527421
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/229
Pagina verder
Handleiding
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de BOSS
BR-900CD Digital Recording Studio.
Lees eerst aandachtig onderstaande rubrieken voor u dit
toestel gaat gebruiken:
• HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN (p. 2–3)
• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (p. 4–5)
Deze rubrieken bevatten belangrijke informatie over de
correcte bediening van het toestel.
Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuwe toestel
voldoende beheerst, dient u de handleiding in haar geheel te
lezen. Bewaar de handleiding binnen handbereik zodat u ze
naar believen kunt raadplegen.
Copyright 2005 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, in welke vorm dan ook,
worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
BOSS CORPORATION.
Enkel afspraken in deze handleiding
Tekst of cijfers tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar toetsen.
[PLAY] PLAY-toets
[REC] REC-toets (opnametoets)
• Vermeldingen zoals (p. **) verwijzen naar pagina’s elders in deze
handleiding, waar u bruikbare informatie kunt terugvinden.
HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN
001
Lees aandachtig onderstaande instructies en de
volledige handleiding voor u dit toestel gebruikt.
..........................................................................................................
002c
Maak het toestel of de adapter nooit open en
breng geen wijzigingen aan.
..........................................................................................................
003
Probeer het toestel niet zelf te herstellen of onder-
delen ervan te vervangen (tenzij deze handleiding
hiervoor specifieke instructies bevat). Laat alle
onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of een
erkend Roland-distributeur. U vindt hun
gegevens op de pagina 'Informatie'.
..........................................................................................................
004
Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen die:
onderhevig zijn aan extreme temperaturen
(bijv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, op
of naast verwarmingsbuizen of in de buurt van
andere warmtebronnen);
vochtig zijn (zoals badkamers, wasruimten,
op natte vloeren);
een hoge luchtvochtigheid hebben;
blootgesteld zijn aan regen;
stoffig zijn;
onderhevig zijn aan sterke trillingen.
..........................................................................................................
007
Plaats het toestel steeds zo dat het waterpas en
stabiel staat. Plaats het nooit op een statief dat kan
gaan wiebelen of op hellende vlakken.
..........................................................................................................
008c
Gebruik uitsluitend de adapter geleverd bij het
toestel. Zorg ook dat het voltage bij de installatie
overeenkomt met het voltage van de adapter.
Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit
gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage.
Het gebruik van deze adapters kan resulteren in
schade, defecten of elektrische schokken.
..........................................................................................................
009
Buig en draai de stroomkabel niet te veel en plaats
er geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet,
kan de kabel beschadigd raken en kortsluiting
veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand
of elektrocutie veroorzaken!
..........................................................................................................
010
Dit toestel, alleen of in combinatie met een
versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers,
zou een geluidsniveau kunnen produceren dat
permanente gehoorschade kan veroorzaken.
Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of
onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoor-
verlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan
onmiddellijk het gebruik van dit toestel en raad-
pleeg een gehoorspecialist.
..........................................................................................................
011
Zorg dat er geen voorwerpen (bijv. brandbare
materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen
(water, frisdrank, enz.) in het toestel kunnen
terechtkomen.
..........................................................................................................
012c
Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de
stekker van de adapter uit het stopcontact en laat
het toestel nakijken door uw leverancier, in het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of door een
erkend Roland-distributeur zoals aangegeven op
de pagina ‘Informatie’, indien:
de adapter of de stroomkabel beschadigd is;
rook of een vreemde geur ontstaat;
voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
terechtgekomen;
het toestel in de regen heeft gestaan (of op een
andere manier nat is geworden);
het toestel niet normaal blijkt te werken of
ongewone zaken vertoont.
..........................................................................................................
Wordt gebruikt voor instructies die de
gebruiker wijzen op het risico op
verwondingen of materiële schade bij onjuist
gebruik van het toestel.
* Materiële schade verwijst naar schade of
andere ongunstige gevolgen voor het huis
en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen.
Wordt gebruikt voor instructies die de
gebruiker wijzen op het risico op dodelijke
ongevallen of zware verwondingen bij
onjuist gebruik van het toestel.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die
moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan,
wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links
getoonde pictogram betekent dat de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact moet worden gehaald.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek.
Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene
waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die
nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit
mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in
de cirkel. Het links getoonde pictogram geeft aan dat het
toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Over de labels WAARSCHUWING en LET OP
Over de pictogrammen
WAARSCHUWING
LET OP
HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN TE VOORKOMEN
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
2
3
013
In gezinnen met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden tot de kinderen in
staat zijn om het toestel op een veilige manier te
gebruiken.
..........................................................................................................
014
Bescherm het toestel tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
Steek de stekker van dit toestel niet in een
stopcontact waarop al een groot aantal andere
apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder
voorzichtig met verlengkabels – het gezamenlijke
vermogen van alle op de verlengkabel aangesloten
apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogens-
bereik (watt/ampère) van de verlengkabel. Door
een te grote belasting kan de isolatie van de kabel
warm worden en zelfs smelten.
..........................................................................................................
016
Raadpleeg, voor u dit toestel in het buitenland
gebruikt, eerst uw leverancier, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland-
distributeur. Hun gegevens vindt u op de
"Informatie"-pagina.
..........................................................................................................
019
U mag batterijen nooit opladen, verhitten, uit
elkaar halen of in vuur of water werpen.
..........................................................................................................
023
Speel een cd-rom NOOIT af op een gewone
cd-speler. Het resulterende geluid zou zo luid
kunnen zijn, dat het permanente gehoorschade
veroorzaakt. Dit kan ook schade toebrengen aan
luidsprekers of andere componenten van uw
audiosysteem.
101b
Plaats het toestel en de wisselstroomadapter zo
dat een goede ventilatie gewaarborgd blijft.
102d
Neem enkel de stekker of de wisselstroomadapter
zelf vast wanneer u ze aansluit op dit toestel of op
een stopcontact.
..........................................................................................................
103b
Een opeenhoping van stof tussen de adapter en
de stroomuitgang kan resulteren in een slechte
isolatie en brand veroorzaken. Veeg dit soort stof
geregeld weg met een droge doek. Trek de stekker
ook uit het stopcontact als u het toestel lange tijd
niet gebruikt.
..........................................................................................................
104
Probeer ervoor te zorgen dat kabels en snoeren
niet verstrikt geraken. Hou alle kabels en snoeren
buiten het bereik van kinderen.
..........................................................................................................
106
Klim nooit boven op het toestel en plaats er geen
zware voorwerpen op.
..........................................................................................................
107d
Raak de adapter of de stekker nooit met natte
handen aan, wanneer u ze wilt aansluiten op
een stopcontact of dit toestel.
..........................................................................................................
108b
Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle
externe toestellen af, voor u het toestel verplaatst.
..........................................................................................................
109b
Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het
stopcontact, voor u toestel schoonmaakt.
..........................................................................................................
110b
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
gevaar voor blikseminslagen vermoedt.
111: Selection
Batterijen kunnen bij onzorgvuldig gebruik gaan
lekken of zelfs ontploffen, en schade of
verwondingen veroorzaken. Neem voor uw eigen
veiligheid onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht (p. 23).
Volg de plaatsingsinstructies voor batterijen en
respecteer de polariteit.
Combineer geen oude en nieuwe batterijen.
Combineer ook geen batterijen van
verschillende merken/typen.
Verwijder de batterijen als u het toestel een
tijdlang niet gebruikt.
Mochten een of meerdere batterijen gaan
lekken, verwijder dan de uitgelekte resten uit
het batterijcompartiment met een papieren of
een zacht doekje. Plaats vervolgens nieuwe
batterijen. Zorg dat u geen batterijvulling op uw
handen of huid krijgt om huidirritaties te
voorkomen. Handel met uiterste voorzichtig-
heid, zodat er geen vulling in de buurt van uw
ogen komt. Mocht dit wel voorkomen, gebruik
dan water om het snel te verwijderen.
Bewaar batterijen nooit samen met metalen
voorwerpen zoals pennen, halskettingen,
haarspelden, enz.
..........................................................................................................
112
Gebruikte batterijen moet u volgens de voorschriften
in uw regio verwijderen of vernietigen.
118a
Als u schroeven moet verwijderen, bewaar ze dan
op een veilige plaats, buiten het bereik van
kinderen, zodat zij ze niet per ongeluk kunnen
inslikken.
..........................................................................................................
120
Schakel de fantoomvoeding steeds uit als u
apparaten aansluit die deze voeding, in
tegenstelling tot condensatormicrofoons, niet
gebruiken. Als u per ongeluk dynamische
microfoons, audio-apparatuur of andere
apparaten die geen fantoomvoeding nodig
hebben, toch hiervan voorziet, kunt u deze
apparaten beschadigen. Raadpleeg daarom steeds
eerst de handleiding van iedere microfoon die u
wilt gebruiken.
(De fantoomvoeding van dit toestel: +48V DC,
7 mA Max)
..........................................................................................................
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
4
Belangrijke opmerkingen
291a
Gelieve naast de items onder HET TOESTEL VEILIIG GEBRUIKEN op p. 2 en 3, ook volgende zaken in acht te nemen:
Stroomvoorziening: het gebruik
van een batterij
301
Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen
met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische
motor of een regelbaar lichtsysteem).
302
De AC-adapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is
normaal en is dus geen reden tot ongerustheid.
303a
Het gebruik van een adapter wordt aanbevolen vanwege het
relatief hoge stroomverbruik van het apparaat. Mocht u
batterijvoeding prefereren, gebruik dan alkalinebatterijen.
304a
Schakel altijd het apparaat uit, en ontkoppel andere
eventueel aangesloten apparatuur, voordat u batterijen
plaatst of vervangt. Hierdoor voorkomt u mogelijk
verkeerd functioneren en/of beschadiging van luid-
sprekers of andere apparaten.
307
Alvorens dit apparaat aan te sluiten op andere toestellen,
schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten
en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.
Plaatsing
351
Als u dit toestel gebruikt nabij een vermogensversterker (of
een ander apparaat met grote transformators) kan er brom
ontstaan. Oriënteer het toestel anders of verwijder het van
de interferentiebron.
352a
Dit toestel kan radio- of televisie-ontvangst verstoren.
Gebruik het niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
352b
Er kan ruis ontstaan als er draadloze communicatie-
toestellen, bijv. gsm’s, gebruikt worden nabij dit toestel.
Deze ruis kan voorkomen wanneer u een oproep doet of
ontvangt, of tijdens het gesprek. Als u dergelijke problemen
ondervindt, plaatst u de draadloze toestellen verder van dit
apparaat of schakelt ze uit.
354a
Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet nabij verwarmingstoestellen, laat het niet achter in
een gesloten voertuig, of stel het op geen enkele andere
manier bloot aan extreme temperaturen. Extreme hitte kan
het toestel doen verkleuren of vervormen.
355b
Bij verplaatsing tussen locaties met een groot verschil in
temperatuur en/of luchtvochtigheid, kan er zich in de
pads en het pedaal condens vormen. Als u het apparaat in
deze conditie gebruikt, kunnen er beschadigingen of
storingen ontstaan. Laat het apparaat daarom voor
gebruik enkele uren acclimatiseren. Zo krijgt condens
de kans om volledig te verdampen.
Onderhoud
401a
Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte
droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek.
Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild,
niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg nadien het toestel
goed af met een zachte droge doek.
402
Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk
oplosmiddel. Dit om verkleuring of vervorming te
voorkomen.
Herstellingen en data
452
Wees ervan bewust dat alle data, die in het geheugen van
het toestel zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan
wanneer het toestel wordt gerepareerd. Van belangrijke
data moet u te allen tijde een back-up maken op een
geheugenkaart / computer. U kunt deze data (indien
nodig) ook op papier noteren. Er wordt bij het herstellen
voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te
vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het
geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel
gewiste data niet meer herstellen. Roland kan niet
aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
Extra voorzorgen
551
De inhoud van het geheugen kan onherstelbaar verloren
gaan als gevolg van een storing of onjuist gebruik van het
toestel. We raden u aan om van belangrijke data, die u in
het geheugen van het toestel heeft opgeslagen, regelmatig
een back-up te maken in het geheugen van het toestel of
een geheugenkaart / computer om uzelf tegen het verlies
van belangrijke data te beschermen.
552
Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van data
die op in het geheugen van het toestel of een geheugen-
kaart waren opgeslagen te herstellen, als deze eenmaal
verloren is gegaan. Roland Corporation is niet aan-
sprakelijk voor zulk dataverlies.
553
Ga voorzichtig tewerk wanneer u de knoppen, regelaars
en andere bedieningsorganen van het toestel gebruikt.
Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.
554
Sla of druk nooit op de display.
556
Neem bij het aan- en afkoppelen van kabels steeds de
stekker zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u
kortsluiting en schade aan de interne kabelelementen.
558a
Hou, om uw buren niet te storen, het volume op een
redelijk niveau. U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken
zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de personen
in uw nabije omgeving (vooral in de late uren).
559a
Om het toestel te transporteren, gebruikt u het best de
oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders
dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
Gebruik het aangegeven expressiepedaal (EV-5; los
verkrijgbaar). Met andere expressiepedalen riskeert u
defecten en/of schade aan het toestel.
562
Gebruik Roland-kabels voor de aansluitingen. Gebruikt
u kabels van een ander merk, let dan op het volgende.
Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden.
Sluit op dit toestel geen kabels aan die weerstanden
bevatten. Als u zulke kabels gebruikt, is het mogelijk
dat het geluid niet of nauwelijks hoorbaar is. Voor
meer informatie over de kabels wendt u zich best tot
de fabrikant van de betreffende kabel.
5
Belangrijke opmerkingen
Omgaan met CD-R/RW’s
801
• Vermijdt om de glanzende onderkant (beschreven opper-
vlak) van de cd aan te raken of te krassen. Op vuile of
bekraste cd's worden de data mogelijk foutief gelezen of
weggeschreven. Maak uw cd's schoon met een cd-reiniger
(in de handel verkrijgbaar).
Voordat u geheugenkaarten
gebruikt (CompactFlash)
Geheugenkaarten gebruiken
704
Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar
binnen – tot hij stevig op zijn plaats zit.
705
Raak nooit de contactpunten van de geheugenkaart aan.
Voorkom ook dat deze vuil worden.
707
De geheugenkaarthouder van dit toestel aanvaardt
CompactFlash-geheugenkaarten. Microdrive-opslagmedia
van IBM zijn niet compatibel.
708
CompactFlash-kaarten maken gebruik van precisie-
onderdelen. Behandel de kaarten voorzichtig en schenk
daarom extra aandacht aan het volgende:
Om te voorkomen dat de kaarten worden beschadigd
door statische elektriciteit, moet u zich eerst ontladen
van deze statische elektriciteit, voordat u de kaarten
gebruikt.
Raak de contactpunten van de kaarten niet aan met uw
handen of met metaal.
Vermijd om de kaarten te buigen, laat ze niet vallen en
stel ze niet bloot aan hevige schokken of vibratie.
Houd kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten
voertuigen of andere, soortgelijke plaatsen
(bewaartemperatuur: -25 tot 85 ˚C).
Laat de kaarten niet nat worden.
Haal de kaart niet uit elkaar of pas de kaart niet aan.
Auteursrecht
851
Het ongeoorloofd opnemen, verspreiden, verkopen,
uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden enz., hetzij
geheel of gedeeltelijk, van een werk (muziekstuk, video,
uitzending, optreden, e.d.) waarvan het auteursrecht
eigendom is van een derde partij, is bij wet verboden.
853
Gebruik dit toestel niet voor projecten waarbij het
auteursrecht van derden geschonden wordt. Roland
neemt geen enkele verantwoordelijkheid op in verband
met inbreuken op het auteursrecht die het gevolg zijn van
uw gebruik van dit toestel.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
206e
* Schermafbeeldingen in deze documenten zijn afgedrukt
met toestemming van Microsoft Corporation.
206j
* Windows® is officieel bekend als: "Microsoft® Windows®
operating system".
207
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken
van Apple Computer, Inc.
209
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
220
* Alle productnamen die in dit document worden
genoemd, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van de respectievelijke eigenaars.
6
Voordat u CD-R/RW's gebruikt
U kunt met de BR-900CD twee soorten cd's gebruiken:
CD-R's en CD-RW's.
Wat is een CD-R?
CD-R (Compact Disc Recordable) is een cd waarop data
kunnen worden weggeschreven. U kunt weggeschreven data
niet verwijderen of verplaatsen.
Dit soort schijven gebruikt u om audio-cd's te maken, die op
gewone cd-spelers zullen worden afgespeeld. Dergelijke
spelers kunnen geen CD-RW's weergeven. Daarnaast is het,
zelfs als u een audio-cd van het type "CD-R disc" gebruikt,
alleen mogelijk om deze af te spelen op spelers, die de
weergave van opneembare cd's ondersteunen.
Wat is een CD-RW?
CD-RW (Compact Disc ReWritable) is een cd waarop u data
kunt schrijven en opnieuw wissen. U kunt dit soort opneem-
bare cd dus telkens opnieuw gebruiken.
Hoewel u CD-RW's kunt gebruiken om audio-cd's te maken,
kunt u deze cd's niet op gewone cd-spelers weergeven (u kunt
ze wel weergeven op het CD-R/RW-station van de BR-900CD).
Het CD-R/RW-station gebruiken
Wanneer u het CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel
de meegeleverde AC-adapter gebruiken.
U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken wanneer u
met batterijvoeding werkt.
Plaats het toestel op een stevig, waterpas oppervlak in
een omgeving waar geen trillingen voorkomen. Indien u
het toestel toch onder een bepaalde hoek moet plaatsen,
zorg dan dat de helling niet te groot is.
Voorkom gebruik van het toestel, als het net is verplaatst
naar een locatie waarvan de vochtigheidsgraad sterk
verschilt van de vorige locatie. Snelle veranderingen van
omgeving kunnen condensatievorming in het CD-R/RW-
station veroorzaken, wat een nadelige invloed heeft op de
werking ervan. Wanneer u het toestel hebt verplaatst, laat
het dan even (enkele uren) acclimatiseren in de nieuwe
omgeving, alvorens het te gebruiken.
Voorkom gebruik van het CD-R/RW-station op plaatsen
met hoge temperaturen. Als u deze voorzorgsmaatregel
niet in acht neemt, kan dit tot gevolg hebben dat het
station niet meer goed functioneert of dat er schrijffouten
optreden. Daarnaast kan dit soort omgeving de levens-
duur van het CD-R/RW-station verkorten.
Verwijder, voordat u het toestel aan of uit zet, eventuele
cd's uit het station.
Plaats alleen CD-R/RW's in het station om het risico op
storing en/of schade te vermijden. Nooit een ander type
van schijf. Zorg dat er geen paperclips, muntstukken of
andere voorwerpen in het station terechtkomen.
Raak de lens niet aan.
Als de lens vuil is, kunt u deze schoonmaken met een
in de winkel verkrijgbaar blaasapparaat voor lenzen.
Maak, als er een schrijffout optreedt, de lens schoon met
een reiniger voor lenzen van CD-RW-stations.
* Opmerking: sommige reinigers zijn bedoeld voor CD-R-stations,
andere voor CD-RW-stations. Let er dus op dat u een reiniger
voor CD-RW-stations kiest.
* Gebruik nooit een reiniger voor gewone cd-spelers. U kunt
dit soort reinigers niet gebruiken om de schrijflens van de
BR-900CD schoon te maken.
* Zelfs als het aanbevolen type CD-R/RW in een volkomen
normaal CD-R/RW-station wordt gebruikt, kunnen schrijf-
fouten niet volledig worden uitgesloten. Houd er rekening mee
dat dit probleem sowieso kan optreden als gevolg van variaties
in CD-R/RW-stations en van fabricageverschillen tussen
verschillende CD-R/RW's.
