Aan/Uitzetten van de stroom .............9
Een demo-song beluisteren ...........................................12
Patronen spelen...............................................................14
Kits vervangen.................................................................15
De toon veranderen met de draaiknoppen .................16
Patronen opnemen..........................................................18
Een song maken ..............................................................20
De originele fabrieksinstellingen opnieuw instellen
(Factory Reset).................................................................22
Hoofdstuk 1
Overzicht van de DR-202 24
Organisatie van de DR-202............................................24
De klankgenerator...........................................................24
De sequencer....................................................................25
Organisatie van modi .....................................................26
Hoofdstuk 2
Patronen en songs uitvoeren 27
Patronen uitvoeren .........................................................27
Songs uitvoeren...............................................................27
Het tempo veranderen (BPM).......................................28
De kit veranderen ...........................................................29
Een toon aanpassen in real time door middel van
de controleknoppen (Realtime Modify) ......................29
Effecten toevoegen..........................................................30
Uitzetten van elk instrument.........................................32
Hoofdstuk 3
Werken met de slagtoetsen
33
Spelen met drums ...........................................................33
Spelen met basklanken...................................................35
Werken met een externe MIDI-klankmodule.................36
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen 37
Een opmerking over opnemen......................................37
Realtime Recording.........................................................38
Step Recording ................................................................41
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken 45
Patronen bewerken.........................................................45
Een groove aan het patroon geven (Groove Quantize)
....47
De Setup-informatie van patronen veranderen..........48
Patronen verwijderen .....................................................50
Patronen copi‘ren ...........................................................50
Hoofdstuk 6 Songs maken 52
Opnemen..........................................................................52
Songs maken (Song Recording) ....................................52
Songs verwijderen...........................................................53
Songs copi‘ren.................................................................54
Hoofdstuk 7 Originele kits maken 55
De setup van een kit veranderen ..................................55
Een kit copi‘ren...............................................................56
Hoofdstuk 8
Externe MIDI-apparatuur aansluiten 57
Wat is MIDI?....................................................................57
MIDI-instellingen............................................................58
Synchroniseren van uitvoeringen
met externe MIDI-apparatuur ......................................61
Besturen van een SP-202 of MS-1..................................62
Hoofdstuk 9
Andere functies (Utility Mode) 63
Utility-instellingen..........................................................63
Problemen oplossen 64
Lijst van foutmeldingen 67
Parameterlijst 68
Instrumentenlijst 70
Lijst van vooringestelde kits 71
Lijst van vooringestelde patronen 72
Lijst van roll-types 78
Lijst van Groove Templates 79
MIDI-Implementatie 80
MIDI-Implementatiekaart 88
Specificaties 89
Index 90
Blanco kaart 93
Inhoud
4
Machine voor ultra-krachtige dansritmes
Bevat naast drums ook baspartijen en bevat 400 verschillende vooringestelde patronen die
rechtstreeks toegankelijk zijn voor trip-hop, drum Ôn bass, en minimalistische techno.
Bevat alle soorten klanken voor dansmuziek
De DR-202 beschikt uiteraard over de complete verzameling kwaliteitsklanken van
machines zoals de TR-808/909 en TB-303, maar biedt eveneens een nieuw gamma klanken
die ideaal zijn voor trip-hop, ÒplasticÓ klanken inbegrepen.
Sturingskenmerken geschikt voor live-uitvoeringen
Beschikt over een Realtime Modify-functie waardoor de klank in real-time kan gewijzigd
worden, door het simpelweg afstellen van de controleknoppen tijdens het spelen van een
patroon. De DR-202 bevat eveneens een MUTE-functie -waardoor een bepaalde partij of
bepaald instrument ogenblikkelijk kan worden uitgezet- en een Roll-functie waardoor
ultrasnelle rolls van het drum Ôn bass type kunnen worden gemaakt. Deze kenmerken
waarborgen betere live-uitvoeringen.
Eenvoudig te combineren met analoge schijven
Omdat men met ŽŽn druk op de knop naar het begin van de song kan terugkeren, en men
de BPM kan doen overeenkomen met het tempo aan te slaan, kan het toestel goed worden
gebruikt voor synchroon spelen met analoge schijven.
Snel en eenvoudig creëren van diverse “Grooves”
Door de Groove Quantize-functie van het toestel kan men verschillende soorten ÒgroovesÓ
cre‘ren zoals Òshuffle beatÓ en Ògroovy.Ó
Copyright © 1998 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag op geen enkele manier gereproduceerd worden
zonder de schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.
Kenmerken van de DR-202
5
Volumeknop.........................................(p.11)
Low knop .............................................(p.16)
Instrumentenknop...............................(p.16)
Realtime Modify-knoppen ............(p.16, 29)
• Cutoff
• Resonance
• Decay
Effectenknoppen.....................(p.16, 17, 29)
• Reverb/Delay
• Flanger
Display
Song-knop.........................(p.12, 20, 27, 52)
Delete-knop ...................................(p.50, 53)
Copieer/voeg in-knop .............(p.50, 54, 56)
Utility-knop ..........................................(p.63)
Portamento knop ..........................(p.35, 43)
Timing Shift-knop ...............................(p.46)
Groove-knop........................................(p.48)
MIDI-knop.............................................(p.60)
Shift-knop .........(p.13, 28, 32, 43, 45, 49, 62)
Tap/Enter-knop........................(p.23, 25, 29)
Cursortoets
Mute-knop..........................(p.23, 25, 32, 49)
Roll-knop ...........................(p.23, 25, 33, 34)
Sequencer Sectie..........................(p.18, 20)
• Opname knop
• Startknop
• Stop/Ga verder-knop
Stijlknop.......................(p.18, 27, 38, 41, 45)
Patroonknop..........(p.14, 26, 27, 38, 41, 45)
Kit-knop .................(p.15, 25, 29, 40, 48, 55)
BPM-knop ................................(p.25, 28, 39)
Value-schijf
Bass-knop................................(p.11, 33, 55)
Slagtoetsen..............................(p.11, 24, 32)
27
26
25
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Voor- en achterpaneel
6
Voorpaneel
1 2 3 4 5
6
10
7 8
9
11
12
13
14
15
16
17
18
20
21
22
23
24
19
25
26 27
Maak het deksel los van de batterijruimte aan de onderzijde
van het toestel en plaats de batterijen volgens de diagram-
men die op de onderzijde zijn afgebeeld. Zorg er echter
voor hierbij de juiste polariteit in acht te nemen. Doe daar-
na het deksel stevig dicht.
* Gebruik AA batterijen wanneer de batterijen moeten
worden vervangen. Let er ook op geen oude en nieuwe
batterijen of batterijen van een verschillende soort door
elkaar te gebruiken. Hierdoor zouden de batterijen kun-
nen gaan lekken.
* De levensduur van de batterij hangt af van het soort
van batterij.
* Verwachte levensduur van een batterij bij constant
gebruik:
Alkaline: ongeveer 8 uur
Koolstof: ongeveer 4 uur
Deze cijfers zullen verschillen in functie van de werke-
lijke gebruiksomstandigheden.
7
Jack van de AC-Adaptor .....................(p.9)
Stroomschakelaar...............................(p.11)
Aansluiting voetschakelaar .........(p.10, 63)
MIDI-connectoren (IN/OUT)................(p.57)
Aansluitingen output (L/R).................(p.10)
Aansluiting hoofdtelefoon .................(p.10)
33
32
31
30
29
28
De batterijen plaatsen
Achterpaneel
28
29 30 31 32 33
Stroomtoevoer:gebruik van batterijen
¥ Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde
stroomcircuit van eender welk toestel dat lijnruis
genereert (zoals een elektrische motor of een variabel ver-
lichtingssysteem).
¥ Na een lange periode van voortdurend gebruik zal de
AC-adaptor warmte voortbrengen. Dit is normaal en
mag geen aanleiding geven tot ongerustheid.
¥ Bij het installeren of vervangen van batterijen moet men
steeds de stroom van het toestel uitzetten en andere
toestellen afkoppelen die mogelijk zijn aangesloten. Op
deze manier voorkomt men het slecht functioneren en/of
het beschadigen van luidsprekers of andere apparatuur.
¥ De batterijen worden samen met het toestel geleverd. De
levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn,
aangezien ze werden ge•nstalleerd om het testen mogelijk
te maken.
¥ Zet de stroom van alle apparaten uit vooraleer dit toestel
aan andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier
voorkomt men het slecht functioneren en/of beschadigen
van luidsprekers of andere apparatuur.
Plaatsing
¥ Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomver-
sterkers (of andere apparatuur die omvangrijke stroom-
transformatoren bevat) kan tot ruis leiden. Om dit pro-
bleem op te lossen moet het toestel gedraaid worden of
van de interferentiebron worden verwijderd.
¥ Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisie-ont-
vangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke
ontvangers.
¥ Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de
buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat
het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet
bloot aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan
het toestel vervormen of ontkleuren.
Onderhoud
¥ Voor alledaags gebruik maakt men het toestel schoon met
een zachte, droge doek of met een doek die met een beetje
water is bevochtigd. Voor het verwijderen van hard-
nekkig vuil wordt een doek gebruikt die in een zachte,
niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel
afdrogen met een zachte, droge doek.
¥ Om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen mogen
nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen van
om het even welke soort gebruikt worden.
Herstellingen en gegevens
¥ Gelieve eraan te denken dat alle gegevens die in het
geheugen van het toestel zijn opgeslagen, verloren kunnen
gaan als het toestel ter reparatie wordt binnengebracht.
Belangrijke gegevens moetens steeds in een ander MIDI-
apparaat (bv. een sequencer) worden opgeslagen of (indien
mogelijk) worden opgeschreven. Tijdens herstellingen
wordt het nodige gedaan om gegevensverlies te
voorkomen. Nochtans is het in bepaalde gevallen (zoals
wanneer het aan het geheugen gekoppeld circuit zelf
buiten werking is) echter niet mogelijk om de gegevens te
herstellen, en Roland verwerpt elke verantwoordelijkheid
voor zulk verlies van gegevens.
Geheugen-backup
¥ Dit toestel bevat een batterij die de geheugencircuits van
het toestel aandrijft wanneer de hoofdstroom is uit-
geschakeld. Wanneer de batterij op raakt, zal de onder-
staande boodschap op het scherm verschijnen. Om het
verlies van alle gegevens in het geheugen te voorkomen,
moet de batterij zo snel mogelijk door een nieuwe worden
vervangen wanneer u deze boodschap ziet. Gelieve uw
leverancier, het dichtsbij gelegen Roland Service Center,
of een erkende Roland verdeler, vermeld op de
ÒInformatieÓ pagina, te raadplegen.
“Backup Battery Low !”
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
¥ Gelieve niet te vergeten dat de inhoud van een geheugen
onherroepelijk kan verloren gaan door foutieve werking,
of door het onjuiste gebruik van het toestel. Om uzelf
tegen het verlies van belangrijke gegevens te beschermen,
raden wij aan om regelmatig een back-up copie op een
ander MIDI-apparaat (bv. een sequencer) te maken van
de belangrijke gegevens die in het geheugen van het toes-
tel zijn opgeslagen.
¥ Jammer genoeg is het niet altijd mogelijk om de inhoud
van de gegevens te herstellen die in een ander MIDI-
apparaat zijn opgeslagen (bv. een sequencer) eens ze ver-
loren zijn gegaan. Roland Corporation is niet verant-
woordelijk voor zulk verlies van gegevens.
¥ Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefunc-
ties, eveneens als de jacks en de aansluitingen van het
toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behan-
deling kan tot beschadiging leiden.
¥ Nooit op het scherm slaan of er sterke druk op uitoefen-
en.
¥ Bij het aansluiten of afkoppelen van de kabels moet de
connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel
trekken. Op deze manier wordt kortsluiting en
beschadiging van de interne elementen van de kabel
voorkomen.
¥ Probeer het volume van het toestel binnen redelijke
perken te houden zodat de buren niet gestoord worden.
Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon,
waardoor u zich geen zorgen moet maken over degenen
die u omringen (vooral Ôs avonds laat).
¥ Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien
mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de
pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u
gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
8
Gelieve, de paragraaf ÒVeilig gebruik van het toestelÓ op pagina 2 en 3 en de volgende onderwerpen aandachtig te
lezen en in acht te nemen:
Afspraken in dit handboek
Om de onderstaande informatie zo duidelijk mogelijk te maken, gebruiken we de volgende
afspraken in dit handboek
Tekst of cijfers die tussen vierkante haken staan [ ] duiden knoppen aan. Zo betekent
bijvoorbeeld [SONG] de Song-knop.
Referenties zoals (p.**) duiden paginaÕs in dit handboek aan waarnaar u kan refereren.
Aansluitingen/Aan/Uitzetten van de stroom
Aansluitingen maken
1. Controleer of voor alle aangesloten apparatuur:
¥ de stroomknop werd uitgeschakeld.
¥ het volume volledig werd dichtgedraaid.
2. Sluit de AC-adaptor (BOSS PSA reeks; in optie) aan op de jack van de AC-adaptor en
prik deze in een muurcontactdoos of een andere stroomuitgang.
De AC-adaptor kan gebruikt worden om de DR-202 vanuit een huishoudelijke elektrische
uitgang te laten werken.
* Sla deze stap over wanneer het toestel op batterijen werkt.
* Gebruik uitsluitend een geschikte AC -adaptor (BOSS PSA Reeks). Probeer nooit een andere AC-
adaptor te gebruiken. Dit kan een onjuiste werking of een panne tot gevolg hebben.
* Om een onvoorziene stroomonderbrekening naar uw toestel te voorkomen (wanneer de stekker per
ongeluk wordt uitgetrokken), en om onnodige spanning op de contactpen van de AC-adaptor te ver-
mijden, moet de stroomdraad met behulp van de snoerhaak vastgemaakt worden zoals in de afbeeld-
ing wordt getoond.
fig.0-1e (Diagram die het gebruik van de snoerhaak toont)
Snel starten
9
3. Sluit audio- en MIDI-kabels aan zoals aangeduid in het diagram
fig.0-1a Aansluitingsdiagram
* Om slecht functioneren en/of beschadiging van luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen,
moet men - vóór men de aansluitingen maakt- het volume laag draaien en de stroom van alle appa-
ratuur uitzetten.
* Wanneer men een voetschakelaar (FS-5U; in optie) aan de jack van de VOETSCHAKELAAR
aansluit, moet de polariteitsschakelaar worden ingesteld zoals hieronder aangeduid.
fig.0-1f
Aanzetten van de stroom
Wanneer alles is aangesloten, moet u de verschillende apparaten in de gegeven volgorde
aanzetten. Indien u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, is het mogelijk dat de
luidsprekers en andere apparaten fout zullen functioneren en/of beschadigd worden.
1. Controleer vooraleer u het toestel aanzet of:
¥ alle aansluitingen naar behoren zijn gemaakt.
¥ het volume volledig uit staat
Polarity switch
AC adaptor
(PSA series)
Stereo Headphones
MIDI OUT
MIDI cableAudio cable
Power outlet
Foot switch
(BOSS FS-5U)
External MIDI device
(MC-50 etc.)
MIDI IN
Monitor Speaker
(BOSS MA-12 etc.)
External MIDI device
(BOSS SP-202 etc.)
Snel starten
10
Snel starten
* Zelfs wanneer het volume volledig uit staat, is het mogelijk dat men enig geluid hoort bij het
aanzetten van de uitrusting. Dit betekent niet dat het toestel slecht werkt. Verwijder de hoofdtele-
foon vooraleer men de stroom aanzet.
2. Druk op de stroomschakelaar op het achterpaneel van de DR-202.
Het toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het toestel werkt pas normaal na een
kort interval (enkele seconden) nadat de stroom werd ingeschakeld.
fig.0-1b Afbeelding van de POWER schakelaar op het achterpaneel in de ON positie)
3. Zet de andere aangesloten apparaten aan.
4. Zet het volume hoger door aan de volumeknop te draaien terwijl u de slagtoets (pad) van de
DR-202 aanslaat tot het gepaste volume is bereikt.
* Nadat de stroom is aangezet, worden drumklanken gemaakt wanneer men de slagtoetsen (pads)
aanslaat (de zwarte knoppen die aan de voorzijde zijn opgesteld als een toetsenbord). Om
basklanken te maken drukt u op [BASS], zodat het lampje van [BASS] gaat branden.
* Wanneer het toestel op een externe versterker is aangesloten, moet het volume van deze versterker
geleidelijk worden omhooggedraaid vooraleer men aan de volumeknop van de DR-202 draait.
fig.0-1c
Uitzetten van de stroom
1. Controleer vooraleer u het toestel uitzet of:
¥ het volume volledig uit staat.
2. Zet alle aangesloten apparatuur uit.
3. Druk op de POWER-schakelaar op het achterpaneel van de DR-202 om de stroom uit te
schakelen
fig.0-1d
Snel starten
11
Snel starten
Een demo-song beluisteren
Eerst beluisteren we een demo-song (S20) die een voorbeeld geeft van de hoog-kwalitatieve
klanken en patronen van de DR-202.
fig.0-2a
1. Druk op [SONG]. Controleer of het volgende op het scherm verschijnt.
fig.0 -2z
2. Draai aan de VALUE-schijf om de demo-song (S20) te selecteren
fig.0-2c
3. Druk op [START], en de demo-song begint te spelen
[START] flikkert op de maat van het tempo (in BPM, slagen per minuut) van de song.
“Prescription” Music by Vince LaDuca Copyright © 1998, Roland Corporation
4. Wanneer u op [STOP/CONT] drukt, stopt de uitvoering van de demo-song.
Opmerking
¥ Alle rechten voorbehouden. Onrechtmatig gebruik van dit materiaal voor andere doelein-
den dan die voor eigen, persoonlijk gebruik vormt een inbreuk op de toepasselijke wetten.
¥ Er zullen geen gegevens van de gespeelde muziek vanuit MIDI OUT worden verzonden.
Song Number
Song Name
1
3 4 2
Snel starten
12
Snel starten
Demo Play
Demo Play speelt alle vooringestelde patronen in volgorde
1. Druk op [STYLE] of [PATTERN].
2. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [START], de Demo Play begint te spelen
fig.0-2e
3. Draai aan de VALUE-schijf om verder te lopen in de opeenvolgende patronen.
4. Druk op [STOP/CONT] om Demo Play te annuleren en naar de gewone modus terug te
keren
Profiel van de componist..........................................................
Vince LaDuca (Twister)
Vince LaDuca is een ingenieur en producer/artiest van dansmuziek uit Los Angeles,
California. Hij werkte voor Motown Records, Ruthless Records, en Warner Brothers
Records. Daarenboven schreef en produceerde hij 12-inch dance singles die bij Uzziel
Records werden uitgegevenÑeen label dat hij in 1995 opstartte. Vince werkt momenteel als
Product Specialist voor Roland Corp. U.S. Hij brengt eveneens singles uit op het
Bassex/Black Licorice Record Label. Aangezien Vince vanaf zijn elfde met de band van zijn
moeder toerde, maakte hij de evolutie van elektronische muziekinstrumenten van dichtbij
mee. Vandaag is hij er trots op dat hij zijn bijdrage aan de DR-202 kan leveren . Geniet
ervan!
Style Name
Pattern Number
Snel starten
13
Snel starten
Patronen spelen
De DR-202 is uitgerust met 500 verschillende patronen (patterns) (400 vooringestelde en 100
User-patronen). Elk patroon bestaat uit verschillende maten muziekmateriaal waarin drum-
en basklanken worden gebruikt (en kan ook klanken van externe MIDI-apparatuur bevat-
ten).
Deze patronen zijn onderverdeeld in 12 verschillende stijlgroepen (zie het onderste deel van de
display).
fig.0-3a
1. Druk op [PATTERN]. Controleer of het volgende op het scherm verschijnt.
Met vooringestelde patronen
fig.0-3b
Met gebruikerspatronen
fig.0-3c: USER 01 NAME
2. Druk op [START] en het patroon begint te spelen.
[START] flikkert op de maat van het tempo van het patroon.
* De User-patronen werden opengelaten toen het toestel de fabriek verliet.
3. Door op [STYLE] te drukken, of door de [ ] cursortoets naar links te verplaatsen, kan
men de VALUE-schijf gebruiken om vóór de uitvoering een stijl te reserveren.
Wanneer het patroon dat op dit moment speelt tot het einde wordt doorgespeeld, zal de
uitvoering automatisch naar het voorgeselecteerde patroon overschakelen.
fig.2-1a
Name of currently-played Style
Number of currently-played pattern
Name of Style to be played next
Number of pattern to be played next
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Style Name
Pattern Number
2 5 3 1,4
3
4
Snel starten
14
Snel starten
4. Door op [STYLE] te drukken, of door de [ ] cursortoets naar rechts te verplaatsen, kan
men de VALUE-schijf gebruiken om de patronen voor te selecteren die aan de huidige
stijl zijn toegewezen
Wanneer het patroon dat op dit moment speelt tot het einde wordt doorgespeeld, zal het
voorgeselecteerde patroon automatisch worden opgeroepen.
fig.0-3d
5. Druk op [STOP/CONT] om het afspelen van het patroon stop te zetten.
Kits vervangen
Voor ieder instrumentÑkick drum, snare, en bassÑdat in de kit wordt gebruikt, kan men
de tonen selecteren.
De verschillende instrumenten zijn in de DR-202 gegroepeerd en worden behandeld als
drumkits.
Men kan specifi‘ren welke kit in welk patroon moet worden gebruikt en uiteraard kan men
niet alleen voor men begint te spelen van kit verwisselen, maar eveneens tijdens de uitvoer-
ing.
fig.0-4a (Procedure for playing the kits)
1. Druk op [KIT]. Controleer of het volgende op het scherm verschijnt
fig.04-b
2. Draai aan de VALUE-schijf om de kit te selecteren
Kits kunnen om het even wanneer worden verwisseld, zelfs wanneer het patroon wordt
gespeeld.
3. Druk op [KIT]. Het originele scherm verschijnt opnieuw in de display.
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
21,3
Name of currently-played Style
Number of currently-played pattern
Number of pattern to be played next
Snel starten
15
Snel starten
De toon veranderen met de draaiknoppen
De toon kan veranderd worden door middel van de knoppen (met uitzondering van de
VOLUME besturing) op het frontpaneel van het toestel.
fig.0-5a (Panel Knob Sections)
LOW: CUT-BOOST (wegsnijden - versterken)
Snijdt de lagere frequenties weg of versterkt ze.
INSTRUMENT SELECT:
BASS, KICK 1, KICK 2, SNARE 1, SNARE 2, CLOSED HH, OPEN HH, RIDE,
CRASH, PERC 1, PERC 2, HIT 1, HIT 2, HIT3, ALL DRUMS, ALL INST
Door aan de REALTIME MODIFY-knop te draaien, kan men de gewenste instrumenttoon
bepalen.
* Wanneer ALL DRUMS geselecteerd is, kan men de toon voor alle drumpartijen veranderen.
* Wanneer ALL INST geselecteerd is, kan men de toon voor drumpartijen en baspartijen veranderen.
CUTOFF: -50–+50
Wordt gebruikt om de resonantie-frequenties aan te passen die aan een klank zijn
toegevoegd. Als de knop naar links wordt gedraaid, neemt het aantal frequenties af waar-
door de klank gedempt wordt. Draait men de knop naar rechts, dan zullen de frequenties
verhogen waardoor men een meer heldere toon krijgt.
* Als de knop in het midden staat blijft de klank ongewijzigd.
RESONANCE: -50–+50
Wordt gebruikt om de hoeveelheid resonantie te sturen die aan een klank wordt
toegevoegd. Hoe meer de knop naar rechts wordt gedraaid, hoe sterker het effect is.
* Als de knop in het midden staat blijft de klank ongewijzigd.
DECAY: -50–+50 (uitsterftijd)
Wordt gebruikt om de uitsterftijd van de klank te sturen of de periode waarin de klank
voortduurt voordat hij niet meer gehoord wordt. Als de knop naar links wordt gedraaid,
krijgt men een frisse en vinnige klank. Draait men de knop naar rechts dan wordt de peri-
ode waarin de klank doorklinkt verlengd.
* Als de knop in het midden staat blijft de klank ongewijzigd.
REV/DLY: 0–127 (galm/echo)
Voegt galm toe aan de klank. Hoe meer de knop naar rechts wordt gedraaid, hoe meer
galm wordt toegevoegd.
* De REV/DLY knop kan gebruikt worden om galm- of echo-effecten aan te
passen. Deze kunnen verwisseld worden door de parameterinstellingen (Zie “Effect-
instellingen maken” p.30) te veranderen.
FLANGER: 0–127 (variërend tijdsverschil)
Voegt een metaalachtig klinkende trilling toe aan de klank. Het golvende effect verhoogt als
de knop verder naar rechts wordt gedraaid.
Snel starten
16
Snel starten
1. Draai aan INSTRUMENT SELECT om het instrument te kiezen waarvan men de toon wil
veranderen.
fig.0-5b: INST=ALL INST
2. Draai aan de knop om de toon te veranderen
Wanneer aan om het even welke REALTIME MODIFY-knop (CUTOFF, RESONANCE,
DECAY) of de EFFECT-knoppen (REV/DLY, FLANGER) wordt gedraaid, verschijnt de
overeenkomstige waarde in de display.
fig.0-5c: INST=BASS
Na enkele ogenblikken verschijnt het vorige scherm op de display.
Instrument Name
Parameter Name Value
Instrument Name
Snel starten
17
Snel starten
Patronen opnemen
Het is mogelijk om meer dan 100 eigen User-patronen op te nemen.
Er zijn twee manieren om patronen op te nemen.
¥ Realtime Recording De opname gebeurt terwijl het materiaal wordt uitgevoerd.
¥ Step Recording Elke klank wordt ŽŽn voor ŽŽn ingevoerd.
Hieronder verduidelijken we de Realtime Recording
fig.0-6a (Procedure for Realtime Recording of Patterns)
1. Druk op [STYLE]. Controleer of het volgende op het scherm verschijnt.
fig.0-3b: HIP HOP 1 01
2. Draai aan de VALUE-schijf om de User-stijlen te selecteren (USER).
fig.0-3c: USER 01 NAME
3. Druk op [PATTERN]. De cursor verplaatst zich onder de patroonnummers.
fig.0-6b: USER 01 NAME
4. Draai aan de VALUE-schijf om de op te nemen User-stijl te selecteren.
Cursor
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Style Name
Pattern Number
Snel starten
18
Snel starten
5. Druk op [REC].
Het lampje van [REC] flikkert, de metronoom start en het toestel wordt in Realtime
Recording standby-modus gezet.
* Druk op [BPM], om -indien nodig- het tempo van de metronoom veranderen.
fig.0-6c: RealRec NAME
6. Druk op [START].
Het lampje van [REC] gaat onafgebroken branden, [START] flikkert op de maat van het
ritme van de song en Realtime Recording begint.
fig.0-6d
7. Sla de slagtoets (pad) aan op de maat van de metronoom om de klanken op te nemen.
Om de bas op te nemen, moet men op [BASS] drukken zodat het lampje van [BASS] gaat
branden.
Druk nogmaals op [BASS], het lampje van [BASS] gaat uit en men bevindt zich opnieuw in
de drumopname.
8. Druk op [STOP/CONT].
Het lampje van [REC] begint opnieuw te flikkeren, het lampje van [START] dooft uit, en het
toestel staat opnieuw in Realtime Recording standby-modus .
fig.0-6e
9. Druk op [STOP/CONT].
Het lampje van [REC] dooft uit, de metronoom stopt en de opname stopt.
Quantize Beat
Measure Number
Drum Part Accent
Measure Number
Pattern Name
Beat
Quantize
Snel starten
19
Snel starten
Een song maken
Een aantal patronen die gearrangeerd zijn en in volgorde worden gespeeld noemt men een
song.
Er kunnen ten hoogste 999 afzonderlijke patronen als ŽŽn song worden opgenomen.
Nu gaan we enkele patronen opnemen om een song te maken (Song Recording).
fig.0-7a (Procedure for Song Recording)
1. Druk op [SONG].
Controleer of het volgende in de display verschijnt.
fig.0-2z: S20 NAME
2. Draai aan de VALUE-schijf om de User-song te selecteren die voor de opname zal worden
gebruikt.
* Song S20 is de demo-song. Deze song kan niet voor opname worden gebruikt.
fig.0-7b: S15 NAME
3. Druk op [REC].
Het lampje van [REC] flikkert en het toestel wordt in de Song Record standby-modus gezet.
fig.0-7c: Rec NAME
Song Name
Song Number
Song Name
1
3 4 2,5,7
10,11
8
6
Snel starten
20
Snel starten
4. Druk op [START].
Het lampje van [REC] gaat onafgebroken branden
fig.0-7d: SongRec STEP 001
5. Draai aan de VALUE-schijf om een stijl te selecteren.
6. Wanneer u een stijl heeft geselecteerd, moet u de [ ] cursortoets indrukken om door de
patroonnummers te lopen.
7. Draai aan de VALUE-schijf om een patroon te selecteren.
8. Wanneer u een stijl en een patroon heeft geselecteerd, moet u [STEP -1/+1] ([STYLE],
[PATTERN]) indrukken om naar het volgende patroon verder te gaan.
9. Herhaal stap 5 en 8 tot de song voltooid is.
10. Druk op [STOP/CONT] wanneer u geen patronen meer wil invoegen.
Het lampje van [REC] begint opnieuw te flikkeren en het toestel wordt opnieuw in de Song
Recording standby-modus gezet.
fig.0-7c: Rec NAME
11. Druk op [STOP/CONT].
Het lampje van [REC] dooft uit en de song staat opnieuw in de playback-modus.
Song Name
Style Name
Step Number
Pattern Number
Snel starten
21
Snel starten
De originele fabrieksinstellingen opnieuw instellen (Factory Reset)
Om toon-, patroonparameter- en andere instellingen te veranderen in de instellingen die in
de DR-202 stonden op het moment dat hij het fabriek verliet, moet de Factory Reset-proce-
dure worden uitgevoerd. Alle instellingen -of indien gewenst alleen de instellingen van de
sequencer, de drumkit of het systeem- kunnen in hun oorspronkelijke staat worden her-
steld.
Fabrieksinstellingen
Kit
De inhoud van de User-kits zijn identiek aan Nrs. 0Ð63 van de vooringestelde kits.
Patronen
User-patronen worden gewist.
Song
User-songs worden gewist.
FUNCTIE
LCD CONTRAST 5
FOOT SWITCH ASSIGN Toewijzing voetschakelaar StartStop
Strong Beat INST Sterk slaginstrument Drystk (134)
Weak Beat INST Zwak slaginstrument 909RIM (130)
Strong Beat LEVEL Sterk slagniveau 10
Weak Beat LEVEL Zwak slagniveau 6
MIDI
CHANNEL DRUM MIDI-kanaal (Drumpartij) 10
CHANNEL BASS MIDI -kanaal (Baspartij) 2
CHANNEL EXT MIDI-kanaal (Externe partij) 1
PROG CHG SW MIDI-programma wisselschakelaar ON
VOLUME SW MIDI-volumeschakelaar ON
VOLUME DRUM MIDI-volume (Drumpartij) 127
VOLUME BASS MIDI-volume (Baspartij) 127
VOLUME EXT MIDI-volume (Externe partij) 127
EXPRESSION SW MIDI-expressieschakelaar ON
CONTROL CHG SW MIDI-sturingswisselschakelaar ON
THRU SW MIDI Thru-schakelaar OFF
OUT ASSIGN DRUM Toewijzing output (Drumpartij) INT
OUT ASSIGN BASS Toewijzing output (Baspartij) INT
SYNC MODE Synchrone modus AUTO
SYS EXCLUS Exclusief ID-Nummer van het systeem 17
* Bij het uitvoeren van een Factory Reset worden de gegevens gewist die in de DR-202 werden
bewaard. Indien u belangrijke gegevens hebt bewaard die u wenst te behouden, moet u de Bulk
Dump-procedure gebruiken (pg. 60) om de gegevens op een extern opnametoestel (zoals een
sequencer) te bewaren vooraleer u overgaat tot het herstellen van de fabrieksinstellingen.
Snel starten
22
Snel starten
Snel starten
Snel starten
1
2
3,4
1. Zet de stroomschakelaar van de DR-202 op OFF terwijl u [MUTE] en [ROLL] ingedrukt
houdt. Controleer of de volgende boodschap in de display verschijnt.
Houd [MUTE] en [ROLL] verder ingedrukt tot het volgende in de display verschijnt.
fig.
2. Draai aan de VALUE-schijf om de instellingen te selecteren die u wenst te wijzigen.
U kan kiezen uit de vier groepen die hieronder beschreven zijn
.All: Alle interne instellingen worden hersteld tot de fabrieksinstellingen
.Song/pattern: Songs en patronen worden in hun oorspronkelijke toestand hersteld
. * De inhoud van alle User-patronen en User-songs wordt uitgewist.