CD-R/RW's gebruiken
* Lees naast de volgende voorzorgsmaatregelen ook de
instructies die bij de CD-R/RW's worden geleverd.
Speel een CD-R/RW (CD-R/RW met een back-up van
songdata) NIET op een gewone cd-speler af. Het
resulterende geluid kan zo luid zijn dat het permanente
gehoorschade zou kunnen veroorzaken. Dit kan ook
schade toebrengen aan luidsprekers of andere
componenten van uw audiosysteem.
Let bij gebruik van de cd's op het volgende:
Raak het opgenomen oppervlak van de cd niet aan.
Voorkom gebruik in stoffige omgevingen.
Laat de cd niet in de zon of in een gesloten voertuig
liggen.
Bewaar de cd in het hoesje.
Compatibiliteit van CD-R/RW's
en CD-R/RW-stations
Zorg ervoor, dat u altijd het aanbevolen type CD-R/RW's
gebruikt. Als u deze voorzorgsmaatregel niet opvolgt,
kunnen er schrijffouten optreden.
Zelfs als u aanbevolen cd's gebruikt, zijn schrijffouten
mogelijk. Houd er rekening mee dat dit probleem sowieso
kan optreden als gevolg van variaties in CD-R/RW-
stations en van fabricageverschillen tussen verschillende
CD-R/RW's.
Het gebruik van cd's met bedrukbare labels wordt
afgeraden, zelfs als deze van het aanbevolen type zijn.
Bepaalde omstandigheden bij het opslaan kunnen ervoor
zorgen, dat cd's met bedrukbare labels gaan deviëren,
zodat er schrijffouten kunnen optreden.
7
Richtlijnen voor het gebruik van microfoons
Als u een CD-R/RW in het CD-R/RW-
station plaatst…
Zet de CD-R/RW bij het plaatsen in het CD-R/RW-station
op de juiste positie vast, zoals aangegeven in "Een CD-R/RW
plaatsen". Plaats de CD-R/RW correct in de schijflade. Zoniet
kan de schijflade vastlopen en kunt u de CD-R/RW niet
meer verwijderen.
Een CD-R/RW plaatsen
1. Druk op de Eject-knop om de schijflade te openen.
2. Schuif de schijflade open.
3. Plaats de CD-R/RW met het gaatje over de stopper van
het CD-R/RW-station.
4. Druk de CD-R/RW naar beneden. De CD-R/RW klikt
vast op de stopper.
fig.CD set
* Controleer altijd of de CD-R/RW goed is geplaatst, aangezien
u enige kracht moet uitoefenen om hem te plaatsen. Als u een
cd niet goed en volledig plaatst, kan dat de schrijffunctie
belemmeren.
5. Sluit de schijflade zodat hij vastklikt in de BR-900CD.
Een CD-R/RW verwijderen
1. Hou de stopper tegen en trek de buitenrand van de
CD-R/RW lichtjes omhoog.
fig.CD eject
Als de schijflade niet open gaat
Als het toestel uitgeschakeld wordt terwijl de cd nog in het
station zit (zoals bij een stroompanne), kunt u de schijflade
niet openen met de Eject-toets. In dat geval moet u de lade
handmatig openen, met wat ijzerdraad bijvoorbeeld.
fig.Hole
Zorg dat de BR-900CD uit staat voor u de lade probeert te
openen via het Emergency Eject-gaatje. Als u hier iets
insteekt terwijl het toestel aan staat, zou u de cd kunnen
beschadigen of onvoorziene problemen veroorzaken.
Richtlijnen voor het gebruik van microfoons
Schakel de fantoomvoeding altijd uit tenzij u condensatormicrofoons aansluit, die fantoomvoeding nodig hebben. Wanneer u
dynamische microfoons, audio-apparatuur en andere apparaten die geen fantoomvoeding gebruiken, toch voorziet van fantoom-
voeding, kan dit uw apparatuur beschadigen.
Voor meer uitleg over microfoons raadpleegt u het best de handleiding van de microfoon die u gebruikt.
* BR-900CD fantoomvoeding: +48 V DC, 7 mA Max.
Fantoomvoeding wordt gelijktijdig aan de XLR-aansluitingen voor MIC 1 en MIC 2 geleverd. U kunt de fantoomvoeding niet aan-
of uitzetten voor elke aansluiting apart.
Als u tegelijkertijd microfoons gebruikt die wel en niet fantoomvoeding nodig hebben, moet u de microfoons die geen
fantoomvoeding nodig hebben, aansluiten op een van de 1/4 inch phone jacks. Enkel de XLR-aansluitingen worden voorzien van
fantoomvoeding, niet de 1/4 inch phone jacks.
Sluit microfoons aan op de 1/4 inch phone jacks met een XLR-to-phone adapterkabel of een ander soort adapter uit de winkel.
Emergency eject-gaatje
8
Inhoud
Belangrijke opmerkingen .................4
Voordat u CD-R/RW's gebruikt .........6
Richtlijnen voor het gebruik van
microfoons .......................................7
Inhoud .............................................8
Inleiding tot de BR-900CD...............14
Functies.......................................................................14
Met de BR-900CD compatibele geheugenkaarten ....... 16
De kaartbescherming verwijderen....................16
Beschrijving van de panelen...........17
Voorpaneel .................................................................17
Achterpaneel ..............................................................22
Batterijen plaatsen .....................................................23
Snelle start ............................ 25
Randapparatuur aansluiten............26
Een geheugenkaart plaatsen....................................27
De BR-900CD aan- en uitzetten.......28
Het toestel aanzetten.................................................28
Het toestel uitzetten ..................................................28
Demosongs beluisteren ..................29
Een song selecteren (Song Select)......................29
Een song weergeven............................................29
De huidige tijdspositie verplaatsen...................30
Een song opnemen/weergeven ......31
(1) De geheugenkaart gebruiks-klaar maken ........31
(2) Het toestel aanzetten ...........................................31
De geheugenkaart formatteren (Initialize).......31
(3) De song voor opname selecteren.......................32
Een nieuwe song opnemen (Song New) ..........32
(4) Instrumenten aansluiten.....................................33
Kies op welke ingang u uw instrument
aansluit ..................................................................33
Druk op de INPUT SELECT-toets van het
instrument dat u wilt opnemen.........................34
De interne microfoon aanzetten ........................34
De input-gevoeligheid regelen ..........................35
Het input-volume aanpassen.............................35
(5) Insert-effecten gebruiken....................................35
Effect patches kiezen ...........................................35
Zonder insert-effecten opnemen........................36
(6) Rhythm gebruiken...............................................37
Rhythm weergeven..............................................37
Arrangementen wijzigen ....................................37
Patronen wijzigen ................................................38
Het tempo van de arrangementen of
patronen wijzigen ................................................38
Tikken om het tempo van patronen of
arrangementen te wijzigen .................................38
(7) Basisrichtlijnen voor opname.............................39
Het spoor voor opname selecteren....................39
Over de opnamefuncties (REC MODE)............39
Procedure ..............................................................40
(8) Opgenomen muziek weergeven........................41
Het geluid van specifieke sporen uitzetten
(Track Mute) .........................................................41
(9) Overdubben
(een extra uitvoering opnemen terwijl u naar
een bestaande uitvoering luistert)...........................41
(10) Het geluid voor elk spoor regelen...................42
De links-rechtspositie (pan) van het geluid
instellen .................................................................42
De toon aanpassen (Track EQ)...........................43
Breedte aan het geluid toevoegen
(Loop-effect)..........................................................43
(11) Bouncing
Meerdere sporen samenvoegen........................45
(12) Het toestel uitzetten...........................................45
(13) De geheugenkaart verwijderen........................45
9
Hoofdstuk 1
Opnemen en weergeven........47
Opnemen .......................................48
Het opnamespoor selecteren....................................48
Een andere V-Track kiezen ......................................49
De positie van het input-signaal wijzigen (Pan)...49
Opnamefuncties.........................................................50
De herhalende weergave (Repeat)
.....51
Het repeat-fragment instellen..................................51
Het repeat-fragment met precieze timing instellen
...52
Enkel de fouten corrigeren
(Punch-in/out) ................................53
Manuele punch-in/out.............................................53
Manuele punch-in/out met de [REC]-toets.....53
Manuele punch-in/out met een voetschakelaar
....54
Auto punch-in/out....................................................54
Het fragment voor auto punch-in/out afbakenen
.54
Een geregistreerde auto punch-in/out-positie
wissen....................................................................55
Hoe opnemen? .....................................................55
Herhaaldelijk over hetzelfde fragment opnemen
(Loop Recording).......................................................56
De te herhalen passage instellen........................56
Hoe neemt u op?..................................................56
Een opdracht annuleren (Undo/Redo)
.57
De laatste handeling omkeren (Undo) ...................57
De undo annuleren (Redo).......................................57
Sporen samenvoegen (Bouncing)....58
Direct naar een CD-R/RW bouncen
(Direct CD Bounce) ...................................................59
De input-bron selecteren en de opname naar
een CD-R/RW bouncen............................................60
Met de BR-864/BR-532 gecreëerde
songs inladen.................................61
Met de BR-864 gecreëerde songs inladen...............61
Met de BR-532 gecreëerde songs inladen...............61
De songinformatie weergeven........62
De resterende beschikbare opnametijd weergeven
...62
Het verbruik van de geheugenkaart weergeven ..62
Hoofdstuk 2
Bewerken ..............................63
Tijd registreren (Locator).................64
Een locatorpunt registreren......................................64
Naar het locatorpunt verspringen...........................64
Een locatorpunt verwijderen ...................................64
Begin- en eindposities zoeken
(Scrub/Preview) .............................65
Scrubben om begin- en eind-posities van
muziek te vinden .......................................................65
De scrub-punten wijzigen ........................................66
Het gebruik van preview bij [REW] en [FF]
mogelijk maken..........................................................66
De uitvoering op een spoor bewerken
(Track Editing) ................................67
Data kopiëren (Track Copy).....................................67
Het herhaalde deel kopiëren (AB).....................67
Kopiëren door de tijd aan te geven
(TME/MES) ..........................................................68
Een volledig spoor kopiëren (ALL)...................69
Data verplaatsen (Track Move) ...............................70
Het herhaalde deel (AB) verplaatsen................70
Verplaatsen door de tijd aan
te geven (TME/MES) ..........................................71
Een volledig spoor verplaatsen (ALL)..............72
Data verwijderen (Track Erase)...............................73
Het herhaalde deel (AB) wissen ........................73
Verwijderen door de tijd op te geven
(TME/MES) ..........................................................74
Een volledig spoor verwijderen (ALL).............75
Data verwisselen (Track Exchange)........................76
Uw opgenomen songs beheren ......77
Een song kopiëren (Song Copy)..............................77
Songs verwijderen (Song Erase)..............................77
Geheugen op de geheugen-kaart sparen
(Song Optimize).........................................................78
Songs een naam geven (Song name).......................78
Een song beschermen (Song Protect)......................79
De huidige instellingen van de song opslaan
(Song Save) .................................................................79
10
Een mastertape/disc maken ...........80
Opnemen op een cassette-recorder
(analoge aansluiting).................................................80
Opnemen op een digitale recorder
(digitale aansluiting).................................................80
Digitaal kopiëren verhinderen
(Digital Copy Protect) .........................................80
Hoofdstuk 3
Effecten gebruiken................. 83
De insert-effecten gebruiken...........84
Effect patches en banken ..........................................84
De insert-effecten aanpassen ...................................85
Insert effect-instellingen opslaan (Write)...............86
Veranderen hoe de insert-effecten volgens
de functie worden gebruikt......................................87
Insert effect-parameterfuncties .......88
Lijst van de algoritmes..............................................88
BANK: GUITAR ........................................................88
1. COSM GTR AMP.............................................88
2. ACOUSTIC SIM...............................................88
3. BASS SIM ..........................................................89
4. COSM COMP GTR..........................................89
5. ACOUSTIC GTR ..............................................89
6. BASS MULTI ....................................................89
7. COSM BASS AMP ...........................................90
8. COSM COMP BSS............................................90
BANK: MIC ................................................................90
9. VOCAL MULTI................................................90
10. VOICE TRANS...............................................90
11. COSM COMP VCL........................................91
BANK: LINE...............................................................91
12. STEREO MULTI.............................................91
13. LO-FI BOX.......................................................91
BANK: SIMUL ...........................................................92
14. VO+GT AMP..................................................92
15. VO+AC.SIM....................................................92
16. VO+ACOUSTIC.............................................92
Lijst van parameters..................................................93
Acoustic Guitar Simulator..................................93
Acoustic Processor...............................................93
Bass Simulator......................................................93
Chorus ...................................................................94
Compressor...........................................................94
COSM Comp (compressor)/Limiter.................94
De-esser .................................................................95
Defretter ................................................................95
Delay......................................................................95
Doubling................................................................95
Enhancer................................................................95
Equalizer................................................................96
Flanger...................................................................96
Foot Volume .........................................................96
Lo-Fi Box ...............................................................96
Noise Suppressor .................................................97
Octave....................................................................97
Phaser.....................................................................97
Pitch Shifter...........................................................98
Preamp...................................................................98
Ring Modulator....................................................99
Slow Attack...........................................................99
Speaker Simulator..............................................100
Tremolo/Pan ......................................................100
Voice Transformer .............................................100
Wah......................................................................101
Mastering .................................... 102
De instellingen van de Mastering Tool Kit
bewerken...................................................................103
De Mastering Tool Kit-instellingen opslaan
(Write) .......................................................................104
Parameterfuncties van de
Mastering Tool Kit ........................105
Algoritme..................................................................105
Lijst van parameters................................................105
Equalizer..............................................................105
Bass Cut Filter.....................................................106
Enhancer..............................................................106
Input.....................................................................106
Expander .............................................................106
Compressor.........................................................107
Mixer....................................................................107
Limiter .................................................................107
Output .................................................................107
11
De loop-effecten/Track EQ gebruiken
.108
Het loop-effect selecteren.......................................108
Aanpassen hoe het loop-effect wordt toegepast
......109
De Track EQ instellen .............................................110
Loop effect-parameterfuncties ......111
Lijst van parameters................................................111
CHORUS/DELAY/DBLN (Doubling)...........111
REVERB...............................................................111
Track EQ-parameterfuncties..........112
Lijst van parameters................................................112
De zangtoon corrigeren
(Pitch correction)...........................113
Pitch correction ........................................................113
Make-up van de pitch correction ..........................113
Pitch correction patches..........................................113
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
pitch correction ........................................................113
De pitch correction gebruiken ...............................114
De correctiemethode voor zang instellen
(Pitch Correction Edit)............................................115
De pitch correction-instellingen opslaan (Write)
.....115
Gedetailleerde pitch correction-instellingen
(Correction Event Map)..........................................116
Hoofdstuk 4
Rhythm gebruiken ...............119
Rhythm gebruiken........................120
De patronen..............................................................120
Soorten patronen................................................120
De arrangementen...................................................120
Soorten arrangementen.....................................120
De Rhythm-functie veranderen.............................121
Rhythm-uitvoeringen opnemen............................121
Arrangementen en patronen uitvoeren................121
Arrangementen selecteren................................121
Arrangementen uitvoeren ................................121
Patronen selecteren............................................122
Patronen uitvoeren ............................................122
Het tempo van de arrangementen of
patronen veranderen.........................................122
Tikken om het tempo van patronen of
arrangementen te veranderen..........................122
Originele arrangementen creëren
..123
Een stap invoegen....................................................124
Een stap verwijderen...............................................124
Arrangementen een naam geven ..........................124
Arrangementen kopiëren .......................................125
Arrangementen verwijderen..................................125
Originele patronen creëren ..........126
Opmerking over patronen creëren..................126
Patronen creëren in Realtime Recording..............126
Opnamen repeteren...........................................128
Onnodige drumgeluiden verwijderen............129
Het volume van de metronoom wijzigen.......129
Patronen creëren in Step Recording......................130
De velocity veranderen .....................................132
Onnodige drumgeluiden verwijderen............132
Patronen een naam geven ......................................132
Patronen kopiëren ...................................................133
Patronen verwijderen..............................................133
De drumkits gebruiken................. 134
De drums uitvoeren ................................................134
Drumkits selecteren.................................................134
Originele drumkits creëren (Tone Load)..............135
Vanaf de sporen laden.......................................135
Drumgeluiden van andere drumkits kopiëren
....137
De positie (pan) van de drumgeluiden wijzigen
...138
Hoofdstuk 5
Het CD-R/RW-station gebruiken
.139
Een audio-cd maken..................... 140
Voorzorgsmaatregelen............................................140
De tijdsduur tussen songs instellen (Pre-Gap)....140
Songs naar cd's schrijven........................................140
De resterende opnametijd op audio-cd's nagaan
......142
Audio-cd’s weergeven............................................143
De weergave op cd-spelers mogelijk maken
(Finaliseren)..............................................................144
12
Data uitwisselen via het
CD-R/RW-station ..........................145
Opgenomen songs op CD-R/RW's opslaan
(Backup)....................................................................145
Songs een voor een op een CD-R/RW opslaan
(Song Backup)....................................................145
Alle songs van een geheugenkaart op een
CD-R/RW opslaan (All Backup).....................146
Opgeslagen songs inladen in een geheugenkaart
(Recover)...................................................................147
Songs een voor een inladen in een geheugen-
kaart (Song Recover) .........................................147
Alle opgeslagen songs in een geheugenkaart
inladen (All Recover).........................................147
Waveformdata kopiëren en wegschrijven...........148
Waveformdata van een computer naar de
audiosporen kopiëren (WAV/AIFF Import)
......148
WAV/AIFF-bestanden als drum-geluiden
kopiëren (Tone Load)........................................149
Waveformdata van audiosporen naar computers
kopiëren (WAV/AIFF Export)
............................150
SMF gebruiken.........................................................151
SMF's met behulp van externe MIDI-
instrumenten weergeven (SMF Player)..........151
Drumpatronen vanaf het CD-R/RW-station
inladen (SMF Import)........................................152
Data verwijderen van een CD-RW (CD-RW Erase)
....153
Songs van cd's naar audiosporen
importeren ...................................154
Hoofdstuk 6
MIDI gebruiken.................... 155
MIDI: elementaire begrippen ........156
Wat is MIDI? ............................................................156
MIDI-aansluitingen.................................................156
MIDI-kanalen...........................................................156
MIDI-implementatietabellen .................................156
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
.157
Rhythm gebruiken om een externe
MIDI-geluidsmodule te bespelen..........................157
Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren
...158
Gesynchroniseerde weergave met de
BR-900CD als master .........................................158
De MTC offset instellen.....................................159
MMC gebruiken.......................................................160
MMC-compatibele apparatuur vanaf de
BR-900CD bedienen...........................................160
Hoofdstuk 7
USB gebruiken .....................161
Voor u USB gebruikt (overzicht).... 162
Compatibele besturingssystemen .........................162
Samenstelling van data op geheugenkaarten......162
Een computer aansluiten........................................163
Opmerkingen over het gebruik van USB.............163
Windows .....................................164
Back-ups maken voor de data van de BR-900CD
......164
Spoordata van de BR-900CD opslaan in de
WAV/AIFF-indeling (WAV/AIFF Export).........165
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de
BR-900CD laden (WAV/AIFF Import).................167
SMF's importeren en patronen maken .................169
Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen
(Tone Load) ..............................................................171
De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken........173
Macintosh .................................... 175
Back-ups van de BR-900CD-data ..........................175
Spoordata van de BR-900CD opslaan in de
WAV/AIFF-indeling (WAV/AIFF Export).........176
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de
BR-900CD laden (WAV/AIFF Import).................178
SMF's importeren en patronen maken .................179
Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen
(Tone Load) ..............................................................181
De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken........183
13
Hoofdstuk 8
Andere handige functies ...... 185
Het displaycontrast aanpassen.....186
Een voetschakelaar of
expressiepedaal gebruiken ..........187
Een voetschakelaar gebruiken...............................187
Een expressiepedaal gebruiken.............................187
Een instrument stemmen (Tuner) ...188
Het stemapparaat wijzigen ....................................188
Verklaring van de symbolen die tijdens
het stemmen verschijnen ..................................188
Stemmen ...................................................................189
De referentietoon instellen.....................................189
De output van een extern MIDI-toestel
mixen met de output van de BR-900CD
(Audio Sub Mix)
............................190
Condensatormicrofoons gebruiken
(fantoomvoeding).........................191
Moeilijke passages leren spelen
(Phrase Trainer)............................192
De weergave vertragen (Time Stretch).................192
Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel)
....192
Instellingen van de BR-900CD
initialiseren ..................................194
Alle instellingen van de BR-900CD initialiseren
....194
Systeeminstellingen initialiseren...........................194
Effectinstellingen initialiseren ...............................195
De arrangementen/patronen/drumkits van
Rhythm initialiseren................................................195
De geheugenkaart initialiseren..............................196
Batterijcapaciteit sparen
(Power Save)................................197
De power save-functie uitschakelen ...............197
Lijst van de Utility-parameters ......198
De systeemparameters............................................198
De sync-parameters.................................................198
De scrub-parameters...............................................199
Hoofdstuk 9
Bijlagen ...............................201
Lijst van effect patches ................. 202
Lijst van Mastering Tool Kit patches
..205
Lijst van Pitch Correction patches..205
Lijst van arrangementen/patronen
...206
Lijst van preset arrangementen .............................206
Lijst van preset patronen........................................207
Lijst van parameters..................... 208
Problemen oplossen.....................211
Foutboodschappen.......................213
MIDI-implementatie......................216
Specificaties ................................. 219
Index ...........................................221
Track Sheet ..................................229
14
Inleiding tot de BR-900CD
Functies
Eenvoudige bediening
De BR-900CD is zo ontworpen dat zelfs beginners hem net zo
gemakkelijk kunnen bedienen als een cassetterecorder.
Met de BR-900CD kan iedereen onmiddellijk de voordelen
van digitale opnames ervaren. Zo zult u de eerste dag met
uw nieuwe unit zeker al de demosongs hebben beluisterd
of zelfs een volledige audio-cd hebben opgenomen.
Het toestel is trouwens uitgerust met een CD-R/RW-station
zodat u opgenamen makkelijk op audio-cd's kunt opslaan.
Digital audio workstation
Alle processen zijn volledig digitaal
Behalve een digitale mixer en een digitale recorder heeft de
BR-900CD ook vijf digitale effectenprocessors. U kunt alle
stappen voor uw opnamen, zoals editing, spoorbouncing,
het gebruik van effecten en het afmixen, volledig digitaal
uitvoeren, zodat het audiosignaal niet aan kwaliteit inboet.
Via de USB-aansluiting kunt u alle songdata die u creëert,
ook op een computer opslaan.
Voorzien van V-Tracks
De BR-900CD beschikt over acht opnamesporen (tracks).
Zo kunt u twee sporen tegelijkertijd opnemen en de acht
sporen tegelijkertijd weergeven.
Bovendien bestaat elk spoor nog eens uit acht virtuele
sporen, de "V-Tracks", voor een totale opnamecapaciteit van
8 x 8 = 64 sporen! Dankzij deze veelzijdigheid kunt u bijv.
meerdere opnames van een gitaarsolo maken en nadien
beslissen welke versie u in uw uiteindelijke song wilt
gebruiken. Tijdens het weergeven van acht sporen kunt u
tevens de bounce-functie gebruiken om naar een V-Track te
bouncen, en stereo bouncing uit te voeren zonder dat u
gegevens hoeft te wissen.
Voorzien van een CD-R/RW-station
De BR-900CD heeft een ingebouwd CD-R/RW-station.
Daarmee kunt u CD-R/RW's lezen en branden. U maakt dus
in een handomdraai muziek-cd's van uw opnames.
U kunt verder back-ups van opnamen op geheugenkaarten
op CD-R/RW's zetten, zodat u uw geheugenkaarten nog
efficiënter en doeltreffender kunt gebruiken.
Wanneer u het CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel
de meegeleverde adapter gebruiken.
U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken, wanneer u
met de batterijvoeding werkt.
De Rhythm-functie
Dankzij de Rhythm-functie kunt u gemakkelijker frasen of
muzikale invallen vastleggen. U kiest gewoon een geschikt
ritmepatroon en stelt het tempo in.
Naast de interne ritmepatronen die al beschikbaar zijn, kunt
u ook uw eigen ritmepatronen maken. Als u met de Rhythm-
functie opneemt, wordt het maat-per-maat editen heel
eenvoudig.
“Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken” (p. 119)
Vijf veelzijdige digitale effectprocessors
De BR-900CD bevat vijf types van effectprocessors. Deze
systemen, waaronder opname-effecten (Insert Effects), send/
return (Loop Effects), toonaanpassingen (Track EQ),
zangtooncorrectie (Pitch Correction) en masteringeffecten
(Mastering Tool Kit), kunnen onafhankelijk van elkaar
worden gebruikt voor elke gewenste toepassing. Dit betekent
dat u met één enkel toestel hoogwaardige songs kunt
opnemen zonder dat u externe effectenmodules nodig hebt.
De BR-900CD bevat tal van ingebouwde simulaties en
effecten, waaronder amp modeling met COSM voor een
ruime keuze aan insert-effecten. Er zijn ook diverse andere
effecten voor zang-, keyboard- en gitaarsporen met aller-
hande toepassingen.
Bij de loop-effecten vinden we ruimtelijke effecten zoals
chorus, delay en reverb, die onmisbaar zijn voor een
degelijke stereo eindmix.
De Track EQ is een ingebouwde, tweebands equalizer die
zijn nut vooral bewijst bij het maken van toonaanpassingen
tijdens het afmixen.
Wat zijn V-Tracks?
Elk spoor bestaat uit acht virtuele sporen en u kunt gelijk
welk van deze sporen kiezen voor opname of weergave.
Dat betekent dat u maximaal 64 sporen kunt opnemen,
en vervolgens acht ervan kunt weergeven. Deze virtuele
sporen die samen de eigenlijke sporen vormen, noemen
we "V-Tracks".
fig.00-101
V-Track2
V-Track1
V-Track3
V-Track4
V-Track5
V-Track6
V-Track7
V-Track8
Achteraan in deze handleiding vindt u een "Track Sheet"
(p. 229). Maak kopieën van deze pagina zodat u hierop
kunt invullen wat u op uw V-Tracks opneemt.
15
Inleiding tot de BR-900CD
Met de Pitch Correction-functie kunt u vrij de toon van
zangpartijen aanpassen zodat u zeker bent van betrouwbare
en kwaliteitsuitvoeringen.
Met de Mastering Tool Kit kunt u compressie toevoegen aan
songs die zijn afgemixt. Daarnaast biedt deze functie nog tal
van andere effecten.
“De insert-effecten gebruiken” (p. 84)
“De loop-effecten/Track EQ gebruiken” (p. 108)
“De zangtoon corrigeren (Pitch correction)” (p. 113)
“Mastering” (p. 102)
Edit-functies
Met de BR-900CD kunt u bewerkingen zoals kopiëren,
verplaatsen en verwijderen uitvoeren, iets wat met multi-
track bandrecorders helemaal niet kon. Nu kunt u makkelijk
een meerdelig akkoordenschema kopiëren en herhalen, het
naar een ander spoor verplaatsen, spoordata volledig of
gedeeltelijk wissen en gelijkaardige handelingen uitvoeren.
Non-destructive editing
Aangezien de BR-900CD een digitale recorder is, kunt u
"niet-destructief" editen. Dit betekent dat u na uw opnamen
en bewerkingen steeds kunt terugkeren naar de vorige
toestand van uw data (via undo en redo).
“Een opdracht annuleren (Undo/Redo)” (p. 57)
Snel locaties opzoeken
U kunt markers plaatsen op elke willekeurige positie in een
spoor (locator-functie). Als u markers plaatst op plaatsen
zoals het einde van de intro of het begin van een solo, kunt u
onmiddellijk naar de gemarkeerde positie gaan waar u met
luisteren wilt beginnen.
“Tijd registreren (Locator)” (p. 64)
Voorzien van een chromatische tuner
(bereik van A0 tot B6)
Uw BR-900CD is ook voorzien van een chromatisch
stemapparaat. U kunt dus uw gitaar of basgitaar stemmen,
terwijl ze aangesloten is op de BR-900CD (p. 188).
Phrase Trainer-functie
Wanneer u een song weergeeft die u van een cd-speler of
MD-speler hebt opgenomen, kunt u het tempo vertragen
zonder de toon te wijzigen. Daarnaast kunt u het geluid
dat u in het middenbereik hoort (zoals zangpartijen en
gitaarsolo's), uit de song verwijderen (p. 192).
Alle vereiste aansluitingen (jacks)
Uw BR-900CD is uitgerust met onderstaande aansluitingen.
GUITAR/BASS:
Op deze ingang met hoge impedantie kunt u rechtstreeks een
gitaar of basgitaar inpluggen (1/4” phone plugs).
MIC1:
Dit zijn microfooningangen. Zowel een TRS-aansluiting als
een XLR-aansluiting zijn voorzien. Sluit uw microfoon
hierop aan als u zangpartijen of spraak wilt opnemen.
Het toestel is ook voorzien van een ingebouwde microfoon,
zodat u zelfs zonder aangesloten microfoon kunt opnemen
met de BR-900CD.
* U kunt de ingebouwde microfoon aan- of uitzetten (p. 34).
* U kunt de XLR-ingang voorzien van fantoomvoeding (p. 191).
MIC2:
Dit is een microfooningang van het XLR-type. Als u opneemt
met twee microfoons waarbij één microfoon is aangesloten
op de MIC 1-ingang, sluit u de tweede microfoon hier aan.
* U kunt de XLR-ingang voorzien van fantoomvoeding (p. 191).
LINE:
Deze ingangen aanvaarden stereo-input van keyboards, cd-
spelers en andere line level-toestellen (RCA phono jacks).
Voor de output zijn er ook LINE OUT-aansluitingen (stereo
RCA phono jacks) voorzien.
USB:
Als u hier uw computer aansluit, kunt u gegevens
uitwisselen tussen de BR-900CD en een computer.
Met de dubbele voeding
kunt u overal opnemen.
U kunt de BR-900CD gebruiken op batterijen (zes droge
cellen van AA-formaat) of met de AC-adapter.
Dankzij de ingebouwde microfoon kunt u bovendien altijd
en overal opnamen maken.
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)?
Met deze technologie kunt u een bestaande structuur of
materiaal virtueel reconstrueren door alle eigenschappen
ervan te "modelleren". COSM is een technologie van
Roland die nieuwe klanken creëert door diverse
modelleringstechnologieën te combineren.
16
Inleiding tot de BR-900CD
Met de BR-900CD compatibele
geheugenkaarten
De BR-900CD gebruikt CompactFlash-kaarten als opslag-
medium voor opnamen en weergaven.
De BR-900CD gebruikt CompactFlash-kaarten van 32 MB
tot 1 GB bij een voeding van 3,3 V.
Raadpleeg de aparte informatiepagina "Over geheugen-
kaarten" voor meer informatie over ondersteunde
geheugenkaarten (CompactFlash) voor de BR-900CD.
CompactFlash Type II-kaarten zijn niet compatibel.
U kunt CompactFlash-kaarten kopen in een winkel voor
computers of digitale camera's.
De geheugenkaart formatteren
(CompactFlash)
CompactFlash-kaarten die u in een computerwinkel hebt
gekocht of die u voordien in een digitale camera hebt
gebruikt, kunt u niet zomaar met de BR-900CD gebruiken.
U moet deze CompactFlash-kaarten eerst initialiseren voor
gebruik met de BR-900CD.
Raadpleeg p. 31 en p. 196 voor meer info over initialiseren.
234
* CompactFlash en zijn handelsmerken van SanDisk
Corporation en gepatenteerd door de CompactFlash-
vereniging.
235
* BOSS Corporation is gemachtigd vergunninghouder
van de handelsmerken CompactFlash™ en van het
CF-logo ( ).
De kaartbescherming
verwijderen
Om diefstal van de geheugenkaart (CompactFlash) te
voorkomen, wordt de BR-900CD in de fabriek voorzien van
een kaartbescherming.
fig.00-103
Volg onderstaande procedure om de kaartbescherming te
verwijderen.
1. Zorg dat het kaarthouderklepje gesloten is en draai
vervolgens de BR-900CD om.
* Als u het apparaat op zijn kop zet, plaatst u het best een
stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan
beide kanten, om schade aan knoppen en regelaars te voor-
komen. Plaats het toestel ook zo dat knoppen en regelaars niet
beschadigd kunnen worden.
* Draai het toestel voorzichtig om om te voorkomen dat u het
laat vallen of dat het apparaat voorover kantelt.
2. Gebruik een munt of
een schroevendraaier
om de schroef van het
onderpaneel te
verwijderen.
3. Trek het kaarthouder-
klepje eruit in de
richting van de pijl.
4. Bevestig de kaart-
bescherming zoals in
de illustratie, zodat u
hem na verwijdering
niet verliest. Schuif
de kaartbescherming
in de sleuf zoals door
de pijl is aangegeven.
5. Zet de BR-900CD
opnieuw in zijn
gewone positie.
Bewaar verwijderde schroeven op een veilige plek, buiten
het bereik van kinderen, zodat er geen gevaar bestaat dat ze
per ongeluk worden ingeslikt.
Kaarthouderklepje
Kaartbescherming
17
Beschrijving van de panelen
Voorpaneel
Input-gedeelte
SENS-knop
Met deze knop regelt u de gevoeligheid van de ingangen
(bijv. GUITAR/BASS, MIC1, MIC2 en LINE).
PEAK-indicator
Deze indicator geeft aan hoe hoog het input-niveau is op de
verschillende ingangen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1 en MIC2).
Deze indicator licht op bij een signaalniveau dat 6 dB onder de
vervormingsgrens van het geluid ligt. Regel de gevoeligheid van
de input met de SENS-knop zodat deze indicator slechts nu en
dan oplicht, op de momenten dat u het luidst speelt op uw gitaar
(of ander instrument).
INPUT SELECT-toetsen
Met deze toetsen kiest u welke input-bron (ingang) u wilt
opnemen. De indicator van de geselecteerde toets licht op.
U kunt het input-signaal "muten" (uitschakelen) door op een
opgelichte toets te drukken.
[GUITAR/BASS/MIC2]
Hiermee selecteert u de GUITAR/BASS-ingang (voor gitaar
of bas) of de MIC 2-ingang (voor microfoon).
[MIC]
Hiermee selecteert u de MIC 1-ingang of de interne microfoon.
* U kunt de interne microfoon in- en uitschakelen (p. 34).
[LINE]
Hiermee selecteert u de LINE-ingang (stereo) voor de line
inputs, zoals keyboards of cd-spelers.
SIMUL
Als u [GUITAR/BASS/MIC2] en [MIC] tegelijkertijd
indrukt, kunt u tegelijkertijd van beide inputs opnemen.
* Als u de INPUT SELECT-instelling wijzigt, dan verandert de
insert effect bank automatisch (p. 35, p. 84).
INPUT LEVEL-knop
Hiermee regelt u het volume van de input-bron.
* Als u tijdens de opname het volume van de input-bron
verlaagt met de INPUT LEVEL-knop, dan wordt het geluid
met een lager volume opgenomen op het audiospoor, zodat er
meer ruis te horen is wanneer u het audiospoor weergeeft bij
een hoger volume. Als u het geluid van de input-bron die u
beluistert, wilt verlagen, dan moet u het volume aanpassen
met de MASTER-fader. U regelt het volume van de weer-
gegeven sporen met de overeenkomstige TRACK-faders.
[TUNER]
Met deze toets schakelt u het stemapparaat in en uit (p. 188).
Hiermee stemt u het instrument dat aangesloten is op de
GUITAR/BASS-ingang.
1
2
3
13
4
9
8 7
5
6
10
11
12
1
18
Beschrijving van de panelen
[EFFECTS]
Hiermee zet u de insert-effecten aan en uit (p. 35, p. 84) of
roept u het scherm voor het bewerken van instellingen op.
Stel met deze knop de parameters van de Mastering Tool Kit in.
REC/PLAY-gedeelte
AUTO PUNCH
Hiermee stelt u de automatische punch-in/out-functie in.
[ON/OFF]
Hiermee zet u de auto punch-in/out-functie aan of uit. Als
de functie aan staat, licht de indicator op.
[IN]
Hiermee bepaalt u de auto punch-in-positie. Druk op deze
toets om de punch-in-positie in te stellen. Wanneer de positie
ingesteld is, licht de toetsindicator op. Nadat u de punch-in-
positie hebt ingesteld, kunt u steeds naar de ingestelde
punch-in-positie springen door op deze toets te drukken.
* Druk op deze toets terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de ingestelde punch-in-positie te wissen.
[OUT]
Hiermee bepaalt u de auto punch-out-positie. Druk op deze
toets om de huidige tijdspositie op het spoor in te stellen als
punch-out-positie. Wanneer dit ingesteld is, licht de
toetsindicator op. Nadat u de punch-out-positie hebt
ingesteld, kunt u automatisch naar de punch-out-positie
springen door op deze toets te drukken.
* Druk op deze toets terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de ingestelde punch-out-positie te wissen.
[LOCATOR]
Hiermee slaat u elke willekeurige positie op. Als u daarna op
deze toets drukt, gaat u automatisch naar die positie.
De indicator van deze toets brandt wanneer u een positie
hebt ingesteld. Telkens als u nu op deze knop drukt, springt
u naar de ingestelde positie.
* Druk op deze toets terwijl u AUTO PUNCH [ON/OFF]
ingedrukt houdt om de ingestelde positie te wissen.
[ZERO]
Hiermee springt u naar de tijdspositie 00:00:000.0.
[REW]
De song spoelt terug wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
[FF]
De song spoelt verder wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
[REPEAT]
Hiermee kunt een bepaalde passage afbakenen om
herhaaldelijk te beluisteren (p. 51).
Deze functie is handig wanneer u de opname tussen de
punch-in- en punch-out-posities (p. 53) herhaaldelijk wilt
beluisteren tot u tevreden bent, of wanneer u de phrase
trainer (p. 192) gebruikt om bijv. een moeilijke frase van een
cd na te spelen.
[STOP]
Hiermee stopt u de opname of de weergave van een song.
[PLAY]
Hiermee start u de weergave van een song. Als u op [REC]
drukt zodat de REC-indicator knippert, dan start de opname
zodra u op [PLAY] drukt. Tijdens het opnemen of het
weergeven gaat de indicator van deze toets groen branden.
[REC] (recording)
Dit is de opnametoets. Naast de opnamefunctie dient deze
toets ook voor manual punch-in/out. In recording standby
knippert de indicator van deze toets rood; tijdens de opname
brandt de indicator rood.
Track/Fader-gedeelte
TRACK MIXER-faders 16, 7/8
Hiermee regelt u het weergavevolume van ieder spoor.
* We noemen de TRACK MIXER-faders verder "TRACK-faders".
RHYTHM-fader
Hiermee regelt u het volume van het Rhythm-spoor.
MASTER-fader
Hiermee regelt u het algemene volume van de BR-900CD.
[V-TRACK]
Hiermee roept u het scherm op waarin u de gewenste
V-Track kunt selecteren.
“Wat zijn V-Tracks?” (p. 14)
“Een andere V-Track kiezen” (p. 49)
REC TRACK (recording track)-toetsen 16, 7/8
Hiermee kiest u welk spoor u wilt opnemen. De toets van het
geselecteerde spoor knippert eerst rood en blijft vervolgens
rood branden wanneer de opname begint. Wanneer de
opname klaar is, knippert de toets van het geselecteerde
spoor afwisselend oranje en groen.