.Kit: De kit wordt in zijn oorspronkelijke toestand hersteld.
.UtilityMIDI: De UTILITY- en MIDI-instellingen worden in hun oorspronkelijke toestand
hersteld.
3. Druk op [TAP/ENTER] wanneer u de te herstellen instellingen heeft geselecteerd.
4. Druk nogmaals op [TAP/ENTER] om een Factory Reset uit te voeren.
Factory Reset wordt geopend en er verschijnt een scherm in de display waarin u het vorderen
van de procedure kan volgen.
Indien u op de [ ] cursortoets drukt om de cursor naar ÒNoÓ te verplaatsen en op
[TAP/ENTER] drukt, zal het scherm dat normaal verschijnt wanneer de stroom wordt
aangezet in de display komen, zonder dat de Factory Reset is uitgevoerd.
5. Wanneer de Factory Reset is uitgevoerd, ziet u het scherm dat normaal verschijnt wanneer
de stroom wordt aangezet.
Shows that DR-202’s factory settings are
being restored
Style Name
PatternNumber
De klankgenerator
De klankgenerator van de DR-202 verdeelt de
klanken in drie soorten klankeenheden (instru-
menten, partijen, en kits) om in uitvoeringshandel-
ingen geluiden te maken met de klankgenerator en
tonen te veranderen.
Instrumenten
Instrumenten zijn de klanken die door het toestel
worden voortgebracht, zoals de bas (kick) drum, de
snare drum, andere percussieklanken en de bas.
De DR-202 beschikt over 256 verschillende interne
instrumentale klanken.
Partijen (Performers)
De partijen verwijzen naar de specifieke instru-
menten die door de ÒperformersÓ gespeeld worden.
De DR-202 werkt met drie partijen: drums, bas en
een externe partij. Aan de drumpartijen zijn dertien
drum en percussie-instrumenten toegewezen.
* Instrumenten kunnen niet aan de externe partijen wor-
den toegewezen. Het externe MIDI-apparaat dat
aangesloten is, wordt hier eigenlijk als het instrument
beschouwd.
Kits (Bands)
Een kit is een combinatie van drie partijen -drums,
bas en een externe partij- die als een ÒbandÓ worden
aangeduid.
De DR-202 bevat zowel voorgearrangeerde en
vooringestelde kits, en User-kits waarvan u de
instellingen naar believen kan veranderen.
Tijdens een uitvoering kan men een groot gamma
verschillende tonen cre‘ren door deze kits om te wis-
selen.
Organisatie van de DR-202
De DR-202 bestaat uit een sturings-, een klankgenerator
en een sequencergedeelte.
Sturingen
De slagtoetsen, de knoppen en de pedaalschakelaar die
aan het achterpaneel kunnen worden aangesloten
behoren, samen met andere kenmerken, tot het sturings-
gedeelte.
Het gebruik van deze sturingen maakt het cre‘ren van
klanken en het wijzigen van deze klanken mogelijk.
Klankgenerator
De klankgenerator is dat deel van het toestel dat klank
voortbrengt. De klanken worden voortgebracht volgens
de informatie die ontvangen wordt van de sturingen en
de sequencer van de DR-202. Daarnaast kan de
klankgenerator eveneens klank produceren door MIDI-
boodschappen die vanuit externe MIDI-apparatuur wor-
den verzonden.
Sequencer
De sequencer neemt sturingsoperaties (knopbewegin-
gen) op als MIDI-commandoÕs, en speelt deze MIDI-
commandoÕs opnieuw af. Daarenboven kan men
externe MIDI-apparatuur sturen zoals de SP-202 en de
MS-1 van Roland door MIDI-commandoÕs te versturen
die opgenomen zijn door de sequencer en verzonden
worden door de MIDI OUT-connector.
* MIDI (Musical Instrument Digital Interference) is een
standaard protocol voor het uitwisselen van uitvoeringen
en andere informatie tussen elektronische instrumenten en
computers. Gegevens kunnen verzonden en ontvangen
worden door toestellen die met MIDI-connectoren zijn uit-
gerust wanneer deze toestellen door MID-kabels met elkaar
verbonden zijn.
Hoofdstuk 1 Overzicht van de DR-202
24
Controller section (pads, knobs etc.)
Sequencer section
Sound Generator
section
Play Recording
Playback
• Drum
• Bass
Drum Part
Bass Part
Instrument
etc.
External Part
Kit
Maximale simultane polifonie
De DR-202 kan 24 noten (stemmen) gelijktijdig spelen.
Als voor de inkomende muzikale gegevens meer dan
24 noten tegelijkertijd nodig zijn, zullen sommige
noten wegvallen. Let er op dat u de maximale simul-
tane polifonie niet overschrijdt.
Het aantal noten dat kan klinken, hangt eigenlijk niet
alleen af van het aantal noten dat wordt gespeeld,
maar ook van het aantal stemmen dat door elk instru-
ment wordt gebruikt.
Bijvoorbeeld, indien u een instrument speelt dat twee
stemmen gebruikt, zal dat instrument twee maal
zoveel noten gebruiken dan de noten die worden
gespeeld.
* Gelieve te verwijzen naar de “Instrumentenlijst” op
pagina 70 voor het aantal stemmen dat door elk instru-
ment wordt gebruikt.
De sequencer
De twee soorten eenheden die gebruikt worden in de
sequenceruitvoeringen van de DR-202 zijn de patro-
nen die in verschillende stijlen zijn gegroepeerd en de
songs die deze patronen in volgorde verbinden.
Patronen
Een patroon is de kleinste eenheid die door de
sequencer wordt uitgevoerd.
De DR-202 voert songs uit door van het ene patroon
naar het volgende over te schakelen.
Er zijn twee manieren om patronen samen te stellen:
Realtime Recording en Step Recording
In Realtime Recording worden de patronen ingevoerd
door de slagtoetsen op de maat van de metronoom
aan te slaan.
In Step Recording worden de maat, de toonhoogte en
andere kenmerken van de klanken die door elk instru-
ment worden gespeeld, ŽŽn voor ŽŽn toegewezen.
Setup-informatie van patronen
Elk patroon bevat de volgende setup-informatie
Kit
Duidt de kit aan die in het patroon wordt gebruikt.
Wordt ingesteld als men [KIT] indrukt.
Standaard Tempo Informatie (BPM)
Duidt het tempo aan waarin het patroon wordt
gespeeld. Wordt ingesteld als men [BPM] indrukt of[
TAP/ENTER] aanslaat
Roll-informatie
Duidt het roll-type aan en de snelheid die wordt
gebruikt in de rolls die gespeeld worden. Druk op
[ROLL] om deze instelling te maken.
Mute-informatie
Deze instelling bepaalt of de Mute-functie (uitzetten
van een instrument) voor elk instrument aan of uit
moet staan.
Druk op [MUTE] om deze instelling te maken.
* Deze setup-informatie kan niet binnen één enkel patroon
verwisseld worden
Stijlen
Patronen worden gerangschikt onder hip-hop of
techno-stijlen.
De keuze van het patroon dat men zal gebruiken, kan
vereenvoudigd worden door eerst de stijl te kiezen.
• HIP-HOP 1 • HOUSE
• HIP-HOP 2 • ACID JAZZ
• HIP HOP 3 • LATIN
• JUNGLE • ROCK
• DRUM ‘N BASS • OTHER
• TECHNO • USER
Songs
Onder song verstaat men een aantal patronen die in
volgorde zijn gearrangeerd en gespeeld. In ŽŽn song
kunnen maximum 999 patronen opgenomen worden.
* Song S20 is de demo-song. Deze song kan niet gebruikt
worden voor opname.
Hoofdstuk 1 Overzicht van de DR-202
25
Overzicht van
de DR-202
Pattern 1 Pattern 2 Pattern 3 Pattern 1 Pattern 4
Song
Bass part’s Pattern
Drum part’s Pattern
External part’s Pattern
Organisatie van modi
De DR-202 heeft een zeer groot aantal functies om
patronen en songs mee te cre‘ren en om tonen mee te
bewerken.
Deze functies zijn georganiseerd in de volgende vier
modi.
Songmodus
Druk op [SONG] om de DR-202 in Song-modus te
zetten. Het cre‘ren, het bewerken en de uitvoering
van de songs zal in de Song-modus gebeuren.
Patroonmodus
Deze modus wordt opgeroepen wanneer de stroom
wordt aangezet en u [STYLE] of [PATTERN] drukt.
Het cre‘ren, het bewerken en de uitvoering van de
songs zal in de Patroonmodus gebeuren.
Met vooringestelde patronen:
Met Userpatronen
MIDI-modus
Druk op [MIDI] om de DR-202 in MIDI-modus te
zetten. Wanneer u externe MIDI-apparatuur gebruikt,
kan u aan MIDI verwante instellingen in de MIDI-
modus maken.
* Terwijl een uitvoering aan het spelen is, kan men niet
naar de MIDI-modus overschakelen, zelfs niet wanneer
men op [MIDI] drukt.
Utility-modus (hulpfuncties)
Druk op [UTILITY] om de DR-202 in de Utility-modus
te zetten. Deze modus wordt gebruikt voor het maken
van contrast op het LCD-scherm, voor de voetschake-
laar, de instellingen van de metronoom en voor het
controleren van het resterende geheugen (of hoeveel
songs of patronen er nog kunnen worden
opgenomen).
Hoofdstuk 1 Overzicht van de DR-202
26
Overzicht van de
DR-202
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Style Name
Pattern Number
Patronen uitvoeren
Uitvoeren van patronen
1. Druk op [STYLE] of [PATTERN]. Het scherm van
de patroonmodus verschijnt op de display
Met vooringestelde patronen:
Met Userpatronen
2. Druk op [STYLE] of de [ ] cursortoets om de cur-
sor naar de stijlnamen te verplaatsen. Draai daarna
aan de VALUE-schijf om een stijl te selecteren.
3. Druk op [PATTERN] of de [ ] cursortoets om de
cursor naar de patroonnamen te verplaatsen. Draai
daarna aan de VALUE-schijf om een patroon te
selecteren.
4. Druk op [START] zodat het geselecteerde patroon
begint te spelen. [START] flikkert op de maat van
het patroontempo.
Veranderen van patronen
Patronen kunnen zelfs terwijl ze gespeeld worden.
naar believen verwisseld worden.
1. Druk op [STYLE] of [PATTERN] om de cursor naar
het gewenste stijl- en patroonnummer te verplaat-
sen.
2. Draai daarna aan de VALUE-schijf zodat de stijl-
naam en het patroon van het geselecteerde patroon
in de onderste rij van de display verschijnen.
3. Nu begint de uitvoering van het voorgeselecteerde
patroon, uitgaande van het huidige patroon.
Het patroon stoppen
1. Druk op [STOP/CONT] om de uitvoering van het
patroon te stoppen. Zo annuleert u de preselectie
van het volgende patroon dat moet worden
gespeeld.
2. Indien u nogmaals op [STOP/CONT] drukt, begint
de uitvoering van het patroon op het punt waar het
werd stopgezet.
* Indien u op [START] drukt, begint de uitvoering vanaf
het begin van het geselecteerde patroon;
* Indien het patroon wordt gestopt tijdens het spelen van
een roll, zal deze roll -zelfs wanneer u de [STOP/CONT]
indrukt om de uitvoering van het patroon te hervatten-
niet gespeeld worden.
* Patronen kunnen niet gespeeld worden in de MIDI-
modus.
Songs uitvoeren
Uitvoeren van songs
1. Druk op [SONG]. Het scherm van de song-modus
verschijnt in de display
2. Draai daarna aan de VALUE-schijf om een
songnummer te selecteren.
* De demo-song is opgeslagen onder Song S20.
3. Druk op [START] om de uitvoering van de song te
starten. [START] flikkert op de maat van het
tempo.
* Songs kunnen tijdens de uitvoering niet omgewisseld
worden.
* Wanneer de song begint te spelen, zal het patroon van de
stap die op het moment gespeeld wordt op de onderste
lijn van de display verschijnen.
* Indien [START] wordt ingedrukt, start de uitvoering
vanaf het begin van de op het moment geselecteerde
song.
* Indien de song wordt gestopt tijdens het spelen van een
roll, zal deze roll -zelfs wanneer u de [STOP/CONT]
indrukt om de uitvoering van de song te hervatten- niet
gespeeld worden.
* Songs kunnen niet gespeeld worden in de MIDI-modus.
Hoofdstuk 2 Patronen en songs uitvoeren
27
Patronen en songs
uitvoeren
Style Name
Pattern Number
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Name of currently-played Style
Number of currently-played pattern
Name of Style to be played next
Number of pattern to be played next
Name of currently-played Style
Number of currently-played pattern
Stopzetten van een song
1. Druk op [STOP/CONT] om de uitvoering van de
song te stoppen.
2. Indien men nogmaals op [STOP/CONT] drukt,
begint de uitvoering van de song op het punt waar
hij werd stopgezet.
Vanaf het midden van een song
spelen
1. Wanneer u op de [ ] cursortoets drukt zal de
huidige stap op de bovenste lijn van de display
verschijnen.
2. Draai aan de VALUE-schijf of druk op [STEP-1/1]
([STYLE], [PATTERN]) om de stappen te ver-
schuiven.
Men kan de stappen met 10 plaatsen verschuiven
door [SHIFT] in te drukken ter wijl men op [STEP -
1/+1] ([STYLE], [PATTERN]) drukt.
* Stappen kunnen niet worden verschoven terwijl men een
song speelt.
3. Druk nogmaals op [START] om het spelen te her-
vatten vanaf de stap waarnaar u verschoven hebt.
4. Druk op de [ ] cursortoets, om naar het scherm
van de Song-selectie terug te keren.
Het tempo veranderen (BPM)
Het tempo kan naar believen en om het even wanneer
worden veranderd, zelfs terwijl een patroon of een
song wordt gespeeld.
* De BPM-waarde die in de display verschijnt, beschrijft
altijd het tempo van de DR-202.
* BPM staat voor “ beats per minute”, dat is het aantal
vierde noten die per minuut worden gespeeld.
Het tempo veranderen met de
VALUE-schijf
1. Druk op [BPM]. Het tempo verschijnt in de dis-
play. De manier waarop het tempo wordt getoond
verschilt van de methode van uitvoering.
Patroonmodus:
Bij uitvoering in een bepaald tempo
(onafhankelijk van het patroon)
Patroonmodus:
Bij uitvoering in de BPM (standaard tempo)
die voor elk patroon is ingesteld.
Song-modus:
Gebruik deze modus om -onafhankelijk van
het geselecteerde patroon- in een vaste BPM
(standaard tempo) te spelen.
Song-modus:
Gebruik deze modus om in de BPM (stan-
daard tempo) te spelen die voor elk patroon
is ingesteld.
2. Draai aan de VALUE-schijf om het tempo te wijzi-
gen (van 40.0 tot 250.0 BPM).
Men kan tempoÕs veranderen met stappen van 0.1
BMP. Wanneer u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl
men aan de VALUE-schijf draait, zal het tempo met
stappen van 1 BPM veranderen.
■■■■■✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎✎
Standaard tempo (BPM= RECOMMEND)
Het meest geschikte tempo is vooringesteld in elk
patroon (setup- informatie van de patronen). Dit
wordt het Òstandaard tempoÓ genoemd.
Door de [ ] cursortoets in te drukken nadat op
[BPM] werd gedrukt, zet men de DR-202 in BPM
=RECOMMEND, waardoor elk patroon in zijn stan-
daard tempo zal worden gespeeld.
Druk op de [ ] cursortoets om het originele tempo te
herstellen.
Hoofdstuk 2 Patronen en songs uitvoeren
28
Patronen en songs
uitvoeren
BPM value (tempo) used for performance
BPM value for currently selected pattern
Performed at the current pattern’s BPM value (tempo)
BPM value for currently selected pattern
Initial BPM value for currently selected song
BPM value (tempo) used for performance
Initial BPM value for currently selected song
Performed at the current pattern’s BPM value (tempo)
Performed at the current pattern’s BPM value (tempo)
BPM value for currently selected pattern
Het tempo veranderen door de
knop aan te slaan (Tap Tempo)
Men kan het tempo ook veranderen volgens de snel-
heid waarmee men aanslaat [TAP/ENTER].
1. Sla vier maal [TAP/ENTER] aan in het tempo
waarnaar u wil veranderen. Het tempo wordt
automatisch uitgerekend en het patroon neemt het
nieuwe tempo aan dat overeenkomt met de maat
van de aanslagen. Het tempo zal op het scherm
verschijnen.
* Het tempo kan niet veranderd worden als de snelheid
waarmee [TAP/ENTER] wordt aangeslagen buiten het
bereik van 40.0-250.0 BPM valt.
De kit veranderen
In sommige gevallen zal u de kit willen veranderen
die gebruikt wordt om een patroon te spelen. Om de
kit te veranderen, moet u de volgende stappen uitvo-
eren:
1. Druk op [KIT].
In de display verschijnen naam en nummer van de
gebruikte kit in het op dit moment geselecteerde
patroon.
2. Draai aan de VALUE-schijf om de kit te veran-
deren.
3. Druk op [KIT]. Het originele scherm verschijnt
opnieuw in de display.
Een toon aanpassen in real-
time d.m.v. de controleknop-
pen (Realtime Modify)
1. Draai aan de INSTRUMENT SELECT-knop om het
instrument te kiezen waarvan u de toon wil veran-
deren.
* Indien u ALL DRUMS selecteert, kan u de toon van alle
drumpartijen veranderen.
* Indien u ALL INST selecteert, kan u zowel de toon van
de bas als van alle drumpartijen veranderen.
2. Draai aan de REALTIME MODIFY-knoppen (CUT-
OFF, RESONANCE, DECAY) om de toon te veran-
deren
* De inhoud van de veranderde instellingen wordt ver-
wijderd wanneer er kits worden verwisseld of wanneer
de stroom wordt uitgezet. Indien u de gegevens wenst
te bewaren, moet u op [KIT] drukken tot de kit die op dit
moment geselecteerd is op het scherm verschijnt. Druk
daarna op [COPY/INST] om de gegevens over te schrij-
ven. (dit is alleen van toepassing op User-kits). (Zie
“Een kit copiëren” op pag. 56).
CUTOFF:-50-+50
Deze functie regelt de cutoff. Hogere waarden (ver-
hogen van de cutoff) bevatten de meeste boventonen
zodat men een hardere (heldere) toon krijgt. Verlaagt
men de waarde (verminderen van de cutoff), dan wor-
den de meeste boventonen afgesneden en wordt de
klank gedempt (donkerder).
RESONANCE:-50-+50
Wordt gebruikt voor het sturen van de hoeveelheid
resonantie die aan een klank wordt toegevoegd. Hoe
hoger de waarde, hoe groter de nadruk op het effect,
wat een klank met een sterkere resonantie geeft.
Hoofdstuk 2 Patronen en songs uitvoeren
29
Patronen en songs
uitvoeren
BPM value (tempo) used for performance
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
Instrument Name
Instrument Name
Parameter Name Value
Level
Frequency
Level
Frequency
DECAY:-50-+50
Deze functie controleert de uitsterftijd. Hoe hoger de
waarde, hoe langer de uitsterftijd.
Effecten toevoegen
De DR-202 is voorzien van twee soorten interne effect-
systemen: reverb/delay (galm/echo) en flanger.
1. Wanneer men aan de EFFECTS-knop draait
(REV/DLY/FLANGER), wordt elk van de effecten
aan- en uit gezet en wordt de hoeveelheid effect
geregeld. Bovendien worden aangepaste parame-
ters in de display getoond.
* De inhoud van de veranderde instellingen wordt ver-
wijderd wanneer kits worden gewisseld of wanneer de
stroom wordt uitgezet. Indien u de gegevens wenst te
bewaren, moet u op [KIT] drukken tot de kit die op dit
moment geselecteerd is op het scherm verschijnt. Druk
daarna op [COPY/INST] om de gegevens over te schrij-
ven. (dit is alleen van toepassing op User-kits). (Zie
“Een kit copiëren” op pag. 56).
REV/DLY (REVERB E. LEVEL): 0-127
Het niveau van het galmeffect kan aangepast worden
wanneer REVERB geselecteerd wordt met de
REV/DLY TYPE.
REV/DLY (DELAY FEEDBACK): 0-127
De hoeveelheid delay feedback wordt aangepast wan-
neer DELAY geselecteerd wordt met de REV/DLY
TYPE.
FLANGER (FLANGER E. LEVEL): 0-127
Past het niveau van het flanger-effect aan.
Effectinstellingen maken
Naast de effecten waarvan de instellingen kunnen
worden aangepast met de EFFECTS-knoppen
(REV/DLY, FLANGER) , bestaan er een aantal para-
meters voor elk effect. Door deze andere instellingen
te veranderen, kan men een nog grotere waaier van
effecten maken.
1. Draai aan de EFFECTS-knop
(REV/DLY/FLANGER).
De parameter die moet worden veranderd ver-
schijnt in de display.
Na enkele ogenblikken keert het vorige scherm terug.
2. Druk op de [ ] cursortoets terwijl de parameter
in de display verschijnt om de parameter die u
wenst, te selecteren.
3. Draai aan de VALUE-schijf om de parameter in te
stellen.
De inhoud van de veranderde instellingen wordt ver-
wijderd wanneer kits worden gewisseld of wanneer de
stroom wordt uitgezet. Indien u de gegevens wenst te
bewaren, moet u op [KIT] drukken tot de kit die op dit
moment geselecteerd is op het scherm verschijnt. Druk
daarna op [COPY/INST] om de gegevens over te schrij-
ven. (dit is alleen van toepassing op User-kits). (Zie
“Een kit copiëren” op pag. 56).
Hoofdstuk 2 Patronen en songs uitvoeren
30
Patronen en songs
uitvoeren
Level
Time
Gate Time
Decay Time
Effect Name
Parameter Name
Value
Effect Name
Parameter Name
Value
Parameter Name
Value
REVERB/DELAY TYPE:
Small Room, Studio, Club, Lounge, Large Hall,
Dark Hall, Plate 1; Plate 2, Stereo Delay, Pan
Delay
Hiermee verwisselt men het soort galm of echo dat
wordt gebruikt. De selectie van een Small Room -
Dark Room-effect resulteert in een galmeffect, terwijl
de selectie van een Stereo Delay of Pan Delay in een
echo-effect resulteert.
. Small Room: Geeft een galm die men in kleine
kamers vindt.
. Club: Geeft een galm die men in clubs vindt.
. Lounge: Geeft een galm die men in foyers
vindt.
. Large Hall: Geeft een galm die men in grote zalen
vindt.
. Dark Hall: Geeft de donkere galm die men in
zalen vindt.
. Plate 1 Geeft het geluid van een galmplaat.
. Stereo Delay: Dezelfde vertragingsklank wordt aan
de linker- en rechterzijde van het
stereobeeld toegevoegd.
. Pan Delay: De vertraging wordt tussen de linker-
en rechterzijde van het stereobeeld
geplaatst.
REVERB TIME: 0-100
Hiermee wordt de lengte van de galm ingesteld alsr
REVERB geselecteerd is.
DELAY TIME:
5–450 ms, ( ) triolen van een halve noot, ( )
gepunte vierde noten, ( ) vierde noten, ( ) tri-
olen van vierde noten, ( ) gepunte achtste
noten, ( ) achtste noten, ( ) triolen van achtste
noten, ( ) gepunte zestiende noten, ( )
zestiende noten, ( ) triolen van zestiende noten
Hiermee wordt de echotijd ingesteld wanneer DELAY
geselecteerd is.
. De echotijd valt niet samen met de externe MIDI-
klok.
* Indien de tempoÕs niet binnen het hieronder
gegeven bereik vallen, wordt de echo -ongeacht het
tempo- op 450 ms gezet.
. () Triolen van halve noten: BPM = 177.0-250.0
. () Gepunte vierde noten BMP=200.0-250.0
. () Vierde noten BMP=133.0-250.0
. () Triolen van vierde noten BMP=89.0-250.0
. () Gepunte achtste noten BMP=100.0-250.0
. () Achtste noten BMP=67.0-250.0
. () Triolen van achtste notenBMP=45.0-250.0
. ()Gepunte zestiende noten BMP=50.0-250.0
. () Zestiende noten BMP=40.0-250.0
. ()Triolen . zestiende noten BMP=40.0-250.0
DELAY E.LEVEL: 0-100
Hiermee wordt het volume van de echo ingesteld
wanneer DELAY geselecteerd is.
FLANGER TYPE:
Jet Flanger, Soft Flanger, Hard Flanger, Cold Flanger
Hiermee selecteert men het soort flanger.
. Jet Flanger Een flangereffect dat als een
straalmotor klinkt.
. Soft Flanger: Een zacht flangereffect
. Hard Flanger: Een sterk flangereffect
. Cold Flanger: Een flangereffect dat klinkt als
een koor.
FLANGER RATE: 0-100
Hiermee selecteert men de flangersnelheid.
Hoofdstuk 2 Patronen en songs uitvoeren
31
Patronen en songs
uitvoeren
Uitzetten van elk instrument
(Muting)
Met de Mute-functie kan elk instrument individueel
uitgezet worden.
1. Druk op [MUTE].
Het lampje van [MUTE] gaat branden en de mute-
status verschijnt in de display. De namen van de
instrumenten worden uitgedrukt in alfanumerieke
karakters op de bovenste lijn van de display.
2. Het aanslaan van een slagtoets schakelt de mute-
status in voor het instrument dat aan die slagtoets
is toegewezen.
o: niet uitgezet
x: uitgezet
* Druk op [MIDI] om de mute-status voor externe par-
tijen in te schakelen.
3. Wanneer [MUTE] wordt ingedrukt , verschijnt het
vorige scherm in de display. In dit geval zal
[MUTE] flikkeren indien er instrumenten uitgezet
zijn.
* De mute-functie werkt niet als het uitgezette instrument
niet gebruikt wordt in het patroon.
.................................................................................................
Solo-functie
Als men [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl men een
slagtoets indrukt,, zullen alle instrumenten uitgezet
worden met uitzondering van het instrument van de
ingedrukte slagtoets. (Solo-functie). Drukt men op
dezelfde slagtoets terwijl men opnieuw [SHIFT] inge-
drukt houdt, zal het instrument in zijn vorige mute-
status hersteld worden.
All Mute Lift-functie
(opheffen van elke mute-status)
Als men op [MUTE] drukt terwijl [SHIFT] ingedrukt
is, zullen alle instrumenten uit de mute-status gaan.
.................................................................................................
Hoofdstuk 2 Patronen en songs uitvoeren
32
Patronen en songs
uitvoeren
P: PERC1
C: CRASH
R: RIDE
h: OPEN HH
H: CLOSED HH
S: SNARE1
K: KICK 1
B: BASS
p: PERC2
k: KICK2
s: SNARE2
1: HIT1
2: HIT2
3: HIT3
E: EXT PART
O : Not muted
x : Muted
De DR-202 is uitgerust met 13 slagtoetsen (pads). Met
deze slagtoetsen kan u songs spelen waarbij drums,
bas en klanken van externe MIDI-klankgeneratoren
worden gebruikt.
De slagtoetsen kunnen gebruikt worden voor uit-
voeringen in alle modi (Song, Pattern, MIDI en
Utility).
Drums spelen
Wanneer de stroom wordt aangezet, is de DR-202
klaar voor het spelen van drumklanken.
Indien er geen drum-klanken gemaakt worden wan-
neer men de slagtoetsen aanslaat moet u de volgende
punten controleren:
. Controleer of het lampje van [BASS] brandt. Indien
het brandt of flikkert moet u op [BASS] drukken
om de functie uit te zetten.
. Controleer of het lampje van [MUTE] brandt.
Brandt dit lampje inderdaad, moet u erop drukken
om het te doven.
. Controleer of het lampje van [ROLL] brandt. Indien
het brandt of flikkert moet u op [ROLL] drukken
om de functie uit te zetten.
Veranderen van accent (volume)
1. Druk op [KIT].
De kit verschijnt in de display.
2. Druk op de [ ] cursortoets om de cursor naar het
accent te verplaatsen.
3. Draai aan de VALUE-schijf om het accent af te
stellen (waarden van 1 tot 8).
4. Druk op [KIT]. Het vorige scherm verschijnt
opnieuw in de display.
Met Rolls (invulpatronen) werken
De roll-functie van de DR-202 maakt het mogelijk om
ultrasnelle rolls in Òdrum Ôn bassÓ-stijl te spelen door
een enkele slagtoets aan te slaan. U beschikt over een
brede waaier van uitvoeringsopties door de 68 ver-
schillende User-ingestelde roll-types en roll-snelhe-
den.
* Rolls kunnen niet gespeeld worden met basklanken of
klanken van een externe MIDI-klankgenerator.
* Indien de instellingen van de rolls tijdens de uitvoering
van een patroon (of song) veranderd worden, zullen de
drums in dat patroon (of song) uitgevoerd worden met
deze laatste instellingen.
1. Druk op [ROLL]
Het lampje van [ROLL] gaat branden en het roll-
type verschijnt in de display.
2. Wanneer de slagtoets wordt aangeslagen, zal de
roll gespeeld worden.
3. Druk nogmaals op [ROLL] om naar normaal spelen
terug te keren. Het lampje van [ROLL] dooft uit en
het vorige scherm verschijnt in de display.
Het roll-type veranderen
1. Druk op [ROLL]. Het lampje van [ROLL] gaat
branden en het roll-type verschijnt in de display.
2. Draai aan de VALUE-schijf om van roll-type te
veranderen.
Hoofdstuk 3 Werken met de slagtoetsen
33
Werken met de slag-
toetsen
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
Roll Type Number
Roll Type Name
Roll Type Number
Roll Type Name
No.0
Phrase1–12 Dir
Flat
No.1
No.2
No.3
No.4
No.5
No.6
No.7
No.8
No.11
No.12
No.13
No.9–10
No.14–16
Cresc
Decresc
Up
Down
Up Cresc
Down Cresc
Flat Dir
Cresc Alt
Cresc Dir1–2
Up Alt
Up Dir1–3
Decresc Alt
Decresc Dir
No.17
No.18–20
No.21–23
No.24–26
No.27–29
No.30–32
No.33–35
No.36–38
No.39–41
No.42–44
No.45–56
No.57–64
No.65–67
Down Alt
Down Dir1–3
Lo-Fi1–3
Hi-Fi1–3
Lo-Fi1–3 Alt
Lo-Fi1–3 Dir1
Lo-Fi1–3 Dir2
Hi-Fi1–3 Alt
Hi-Fi1–3 Dir1
Hi-Fi1–3 Dir2
Fill1–8
Flam1–3
De Roll-snelheid veranderen
1. Druk op [ROLL]
Het lampje van [ROLL] gaat branden en het roll-
type verschijnt in de display.
2. Wanneer men op de [ ] cursortoets drukt, ver-
schijnt de roll-snelheid op het scherm.
3. Draai aan de VALUE-schijf om de roll-snelheid te
veranderen (0-127).
* De roll-snelheid staat los van het tempo.
4. Wanneer men op de [ ] cursortoets drukt, keert
men terug naar het selectiescherm van het roll-
type.
Rolls vasthouden
Door [ROLL] in te drukken terwijl rolls worden
gespeeld (terwijl de slagtoetsen zijn ingedrukt) kan
men de rolls laten doorspelen (hold), zelfs wanneer
men de slagtoesten heeft losgelaten,
* Het lampje van [ROLL] flikkert verder op de maat van
de roll-snelheid, terwijl de rolls doorspelen.
* Wanneer het geselecteerde roll-type geen loop playback
is, zal de klank stoppen wanneer de roll afgelopen is.
* Wanneer een roll in een lus als roll-type wordt ge-
selecteerd, zal de roll verder spelen. Druk nog-
maals op [ROLL]; het lampje van [ROLL] gaat
branden en de roll zal stoppen.
................................................................................................
Over Rolls
Hoewel aan elk van de 13 klanken (KICK 1, SNARE1,
enz) een nootnummer is toegewezen voor het samen-
stellen van de drumpartijen, zijn het andere nootnum-
mers (verschillend van de nootnummers voor de 13
normale klanken) die voor gebruik met roll-klanken
worden toegewezen. (Wanneer een extern MIDI-toes-
tel rolls van de DR-202 moet uitvoeren, moet men een
nootnummer specifi‘ren dat aan die roll zal worden
toegewezen).
Wanneer de DR-202 een roll uitvoert, wordt dit niet
ge•nterpreteerd als Òdit is een uitvoeringsgegeven dat
een reeks van afzonderlijke slagen voorstelt die ŽŽn
voor ŽŽn worden gespeeld Ò, maar wel als Òdit is ŽŽn
enkele toon die ÒrollÓ wordt genoemdÓ. Wanneer
men de roll wil stopzetten in een patroon waarin rolls
verwerkt zitten, kan men dus de roll niet opnieuw
afspelen vanaf het punt waar hij gestopt is vooraleer
hij volledig is uitgespeeld (dit is eveneens van toepas-
sing op klanken met een lange poorttijd wanneer deze
tijdens het spelen worden gestopt).