2
3
4
19
Beschrijving van de panelen
Het verband tussen de indicator en de toestand van het
spoor wordt hieronder uitgelegd.
Uit:
Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen:
Het spoor bevat opgenomen data.
Rood knipperend:
Het spoor is geselecteerd als opnamebestemming en staat in
standby voor opname.
Rood:
Het spoor wordt opgenomen.
Afwisselend oranje en groen knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data en is geselecteerd voor
opname.
Bij het aanmaken van ritmepatronen (p. 126) is aan elke toets
een ritmisch instrument toegewezen.
[TAP (TEMPO)]
Door op deze toets te tikken, kunt u het tempo voor het ritme
(Rhythm) instellen.
[DELETE/MUTE]
Als u deze toets ingedrukt houdt en op een REC TRACK-
toets drukt waarvan de indicator groen of afwisselend groen
en oranje is, dan schakelt u de weergave van dat spoor uit,
ongeacht de positie van zijn TRACK-fader (p. 41).
Als u dezelfde handeling herhaalt, wordt de uitschakeling
opgeheven. De REC TRACK-toets van een uitgeschakeld
spoor knippert afwisselend groen en oranje.
* Als een opnamespoor uitgeschakeld is, dan wordt de
uitschakeling opgeheven wanneer de opname eindigt.
Bij het aanmaken van ritmepatronen (p. 126) kunt u
ingevoerde ritmegeluiden verwijderen door deze toets
ingedrukt te houden en op de REC TRACK-toets te drukken.
TIME/VALUE-draaiknop
U kunt deze draaiknop gebruiken om de huidige tijdspositie
in een song te verschuiven (bijv. vooruit of achteruit).
Daarnaast kunt u met deze knop de parameterwaarden van
allerlei functies instellen.
[UTILITY]
Hiermee roept u verschillende functies van de BR-900CD op,
zoals track editing, songbeheer en geheugenkaartfuncties.
[UNDO/REDO]
Hiermee maakt u de laatst uitgevoerde opname- of edit-
opdracht ongedaan en keren de data terug naar hun vorige
toestand. Door opnieuw op deze toets te drukken, kunt u de
geannuleerde opname terughalen of de edit-opdracht
opnieuw uitvoeren (p. 57).
[
EXIT/NO]
Met deze toets keert u terug naar het vorige scherm of
annuleert u de laatste invoer.
[
ENTER/YES]
Met deze toets bevestigt u een selectie of ingevoerde waarde.
CURSOR-toetsen
Met deze toetsen verplaatst u de cursor op de display.
[CD-R/RW]
De BR-900CD gebruikt dit schijfstation om CD-R/RW's
te lezen, te branden en weer te geven.
Rhythm-gedeelte
Hier stelt u de Rhythm-functie in.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]
Met deze toets bladert u door de verschillende selecties van
de Rhythm-functie: Arrangement Pattern Off.
[EDIT]
Hiermee roept u het scherm voor het programmeren van
arrangementen en patronen op.
[RHYTHM PAD]
Hiermee verandert u de TRACK-toetsfuncties in Rhythm-input.
“Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken” (p. 119)
[PHRASE TRAINER]
Met deze toets stelt u de Phrase Trainer-functie in.
Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kunt u met deze toets
Center Cancel (centrale zangpartijen verwijderen) of Time
Stretch (de weergave vertragen) aan- of uitzetten.
“Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel)” (p. 192)
“De weergave vertragen (Time Stretch)” (p. 192)
5
6
7
8
20
Beschrijving van de panelen
[PAN/EQ]
Hiermee roept u een scherm op waarin u de pan (links-
rechtspositie van het geluid) kunt instellen voor de weergave
van elk spoor of voor het input-signaal (p. 42, p. 49).
Hier kunt u voor elk spoor ook de toon (laag, hoog)
aanpassen (p. 42, p. 110).
[
LOOP EFFECTS]
Hiermee roept u het scherm op om het verstuurniveau van
elk spoor op de loop-effecten in te stellen (p. 43, p. 108),
tussen reverb en chorus te wisselen, verschillende
parameters in te stellen en dergelijke meer.
“De loop-effecten/Track EQ gebruiken” (p. 108)
“Loop effect-parameterfuncties” (p. 111)
[PITCH CORRECTION]
Hiermee schakelt u de tooncorrectie in en uit. Zo kunt u de
toon van opgenomen zangpartijen aanpassen.
“De pitch correction gebruiken” (p. 114)
[REC MODE] (opnamefunctie)
Hiermee kiest u de opnamemethode.
Basisrichtlijnen voor opname (p. 39, p. 48)
Bouncing - Meerdere sporen samenvoegen (p. 45, p. 58)
“Mastering” (p. 102)
MEMORY CARD-indicator
Deze indicator licht op wanneer gegevens van een geheugen-
kaart worden afgelezen of ernaar worden weggeschreven.
Schakel het toestel nooit uit zolang deze indicator brandt.
Dit kan de gegevens op de geheugenkaart beschadigen en
de kaart mogelijk onbruikbaar maken.
MIC (interne microfoon)
U kunt deze microfoon gebruiken voor opnames met de
BR-900CD.
“Druk op de INPUT SELECT-toets van het instrument dat u
wilt opnemen” (p. 34)
“De interne microfoon aanzetten” (p. 34)
Hoofdtelefoonuitgang ( )
Hier kunt u een hoofdtelefoon (apart aan te schaffen) aan-
sluiten. Als u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, hoort u
door de hoofdtelefoon dezelfde output als via de LINE OUT.
* Pas het hoofdtelefoonvolume aan met de MASTER-fader.
GEHEUGENKAART-sleuf
fig.00-202
In deze sleuf passen geheugenkaarten (CompactFlash),
waarop u gegevens kunt opslaan. U kunt niets opnemen
als u hier geen geheugenkaart hebt geplaatst.
Eject-knop
Druk op deze knop om de geheugenkaart te verwijderen.
9
10
11
12
13
Eject-knop
21
Beschrijving van de panelen
CD-R/RW-station
Lees eerst “Voordat u CD-R/RW's gebruikt” (p. 6), voor u het CD-R/RW-station gebruikt.
1. Schijflade
Plaats de CD-R/RW's op deze lade.
2. Toegangsindicator
Deze indicator licht op wanneer data op een CD-R/RW
worden gelezen of weggeschreven.
3. EJECT-knop
Druk op deze knop om een CD-R/RW uit het station te
halen. Let op: u kunt een CD-R/RW alleen verwijderen als
de BR-900CD aan staat.
Als u overmatige kracht gebruikt om een cd uit het station te
verwijderen, kunt u het station beschadigen.
4. Emergency Eject-gaatje
U kunt dit gaatje gebruiken om de schijflade in geval van
nood te openen.
Gebruik deze mogelijkheid enkel bij grote uitzondering en
pas als u de cd op geen enkele andere manier uit het station
kunt halen (p. 7).
Display
fig.00-203d
Hier verschijnt het menuscherm, de schermen met para-
meterinstellingen of andere informatie, afhankelijk van
wat u precies instelt.
Raadpleeg “Het displaycontrast aanpassen” (p. 186). als de
display moeilijk leesbaar is.
1. MEAS (MEASURE)
Geeft de huidige positie binnen de song aan. Van links naar
rechts worden de maat, maatslag en klok weergegeven.
2. TEMPO
Hier wordt het tempo van het ritme weergegeven.
3. TIME
Hier verschijnt de tijdswaarde van de huidige tijdspositie in
de song (uren-minuten-seconden).
4. FRAME
Hier verschijnt het frame-nummer van de huidige tijds-
positie in de song.
Volgens de fabrieksinstellingen is één seconde gelijk aan 30
frames (non-drop). Dit is één type van een specificatie die we
MTC (MIDI Time Code) noemen. Gebruikt u de BR-900CD
om gesynchroniseerd met een ander MIDI-toestel te spelen,
dan moet u op beide toestellen hetzelfde MTC-type instellen.
“Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren” (p. 158)
5. REC MODE
Hier wordt de opnamefunctie weergegeven.
6. Level meter
Bij de weergavefunctie verschijnen hier de volumeniveaus
van de input-signalen en van de verschillende sporen.
De niveaus die hier worden weergegeven, zijn de niveaus
nadat u met de INPUT LEVEL-knop en de TRACK-fader
(d.w.z. post-fader) aanpassingen hebt gedaan. U kunt de
level meter zo instellen dat elk soort ingesteld niveau wordt
weergegeven.
1
2
3 4
1 2
3
5
6
4
22
Beschrijving van de panelen
Achterpaneel
fig.00-204
1. GUITAR/BASS-ingang
Op deze ingang met hoge impedantie kunt u rechtstreeks een
gitaar of een basgitaar aansluiten.
2. MIC2-ingang (XLR)
Op deze ingang kunt u een microfoon aansluiten. Er is een
XLR-aansluiting voorzien.
De BR-900CD kan fantoomvoeding leveren aan een op deze
ingang aangesloten condensatormicrofoon (p. 191).
* Wanneer u zowel de GUITAR/BASS- als de MIC2-ingangen
gebruikt, krijgt de GUITAR/BASS-ingang prioriteit.
3. MIC1-ingangen (TRS/XLR)
Op deze ingangen kunt u een microfoon aansluiten. Er zijn
zowel gewone TRS- (p. 26) als XLR-aansluitingen voorzien.
De BR-900CD kan fantoomvoeding leveren aan een op deze
ingang aangesloten condensatormicrofoon (p. 191).
* Als u op beide ingangen een microfoon aansluit,
krijgt de TRS-aansluiting prioriteit.
4. LINE IN-aansluitingen
Dit zijn de ingangen voor analoge audiosignalen. Hierop
kunt u cd-spelers en andere audiotoestellen, keyboards,
drumcomputers en andere externe audiobronnen aansluiten.
5. LINE OUT-aansluitingen
Dit zijn de uitgangen voor het analoge audiosignaal. Hierop
kunt u bandrecorders of andere opnameapparatuur aan-
sluiten om het analoge output-signaal van de BR-900CD op
te nemen.
6. DIGITAL OUT-aansluiting
Via deze optische uitgang kunt u digitale audiosignalen
uitvoeren. Het signaal van DIGITAL OUT is hetzelfde als dat
van LINE OUT. U kunt hierop een DAT- of cd-recorder
aansluiten om het output-signaal van de BR-900CD digitaal
op te nemen.
7. USB-poort
Op deze poort sluit u de USB-kabel aan die de BR-900CD
verbindt met uw computer.
8. FOOT SW/EXP PEDAL-ingang
Op deze ingang kunt u een apart aan te schaffen voet-
schakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2) of een expressie-
pedaal (BOSS Roland EV-5, BOSS FV-300L) aansluiten.
Via deze FOOT SW-aansluiting kunt u de weergave van een
song starten/stoppen, punch-in/out uitvoeren en meer.
Wanneer u een expressiepedaal gebruikt, kunt u met uw
voet de diepte van insert-effecten regelen.
“Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken” (p. 187)
9. MIDI OUT-aansluiting
Via deze uitgang worden de MIDI-data verzonden. Verbind
deze met de MIDI IN-aansluiting van een extern MIDI-
toestel (drumcomputer of geluidsmodule).
10. POWER-schakelaar
Met deze schakelaar zet u de BR-900CD aan en uit.
11. DC IN-aansluiting (AC-adapter)
Sluit hierop de bijgeleverde AC-adapter (PSA-serie) aan.
Gebruik enkel de AC-adapter van de PSA-serie. Andere
adapters kunnen oververhitting of schade veroorzaken.
12. Kabelhaak
Leg de stroomkabel rond deze haak zodat het niet per
ongeluk uit de stroomaansluiting wordt getrokken.
* Als tijdens het gebruik de stroom onderbroken wordt,
zou u belangrijke opnamedata kunnen verliezen.
13. Beveiligingsgleuf ( )
http://www.kensington.com/
456
7
89
11 10
12
13
14
2
3 1
23
Beschrijving van de panelen
Batterijen plaatsen
1. Zorg ervoor dat de BR-900CD uit staat.
2. Verwijder het batterijklepje op het achterpaneel.
* Als u het toestel op zijn kop zet, plaatst u het best een stapeltje
kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide
kanten, om schade aan knoppen en regelaars te voorkomen.
Plaats het toestel ook zo dat knoppen en regelaars niet
beschadigd kunnen worden.
* Draai het toestel voorzichtig om om te voorkomen dat u het
laat vallen of dat het apparaat voorover kantelt.
3. Plaats zes AA-batterijen in de batterijhouder. Let erop
dat u de polariteit (+/-) niet verwisselt.
* BOSS beveelt alkalinebatterijen met langere levensduur aan.
* Meng geen nieuwe batterijen met deels gebruikte batterijen;
gebruik geen batterijen van verschillende merken door elkaar.
* Gebruik geen oplaadbare batterijen.
4. Sluit het batterijklepje.
fig.00-205
Wanneer de batterijspanning laag wordt, verschijnt de
boodschap "Battery Low!" op de display. Vervang de oude
batterijen zo snel mogelijk door nieuwe wanneer u deze
boodschap te zien krijgt.
Afhankelijk van de omstandigheden waarin het toestel
opgesteld is, kan het paneel soms ruw en korrelig aan-
voelen. Datzelfde onaangename gevoel kan optreden
wanneer u aangesloten microfoons of de metalen
onderdelen van aangesloten instrumenten zoals gitaren
aanraakt.
Dit komt door een minieme elektrische lading, die
volkomen ongevaarlijk is. Als dit u toch zorgen baart,
kunt u het aardingspunt (achterpaneel: zie figuur )
verbinden met een externe aarding. Wanneer het toestel
geaard is, kan een licht gezoem hoorbaar zijn,
afhankelijk van uw installatie.
Als u niet zeker bent hoe u de aarding moet aansluiten,
neemt u het best contact op met een Roland Service
Center of een erkende Roland-distributeur. Hun
gegevens vindt u op de "Informatie"-pagina.
Sluit de aarding NOOIT aan op:
Waterleidingen (gevaar voor elektrische schokken of
elektrocutie)
Gasleidingen (brand- en ontploffingsgevaar)
Een telefoonaarding of een bliksemafleider
(kan gevaarlijk zijn bij bliksem)
14
24
MEMO
25
Snelle
start
26
Randapparatuur aansluiten
Maak de aansluitingen zoals in onderstaand schema. Zorg dat daarbij alle toestellen uitgeschakeld zijn.
fig.00-301
Om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere
toestellen te voorkomen, moet u steeds het volume
dichtzetten en alle toestellen uitschakelen alvorens
aansluitingen te maken.
Veranker de stroomkabel met de kabelhaak zoals in de
illustratie om te voorkomen dat de stroomvoorziening
van uw toestel plots wordt onderbroken (als de stekker
per ongeluk zou worden uitgetrokken) en om een
onnodige belasting van de aansluiting voor de adapter
te vermijden.
fig.00-302
Afhankelijk van de positie van de microfoons ten
opzichte van de luidsprekers kan er feedback ontstaan.
Dit kunt u verhelpen door:
1. De oriëntatie van de microfoon(s) te veranderen.
2. De microfoon(s) verder van de luidsprekers te
plaatsen.
3. Het volume te verlagen.
* Er zijn twee soorten microfooningangen voorzien, tulpstekkers
(TRS phone jacks), die compatibel zijn met een gebalanceerde
input, en XLR-aansluitingen. De volgorde van de aansluit-
pinnen voor de MIC-ingang is zoals hieronder staat aan-
gegeven. Voor u aansluitingen maakt, moet u controleren dat
deze volgorde overeenstemt met de aansluitpunten in de
stekkers van alle andere apparatuur.
fig.00-303
Keyboard enz.
CD-speler enz.
Voetschakelaar
(FS-5U enz.)
CD-recorder enz.
Drumcomputer enz.
Elektrische gitaar
of
Elektrische bas
Muziekinstallatie enz.
Microfoons
Expressiepedaal
(Roland EV-5 enz.)
Adapter
(PSC-serie)
27
Randapparatuur aansluiten
Snelle start
* Wanneer u de FS-5U voetschakelaar (apart verkrijgbaar)
gebruikt, moet u de polariteitschakelaar instellen zoals in
onderstaande tekening. Als deze schakelaar niet in de juiste
positie staat, werkt de voetschakelaar mogelijk niet correct.
fig.00-304
* U kunt ook een FS-6 (optioneel) als voetschakelaar gebruiken.
Als u een FS-6 gebruikt, kunt u die enkel aansluiten op een
van de FS-6-ingangen, de A- of de B-ingang. Zet de polariteit-
schakelaar ook op "FS-5U". De A&B-aansluiting kunt u niet
gebruiken.
* Stel bij gebruik van een expressiepedaal (EV-5 of FV-300L)
het minimumvolume in op “0".
Een geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart (CompactFlash) met de vergulde
contactpunten naar beneden gericht (de kant zonder
contactpunten moet naar boven gericht zijn).
* Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar binnen,
tot hij stevig op zijn plek zit.
* Raak de contactpunten van de geheugenkaart niet aan en laat
ze niet vuil worden.
fig.00-305
Zet de BR-900CD uit voor u de geheugenkaart plaatst. Als u
een geheugenkaart plaatst terwijl het toestel aan staat, kunt u
de data op de geheugenkaart vernietigen of de geheugen-
kaart onbruikbaar maken.
Polariteitschakelaar
28
De BR-900CD aan- en uitzetten
Het toestel aanzetten
Als u alle verbindingen hebt gemaakt, kunt u de toestellen in
de opgegeven volgorde aanzetten. Als u uw apparatuur in
de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u defecten en/of
schade aan luidsprekers en andere toestellen.
1. Let op het volgende voor u het toestel aanzet:
Zijn alle externe apparaten correct aangesloten?
Staat het volume van de BR-900CD en van alle
andere apparaten op het minimum?
Is de geheugenkaart geïnstalleerd?
* De BR-900CD wordt geleverd met een geheugenkaart,
die van tevoren in de sleuf is geïnstalleerd.
2. Zet de MASTER-fader van de BR-900CD dicht.
fig.00-306
3. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de input-
aansluitingen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1, MIC2
of LINE IN).
4. Zet de POWER-schakelaar op het achterpaneel aan.
fig.00-307
* Zorg altijd dat het volume laag staat voor u het toestel aanzet.
Zelfs met het volume op nul kunt u nog een geluid horen als u
het toestel aanzet. Dat is normaal en wijst niet op een defect.
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de
normale werking van het toestel begint.
5. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de output-
aansluiting (LINE OUT of DIGITAL OUT).
Zorg dat de AC-adapter tijdens het gebruik niet wordt
uitgetrokken. Als de stroom plots onderbroken wordt,
kunnen uw opnamedata beschadigd raken.
Het toestel uitzetten
1. Zorg ervoor dat de weergave van de song is gestopt.
Zorg altijd dat de recorder is gestopt, voordat u de BR-900CD
uitzet. Als u het toestel uitzet terwijl een opname of een
weergave bezig is, kunnen (song)data, mixerinstellingen,
en/of effect patchdata verloren gaan.
2. Zet elk toestel uit in de omgekeerde volgorde van het
aanzetten.
3. Zet de POWER-schakelaar van de BR-900CD op "OFF".
Play-scherm
Het Play-scherm is het hoofdscherm van de BR-900CD
en verschijnt als eerste wanneer de BR-900CD wordt
aangezet (zie hieronder).
fig.00-308d
29
Snelle start
Demosongs beluisteren
Een song selecteren (Song Select)
Na het opstarten wordt automatisch de song gekozen, die
voor het uitzetten was geselecteerd, en worden de data van
die song geladen. Zodra de data zijn geladen, verschijnt het
Play-scherm op de display. Volg onderstaande procedure om
een demosong te beluisteren.
fig.00-312
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor op "SEL"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Song Select-scherm verschijnt.
fig.00-313d
3. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om
"01: SOLOBANG" te selecteren.
4. Druk op [ENTER].
Als u de opname of editing hebt gewijzigd
Aangezien de BR-900CD de opgenomen data en de gebruikers-
geschiedenis automatisch opslaat wanneer de opname of de
editing gewijzigd zijn, hoeft u voor het opslaan geen speciale
commando’s uit te voeren.
Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* Als u data van een beschermde demosong probeert op te nemen
of te bewerken, verschijnt de boodschap "Protected!".
Een song weergeven
1. Plaats de TRACK-faders 1–6, 7/8 en de RHYTHM-fader
in onderstaande posities en zet de MASTER-fader dicht.
fig.00-315
2. Druk op [PLAY].
fig.00-316
De song start. Schuif langzaam de MASTER-fader
omhoog en zet het volume op het gewenste niveau.
Het is bij wet verboden om de demosong bij dit product voor
andere doeleinden te gebruiken dan het beluisteren in
private, huiselijke kring, zonder toestemming van de houder.
Evenmin mogen deze data worden gekopieerd, noch
gebruikt in een secundair auteursrechtelijk beschermd werk
zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht.
Door de TRACK-faders te bedienen, kunt u de sporen samen
of apart beluisteren of de gewenste volumebalans instellen.
Met [FF] spoelt u de song verder en met [REW] spoelt u
de song terug. Druk op [ZERO] om naar de tijdspositie
00:00:00-00.0 te gaan.
Titel Componist Auteursrecht
SOLOBANG! Yutaka Nakano
Copyright © 2005
BOSS Corporation
1
2
2,4
3
30
Demosongs beluisteren
Naast de bovenstaande procedures kunt u uw huidige
positie in de song ook wijzigen op onderstaande manieren.
De huidige tijdspositie verplaatsen
Verstreken tijd
De waarde die op de display bij "TIME" staat, is de reeds
verstreken tijd van de song in MTC (MIDI time code) en
wordt uitgedrukt als: uren-minuten-seconden-frames-
subframes.
De specificaties van de tijdcode kunnen verschillen naar-
gelang het toestel. Om de werking te synchroniseren met een
ander toestel via MTC, moet u eerst zorgen dat de tijdcodes
van beide toestellen overeenstemmen. Volgens de fabrieks-
instellingen is 1 seconde gelijk aan 30 frames (non-drop)
(p. 158).
Naar het songbegin verspringen
U kunt rechtstreeks verspringen naar de tijdspositie van het
eerst omgenomen geluid in een song. Houd hiervoor [STOP]
ingedrukt en druk op [REW].
Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontro-
leerd en u gaat naar de positie van het eerst opgenomen
geluid in de song.
Druk op [ZERO] om naar tijdspositie 00:00:00-00.0 te gaan.
Naar het songeinde verspringen
Houd [STOP] ingedrukt en druk op [FF] om naar de tijds-
positie van het laatst opgenomen geluid van een song te
verspringen.
Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontro-
leerd en u gaat naar de positie van het laatste opgenomen
geluid in de song.
fig.00-317
De gewenste tijdspositie invoeren
Druk op [ ] [ ] om de cursor naar de weergave van de
uren, minuten, seconden, frames of subframes te verplaatsen,
en wijzig de tijdspositie in de song met de TIME/VALUE-
draaiknop.
De tijdspositie verplaatsen per maat
of per maatslag
De maat-maatslag-klok van de huidige tijdspositie verschijnt
onder "MEAS" (measure) op de display.
* Voor demosongs is er al een arrangement (p. 37, p. 120)
gemaakt. Dit is zo ingesteld dat maat, maatslag, klok en
song perfect gesynchroniseerd zijn.
Druk op [ ] [ ] om de cursor naar de "measure" (maat) of
"beat" (maatslag) weergave te verplaatsen, en wijzig de
huidige maat of maatslag in de song met de TIME/VALUE-
draaiknop.
* U kunt de cursor niet naar "Clock" verplaatsen (dit kan niet
worden gewijzigd).
TIJD
23:59:59-29.900:00:00-00.0
[
ZERO
]
[
STOP
] + [
REW
]
[
STOP
] + [
FF
]
Opname van de song
31
Snelle start
Een song opnemen/weergeven
(1)
De geheugenkaart gebruiks-
klaar maken
De BR-900CD schrijft de opgenomen data direct naar de
geplaatste geheugenkaart. Voor opname of weergave moet
u daarom eerst de geheugenkaart plaatsen.
“Met de BR-900CD compatibele geheugenkaarten” (p. 16)
De geheugenkaart plaatsen
Zet de BR-900CD uit voor u de geheugenkaart (CompactFlash)
plaatst. Als u een geheugenkaart verwijdert terwijl het toestel
aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart vernietigen of de
geheugenkaart onbruikbaar maken.
1. Plaats de geheugenkaart in de kaarthouder.
De meegeleverde geheugenkaart heeft nog wat
beschikbare ruimte. Voor lange opnamen moet u echter
enkele demosongs te wissen of een nieuwe geheugen-
kaart te plaatsen (64 MB of meer wordt aanbevolen).
* De demosongs zijn beschermd.
Om demosongs te verwijderen moet u eerst de bescherming
uitschakelen. Daarna kunt u songs verwijderen.
“Een song beschermen (Song Protect)” (p. 79)
“Songs verwijderen (Song Erase)” (p. 77)
(2) Het toestel aanzetten
Volg de procedure van “Het toestel aanzetten” (p. 28).
De geheugenkaart formatteren
(Initialize)
* Voor geheugenkaarten die al voor de BR-900CD zijn gebruikt,
is dit niet nodig.
Nieuwe geheugenkaarten of geheugenkaarten die eerder
voor een computer zijn gebruikt, moet u eerst gebruiksklaar
maken voor de BR-900CD.
Voer de volgende stappen uit in de aangegeven volgorde om
de procedure te voltooien (dit voorbereidende proces wordt
"initaliseren" genoemd.
fig.00-401
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.00-402d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CARD"
te zetten en druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.00-403d
1 4
2,3
2,3,4
32
Een song opnemen/weergeven
4. Druk op [ENTER] (YES) om het initialiseren voort te
zetten. Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de
opdracht te annuleren.
Als u op [ENTER] (YES) drukt, begint het initialiseren.
Als het initialiseren is voltooid, verschijnt "Completed!"
op de display.
Vervolgens verschijnt "Keep power on! Song creating..."
en wordt er automatisch een nieuwe song aangemaakt.
In dit geval werd het datatype HiFi (MT2) geselecteerd.
Als het aanmaken van de song voltooid is, verschijnt het
Play-scherm opnieuw.
* Afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart kan de
initialisatie meer dan tien minuten in beslag nemen. Dit is
geen defect. De voortgang van de initialisatie wordt op de
display weergegeven. Zet de BR-900CD niet uit voordat de
initialisatie voltooid is.
Verwijder de geheugenkaart niet en zet de BR-900CD niet uit
zolang de display "Keep power on!" weergeeft. Als u dat wel
doet, kunt u de gegevens op de geheugenkaart beschadigen
en/of de geheugenkaart zelf onbruikbaar maken.
(3) De song voor opname
selecteren
Als de geheugenkaart meer dan één song bevat, wordt
automatisch de laatst opgenomen song geselecteerd. Volg
onderstaande procedure voor de opname van nieuwe songs.
Een nieuwe song opnemen
(Song New)
Datatypes
Voor de opname van nieuwe songs kunt u met de BR-900CD
het datatype instellen. Zo kunt u de optimale combinatie van
audiokwaliteit en opnametijd kiezen voor de muziek die u
opneemt. U kunt kiezen uit de volgende datatypes.
* Nadat u de song hebt aangemaakt, kunt u het datatype niet
meer wijzigen.
HiFi (MT2) (multitrack 2):
Voor opnamen van hoge kwaliteit. Dit datatype wordt
aanbevolen als u veel spoor-bouncing gaat uitvoeren.
Normaliter dient u dit type te selecteren. Gebruik dit type
voor de meeste van uw opnamen.
STD (LV1) (live 1):
Voor opnamen die langer duren dan de beschikbare tijd bij
het MT2-datatype. Dit is het meest geschikte type voor het
live-opnamen.
LONG (LV2) (live 2):
Van de drie datatypes geeft dit de langste opnametijd. Dit is
de juiste keuze als de kaart weinig opnamecapaciteit heeft.
Opnametijd
Hieronder vindt u de opnametijden die voor elk datatype op
één geheugenkaart mogelijk zijn (bij opname op één spoor).
* Dit zijn geschatte opnametijden. Afhankelijk van het aantal
songs zou de beschikbare opnametijd nog kunnen afnemen.
* De vermelde opnametijden gelden wanneer u op slechts één
spoor opneemt. Als u bijv. op alle acht sporen opneemt, wordt
de opnametijd voor elk spoor 1/8ste van de tijd in de tabel.
* Uw BR-900CD ondersteunt CompactFlash geheugenkaarten
van 32 MB tot 1 GB voor een stroomtoevoer van 3,3 V.
Datatype
Opnametijd (ca.)
HiFi (MT2)
STD (LV1)
LONG (LV2)
32 MB 16 min. 19 min. 24 min.
64 MB 32 min. 39 min. 49 min.
128 MB 65 min. 78 min. 98 min.
256 MB 130 min. 156 min. 196 min.
512 MB 260 min. 312 min. 392 min.
1 GB 520 min. 624 min. 784 min.
33
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
fig.00-405
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "NEW"
te zetten en druk op [ENTER].
Op de display verschijnt het "Type".
fig.00-406d
3. Kies het gewenste datatype (opnamemethode)
met de TIME/VALUE-draaiknop.
* De BR-900CD gebruikt een samplefrequentie van 44,1 kHz.
U kunt de samplefrequentie niet veranderen.
4. Druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.00-407d
5. Druk op [ENTER].
Wanneer de nieuwe song is ingesteld, keert u terug
naar het Play-scherm.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
(4) Instrumenten aansluiten
Kies op welke ingang u uw
instrument aansluit
Uw BR-900CD is uitgerust met een aantal ingangen waarop
u verschillende soorten instrumenten kunt aansluiten.
Gebruik de meest geschikte ingang voor uw instrument.
fig.00-408
GUITAR/BASS
Op deze ingang sluit u een elektrische gitaar of een basgitaar
aan. Omdat dit een ingang met hoge impedantie is, kunt u de
gitaar of de basgitaar rechtstreeks aansluiten.
MIC1
Op deze ingangen kunt u een microfoon aansluiten. Er zijn
zowel TRS- als XLR-aansluitingen.
De TRS-aansluiting is geschikt voor zowel gebalanceerde als
niet-gebalanceerde input.
* Als beide aansluitingen worden gebruikt, heeft de TRS-
aansluiting prioriteit.
* Gebruik de GUITAR/BASS-aansluiting als u een elektro-
akoestische gitaar via een gitaarkabel opneemt.
* U kunt de XLR-aansluiting ook voorzien van fantoomvoeding
(p. 191).
MIC2
Op deze ingang sluit u een microfoon aan. Dit is een XLR-
aansluiting.
* Wanneer u zowel de GUITAR/BASS- als MIC2-aansluitingen
gebruikt, krijgt de GUITAR/BASS-aansluiting prioriteit.
* U kunt de XLR-aansluiting ook voorzien van fantoomvoeding
(p. 191).
LINE
Op deze stereo-ingangen kunt u de uitgang van een cd-
speler, cassettedeck, drumcomputer, externe geluidsmodule,
keyboard of een andere geluidsbron aansluiten.
1
2
2,4,5
3
34
Een song opnemen/weergeven
Druk op de INPUT SELECT-toets van
het instrument dat u wilt opnemen
Kies welke input-bron u wilt opnemen. De indicator van de
geselecteerde toets gaat branden.
fig.00-409
[GUITAR/BASS/MIC2]
Druk op deze toets om een instrument op te nemen, dat
aangesloten is op de GUITAR/BASS-ingang.
[MIC]
Druk op deze toets wanneer u het signaal wilt opnemen van
een microfoon aangesloten op de MIC-ingang of het signaal
van de interne microfoon.
Wanneer de MIC-indicator van de INPUT SELECT-toets
brandt, kunt u de microfoon die op de MIC-ingang is
aangesloten, en de interne microfoon gelijktijdig gebruiken.
* Bij levering is de interne microfoon van de BR-900CD
uitgeschakeld. Zet de interne microfoon uit als u hem niet
gebruikt (zie volgende paragraaf).
[LINE]
Druk op deze toets wanneer u het signaal wilt opnemen
van een instrument of een cd-speler aangesloten op de
LINE-ingangen.
[SIMUL]
Om zang en gitaar simultaan op te nemen drukt u tegelijker-
tijd op [GUITAR/BASS] en [MIC]. Beide indicators lichten
op, als teken dat u nu simultaan kunt opnemen.
U kunt de bron selecteren zelfs als u twee microfoons
tegelijkertijd op de MIC 1- en de MIC 2-ingangen hebt
aangesloten.
Als u twee opnamesporen hebt geselecteerd, wordt de
GUITAR/BASS/MIC2 op spoor 1, 3, 5, 7 en de MIC1 op
spoor 2, 4, 6, 8 opgenomen.
Hebt u één opnamespoor geselecteerd, dan worden de
GUITAR/BASS/MIC2 en MIC1 gemixt en vervolgens
opgenomen.
De interne microfoon aanzetten
fig.00-410
1. Druk in het Play-scherm op de [MIC] INPUT SELECT-
toets.
Het Mic Select-scherm verschijnt wanneer [MIC]
ingedrukt is.
fig.00-411d
2. Houd [MIC] ingedrukt en kies "ONBRD+EXT" met
de TIME/VALUE-draaiknop.
ONBRD+EXT:
De ingebouwde microfoon wordt aangezet en de input
is een mix van de geluiden van de interne microfoon en
die van de externe microfoon aangesloten op MIC 1.
EXTERNAL:
De ingebouwde microfoon wordt uitgezet en de input
bestaat enkel uit de geluiden van de externe microfoon
aangesloten op MIC 1.
3. Laat [MIC] los.
De interne microfoon wordt aangezet.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat
zien wat er wordt verwerkt.
* U kunt de interne microfoon ook instellen via de [UTILITY]
systeemparameters. Raadpleeg voor meer informatie de “Lijst
van de Utility-parameters” (p. 198).
13 2
35
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
De input-gevoeligheid regelen
Als u de input van GUITAR/BASS/MIC2 of MIC1 hebt
geselecteerd, dan kunt u de gevoeligheid van die input
regelen met de overeenkomstige SENS-knop.
fig.00-412a
Om op te nemen met een goed signaalniveau, moet u de
input-volumes zodanig regelen dat de PEAK-indicator heel
even oplicht wanneer een gitaar hard wordt aangeslagen of
wanneer de zang het luidst is.
Het input-volume aanpassen
Regel het volume van de input-bron voor opname.
1. Zet de MASTER-fader dicht.
2. Zet INPUT LEVEL-draaiknop in de centrale positie en
schuif langzaam de MASTER-fader omhoog.
ig.00-421b
Regel nu met de INPUT LEVEL-draaiknop het input-
niveau zodat het signaalniveau op de "IN" level meter
varieert tussen -12 (tussen -24 en -6) en 0 dB.
U kunt het volume regelen met de MASTER-fader en
de INPUT LEVEL-knoppen.
Level meter-scherm
Dit laat de volumeniveaus voor elk spoor zien.
fig.00-413d
IN:
De level meter geeft het signaal van de INPUT weer.
18:
De level meter geeft de output van sporen 1–8 weer.
RHYTHM:
De level meter geeft de output van Rhythm weer.
LR:
De level meter geeft het output-niveau van de post-
MASTER-fader weer. Wanneer u het geluid met een hoofd-
telefoon beluistert, gebruikt u de MASTER-fader om het
volume op het gewenste niveau te zetten.
(5) Insert-effecten gebruiken
De BR-900CD bevat vijf interne effectenprocessors: Insert
Effect, Loop Effects, Track EQ, Pitch Correction en Mastering
Tool Kit. De insert-effecten gebruikt u als volgt.
Wat is een insert-effect?
Een effect dat direct wordt toegepast op een specifieke
signaallijn (bij de BR-900CD de instrumentale geluiden van
een INPUT-aansluiting), noemen we een "insert-effect". De
effectpedalen die een gitarist tussen zijn gitaar en versterker
schakelt, zijn een soort insert-effect. Loop-effecten zijn
effecten die op de send/return-aansluitingen van mixers en
gelijkaardige apparaten worden aangesloten (zie p. 43).
Effect patches kiezen
De BR-900CD bevat allerhande effecten voor zang, gitaar,
enz. en u kunt twee of meer van deze effecten tegelijkertijd
gebruiken. Een dergelijke combinatie van effecten (d.w.z.
de effecttypes en de volgorde waarin ze geschakeld zijn)
noemen we een "algoritme".
Elk effect in een algoritme heeft een aantal parameters, waarmee u
het geluid kunt veranderen (net zoals u aan de knoppen draait op
een gitaarpedaal). Het algoritme en de bijbehorende parameter-
instellingen vormen samen wat we "effect patches" noemen.
Door een andere effect patch te kiezen, roept u dus in feite
een andere combinatie van effecten en parameterinstellingen
op zodat u een totaal ander geluid krijgt.
1. Druk op [EFFECTS] voor de huidige effect patch.
fig.00-414d
Met uw BR-900CD kunt u automatisch de meest
geschikte "banken" selecteren door op een INPUT
SELECT-toets te drukken.
Als u bijv. de [GUITAR/BASS] INPUT SELECT-toets
indrukt, schakelt u naar een gitaar bank patch, en door
[LINE] in te drukken schakelt u naar een line bank patch.
Een bank is een verzameling van effect patches.
P: Preset / S: Song / U: User
NummerBank Patchnaam
Naam
algoritme
36
Een song opnemen/weergeven
GTR:
Effect patches voor gitaren.
MIC:
Effect patches voor het geluid van de MIC-ingang
(d.w.z zang).
LIN (LINE):
Effect patches voor het geluid van cd's, MD's en andere
externe apparaten op de LINE-ingang.
SML (SIMUL):
Effect patches voor het simultaan opnemen van zang
en gitaar.
“Effect patches en banken” (p. 84)
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op het effect
patch te zetten en wijzig de effect patch met de TIME/
VALUE-draaiknop.
Preset patches (P)
De preset patches bevatten voorgeprogrammeerde data.
U kunt hun instellingen wel wijzigen, maar u kunt geen
nieuwe preset patches aanmaken.
User patches (U)
User patches kunt u herschrijven en in het geheugen
opslaan. Wilt u een gemaakte patch ook voor andere
songs gebruiken, dan slaat u die als user patch op.
Song patches (S)
Net als user patches kunt u zelf song patches schrijven.
De data voor song patches worden echter samen met de
songdata op de geheugenkaart opgeslagen. Dit is handig
wanneer u een patch hebt aangemaakt voor een
specifieke opname, en u die patch samen met de song
wilt opslaan.
fig.00-415
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op het patch-
nummer te zetten en wijzig het nummer met de TIME/
VALUE-draaiknop.
4. Met [EXIT] keert u terug naar het Play-scherm.
Raadpleeg “De insert-effecten gebruiken” (p. 84) voor meer
informatie over het gebruik van insert-effecten.
Sommige effect patches zijn nuttig voor stereo-opnamen.
Raadpleeg “Het spoor voor opname selecteren” (p. 39) voor
opnemen in stereo.
“Lijst van effect patches” (p. 202)
“Lijst van de algoritmes” (p. 88)
Zonder insert-effecten opnemen
Druk meermaals op [EFFECTS] om de insert-effecten uit te
schakelen. De indicator gaat uit en het geluid wordt zonder
insert-effecten opgenomen.