Hoofdstuk 3 Werken met de slagtoetsen
34
Werken met de
slagtoetsen
Roll Type Number
Roll Type Name
Value
KICK 1
KICK 2
SNARE 1
SNARE 2
CLOSED HH
OPEN HH
HIT 1
RIDE
HIT 3
HIT 2
CRASH
PERC 1
PERC 2
100
(
64H
)
101
(
65H
)
102
(
66H
)
103
(
67H
)
104
(
68H
)
105
(
69H
)
106
(
6AH
)
107
(
6BH
)
108
(
6CH
)
109
(
6DH
)
110
(
6EH
)
111
(
6FH
)
112
(
70H
)
Pad
Note Number
ROLL KICK 136
(
24H
)
35
(
23H
)
38
(
26H
)
40
(
28H
)
42
(
2AH
)
46
(
2EH
)
50
(
32H
)
51
(
33H
)
47
(
2FH
)
49
(
31H
)
43
(
2BH
)
60
(
3CH
)
61
(
3DH
)
Pad
Note Number
ROLL KICK 2
ROLL SNARE 1
ROLL SNARE 2
ROLL CLOSED HH
ROLL OPEN HH
ROLL HIT 1
ROLL RIDE
ROLL HIT 2
ROLL CRASH
ROLL HIT 3
ROLL PERC 1
ROLL PERC 2
CLOSED HH
SNARE 1
SNARE 1
(ROLL)
KICK 1
STOP
NOTE ON
Note On messages reside at the left of the black part of
the scroll, while the black part shows the gate time. If you
stop at the position of “STOP,” then resume play, no
sound will be heard, since there is no Note On message in
SNARE 1 (ROLL). Only CLOSED HH will be heard.
Note On-boodschappen verschijnen aan de linkerzijde van het
zwarte deel van de scroll, terwijl het zwarte deel de poorttijd aan-
duidt. Als men op de S”TOP-positie stopt en daarna opnieuw
speelt, zal men geen klank horen aangezien er geen Note On-
boodschap is in SNARE1 (ROLL). Men zal alleen CLOSED HH
horen.
Basklanken spelen
Wanneer de stroom wordt aangezet, is de DR-202
klaar voor het spelen van basklanken.
Druk op [BASS] om basklanken te spelen; het lampje
van [BASS] gaat branden.
Indien er geen basklanken gemaakt worden wanneer
men de slagtoetsen aanslaat, moet u de volgende pun-
ten copntroleren:
. Controleer of het lampje van [BASS] brandt. Indien
het niet brandt moet u ŽŽn maal op [BASS] drukken,
indien het flikkert drukt u tweemaal op [BASS]
zodat het onafgebroken gaat branden.
. Controleer of [MUTE] uitstaat. Als het lampje van
[MUTE] brandt, moet u erop drukken om het uit te
zetten
. Controleer of [ROLL] uitstaat Indien het brandt of
flikkert moet u op [ROLL] drukken om het lampje te
doven .
Veranderen van accent (volume)
1. Druk op [KIT].
De kit verschijnt in de display.
2. Druk op de [ ] cursortoets om de cursor naar
ACCENT te verplaatsen.
3. Draai aan de VALUE-schijf om ACCENT aan te
passen (waarden van 1 tot 8).
4. Druk op [KIT].
Het vorige scherm verschijnt opnieuw in de dis-
play.
Toonhoogten van slagtoetsen
met octaven verschuiven
(Octave Shift)
Wanneer u met basklanken en klanken van een
externe MIDI-klankgenerator werkt, kan u met de
instellingen van Octave Shift binnen een bereik van 8
octaven schuiven.
* Octave Shift kan niet worden ingesteld wanneer u
drums gebruikt.
* De plaatsing van slagtoetsen voor drumklanken staat los
van de MIDI-nootnummers.
1. Druk op [KIT]. De kit verschijnt in de display.
2. Druk op de [ ] cursortoets om de cursor naar
OCTAVE te verplaatsen.
3. Draai aan de VALUE-schijf om de Octave Shift in
te stellen (waarden van 1 tot 7).
4. Druk op [KIT]. Het vorige scherm verschijnt
opnieuw in de display.
Portamento instellen
Portamento is een functie die de veranderingen in
toonhoogte van de ene noot naar de volgende doet
ÒglijdenÓ. Bij het spelen van basklanken kan u de por-
tamento zowel aan- en uitzetten als de tijd instellen
die nodig is voor het veranderen van de toonhoogte.
* De portamento-functie kan niet gebruikt worden met
drumklanken.
1. Druk op [PORTAMENTO]
De aan/uit status van portamento en de portamen-
to-tijd worden op het scherm getoond.
2. Druk op de [ ] cursortoets om de cursor naar
portamento aan/uit te verplaatsen (00-127).
3. Draai aan de VALUE-schijf om de instellingen te
maken.
Hoofdstuk 3 Werken met de slagtoetsen
35
Werken met de slag-
toetsen
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
ON or OFF
Portamento Time
Werken met een externe
MIDI-klankmodule
Wanneer de stroom wordt aangezet, kan de DR-202
drumklanken spelen.
Om klanken van een externe MIDI-klankmodule te
spelen, moet men [SHIFT] ingedrukt houden terwijl
men op [BASS ] drukt. Het lampje van [BASS] begint
te flikkeren.
Indien er geen klanken van een externe MIDI-
klankmodule kunnen worden gespeeld, zelfs niet
wanneer de slagtoetsen worden aangeslagen, moet u
de volgende zaken controleren.
Controleer of het lampje van [BASS] flikkert. Staat
het uit of brandt het onafgebroken, dan moet u
[SHIFT] ingedrukt houden terwijl u op [BASS]
drukt tot het gaat flikkeren.
. Controleer of [MUTE] uitstaat. Als het lampje van
[MUTE] toch brandt, moet u erop drukken om het
te doven.
. Controleer of de MIDI OUT van de DR-202 aange-
sloten is aan de MIDI IN-connector van de externe
MIDI-klankmodule.
. Zorg ervoor dat het MIDI-kanaal (van de externe
partij) dat in de MIDI-instellingen van de DR-202 is
ingesteld, overeenkomt met het MIDI-kanaal dat in
de externe MIDI-klankmodule is geselecteerd.
. Zorg ervoor dat de toonhoogte van de slagtoets die
wordt aangeslagen door de externe MIDI-
klankmodule kan worden geproduceerd.
* Zie “MIDI-instellingen” in “Hoofdstuk 8 Aansluiting
van externe MIDI-apparatuur” op pagina 58 voor meer
gedetailleerde informatie.
* Indien men een SP-202 (afzonderlijk te koop) of een MS-
1 (eveneens afzonderlijk te koop) als een externe MIDI-
klankmodule gebruikt, gelieve “Sturen van een SP-202
of MS-1” te lezen in “Hoofdstuk 8 Aansluiting van
externe MIDI-apparatuur” op pagina 62.
Toonhoogten van slagtoetsen
met octaven verschuiven
(Octave Shift)
Wanneer u met basklanken en klanken van een
externe MIDI-klankmodule werkt, kan u met de
instellingen van Octave Shift binnen een bereik van 8
octaven schuiven.
* Octave Shift kan niet worden ingesteld wanneer u
drums gebruikt.
* De plaatsing van slagtoetsen voor drumklanken staat los
van de MIDI-nootnummers.
1. Druk op [KIT].
De kit verschijnt in de display.
2. Druk op de [ ] cursortoets om de cursor naar
OCTAVE te verplaatsen.
3. Draai aan de VALUE-schijf om de Octave Shift in
te stellen (waarden van 1 tot 7).
4. Druk op [KIT].
Het vorige scherm verschijnt opnieuw in de dis-
play.
Hoofdstuk 3 Werken met de slagtoetsen
36
Werken met de slag-
toetsen
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
Opmerking over opnemen
Opnamemethoden
Patronen kunnen opgenomen worden met volgende
twee methoden.
Realtime recording (realtime opname)
In Realtime Recording worden de patronen
opgenomen door de slagtoets op de maat van de
metronoom aan te slaan. De patronen worden her-
haaldelijk afgespeeld en de inkomende gegevens wor-
den hiermee vermengd.
Is de maat van de aanslagen een beetje ongelijk, dan
kan dit worden verbeterd in de Quantize-functie voor
men de gegevens invoert .
Daarenboven kan men ook ingevoerde gegevens van
een extern MIDI-apparaat opnemen.
Step Recording
Bij Step Recording worden de toonhoogte en de
andere instellingen voor elke toon, toon per toon
ingesteld en opgenomen terwijl het tempo van de
klank speelt. Bij het invoeren kan men de resultaten
controleren door te luisteren naar de herhaaldelijke
weergave van de patronen.
Afwisselen tussen Realtime en Step
Recording
Men kan afwisselen tussen Realtime en Step
Recording tijdens het cre‘ren van een enkel patroon.
Elk van de opnamemodules kan zoals hieronder
aangeduid gewisseld worden .
Opnameparameters
Volgende parameters zijn in het opnemen ingesteld.
Quantize (gelijkleggen op de maat)
( ) vierde noot, ( ) triool van een vierde noot,
( ) achtste noot ( ) achtste noot, ( ) triool van
een achtste noot, ( ) zestiende noot, ( ) triool
van zestiende noten, ( ) tweeëndertigste noot,
()
triool van tweeëndertigste noten , Hi (4 x 96 =
384ste noot
)
In Realtime Recording worden onregelmatigheden
van het tempo die optreden wanneer men de slagtoet-
sen aanslaat, verbeterd naar de geselecteerde
Quantize-verhoging.
In Step Recording wordt de kleinste nootlengte die
kan worden ingevoerd, gelijk gemaakt.
Aantal maten: 1 -8
Slag: 1/4, 2/4, 3/4, 4/4
Stelt in Realtime Recording het aantal maten en de
gebruikte slag in op het tellen van de metronoom.
Tick Time:
1-100-4-495 (vier maten, vier slagen per maat)
In Step Recording wordt de positie van de ingevoerde
klank aangeduid in maten (het linkse cijfer), slag (het
hoogst geplaatste cijfer van het nummer aan de
rechterzijde) en tiktijd (de twee meeste rechtse cijfers
van het nummer aan de rechterzijde).
* De tiktijd is een nog fijnere onderverdeling dan de slag,
geteld in zesennegentigsten van een slag.
Instrument:
zie de instrumentenlijst (pg. 70)
Wanneer men drumpartijen in Step Recording
opneemt, worden de instrumentnamen op de plaatsen
getoond waar de gegevens worden ingevoerd.
* Deze instelling beïnvloedt geen bas- en externe partijen.
* Is niet van toepassing in Realtime Recording.
Nootnaam:
C, C#, D, D#, E, F, F#, G, G#, A, A#, B
Bij het opnemen van bas- en externe partijen in Step
Recording, worden de nootnamen op de plaatsen
getoond waar de gegevens worden ingevoerd.
* Deze instelling beïnvloedt geen bas partijen.
* Is niet van toepassing in Realtime Recording.
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
37
Patronen opnemen
Realtime
Recording
Standby
Step Recording
Standby
Step Recording
Realtime
Recording
Rehearsal
Selecting
the Pattern
Pattern Recording
Measure
Beat
Tick Time
Octave: 0-7
Stelt het octaaf van klanken (register) in, dat wordt
ingevoerd door het aanslaan van de slagtoetsen van de
DR-202 tijdens het opnemen van bas- en externe par-
tijen. Met deze instelling wordt echter geen rekening
gehouden wanneer men opneemt met externe MIDI-
apparatuur. In dit geval wordt de toonhoogte bepaald
volgens de nootinformatie.
* Deze instelling slaat niet op de drumpartijen.
Gate Time (poorttijd): 0001-2047
Bij Realtime Recording van bas- of externe partijen, is
de poorttijd het interval vanaf het moment dat de slag-
toets wordt ingedrukt tot het moment waarop hij
wordt losgelaten. Bij Step Recording van drum- en
externe partijen wordt de nootlengte door de poorttijd
bepaald.
* De lengte van de rolls die in drumpartijen worden
gespeeld wordt eveneens bepaald door de poorttijd.
* Wanneer de waarde van de poorttijd gelijk is aan 96, is
een vierde noot gelijk aan één slag.
* Noten kunnen niet langer klinken dan de instellingen
van hun poorttijd.
Accent: 1-8
Stelt het accent (volume) in wanneer klanken inge-
voerd worden door het aanslaan van de slagtoetsen
van de DR-202. Met deze instelling wordt echter geen
rekening gehouden wanneer men opneemt met
externe MIDI-apparatuur. In dit geval wordt de toon-
hoogte bepaald volgens de snelheidinformatie.
Timing Shift: -12-+12
Een fijne afstelling voor het versnellen of vertragen
van de timing van de ingevoerde klanken in Step
Recording.
BPM: 40.0-250.0
Regelt het tempo van de metronoom in Realtime
Recording.
Realtime Recording
1. Patroonmodus
Druk op [Style] of [PATTERN].
Het scherm van de patroonmodus verschijnt in de dis-
play.
Met vooringestelde patronen:
Met User-patronen:
User-stijlen selecteren (USER)
Druk op [STYLE] of de [ ] cursortoets om de cursor
naar de stijlnaam te verplaatsen. Draai daarna aan de
VALUE-schijf om de User-stijlen te selecteren (USER).
* Als in de display iets anders dan een User-stijl wordt
getoond (USER), kan de DR-202 niet in Recording
standby modus worden gezet.
Het patroon selecteren
Druk op [PATTERN] of de [ ] cursortoets om de
cursor naar het patroonnummer te verplaatsen. Draai
daarna aan de VALUE-schijf om het User-patroon te
selecteren dat moet opgenomen worden.
2. Recording Standby
Druk op [REC]. Het lampje van [REC] gaat flikkeren,
de metronoom begint te spelen en de DR-202 wordt in
Realtime recording standby-modus gezet.
Als men op [REC] blijft drukken, zal de DR-202 heen en
weer gaan tussen Step Recording standby en Realtime
Recording standby-modus.
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
38
Patronen opnemen
Style Name
Pattern Number
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Measure Number
Pattern Name
Beat
Quantize
Het patroon be-noemen
Men kan User-patronen om het even welke naam
geven (met maximum 8 lettertekens).
Druk in Realtime Recording standby op de [ ] cur-
sortoets om de cursor naar de patroonnaam te ver-
plaatsen. Selecteer de positie van de lettertekens met
de cursortoets. Draai daarna aan de VALUE-schijf om
het letterteken te veranderen.
* Men kan een letter wissen door op [DEL] te drukken.
Om een spatie in te voegen, moet men op [COPY/INST]
drukken.
Het aantal maten, de slag en de
Quantize-waarde selecteren.
Vooraleer u met Realtime Recording begint, moet u
het aantal maten in het patroon, de slag en de
Quantize-waarde instellen. Gebruik de cursortoetsen
om de parameters te selecteren en draai aan de
VALUE-schijf om de instellingen te maken.
Instellingen maken voor eventueel te
spelen rolls.
Wanneer men rolls opneemt in drumpartijen, moet
men het roll-type en de roll-snelheid selecteren.
In Realtime Recording standby moet u op [ROLL]
drukken, de cursortoetsen gebruiken om de parame-
ters te selecteren en aan de VALUE-schijf draaien om
instellingen te maken voor elke geselecteerde parame-
ter.
De metronoom aanpassen.
Om de snelheid van de metronoom in te stellen, moet
u op [BPM] drukken om een tempo te selecteren
waarin gemakkelijk kan worden opgenomen.
Wanneer men klaar is met het afstellen van het tempo,
moet u opnieuw [BPM] indrukken om naar het vorige
scherm terug te keren.
* Tijdens de opname wordt de meest recente BPM-waarde
opgeslagen als het standaardtempo voor het patroon.
3. Begin van de opname
Druk op [START]. Het lampje van [REC] gaat onafge-
broken branden. [START] flikkert op de maat van het
tempo en het opnemen begint.
Het patroon repeteren.
Wanneer men tijdens Realtime Recording op [REC]
drukt, begint het lampje te flikkeren en wordt de DR-
202 in Rehearsal Mode (repeteermodus) gezet. In deze
modus start de DR-202 de opname niet, zelfs niet wan-
neer de slagtoetsen worden aangeslagen. Druk
opnieuw op [REC]. Het lampje van [REC] gaat bran-
den en de DR-202 keert terug naar Realtime
Recording.
* Hetzelfde proces wordt toegepast in opnames die nootin-
formatie gebruiken van een extern MIDI-toestel.
4. Uitvoering
Bespeel de slagtoetsen (aanslaan) op de maat van de
klank van de metronoom.
Partijen omwisselen
Druk op [BASS] om partijen te wisselen. Om naar een
externe partij over te schakelen, moet men de [SHIFT]
toets ingedrukt houden terwijl men op [BASS] drukt.
[BASS] lampje uit: drumpartij
[BASS] lampje aan: baspartij
[BASS] lampje flikkert: externe partij
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
39
Patronen opnemen
Metronome Tempo
Drum Part Accent
Quantize Beat
Measure Number
Drum Part Accent
Bass Part
Octave
External Part
Octave
Kits verwisselen
Druk op [KIT] om kits te verwisselen.
* Tijdens de opname wordt de meest recent toegewezen kit
opgeslagen voor gebruik in het patroon.
* Druk nogmaals op [KIT] om naar het vorige scherm
terug te keren.
Verwijderen van overbodige noten.
Overbodige noten kunnen worden verwijderd in real
time door [DEL] ingedrukt te houden terwijl men op
de slagtoetsen drukt in Realtime Recording.
Bij drumpartijen moet men [DEL] ingedrukt houden
terwijl men op de slagtoetsen drukt die de klanken
bevatten die men wenst te verwijderen (men kan meer
dan ŽŽn slagtoets tegelijkertijd indrukken). De
klanken die overeenstemmen met deze slagtoetsen
worden alleen verwijderd terwijl men de slagtoetsen
indrukt.
Bij baspartijen en externe partijen moet men [DEL]
ingedrukt houden terwijl men op de slagtoetsen drukt
die de klanken bevatten die men wenst te verwijderen.
De klanken die overeenstemmen met deze slagtoetsen
worden alleen verwijderd terwijl men de slagtoetsen
indrukt.
Bewegingen van de Record-knop
(Realtime Modify).
Tijdens Realtime Recording kan men met de REAL-
TIME MODIFY-knoppen (CUTOFF, RESONANCE,
DECAY) opnemen door middel van Realtime Modify.
* Gebruik de INSTRUMENT SELECT-knop om het
instrument te selecteren dat door Realtime Modify moet
worden aangepast.
* Om een opgenomen knopbeweging te verwijderen
(Realtime Modify), moet men eerst het gewijzigde
instrument selecteren met de INSTRUMENT SELECT-
knop en daarna [DEL] ingedrukt houden terwijl men
aan de knop draait. De beweging wordt verwijderd
vanaf het moment dat de knop naar het einde van de
wijziging wordt gedraaid.
* Wanneer men tijdens opnames Realtime Modify
gebruikt, wordt automatisch een blanco maat afgespeeld
in de herhalende delen van het patroon (Loop Rest-func-
tie). Deze blanco maat (rust) wordt uitsluitend tijdens
Realtime Recording afgespeeld.
Bovendien kan men in deze situatie alle knopbewegingen
in het patroon verwijderen door [DEL] ingedrukt te
houden en aan de knoppen te draaien.
.................................................................................................
Loop Rest (rust in de lus)
Wanneer men knopbewegingen aan het einde van het
patroon opneemt en er geen blanco spatie overblijft als
men naar het begin van het patroon terugkeert, dan
worden de knopbewegingen steeds opnieuw
opgenomen aan het begin van het patroon (waarbij
knopbewegingen die tervoren werden opgenomen
worden overschreven), net alsof men aan het begin
van een patroon zou beginnen opnemen.
Daarom wordt er bij opnames in Realtime Modify op
de DR-202, een slag van ŽŽn maat in de herhalende
delen van het patroon (loop rest) ingevoerd. Hierdoor
wordt het mogelijk de bewegingen van de knoppen
stop te zetten wanneer een deel van een patroon her-
haald wordt. Dit maakt het opnemen in Realtime
Modify voor en achter het patroon vloeiender.
* Ingevoegde rusten worden uitsluitend in Realtime
Recording afgespeeld. Ze worden niet gespeeld wanneer
het patroon wordt afgespeeld nadat de opname beëindigd
is.
* Alle ingevoegde rusten van Realtime Modify blijven
behouden tijdens het opnemen, ook al zijn ze verwijderd.
Men kan verhinderen dat de rusten worden afgespeeld
door eerst terug te keren naar record standby en dan de
opname vanaf het begin te herstarten.
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
40
Patronen opnemen
Kit Number
Kit Name
Loop Rest
Boundary
Blank measure
(1 measure)
Blank
measure
Blank
measure
Boundary
.................................................................................................
Rolls opnemen in Realtime Recording
Rolls kunnen opgenomen worden in de drumpartijen.
Om rolls op te nemen, moet u op [ROLL] drukken
zodat het lampje van [ROLL] gaat branden.
* Er kan slechts één roll-type en roll-snelheid worden
gespecifieerd voor elk patroon. De instellingen die het
laatst zijn gespecifieerd in record standby worden
gebruikt in de opname.
* Rolls kunnen niet in bas- of externe partijen worden
gespeeld.
* Om een Roll te verwijderen moet men het lampje van
[ROLL] doen branden en de slagtoets indrukken die met
de te verwijderen Roll overeenkomt terwijl men [DEL]
ingedrukt houdt.
Accenten toevoegen
Het accent (klemtoon op de klank) voor elke noot
wordt bepaald door de accentwaarde (1-8) die voor
elke partij in de rechteronderzijde van het scherm ver-
schijnt (het accent wordt niet be•nvloed door de kracht
waarmee de slagtoetsen worden bespeeld). Wanneer
men opneemt met externe MIDI-apparatuur wordt er
echter geen rekening gehouden met deze instelling en
wordt het accent bepaald in overeenkomst met de
snelheidinformatie.
6. De opname beëindigen
Druk op [STOP/CONT]. het lampje van [REC] begint
opnieuw te flikkeren, [START] brandt niet langer en
de DR-202 wordt in Realtime Recording standby
gezet.
Teruggaan naar Realtime Recording
Druk op [START] als men in Realtime Recording
standby staat. Het lampje van [REC] gaat branden,
[START] flikkert op de maat van het tempo en men
kan opnieuw opnemen in Realtime Recording.
Overschakelen naar Step Recording
Druk op [REC] terwijl de DR-202 in Realtime record-
ing standby staat. De DR-202 wordt naar Step
Recording overgeschakeld.
Druk op [START]. Het lampje van [REC] gaat onafge-
broken branden, de metronoom stopt, [START]
flikkert op de maat van het tempo en men kan opna-
men doen in Step Recording.
Stoppen van de opname
Druk op [STOP/CONT] terwijl de DR-202 in Realtime
Recording standby staat.
Het lampje van [REC] dooft uit, de metronoom stopt
en de DR-202 wordt in patroonmodus gezet.
Step Recording
1. Patroonmodus
Druk op [Style] of [PATTERN].
Het scherm van de patroonmodus verschijnt in de dis-
play.
Met vooringestelde patronen:
Met User-patronen:
2. Het patroon selecteren
User-stijlen selecteren (USER)
Druk op [STYLE] of de [ ] cursortoets om de cursor
naar de stijlnaam te verplaatsen. Draai daarna aan de
VALUE-schijf om de User-stijlen te selecteren (USER).
* Als in de display geen User-stijl wordt getoond (USER),
kan de DR-202 niet in recording standby-modus worden
gezet.
Het patroon selecteren
Druk op [PATTERN] of de [ ] cursortoets om de
cursor naar het patroonnummer te verplaatsen. Draai
daarna aan de VALUE-schijf om het User-patroon te
selecteren dat moet opgenomen worden.
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
41
Patronen opnemen
Measure Number
Pattern Name
Beat Quantize
Step Recording
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
3. Recording Standby
Druk twee maal op [REC]. Het lampje van [REC] gaat
flikkeren, de metronoom begint te spelen en de DR-
202 wordt in Step Recording standby modus gezet.
Als men op [REC] blijft drukken, zal de DR-202 heen en
weer gaan tussen Step Recording standby en Realtime
Recording standby modus.
Het patroon benoemen
Men kan User-patronen om het even welke naam
geven (met maximum 8 lettertekens).
Druk in Step Recording standby op de [ ] cursor-
toets om de cursor naar de patroonnaam te verplaat-
sen. Selecteer de positie van de lettertekens met de
cursortoets. Draai daarna aan de VALUE-schijf om
het letterteken te veranderen.
* Men kan een letter wissen door op [DEL] te drukken.
Om een spatie in te voegen, moet men op [COPY/INST]
drukken.
Het aantal maten, de slag en de
Quantize-waarde selecteren.
Vooraleer men met Step Recording begint, moet men
het aantal maten in het patroon, de slag en de
Quantize-waarde instellen. Gebruik de cursortoetsen
om de parameters te selecteren en draai aan de
VALUE-schijf om de instellingen te maken.
Instellingen maken voor eventueel te
spelen rolls.
Wanneer men rolls opneemt in drumpartijen, moet
men het roll-type en de roll-snelheid selecteren.
In Step Recording-standby moet men [ROLL]
drukken, de cursortoetsen gebruiken om de parame-
ters te selecteren en aan de VALUE-schijf draaien om
de instellingen te maken voor elke geselecteerde para-
meter.
Druk opnieuw op [ROLL] om het instellen te be‘indi-
gen.
De metronoom aanpassen.
Druk op [BPM] om het tempo aan te passen.
Wanneer men klaar is met het aanpassen van het
tempo, moet men opnieuw [BPM] indrukken om naar
het vorige scherm terug te keren.
* Tijdens de opname wordt de meest recente BPM-waarde
opgeslagen als standaardtempo voor het patroon.
4. Begin van de opname
Druk op [START]. Het lampje van [REC] gaat onafge-
broken branden, de metronoom stopt, [START]
flikkert op de maat van het tempo en Step Recording
begint.
* De opname verandert automatisch in Realtime
Recording wanneer de DR-202 een MIDI- “Start”bood-
schap ontvangt vanuit een extern MIDI-apparaat.
5. Invoer
Druk op de slagtoetsen om de klanken in te voeren.
Om alleen voor- of achteruit te gaan door de verho-
gingen die gequantized zijn, moet men op [STEP -
1/+1] ([STYLE], [PATTERN]) drukken. Om voor- en
achteruit te gaan zonder rekening te houden met de
Quantize-functie, moet men met de cursortoets naar
Quantize, maat of Tick Time gaan en dan aan de
VALUE-schijf draaien om door de song te lopen.
Bij baspartijen, externe partijen en rolls in drumpar-
tijen is de nootlengte niet afhankelijk van de periode
waarin de slagtoets wordt ingedrukt, maar wordt deze
bepaald door de instelling van de poorttijd.
* Terwijl Step Recording werkt, kan men geen MIDI-
boodschappen van externe MIDI-apparatuur opnemen.
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
42
Patronen opnemen
Measure Number
Pattern Name
Beat Quantize
Step Recording
Metronome Tempo
Quantize
Measure
Beat
Tick Time
Instrument
Accent
384 288 192 144 128 96 72 64
–3– –3–
48 36 32 24 18 16 12 8
–3– –3–
–3–
Partijen omwisselen
Druk op [BASS] om partijen te wisselen. Om naar een
externe partij over te schakelen, moet men de [SHIFT]
toets ingedrukt houden terwijl men op [BASS] drukt.
[BASS] lampje uit: drumpartij
[BASS] lampje aan: baspartij
[BASS] lampje flikkert: externe partij
Kits omwisselen
Druk op [KIT] om kits te verwisselen.
* Druk nogmaals op [KIT] om naar het vorige scherm
terug te keren.
Verwijderen van overbodige noten.
Wanneer men op [DEL] drukt, wordt de klank ver-
wijderd die op het ogenblik op het scherm wordt
getoond.
Rolls opnemen in Step Recording
Rolls kunnen opgenomen worden in de drumpartijen.
Om rolls op te nemen moet u op [ROLL] drukken
zodat het lampje van [ROLL] gaat branden
Er verschijnt een symbool dat een roll voorstelt achter
de instrumentnaam voor klanken die rolls bevatten.
* Er kan slechts één roll-type en roll-snelheid worden
gespecifieerd voor elk patroon. De instellingen die het
laatst zijn gespecifieerd in record standby worden
gebruikt in de opname.
* Rolls kunnen niet in bas- of externe partijen worden
gespeeld.
Portamento Step Recording
In Step Recording kan men portamento opnemen in
de bas- en externe partijen.
Om portamento op te nemen, moet men op [PORTA-
MENTO] drukken op de posities waarin men dit
toegevoegd wil zien. De portamento-informatie wordt
toegevoegd en de volgende display verschijnt.
Daarenboven kan men de portamento-tijd invoeren
door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl men [POR-
TAMENTO] indrukt.
* Als de portamento-tijd niet is ingevoerd, zal in de vol-
gende uitvoering de meest recent ingestelde (of uitge-
voerde) portamento-tijd gebruikt worden.
* Portamento werkt niet in drumpartijen.
Accenten toevoegen
Het accent voor elke noot wordt bepaald door de
accentwaarde (1-8) die voor elke partij in de rechteron-
derzijde van het scherm verschijnt (het accent wordt
niet be•nvloed door de kracht waarmee de slagtoetsen
worden bespeeld). Wanneer men opneemt met
externe MIDI-apparatuur wordt er echter geen reken-
ing gehouden met deze instelling en wordt het accent
bepaald in overeenkomst met de snelheidinformatie.
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
43
Patronen opnemen
Instrument
Accent
Bass Part
Note Name
Octave
Gate Time
External Part
Note Name
Octave
Gate Time
Kit Number
Kit Name
Instrument
Display indicating a roll is performed
Displayed when entering a portamento value
6. De opname voltooien
Druk op [STOP/CONT]. het lampje van [REC] begint
opnieuw te flikkeren, [START] brandt niet langer, de
metronoom speelt en de DR-202 wordt in Step
Recording standby gezet.
Teruggaan naar Step Recording
Druk op [START] als u in Step Recording standby
staat. Het lampje van [REC] gaat branden, [START]
flikkert op de maat van het tempo en men kan
opnieuw opnemen in Step Recording.
Overschakelen naar Realtime
Recording
Druk op [REC] terwijl de DR-202 in Step Recording
standby staat. De DR-202 schakelt over naar Realtime
Recording standby.
Druk op [START]. Het lampje van [REC] gaat onafge-
broken branden, [START] flikkert op de maat van het
tempo en men kan opnamen doen in Realtime
Recording.
Stoppen van de opname
Druk op [STOP/CONT] terwijl de DR-202 in Realtime
Recording standby staat.
Het lampje van [REC] dooft uit, de metronoom stopt
en de DR-202 wordt in patroonmodus gezet.
Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
44
Patronen opnemen
Measure Number
Pattern Name
Beat
Quantize
Patronen bewerken
Patronen worden bewerkt in Step Recording.
1. Patroonmodus
Druk op [Style] of [PATTERN].
Het scherm van de patroonmodus verschijnt in de dis-
play.
Met vooringestelde patronen:
Met User-patronen:
2. Het patroon selecteren
User-stijlen selecteren (USER)
Druk op [STYLE] of de [ ] cursortoets om de cursor
naar de stijlnaam te verplaatsen. Draai daarna aan de
VALUE-schijf om de User-stijlen te selecteren (USER).
* Als in de display geen User-stijl wordt getoond (USER),
kan de DR-202 niet in edit standby (Step Recording
standby-modus) worden gezet.
Het patroon selecteren
Druk op [PATTERN] of de [ ] cursortoets om de
cursor naar het patroonnummer te verplaatsen. Draai
daarna aan de VALUE-schijf om het User-patroon te
selecteren dat moet bewerkt worden.
3. Editing Standby
Druk twee maal op [REC]. Het lampje van [REC] gaat
flikkeren, de metronoom begint te spelen en de DR-
202 wordt in edit standby-modus(Step Recording
standby) gezet.
Als men op [REC] blijft drukken, zal de DR-202 heen en
weer gaan tussen Step Recording standby en Realtime
Recording standby-modus.
4. Starten van de bewerking
Druk op [START]. Het lampje van [REC] gaat onafge-
broken branden, de metronoom stopt en [START]
flikkert op de maat van het patroontempo.
5. Bewerken
Naar de te bewerken positie gaan.
Om voor- of achteruit te lopen door de verhogingen
die gequantized zijn, moet men op [STEP-1/+1]
([STYLE], [PATTERN] ) drukken. Om voor- of
achteruit te lopen zonder rekening te houden met de
Quantize-functie, moet men op de cursortoets op
Quantize, maat of Tick Time drukken en daarna aan
de VALUE-schijf draaien om door de song te lopen.