Door "INPUT <REC DRY>" te kiezen als het punt waarmee
de insert-effecten worden verbonden, kunt u de geluiden
opnemen zonder de insert-effecten, terwijl u luistert naar
de geluiden met de insert-effecten toegepast.
“Veranderen hoe de insert-effecten volgens de functie
worden gebruikt” (p. 87)
Geheugenkaart
BR-900CD
User
Patch
Song
Song
Patch
Preset
Patch
37
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
(6) Rhythm gebruiken
Wat is Rhythm?
Bij het opnemen is de ingebouwde Rhythm erg handig.
Rhythm is een apart ritmespoor dat niet alleen weerklinkt als
begeleiding tijdens opnamen, maar dat u ook kunt gebruiken
om zowel interne als zelfgemaakte ritmepatronen weer te
geven, en om deze patronen weer te geven of op te nemen als
uw eigen ritmische uitvoeringen.
Door bij opname Rhythm te gebruiken, kunt u met de spoor-
editor in eenheden van maten editeren, uitgaande signalen
met een extern apparaat synchroniseren en andere handige
functies uitvoeren. Raadpleeg voor meer informatie “De
uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)” (p. 67) en
“Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren” (p. 158).
U kunt ook het tempo of ritmepatroon in de loop van een
song wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie “Hoofdstuk
4 Rhythm gebruiken” (p. 119).
Rhythm heeft twee functies: pattern en arrangement.
Pattern (patroonfunctie)
U kunt bestaande patronen uitvoeren en uw eigen patronen
maken.
Arrangement (arrangementfunctie)
U kunt bestaande arrangementen uitvoeren en uw eigen
arrangementen maken.
Patronen en arrangementen worden samengesteld zoals
hieronder beschreven.
Patronen
Dit zijn frasen van drumuitvoeringen met een lengte van
één tot verscheidene maten.
De interne patronen (voorgeprogrammeerde patronen)
omvatten patronen voor intro’s, coupletten, fill-ins en eindes.
Arrangementen
Een song bestaat uit patronen die in de volgorde waarop ze
worden uitgevoerd (bijvoorbeeld intro, couplet, fill-in en
einde), worden gearrangeerd en op het geselecteerde tempo
worden afgespeeld.
fig.00-416
De Rhythm is voorgeprogrammeerd met een grote variatie
aan arrangementen, inclusief het geluid van een gewone
metronoom. Raadpleeg “Lijst van arrangementen/patronen”
(p. 206) voor meer informatie over de voorgeprogrammeerde
arrangementen.
Rhythm weergeven
Telkens als u op [ARRANGE/PATTERN/OFF] van Rhythm
drukt, verandert de status zoals in onderstaande afbeelding.
fig.00-417
ARRANGE: brandt (arrangementfunctie)
Wanneer u op [PLAY] drukt om het ritmearrangement weer
te geven of op te nemen. Wanneer u op [STOP] drukt, stopt
ook het ritmearrangement.
PATTERN: knippert (patroonfunctie)
Wanneer u op [PLAY] drukt om het ritmepatroon weer te
geven of op te nemen. Wanneer u op [STOP] drukt, stopt ook
het ritmepatroon. Er wordt geen geluid weergegeven als u
"BREAK" kiest als patroon (p. 207).
OFF: uitgedoofd
De Rhythm-functie is uitgeschakeld.
* Gebruik de Rhythm-fader om het volume van Rhythm te regelen.
fig.00-418a
Arrangementen wijzigen
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator oplicht.
fig.00-418
2. Selecteer een arrangement.
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om de Preset/Song en het nummer te kiezen.
fig.00-419d
Intro Couplet Fill-in Couplet Einde
P: Preset / S: Song
Arrangementnaam
Nummer
38
Een song opnemen/weergeven
Preset arrangements (P)
De preset arrangements bevatten voorgeprogrammeerde
data. U kunt hun instellingen niet wijzigen en u kunt ook
geen nieuwe preset arrangements maken.
Song arrangements (S)
U kunt song arrangements schrijven. De data voor deze
song arrangements worden wel samen met de songdata
op de geheugenkaart opgeslagen.
fig.00-420
3. Keer naar het Play-scherm terug met [EXIT].
Patronen wijzigen
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF],
totdat de indicator knippert.
fig.00-420a
2. Selecteer een patroon.
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om de Preset/Song en het nummer te kiezen.
fig.00-420bd
Preset patterns (P)
De preset patterns bevatten voorgeprogrammeerde data.
U kunt hun instellingen niet wijzigen en u kunt ook geen
nieuwe voorgeprogrammeerde patronen maken.
Song patterns (S)
U kunt song patterns schrijven. De data voor deze song
patterns worden wel samen met de songdata op de
geheugenkaart opgeslagen.
fig.00-420c
3. Keer naar het Play-scherm terug met [EXIT].
Het tempo van de arrangementen of
patronen wijzigen
U kunt het tempo van het weergegeven arrangement of
patroon tijdelijk wijzigen door de volgende procedure uit
te voeren terwijl het Play-scherm wordt weergegeven.
* De tempo-instelling van het arrangement is tijdelijk
uitgeschakeld.
1. Druk op [CURSOR] om de cursor op "TEMPO"
te zetten op de display.
2. Pas het tempo aan met de TIME/VALUE-draaiknop.
fig.00-421d
* De tempowijziging is slechts van tijdelijke aard. Raadpleeg
“Het tempo van de arrangementen of patronen veranderen”
(p. 122) om het daadwerkelijke tempo van het arrangement te
wijzigen.
* Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
Tikken om het tempo van patronen
of arrangementen te wijzigen
U kunt het tempo van een arrangement of een patroon
tijdelijk wijzigen door de timing waarmee u op [TAP] tikt.
Tik vier keer of meer op [TAP] om het tempo van een
arrangement of een patroon te wijzigen. De timing van
uw tikken wordt het nieuwe tempo.
* De tempo-instelling van het arrangement is tijdelijk
uitgeschakeld.
fig.00-422
* De tempowijziging is slechts van tijdelijke aard. Raadpleeg
“Het tempo van de arrangementen of patronen veranderen”
(p. 122) om het daadwerkelijke tempo van het arrangement
te wijzigen.
* Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
Geheugenkaart
BR-900CD
Song
Song
Arrngement
Preset
Arrangement
P: Preset / S: Song
Patroonnaam
Nummer
Geheugenkaart
BR-900CD
Song
Song
Pattern
Preset
Pattern
Tempo
39
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
(7) Basisrichtlijnen voor
opname
Het spoor voor opname selecteren
1. Druk op REC TRACK [1] – [7/8] om het opnamespoor
te selecteren.
Als de toets rood knippert, is dat spoor klaar voor opname.
fig.00-423
U kunt de status van elk spoor afleiden van de indicator
op de toets.
Uit: Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen: Het spoor bevat opgenomen data.
Rood: Het spoor is geselecteerd voor opname.
Als u een spoor met data voor opname selecteert, brandt
de indicator afwisselend oranje en groen.
INPUT SELECT [GUITAR/BASS/MIC2]
of [MIC] branden
fig.00-424
Aangezien de input mono is, wordt de opname normaal
gezien als mono-opname op één spoor uitgevoerd. Kies een
opnamespoor met REC TRACK [1] tot [6].
Als u in stereo wilt opnemen om de impact van insert-
effecten te vergroten, kunt u tegelijkertijd de REC TRACK-
toetsen [1] en [2], [3] en [4] of [5] en [6] indrukken voor een
stereo-opname op twee sporen.
Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd
stereo-opnamen produceren.
fig.00-425
INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL] branden
fig.00-426
Aangezien de input stereo is, gebeurt de opname normaal
gezien op twee sporen. Druk op REC TRACK [1] of [2] om
sporen 1 en 2, of op [3] of [4] om sporen 3 en 4 te selecteren.
Als u echter het linker- en rechterkanaal van de input wilt
samenvoegen op één spoor, terwijl sporen 1 en 2 geselecteerd
zijn, drukt u nogmaals op REC TRACK [1] om spoor 1 te
selecteren. Op dezelfde manier kunt u gelijk welk spoor van
1 tot 6 selecteren als opnamespoor.
Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd
stereo-opnamen produceren.
Over de opnamefuncties
(REC MODE)
De opnamen op de BR-900CD zijn onderverdeeld in drie
hoofdfuncties. Gebruik steeds de meest geschikte functie
om uw song te voltooien.
fig.00-427
of
(Opname in mono)
(Opname in stereo)
of
Gitaar
1
2
3
.
.
.
8
Bas
L
1
2
R
Zang
Keyboard
INPUT BOUNCE
MASTERING
Afmixen naar
twee sporen
L
1
2
R
Afwerking van de song met
geoptimaliseerde niveaus
40
Een song opnemen/weergeven
INPUT:
Alleen de geluiden van instrumenten of van andere input-
bronnen worden op de sporen opgenomen. Geluiden die
vanaf andere sporen worden gespeeld, worden niet
opgenomen.
BOUNCE:
Terwijl de geluiden op verschillende sporen worden
weergegeven, worden ze samen op een ander spoor
opgenomen. Met de bounce-functie kunt u acht sporen
tegelijkertijd afspelen en ze allemaal op één enkel,
afzonderlijk virtueel spoor (V-Track) opnemen.
Als de input-bron met INPUT SELECT is geselecteerd,
kunt u ook die geluiden aan de opname toevoegen.
U kunt verder ook nog geluiden van de Rhythm-functie
aan de opname toevoegen.
U kunt ook het CD-R/RW-station als bestemming voor
de opname selecteren (p. 59).
MASTERING:
Hiermee past u de "Mastering Tool Kit" toe op de twee sporen
waarop een bounce-opname van andere sporen is gemaakt,
om ze af te werken tot een song met geoptimaliseerde niveaus
(volume).
* Hier kunt u de Rhythm-functie niet gebruiken.
Wat is een Mastering Tool Kit?
Als u een audio-cd van uw opgenomen songs maakt of als
u op een MD of gelijksoortige media opneemt, moet u het
algemene volume beperken, zodat zelfs de luidste passages
van de songs passend op de cd of de MD kunnen worden
verwerkt. Vaak resulteert dit echter in een algemene verlaging
van het volume, waardoor uw cd of uw MD een tamme en
expressieloze indruk maakt.
Bovendien kan het geluid in het lage frequentiegebied, waar-
voor het menselijke gehoor niet zo gevoelig is, vrij zacht
klinken, hoewel de meter het maximale niveau aangeeft. Dit
maakt het ook moeilijk om dynamische geluiden te maken.
Met de "Mastering Tool Kit" kunt u de verschillen in volume,
die in de loop van een song optreden, uitvlakken en ook de
balans in het lage bereik corrigeren.
We raden u aan om songs pas in het eindstadium met de
Mastering Tool Kit af te mixen.
“Mastering” (p. 102)
“Lijst van Mastering Tool Kit patches” (p. 205)
Procedure
fig.00-428a
1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de
display "INPUT" als REC MODE verschijnt.
fig.00-428d
2. Druk op [REC].
[REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby
voor opname.
fig.00-429
3. Druk op [PLAY].
De [REC]- en REC TRACK-toetsen knipperen niet meer,
maar blijven branden. De opname begint.
fig.00-430
4. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname.
De REC TRACK-toets knippert afwisselend oranje en
groen, als teken dat het spoor opgenomen data bevat.
* U kunt opgenomen geluiden die korter zijn dan één seconde
niet afspelen.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
1
234
Knippert
Brandt
41
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
(8) Opgenomen muziek
weergeven
1. Druk op [ZERO] om naar tijdspositie 00:00:00-00.0 te gaan.
fig.00-431
2. Druk op [PLAY].
Met de TRACK-faders kunt u het volume voor elke
spoor individueel regelen.
Het geluid van specifieke sporen
uitzetten (Track Mute)
Houd tijdens de weergave [DELETE/MUTE] ingedrukt en
druk op een REC TRACK-toets die afwisselend oranje en
groen, of volledig groen brandt.
De REC TRACK-toets begint oranje of groen te knipperen en
het geluid van dat spoor wordt uitgeschakeld (mute).
Als u deze handeling herhaalt, keert de toets terug naar haar
vorige status en hoort u het geluid van het spoor opnieuw.
fig.00-433
(9) Overdubben
(een extra uitvoering opnemen terwijl u
naar een bestaande uitvoering luistert)
De sporen waarvoor de REC TRACK-toets groen oplicht
(of afwisselend oranje en groen), zijn sporen die reeds
opgenomen data bevatten.
Het proces waarbij u naar een eerder opgenomen uitvoering
luistert, terwijl u extra materiaal op een ander spoor
opneemt, wordt "overdubben" genoemd. Door de bas, gitaar
en zangpartijen op verschillende sporen op te nemen, kunt u
vervolgens het volume van elk instrument ten opzichte van
elkaar aanpassen, de links-rechtsbalans wijzigen, gegevens
uitwisselen en andere functies uitvoeren.
fig.00-434a
1. Kies een opnamespoor met REC TRACK [1] tot [7/8].
Door voor de opname een ander spoor te kiezen dan
datgene waarop u eerder hebt opgenomen, kunt u een
nieuwe partij opnemen, terwijl u naar de eerder op-
genomen partij luistert.
U kunt de status van elk spoor afleiden van de indicator
op de toets.
Uit: Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen: Het spoor bevat opgenomen data.
Rood: Het spoor is geselecteerd voor opname.
Als u een spoor met data voor opname selecteert,
brandt de indicator afwisselend oranje en groen.
* Als u voor opname een spoor kiest, waarop al data staan
(waarvan de REC TRACK-toets groen verlicht is), licht de
indicator afwisselend oranje en groen op, en overschrijft de
nieuwe muziek de eerder opgenomen data.
2. Pas de faders zo aan dat de weergegeven sporen op
een passend niveau staan.
3. Druk op [REC].
[REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby
voor opname.
Hoe de sporen georganiseerd zijn
De BR-900CD is voorzien van acht audiosporen die u
kunt gebruiken voor opname en weergave. Sporen 1 tot
en met 6 zijn onafhankelijke monosporen. Sporen 7 en 8
zijn met elkaar verbonden als stereosporen.
Sporen 7 en 8 zijn vast ingesteld als respectievelijk
linker- en rechterspoor, terwijl fader-bewegingen, loop-
effecten en andere processen op beide sporen samen
worden toegepast. Hierdoor vormen deze twee sporen
een handige bestemming voor bouncing (p. 58).
Sporen 7 en 8 fungeren ook als speciale masteringsporen
tijdens de mastering (p. 102).
Daarnaast, en los van de audiosporen, heeft de BR-900CD
ook speciale stereosporen voor de weergave van de
interne ritmes (p. 37).
345
1 2
42
Een song opnemen/weergeven
4. Druk op [PLAY].
De indicators van de [REC]- en REC TRACK-toetsen
veranderen van knipperend in rood naar constant
verlicht, en de opname begint.
[PLAY] licht op.
Enkel wat u momenteel inspeelt, wordt opgenomen op
het nieuwe spoor. De muziek van de weergegeven
sporen wordt niet mee opgenomen.
* Als u tijdens de opname het volume van de input-bron
verlaagt met de INPUT LEVEL-draaiknop, dan wordt het
geluid met een lager volume opgenomen op het audiospoor,
zodat er meer ruis te horen is wanneer u het audiospoor
weergeeft bij een hoger volume.
Gebruik de TRACK-fader voor de individuele sporen om het
volume van de weergegeven muziek te wijzigen.
5. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname.
* U kunt opgenomen geluiden die korter zijn dan één seconde
niet afspelen.
(10) Het geluid voor elk
spoor regelen
U kunt de toon, de paninstelling en de volumebalans voor
elk spoor afzonderlijk regelen.
De links-rechtspositie (pan) van het
geluid instellen
1. Druk op [PAN/EQ].
fig.00-434b
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PAN"
te zetten en druk op [ENTER].
Het scherm met de paninstellingen verschijnt.
fig.00-434d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/
VALUE-draaiknop om de paninstellingen van elk
spoor te wijzigen.
* Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het
spoor dat bij de ingedrukte toets hoort.
* Door op [ENTER] te drukken, stelt u dit in op "C00" (midden).
4. Druk op [EXIT] (of [PAN/EQ]) om naar het Play-scherm
terug te keren.
Sporen 7 en 8 zijn stereosporen en alle paninstellingen die u
maakt, gelden voor de beide sporen samen.
Bij de instelling "C00": spoor 7 wordt links gepand en
spoor 8 wordt rechts gepand.
Bij de instelling "L50": sporen 7 en 8 worden beide links
gepand.
Bij de instelling "R50": sporen 7 en 8 worden beide rechts
gepand.
Enkele tips voor overdubben
Wanneer u nieuw materiaal opneemt terwijl u reeds
opgenomen sporen beluistert, zou het kunnen dat de
nieuwe partij overstemd wordt door de andere sporen,
wat voor u het spelen bemoeilijkt. In dat geval kunt u de
faders van de weergavesporen iets lager zetten, of de
weergavesporen naar links (of rechts) pannen en de
partij die u inspeelt naar rechts (of links), zodat u
zichzelf beter hoort spelen.
“De links-rechtspositie (pan) van het geluid instellen” (p. 42)
“De positie van het input-signaal wijzigen (Pan)” (p. 49)
43
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
De toon aanpassen (Track EQ)
"Track EQ" is een onafhankelijke 2-bands equalizer voor elk
spoor waarmee u de tonale kwaliteiten van hoge en lage
frequenties afzonderlijk kunt instellen.
1. Druk op [PAN/EQ].
fig.00-435a
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EQ"
te zetten en druk op [ENTER].
Het scherm met de EQ-instellingen verschijnt.
fig.00-435d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/
VALUE-draaiknop om elke Track EQ in of uit te
schakelen.
* Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het
spoor dat bij de ingedrukte toets hoort.
4. Druk bij het wijzigen van de EQ-instellingen meer-
maals op CURSOR [ ] om het parameterscherm op
te roepen en gebruik vervolgens de [CURSOR] en
TIME/VALUE-draaiknop om de waarde van de
instelling te wijzigen.
fig.00-436d
Raadpleeg “Track EQ-parameterfuncties” (p. 112) voor meer
informatie over deze instellingen.
5. Druk als u alles hebt ingesteld op [EXIT] (of [PAN/EQ])
om terug te keren naar het Play-scherm.
Breedte aan het geluid toevoegen
(Loop-effect)
De BR-900CD bevat chorus, delay en doubling (elk van deze
drie effecten kan op ieder willekeurig moment worden
geselecteerd) als loop-effecten, en tevens reverb. Met die
effecten kunt u het geluid veel ruimer laten klinken.
Wat is een loop-effect?
Effecten die verbonden zijn met de send en return van mixer-
effecten, noemen we "loop-effecten". U kunt de diepte van het
effect aanpassen door het verstuurniveau (send) van elk mixer-
kanaal (gelijk aan de sporen van de BR-900CD) te wijzigen.
Aangezien elk spoor zijn eigen verstuurniveau heeft, kunt u
de diepte individueel regelen. Zo kunt u bijvoorbeeld een
diepe reverb op de zang zetten en een lichte reverb op de
drums, of gelijk welke andere combinatie.
In tegenstelling tot insert-effecten (p. 35), die op specifieke
geluiden worden toegepast, worden loop-effecten op het hele
spoor toegepast.
* U kunt chorus, delay en doubling niet gelijktijdig gebruiken.
U kunt een van deze drie effecten selecteren als de loop-effecten
in gebruik zijn.
1. Druk op [LOOP EFFECTS].
fig.00-437a
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CHO/DLY"
of "REV" te zetten en druk op [ENTER].
fig.00-437d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] totdat "FX Type" of "Type"
wordt weergegeven, en draai vervolgens aan de TIME/
VALUE-draaiknop om het loop-effect te selecteren.