Micro Search
Indien u alleen die plaatsen wil zien die gegevens
bevatten, moet u de Micro Search-functie gebruiken.
Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u op [STEP-1/+1]
([STYLE], [PATTERN] ) drukt om voor- of achteruit
door de locaties te gaan die gegevens bevatten.
* Indien er voor- of achteraan geen gegevens zijn , zal de
volgende display getoond worden:
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken
45
Patronen bewerken
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Measure Number
Pattern Name
Beat Quantize
Step Recording
Quantize
Tick Time
Instrument
Accent
De slagtoets voor de drumpartij
controleren
Druk op de [ ] cursortoets terwijl de cursor onder-
aan rechts in de drumpartij staat. Terwijl men de [ ]
cursortoets indrukt, zal op het scherm van de display
de slagtoets getoond worden waarmee de huidige
klank overeenkomt.
Partijen omwisselen
Druk op [BASS] om partijen te wisselen.
Om de externe partij om te wisselen, moet u [SHIFT]
ingedrukt houden terwijl u op [BASS] drukt.
[BASS] lampje uit: drumpartij
[BASS] lampje aan: baspartij
[BASS] lampje flikkert: externe partij
Opgenomen uitvoeringsgegevens
bewerken
Druk op de cursortoetsen om de cursor naar de para-
meters te verplaatsen die u wenst te bewerken en
draai aan de VALUE-schijf om de waarden te veran-
deren.
Verwijderen van overbodige noten
Wanneer u op [DEL] drukt, wordt de klank ver-
wijderd die op dit ogenblik in de display wordt
getoond.
Portamento-informatie bewerken
Men kan de portamento bewerken die in de bas- en de
externe partijen gespeeld wordt.
Ga naar de plaats die de portamento-informatie bevat,
druk op de cursortoetsen om door de te bewerken
parameters te lopen en draai aan de VALUE-schijf om
de instelling te veranderen.
* Portamento werkt niet in drumpartijen.
De timing van de klankuitdrukking
bewerken (Timing Shift)
Dit is een fijne afstelling voor het versnellen of vertra-
gen van klanken in Step Recording.
Wanneer [T. SHIFT] ingedrukt wordt, verschijnt de
graad van timing shift (-12 - +12) in de linker boven-
zijde van de display.
Draai aan de VALUE-schijf om de graad van Timing
Shift in te stellen.
Wanneer men op [TAP/ENTER] drukt, zal het voor-
gaande bewerkingsscherm opnieuw verschijnen waar-
bij de nieuwe positie na de Timing Shift op het scherm
wordt getoond.
* Men kan geen Timing Shift instellen die buiten de waar-
den ligt van de voor- of achterkant van een patroon.
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken
46
Patronen bewerken
Instrument
Accent
Bass Part
Note Name
Octave
Gate Time
External Part
Note Name
Octave
Gate Time
Pad Name
Note Number
Instrument
Displayed when entering a portamento value
Timing Shift
Portamento Time
Displayed after a timing shift has been set
6. De bewerking beëindigen
Druk op [STOP/CONT]. Het lampje van [REC] begint
opnieuw te flikkeren, de metronoom speelt en
[START] is niet langer verlicht. De DR-202 wordt in
edit standby gezet (Step Recording standby).
Terugkeren naar bewerken
(Step Recording)
Druk op [START] terwijl men in editing standby staat
(Step Recording standby). Het lampje van [REC] gaat
branden, de metronoom stopt, [START] flikkert op de
maat van het tempo en men kan opnieuw bewerken
(opnamen maken in Step Recording).
Overschakelen naar Realtime
Recording
Druk op [REC] terwijl men in editing standby staat
(Step Recording standby).
De DR-202 schakelt over naar Realtime Recording
standby.
Druk op [START]. het lampje van [REC] gaat onafge-
broken branden, [START] flikkert op de maat van het
tempo en men kan opnemen in Realtime Recording.
Stoppen met bewerken
Druk op [STOP/CONT] terwijl men in editing stand-
by staat (Step Recording standby). Het lampje van
[REC] dooft uit, de metronoom stopt en de DR-202
wordt opnieuw in Patroonmodus gezet.
Een groove (onderliggend
ritme) aan het patroon
geven (Groove Quantize)
Groove Quantize is een functie die de timing en de
accenten van een teruggespeeld patroon doet
overeenkomen volgens een vastgestelde ritmische
ÒregelÓ (het groove-model). Het toepassen van
Groove Quantize verandert de inhoud van het
gespeelde patroon niet.
* Groove Quantize kan uitsluitend in User-patronen wor-
den gebruikt.
* Wanneer Groove Quantize wordt afgezet, zal de inhoud
van de uitvoeringsgegevens de vorige voorwaarden
terugkrijgen tot aan het punt van bewerking. Vanaf het
moment waarop met bewerken wordt gestopt, kunnen de
voorafgaande uitvoeringsgegevens niet opgeslagen wor-
den.
1. Druk op [STYLE]. Controleer of de volgende bood-
schap in de display verschijnt.
Met vooringestelde patronen
Met User-patronen
2. Draai aan de VALUE-schijf om de User-stijlen te
selecteren (USER).
2. Druk op [PATTERN].
De cursor verplaatst zich onder de patroonnummers.
4. Draai aan de VALUE-schijf om het User-patroon te
selecteren waarop Groove Quantize moet worden
toegepast.
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken
47
Patronen bewerken
Measure Number
Pattern Name
Beat
Quantize
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Cursor
5. Druk op [GROOVE].
Het Groove-model verschijnt in de display.
6. Draai aan de VALUE-schijf om het Groove-model
te veranderen.
* Wanneer men op dit ogenblik op [START] drukt, kan
men controleren hoe de uitvoering zal worden nadat de
veranderingen gedaan zijn. Indien men nog veranderin-
gen wenst aan te brengen nadat men dit heeft gecon-
troleerd, moet men eerst op [STOP/CONT] drukken om
de uitvoering te stoppen en dan verdergaan.
7. Druk nogmaals op [GROOVE] wanneer u gekozen
heeft welk Groove-model u gaat gebruiken. Het
vorige User-patroon verschijnt in de display en de
uitvoeringsgegevens worden opgenomen na het
Groove Quantize-proces.
* Indien men de Groove Quantize wil verwijderen, moet
men deze op OFF zetten, daarna op [GROOVE]
drukken. Daarna zal het vorige User-patroon verschij-
nen.
Veranderen van de Pattern
Setup-informatie
Voor elk patroon kan er slechts ŽŽn stel instellings-
gegevens gespecifieerd worden. Het afspelen gebeurt
volgens de meest recente instellingsgegevens die tij-
dens het bewerken (opnemen) of in de standby-modus
van de bewerking (recording standby) werden
ingegeven.
* De volgende procedure kan worden uitgevoerd terwijl
men aan het bewerken (opnemen) is of terwijl men in de
standby-modus van de bewerking staat (recording
standby).
De kit veranderen
Bepaalt de kit die in het patroon wordt gebruikt.
1. Druk op [KIT]. De kit die in het huidige gese-
lecteerde patroon wordt gebruikt, verschijnt in de
display.
2. Draai aan de VALUE schijf om de kit te veran-
deren.
3. Druk op [KIT]. Het vorige scherm verschijnt
opnieuw in de display.
De standaard tempo-informatie
veranderen (BPM)
Bepaalt het tempo (in BPM) voor het patroon.
* BPM staat voor “ beats per minute”, dat is het aantal
vierde noten dat per minuut gespeeld wordt.
Het tempo veranderen met de VALUE-
schijf
1. Druk op [BPM]. De BPM verschijnen in de display.
2. Draai aan de VALUE schijf om het tempo te wijzi-
gen (van 40.0 tot 250.0 BMP).
Men kan tempoÕs veranderen met stappen van 0.1
BPM. Wanneer men [SHIFT] ingedrukt houdt ter-
wijl men aan de VALUE-schijf draait, zal het tempo
met stappen van 1 BPM veranderen.
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken
48
Patronen bewerken
Groove Template Name
No. Template
1 8Beat Hi-Accent
2 8Beat Lo-Swing
3 8Beat Hi-Swing
4 8Beat Rhumba 1
5 8Beat Rhumba 2
6 8Beat Rhumba 3
7 16Beat Hi-Accent
8 16Beat Lo-Swing
9 16Beat Hi-Swing
10 16Beat Fusion 1
11 16Beat Fusion 2
12 16Beat Fusion 3
13 16Beat Reggae 1
14 16Beat Reggae 2
15 16Beat Reggae 3
16 Samba
17 Salsa
18 Triplets
19 Lagging Triplets
20 Sextuplets
Kit Number
Kit Name
Value
Het tempo veranderen door de
knop aan te slaan (Tap Tempo)
Men kan het tempo eveneens veranderen in functie
van de snelheid waarin men aanslaat [TAP/ENTER].
1. Sla vier maal [TAP/ENTER] aan in het tempo
waarnaar u wil veranderen. Het tempo wordt
automatisch uitgerekend en het patroon neemt het
nieuwe tempo aan dat overeenkomt met de maat
van de aanslagen. Het tempo zal op het scherm
verschijnen.
* Het tempo kan niet veranderd worden indien de snelheid
waarin [TAP/ENTER] wordt aangeslagen buiten het
bereik van 40.0-250.0 BMP valt.
De Roll-informatie veranderen
Bepaalt roll-snelheid en -type voor de rolls die
gespeeld worden.
* Rolls kunnen niet gespeeld worden met basklanken of
klanken van een externe MIDI-klankgenerator.
* Roll-informatie kan niet worden gewijzigd wanneer men
aan het bewerken (opnemen) is.
Het roll-type veranderen
1. Druk op [ROLL]. Het lampje van [ROLL] gaat
branden en het roll-type verschijnt in de display.
2. Draai aan de VALUE schijf om van roll-type te
veranderen.
De Roll-snelheid veranderen
1. Druk op [ROLL]. Het lampje van [ROLL] gaat
branden en het roll-type verschijnt in de display.
2. Wanneer men op de [ ] cursortoets drukt, ver-
schijnt de roll-snelheid op het scherm.
3. Draai aan de VALUE schijf om de roll-snelheid te
veranderen (0-127).
* De roll-snelheid staat los van het tempo.
Uitzetten van elk instrument
Met de Mute-functie kan men elk instrument indi-
vidueel uitzetten.
1. Druk op [MUTE]. [MUTE] wordt verlicht, en de
mute-status verschijnt in de display. De namen
van de instrumenten worden uitgedrukt in alfanu-
merieke karakters op de bovenste lijn van de dis-
play.
2. Wanneer men op een slagtoets drukt wordt de
mute-status ingeschakeld voor het instrument dat
aan die slagtoets is toegewezen.
o: niet uitgezet x: uitgezet
* Druk op [MIDI] om de mute-status voor externe par-
tijen in te schakelen.
* Als men [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl men een slag-
toets indrukt,, zullen alle instrumenten uitgezet worden
met uitzondering van het instrument van de ingedrukte
slagtoets. (Solo-functie). Drukt men op dezelfde slag-
toets terwijl men opnieuw [SHIFT] ingedrukt houdt,
wordt het instrument in zijn vorige mute-status hersteld
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken
49
Patronen bewerken
Roll Type Number
Roll Type Name
No.0
Phrase1–12 Dir
Flat
No.1
No.2
No.3
No.4
No.5
No.6
No.7
No.8
No.11
No.12
No.13
No.9–10
No.14–16
Cresc
Decresc
Up
Down
Up Cresc
Down Cresc
Flat Dir
Cresc Alt
Cresc Dir1–2
Up Alt
Up Dir1–3
Decresc Alt
Decresc Dir
No.17
No.18–20
No.21–23
No.24–26
No.27–29
No.30–32
No.33–35
No.36–38
No.39–41
No.42–44
No.45–56
No.57–64
No.65–67
Down Alt
Down Dir1–3
Lo-Fi1–3
Hi-Fi1–3
Lo-Fi1–3 Alt
Lo-Fi1–3 Dir1
Lo-Fi1–3 Dir2
Hi-Fi1–3 Alt
Hi-Fi1–3 Dir1
Hi-Fi1–3 Dir2
Fill1–8
Flam1–3
Value
BPM value (tempo) used for performance
Roll Type Number
Roll Type Name
P: PERC1
C: CRASH
R: RIDE
h: OPEN HH
H: CLOSED HH
S: SNARE1
K: KICK 1
B: BASS
p: PERC2
k: KICK2
s: SNARE2
1: HIT1
2: HIT2
3: HIT3
E: EXT PART
O : Not muted
x : Muted
3. Wanneer [MUTE] wordt ingedrukt , verschijnt het
vorige scherm in de display. In dit geval zal
[MUTE] flikkeren als er instrumenten uitgezet zijn.
* De mute-functie werkt niet als het uitgezette instrument
niet gebruikt wordt in het patroon.
Patronen verwijderen
1. Druk op [STYLE]. Het scherm van de patroon-
modus verschijnt in de display
Met vooringestelde patronen:
Met User-patronen
2. Draai aan de VALUE-schijf om een stijl te
selecteren (USER).
* Men kan alleen User-stijlen verwijderen.
3. Druk op [PATTERN] of de [ ] cursortoets om de
cursor naar het patroonnummer te verplaatsen.
Draai daarna aan de VALUE- schijf om het User-
patroon te selecteren dat moet worden verwijderd.
4. Druk op [DEL]. Er verschijnt een boodschap
waarin gevraagd wordt of men het patroon op het
scherm wil verwijderen.
* Indien men het verwijderen wil annuleren, moet men de
[ ] cursortoets op “Exit” zetten en daarna
[TAP/ENTER] drukken om naar het vorige scherm
terug te keren.
5. Verplaats de cursor naar het patroonnummer en
druk op [TAP/ENTER]. Er wordt een boodschap
gegeven waarin gevraagd wordt of u werkelijk met
het verwijderen wil doorgaan.
6. Druk op de []cursortoets om de cursor naar
ÒYesÓ te verplaatsen en druk nogmaals op
[TAP/ENTER] om het patroon te verwijderen. Het
patroon wordt verwijderd en dit wordt op het
scherm aangegeven.
Indien men de cursor naar ÒNoÓ verplaatst en
daarna op [TAP/ENTER] drukt, wordt het ver-
wijderen geannuleerd en verschijnt het vorige
scherm in de display.
Patronen copiëren
1. Druk op [STYLE]. Het scherm van de patroon-
modus verschijnt op de display
Met vooringestelde patronen:
Met User-patronen
2. Draai aan de VALUE-schijf om een stijl te
selecteren die een patroon bevat dat u als bron voor
de copie wil gebruiken.
3. Druk op [PATTERN] of de [ ] cursortoets om de
cursor naar de patroonnummers te verplaatsen en
draai aan de VALUE- schijf om het patroon te
selecteren dat moet worden gecopieerd
4. Druk op [COPY/INS]. Er verschijnt een bood-
schap waarin gevraagd wordt waar u het patroon
op het scherm wil plaatsen (bestemming van de
copie).
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken
50
Patronen bewerken
Style Name
Pattern Number
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Copy Destination
Pattern Number
Cancel Option
Copy Destination
Pattern Name (8 Characters)
Style Name
Deleted Pattern Number
Pattern Name
Style Name
Pattern Number
Style Name
Pattern Number
Pattern Name (8 Characters)
Copy Destination
Pattern Number
Cancel Option
Copy Destination
Pattern Name (8 Characters)
* Indien men de handeling wil annuleren, moet men de
[ ] cursortoets op “Exit” zetten en daarna
[TAP/ENTER] drukken om naar het vorige scherm
terug te keren.
5. Draai aan de VALUE-schijf om een patroon te
selecteren voor de bestemming van de copie.
6. Druk op [TAP/ENTER] wanneer u een bestem-
ming voor de copie heeft gekozen. Er verschijnt
een boodschap in de display waarin gevraagd
wordt of u de procedure wil uitvoeren.
7 Druk op de []cursortoets om de cursor naar
ÒYesÓ te verplaatsen en druk nogmaals op
[TAP/ENTER] om het patroon te copi‘ren. Het
patroon wordt gecopieerd en dit wordt op het
scherm aangegeven.
Indien men de cursor naar ÒNoÓ verplaatst en
daarna op [TAP/ENTER] drukt, wordt het
copi‘ren geannuleerd en verschijnt het vorige
scherm in de display.
Patronen bewerken
51
Patronen bewerken
Copy Destination Style Name
Copy Destination Pattern Number
Copy Destination Pattern Name
Opnemen
Parameters opnemen
Volgende parameters worden ingesteld in een
opname.
Step
De positie van elk patroon wordt een stap genoemd.
De stap in het begin van een song is nummer 001 en u
kan patronen toewijzen tot een maximale lengte van
999 stappen.
* De langste stap is afhankelijk van de hoeveelheid
beschikbaar geheugen.
Songs maken (Song Recording)
1. Song-modus
Druk op [SONG].
Het Song-modus scherm verschijnt in de display.
fig.0-2b
2. Songs selecteren
Draai aan de VALUE-schijf om het nummer van de
song te selecteren die voor de opname zal worden
gebruikt.
* Song S20 is de demo-song. Deze song kan niet worden
gebruikt voor een opname.
3. Recording Standby
Druk op [REC]. Het lampje van [REC] flikkert en het
toestel wordt in de Song Recording standby-modus
gezet.
fig.6-2c
Het oorspronkelijke tempo veranderen
Men kan het te gebruiken oorspronkelijke tempo
(BPM) instellen wanneer het afspelen van de song
begint. Druk op [BPM] om de INIT BPM-waarde op
te roepen (40.0Ð250.0) en verander daarna de waarde
door middel van de VALUE-schijf.
fig.6-2d
Druk opnieuw op de [ ] cursortoets en de instelling
verandert in INIT BPM = RECOMMEND. Dit
betekent dat de song zal worden afgespeeld met het
standaard tempo dat voor elk patroon is ingesteld.
Druk opnieuw [BPM] om naar het vorige scherm
terug te keren.
De song een naam geven
User-songs kunnen een naam naar keuze krijgen (tot
maximaal 12 lettertekens).
Selecteer de positie van de lettertekens met de cursor-
toets en draai aan de VALUE-schijf om de gebruikte
lettertekens te veranderen.
* Een letter kan worden uitgewist door op [DEL] te
drukken. Om een spatie in te geven moet men op
[COPY/INST] drukken.
4. Begin van de opname
Druk op [START].
Het lampje van [REC] gaat onafgebroken branden.
fig.0-7d
Style Name
Step Number
Pattern Number
Value
Song Name
Hoofdstuk 6 Songs maken
52
Songs maken
5. Invoer
Druk op de cursortoetsen om de cursor naar de stijl-
naam of het patroonnummer te verplaatsen en draai
aan de VALUE-schijf om een patroon te selecteren.
Nadat u een patroon heeft gekozen, drukt u op [STEP -
1/+1] ([STYLE], [PATTERN]) om door de stappen te
lopen.
Patronen verwijderen
Druk op [STEP -1/+1] ([STYLE], [PATTERN]) om naar
de stap met het patroon te gaan dat u wenst te ver-
wijderen. Druk op [DEL]; het patroon in de huidige
stap wordt verwijderd en de volgende stappen van het
patroon worden naar voor verplaatst.
fig.6-2a
Patronen invoegen
Druk op [STEP -1/+1] ([STYLE], [PATTERN]) om naar
de stap met het patroon te gaan dat u wenst in te voe-
gen. Druk op [COPY/INS]; het geselecteerde patroon
(HIP-HOP 1 01) wordt ingevoegd en de volgende
stappen van het patroon worden naar achter ver-
plaatst.
fig.6-2b
Wanneer u het ingevoegde patroon wil veranderen,
moet u aan de VALUE-schijf draaien om een selectie te
maken.
Het patroon bevestigen (Preview)
Druk op [START]. Het lampje van [START] begint te
flikkeren en het patroon van de stap die op dit
moment wordt opgenomen, wordt afgespeeld.
* Terwijl u een patroon speelt, kan u op [STEP -1/+1]
([STYLE], [PATTERN]) drukken om de stappen te
verschuiven.
6. Beëindigen van de opname
Druk op [STOP/CONT]. Het lampje van [REC] begint
opnieuw te flikkeren en de DR-202 wordt in Song
Recording standby-modus gezet.
Teruggaan naar Song Recording
Druk op [START] terwijl het toestel in de Song
Recording standby-modus staat. Het lampje van
[REC] gaat branden en men kan opnieuw opnemen in
de Song Recording-modus.
Beëindigen van een opname
Druk op [STOP/CONT] terwijl het toestel in de
Realtime Recording standby-modus staat. Het lampje
van [REC] dooft uit en de DR-202 keert terug naar de
Song modus.
fig.2-2a
Songs verwijderen
1. Druk op [SONG].
Het scherm van de Song-modus verschijnt in de
display.
fig.0-2b
2. Draai aan de VALUE-schijf om het nummer van de
song te selecteren die u wenst te verwijderen
* Song S20 is de demo-song. Deze song kan niet ver-
wijderd worden.
3. Druk op [DEL].
Er verschijnt een boodschap op het scherm waarin
gevraagd wordt of u de song al dan niet wenst te
verwijderen.
fig.6-4a
* Als u het verwijderen wil annuleren, zorg er dan voor
dat de [ ] cursortoets op “Exit” staat en druk op
[TAP/ENTER] om naar het vorige scherm terug te
keren.
Song Number
Cancel Option
Song Name (12 Characters)
Style Name
Inserted Step Number
Pattern number in the step after inserting
Style Name in the
step after deleting
Deleted Step Number
Pattern Number in the
step after deleting
Hoofdstuk 6 Songs maken
53
Songs maken
4. Ga met de cursor naar het songnummer en druk op
[TAP/ENTER].
Er verschijnt een boodschap waarin gevraagd
wordt of u de song werkelijk wenst te verwijderen.
fig.0-8c: Are You Sure?
5. Om de song te verwijderen, moet u op de [ ] cur-
sortoets drukken, de cursor naar ÒYesÓ verplaatsen
en nogmaals op [TAP/ENTER] drukken.
De song wordt verwijderd en dit wordt op het
scherm meegedeeld. Indien u de cursor naar ÒNoÓ
beweegt en dan op [TAP/ENTER] drukt, wordt de
verwijdering geannuleerd en verschijnt het vorige
scherm in de display.
fig.6-4b
Songs copiëren
1. Druk op [SONG]. Het scherm van de Song-modus
verschijnt in de display.
fig.0-2b
2. Draai aan de VALUE-schijf om het nummer van de
song te selecteren die u als bron voor de copie gaat
gebruiken.
* Song S20 is de demo-song. Deze song kan niet
gecopieerd worden.
3. Druk op [COPY/INS]. Er verschijnt een bood-
schap op het scherm waarin gevraagd wordt waar
u het gecopieerde patroon wil plaatsen (bestem-
ming van de copie).
fig.6-5a
* Druk op de [ ] cursortoets en verplaats de cursor naar
“Exit” indien u het copiëren wil annuleren. Druk op
[TAP/ENTER] om naar het vorige scherm terug te
keren.
4. Draai aan de VALUE-schijf om de doelsong voor
de copie te selecteren.
* Song S20 is de demo-song. Deze song kan niet gebruikt
worden als copieerbestemming.
5. Druk op [TAP/ENTER] wanneer u een
copieerbestemming heeft gekozen. Er verschijnt
een boodschap op het scherm waarin gevraagd
wordt of u het copi‘ren wil verderzetten.
fig.0-8c
6. Druk op de [ ] cursortoets en verplaats de cur-
sor naar ÒYesÓ indien u met copi‘ren wil
verderzetten. Druk nogmaals op [TAP/ENTER].
De song is gecopieerd en dit wordt op het scherm
meegedeeld.
Indien u de cursor naar ÒNoÓ verplaatst en daarna
op [TAP/ENTER] drukt, wordt het copi‘ren
gestopt en verschijnt het vorige scherm in de dis-
play.
fig.6-5b
Copy Destination Song Number
Copy Destination Song Name
Copy Destination Song Number
Cancel Option
Copy Destination Song Name
Deleted Song Number
Song Name
Hoofdstuk 6 Songs maken
54
Songs maken
Naast de 128 vooringestelde kits die in de fabriek in de
DR-202 werden opgeslagen, beschikt het toestel even-
eens over 64 User-kits waarvan u naar believen de
instellingen kan bewerken om volledig nieuwe kits te
maken.
De Kit-instelling veranderen
Zowel de instellingen van de vooringestelde kits als
van de User-kits kunnen worden veranderd.
De veranderingen die aan de User-kits worden aange-
bracht worden opgeslagen. Veranderingen aan
vooringestelde kits worden echter verwijderd wan-
neer de kits worden verwisseld of wanneer de stroom
wordt uitgezet; de originele instellingen van de kits
worden dan hersteld.
Volgende parameters kunnen worden veranderd:
Naam van de kit maximum 11 lettertekens
Instrument: zie de Instrumentenlijst (p.70)
(Parameters van het instrument )
LEVEL: 0–15
PITCH: -100–+100
PAN: Left 7-Center-Right 7
REV/DLY SEND: 0–100
FLANGER SEND: 0–100
CUTOFF: -50–+50
RESONANCE: -50–+50
DECAY: -50–+50
(PARAMETERS VAN DE EFFECTEN )
REVERB/DELAY TYPE:
Small Room, Studio, Club, Lounge, Large Hall, Dark
Hall, Plate 1, Plate 2, Stereo Delay, Pan Delay
REVERB TIME: 0–100
REVERB E.LEVEL: 0–127
DELAY TIME:
5–450 ms, ( ) triolen van een halve noot, ( )
gepunte vierde noten, ( ) vierde noten, ( ) triolen
van vierde noten, ( ) gepunte achtste noten, ( )
achtste noten, ( ) triolen van achtste noten, ( )
gepunte zestiende noten, ( ) zestiende noten, ( )
triolen van zestiende noten
DELAY E.LEVEL: 0–100
DELAY FEEDBACK: 0–127
FLANGER TYPE: Jet Flanger, Soft Flanger,
Hard Flanger, Cold Flanger
FLANGER RATE: 0–100
FLANGER E.LEVEL: 0–127
* Terwijl men kits berwerkt kunnen geen MIDI Program
Change-commando’s ontvangen worden.
Tonen selecteren voor elk
instrument
1. Druk op [KIT].
De kit die in het huidige geselecteerde patroon
wordt gebruikt, verschijnt in de display.
fig.0-4b
2. Draai aan de VALUE-schijf tot de kit waarnaar u
wenst te veranderen in de display verschijnt.
* Vooringestelde kits kunnen worden veranderd, maar de
inhoud van de veranderde instellingen zal echter ver-
wijderd worden wanneer kits worden verwisseld of wan-
neer de stroom wordt uitgezet. Indien u de verander-
ingen wil bewaren, moet u de inhoud van een
vooringestelde kit naar een User-kit copiëren.
3. Wanneer u op de [ ] cursortoets drukt, verandert
de display (de naam van het basinstrument ver-
schijnt in de onderste lijn van de display).
fig.7-1a
4. Draai aan de VALUE-schijf om het instrument te
selecteren dat u wil veranderen.
* Instrumenten kunnen ook geselecteerd worden door de
overeenkomstige slagtoetsen in te drukken. Om baspar-
tijen te selecteren, drukt u op [BASS]; wanneer het
lampje van [BASS] brandt, drukt u op de slagtoets (men
kan op gelijk welke slagtoets drukken).
* Indien u nu de parameters van de effecten instelt,
selecteer dan EFFECTS EDIT.
5. Druk op de [ ] cursortoets om de cursor te ver-
plaatsen naar de parameterwaarde die u wil veran-
deren.
6. Draai aan de VALUE-schijf om de instelling te
maken.
7. Druk op [KIT] wanneer de instelling gemaakt is om
naar het vorige scherm terug te keren.
Instrument Name
Kit Name
Instrument Tone
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
Hoofdstuk 7 Originele kits maken
55
Originele kits maken
De kit een naam geven
1. Druk op [KIT]. De kit die in het huidige gese-
lecteerde patroon wordt gebruikt, verschijnt in de
display.
fig.0-4b
2. Draai aan de VALUE-schijf tot de kit die u van
naam wil veranderen in de display verschijnt.
3. Wanneer men op de [ ] cursortoets drukt veran-
dert de display (de naam van het basinstrument
verschijnt in de onderste lijn van de display).
fig.7-1a
4. Druk op de [ ] cursortoets om naar de cursor
terug te keren en verplaats de cursor naar het begin
van de naam van de kit (in de bovenste lijn).
5. Druk op de cursortoetsen om de cursor naar de let-
tertekens die u wil veranderen, te verplaatsen.
6. Draai aan de VALUE-schijf om de lettertekens te
veranderen.
* Door op [DEL] te drukken kan u lettertekens wissen.
* Door op [COPY/INS] te drukken voegt u spaties in.
7. Druk op [KIT] om naar het vorige scherm terug te
keren wanneer de instelling gemaakt is.
Een kit copiëren
1. Druk op [KIT].
De kit die in het huidige geselecteerde patroon wordt
gebruikt, verschijnt in de display.
fig.0-4b
2. Draai aan de VALUE-schijf tot de kit die u als bron
van de copie wil gebruiken in de display verschijnt.
3. Druk op [COPY/INS].
Er verschijnt een boodschap in de display waarin
naar de bestemming van de copie wordt gevraagd.
fig.7-2a
* Indien u het copiëren wil annuleren, moet u op de [ ]
cursortoets drukken en de cursor naar Exit verplaatsen.
Druk daarna [TAP/ENTER] om naar het vorige scherm
terug te keren.
4. Draai aan de VALUE-schijf om de kit te selecteren
die de bestemming van de copie is.
5. Druk op [TAP/ENTER] wanneer u een kit als
copieerbestemming heeft gekozen. Er verschijnt
een boodschap op het scherm waarin gevraagd
wordt of u het copi‘ren wil verderzetten.
fig.0-8c
6. Druk op de [ ] cursortoets en verplaats de cursor
naar ÒYesÓ indien u met copi‘ren wil doorgaan.
Druk nogmaals op [TAP/ENTER]. De kit is
gecopieerd en dit wordt op het scherm
meegedeeld.
Indien u de cursor naar ÒNoÓ verplaatst en daarna
op [TAP/ENTER] drukt, wordt het copi‘ren
gestopt en verschijnt het vorige scherm in de dis-
play.
fig.7-2b
7. Druk op [KIT] om naar het vorige scherm terug te
keren.
Copy Destination Kit Number
Copy Destination Kit Name
Accent
Octave
Copy Destination Kit Number
Cancel Option
Copy Destination Kit Name
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
Instrument Name
Kit Name
Instrument Tone
Kit Number
Kit Name
Accent
Octave
Hoofdstuk 7 Originele kits maken
56
Originele kits maken
Wat is MIDI?
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een
standaard waaronder elektronische instrumenten en
computers uitvoeringen en andere gegevens kunnen
uitwisselen. Gegevens kunnen verzonden en ont-
vangen worden door toestellen die uitgerust zijn met
MIDI-connectoren wanneer deze toestellen door
MIDI-kabels met elkaar zijn verbonden.
MIDI-connectoren
De DR-202 is voorzien van een MIDI IN en een MIDI
OUT-connector.
fig.8-1a
MIDI IN
Ontvangt gegevens vanuit een aangesloten extern
MIDI-toestel. Is aangesloten op de MIDI OUT connec-
tor van het extern MIDI-toestel.
MIDI OUT
Verstuurt de gegevens van de DR-202. Is aangesloten
aan de MIDI-IN connector van het externe MIDI-toes-
tel. Daarenboven kunnen gegevens die ontvangen
worden via de MIDI-IN connector van de DR-202
ongewijzigd vanuit de MIDI-out connector worden
verzonden wanneer de Soft Through-schakelaar in de
instellingen van de Midi-modus op ON staat.
MIDI-kanalen
MIDI gebruikt kanalen. Deze worden MIDI-kanalen
genoemd (1Ð16), en vertonen gelijkenis met tele-
visiekanalen. Van zodra de toestellen die verzenden
en ontvangen op hetzelfde kanaal zitten, kan men
informatie uitwisselen.
De instellingen van de DR-202 voor drumpartijen, bas-
partijen en externe partijen kunnen elk afzonderlijk
worden gemaakt.
fig.8-1b
fig.8-c
MIDI-informatie die door de DR-
202 wordt verwerkt
Met MIDI kan men verschillende soorten informatie
betreffende uitvoeringen verzenden. Dit gaat gepaard
met een grote verscheidenheid aan gegevenstypes
(commandoÕs). MIDI-informatie wordt onderverdeeld
in informatie die door een kanaal wordt verwerkt
(kanaalcommandoÕs) en informatie die onafhankelijk
van kanalen wordt verwerkt (systeemcommandoÕs).
Informatie die door elk MIDI-kanaal
wordt verwerkt (kanaalcommando’s)
Dit zijn commandoÕs voor het verzenden van infor-
matie die betrekking heeft op handelingen tijdens
uitvoeringen.
Noot-commando’s
Hieronder staan verschillende nootcommandoÕs.
Note Number positie van de slagtoets (register)
Note On: slagtoets wordt ingedrukt
Note Off: slagtoets wordt losgelaten
Velocity: instelling van het accent
* Nootnummers worden door de drum- en de andere partij
(bas- en externe partij) op een andere manier verwerkt .
¥ Drumpartij
Een nootnummer wordt toegewezen aan elk van de 13
slagtoetsen (KICK1, SNARE1, etc.) die de drumpar-
tijen samenstellen. Hierdoor kan elke slagtoets
(KICK1, SNARE1, etc.) verschillende klanken spelen
wanneer hun overeenkomstige nootnummers worden
verzonden. Daarenboven worden 13 andere noot-
nummers (verschillend van de nootnummers voor de
13 gewone klanken) toegewezen voor gebruik met
roll-klanken.
¥ Bas- en externe partijen
De registers worden als zodanig behandeld
Program Change
Men kan de kits van de DR-202 verwisselen.
* Er kunnen geen MIDI Program Change-commando’s
worden ontvangen terwijl men kits aan het bewerken is.
Control Change
Verzenden van modulatie- en panpotinformatie voor
een verhoogde expressie in uitvoeringen. Elke functie
wordt aangeduid met een verschillend controlenum-
mer.
MIDI
OUT
MIDI IN
Sound
Module A
Transmit Channel: 1
Receive Channel: 2
Receive Channel: 1
MIDI THRU
MIDI IN
Sound
Module B
Broadcasting
Station A
T.V. information from many different broadcasting station is
sent through an antena.
Select the channel of the
broadcasting station you
wish to watch
Broadcasting
Station B
Broadcasting
Station C
Hoofdstuk 8 Externe MIDI-apparatuur aansluiten
57
Externe MIDI-
apparatuur aansluiten
Boodschappen die los van de
MIDI-kanalen worden verwerkt
(Systeemcommando’s)
SysteemcommandoÕs omvatten exclusieve comman-
doÕs en andere commandoÕs zoals degene die nodig
zijn voor het synchronizeren en ter voorkoming van
fouten.
System Exclusive commando’s
Deze commandoÕs worden gebruikt bij het opslaan
van patrooninstellingen of algemene instellingen van
de DR-202 in een aangesloten DR-202 of een externe
sequencer.
Gewone commando’s
Tot deze categorie behoort Song Select, waarin u ge•n-
formeerd wordt over de keuze van songs, en Song
Position Pointer, gebruikt voor het aanduiden van de
huidige gespeelde positie in een song.
Realtime commando’s
Dit zijn commandoÕs die gebruikt worden tijdens
gesynchronizeerde uitvoeringen.
Ze omvatten Clock Transmit, gebruikt voor het gelijk-
stellen van tempoÕs, Performance Start/Stop, en
Continue Start (om songs opnieuw te starten die tij-
dens het spelen werden gestopt).
Daarenboven helpen Active Sensing-commandoÕs het
voorkomen van vastgelopen noten wanneer externe
MIDI-toestellen worden gebruikt die met MIDI-kabels
of op een andere manier aangesloten zijn
De MIDI Implementatiekaart
Niet alle MIDI-commandoÕs kunnen tussen alle toe-
stellen worden uitgewisseld; de commandoÕs van het
ene toestel moeten ook worden ondersteund door het
andere toestel waarmee men wil communiceren.
Daarom wordt in de gebruikshandleidingen van
MIDI-toestellen een MIDI-implementatiekaart
gevoegd waardoor de gebruiker snel kan uitmaken
welke andere toestellen compatibel zijn. Door de
MIDI-implementatiekaarten te vergelijken kan men
controleren welke boodschappen kunnen worden uit-
gewisseld.
fig.8-1d (Foldout MIDI Implementation Chart)
MIDI-instellingen
U kan de volgende parameters instellen.
CHANNEL DRUM : 1–16
CHANNEL BASS : 1–16
CHANNEL EXT : 1–16
Stellen de MIDI-kanalen in voor elke partij.
fig.1-4a
PROG CHG SW: OFF, ON
Deze instelling bepaalt of er al dan niet Program
Change-commandoÕs kunnen worden verzonden of
ontvangen.
fig.8-1e
VOLUME SW: OFF, ON
Deze instelling bepaalt of er al dan niet Volume-com-
mandoÕs (Control Change-commandoÕs) kunnen wor-
den ontvangen. Het volume verandert wanneer de
Volume-commandoÕs voor de MIDI-kanalen in elke
partij worden ontvangen.
fig.8-1f
VOLUME DRUM: 0–127
VOLUME BASS: 0–127
VOLUME EXT: 0–127
Stellen het volumeniveau in voor elke partij.
Wanneer de MIDI-volumeschakelaar op ON staat, ont-
vangen de partijen Volume-commandoÕs (Control
Change-commandoÕs) die de waarde van het MIDI-
volume veranderen.
fig.8-1g
TransmitFunction
Fold here
MIDI Device A MIDI Device B
Recognized
Remarks
Hoofdstuk 8 Externe MIDI-apparatuur aansluiten
58
Externe MIDI-
apparatuur aansluiten
EXPRESSION SW: OFF, ON
Deze instelling bepaalt of er al dan niet Expressie-com-
mandoÕs (Control Change-commandoÕs) kunnen wor-
den ontvangen. Het volume verandert wanneer de
Expressie-commandoÕs voor de MIDI-kanalen in elke
partij worden ontvangen
* Het volume van elke partij wordt bepaald door twee
soorten commando’s: Volume-commando’s(Control
Change-commando’s) en Expressie-commando’s (even-
eens Control Change-commando’s). De volumestu-
ringen voor elke partij.werken zoals twee volumestu-
ringen in serie.
fig.8-1h
CONTROL CHG SW: OFF, ON
Bepaalt of er al dan niet Control Change-commandoÕs
worden verzonden of ontvangen (met uitzondering
van Volume- en Expressie-commandoÕs). Wanneer
het toestel de Control Change-commandoÕs ontvangt
die met het MIDI-kanaal van elke partij over-
eenkomen, zullen de relevante parameters (zie MIDI-
implementatie) in dezelfde mate veranderen.
fig.8-1i
THRU SW: OFF, ON
Deze instelling bepaalt of de MIDI-informatie die door
de MIDI IN-connector wordt ontvangen al dan niet
vanuit de MIDI OUT connector verzonden wordt.
fig.8-1j
OUT ASSIGN DRUM: INT, EXT, INT+EXT
OUT ASSIGN BASS: INT, EXT, INT+EXT
Stellen de uitgangsbestemming voor de uitvoeringsin-
formatie van elke partij. Stelt men in op INT, dan
zullen alleen de eigen klanken van de DR-202 spelen
en zal geen uitvoeringsinformatie worden uitgevoerd.
Stel men in op EXT, dan zullen de klanken van de DR-
202 niet spelen, maar zal alleen uitvoeringsinformatie
worden uitgevoerd. Stelt men in op INT+EXT (fa-
brieksinstelling), dan spelen de klanken van de DR-
202 en wordt de uitvoeringsinformatie eveneens uit-
gevoerd.
fig.8-1k
SYNC MODE: INT, MIDI, REMOTE, AUTO
Modus voor instellingen die in gesynchronizeerde
uitvoeringen van externe MIDI-apparatuur en de DR-
202 worden gebruikt.
fig.8-1L: MIDI SYNCHRO
fig.8-1Q
* Als men het toestel aanzet, wordt AUTO automatisch
geselecteerd.
SYS EXCLUS: 17–32
Deze instelling bepaalt of er al dan niet System
Exclusive-commandoÕs worden verzonden en ont-
vangen en stelt het ID-nummer van het toestel in voor
het versturen en ontvangen van commandoÕs. Bij het
versturen of ontvangen van System Exclusive-com-
mandoÕs moet men er voor zorgen dat het ID-nummer
van elk toestel overeenkomt.
fig.8-1m
BULK DUMP: All, SongPattern, Kit, UtilityMIDI
Bewaart de patronen die met de DR-202 zijn gemaakt,
de instellingen van de DR-202 en andere informatie
betreffende een tweede aangesloten DR-202, een
sequencer of een ander toestel.fig.8-1n
¥ All: Verstuurt alle interne instellingen van
de DR-202.
¥ SongPattern: Verstuurt instellingen van songs en
patronen.
¥ Kit: Verstuurt instellingen van kits
¥ UtilityMIDI: Verstuurt de instellingen van
UTILITY en MIDI.
INT
Controlled by the
DR-202 at all times
MIDI
AUTO
REMOTE
START / STOP
Tempo
Performed at the tempo
set by the DR-202
Controlled by the
DR-202
Controlled by the
external MIDI device
Performed at the tempo set
by the MIDI Clock signal
Controlled by the
DR-202
Controlled by the
external MIDI device
Performed at the tempo
set by the DR-202
Controlled by the
DR-202
Controlled by the
external MIDI device
Performed at the tempo
set by the DR-202
Performed at the tempo set
by the MIDI Clock signal
Hoofdstuk 8 Externe MIDI-apparatuur aansluiten
59
Externe MIDI-
apparatuur aansluiten
Instellingen maken
1. Druk op [MIDI]. Het scherm van de MIDI-modus
verschijnt in de display.
* De DR-202 kan tijdens een uitvoering niet in MIDI-
modus worden gezet, zelfs niet wanneer men op [MIDI]
drukt.
fig.1-4a
2. Druk op de [ ] cursortoets om de parameter die
u wil instellen, te selecteren.
3. Draai aan de VALUE-schijf om de instelling te
maken.
4. Druk op [MIDI] om het instellen te be‘indigen.
Bulk Dump uitvoeren
1. Druk op [MIDI]. Het scherm van de MIDI-modus
verschijnt in de display. De DR-202 kan tijdens een
uitvoering niet in MIDI-modus worden gezet, zelfs
niet wanneer men op [MIDI] drukt.
fig.1-4a
2. Druk op de [ ] cursortoets zodat de parameters
van MIDI Bulk Dump verschijnen.
fig.8-1n
3. Draai aan de VALUE-schijf om de te verzenden
gegevens te selecteren.
4. Druk op [TAP/ENTER]; het verzenden begint en
de status tijdens het verzenden verschijnt in de dis-
play.
fig.8-1o
5. Na enkele ogenblikken is het verzenden voltooid .
Dit wordt op het scherm meegedeeld.
fig.8-1p
Bulk Load uitvoeren
Om een Bulk Load uit te voeren, moet aan de vol-
gende voorwaarden voldaan zijn:
¥ het toestel moet in MIDI-modus staan (p.26).
¥ Het toestel mag niet spelen.
Hoofdstuk 8 Externe MIDI-apparatuur aansluiten
60
Connecting External
MIDI Devices
Uitvoeringen synchronizeren
met externe MIDI-toestellen
Wanneer men de DR-202 synchronizeert met een
extern MIDI-toestel, moet men bepalen welk toestel de
handelingen start en stopt en van welk toestel het
tempo zal worden gebruikt.
Synch Mode- instellingen
De Synch Mode-instellingen van de DR-202 worden in
de MIDI-modus gemaakt..
1. Druk op [MIDI]. Het scherm van de MIDI-modus
verschijnt in de display.
* De DR-202 kan tijdens een uitvoering niet in MIDI-
modus worden gezet, zelfs niet wanneer men op [MIDI]
drukt.
fig.1-4a
2. Druk op de [ ] cursortoets om de Synch Mode-
parameter die u wil instellen, te selecteren.
fig.8-1L
3. Draai aan de VALUE-schijf om de Synch Mode-
instelling te maken (INT, MIDI, REMOTE, AUTO,).
fig.8-1q
* Als men het toestel aanzet, wordt AUTO automatisch
geselecteerd.
Aansluitingen maken voor
gesynchronizeerde uitvoeringen
Gebruik een MIDI-kabel om de MIDI OUT-connector
van het meestertoestel en de MIDI IN-connector van
het slaaftoestel te verbinden.
fig.8-3a
External MIDI Device
(MC-50 etc.)
• INT
DR-202
OUT
IN
IN
OUT
OUT
IN
IN
OUT
• MIDI
• REMOTE
• AUTO
INT
Controlled by the
DR-202 at all times
MIDI
AUTO
REMOTE
START / STOP
Tempo
Performed at the tempo
set by the DR-202
Controlled by the
DR-202
Controlled by the
external MIDI device
Performed at the tempo set
by the MIDI Clock signal
Controlled by the
DR-202
Controlled by the
external MIDI device
Performed at the tempo
set by the DR-202
Controlled by the
DR-202
Controlled by the
external MIDI device
Performed at the tempo
set by the DR-202
Performed at the tempo set
by the MIDI Clock signal
Hoofdstuk 8 Externe MIDI-apparatuur aansluiten
61
Externe MIDI-
apparatuur aansluiten
Een SP-202 of MS-1 sturen
Wanneer men de DR-202 aansluit aan een SP-202 of een
MS-1 sampler van Roland (beide afzonderlijk verkocht),
kan men de slagtoetsen van de DR-202 gebruiken om
de samples (stemmen en effecten) te spelen die met
deze samplers zijn opgenomen. Men kan, naast andere
mogelijkheden, ook patronen maken die de klanken
van de DR-202 combineren met de door de samplers
gemaakte klanken.
* De SP-202: Is een van de samplers in de BOSS DR.
reeks. Bij het afspelen of tijdens het maken van een-
voudige samples (opnemen) waarbij een bijgeleverde
CD, een speelplaat, een microfoon, of een andere invoer
wordt gebruikt, kan men filters, time stretch (uistrekken
van tijd) en andere parameters sturen met de knoppen
van de DR-202.
* De MS-1: Is een frase-sampler die voorzien is van een
enkelvoudige sequencer. Men kan er ook meer gede-
tailleerde instellingen op gesampelde frasen mee maken.
Hieronder wordt beschreven hoe het andere toestel
gestuurd wordt, met als voorbeeld de SP-202
.
Stel de nootnummers van de slagtoetsen van de
DR-202 in op dezelfde nootnummers van de slag-
toetsen van de SP-202
1. Zet de stroomschakelaar aan terwijl u [SOURCE]
van de SP-202 ingedrukt houdt. Hierna worden de
MIDI-instellingen van de SP-202 beschreven (deze
instellingen worden bewaard, ook als de stroom
uitgeschakeld wordt).
2. Stel kanaal 1 in als het MIDI-kanaal van de externe
partij. Druk op [MIDI] om de DR-202 in MIDI-
modus te zetten, druk op de [ ] cursortoets om
het MIDI-kanaal (van de externe.partij) te tonen en
draai aan de VALUE-schijf om de instelling te
maken.
* Als de MIDI-kanalen van de DR-202 en de SP-202
overeenstemmen kan om het even welk MIDI-kanaal
worden gebruikt
3. Druk op [BASS] van de DR-202 terwijl men
[SHIFT] ingedrukt houdt. Het lampje van [BASS]
flikkert en de DR-202 kan de externe partij spelen.
4. Stel Octave Shift in door het register te verschuiven
tot dit gelijk is aan de MIDI-noot op het scherm.
Druk op [KIT] om het octaaf in de display te doen
verschijnen, druk op de [ ] cursortoets om de
cursor op het gewenste octaaf te plaatsen en draai
aan de VALUE-schijf om de instelling te maken.
Op dezelfde manier stelt u bij de MS-1 de MIDI-
kanalen in zodat ze overeestemmen en maakt u de
instellingen voor de uitvoering van externe partijen
en voor Octave Shift. Als u de samples van de SP-
202 of de MS-1 in patronen speelt, moet u de hier-
boven beschreven stappen volgen en daarna een
patroon in de externe partij cre‘ren.
Volg de procedure ÒHoofdstuk 4 Patronen opne-
menÓ op pag. 37 om een externe partij op te nemen.
Terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, selecteert u de
gewenste externe partij door op [BASS] te drukken.
* In de originele fabrieksinstellingen van de MS-1
zijn, met uitzondering van de A#-toets, geen samples
toegewezen aan de zwarte toetsen zodat de sample-
klanken voor “KICK2,” “SNARE2,” “HIT1,” en
“HIT2” van de DR-202 niet gespeeld kunnen worden,
zelfs niet als u de slagtoetsen indrukt. Indien u met deze
slagtoetsen samples van de MS-1 wil spelen, moet u ze
toewijzen aan de toetsnamen die met de slagtoetsen van
de DR-202 overeenkomen. Hiervoor volgt u de proce-
dure van “Veranderen van toetsen/toewijzing van slag-
toetsen” (pg 21) van de handleiding van de MS-1.
Note numbers and pads
Pads SOURCE A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8
Note B1 C2
C#2
D2
D#2
E2 F2
F#2
G2
Note number
35 36 37 38 39 40 41 42 43
Pads B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8
Note
G#2
A2
A#2
B2 C3
C#3
D3
D#3
Note number
44 45 46 47 48 49 50 51
Pads C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Note E3 F3
F#3
G3
G#3
A3
A#3
B3
Note number
52 53 54 55 56 57 58 59
Pads D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8
Note C4
C#4
D4
D#4
E4 F4
F#4
G4
Note number
60 61 62 63 64 65 66 67
Receive channel: 1
Monitor Speaker
(BOSS MA-12 etc.)
AC adaptor
(PSA series)
Stereo Headphones
SOURCE MIX = ON
AC adaptor
(PSA series)
Hoofdstuk 8 Externe MIDI-apparatuur aansluiten
62
Externe MIDI-
apparatuur aansluiten
Utility-instellingen
Volgende parameters zijn beschikbaar.
LCD CONTRAST: 0–10
Past het contrast van de display aan.
fig.1-4b
FOOT SWITCH ASSIGN:
StartStop, ContStop, KICK1, KICK2, SNARE1,
SNARE2, CLOSED HH, OPEN HH, RIDE, CLASH,
PERC1, PERC2, HIT1, HIT2, HIT3
Bepaalt de functie die moet worden uitgevoerd door
de voetschakelaar die aan de FOOT SWITCH-jack
(aan de achterzijde van het toestel) is aangesloten.
* Deze functie werkt niet tijdens een opname.
fig.9-1a
¥ StartStop: Werkt in de Song- of patroonmodus
net als [START] en [STOP/CONT]
(alleen STOP).
¥ ContStop: Werkt in de Song- of Patroonmodus
net als [STOP/CONT].
¥ KICK1ÐHIT3: Al deze instrumenten kunnen
gespeeld worden wanneer men de
pedaal gebruikt.
AVAIL MEMORY: 0–100%
Geeft het resterende geheugen weer dat door de songs
en de patronen gedeeld wordt.
* Deze parameter kan niet worden ingesteld.
fig.9 - 1b
Strong Beat INST:
808RIM, 909RIM, Click, Drystk, TriaOp, TriaMt,
Claves
Selecteert het instrument voor het klikgeluid van de
metronoom dat in Realtime Recording aan het begin
van een maat wordt gespeeld.
fig.9-1c
Weak Beat INST:
808RIM, 909RIM, Click, Drystk, TriaOp, TriaMt,
Claves
Selecteert het instrument voor het klikgeluid van de
metronoom dat in Realtime Recording op alle noten
behalve die aan het begin van een maat wordt
gespeeld.
fig.9 -1d
Strong Beat LEVEL: 0–15
Bepaalt het volume van het klikgeluid van de
metronoom dat in Realtime Recording aan het begin
van een maat wordt gespeeld.
fig.9-1E
Weak Beat Level: 0–15
Bepaalt het volume van het klikgeluid van de
metronoom dat in Realtime Recording op alle noten
behalve die aan het begin van een maat wordt
gespeeld.
fig.9-1f
Parameters instellen
1. Druk op [UTILITY]. Het scherm van deUtility -
modus verschijnt in de display.
fig.1-46
2. Druk op de [ ]cursortoets om de in te stellen
parameter te selecteren.
3. Draai aan de VALUE-schijf om de waarde in te
stellen.
Instrument Name
Number
Instrument Name
Number
Hoofdstuk 9 Andere functies (Utility-modus)
63
Andere functies
(Utility-modus)
Probleem: Er is geen klank
oorzaakDe DR-202 of het aangesloten toestel staat
niet aan.
Zet, terwijl het volume uit staat, eerst het
aangesloten toestel aan, zet daarna de DR-
202 zelf aan (p.10,11).
oorzaakHet volume van de DR-202 of een aange-
sloten toestel staat uit.
Zet het volume hoger (p.11).
oorzaakAudio-kabels, MIDI-kabels of andere zijn
niet juist aangesloten.
Sluit de kabels naar behoren aan terwijl de
stroom uit staat (p.10).
oorzaakAlle instrumenten staan uit (Mute-functie).
Druk op [MUTE]. [MUTE] gaat branden en
de Mute-status verschijnt in de display.
Als [SHIFT] ingedrukt is terwijl men op
[MUTE] drukt, worden alle ÒmutesÓ opge-
heven (All Mute Lift-functie) (p.32).
oorzaakDe toonhoogte van de klank overschrijdt
het aanvaardbare bereik van toonhoogten
(Octave Shift).
Druk op [KIT] om naar het scherm van
[KIT] te gaan. Druk op de [ ] cursortoets
om de cursor naar Octave (onderaan rechts
in de display) te verplaatsen en draai daar-
na aan de VALUE-schijf om naar Octave
Shift (p.35) te gaan.
oorzaakOutput Assign is op EXT ingesteld, zodat
de uitvoeringsinformatie niet naar de
interne klankgenerator wordt verzonden..
Druk op [MIDI] om naar het scherm van
MIDI-Mode te gaan. Druk op de [ ] cur-
sortoets om Output Assign op te roepen en
draai aan de VALUE-schijf om de instellin-
gen naar INT of INT+EXT te veranderen
(pg . 59, 60).
Probleem: Er is klank met tussenpozen.
oorzaakU probeert meer dan de maximale simul-
tane polifonie (24 stemmen) uit te drukken.
verminder het aantal gespeelde klanken
(pg..25).
Probleem: De uitvoering start niet, zelfs
niet wanneer men op [START]
drukt.
oorzaakDe Synch-modus werd naar MIDI over-
geschakeld en de DR-202 wacht op het
startsignaal van het extern MIDI-toestel.
Druk op [MIDI] om naar het scherm van de
MIDI-modus te gaan. Druk op de[ ] cur-
sortoets om de Synch-modus op te roepen
en draai aan de VALUE-schijf om de
instelling in INT te veranderen (pg .59, 60).
Probleem: Er worden geen effecten
toegepast.
oorzaakDe verzendniveaus van het instrumentef-
fect in de kit zijn verminderd.
Druk op [KIT] om naar het scherm van Kit
te gaan. Druk op de [ ] cursortoets tot
het verzendniveau naar de reverb/delay of
flanger in de display verschijnt. Druk op
de slagtoets van om het even welk instru-
ment waarvoor de effecten niet werden
toegepast om dit instrument te selecteren
en draai aan de VALUE-schijf om de
instelling te veranderen (pg.55).
oorzaakHet niveau van het echo-effect is verlaagd.
Drraai aan de REV/DLY-knop. Druk op de
[ ] cursortoets tot het niveau van het
echo-effect in de display verschijnt en draai
daarna aan de VALUE-schijf om de
instelling te veranderen. (pg. 30, 31).
Probleem: De pitch is verschoven.
oorzaakDe toonhoogten van de instrumenten wer-
den verschoven.
Druk op [KIT] om het scherm van Kit op te
roepen. Druk op de [ ] cursortoets tot de
pitch in de display verschijnt. Selecteer de
instrumenten door op de slagtoets te
drukken van elk instrument waarnaar de
pitch verschoven is en draai daarna aan de
VALUE-schijf om de instelling te veran-
deren (pg .55).
Problemen oplossen
64
Problemen oplossen
Wanneer er geen klank gemaakt kan worden of wanneer handelingen fout lopen, moet u eerst onderstaande
punten controleren. Gelieve uw Roland-verdeler of het dichtsbij gelegen Roland Service Center te contacteren
als het toestel daarna nog steeds niet naar behoren werkt.
* Roland is niet verantwoordelijk voor het verlies of de beschadiging van gegevens of opgenomen inhoud.
Probleem: Tijdens het afspelen is de klank
zwaar en onsamenhangend.
oorzaakAls een patroon of een extreem grote
hoeveelheid geheugen gebruikt, of veel
knopbewegingen bevat, is het mogelijk dat
het afspelen van het patroon ÒkleverigÓ en
onsamenhangend wordt. Daarenboven kan
dit probleem zich ook voordoen wanneer
het tempo sneller dan nodig wordt gezet.
Verwijder elke overbodige noot- of knopbe-
weginginformatie (pg. 45Ð51).
Probleem: Er kunnen geen patronen wor-
den opgenomen.
oorzaakDe DR-202 kan niet in Recording standby
worden gezet wanneer een vooringesteld
patroon geselecteerd is.
Druk op [STYLE] en draai aan de VALUE-
schijf om de User-stijlen te selecteren
(USER). Druk op [PATTERN] en draai aan
de VALUE-schijf om het op te nemen
patroon te selecteren. (p.38).
oorzaakEr is niet genoeg resterend geheugen.
Druk op [UTILITY] en druk op de [ ] cur-
sortoets om het resterend geheugen op te
roepen. Indien er geen geheugen overblijft,
moet u overbodige gegevens uit User-patro-
nen of User-songs verwijderen (of indien
nodig de gegevens bewaren met Bulk
Dump) om voor verder gebruik geheugen
vrij te maken (pg. 63, 45Ð54).
Probleem: Er kunnen geen songs worden
opgenomen.
oorzaakDe DR-202 kan niet in Recording standby
worden gezet wanneer een de demo-song
(S20) geselecteerd is.
Draai aan de VALUE-schijf om de op te
nemen song (niet S20) te selecteren (pg. 25).
oorzaakEr is niet genoeg resterend geheugen
Druk op [UTILITY] en druk op de [ ] cur-
sortoets om het resterend geheugen op te
roepen. Indien er geen geheugen overblijft,
moet u overbodige gegevens uit User-patro-
nen of User-songs verwijderen (of indien
nodig de gegevens bewaren met Bulk
Dump) om voor verder gebruik geheugen
vrij te maken (pg. 63, 45Ð54).
Probleem: Het display-scherm is niet goed
zichtbaar.
oorzaakHet contrast is niet juist afgesteld.
Druk op [UTILITY] om de instelling van het
LCD-contrast op te roepen en draai aan de
VALUE-schijf om de instellingen te veran-
deren. (pg. 63).
Probleem: Er worden geen klanken van
het externe MIDI-toestel gespeeld
oorzaakDe MIDI-kabel is niet goed aangesloten.
Zet de stroom uit en sluit de MIDI OUT-
connector van de DR-202 opnieuw aan op
de MIDI IN-connector van het externe
MIDI-toestel (pg. 10, 62).
oorzaakOutput Assign is op INT ingesteld, en de
uitvoeringsinformatie wordt niet naar het
externe MIDI-toestel verzonden..
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om Output Assign op te roepen
en draai aan de VALUE-schijf om de
instelling te veranderen naar EXT of
INT+EXT (pg . 59, 60).
oorzaakDe MIDI-kanalen komen niet overeen en het
externe MIDI-toestel erkent de verstuurde
uitvoeringsinformatie niet..
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om het MIDI-kanaal te tonen en
draai aan de VALUE-schijf om de instelling
te veranderen. Gelieve naar de handleiding
van het externe MIDI-toestel te verwijzen
voor de procedures betreffende de instelling
van de MIDI-kanalen van dit toestel (pg. 58,
60).
oorzaakHet externe MIDI-toestel kan geen klanken
voortbrengen omdat de nootnummers niet
overeenstemmen..
Controleer de nootnummers die het externe
MIDI-toestel kan gebruiken om klanken te
spelen en de nootnummers die de DR-202
verzendt (zie de documentatie, met name de
MIDI-implementatiekaart van elk toestel)
(pg. 34).
Probleem: Er worden geen commandoÕs
ontvangen van de MIDI Program
Change.
oorzaakDe schakelaar van MIDI Program Change is
op OFF gezet zodat de informatie niet wordt
verzonden en ontvangen.
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om de schakelaar van MIDI
Program Change te tonen en draai aan de
VALUE-schijf om de instelling op ON te
zetten (pg. 58, 60).
Problemen oplossen
65
problemen oplossen
Probleem: MIDI Volume-commandoÕs
hebben geen effect op het
volume.
oorzaakDe schakelaar van het MIDI-volume staat
op OFF, waardoor de informatie niet wordt
ontvangen.
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om de schakelaar van het MIDI-
volume op te roepen en draai aan de
VALUE-schijf om de instelling naar ON te
veranderen. (pg. 58, 60).
Probleem: MIDI Expression-commandoÕs
hebben geen effect op het
volume.
oorzaakDe schakelaar van MIDI Expression staat op
OFF, de informatie wordt niet ontvangen.
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om de schakelaar van MIDI-
Expression op te roepen en draai aan de
VALUE-schijf om de instelling naar ON te
veranderen (p. 59, 60).
Probleem: Control Change-commandoÕs (uit-
gezonderd volume- en expressiecom-
mandoÕs) hebben geen effect op de
overeenstemmende parameters.
oorzaakDe schakelaar van MIDI Control Change
staat op OFF, waardoor de informatie niet
wordt ontvangen
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om de schakelaar van MIDI
Control Change op te roepen en draai aan
de VALUE-schijf om de instelling naar ON
te veranderen (p.59, 60).
Probleem: MIDI-commandoÕs die in de
MIDI IN-connector worden ont-
vangen worden niet door MIDI
OUT uitgevoerd.
oorzaakDe schakelaar van MIDI THRU staat op
OFF, en MIDI-commandoÕs die in de MIDI
IN-connector worden ontvangen worden
niet door MIDI OUT uitgevoerd.
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om de schakelaar van MIDI
THRU op te roepen en draai aan de
VALUE-schijf om de instelling naar ON te
veranderen (p.59, 60).
Probleem: Er worden geen System
Exclusive-commandoÕs ont-
vangen.
oorzaakHet van System Exclusive toestel ID-num-
mer stemt niet overeen met het ID-nummer
van het ontvangende toestel zodat de infor-
matie niet kan ontvangen worden..
Druk op [MIDI] om het scherm van de
MIDI-modus op te roepen. Druk op de [ ]
cursortoets om het ID-nummer van System
Exclusive op te roepen en draai aan de
VALUE-schijf om de instelling te veran-
deren (p. 59, 60).
oorzaakDe informatie kan niet ontvangen worden
omdat een patroon of een song uitgevoerd
wordt op het ontvangende toestel.
Zet de uitvoering van het patroon of de
song stop en begin opnieuw met het verzen-
den van de System Exclusive-commandoÕs.
oorzaakDe informatie kan niet ontvangen worden
omdat er een Bulk Dump-procedure loopt
op het ontvangende toestel.
Zet de Bulk Dump-procedure stop en begin
opnieuw met het verzenden van de System
Exclusive-commandoÕs.
Probleem: De pitch kan niet juist worden
verhoogd met Portamento- of
Pitch Bend-commandoÕs die
vanuit een extern MIDI-toestel
worden verstuurd.
oorzaakDe toonhoogte van een aantal basinstru-
menten kan slechts tot een bepaald niveau
worden verhoogd.
Gebruik een ander basinstrument.
Probleem: Opnames kunnen niet correct
gestart of gestopt worden met een
Start/Stop-commando vanuit een
extern MIDI-toestel tijdens
Realtime Recording.
oorzaakEen interval tussen een Start- en een Stop-
commando is zeer kort.
Maak het interval ten minstens ŽŽn maat
lang.
Problemen oplossen
66
Problemen oplossen
fig.10-2a
De werkingsbatterijen van de DR-202 (zes
droge batterijen, type LR6 (AA)) zijn bijna
leeggelopen.
Vervang ze door nieuwe batterijen.
fig.10-2b
De backup-batterij van de DR-202 is bijna
leeggelopen (deze foutmelding verschijnt bij
het aanzetten van de stroom).
Contacteer onmiddellijk uw verdeler of het dichts-
bij gelegen Roland service om de backup-batterij te
vervangen.
fig.10-2c
Er is een probleem met de MIDI-
kabelaansluiting.
Controleer of de kabel niet uitgetrokken of kortge-
sloten is.
fig.10-2d
De DR-202 ontvangt te veel MIDI-commando’s
tegelijk om ze te kunnen verwerken
Verminder het aantal MIDI-commandoÕs dat door
de DR-202 wordt ontvangen..
fig.10-2e
De waarde van het controletotaal van System
Exclusive dat werd ontvangen was niet juist
Corrigeer de waarde van het controletotaal
fig.10-2f
Het User-geheugen volstaat niet voor het
opslaan van uitvoeringsinformatie in een
patroon of voor het copiëren van een song of
een patroon.