44
Een song opnemen/weergeven
Wanneer u CHO/DLY gebruikt.
Kies uit "CHORUS", "DELAY" of "DBLN" (doubling).
fig.00-438d
Wanneer u REV gebruikt.
Kies uit "HALL" of "ROOM".
fig.00-439d
4. Als u de instellingen voor het geselecteerde effect wilt
wijzigen, drukt u CURSOR [ ] [ ] om de parameter
te selecteren. Vervolgens brengt u de wijziging aan met
de TIME/VALUE-draaiknop.
fig.00-440d
Raadpleeg “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111) voor
meer informatie over deze instellingen.
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om het scherm voor
de Send Level-instellingen weer te geven.
Wanneer u CHO/DLY gebruikt.
fig.00-441d
Wanneer u REV gebruikt.
fig.00-442d
6. Pas met de CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop het verstuurniveau van elk spoor aan.
* Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het
spoor dat bij de ingedrukte toets hoort.
Het "verstuurniveau" is het volumeniveau van het
signaal dat van elk respectievelijk spoor naar elk effect
wordt verzonden. U kunt de hoeveelheid toegepast
effect wijzigen door het verstuurniveau aan te passen.
Het verstuurniveau voor elk spoor wordt ook op de
onderste rij van de display weergegeven.
fig.00-443d
7. Nadat het verstuurniveau is aangepast, drukt u meer-
maals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt elke keer dat u [LOOP EFFECTS] indrukt, in de
volgende volgorde tussen verschillende schermen wisselen.
Loop Effects-selectiescherm Send Level-scherm
Type-scherm Play-scherm
Send level van elk spoor
45
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
(
11
) Bouncing
Meerdere sporen samenvoegen
fig.00-444a
1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de
display "BOUNCE" als REC MODE staat aangegeven.
fig.00-444d
: V-Tracks met opgenomen data.
: V-Tracks zonder opgenomen data.
“Wat zijn V-Tracks?” (p. 14)
2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om het spoor of de V-Track waarop u wilt
opnemen, te selecteren.
U kunt ook het CD-R/RW-station als bestemming voor de
opname selecteren. Raadpleeg voor meer informatie “Direct
naar een CD-R/RW bouncen (Direct CD Bounce)” (p. 59).
3. Druk op [REC].
[REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby
voor opname.
fig.00-446
4. Druk op [PLAY].
De [REC]- en REC TRACK-toetsen knipperen niet meer
rood, maar blijven branden. De opname begint.
fig.00-447
5. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Om klaar te zijn voor verdere opnamen na het voltooien van
bouncing, schakelt de BR-900CD automatisch over naar een
lege V-Track op de bounce-bestemming.
Na het bouncen naar twee sporen, kunt u de "Mastering Tool
Kit" gebruiken om in de hele song variaties in volume weg te
werken en de juiste balans bij de lage tonen te creëren.
Raadpleeg hiervoor “Mastering” (p. 102).
(
12)
Het toestel uitzetten
Volg voor het uitzetten van het toestel de procedure in
“Het toestel uitzetten” (p. 28).
Stop alle opnamen voor u de BR-900CD uitzet. Als u tijdens
weergave/opname met een geheugen-kaart de BR-900CD
uitzet, kunnen de opgenomen data, de mixerinstellingen en
de effect patch data verloren gaan.
(
13
)
De geheugenkaart
verwijderen
Voor u een geheugenkaart verwijdert, moet u de BR-900CD
eerst uitzetten. Als u een geheugenkaart verwijdert terwijl
het toestel aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart
vernietigen of de geheugenkaart onbruikbaar maken.
1
345
2
2
Opnamebestemming
Knippert
Brandt
46
MEMO
47
Hoofdstuk 1
Opnemen
en
weergeven
48
Opnemen
Het opnamespoor selecteren
1. Druk bij REC TRACK op [1]–[7/8] om het opnamespoor
te selecteren.
Als de toets rood knippert, is dat spoor klaar voor opname.
fig.01-101
U kunt de status van elk spoor afleiden van de indicator
op de toets.
Uit: Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen: Het spoor bevat opgenomen data.
Rood: Het spoor is geselecteerd voor opname.
Als u een spoor met data selecteert voor opname, brandt
de indicator afwisselend oranje en groen.
Als INPUT SELECT [GUITAR/BASS/MIC2]
of [MIC] branden
fig.01-102
Aangezien de invoer mono is, wordt de opname normaal
gezien als mono-opname op één spoor uitgevoerd. Kies een
opnamespoor met REC TRACK [1] tot [6].
Als u in stereo wilt opnemen of het effect van insert-effecten
wilt vergroten, kunt u tegelijkertijd de REC TRACK-toetsen
[1] en [2], [3] en [4] of [5] en [6] indrukken voor een stereo-
opname op twee sporen.
Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd
stereo-opnames produceren.
fig.01-103
Als INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL]
branden
fig.01-104
Aangezien de input stereo is, gebeurt de opname normaal
gezien op twee sporen. Druk op REC TRACK [1] of [2] om
sporen 1 en 2, of op [3] of [4] om sporen 3 en 4 te selecteren.
Als u echter het linker- en rechterkanaal van de input wilt
samenvoegen op één spoor, terwijl sporen 1 en 2 geselecteerd
zijn, drukt u nogmaals op REC TRACK [1] om spoor 1 te
selecteren. Op dezelfde manier kunt u gelijk welk spoor van
1 tot 6 selecteren als opnamespoor.
Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd
stereo-opnamen produceren.
of
(Opname in mono)
(Opname in stereo)
of
49
Opnemen
Hoofdstuk 1
Een andere V-Track kiezen
De BR-900CD is een 8-sporen multitrack recorder en elk
spoor bestaat uit acht V-Tracks. U kunt elke V-Track
gebruiken voor opname of weergave.
Dankzij die talrijke V-Tracks kunt u de BR-900CD dus
gebruiken alsof het een 64-sporen multitrack recorder is.
Dit laat vele toepassingsmogelijkheden toe. U kunt bijv. een
take van een gitaarsolo of zangpartij opnemen en daarna een
andere take zonder dat u de eerste take hoeft te wissen.
Vervolgens kunt u gewoon de stukjes die u nodig hebt, uit
de V-Tracks plukken en ze samenvoegen op één spoor.
“De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)” (p. 67)
1. Druk op [V-TRACK].
fig.01-105
Het V-Track Selection-scherm verschijnt. Op dit scherm
verschijnen de nummers van de V-Tracks die voor elk
spoor zijn geselecteerd.
fig.01-106d
: V-Tracks met opgenomen data.
: V-Tracks zonder opgenomen data.
2. Selecteer het spoor dat u wilt wijzigen met REC
TRACK [1]–[7/8].
* U kunt sporen ook met CURSOR [ ] [ ] selecteren.
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop een andere
V-Track.
4. Wanneer u een andere V-Track hebt geselecteerd,
drukt u op [V-TRACK] (of [EXIT]) om terug te keren
naar het Play-scherm.
De positie van het input-
signaal wijzigen (Pan)
Wanneer u nieuw materiaal opneemt terwijl u eerder opge-
nomen sporen beluistert, zou het kunnen dat de nieuwe
partij overstemd wordt door de andere sporen, wat voor u
het spelen bemoeilijkt.
Als dat het geval is, kunt u de positionering (of panning) van
de INPUT (het instrument dat u bespeelt) wijzigen, en het zo
opnemen dat het niet door andere signalen wordt overstemd.
1. Druk op [PAN/EQ].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PAN"
te zetten en druk op [ENTER].
Het scherm met de Pan-instellingen verschijnt.
fig.01-107d
3. Druk op CURSOR [ ] om "IN" weer te geven.
fig.01-108d
4. Regel de Pan-instelling met de TIME/VALUE-
draaiknop.
De Pan-instellingen die u hier maakt, worden automa-
tisch toegepast op het spoor waarop u opneemt, zodat u
na de opname het spoor kunt beluisteren met dezelfde
panning als waarmee het werd opgenomen.
5. Druk op [PAN] (of [EXIT]) om naar het Play-scherm
terug te keren.
Pan de weergavesporen naar links (of rechts), en het geluid
dat u speelt naar rechts (of links) om uzelf beter te kunnen
horen.
50
Opnemen
Opnamefuncties
1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de
display "INPUT" als REC MODE staat aangegeven.
fig.01-109d
2. Druk op [REC].
[REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby
voor opname.
fig.01-110
3. Druk op [PLAY].
De [REC]- en REC TRACK-toetsen knipperen niet meer,
maar blijven branden. De opname begint.
fig.01-111
4. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname.
De REC TRACK-toets knippert afwisselend oranje en
groen, als teken dat het spoor opgenomen data bevat.
* U kunt opgenomen geluiden die korter zijn dan één seconde
niet afspelen.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* De volgende functies kunnen niet worden gebruikt of zijn
uitgeschakeld, als de recorder in gebruik is (tijdens opname
en weergave).
Patronen opnemen
Arrangementen bewerken
Drumkits selecteren
Het USB-scherm oproepen
Het Tone Load-scherm oproepen
Het Song Selection-scherm oproepen
Het Song New-scherm oproepen
Het Song Information-scherm oproepen
Het Edit Song-scherm oproepen
Sporen editen
Het Sync-scherm oproepen
Het Initialize-scherm oproepen
Het CD-R/RW-station bedienen
Knippert
Brandt
51
Hoofdstuk 1
De herhalende weergave (Repeat)
Met de repeat-functie kunt u een specifieke passage
herhaaldelijk weergeven. Door de weergave te herhalen,
kunt u de balans van de mix controleren of loop-opnamen
(p. 56) maken met de punch in/out-functies.
De positie in de song waar [REPEAT] een eerste keer wordt
ingedrukt, noemen we de repeat start-positie (A) en de
positie waar [REPEAT] een tweede keer wordt ingedrukt,
noemen we de repeat end-positie (B). Het fragment tussen
deze twee punten wordt dan steeds herhaald.
fig.01-201
Druk opnieuw op [REPEAT] om de repeat-functie te
stoppen. De begin- en eindposities worden gewist.
Het repeat-fragment instellen
1. Voer de repeat start-positie (A) in.
Ga naar de positie waar u de herhalende weergave wilt
beginnen en druk op [REPEAT].
fig.01-202
Deze positie wordt als repeat start-positie (A) ingesteld.
De [REPEAT]-indicator begint te knipperen, zodat u
weet dat de repeat start-positie (A) is geregistreerd.
Als u deze beginpositie opnieuw wilt registreren, kunt u
ze wissen door op [REPEAT] te drukken wanneer de
huidige tijdspositie op de repeat start-positie (A) staat.
Als de huidige tijdspositie zich na de repeat start-positie
(A) bevindt, drukt u tweemaal op [REPEAT] om de
registratie te annuleren.
De [REPEAT]-indicator gaat uit en de geregistreerde
startpositie (A) en eindpositie (B) worden gewist.
2. Registreer na de repeat start-positie (A) ook de repeat
end-positie (B).
Ga naar de positie waar u wilt dat de herhaling eindigt,
en druk op [REPEAT].
fig.01-203
Deze positie wordt als repeat end-positie (B) ingesteld.
De [REPEAT]-indicator begint te knipperen, zodat u
weet dat de repeat eindpositie (B) is geregistreerd.
Om de registratie opnieuw te doen drukt u nogmaals
op [REPEAT].
De [REPEAT]-indicator gaat uit en de geregistreerde
beginpositie (A) en eindpositie (B) worden gewist.
Druk vervolgens opnieuw op [REPEAT] en registreer
de gewenste beginpositie (A) en eindpositie (B).
* De beginpositie (A) en de eindpositie (B) van de herhalende
weergave moeten minstens één seconde uit elkaar liggen.
U kunt de eindpositie niet op minder dan één seconde van
de beginpositie instellen.
* Drukt u op [REPEAT] drukt voor de repeat start-positie (A),
dan wordt die eerdere positie als repeat start-positie (A)
ingesteld.
3. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC] als u de
instellingen in de geselecteerde song wilt bewaren.
“De huidige instellingen van de song opslaan (Song Save)” (p. 79)
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Repeat
Repeat Start
(A)
Repeat End
(B)
Tijd
52
De herhalende weergave (Repeat)
Het repeat-fragment met
precieze timing instellen
Normaalgesproken worden de begin- en en eindpositie van
de repeat precies ingesteld op de positie waar [REPEAT]
wordt ingedrukt. Hierdoor kan het voor u moeilijk zijn om
het repeat-fragment precies zo in te stellen als u wilt.
Als dit het geval is, kunt u de quantize-functie gebruiken om
de tijd waarop [REPEAT] wordt ingedrukt, aan de timing
van de song aan te passen.
Met behulp van deze quantize-functie kunt u de timing in
eenheden van één maat instellen.
Voer de onderstaande procedure uit om de meetfunctie te
gebruiken.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-204d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "AB Qtz" te selecteren,
en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de
instelling in te schakelen.
Als deze op uit staat, werkt de quantize-functie niet.
fig.01-205d
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* Als u het tempo wijzigt nadat u de quantize-functie hebt
ingesteld in een repeat-fragment, kan dit in de timing
tegenstrijdigheden veroorzaken tussen de begin- en de
eindpositie van de repeat en het begin en het einde van maten.
* U kunt het repeat-fragment op één maat instellen door op
dezelfde positie tweemaal op [REPEAT] te drukken.
Wanneer het repeat-fragment is ingesteld, kunt u de
volgende functies gebruiken om de opgenomen
spoordata te bewerken.
Het herhaalde deel kopiëren (p. 67)
Het herhaalde deel verplaatsen (p. 70)
Het herhaalde deel wissen (p. 73)
Voordat u deze functies instelt, kunt u de quantize-
functie gebruiken om het repeat-fragment met precieze
timing in te stellen.
53
Hoofdstuk 1
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
Het kan wel eens gebeuren dat u een foutje speelt bij het
opnemen of dat het resultaat niet helemaal naar wens is.
In dat geval kunt u via punch-in/out enkel fragmenten met
fouten opnieuw opnemen.
Overschakelen naar opname tijdens de weergave van een
song noemen we punch-in, en van opname terugkeren naar
weergave, noemen we punch-out.
Dus, punch-in op de positie waar u de nieuwe opname wilt
beginnen, en punch-out op de positie waar u de nieuwe
opname wilt beëindigen.
fig.01-301
Met uw BR-900CD kunt u kiezen uit manuele of automa-
tische punch-in/out.
* U kunt Undo (p. 57) gebruiken om de toestand voor de nieuwe
opname te herstellen.
* De data van voor de punch-in/out blijven op de geheugenkaart
staan zonder gewist te worden. Als u deze data niet meer
nodig hebt, kunt u Song Optimize (p. 78) gebruiken om
onnodige gegevens van de geheugenkaart te verwijderen.
Manuele punch-in/out
U kunt punch-in/out uitvoeren via de toets op de BR-900CD
of via een voetschakelaar.
Als u op een instrument speelt, is het niet altijd zo vanzelf-
sprekend om de punch-in/out uit voeren via de toetsen van
de BR-900CD. In zulke gevallen is het handiger om een
voetschakelaar (apart verkrijgbaar; bijv. BOSS FS-5U, Roland
DP-2, enz.) te gebruiken voor de punch-in/out.
* Bij manuele punch-in/out moet u een interval van tenminste
één seconde tussen de punch-in- en punch-out-posities laten.
Manuele punch-in/out met de
[REC]-toets
De onderstaande uitleg, die dient als gebruiksvoorbeeld, gaat
ervan uit dat u manueel punch-in/out uitvoert om een deel
van spoor 1, een spoor waarop u al hebt opgenomen, op-
nieuw op te nemen.
1. Druk op REC TRACK [1].
REC TRACK [1] brandt afwisselend oranje en groen.
2. Zet de fader voor spoor 1 in onderstaande positie.
fig.01-302
3. Start de weergave en regel het volume van de input-
bron met de INPUT LEVEL-toets.
Beluister het opnieuw op te nemen spoor en de input-
bron en regel met de INPUT LEVEL-knop het volume
van de input-bron zodat dit hetzelfde is als dat van het
spoor.
4. Ga naar een positie vóór het fragment dat u opnieuw
wilt opnemen, en start de weergave met [PLAY].
5. Druk op [REC] wanneer u de positie bereikt waar u
de opname wilt starten.
De BR-900CD start de opname.
6. Druk nogmaals op [REC] (of [PLAY]) om punch-out uit
te voeren.
Telkens als u op [REC] drukt, voert u punch-in of punch-
out uit. Als er wat verder in de song nog een fragment is
dat u wilt overdoen, kan dat dus op dezelfde manier.
7. Druk op [STOP] om de opname te stoppen.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
8. Beluister de nieuwe opname.
Keer terug naar een positie vóór het opnieuw
opgenomen fragment en druk op [PLAY].
Regel het volume van spoor 1 met de TRACK-fader.
Tijd
Punch-In
Stop
Start
[
PLAY
][
REC
][
REC
][
STOP
]
Punch-Out
Weergave WeergaveOpname
54
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
Manuele punch-in/out met een
voetschakelaar
Druk bij het gebruik van de voetschakelaar tijdens het
afspelen van een song (manuele punch-in/out) eenmaal op
de voetschakelaar om punch-in uit te voeren. Druk een
tweede maal om punch-out uit te voeren.
Een voetschakelaar gebruiken
Wanneer u een voetschakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2,
enz.) gebruikt om punch-in/out uit te voeren, sluit u die aan
op de FOOT SW-aansluiting van de BR-900CD, en wijzigt u
de functie van de FOOT SW-aansluiting volgens onder-
staande procedure.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-303d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] en selecteer "Foot SW".
fig.01-304d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop en selecteer
"PUNCH" (PUNCH IN/OUT).
5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Auto punch-in/out
Automatische punch-in/out op vooraf bepaalde tijdsposities
in de song noemen we "Auto punch-in/out".
Als u op exacte tijdsposities punch-in/out wilt uitvoeren of
als u zich liever concentreert op uw instrument dan op de
bediening van de BR-900CD, dan is de functie auto punch-
in/out zeer handig.
Het fragment voor auto punch-
in/out afbakenen
Alvorens u begint op te nemen, moet u de tijdsposities voor
de automatische punch-in/out instellen.
1. Stel de punch-in-positie in.
Ga naar de tijdspositie waar u punch-in wilt uitvoeren.
Druk op AUTO PUNCH [IN] om die positie voor
automatische punch-in te registreren.
De AUTO PUNCH [IN]-indicator licht op, als teken dat
de punch-in-positie geregistreerd is.
fig.01-305
* Als de AUTO PUNCH [IN]-indicator brandt, gaat u automa-
tisch naar de ingestelde punch-in-positie wanneer u op deze
knop drukt.
2. Stel de punch-out-positie in.
Ga naar de tijdspositie waar u punch-out wilt uitvoeren.
Druk op AUTO PUNCH [OUT] om die positie voor
automatische punch-out te registreren.
De AUTO PUNCH [OUT]-indicator licht nu op, als teken
dat de punch-out-positie geregistreerd is.
fig.01-306
* Als de AUTO PUNCH [OUT]-indicator brandt, gaat u
automatisch naar de ingestelde punch-out-positie wanneer
u op deze knop drukt.
Als u punch-in/out wilt uitvoeren op een eerder ingestelde
locator-positie, drukt u op [LOCATOR] om naar de locator-
positie (p. 64) te gaan. Vervolgens drukt u op AUTO PUNCH
[IN] of AUTO PUNCH [OUT].
55
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
Hoofdstuk 1
Een geregistreerde auto punch-
in/out-positie wissen
Houd AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt en druk
vervolgens op [IN] om een auto punch-in-positie te
wissen.
Houd AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt en druk op
[OUT] om een auto punch-out-positie te wissen.