Het User-geheugen volstaat niet voor
Realtime recording of Step recording.
Gebruik indien nodig Bulk Dump om gegevens in
een extern MIDI-toestel op te slaan en verwijder
daarna alle overbodige patronen en songs.
fig.10-2h
Het geheugen van de DR-202 is mogelijk
beschadigd
Probeer een Factory Reset uit te voeren (zie Snel
starten). Als het probleem hiermee niet is opgelost,
moet u het dichtsbij gelegen Roland Service Center
contacteren.
fig.10-2i
Er zijn veel te veel uitvoeringsgegevens zodat
het toestel niet kan opnemen of afspelen
Los de situatie als volgt op:
1. Keer terug naar de Recording Standby-modus.
2. Verminder de BPM (verlaag het tempo).
3. Probeer het aantal uitvoeringsgegevens te
verminderen.
Lijst van foutmeldingen
67
Lijst van
foutmeldingen
Wanneer er een fout optreedt in een handeling of wanneer een handeling niet correct kan worden uitgevoerd,
wordt er een foutmelding getoond. Neem de gepaste maatregelen die door de foutmelding worden aangegeven.
Kits
KIT NAME Naam van de kit Maximum 11 lettertekens
INST Instrument Zie instrumentenlijst (pg.70)
Instrumenten....................................................................................................
LEVEL Niveau 0Ð15
PITCH Toonhoogte -100Ð+100
PAN Stereobeeld Links 7-Midden-Rechts 7
REV/DLY SEND Verzendniveau van galm en echo 0Ð100
FLANGER SEND Verzendniveau van de flanger 0Ð100
CUTOFF Wegsnijden -50Ð+50
RESONANCE Resonantie -50Ð+50
DECAY Uitsterftijd -50Ð+50
Effecten ............................................................................................................
REVERB/DELAY TYPE Galm/echo-type Small Room, Studio, Club, Lounge, Large Hall,
Dark Hall, Plate 1, Plate 2, Stereo Delay, Pan
Delay
REVERB TIME Galmtijd 0Ð100
REVERB E.LEVEL Effectniveau van de galm 0Ð127
DELAY TIME Echotijd 5Ð450 ms, ( ) triolen van een halve noot( )
gepunte vierde noten ( ) vierde noten , ( )
triolen van een vierde noot ( ) gepunte achtste
noten, ( ) achtste noten, ( ) triolen van een
achtste noot, ( ) gepunte zestiende noten, ( )
zestiende noten, ( ) triolen van zestiende
noten
DELAY E.LEVEL Effectniveau van de echo 0Ð100
DELAY FEEDBACK Feedback van de echo 0Ð127
FLANGER TYPE Flanger-type Jet Flanger, Soft Flanger, Hard Flanger, Cold
Flanger
FLANGER RATE Flangersnelheid 0Ð100
FLANGER E.LEVEL Effectniveau van de flanger 0Ð127
Patronen
STYLE Stijl Zie de Lijst van vooringestelde patronen (p.72)
PATTERN Patroon Zie de Lijst van vooringestelde patronen(p.72)
PATTERN NAME Naam van het patroon Maximum 8 lettertekens
Q ( QUANTIZE) Gelijkleggen op de maat ( ) vierde noot, ( ) triool van een vierde noot
, ( ) achtste noot, ( ) triool van een achtste
noot, ( ) zestiende noot, ( ) triool van
zestiende noten, ( ) twee‘ndertigste noot,
()
triool van twee‘ndertigste noten , Hi (4 x 96
= 384ste noot
GROOVE TEMPLATE Groove -modellen Zie de Grovve Template lijst(p.79)
M (MEASURE) Aantal maten 1Ð8
B (BEAT) Slag 1/4, 2/4, 3/4, 4/4
TICK TIME Tiktijd 1Ð100 Ð 4Ð495 (vier maten, vier slagen per maat)
NOTE Naam van de noot C, C#, D, D#, E, F, F#, G, G#, A, A#, B
OCT (OCTAVE) Octaaf -keuze 0Ð7
Parameterlijst
68
Parameterljst
G (GATE TIME) Poorttijd 0001Ð2047
ACC, A (ACCENT) Accent 1Ð8
SHIFT Tijdkeuze -12Ð+12
PORTAMENTO Portamento OFF, ON
PORTAMENTO T. Portamentotijd 0Ð127
Setup-informatie................................................................................................
KIT Kit Zie de Lijst van de vooringestelde kits (p.71)
BPM Standaard Tempo (RECOMMEND) 40.0Ð250.0
ROLL TYPE Roll-type Zie de lijst van Roll-types(p.71)
ROLL SPEED Roll-snelheid 0Ð127
MUTE Uitzetten O, X
Songs
SONG NAME Naam van de song Maximum 12 lettertekens
INIT BPM Eerste BPM (Tempo) 40.0Ð250.0, RECOMMEND
UTILITY
LCD CONTRAST LCD-contrast 0Ð10
FOOT SWITCH ASSIGN Toewijzing van de voetschakelaar StartStop, ContStop, KICK1, KICK2, SNARE1,
SNARE2, CLOSED HH, OPEN HH, RIDE,
CLASH, PERC1, PERC2, HIT1, HIT2, HIT3
AVAIL MEMORY Beschikbaar geheugen 0Ð100%
Strong Beat INST Sterk slaginstrument 808RIM, 909RIM, Click, Drystk, TriaOp, TriaMt,
Claves
Weak Beat INST Zwak slaginstrument 808RIM, 909RIM, Click, Drystk, TriaOp, TriaMt,
Claves
Strong Beat LEVEL Sterk slagniveau 0Ð15
Weak Beat LEVEL Zwak slagniveau 0Ð15
MIDI
CHANNEL DRUM MIDI-kanaal (Drumpartij) 1Ð16
CHANNEL BASS MIDII-kanaal (Baspartij) 1Ð16
CHANNEL EXT MIDI-kanaal (Externe partij) 1Ð16
PROG CHG SW MIDI Program Change-schakelaar OFF, ON
VOLUME SW MIDI Volume-schakelaar OFF, ON
VOLUME DRUM MIDI Volume (Drumpartij) 0Ð127
VOLUME BASS MIDI Volume (Baspartij) 0Ð127
VOLUME EXT MIDI Volume (Externe partij) 0Ð127
EXPRESSION SW MIDI Expression-schakelaar OFF, ON
CONTROL CHG SW MIDI Control Change- schakelaar OFF, ON
THRU SW MIDI Thru-schakelaar OFF, ON
OUT ASSIGN DRUM Output Assign(Drumpartij) INT, EXT, INT+EXT
OUT ASSIGN BASS Output Assign (Baspartij) INT, EXT, INT+EXT
SYNC MODE Synchro Modus INT, MIDI, AUTO, REMOTE
SYS EXCLUS
System Exclusivetoestel- ID-nummer
17Ð32
BULK DUMP MIDI Bulk Dump All, SongPattern, Kit, UtilityMIDI
Parameterlijst
69
Parameterlijst
Nr. Naam Stem
00 FingB1 2
01 FingB2 2
02 FingB3 2
03 PickB1 2
04 PickB2 2
05 SlapB1 2
06 SlapB2 2
07 SlapB3 2
08 AcosB1 2
09 AcosB2 2
10 WoodB1 2
11 WoodB2 2
12 FrtlsB 2
13 Acid B 2
14 DistTB 2
15 SqswTB 2
16 DsinTB 2
17 DublTB 2
18 SqurTB 2
19 ResoTB 2
20 DsawTB 2
21 Saw TB 2
22 AcosTB 2
23 TBPadB 2
24 SolidB 2
25 HouseB 2
26 TechnB 2
27 SineB1 2
28 SineB2 2
29 BreakB 2
30 Soul B 1
31 OrganB 2
32 5thOgB 2
33 ResOgB 2
34 101 B1 2
35 101 B2 2
36 101 B3 2
37 MG B1 2
38 MG B2 2
39 SquarB 2
40 Saw B1 2
41 Saw B2 2
42 Saw B3 2
43 Hi-PFB 2
44 ElecB1 2
45 ElecB2 2
46 SwPnkB 2
47 NoizB1 2
48 NoizB2 2
Nr. Naam Stem
49 808 K1 1
50 808 K2 2
51 808 K3 2
52 909 K1 2
53 909 K2 2
54 606DSK 2
55 707 K 2
56 AbstrK 2
57 Jazz K 2
58 Cave K 2
59 BriteK 2
60 BreakK 2
61 PillwK 2
62 HiHpK1 2
63 HiHpK2 2
64 HiHpK3 2
65 Dist K 2
66 ElectK 2
67 MG bdK 1
68 PB300K 2
69 TightK 2
70 JnglK1 2
71 JnglK2 2
72 ScrbdK 1
73 Gate K 2
74 Roll K 1
75 SmashK 2
76 Dark K 2
77 99TecK 2
78 Lofi K 2
79 KnockK 2
80 808 S1 1
81 808 S2 1
82 909 S1 1
83 909 S2 2
84 606DSS 2
85 707 S 2
86 CR78 S 1
87 HpdisS 2
88 East S 1
89 Pop S 2
90 AbstrS 1
91 JazzS1 1
92 HipHpS 2
93 UrbanS 2
94 Drmn S 2
95 JnglS1 2
96 JnglS2 2
97 HeadzS 2
98 ScrchS 1
99 Rock S 2
100 BigBtS 2
Nr. Naam Stem
101 ElecS1 1
102 StandS 2
103 Fat1 S 2
104 HpRm S 1
105 RegaeS 2
106 R8tapS 1
107 Brasrl 1
108 OldElS 2
109 JazzS2 2
110 LightS 2
111 78scrS 2
112 FatdsS 2
113 ElecS2 2
114 RitRmS 2
115 WoodyS 2
116 Tamb S 2
117 HpFatS 2
118 Slap S 2
119 DrmRmS 2
120 LooseS 2
121 Cool S 2
122 77mt S 2
123 TecRmS 2
124 Clap S 2
125 Perc S 2
126 Slit S 2
127 JBeatS 2
128 BreakS 2
129 808RIM 1
130 909RIM 1
131 PB30Rm 1
132 RagaRm 2
133 Click 1
134 Drystk 1
135 6DSCLP 1
136 88DSCP 1
137 909CLP 1
138 RealCP 1
139 ClapCP 2
140 FnkyCP 1
141 FunkCP 1
142 DwnCLP 1
143 SnarCP 2
144 ShtCLP 2
145 AtcCLP 2
146 Snap 1
147 FngSNP 1
148 808Tm1 2
149 808Tm2 2
150 808Tm3 2
151 909Tm1 2
152 909Tm2 2
Nr. Naam Stem
153 909Tm3 2
154 DRTom1 2
155 DRTom2 2
156 DRTom3 2
157 ElecT1 2
158 ElecT2 2
159 ElecT3 2
160 OLDTm1 1
161 OLDTm2 1
162 808 CH 1
163 909 CH 1
164 707CHH 1
165 78 CHH 1
166 ElecCH 1
167 HpHpCH 1
168 NOIZCH 2
169 JnglHH 1
170 RelCH1 1
171 RelCH2 1
172 Pop CH 1
173 808 OH 1
174 909 OH 1
175 707OHH 1
176 HpHpOH 1
177 NOIZOH 2
178 RelOH1 1
179 RelOH2 1
180 Pop OH 1
181 BrekOH 1
182 PdlCHH 1
183 808Cym 1
184 909Cym 1
185 CrashC 1
186 DrumnC 2
187 SplshC 1
188 707RdC 1
189 909RdC 1
190 RideC1 1
191 RideC2 1
192 RidBlC 1
193 808Cow 1
194 Cowbel 1
195 808Cng 1
196 BongoH 2
197 BongoL 2
198 CongaH 2
199 CongaL 2
200 CongMt 1
201 Marcas 1
202 Shaker 1
203 SurdMt 1
204 SurdOP 1
Nr. Naam Stem
205 SrdOPL 1
206 Tamb1 1
207 Tamb2 1
208 TimblH 1
209 TimblL 1
210 TriaOp 1
211 TriaMt 1
212 GuiroS 1
213 GuiroL 1
214 Claves 1
215 AgogoH 1
216 AgogoL 1
217 MtCuia 1
218 OpCuia 1
219 Bell 1
220 WhislL 1
221 WhislS 1
222 Bounce 1
223 IrnDor 1
224 ComeOn 1
225 TBShot 1
226 HpHpHT 1
227 PinkHT 1
228 WhitHT 1
229 BackHT 1
230 Philly 1
231 RecrdN 1
232 Scrt 1 1
233 Scrt 2 1
234 Scrt 3 1
235 Scrt 4 1
236 Scrt 5 1
237 Scrt 6 1
238 Scrt 7 1
239 Scrt 8 1
240 WindNZ 1
241 CowHit 2
242 TeckBP 2
243 Beep 1
244 Bombb 2
245 MGBLIR 1
246 MGBLP1 1
247 MGBLP2 1
248 REZNIZ 1
249 RevClp 1
250 RevSnr 1
251 Rev HH 1
252 RevCym 1
253 RevTmb 1
254 RevFx1 1
255 RevFx2 1
Instrumentenlijst
70
Instrumentenlijst
BAS DRUM
Nr Naam
P000 HipHop 1
P001 HipHop 2
P002 HipHop 3
P003 HipHop 4
P004 HipHop 5
P005 HipHop 6
P006 HipHop 7
P007 HipHop 8
P008 HipHop 9
P009 HipHop 10
P010 HipHop 11
P011 HipHop 12
P012 HipHop 13
P013 HipHop 14
P014 HipHop 15
P015 HipHop 16
P016 HipHop 17
P017 HipHop 18
P018 HipHop 19
P019 HipHop 20
P020 HipHop 21
P021 HipHop 22
P022 HipHop 23
P023 HipHop 24
P024 HipHop 25
P025 HipHop 26
P026 HipHop 27
P027 HipHop 28
P028 BASS
P029 Abstract 1
P030 Abstract 2
P031 Abstract 3
P032 Abstract 4
P033 Abstract 5
P034 Abstract 6
P035 TR-808 1
P036 TR-808 2
P037 TR-909
P038 TR-707&78
P039 606 DST
P040 House 1
P041 House 2
P042 House 3
P043 House 4
P044 House 5
Nr Naam
P045 House 6
P046 House 7
P047 House 8
P048 House 9
P049 Eurobeat
P050 Jungle 1
P051 Jungle 2
P052 Jungle 3
P053 Jungle 4
P054 Drum’n’Bs 1
P055 Drum’n’Bs 2
P056 Drum’n’Bs 3
P057 Drum’n’Bs 4
P058 Drum’n’Bs 5
P059 Drum’n’Bs 6
P060 Drum’n’Bs 7
P061 Drum’n’Bs 8
P062 Drum’n’Bs 9
P063 Drum’n’Bs10
P064 Drum’n’Bs11
P065 Drum’n’Bs12
P066 Techno 1
P067 Techno 2
P068 Techno 3
P069 Techno 4
P070 Techno 5
P071 Techno 6
P072 Techno 7
P073 Techno 8
P074 Techno 9
P075 Electro 1
P076 Electro 2
P077 Hardcore
P078 Industrial1
P079 Industrial2
P080 Ambient 1
P081 Ambient 2
P082 Acid Jazz 1
P083 Acid Jazz 2
P084 Acid Jazz 3
P085 Acid Jazz 4
P086 Acid Jazz 5
P087 Acid Jazz 6
P088 Acid Jazz 7
P089 Acid Jazz 8
Nr Naam
P090 Acid Jazz 9
P091 Acid Jazz10
P092 Acid Jazz11
P093 Acid Jazz12
P094 Acid Jazz13
P095 Latin 1
P096 Latin 2
P097 Latin 3
P098 Latin 4
P099 Latin 5
P100 Latin 6
P101 Latin 7
P102 Latin 8
P103 Big Beat 1
P104 Big Beat 2
P105 Big Beat 3
P106 Big Beat 4
P107 Big Beat 5
P108 Rock 1
P109 Rock 2
P110 Standard 1
P111 Standard 2
P112 Hard Rock
P113 Metal
P114 Fusion 1
P115 Fusion 2
P116 Latin Rock
P117 Jazz 1
P118 Jazz 2
P119 Jazz 3
P120 R&B
P121 Funk 1
P122 Funk 2
P123 Funk 3
P124 Ballade
P125 Reggae
P126 Pop
P127 Percussion
Lijst van vooringestelde kits
71
Lijst van
vooringestelde kits
HIP-HOP 1
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Hip Hop East 95 2 P002
02 Hip Hop East 92 4 P000
03 Hip Hop East 92 4 P000
04 Hip Hop East 90 2 P002
05 Hip Hop East 90 2 P002
06 Hip Hop East 93 4 P001
07 Hip Hop East 93 4 P001
08 Hip Hop East 100 2 P000
09 Hip Hop East 95 2 P000
10 Hip Hop East 97 2 P001
11 Hip Hop East 97 2 P001
12 Hip Hop East 91 4 P006
13 Hip Hop West 100 4 P005
14 Hip Hop West 100 4 P005
15 Hip Hop West 105 4 P005
16 Hip Hop West 98 2 P006
17 Hip Hop West 98 2 P006
18 Hip Hop Old School 102 2 P017
19 Hip Hop Old School 102 2 P017
20 Hip Hop Old School 100 2 P015
21 Hip Hop Old School 100 2 P015
22 Hip Hop Old School 110 2 P016
23 Hip Hop Old School 110 4 P016
24 Hip Hop Old School 110 2 P017
25 Hip Hop Old School 110 2 P017
26 G.Funk 91 4 P007
27 G.Funk 91 4 P007
28 G.Funk 96 4 P007
29 G.Funk 96 4 P007
30 G.Funk 91 4 P007
31 G.Funk 91 4 P007
32 Hip Hop Rock 98 4 P020
33 Hip Hop Rock 110 4 P019
34 Hip Hop Rock 110 4 P019
35 Hip Hop 110 4 P025
36 Hip Hop 110 4 P025
37 Hip Hop 92 4 P024
38 Hip Hop 100 2 P022
39 Hip Hop 100 2 P022
40 Hip Hop 113 2 P031
41 Hip Hop 113 2 P031
42 Hip Hop Jazz 105 4 P126
43 Hip Hop 115 2 P010
44 Hip Hop 115 4 P010
45 Hip Hop 103 2 P119
46 Hip Hop 102.5 4 P123
47 Hip Hop 102.5 4 P123
48 Hip Hop 102.5 2 P002
49 Hip Hop 102.5 2 P002
HIP-HOP 2
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Hip Hop 115 2 P000
02 Hip Hop 115 2 P000
03 Hip Hop 122 4 P009
04 Hip Hop 122 2 P009
05 New Jack Swing 105 4 P012
06 New Jack Swing 105 4 P012
07 New Jack Swing 100 4 P013
08 Hip Hop Old School 121 4 P036
09 Hip Hop Old School 121 4 P036
10 Hip Hop Old School 120 2 P016
11 Hip Hop Old School 120 2 P016
12 Hip Hop Old School 128 4 P018
13 Hip Hop Old School 128 4 P018
14 Hip Hop Old School 130 4 P018
15 Hip Hop Old School 121 4 P018
16 Hip Hop Old School 121 4 P018
17 Hip Hop Old School 100 4 P018
18 Hip Hop Old School 128 4 P018
19 Hip Hop Old School 128 4 P018
20 BASS 148 4 P055
21 BASS 148 2 P055
22 BASS 140 2 P003
23 BASS 140 2 P003
24 BASS 140 8 P028
25 Hip Hop Rock 120 4 P020
26 Hip Hop Rock 119 4 P008
27 Hip Hop Rock 119 4 P008
28 Hip Hop 110 2 P003
29 Hip Hop 110 2 P003
30 Hip Hop Jazz 101 8 P011
31 Hip Hop Jazz 125 4 P117
32 Hip Hop Jazz 125 4 P117
33 RaggaHipHop 177 4 P014
34 RaggaHipHop 177 4 P014
Lijst van vooringestelde patronen
72
Lijst van voorin-
gestelde patronen
HIP-HOP 3
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Hip Hop East 79 2 P021
02 Hip Hop East 85 2 P023
03 Hip Hop East 85 2 P023
04 Hip Hop East 77 2 P032
05 Hip Hop East 77 2 P032
06 Hip Hop East 93 2 P023
07 Hip Hop East 93 2 P023
08 Hip Hop West 75 2 P004
09 Hip Hop West 75 2 P004
10 Hip Hop 90 2 P023
11 Abstract 82 8 P030
12 Abstract 82 8 P030
13 Abstract 82 4 P032
14 Abstract 82 4 P032
15 Abstract 80 2 P080
16 Abstract 80 2 P080
17 Abstract 55 2 P029
18 Abstract 55 2 P029
19 Trip Hop 65 4 P029
20 Trip Hop 90 4 P036
21 Trip Hop 80 4 P030
22 Trip Hop 80 4 P030
23 Trip Hop 81 4 P030
24 Trip Hop 81 4 P030
25 Trip Hop 91 4 P030
26 Trip Hop 91 4 P030
27 Trip Hop 60 2 P029
28 Trip Hop 75 2 P029
29 Hip Hop 83 2 P008
30 Hip Hop 83 2 P008
31 Hip Hop Soul 70 2 P027
32 Hip Hop Soul 80 2 P026
33 Hip Hop Soul 64 4 P036
34 Hip Hop Soul 64 4 P036
35 Hip Hop Jazz 78 2 P012
36 Hip Hop Jazz 78 2 P012
JUNGLE
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Jungle 160 2 P053
02 Jungle 160 2 P053
03 Jungle 160 2 P052
04 Jungle 160 2 P052
05 Jungle 172 2 P053
06 Jungle 172 2 P053
07 Jungle 165 2 P052
08 Jungle 165 2 P052
09 Jungle 165 4 P051
10 Jungle 165 4 P051
11 Jungle 174 4 P051
12 Jungle 174 4 P051
13 Jungle 168 4 P050
14 Jungle 158 2 P050
15 Jungle 158 4 P050
16 Jungle 158 8 P050
73
Lijst van voorin-
gestelde patronen
Lijst van vooringestelde patronen
DRUM'N'BASS
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Drum'n'Bass 170 2 P058
02 Drum'n'Bass 170 2 P058
03 Drum'n'Bass 160 4 P055
04 Drum'n'Bass 160 4 P055
05 Drum'n'Bass 160 4 P055
06 Drum'n'Bass 160 4 P055
07 Drum'n'Bass 180 4 P057
08 Drum'n'Bass 165 4 P057
09 Drum'n'Bass 170 2 P062
10 Drum'n'Bass 170 2 P062
11 Drum'n'Bass 180 2 P063
12 Drum'n'Bass 180 2 P063
13 Drum'n'Bass 165 4 P050
14 Drum'n'Bass 180 2 P058
15 Drum'n'Bass 180 2 P058
16 Drum'n'Bass 170 2 P060
17 Drum'n'Bass 170 2 P060
18 Drum'n'Bass 150 4 P060
19 Drum'n'Bass 150 4 P060
20 Drum'n'Bass 147 2 P063
21 Drum'n'Bass 147 2 P063
22 Drum'n'Bass 170 4 P054
23 Drum'n'Bass 165 4 P054
24 Drum'n'Bass 165 4 P069
25 Drum'n'Bass 156 4 P050
26 Drum'n'Bass 161 4 P050
27 Drum'n'Bass 165 4 P050
28 Drum'n'Bass 161 2 P059
29 Drum'n'Bass 161 2 P059
30 Drum'n'Bass 180 2 P061
31 Drum'n'Bass 180 2 P061
32 Drum'n'Bass 165 2 P062
33 Drum'n'Bass 165 2 P062
34 Drum'n'Bass 160 2 P059
35 Drum'n'Bass 160 2 P059
36 Drum'n'Bass 165 4 P056
37 Drum'n'Bass 165 4 P056
38 Drum'n'Bass 165 4 P056
39 Drum'n'Bass 165 4 P056
40 Drum'n'Bass 170 4 P056
41 Drum'n'Bass 170 4 P056
42 Drum'n'Bass 165 4 P056
43 Drum'n'Bass 165 4 P056
44 Drum'n'Bass 170 2 P064
45 Drum'n'Bass 170 2 P064
46 Drum'n'Bass 160 2 P064
47 Drum'n'Bass 160 2 P064
48 Drum'n'Bass 180 2 P065
49 Drum'n'Bass 180 2 P065
50 Drum'n'Bass 160 2 P065
51 Drum'n'Bass 160 2 P065
TECHNO
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr..
01 Minimal 130 4 P066
02 Minimal 130 4 P066
03 Minimal 130 4 P066
04 Minimal 130 4 P066
05 Minimal 140 4 P066
06 Minimal 140 4 P066
07 Minimal 129 4 P066
08 Minimal 129 4 P066
09 Minimal 139 4 P066
10 Minimal 139 4 P066
11 Minimal 140 2 P070
12 Minimal 140 2 P070
13 Minimal 145 2 P070
14 Minimal 145 2 P070
15 Detroite Techno 125 2 P071
16 Detroite Techno 125 2 P071
17 Detroite Techno 120 2 P071
18 Detroite Techno 120 2 P071
19 Detroite Techno 140 4 P067
20 Electro 130 2 P067
21 Electro 119 4 P067
22 Electro 130 2 P076
23 Electro 130 2 P076
24 Trance 145 4 P073
25 Trance 138 4 P073
26 Trance 143 4 P073
27 Trance 145 4 P073
28 Trance 142 4 P074
29 Trance 136 4 P074
30 NU-NRG 150 2 P068
31 NU-NRG 152 4 P068
32 Hardcore 205 2 P077
33 Hardcore 205 2 P077
34 Hardcore 175 4 P069
35 Hardcore 185 4 P074
36 Industrial 150 2 P078
37 Industrial 150 2 P078
38 Industrial 140 2 P078
39 Industrial 140 2 P078
40 Rave 120 2 P072
41 Rave 120 2 P072
42 Rave 130 2 P072
43 Rave 130 2 P072
44 Rave 120 2 P044
45 Rave 120 2 P044
46 Ambient 110 2 P080
47 Ambient 110 2 P080
48 Ambient 104 6 P081
49 Ambient 104 6 P081
50 Ambient 104 2 P081
51 Ambient 104 2 P081
74
Lijst van voorin-
gestelde patronen
Lijst van vooringestelde patronen
HOUSE
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 House 128 2 P042
02 House 128 2 P042
03 House 128 2 P041
04 House 128 2 P041
05 House 128 2 P041
06 House 128 2 P041
07 House 130 2 P049
08 House 130 2 P049
09 House 123 4 P040
10 House 123 4 P040
11 House 123 4 P040
12 House 123 4 P040
13 House 128 4 P074
14 House 130 4 P040
15 Acid House 140 2 P045
16 Acid House 140 2 P045
17 Acid House 135 2 P045
18 Acid House 135 2 P045
19 Acid House 140 2 P046
20 Acid House 140 2 P046
21 Acid House 140 2 P046
22 Acid House 140 2 P046
23 Latin House 120 4 P048
24 Latin House 110 4 P093
25 Latin House 115 4 P094
26 Latin House 115 2 P043
27 Latin House 122 2 P047
28 Latin House 122 2 P047
29 Latin House 122 4 P047
30 Latin House 122 4 P047
31 Latin House 120 2 P042
32 Latin House 120 2 P042
33 Eurobeat 155 4 P049
34 Eurobeat 155 4 P049
35 Eurobeat 155 4 P049
36 Eurobeat 155 2 P049
ACIDJAZZ
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Acid Jazz 132 4 P091
02 Acid Jazz 132 4 P091
03 Acid Jazz 120 4 P092
04 Acid Jazz 118 4 P091
05 Acid Jazz 117 4 P092
06 Acid Jazz 117 4 P092
07 Acid Jazz 97 2 P087
08 Acid Jazz 104 2 P082
09 Acid Jazz 104 2 P084
10 Acid Jazz 95 2 P088
11 Acid Jazz 95 4 P088
12 Acid Jazz 97 2 P011
13 Acid Jazz 97 2 P011
14 Acid Jazz 97 4 P086
15 Acid Jazz 97 4 P086
16 Acid Jazz 80 4 P085
17 Acid Jazz 119 2 P082
18 Acid Jazz 119 4 P082
19 Acid Jazz 124 4 P091
20 Acid Jazz 124 4 P091
21 Acid Jazz 92 2 P091
22 Acid Jazz 92 4 P091
23 Acid Jazz 83 2 P083
24 Acid Jazz 95 4 P093
25 Acid Jazz 120 4 P010
26 Acid Jazz 120 2 P010
27 Acid Jazz 120 2 P093
28 Acid Jazz 114 4 P089
29 Acid Jazz 114 2 P089
30 Acid Jazz 130 2 P089
31 Acid Jazz 130 2 P089
32 Acid Jazz 116 2 P090
33 Acid Jazz 116 4 P090
34 Acid Jazz 105 4 P093
35 Acid Jazz 99 2 P094
36 Acid Jazz 103 4 P089
37 Acid Jazz 103 4 P089
38 Acid Jazz 90 2 P010
39 Acid Jazz 90 4 P010
75
Lijst van voorin-
gestelde patronen
Lijst van vooringestelde patronen
LATIN
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Salsa 101 4 P127
02 Salsa 101 4 P097
03 Salsa 101 2 P097
04 Salsa 89 4 P097
05 Salsa 89 4 P097
06 Salsa 85 4 P097
07 Salsa 112 4 P095
08 Merengue 145 4 P099
09 Merengue 145 4 P098
10 Merengue 130 4 P098
11 Merengue 130 4 P098
12 Rhumba 109 4 P100
13 Rhumba 145 4 P100
14 Rhumba 73 4 P100
15 Rhumba 69 4 P100
16 Samba 138 8 P101
17 Samba 138 8 P101
18 Samba 120 4 P008
19 Samba 120 4 P008
20 Mambo 220 4 P102
21 Mambo 220 4 P102
22 Bossa Nova 139 2 P118
23 Bossa Nova 139 2 P118
24 Cha Cha 84 4 P096
ROCK
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 BigBeat 120 4 P103
02 BigBeat 120 4 P103
03 BigBeat 125 4 P103
04 BigBeat 125 4 P103
05 BigBeat 135 4 P106
06 BigBeat 135 2 P106
07 BigBeat 110 4 P104
08 BigBeat 110 4 P104
09 BigBeat 130 2 P107
10 BigBeat 130 4 P107
11 BigBeat 105 2 P105
12 BigBeat 105 2 P105
13 BigBeat 137 2 P019
14 BigBeat 128 4 P105
15 8beat Rock 113 4 P110
16 8beat Rock 105 2 P110
17 16beat Rock 110 4 P020
18 16beat Rock 125 4 P112
19 Grunge Rock 174 2 P112
20 Grunge Rock 174 2 P112
21 Hard Rock 161 2 P113
22 Hard Rock 161 4 P113
23 Metal Rock 180 2 P112
24 Metal Rock 180 4 P112
25 Fusion 140 8 P114
26 Fusion 98 4 P115
27 Progresive Rock 135 5 P109
28 Progresive Rock 135 5 P109
29 Shuffle 140 2 P112
30 Shuffle 140 4 P112
31 Halftime Shuffle 87 2 P112
32 Halftime Shuffle 87 2 P112
33 Latin Rock 125 2 P116
34 Latin Rock 125 4 P116
76
Lijst van voorin-
gestelde patronen
Lijst van vooringestelde patronen
ANDERE
Nr. Genre BPM Maat Kit Nr.
01 Funk 122 4 P121
02 Funk 129 2 P121
03 R&B 119 4 P120
04 R&B 108 4 P120
05 Reggae 180 4 P014
06 Reggae 180 4 P014
07 Reggae 90 2 P125
08 Reggae 90 2 P125
09 Reggae 88 2 P125
10 Reggae 88 2 P125
11 Ballade 88 4 P124
12 Ballade 88 4 P124
13 12/8 Ballade 80 4 P111
14 12/8 Ballade 70 2 P111
15 Jazz 220 8 P118
16 Jazz 220 8 P118
17 Jazz 160 8 P118
18 Jazz 160 8 P118
19 Jazz 90 4 P118
20 Jazz 90 4 P118
21 Waltz 158 8 P118
22 Waltz 158 8 P118
23 Blues 125 2 P111
24 Blues 55 2 P111
25 Rockabilly 245 4 P126
26 Rockabilly 245 4 P126
27 Country 143 2 P111
28 Country 143 4 P111
29 Metronome 120 1 P096
30 Metronome 120 1 P096
77
Lijst van voor-
ingestelde patronen
Lijst van vooringestelde patronen
Nr. Naam Opmerking
00 Flat Loopt over een vastgestelde periode.
01 Cresc Het roll-volume neemt geleidelijk toe.
02 Decresc Het roll-volume neemt geleidelijk af.
03 Up De roll-pitch neemt geleidelijk toe.
04 Dow De roll-pitch neemt geleidelijk af.
05 Up Cresc Volume en pitch nemen geleidelijk toe.
06 Down Cresc Het volume neemt toe terwijl de pitch gelei-
delijk afneemt.
07 Flat Dir Blijft voortdurend draaien.
08 Cresc Alt Het volume neemt toe en neemt af, en neemt
daarna steeds weer toe en af en toe en af.
09 Cresc Dir1 Herhalingen van graduele volumeverhoging.
10 Cresc Dir2 Het volume neemt geleidelijk toe en draait
daarna herhaaldelijk verder.
11 Decresc Alt Het volume neemt af en neemt toe, en neemt
daarna steeds weer af en toe en af en toe.
12 Decreasc Dir Herhalingen van graduele volumeverlaging.
13 Up Alt De pitch neemt toe en neemt af, en neemt
daarna steeds weer toe en af en toe en af.
14 Up Dir1 Herhalingen van graduele pitch-verhoging.
15 Up Dir 2 De pitch neemt geleidelijk toe en draait.
16 Up Dir 3 Het volume neemt toe terwijl de pitch afneemt
en draait daarna herhaaldelijk verder.
17 Down Alt De pitch neemt af en neemt toe, en neemt
daarna steeds weer af en toe en af en toe.
18 Down Dir 1 Herhalingen van graduele pitch-verhoging.
19 Down Dir 2 De pitch neemt geleidelijk toe en draait voort-
durend verder.
20 Down Dir 3 Het volume verhoogt terwijl de pitch verlaagt
en draait daarna voortdurend verder.
21 Lo-Fi 1 De klank wordt geleidelijk donkerder.
22 Lo-Fi 2 De klank is lichtjes ongewoon en wordt gelei-
delijk donkerder.
23 Lo-Fi 3 De klank is ongewoon en wordt geleidelijk
donkerder.
24 Hi-Fi 1 De klank wordt geleidelijk helderder.
25 Hi-Fi 2 De klank is lichtjes ongewoon en wordt gelei-
delijk helderder.
26 Hi-Fi 3 De klank is ongewoon en wordt geleidelijk
helderder.
27 Lo-Fi 1 Alt Herhalingen van geleidelijke toonverander-
ingen van donkerder naar helderder.
28 Lo-Fi 2 Alt De klank is lichtjes ongewoon en wordt afwis-
selend donkerder en helderder.
29 Lo Fi 3 Alt De klank is ongewoon en wordt afwisselend
donkerder en helderder.
30 Lo-Fi1 Dir 1 Herhalingen van geleidelijke toonverandering
naar donkerder.
31 Lo-Fi2 Dir 1 De klank is lichtjes ongewoon en wordt gelei-
delijk en herhaaldelijk donkerder.
32 Lo-Fi3 Dir 1 De klank is ongewoon en wordt geleidelijk en
herhaaldelijk donkerder.
Nr. Naam Opmerking
33 Lo-Fi1 Dir 2
De klank wordt geleidelijk donkerder en draait
herhaaldelijk.
34 Lo-Fi2 Dir 2 De klank is lichtjes ongewoon en wordt gelei-
delijk donkerder en draait dan herhaaldelijk.
35 Lo-Fi3 Dir 2 De klank is ongewoon en wordt geleidelijk
donkerder en draait daarna herhaaldelijk.
36 Hi-Fi 1 Alt Herhalingen van toonverandering van
helderder naar donkerder.
37 Hi-Fi 2 Alt De klank is lichtjes ongewoon en wordt afwis-
selend en herhaaldelijk helderder en
donkerder.
38 Hi-Fi 3 Alt De klank is ongewoon en wordt afwisselend
en herhaaldelijk helderder en donkerder.
39 Hi-Fi 1 Dir 1 Herhalingen van toonverandering van
donkerder naar helderder.
40 Hi-Fi 2 Dir 1 De klank is lichtjes ongewoon en wordt gelei-
delijk en herhaaldelijk helderder.
41 Hi-Fi 3 Dir 1 De klank is ongewoon en wordt geleidelijk en
herhaaldelijk helderder.
42 Hi-Fi 1 Dir 2 De klank wordt geleidelijk helderder en draait
daarna voortdurend.
43 Hi-Fi 2 Dir 2 De klank is lichtjes ongewoon en wordt gelei-
delijk helderder en draait daarna voortdurend.
44 Hi-Fi 3 Dir 2 De klank is ongewoon en wordt geleidelijk
helderder en draait daarna voortdurend.
45 Phrase 1 Dir Herhalingen van een roll-frase.
46 Phrase 2 Dir Herhalingen van een roll-frase.
47 Phrase 3 Dir Herhalingen van een roll-frase.
48 Phrase 4 Dir Herhalingen van een roll-frase.
49 Phrase 5 Dir Herhalingen van een roll-frase.
50 Phrase 6 Dir Herhalingen van een roll-frase.
51 Phrase 7 Dir Herhalingen van een roll-frase.
52 Phrase 8 Dir Herhalingen van een roll-frase.
53 Phrase 9 Dir Herhalingen van een roll-frase.
54 Phrase 10 Dir Herhalingen van een roll-frase.
55 Phrase 11 Dir Herhalingen van een roll-frase.
56 Phrase 12 Dir Herhalingen van een roll-frase.
57 Fill 1 Speelt een fill-in.
58 Fill 2 Speelt een fill-in.
59 Fill 3 Speelt een fill-in.
60 Fill 4 Speelt een fill-in.
61 Fill 5 Speelt een fill-in.
62 Fill 6 Speelt een fill-in.
63 Fill 7 Speelt een fill-in.
64 Fill 8 Speelt een fill-in.
65 Flam 1 Speelt een flam.
66 Flam 2 Speelt een flam.
67 Flam 3 Speelt een flam.
Lijst van Roll-types
78
Roll Types List
Gelieve, wanneer u Groove Quantize gebruikt, voor het maximum effect volgende zaken in acht te nemen .
¥ Deze modellen zijn voor 4/4 maat. Het gebruik ervan in andere maten heeft mogelijk niet het gewenste effect.
¥ De muzikale genres die voor elk model zijn beschreven, vormen alleen maar een richtlijn. Gebruik ze ook met andere
muzieksoorten.
¥ Als er onregelmatigheden in het tempo zitten, is het mogelijk dat u het gewenste effect niet verkrijgt. Pas in dit geval Grid
Quantize toe om de onregelmatigheden te verbeteren voor u Groove Quantize toepast..
¥ Deze modellen werden gemaakt met een tempo van 120Ð140 in gedachten.
No. Model Effect
1 8Beat Hi-Accent pops met harde accenten
2 8Beat Lo-Swing pops met lichte swing
3 8Beat Hi-Swing pops met harde swing
4 8Beat Rhumba 1 rhumba met harde accenten
5 8Beat Rhumba 2 rhumba met lichte swing
6 8Beat Rhumba 3 rhumba met harde swing
7 16Beat Hi-Accent dance met harde accenten
8 16Beat Lo-Swing dance met lichte swing
9 16Beat Hi-Swing dance met harde swing
10 16Beat Fusion 1 fusion met harde accenten
11 16Beat Fusion 2 fusion met lichte swing
12 16Beat Fusion 3 fusion met harde swing
13 16Beat Reggae 1 reggae met harde accenten
14 16Beat Reggae 2 reggae met lichte swing
15 16Beat Reggae 3 reggae met harde swing
16 Samba samba
17 Salsa salsa
18 Triplets triolen
19 Lagging Triplets verlengde triolen
20 Sextuplets sextolen
Lijst van Groove Templates
79
Lijst van Groove
Templates
1. VERZONDEN GEGEVENS
Channel Voice Message (Kanaalstem-commando)
Note Off (Noot uit)
Status 2de byte 3debyte
9nH kkH 00H
n=MIDI-kanaal: 0H-FH (ch.1-ch.16)
kk=Nootnummer : 00H-7FH (0-127)
Note on (Noot aan)
Status 2de byte 3de byte
9nH kkH vvH
n=MIDI-kanaal: 0H-FH (ch.1-ch.16)
kk=Nootnummer: 00H-7FH (0-127)
vv=Snelheid : 01H-7FH (1-127)
Slagtoets (pad) Nootnummer Slagtoets (pad) Note Nootnummer
KICK 1 36 (24H) ROLL KICK 1 100 (64H)
KICK 2 35 (23H) ROLL KICK 2 101 (65H)
SNARE 1 38 (26H) ROLL SNARE 1 102 (66H)
SNARE 2 40 (28H) ROLL SNARE 2 103 (67H)
CLOSED HH 42 (2AH) ROLL CLOSED HH 104 (68H)
OPEN HH 46 (2EH) ROLL OPEN HH 105 (69H)
HIT 1 50 (32H) ROLL HIT 1 106 (6AH)
RIDE 51 (33H) ROLL RIDE 107 (6BH)
HIT 2 47 (2FH) ROLL HIT 2 108 (6CH)
CRASH 49 (31H) ROLL CRASH 109 (6DH)
HIT 3 43 (2BH) ROLL HIT 3 110 (6EH)
PERC 1 60 (3CH) ROLL PERC 1 111 (6FH)
PERC 2 61 (3DH) ROLL PERC 2 112 (70H)
Control Change (Sturing veranderen)
Bank Select (Bankselectie)
Dit commando wordt verzonden wanneer ÒMIDI Program changeÒschakelaar van de
MIDI modus op ON wordt gezet.
Status
2de byte 3de byte
BnH 00H mmH
BnH 20H llH
n=MIDI-kanaal: 0H-FH(ch.1-ch.16)
mm=Banknummer (MSB) :00H-7FH (0-127)
ll=Banknummer (LSB) : 00H-7FH (0-127)
* Het kanaalnummer wordt verzonden over het kanaal, ingesteld in de drumpartij.
* De drumkits die met elke partij overeenstemmen zijn hieronder beschreven.
* Banknummer (LSB) wordt altijd in 00H verzonden.
Bank Select Programmanr. Drumkit
MSB LSB
81 00 0 - 127 Preset 0-127
85 00 0 - 63 User 0-63
Volume
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI VolumeÒ schakelaar van de MIDI-modus
op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 07H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Volume : 00H-7FH (0-127)
* Verzonden wanneer de ÓMIDI VolumeÓ in de MIDI-modus veranderd wordt.
Portamento
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 41H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control-waarde: 00H-7FH (0-127)
0-63=OFF 64-127=ON
Portamentotijd
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2nd byte 3rd byte
BnH 05H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Portamentotijd : 00H-7FH (0-127)
Effect1 (Reverb Level / Delay Feedback)
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3debyte
BnH 5BH vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control-waarde: 00H-7FH (0-127)
* Het kanaalnummer wordt verzonden over het kanaal, ingesteld in de drumpartij.
Effect3 (Flanger Level)
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 5DH vvH
n=MID-kanaall : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control-waarde : 00H-7FH (0-127)
* Het kanaalnummer wordt verzonden over het kanaal, ingesteld in de drumpartij.
Data Entry (gegevensinvoer)
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control cchangeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3debyte
BnH 06H mmH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH(ch.1-ch.16)
mm=MSB-waarde van de door NRPN gespecifieerde parameter.
Roll Type
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 12H ppH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
pp=Nummer van het Roll-type : 00H-38H (0-67)
* Verzonden op het MIDI-kanaal, ingesteld in de drumpartij.
* Verzonden in een van de volgende handelingen:
Wanneer het patroon geselecteerd wordt.
Wanneer het ÒTypeÓ geselecteerd wordt in de Roll-modus.
Roll Speed (Roll-snelheid)
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 13H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Roll-snelheid : 00H-7FH (0-127)
* Verzonden op het MIDI-kanaal, ingesteld in de drumpartij.
* Verzonden in een van de volgende handelingen:
Wanneer het patroon geselecteerd wordt.
Wanneer de ÒSnelheidÓ veranderd wordt in de Roll-modus.
NRPN MSB/LSB
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 63H mmH
BnH 62H llH
n=MIDI-kanaal: 0H-FH (ch.1-ch.16)
mm=MSB van de door NRPN gespecifieerde parameter
ll=LSB van de door NRPN gespecifieerde parameter
**NRPN**
Control change beschikt over een uitbreidingsveld dat NRPN (niet-geregistreerd parame-
ternummer) wordt genoemd,waarin functies kunnen worden bepaald die eigen zijn aan
het toestel.
De NRPN kan zonder beperkingen volgens fabrikant of model worden ingesteld. Dit
betekent dat aan dezelfde parameternummer door sommige fabrikanten verschillende
functies kunnen worden toegewezen. Daarom is het mogelijk dat het toestel dat dit com-
mando ontvangt niet zoals verwacht zal werken. .
Dr. Groove Datum: 1 juni. 1998
Model: DR-202 MIDI-Implementatie Versie: 1.00
80
MIDI-implementatie
Toonwijziging
NRPN Gegevensinvoer
MSB LSB
01H 20H mmH TVF Cutoff Frequency
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
01H 21H mmH TVF Resonance
mm:0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
01H 64H mmH TVF & TVA Envelope Decay Time
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
15H rrH mmH druminstrument TVF Cutoff Frequency
rr: Nootnummer van druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
16H rrH mmH druminstrument TVF Resonance
rr: Nootnummer van druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
17H rrH mmH druminstrument TVF & TVA Envelope Decay Time
rr: Nootnummer van druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
Program Change (programmaverandering)
Dit commando wordt verzonden wanneer de ÒMIDI Program changeÒ-schakelaar van de
MIDI modus op ON wordt gezet.
Status
2de byte
CnH ppH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
pp=Programmanummer : 00H-7FH (prog.0-prog.127)
* De programmaverandering zal op het MIDI-kanaal van de drumpartij worden verzon-
den als de drumkit wordt gewijzigd..
System Exclusive Message (exclusief systeemcommando)
Status Data byte Status
F0H iiH, ddH, ..., eeH F7H
F0H : System Exclusive
ii=ID Number : 41=Roland
7E=Universal Non-Realtime Message
7F=Universal Realtime Message
dd, ..., ee=Data : 00H-7FH (0-127)
F7H : EOX (End Of Exclusive)
* Met de DR-202 kunnen System Exclusive-commandoÕs worden gebruikt om Bulk Dump
van Kit-gegevens , Song/Patroongegevens en MIDI/Utility- te versturen.
Zie voor meer details Ò4. Exclusive Communications,Ó op pagina 85.
System Common Message (gewoon systeemcommando)
Staat de ÒSyncÓ van de MIDI-modus op ÒMIDIÓ, dan wordt dit commando nooit verstuurd
Song Position Pointer (aanduiding van de song-positie)
Status 2de byte 3de byte
F2H llH mmH
mm, ll =waarde : 00H, 00H-7F, 7FH (0-16383)
* Verzonden wanneer de ÒStepÓ veranderd wordt in de Song-modus.
Song Select (song-selectie)
Status 2de byte
F3H ssH
ss=Song -nummer : 00H-12H (0-18)
* Verzonden in ŽŽn van de volgende handelingen:
Wanneer de Song-modus geselecteerd werd.
Wanneer de song geselecteerd werd in de Song-modus.
System Realtime Message (Realtime-systeemcommando)
Staat ÒSyncÓ van de MIDI-modus op ÒMIDIÓ, dan wordt dit commando nooit verstuurd.
De timing-klok wordt verzonden zelfs indien er geen songs worden gespeeld.
Timing Clock (Maatklok)
Status
F8H
* Staat ÒSyncÓ van de MIDI-modus op ÒMIDIÓ, dan wordt dit commando nooit
verstuurd.
Start
Status
FAH
Continue
Status
FBH
Stop
Status
FCH
Active Sensing
Status
FEH
* Verzonden voor de controle van de MIDI-aansluitingen tussen de DR-202 en een extern
toestel.
2. RECOGNIZED DATA (Erkende gegevens)
Channel Voice Message
Note Off
Status 2de byte 3de byte
8nH kkH vvH
9nH kkH 00H
n=MIDI-kanaal: 0H-FH (ch.1-ch.16)
kk=Nootnummer : 00H-7FH (0-127)
vv=Snelheid : 00H-7FH (0-127)
De snelheid wordt altijd genegeerd.
Dit commando wordt genegeerd als het op het kanaal van de drumpartij wordt ontvangen.
Note on
Status 2de byte 3de byte
9nH kkH vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
kk=Notenummer : 00H-7FH (0-127)
vv=Snelheid: 01H-7FH (1-127)
Pad Nootnummer Pad Nootnummer
KICK 1 36 (24H) ROLL KICK 1 100 (64H)
KICK 2 35 (23H) ROLL KICK 2 101 (65H)
SNARE 1 38 (26H) ROLL SNARE 1 102 (66H)
SNARE 2 40 (28H) ROLL SNARE 2 103 (67H)
CLOSED HH 42 (2AH) ROLL CLOSED HH 104 (68H)
OPEN H 46 (2EH) ROLL OPEN H 105 (69H)
HIT 1 50 (32H) ROLL HIT 1 106 (6AH)
RIDE 51 (33H) ROLL RIDE 107 (6BH)
HIT 2 47 (2FH) ROLL HIT 2 108 (6CH)
CRASH 49 (31H) ROLL CRASH 109 (6DH)
HIT 3 43 (2BH) ROLL HIT 3 110 (6EH)
PERC 1 60 (3CH) ROLL PERC 1 111 (6FH)
PERC 2 61 (3DH) ROLL PERC 2 112 (70H)
81
MIDI -implementatie
MIDI-implementatie
Control Change (sturing veranderen)
Bank Select
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Program changeÓ-schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3debyte
BnH 00H mmH
BnH 20H llH
n=MIDI -kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
mm=Banknummer (MSB) :00H-7FH (0-127)
ll=Banknummer (LSB) : 00H-7FH (0-127)
* Het kanaalnummer kan worden ontvangen op het kanaal, ingesteld in de drumpartij.
* De drumkits die met elke partij overeenstemmen zijn hieronder beschreven.
* Wordt niet be•nvloed door het ontvangen Banknummer (LSB).
Bank Select Programmanr. Drumkit
MSB LSB
81 00 0 - 127 Preset 0-127
85 00 0 - 63 User 0-63
Modulation (modulatie)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 01H vvH
n=MIDI-kanaal: 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Modulatiediepte : 00H-7FH (0-127)
Expression (expressie)
Dit commando wordt verstuurd wanneer ÒMIDI expressionÓ schakelaar van de MIDI-
modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 0BH vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Expressie : 00H-7FH (0-127)
Portamento
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 41H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control -waarde: 00H-7FH (0-127)
0-63=OFF 64-127=ON
* Als een Note On-commando wordt ontvangen terwijl de Portamento aan staat, zal een
voortdurende pitch-verandering beginnen met het nootnummer dat tervoren klonk of
met het Source -nootnummer dat tervoren was bepaald.
* De snelheid van de pitch-verandering die door Portamento wordt veroorzaakt,wordt
door de Portamentotijd-parameter bepaald.
Portamento Control
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 54H kkH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
kk=Source-nootnummer: 00H-7FH (0-127)
* Een Note On-commando dat onmiddellijk na een Portamento-sturing wordt ont-
vangen, zal weerklinken met de pitch die zachtjes vanuit het source-nootnummer
verandert.
* De snelheid van de pitch-verandering die door Portamento wordt veroorzaakt,wordt
door de Portamentotijd-parameter bepaald.
Portamento Time (portamentotijd)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status
2de byte 3de byte
BnH 05H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Portamentotijd : 00H-7FH (0-127)
* Past de snelheid van de pitchverandering aan wanneer Portamento aan staat of wan-
neer de Portamento-sturing wordt gebruikt. Ò0Ó stelt de hoogste snelheid voor.
Effect1 (Reverb Level / Delay Feedback)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 5BH vvH
n=MID-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control -waarde : 00H-7FH (0-127)
* Het kanaalnummer kan worden ontvangen op het kanaal, ingesteld in de drumpartij
* Dit commando bepaalt de graad van galm wanneer het geselecteerde Effect Reverb, is,
of bepaalt de Feedback wanneer het geselecteerde effect Delay is.
* Het Reverb/Delay-effect wordt niet verkregen als het verzendniveau van
Reverb/Delay van elk instrument in de Drumkit niet op hoog is ingesteld.
Effect3 (Flanger Level)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 5DH vvH
n=MIDI -kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control-waarde : 00H-7FH (0-127)
* Het kanaalnummer kan worden ontvangen op het kanaal, ingesteld in de drumpartij
* Het Flanger-effect wordt niet verkregen als het verzendniveau van Flanger van elk
instrument in de Drumkit niet op hoog is ingesteld
Data Entry (gegevensinvoer)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 06H mmH
BnH 26H llH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
mm=MS-Bwaarde van de door RPN/NRPN gespecifieerde parameter.
ll=LSB-waarde van de door RPN/NRPN gespecifieerde parameter.
Volume
Dit commando wordt ontvangen wanneer de ÒMIDI VolumeÓ schakelaar van de MIDI
modus op ON wordt gezet.
Status 2de byte 3de byte
BnH 07H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Volume : 00H-7FH (0-127)
* Het volume van de track die overeenstemt met het MIDI-kanaal waardoor het com-
mando wordt ontvangen, kan worden aangepast.
Het werkelijke volume wordt bepaald door (Volumewaarde) x (Expressiewaarde).
Panpot (stereobeeldknop)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 0AH vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Panpot : 00H-40H-7FH (0, 1-64-127)
* 0, 1 betekent links, 64 betekent midden 127 betekent rechts. Er kunnen in totaal 127
stappen worden gezet.
De stereobeeldkeuze van het instrument komt overeen met het ontvangen MIDI-
kanaal en verandert in verhouding met de ontvangen waarde.
82
MIDI-implementatie
MIDI-implementatie
Hold1
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 40H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control -waarde : 00H-7FH (0-127)
0-63=OFF 64-127=ON
Roll Type
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3de byte
BnH 12H ppH
n=MIDI-kanaal: 0H-FH (ch.1-ch.16)
pp=Nummer van het Roll type : 00H-38H (0-67)
* Ontvangen op het MIDI-kanaal, ingesteld in de drumpartij.
* Een Roll type -nummer van 68 of hoger wordt genegeerd.
Roll Speed (roll-snelheid)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte 3debyte
BnH 13H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Roll-snelheid : 00H-7FH (0-127)
* Ontvangen op het MIDI-kanaal, ingesteld in de drumpartij.
RPN MSB/LSB
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2debyte 3de byte
BnH 65H mmH
BnH 64H llH
n=MIDI -kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
mm=MSB van de door RPN gespecifieerde parameter.
ll=LSB van de door RPN gespecifieerde parameter.
**RPN**
Control Changes bevat RPN (geregistreerde parameternummers). Dit zijn uitgebreide
parameters waarvan de functie in de MIDI-specificatie is bepaald.
RPN kan gebruikt worden om de parameters van instrumenten te veranderen.
Wanneer u RPN gebruikt, wordt eerst de RPN (Sturingsnummers 100 en 101; kunnen in
om het even welke volgorde worden verstuurd) verzonden om de parameter te bepalen die
u wenst te sturen. Daarna worden Data Entry-commandoÕs (Sturingsnummers 6 en 38)
gebruikt om de waarde van de gespecifieerde parameter in te stellen. Eens dat men een
parameter heeft gespecifieerd zullen alle volgende Data Entry-commandoÕs op dat kanaal
verondersteld worden op deze gespecifieerde parameter van toepassing te zijn. Om
ongelukken te voorkomen wanneer de gewenste instelling voor de parameters is gemaakt,
is het aan te bevelen de RPN op Nul te zetten.
RPN Gegevensinvoer
MSB LSB
00H 00H mmH Ñ gevoeligheid van de pitch bend
mm: 00H-18H (0-24 halve tonen)
Tot 2 octaven, default instellingen 1octaaf.
Deze instelling is van kracht voor de volgende
Pitch Bend-commandoÕs..
00H 01H mmHllH Master Fine Tuning
mm, ll: 00H, 00H-40H, 00H-7FH, 7FH
(-8192 x 100/8192 - 0 - +8192 x 100/8192 cent)
7FH 7FH Ñ Ñ RPN reset
Er wordt geen gespecifieerde parameter
toegewezen aan RPN en NRPN.
De huidige waarde wordt niet be•nvloed..
NRPN MSB/LSB
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Control changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status
2de byte 3de byte
BnH 63H mmH
BnH 62H llH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
mm=MSB van de door NRPN gespecifieerde parameter
ll=LSB van de door NRPN gespecifieerde parameter
**NRPN**
Control change beschikt over een uitbreidingsveld dat NRPN (niet-geregistreerd parame-
ternummer) wordt genoemd,waarin functies kunnen worden bepaald die eigen zijn aan
het toestel.
De NRPN kan zonder beperkingen volgens fabrikant of model worden ingesteld. Dit
betekent dat aan dezelfde parameternummer door sommige fabrikanten verschillende
functies kunnen worden toegewezen. Daarom is het mogelijk dat het toestel dat dit com-
mando ontvangt niet zoals verwacht zal werken.
Met NRPN of RPN, moeten de commandoÕs in de juiste volgorde verwerkt worden. Een
conventionele sequencer kan echter niet instaan voor de juiste volgerde van MIDI-com-
mandoÕs die bijna terzelfdertijd gebeuren.
Wanneer men NRPN gebruikt, wordt eerst de NRPN (Sturingsnummers 98 en 99;kunnen
in om het even welke volgorde worden verzondnen) verzonden om de parameter te speci-
fi‘ren die u wenst te sturen. Daarna worden Data Entry-commandoÕs gebruikt
(Sturingsnummers 6 en 38) om de waarde van de gespecifieerde parameter in te stellen.
Eens dat een NRPN-parameter gespecifieerd werd, zullen alle volgende Data Entry-com-
mandoÕs op dat kanaal verondersteld worden op deze gespecifieerde parameter van
toepassing te zijn. Om ongelukken te voorkomen wanneer de gewenste instelling voor de
parameters is gemaakt, is het aan te bevelen de RPN op Nul te zetten (RPN
nummer=7FH/7FH).
Toonwijziging
NRPN Gegevensinvoer
MSB LSB
01H 20H mmH TVF Cutoff Frequency
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
01H 21H mmH TVF Resonance
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
01H 64H mmH TVF & TVA Envelope Decay Time
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
15H rrH mmH Druminstrument TVF Cutoff Frequency
rr: Nootnummer van het druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
16H rrH mmH Druminstrument TVF Resonance
rr: Nootnummer van het druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
17H rrH mmH Druminstrument TVF & TVA Envelope Decay Time
rr: Nootnummer van het druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
* LSB wordt in Data Entry genegeerd.
Program Change (Programmaverandering)
Dit commando wordt verstuurd wanneer de ÒMIDI Program changeÓ schakelaar van de
MIDI-modus op ON gezet wordt.
Status 2de byte
CnH ppH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
pp=Programmanummer : 00H-7FH (prog.1-prog.128)
* Program change selecteert een drumkit..
Het eerste Note On-commando na het ontvangen van een Program Change resulteert in
een stem met een nieuwe toon, met uitzondering van de stemmen die reeds klonken
voordat de Program Change ontvangen werd.
Pitch Bend Change (Pitch Bend-verandering)
Status 2de byte 3de byte
EnH llH mmH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
mm, ll=Pitch bend-waarde : 00H, 00H-40H, 40H-7FH, 7FH
(-8192 - 0 - +8191)
83
MIDI -implementatie
MIDI Implementation
Channel Mode Message (kanaalmodus commando)
All Sound Off (alle klank uit)
Status 2de byte 3de byte
BnH 78H 00H
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
* Alle huidige actieve stemmen in het gespecifieerde kanaal worden afgesloten.
Reset All Controllers (opnieuw instellen van alle sturingen)
Status 2de byte 3de byte
BnH 79H 00H
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
* De volgende sturingswaarden op het gespecifieerde kanaal vallen terug op de default-
waarde.
Sturing Default-waarde
Pitch Bend Change ±0
Hold1 0 (off)
Modulation 0 (min)
Expression 127 (max)
RPN/NRPN Geen gespecifieerde parameter / Geen waardeverandering
All Note Off (alle noten uit)
Status 2de byte 3de byte
BnH 7BH 00H
n=MIDI -kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
* Alle huidige actieve stemmen in het gespecifieerde kanaal worden uitgezet. (Elke stem
reageert op een ÒNote Off.Ó) Indien Hold1 op ON staat, zal dit commando pas
werken wanneer Hold op OFF gezet wordt.
De drumtrack negeert dit commando.
OMNI OFF (alles uit)
Status 2de byte 3de byte
BnH 7CH 00H
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
* OMNI OFF wordt alleen erkend als ÒAll Notes Off.Ó
MONO
Status 2de byte 3de byte
BnH 7EH mmH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
mm=Nummer od mono : 00H-10H (0-16)
* MONO wordt alleen erkend alsÒAll Notes Off.Ó
* De huidige modus verandert niet.
POLY
Status 2debyte 3de byte
BnH 7FH 00H
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
* POLY wordt alleen erkend alsÒAll Notes Off.Ó
* De huidige modus verandert niet.
System Exclusive Message (exclusief systeemcommando)
Status Data byte Status
F0H iiH, ddH, ..., eeH F7H
F0H : System Exclusive
ii=ID number : 41=Roland
7E=Universal Non-Realtime Message
7F=Universal Realtime Message
dd, ..., ee=Data: 00H-7FH (0-127)
F7H : EOX (End Of Exclusive)
* Met de DR-202 kunnen System Exclusive-commandoÕs gebruikt worden om Bulk
Dump van Kit-gegevens , Song/Patroongegevens en MIDI/Utility- te versturen.
Zie voor meer details Ò4. Exclusive Communications,Ó op pagina 85.
System Common Message (gewoon systeemcommando)
Wordt alleen erkend als de DR-202 in stop staat en als ÒSyncÓ van de MIDI-modus op
MIDI staat.
Song Position Pointer (aanduiding van de songpositie))
Status 2debyte 3debyte
F2H llH mmH
mm, ll =waarde : 00H, 00H-7F, 7FH (0-16383)
* Als de DR-202 de Song Position Pointer in Song-modus ontvangt, roept het de positie
in de song op.
Song select
Status 2de byte
F3H ssH
ss=Song-nummer : 00H-12H (0-18)
* Verandert de songs als het ontvangen wordt in de Song-modus.
System Realtime Message (realtime systeemcommando
Timing Clock
Status
F8H
* Dit commando wordt genegeerd als de ÒSync modeÓ van de MIDI-modus op INT of
REMOTE wordt gezet.
Start
Status
FAH
* Dit commando wordt genegeerd als de ÒSync modeÓ van de MIDI-modus op INT
wordt gezet.
Continue
Status
FBH
* Dit commando wordt genegeerd als de ÒSync modeÓ van de MIDI-modus op INT
wordt gezet.
Stop
Status
FCH
* Dit commando wordt genegeerd als de ÒSync modeÓ van de MIDI-modus op INT
wordt gezet.
84
MIDI-implementatie
MIDI-implementatie
Active Sensing
Status
FEH
* Wanneer de DR-202 deze boodschap ontvangt, controleert hij het interval van de
inkomende gegevens. Indien het volgend commando niet ontvangen wordt binnen de
420 ms na de vorige gegevens, bewerkt het alle tracks alsof het All Sound Off, All Notes
Off, Reset All Controllers heeft ontvangen en zal het alle klinkende stemmen uitzetten en
daarna het controleren van de ontvangstintervallen stopzetten.
3. Commando’s opgeslagen tijdens
Realtime recording van patronen
Channel Voice Message (kanaalstem-commando)
Note Off
Status 2de byte 3de byte
9nH kkH 00H
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
kk=Nootnummer : 00H-7FH (0-127)
Note on
Status 2de byte 3de byte
9nH kkH vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
kk=kk=Nootnummer : 00H-7FH (0-127)
vv=Snelheid: 01H-7FH (1-127)
Control Change
Portamento
Opnemen wordt onmogelijk als de MIDI Control change-schakelaar van de MIDI-modus
op OFF wordt gezet.
Status 2de byte 3de byte
BnH 41H vvH
n=MIDI-kanaal: 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Control-waarde : 00H-7FH (0-127)
0-63=OFF 64-127=ON
Portamento Time (portamentotijd)
Opnemen wordt onmogelijk als de MIDI Control change-schakelaar van de MIDI-modus
op OFF wordt gezet.
Status 2de byte 3de byte
BnH 05H vvH
n=MIDI-kanaal : 0H-FH (ch.1-ch.16)
vv=Portamentotijd : 00H-7FH (0-127)
Data Entry (gegevensinvoer)
Opnemen wordt onmogelijk als de MIDI Control change-schakelaar van de MIDI-modus
op OFF wordt gezet.
Status 2de byte 3de byte
BnH 06H mmH
n=MID-kanaal : 0H-FH(ch.1-ch.16)
mm=MSB -waarde van de door NRPN gespecifieerde parameter.
**NRPN**
Toonwijziging
NRPN Gegevensinvoer
MSB LSB
01H 20H mmH TVF Cutoff Frequency
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
01H 21H mmH TVF Resonance
mm:0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
01H 64H mmH TVF & TVA Envelope Decay Time
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
15H rrH mmH Druinstrument TVF Cutoff Frequency
rr: Nootnummer van het druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
16H rrH mmH Druminstrument TVF Resonance
rr: Nootnummer van het druminstrument
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
17H rrH mmH Druminstrument TVF & TVA Envelope Decay Time
rr: Nootnummer van het druminstrumentt
mm: 0EH-40H-72H (-50 - 0 - +50)
4. Exclusive Communications
(Exclusieve communicatie)
Algemeen
De DR-202 kan ŽŽnrichtingscommunicatie uitvoeren om parameters voor kits, sys-
teeminstellingen, sequentie en User-akkoorden te verzenden en te ontvangen.
De model ID die in het exclusieve commando is vervat moet 00H 13H zijn. De ID-code van
het toestel moet de System Exclsuive toestel-ID van de MIDI-parameter zijn. Merk op dat
de huidige waarde die in het ID-veld is ingesteld ŽŽn eenheid kleiner is dan de ingestelde
waarde van de System Exclusive toestel ID van de MIDI-parameter.
Universal Non-Realtime System Exclusive Message
(Universeel Non-realtime exclusief systeemcommando)
Inquiry Request (opvraagverzoek)
Status data byte Status
F0H 7EH, dev, 06H, 01H F7H
Byte Omschrijving
F0H Exclusieve status
7EH ID-nummer (Universal Non-Realtime Message)
dev Toestel ID (dev: 10H(17)-1FH(32))
06H Sub ID#1 (Algemene informatie)
01H Sub ID#2 (opvraagverzoek)
F7H EOX (Eind van exclusief)
* De ÒdevÓ is het eigen toestelnummer of 7FH (verzenden).
* Wanneer een opvraagverzoek ontvangen wordt, zal een opvraagantwoord-commando
worden verzonden.
Inquiry Reply (opvraagantwoord)
Status Data byte Status
F0H 7EH, dev, 06H, 02H, F7H
41H, 01H, 13H, 00H,
00H,00H, 03H, 00H, 00H
Byte Omschrijving
F0H Exclusieve Status
7EH ID-nummer (Universal Non-Realtime Message)
dev Device ID (dev: 10H(17)-1FH(32))
06H Sub ID#1 (Algemene informatie)
02H Sub ID#2 (opvraagverzoek)
41H Fabrikant- ID (Roland)
01H, 13H Familiecode van het toestel
00H, 00H Familienummercode van het toestel
00H, 03H, 00H, 00H Software Revisieniveau
F7H EOX (Eind van exclusief)
* Beantwoord het commando door de unieke toestel-ID (dev) wanneer het toestel het
ÒInquiry Request Ó-commando in Verzenden heeft ontvangen.
85
MIDI-implementatie
MIDI-implementatie
Data Transmission (gegevensverzending)
Request data RQ1 11H (Opvragen van gegevens)
Byte Omschrijving
F0H Exclusieve status
41H Fabrikant ID (Roland)
DEV toestel ID (00H-0FH)
00H model ID (DR-202) MSB
13H model ID (DR-202) LSB
11H commando ID (RQ1)
aaH adres MSB
aaH adres
aaH adres
aaH adres LSB
ssH grootte MSB
ssH grootte
ssH grootte
ssH grootte LSB
sum controletotaal
F7H EOX (Einde van exclusief)
Data set DT1 12H (Instellen van gegevens)
Byte Omschijving
F0H Exclusieve status
41H fabrikant ID (Roland)
DEV toestel ID (00H-0FH)
00H model ID (DR-202) MSB
13H model ID (DR-202) LSB
12H commando ID (DT1)
aaH adres MSB
aaH adres
aaH adres
aaH adres LSB
ddH adres MSB
:
ddH gegevens LSB
sum controletotaal
F7H EOX (Einde van exclusief)
Transmission (verzenden)
De DR-202 verzendt alleen Exclusieve commandoÕs wanneer MIDI Bulk dump uitgevoerd
wordt door een paneelhandeling in het menu van de MIDI-modus.
Receive (ontvangen)
De DR-202 ontvangt alleen Exclusieve commandoÕs wanneer MIDI Bulk dump niet uit-
gevoerd is en deze in stop staat.
5. Parameter Address Map
(adresmap van parameters)
Adressen worden getoond in elke 7-bit hexadecimale.
+———————————+———————————+———————————+———————————+———————————+
| Address | MSB | | | LSB |
+———————————+———————————+———————————+———————————+———————————+
| Binary | 0aaa aaaa | 0bbb bbbb | 0ccc cccc | 0ddd dddd |
| 7 bit hex.| AA | BB | CC | DD |
+———————————+———————————+———————————+———————————+———————————+
Parameter bass address
(basadres van parameters)
Start
Adres omschrijving
00 00 00 00 kit- parameters
40 00 00 00 systeem setup-parameters
50 00 00 00 sequentiegegevens
1. Kit-parameters
Alle gegevens in dit gebied zijn kitgegevens.
Indien u een Data Request wil verzenden naar de DR-202 in dit gebied, moet u het adres
en de grootte als volgt instellen:.
Adres : 00 00 00 00
grootte : 30 00 00 00
De DR-202 negeert een Data request met een ander toegewezen adres of grootte.
In dit gebied kunnen geen gegevens worden omgezet in eenheden of Byte.
2. Systeem setup-parameters
Alle gegevens in dit gebied zijn MIDI/utility-gegevens.
Indien u een Data Request wil verzenden naar de DR-202 in dit gebied, moet u het adres
en de grootte als volgt instellen:..
Adres : 40 00 00 00
grootte : 10 00 00 00
De DR-202 negeert een Data request met een ander toegewezen adres of grootte.
In dit gebied kunnen geen gegevens worden omgezet in eenheden of Byte.
3. Sequentiegegevens
Alle gegevens in dit gebied zijn user-songs en user-patronen.
Indien u een Data Request wil verzenden naar de DR-202 in dit gebied, moet u het adres
en de grootte als volgt instellen
Adres : 50 00 00 00
grootte : 20 00 00 00
De DR-202 negeert een Data request met een ander toegewezen adres of grootte.
In dit gebied kunnen geen gegevens worden omgezet in eenheden of Byte.
86
MIDI-implementatie
MIDI-implementatie
6.Bijkomend materiaal
Decimale/Hexadecimale tabel
(hexadecimale waarden worden aangeduid met een volg-“H”)
MIDI gebruikt 7-bit hexadecimale waarden om gegevenswaarden en het adres en de
grootte van exclusieve commandoÕs te beschrijven. De onderstaande tabel toont de ver-
houding tussen decimale en hexadecimale cijfers.
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
| D | H || D | H || D | H || D | H |
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
| 0 | 00H || 32 | 20H || 64 | 40H || 96 | 60H |
| 1 | 01H || 33 | 21H || 65 | 41H || 97 | 61H |
| 2 | 02H || 34 | 22H || 66 | 42H || 98 | 62H |
| 3 | 03H || 35 | 23H || 67 | 43H || 99 | 63H |
| 4 | 04H || 36 | 24H || 68 | 44H || 100 | 64H |
| 5 | 05H || 37 | 25H || 69 | 45H || 101 | 65H |
| 6 | 06H || 38 | 26H || 70 | 46H || 102 | 66H |
| 7 | 07H || 39 | 27H || 71 | 47H || 103 | 67H |
| 8 | 08H || 40 | 28H || 72 | 48H || 104 | 68H |
| 9 | 09H || 41 | 29H || 73 | 49H || 105 | 69H |
| 10 | 0AH || 42 | 2AH || 74 | 4AH || 106 | 6AH |
| 11 | 0BH || 43 | 2BH || 75 | 4BH || 107 | 6BH |
| 12 | 0CH || 44 | 2CH || 76 | 4CH || 108 | 6CH |
| 13 | 0DH || 45 | 2DH || 77 | 4DH || 109 | 6DH |
| 14 | 0EH || 46 | 2EH || 78 | 4EH || 110 | 6EH |
| 15 | 0FH || 47 | 2FH || 79 | 4FH || 111 | 6FH |
| 16 | 10H || 48 | 30H || 80 | 50H || 112 | 70H |
| 17 | 11H || 49 | 31H || 81 | 51H || 113 | 71H |
| 18 | 12H || 50 | 32H || 82 | 52H || 114 | 72H |
| 19 | 13H || 51 | 33H || 83 | 53H || 115 | 73H |
| 20 | 14H || 52 | 34H || 84 | 54H || 116 | 74H |
| 21 | 15H || 53 | 35H || 85 | 55H || 117 | 75H |
| 22 | 16H || 54 | 36H || 86 | 56H || 118 | 76H |
| 23 | 17H || 55 | 37H || 87 | 57H || 119 | 77H |
| 24 | 18H || 56 | 38H || 88 | 58H || 120 | 78H |
| 25 | 19H || 57 | 39H || 89 | 59H || 121 | 79H |
| 26 | 1AH || 58 | 3AH || 90 | 5AH || 122 | 7AH |
| 27 | 1BH || 59 | 3BH || 91 | 5BH || 123 | 7BH |
| 28 | 1CH || 60 | 3CH || 92 | 5CH || 124 | 7CH |
| 29 | 1DH || 61 | 3DH || 93 | 5DH || 125 | 7DH |
| 30 | 1EH || 62 | 3EH || 94 | 5EH || 126 | 7EH |
| 31 | 1FH || 63 | 3FH || 95 | 5FH || 127 | 7FH |
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
D: decimaal
H: hexadecimaal
* Decimale uitdrukking zoals degene die voor MIDI-kanaal, Bank Select, en Program
Change worden gebruikt, zullen 1 waarde groter zijn dan de decimale waarde die in
bovenstaande tabel is aangegeven.
* Aangezien elke MIDI byte 7 belangrijke data-bits bevat, kan elke byte maximaal 128
verschillende waarden uitdrukken. Gegevens waarvoor een hogere resolutie vereist is ,
moeten worden verzonden met behulp van twee of meer bytes. Zo heeft bijvoorbeeld
een waarde die aangeduid wordt als een waarde van twee aa bbH bytes een waarde
van aa x 128 + bb.
* Voor een getekend nummer (+/-), 00H = -64, 40H = +/-0, en 7FH = +63. d.i..het deci-
male equivalent, zal 64 minder zijn dan de decimale waarde die in bovenstaande tabel
wordt gegeven. . Voor een getekend nummer van twee bytes, 00 00H = -8192, 40 00H =
+/-0, en 7F 7FH = +8191. De decimale uitdrukking van bijvoorbeeld aa bbH zal aa bbH
- 40 00H = (aa x 128 + bb - 64 x 128.) zijn.
* Hexadecimale notering in twee eenheden van 4 bit wordt gebruikt voor gegevens die
als ÒnibbledÓ worden aangeduid. De genibbelde twee -byte waarde van 0a 0b H zal a x
16 + b zijn.
<Voorbeeld 1>
Wat is het decimale equivalent van 5AH?
Uit bovenstaande tabel, 5AH = 90.
<Voorbeeld 2>
Wat is het decimale equivalent van de 7-bit hexadecimale waarden 12
34H?
Uit bovenstaande tabel, 12H = 18 en 34H = 52
Dus, 18 x 128 + 52 = 2356
<Voorbeeld 3>
Wat is het decimale equivalent van de genibbelde uitdrukking 0A 03 09
0DH?
Uit bovenstaande tabel, 0AH = 10, 03H = 3, 09H = 9, 0DH = 13
Dus is het resultaat ((10 x 16 + 3) x 16 + 9) x 16 + 13 = 41885
<Voorbeeld 4>
Wat is het genibbelde equivalent van het decimaal cijfer 1258?
16 ) 1258
16 ) 78 ...10
16 ) 4 ...14
0 ... 4
Uit bovenstaande tabel, 0=00H, 4=04H, 14=0EH, 10=0AH
Dus is het resultaat 00 04 0E 0AH
87
MIDI-implementatie
MIDI-implementatie
88
MIDI-implementatie
Function...
Basic
Channel
Mode
Note
Number :
Velocity
After
Touch
Pitch Bend
Control
Change
Prog
Change
System Exclusive
System
Common
System
Real Time
Aux
Message
Notes
Transmitted Recognized Remarks
Default
Changed
Default
Messages
Altered
True Voice
Note ON
Note OFF
Key's
Ch's
0, 32
1
5
6, 38
7
10
11
18
19
64
65
84
91
93
98, 99
100, 101
: True #
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
: Clock
: Command
: Local ON/OFF
: All Notes OFF
: All sound off
:
Reset all controllers
: Active Sense
: System Reset
1–16
1–16
Mode 3
X
O 9n, v=1–127
X
0–127
X
X
X
O
X
O
O
O
X
X
O
O
X
O
X
O
O
O
X
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O (Reverb)
O (Flanger)
O
O
O
0–127
O
O
O
x
X
X
X
X
X
X
O
X
1–16
1–16
Mode 3
X
O
X
0–127
0–127
X
X
O
O
0–127
O
O
x
x
O
O
X
O
O
O
O
X
Bank select
Modulation
Portamento time
Data entry
Volume
Panpot
Expression
Roll type
Roll speed
Hold1
Portamento
Portamento control
Effect1
Effect3
NRPN LSB, MSB
RPN LSB, MSB
* 1 Relationship between Percussion instrument and Note number is common to transmit and receive.
* 2 Can be set to O or X through MIDI Control change switch (parameter) and memorized.
* 3 Can be set to O or X through MIDI Volume switch (parameter) and memorized.
* 4 Can be set to O or X through MIDI Expression switch (parameter) and memorized.
* 5 Can be set to O or X through MIDI Program change switch (parameter) and memorized.
* 6 Not transmitted when Sync mode (parameter) is MIDI.
* 7 Not transmitted when Sync mode (parameter) is INT or REMOTE.
* 8 Not transmitted when Sync mode (parameter) is INT.
Model DR-202
Date : Jun. 1, 1998
Version : 1.00
MIDI Implementation Chart
**************
**************
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
* 1
Kit change
Memorized
* 5
* 2
* 2
* 2
* 3
* 2
* 4
* 2
* 2
* 2
* 2
* 2
* 2
* 2
* 2
* 2
* 5
* 6
* 6
* 7
* 7
* 6
* 6
* 7
* 8
Dr. Groove
0–18
CnH is de Program Change -status en ÔnÕ is het MIDI-kanaalnummer. Aangezien 9H = 9,
en 49H = 73, is dit een Program Change-commando van MIDI CH = 10,
Programmanummer 74 (in de GS klankmap, fluit).
Voorbeelden van exclusieve commando’s en het berekenen van het
controletotaal
Roland exclusieve commandoÕs (RQ1, DT1) worden verzonden met een controletotaal op
het einde van het commando (voor F7). Zo kan men controleren of de gegevens juist wer-
den ontvangen. De waarde van het controletotaal wordt bepaald door het adres en de
gegevens (of grootte) van het exclusief commando.
Hoe berekent men het controletotaal (hexadecimale waarden worden met
een ‘H’ aangeduid)
Het controletotaal bestaat in een waarde waarvan de laagste 7 bits gelijk zijn aan 0 wanneer
het adres, de grootte en het controletotaal zelf opgeteld worden.
De volgende formule toont hoe het controletotaal moet worden berekend wanneer het
exclusief commando dat moet worden verzonden een adres heeft van aa bb cc ddH, en
gegevens of grootte van ee ffH.
aa + bb + cc + dd + ee + ff = total
total / 128 = quotient ... rest
128 - rest= controletotaal
Het controletotaal is 0 als de rest 0 is..
<Voorbeeld> Vraag om de kitparameter om te zetten
Zie de ÒParameter Address MapÓ
adres : 00 00 00 00H
grootte: 30 00 00 00H
F0 41 11 00 13 11 00 00 00 00 30 00 00 00 ?? F7
(1) (2) (3) (4) (5) adres grootte controletotaal (6)
(1) Exclusieve status (2) ID-nummer (Roland) (3) toestel ID(17)
(4) model ID (DR-202) (5) commando ID RQ1) (6) Einde van Exclusief
Daarna berekenen we het controletotaal
00H + 00H + 00H + 00H + 30H + 00H +00H + 00H = 0 + 0 + 0 + 0 + 48 + 0 + 0 + 0 = 48 (som)
48 (totaal) Ö 128 (quotient) = 0 (quotient) ... 48 (rest)
controletotaal = 128 - 48 (quotient) =80 = 50H
Dit betekent dat de verzonden boodschap F0 41 11 00 13 11 00 00 00 00 30 00 00 00 50 F7 zal
zijn.
ASCII codetabel
Op de DR-202, wordt de volgende ASCII-codeset gebruikt voor het verwerken van
gegevens zoals Pattern Name , Song Name, enz.
+----+-----++----+-----++----+-----++----+-----+
|Char| Hex.||Char| Hex.||Char| Hex.||Char| Hex.|
+----+-----++----+-----++----+-----++----+-----+
| SP | 20H || | || | || | |
| A | 41H || a | 61H || 0 | 30H || : | 3AH |
| B | 42H || b | 62H || 1 | 31H || ; | 3BH |
| C | 43H || c | 63H || 2 | 32H || < | 3CH |
| D | 44H || d | 64H || 3 | 33H || > | 3DH |
| E | 45H || e | 65H || 4 | 34H || = | 3EH |
| F | 46H || f | 66H || 5 | 35H || ? | 3FH |
| G | 47H || g | 67H || 6 | 36H || @ | 40H |
| H | 48H || h | 68H || 7 | 37H || [ | 5BH |
| I | 49H || i | 69H || 8 | 38H || \ | 5CH |
| J | 4AH || j | 6AH || 9 | 39H || ] | 5DH |
| K | 4BH || k | 6BH || ! | 21H || ^ | 5EH |
| L | 4CH || l | 6CH || " | 22H || _ | 5FH |
| M | 4DH || m | 6DH || # | 23H || ` | 60H |
| N | 4EH || n | 6EH || $ | 24H || { | 7BH |
| O | 4FH || o | 6FH || % | 25H || | | 7CH |
| P | 50H || p | 70H || & | 26H || } | 7DH |
| Q | 51H || q | 71H || ' | 27H || | |
| R | 52H || r | 72H || ( | 28H || | |
| S | 53H || s | 73H || ) | 29H || | |
| T | 54H || t | 74H || * | 2AH || | |
| U | 55H || u | 75H || + | 2BH || | |
| V | 56H || v | 76H || , | 2CH || | |
| W | 57H || w | 77H || - | 2DH || | |
| X | 58H || x | 78H || . | 2EH || | |
| Y | 59H || y | 79H || / | 2FH || | |
| Z | 5AH || z | 7AH || | || | |
+----+-----++----+-----++----+-----++----+-----+
Opmerking : SP betekent ÒspatieÓ.
Specificaties
DR-202: Dr. Groove
Maximale polifonie
24 stemmen
Instrumenten
256 (Drums: 207, Bas: 49)
Ritmepatronen
Vooringestelde patronen: 400
Use-patronen: 100
Songs
20 (bevat ŽŽn demo-song)
Resolutie
96 klokken/vierde noot
Tempo
40.0Ð250.0 BPM
Display
LCD (16 lettertekens x 2 lijnen)
Gegevensinvoer
Realtime Recording
Step Recording
Step Edit
Slagtoetsen
13
Stuurknoppen
Value-schijf
Volume
Low
Instrument Select
Realtime Modify: Cutoff, Resonance, Delay
Effects: Reverb/Delay, Flanger
Synchronizatie
MIDI
Connectoren
Jack voor hoofdtelefoon (stereo miniatuurtype)
Jacks voor Line Out (L, R)
MIDI-connectoren (IN, OUT)
Jack voor voetschakelaar
DC IN-Jack
Voorbeelden van echte MIDI-commando’s
<Voorbeeld 2> CE 49
89
Specificaties
DC 9 V: droge batterijen (LR6 (AA) type) x 6,
AC-adaptor (BOSS PSA reeks: in optie)
Stroomverbruik
200 mA
Verwachte levensduur van de batterij bij voort-
durend gebruik:
koolstof: ongeveer 4 uur
alkaline: ongeveer 8 uur
Deze cijfers vari‘ren in functie van de werkelijke
gebruiksomstandigheden.
Afmetingen
258 (W) x 221 (D) x 85 (H) mm
10-3/16 (W) x 8-3/4 (D) x 3-3/8 (H) inch
Gewicht
1.1 kg / 2 lbs 7 oz (batterijen inbegrepen)
Toebehoren
Gebruikershandleiding
Droge batterijen (LR6 (AA) type) x 6
Roland Service (informatieblad)
Opties
AC-adaptor (BOSS PSAreeks)
Voetschakelaar (BOSS FS-5U)
* De specificaties en/of het uitzicht van dit toestel kunnen
- in het belang van de verbetering van het product- wor-
den veranderd zonder voorafgaandelijke verwittiging.
Index
A
AC-adaptor..................................................................9, 10
ACC, A (ACCENT) ..........................15, 29, 33, 39, 42, 69
ALL INST...................................................................16, 29
AVAIL MEMORY (UTILITY).................................63, 69
Aantal maten.............................................................37, 68
Accent.................................................15, 29, 33, 39, 42, 69
All Mute Lift functie ......................................................32
All (Factory Reset)..........................................................23
Audiokabel......................................................................10
B
B (BEAT) ..............................................................19, 38, 68
BPM ................................................................25, 28, 49, 52
BULK DUMP (MIDI) .....................................................59
Bulk Dump ................................................................59, 60
Bulk Load ........................................................................60
[BASS] ..................................................................11, 33, 55
[BPM] ...................................................................25, 28, 39
C
CHANNEL BASS (MIDI)........................................58, 69
CHANNEL DRUM (MIDI) .....................................58, 69
CHANNEL EXT (MIDI) ..........................................58, 69
CONTROL CHG SW (MIDI) ..................................59, 69
Controller-gedeelte ........................................................24
Cursortoets ........................................................................6
Cutoff ........................................................6, 16, 29, 55, 68
[COPY/INS]........................................................50, 54, 56
D
DELAY E.LEVEL................................................31, 55, 68
Decay..............................................................16, 30, 55, 68
Delay Effect-niveau........................................................68
Delay Feedback.........................................................30, 68
Delay-tijd .............................................................31, 55, 68
Delete (patroon)..............................................................50
Demo-song ......................................................................12
[DEL] ..........................................................................50, 53
E
EFFECTS....................................................................30, 55
EXPRESSION SW (MIDI)..............................................59
Effect...........................................................................30, 55
Externe MIDI klankmodule ..........................................36
Stoomtoevoer
90
Index
F
FLANGER .................................................................16, 30
FLANGER E.LEVEL ..........................................30, 55, 68
FLANGER SEND......................................................55, 68
FOOT SWITCH-jack ................................................10, 63
Factory Reset...................................................................22
Flanger Effect-niveau...............................................30, 68
Flanger-snelheid .................................................31, 55, 68
Flanger-verzendniveau .................................................68
Flanger-type ........................................................31, 55, 68
Foot Switch-toewijzing............................................63, 69
G
G (GATE TIME)............................................38, 43, 46, 69
Groove Quantize ............................................................47
Groove Template......................................................48, 68
[GROOVE].......................................................................48
H
Hold..................................................................................34
I
INIT BPM.............................................................28, 52, 69
INST............................................................................29, 68
INSTRUMENT SELECT..........................................16, 29
Instrument...........................................................24, 32, 68
Instrumentnaam .......................................................17, 29
K
Kabelhaak..........................................................................9
Kit .....................................................................................24
Kit (Factory Reset)..........................................................23
Kitnaam..........................................................15, 29, 48, 68
[KIT] ...................................................15, 25, 29, 40, 48, 55
L
LCD-contrast.............................................................63, 69
LOW .................................................................................16
Loop Rest.........................................................................40
M
M (MEASURE)..............................................38, 42, 45, 68
MIDI ...........................................................................57, 69
MIDI Channel (Baspartij) ........................................58, 69
MIDI Channel (Drumpartij)....................................58, 69
MIDI Channel (Externe partij)................................58, 69
MIDI Control change-schakelaar.................................69
MIDI Expression-schakelaar.........................................69
MIDI Mode......................................................................26
MIDI Program change-schakelaar ...............................69
MIDI THRU-schakelaar...........................................59, 69
MIDI Volume (Baspartij) ........................................59, 69
MIDI Volume (Drumpartij) ....................................58, 69
MIDI Volume (Externe partij) ................................58, 69
MIDI Volume-schakelaar ..............................................69
Metronoom..........................................................19, 39, 63
Micro Search....................................................................45
Modus ..............................................................................26
[MIDI]...............................................................................60
[MUTE] ..........................................................23, 25, 32, 49
N
Niveau........................................................................55, 68
NOTE .........................................................................37, 68
Nootnummer ............................................................34, 62
O
OCT (OCTAVE)................................29, 33, 35, 36, 55, 68
OUT ASSIGN BASS (MIDI)....................................59, 69
OUT ASSIGN DRUM (MIDI) .................................59, 69
Octaaf .................................................29, 33, 35, 36, 55, 68
Octave Shift .........................................................35, 36, 68
Oorspronkelijke BPM (tempo) ........................28, 52, 69
Output Assign (Baspartij) .............................................69
Output Assign (Drumpartij).........................................69
P
PAN............................................................................55, 68
Poorttijd .........................................................38, 43, 46, 69
PORTAMENTO T. ............................................43, 46, 69
POWER -chakelaar.........................................................11
PROG CHG SW (MIDI)...........................................58, 69
Partij .................................................................................24
Patroon.......................................................................13, 25
Patroonmodus ................................................................26
Patroonnaam...............................14, 18, 27, 38, 41, 45, 68
Pitch..................................................................................68
Polariteitschakelaar........................................................10
Portamento..........................................................35, 43, 46
Portamentotijd ....................................................35, 43, 46
Preview (Song Recording) ............................................53
[PATTERN] .......................................14, 26, 27, 38, 41, 45
91
Index
Index
Q
Q (QUANTIZE) ............................................39, 42, 45, 68
Quantize ........................................................39, 42, 45, 68
R
RECOMMEND .........................................................28, 69
REV/DLY ..................................................................17, 30
REV/DLY SEND ......................................................55, 68
REVERB E.LEVEL ..............................................30, 55, 68
REVERB/DELAY TYPE....................................31, 55, 68
Realtime Modify.................................................16, 29, 40
Realtime Recording (Patroon) ......................................37
Repetitie (Realtime Recording) ....................................39
Resonantie .............................................................6, 29, 68
Reverb Effect-niveau......................................................68
Reverbtijd ............................................................31, 55, 68
Reverb/Delay Verzendniveau .....................................68
Reverb/Delay-type ............................................31, 55, 68
Roll............................................................25, 33, 34, 43, 49
Roll-snelheid .............................................................33, 49
Roll -type ...................................................................33, 49
[REC] ........................................................19, 38, 41, 45, 52
[ROLL] ...........................................................23, 25, 33, 34
S
SHIFT .........................................................................46, 69
STEP .........................................................20, 28, 42, 45, 52
SYNC MODE (MIDI) ...............................................59, 69
SYS EXCLUS (MIDI) ................................................59, 69
Sequencerdeel .................................................................24
Setup Informatie.......................................................25, 48
Slag .......................................................................19, 38, 68
Slagtoets.....................................................................11, 24
Slagtoets-tempo ........................................................29, 49
Solo-functie......................................................................32
Song..................................................................................25
Song-modus ....................................................................26
Song-naam...........................................................12, 52, 69
SongPattern (Factory Reset)..........................................23
Klankgeneratordeel........................................................24
Standaard tempo (RECOMMEND).................28, 48, 69
Step Recording (Patroon) ..............................................52
Stereobeeldkeuze............................................................68
Sterke Beat INST (UTILITY) ...................................63, 69
Sterke Beat Instrument ............................................63, 69
Sterk Beat LEVEL (UTILITY)..................................63, 69
Sterk Beat-niveau......................................................63, 69
Stijl ........................................................................12, 25, 68
Sync-modus...............................................................59, 69
Synchronizerende uitvoering .......................................61
[SHIFT].........................................13, 28, 32, 43, 45, 49, 62
[SONG] ..........................................................12, 20, 27, 52
[START] .........................................................12, 14, 19, 20
[STEP -1/+1] ...................................................................28
[STOP/CONT]..............................................12, 15, 19, 21
[STYLE]....................................................18, 27, 38, 41, 45
T
THRU SW (MIDI).....................................................59, 69
Tempo ............................................................28, 29, 48, 49
Tiktijd ...............................................................................37
Timing Shift...............................................................46, 69
[T.SHIFT] .........................................................................46
[TAP/ENTER] ....................................................23, 25, 29
U
Uitzetten ....................................................................32, 49
UTILITY.....................................................................63, 69
User-patroon .............................................................14, 26
Utility-modus............................................................26, 63
UtilityMIDI (Factory Reset) ..........................................23
[UTILITY] ........................................................................63
V
VOLUME.........................................................................11
VOLUME BASS (MIDI)...........................................58, 69
VOLUME DRUM (MIDI) ........................................58, 69
VOLUME EXT (MIDI) .............................................58, 69
VOLUME SW (MIDI)...............................................58, 69
Voetschakelaar..........................................................10, 63
Vooringesteld patroon.............................................14, 26
Z
Zwak slag INST (UTILITY).....................................63, 69
Zwak slaginstrument..............................................63, 69
Zwak slag- LEVEL (UTILITY)................................63, 69
Zwak slagniveau ......................................................63, 69
92
Index
Index
INST No. LEVEL PITCH PAN
R/D Send
Flng Send
CUTOFF
RESONANCE
DECAY
oct
BASS
KICK 1
KICK 2
SNARE 1
SNARE 2
CLOSED HH
OPEN HH
RIDE
CRASH
PERC 1
PERC 2
HIT 1
HIT 2
HIT 3
EFFECTS
TYPE TIME LEVEL
FEEDBACK
TYPE RATE LEVEL
REVERB/DELAY FLANGER
Kit Name =
INST No. LEVEL PITCH PAN
R/D Send
Flng Send
CUTOFF
RESONANCE
DECAY
oct
BASS
KICK 1
KICK 2
SNARE 1
SNARE 2
CLOSED HH
OPEN HH
RIDE
CRASH
PERC 1
PERC 2
HIT 1
HIT 2
HIT 3
EFFECTS
TYPE TIME LEVEL
FEEDBACK
TYPE RATE LEVEL
REVERB/DELAY FLANGER
Kit Name =
INST No. LEVEL PITCH PAN
R/D Send
Flng Send
CUTOFF
RESONANCE
DECAY
oct
BASS
KICK 1
KICK 2
SNARE 1
SNARE 2
CLOSED HH
OPEN HH
RIDE
CRASH
PERC 1
PERC 2
HIT 1
HIT 2
HIT 3
EFFECTS
TYPE TIME LEVEL
FEEDBACK
TYPE RATE LEVEL
REVERB/DELAY FLANGER
Kit Name =
Blanco kaart
93
Blanco kaart
INST No. LEVEL PITCH PAN
R/D Send
Flng Send
CUTOFF
RESONANCE
DECAY
oct
BASS
KICK 1
KICK 2
SNARE 1
SNARE 2
CLOSED HH
OPEN HH
RIDE
CRASH
PERC 1
PERC 2
HIT 1
HIT 2
HIT 3
EFFECTS
TYPE TIME LEVEL
FEEDBACK
TYPE RATE LEVEL
REVERB/DELAY FLANGER
Kit Name =
INST No. LEVEL PITCH PAN
R/D Send
Flng Send
CUTOFF
RESONANCE
DECAY
oct
BASS
KICK 1
KICK 2
SNARE 1
SNARE 2
CLOSED HH
OPEN HH
RIDE
CRASH
PERC 1
PERC 2
HIT 1
HIT 2
HIT 3
EFFECTS
TYPE TIME LEVEL
FEEDBACK
TYPE RATE LEVEL
REVERB/DELAY FLANGER
Kit Name =
INST No. LEVEL PITCH PAN
R/D Send
Flng Send
CUTOFF
RESONANCE
DECAY
oct
BASS
KICK 1
KICK 2
SNARE 1
SNARE 2
CLOSED HH
OPEN HH
RIDE
CRASH
PERC 1
PERC 2
HIT 1
HIT 2
HIT 3
EFFECTS
TYPE TIME LEVEL
FEEDBACK
TYPE RATE LEVEL
REVERB/DELAY FLANGER
Kit Name =
94
Blanco kaart
Blanco kaart
93

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Roland DR-202 DR GROOVE bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Roland DR-202 DR GROOVE in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,58 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info