Als de instellingen gewist zijn, gaan de indicatoren van
AUTO PUNCH [ON/OFF], [IN] en [OUT] uit.
* Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC], als u de auto
punch-in/out-instellingen in de geselecteerde song wilt
bewaren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Hoe opnemen?
Laten we ter illustratie aannemen dat u punch-in/out wilt
toepassen op een fragment van spoor 1, een spoor waarop
al een opname is gemaakt.
1. Druk op REC TRACK [1].
REC TRACK [1] licht afwisselend oranje en groen op.
2. Zet de fader voor spoor 1 in onderstaande positie.
fig.01-307
3. Controleer dat de AUTO PUNCH [ON/OFF]-indicator
niet brandt.
Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF] om de indicator
eventueel te laten uitgaan.
4. Start de weergave en regel het volume van de input-
bron met de INPUT LEVEL-toets.
Beluister het opnieuw op te nemen spoor en de input-
bron en regel met de INPUT LEVEL-toets het volume
van de input-bron zodat dit hetzelfde is als dat van het
spoor.
5. Ga naar een positie voor het punt, waarop u wilt dat het
opnieuw opnemen start, en druk op AUTO PUNCH
[ON/OFF].
De indicator licht op, als teken dat de posities voor auto
punch-in/out ingesteld zijn.
6. Druk op [REC] om de BR-900CD in standby voor
opname te zetten en druk dan op [PLAY].
De opname start automatisch bij de auto punch-in-
positie, dus speel wat u wilt opnemen.
Bij de punch-out-positie schakelt het spoor automatisch
opnieuw van opname naar weergave.
7. Druk op [STOP] om de opname te stoppen.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
8. Beluister de nieuwe opname.
Spoel de song terug tot vóór het fragment dat u opnieuw
hebt opgenomen en druk op [PLAY].
Regel het volume van spoor 1 met de TRACK-fader.
56
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
Herhaaldelijk over hetzelfde
fragment opnemen
(Loop Recording)
Met de repeat-functie (p. 51) kunt u een bepaalde passage
van een song (de loop-passage) telkens weer herhalen.
Als u auto punch-in/out samen met de repeat-functie
gebruikt, dan wordt de passage herhaald zodat u het
resultaat van de opname meteen hoort.
Als de opname niet klinkt zoals u had gewild, drukt u
gewoon op [REC] en doet u de opname over.
Dit gelijktijdige gebruik van repeat en auto punch-in/out om
herhaaldelijk op te nemen, noemen we "loop recording".
* Hoe u de op te nemen passage (de passage tussen de punch-in-
en de punch-out-positie) afbakent, leest u hierboven in "Auto
punch-in/out".
De te herhalen passage instellen
Voor u begint op te nemen, moet u de begin- en eindpositie
van de te herhalen passage instellen.
* De te herhalen passage moet het op te nemen fragment
(het fragment tussen punch-in en punch-out) omvatten.
fig.01-308
Als het op te nemen fragment niet volledig binnen de te
herhalen passage valt, zal de opname misschien niet
beginnen of eindigen zoals gewenst.
Hoe neemt u op?
Laten we aannemen dat u punch-in/out wilt toepassen op
een fragment van spoor 1, een spoor waarop al een opname
is gemaakt.
1. Druk op REC TRACK [1].
REC TRACK [1] licht afwisselend oranje en groen op.
2. Zet de fader voor spoor 1 in onderstaande positie.
fig.01-309
3. Gebruik de repeat-functie (p. 51) om de weergave van
de song te herhalen en regel het volume van de input-
bron met de INPUT LEVEL-draaiknop.
Beluister het opnieuw op te nemen spoor en de input-
bron en regel het volume van de input-bron zodat dit
hetzelfde is als dat van het spoor.
4. Druk op [STOP].
5. Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF].
De indicator licht op, zodat u weet dat de auto punch-
in/out-posities zijn ingesteld.
6. Druk op [REC] als u klaar bent voor de opname, en
druk vervolgens op [PLAY] om de opname te starten.
Nadat u [PLAY] indrukt, kunt u opnemen vanaf de
eerste punch-in tot aan de punch-out. Neem de passage
op de gewenste wijze op.
Wanneer de song herhaald wordt, kunt u de nieuwe
opname beluisteren. Als de opname niet naar wens is,
drukt u op [REC] en neemt u opnieuw op.
7. Druk op [STOP] om de opname te stoppen.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
8. Druk op [REPEAT] zodat de toetsindicator uitgaat.
9. Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF] om de indicator te
doen uitdoven.
WeergaveWeergave
Repeat
Repeat Start
(A)
Punch-In Punch-Out Repeat End
(B)
Tijd
Opname
57
Hoofdstuk 1
Een opdracht annuleren (Undo/Redo)
Het kan soms gebeuren dat het resultaat van uw opname niet
naar wens is of dat u een bewerking doet met de verkeerde
instellingen, en dat u uw handeling ongedaan wilt maken.
Hiervoor kunt u de undo-functie gebruiken.
De undo-functie maakt de laatst uitgevoerde handeling
ongedaan en brengt u terug naar de toestand van vóór die
handeling. U kunt de undo weer ongedaan maken met de
redo-functie.
Bijvoorbeeld, stel dat u tijdens loop recording punch-in
uitvoert en twee keer over dezelfde passage opneemt. Om de
laatst gemaakte opname te annuleren en terug te keren naar
de eerste opname, gebruikt u de undo-functie.
Om de undo te annuleren en terug te keren naar de toestand
van onmiddellijk na de tweede opname, zou u dan de redo-
functie gebruiken.
* Nadat u een undo hebt uitgevoerd, kunt u alleen maar een redo
uitvoeren (u kunt niet nogmaals een undo uitvoeren).
* Als u een opname maakt of Track Edit uitvoert nadat u een
undo hebt uitgevoerd, kunt u niet langer een redo uitvoeren.
* Undo’s gelden enkel voor audiodata opgenomen op de sporen.
Wijzigingen aan de parameterinstellingen of aan andere data
dan audiodata kunt u niet op deze manier herroepen.
* Houd er rekening mee dat de lijst van alle uitgevoerde
handelingen m.b.t. de opgenomen data, gewist wordt zodra u
een Song Optimize (p. 78) uitvoert . Dit betekent dat u niet
langer een undo kunt uitvoeren, nadat Song Optimize is
uitgevoerd.
De laatste handeling
omkeren (Undo)
1. Druk op [UNDO/REDO].
"UNDO?" verschijnt.
fig.01-401d
2. Druk op [ENTER] (YES) om de undo uit te voeren.
Druk op [ENTER] om terug te keren naar de toestand
voor de laatst uitgevoerde opname of edit.
Als u besluit geen undo uit te voeren, dan drukt u op
[EXIT] (NO).
De undo annuleren (Redo)
Om een zopas uitgevoerde undo weer te annuleren, voert u
een redo uit.
1. Druk op [UNDO/REDO].
'REDO?' verschijnt.
fig.01-402d
2. Druk op [ENTER] (YES) om de redo uit te voeren.
De laatste rndo wordt geannuleerd.
Als u besluit geen redo uit te voeren, dan drukt u op
[EXIT] (NO).
58
Sporen samenvoegen (Bouncing)
Hoewel u met de BR-900CD acht sporen tegelijk kunt
weergeven, kan het toch gebeuren dat u te weinig vrije
sporen hebt. Met de BR-900CD kunt u sporen vrijmaken door
de opnamen van meerdere sporen samen te voegen op één
spoor (V-Track). Dit heet "bouncing" (ook wel: bounce
recording of ping-pong recording). Door op deze manier
meerdere sporen te combineren, kunt u andere sporen
vrijmaken voor de opname van extra uitvoeringen.
Ter illustratie mixen we in onderstaand voorbeeld de mono-
opname op sporen 1 en 2 en de stereo-opname op sporen 3
en 4 en bouncen we ze op V-Track 2 van sporen 3 en 4.
1. Stel de pan voor de sporen 1 en 2 naar wens in, voor
spoor 3 helemaal links (L50) en voor spoor 4 helemaal
rechts (R50).
“De links-rechtspositie (pan) van het geluid instellen” (p. 42)
2. Speel de song af en pas de volumes van de sporen 1 tot
4 aan met de REC TRACK-faders.
Het algemene volume regelt u met de MASTER-fader.
Zet het volume nu zo hoog mogelijk zonder dat het
geluid vervormt.
Verlaag de faders van de sporen die u niet wilt mixen.
* Bij Bounce Recording kunt u de geluiden opnemen met insert-
effecten (p. 84), loop-effecten (p. 108), Track-EQ (p. 110) of
tooncorrectie (p. 114). Raadpleeg “Veranderen hoe de insert-
effecten volgens de functie worden gebruikt” (p. 87) voor het
gebruik van insert-effecten.
3. Druk op [STOP].
4. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de display
"BOUNCE" als REC MODE staat aangegeven.
De INPUT SELECT-indicator gaat uit en de input-bron
wordt automatisch uitgeschakeld. Dit betekent dat de
input-bron niet mee gemixt of opgenomen wordt tijdens
Bounce Recording.
* Als u echter wel een input-bron mee wilt opnemen, kunt u deze
selecteren met [INPUT SELECT]. Op dit moment kunt u loop-
effecten (p. 108) op het geluid van de input-bron toepassen.
5. Als u het ritme ook in uw mix wilt opnemen, verhoogt
u de Rhythm-fader.
Verlaag de fader, als u het ritme niet wilt opnemen.
Bij bouncing kunt u acht sporen tegelijkertijd weergeven,
en ze allemaal op één afzonderlijke V-Track opnemen.
Als u met INPUT SELECT input-bronnen hebt
geselecteerd, kunt u die geluiden samen opnemen.
Verder kunt u de geluiden van de Rhythm-functie
aan de opname toevoegen.
fig.01-601
TRACK 8-V1
TRACK 7-V1
TRACK 6-V1
TRACK 5-V1
TRACK 4-V1
TRACK 3-V1
TRACK 2-V1
TRACK 1-V1
RHYTHM
Sporen 1–8
TRACK 8-V2
TRACK 7-V2
Aparte V-Track
INPUT
Ritme
59
Sporen samenvoegen (Bouncing)
Hoofdstuk 1
6. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om het spoor / de V-Track voor de opname
te selecteren.
Stel dit in op "34V2" (V-Track 2 van sporen 3 en 4).
fig.01-602d
: V-Tracks met opgenomen data.
: V-Tracks zonder opgenomen data.
(bouncing bij een in mono-opname)
Als u nu aan de TIME/VALUE-draaiknop draait,
verschijnt het scherm waarin u het spoor voor mono-
opname kunt aangeven.
fig.01-603d
7. Druk op [ZERO] om naar de tijdspositie 00:00:00-00.0
terug te keren. Druk nu achtereenvolgens op [REC] en
[PLAY] om bounce recording te starten.
8. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met opnemen.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat
zien wat er wordt verwerkt.
9. Zet alle TRACK-faders dicht behalve die voor sporen 3
en 4. Druk nu op [PLAY] en controleer de geluiden die
naar sporen 3 en 4 zijn gebouncet.
* De pan voor sporen 3 en 4, waarop de bounce recording werd
gemaakt, is respectievelijk helemaal op links en rechts ingesteld.
10. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC] als u de
instellingen in de geselecteerde song wilt bewaren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Direct naar een CD-R/RW bouncen
(Direct CD Bounce)
Met de BR-900CD kunt u data rechtstreeks naar een CD-R/RW
bouncen in plaats van naar de audiosporen. Dit is handig om
een kopie van songschetsen te bewaren na opname.
Wanneer u sporen rechtstreeks naar een cd bouncet,
kunt u Rhythm en Tone Load niet gebruiken. Enkel de
audiosporen worden gebouncet.
Omdat de karakteristieken van CD-R/RW’s nogal eens
verschillen, kan een 100% foutloze schrijfprocedure niet
worden gegarandeerd.
Daarom kan het bouncen afgebroken worden als er een
fout optreedt bij het wegschrijven naar de CD-R/RW.
Gebruik deze functie nooit voor belangrijke opnames.
1. Gebruik een blanco CD-R/RW, of een CD-R/RW met data
van de BR-900CD die nog niet gefinaliseerd is (p. 144).
2. Plaats de CD-R/RW op de lade.
De indicator van het CD-R/RW-station knippert.
Wacht tot de indicator niet meer knippert.
3. Druk meermaals op [REC MODE] tot de BOUNCE-
indicator oplicht.
De BR-900CD schakelt over op de BOUNCE-functie.
fig.01-604d
4. Selecteer "CD" met de TIME/VALUE-draaiknop.
fig.01-605d
* Als u een input-bron aan de bounce-opname wilt toevoegen,
kunt u deze selecteren met [INPUT SELECT]. Raadpleeg
“De input-bron selecteren en de opname naar een CD-R/RW
bouncen” (p. 60).
Opnamebestemming
60
Sporen samenvoegen (Bouncing)
5. Druk op [REC].
De motor van het CD-R/RW-station start.
De boodschap "Now Checking..." verschijnt.
Deze boodschap verdwijnt zo'n tien seconden later.
Dit geeft aan dat de voorbereidingen voor bouncing
voltooid zijn.
In tegenstelling tot een normale opname kunt u niet op
[REC] (manuele punch-in) drukken nadat u eerst op
[PLAY] hebt gedrukt.
Zodra u [REC] hebt ingedrukt, wordt op de cd een zone
gecreëerd met ten minste één song. Zelfs als u nu op
[STOP] drukt zonder sporen te bouncen, kan de song
niet worden verwijderd.
6. Druk op [PLAY].
[PLAY] en [REC] gaan branden en het bouncen naar de
CD-R/RW begint.
De geluiden worden naar de CD-R/RW geschreven
precies zoals ze worden weergegeven.
7. Druk aan het einde van de song op [STOP].
Vervolgens verschijnt "Keep power on! Closing Track..."
op de display. Wanneer de boodschap verdwijnt, is het
bouncen voltooid.
Het kan verschillende seconden duren voor u de
volgende handeling kunt uitvoeren.
8. Om de resultaten van de bouncing te bekijken, speelt
u de schijf af als een audio-cd (p. 143).
9. Om de gebouncete sporen te kunnen weergeven op een
gewone cd-speler, moet u de schijf finaliseren (p. 144).
Als u een CD-R/RW finaliseert, kunt u de inhoud beluisteren
op een gewone cd-speler, maar kunt u geen nieuwe sporen
naar de schijf bouncen of schrijven. Finaliseer de schijf niet
als u er nog andere sporen naar wilt bouncen of schrijven.
De input-bron selecteren
en de opname naar een
CD-R/RW bouncen
U kunt tegelijkertijd de input-brongeluiden selecteren en
opnemen wanneer u rechtstreeks naar een cd bouncet, net
zoals wanneer u sporen op de gewone manier bouncet.
1. Voer stappen 1–4 uit van “Direct naar een CD-R/RW
bouncen (Direct CD Bounce)” (p. 59).
2. Druk op een van de INPUT SELECT-toetsen om de
gewenste input-bron te selecteren.
De toets van de geselecteerde input-bron gaat branden
en de geluiden van de input-bron worden hoorbaar.
3. Voer stap 5 en de daarop volgende stappen uit van
“Direct naar een CD-R/RW bouncen (Direct CD
Bounce)” (p. 59)
Het geluid van de input-bron wordt gemixt met de
geluiden die weergegeven worden van de sporen,
en gebouncet naar de CD-R/RW.
U kunt ook alleen maar het geluid van de input-bron naar
de cd bouncen door de faders 1–6 en 7/8, en de RHYTHM-
faders volledig dicht de zetten.
61
Hoofdstuk 1
Met de BR-864/BR-532 gecreëerde songs inladen
U kunt songs die u met de BR-864 of de BR-532 hebt aange-
maakt, inladen in de BR-900CD via geheugenkaarten.
Met de BR-864 gecreëerde
songs inladen
Bewaar de songdata die met de BR-864 werden aangemaakt,
eerst op een geheugenkaart en plaats de geheugenkaart
vervolgens in de BR-900CD.
Zodra u geïmporteerde songdata van de BR-864 opneemt,
bewerkt of anders instelt, kunt u die songdata niet meer
gebruiken op de BR-864.
Als bescherming tegen ongewild opnemen of editen wordt
song protect (p. 79) automatisch ingeschakeld voor geïmpor-
teerde songdata van de BR-864. Als u het niet erg vindt dat u
de songdata niet meer kunt gebruiken op de BR-864, kunt u
song protect uitschakelen en de nodige opnamen of edits
uitvoeren.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor op "SEL"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Song Select-scherm verschijnt.
Het Song Protect-pictogram ( ) wordt weergegeven
voor songs van de BR-864.
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de data
die u wilt inladen.
4. Druk op [ENTER].
De songdata worden ingeladen.
Patches met het "Guitar Synth"-algoritme van de BR-864
worden bij het inladen vervangen door "P001".
De "Harmonist" van de BR-864 wordt bij het inladen
vervangen door "Flanger".
Om op te nemen of te editen moet u song protect uit-
schakelen (p. 79). Wanneer u song protect uitschakelt,
verschijnt "Overwrite OK?" op de display. Druk op [ENTER]
(YES). Song protect wordt uitgeschakeld en tegelijkertijd
worden de data geconverteerd naar het BR-900CD-formaat.
Na deze stap kunnen de songdata niet meer worden gebruikt
op de BR-864.
Met de BR-532 gecreëerde
songs inladen
Wanneer u songdata die met de BR-532 van SmartMedia
werden gecreëerd, kopieert naar een BR-900CD-geheugen-
kaart, kunt u de data inladen als een BR-900CD-song.
Om BR-532-data te kunnen lezen moet u beschikken over een
pc met een SmartMedia-lezer en een CompactFlash-schrijver.
Kopieer de data op de BR-532-geheugenkaart (SmartMedia)
eerst naar de pc met de SmartMedia-lezer. Kopieer de data
vervolgens met de CompactFlash-schrijver van de pc naar
een BR-900CD-geheugenkaart.
Plaats vervolgens de geheugenkaart met de kopie van de
gewenste data in de BR-900CD.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor op "SEL"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Song Select-scherm verschijnt.
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de data
die u wilt inladen.
4. Druk op [ENTER].
De songdata worden ingeladen.
De data blijven in het BR-532-formaat meteen na het inladen.
Wanneer u de geladen song bewaart, worden de data
geconverteerd (p. 79) naar het BR-900CD-formaat.
62
De songinformatie weergeven
De resterende beschikbare
opnametijd weergeven
Volg de onderstaande procedure om de verstreken
opnametijd in de Recording Standby- en Recording-
schermen weer te geven.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-901d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Remain Inf" te
selecteren en selecteer "ON" met de TIME/VALUE-
draaiknop.
fig.01-902d
ON: Geeft de resterende beschikbare opnametijd
weer in "minuten: seconden".
OFF: Geeft de resterende beschikbare opnametijd
niet weer.
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* Als u in het Play-scherm op [REC] drukt en de BR-900CD
in standby voor opname zet ([REC] knippert), wordt de
resterende opnametijd weergegeven in het TIME-gedeelte.
fig.01-903d
Het verbruik van de geheugenkaart
weergeven
Volg de onderstaande procedure om de huidige toestand van
de geheugenkaart weer te geven.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INF"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-904d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de gewenste
parameter te selecteren.
Naam van de geselecteerde song
fig.01-905d
Datatype en geheugengebruik van de song (in MB)
fig.01-906d
Datatype (opnamemethode)
HiFi: (MT2): Opname van hoge kwaliteit
STD (LV1): Standaardopname
LONG (LV2): Lange opname
Resterend geheugen
fig.01-907d
* De omvang van de song wordt uitgedrukt in eenheden van 1M
(= 1.000.000 bytes). De getoonde cijfers zijn bij benadering.
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
63
Hoofdstuk 2
Bewerken
64
Tijd registreren (Locator)
Met de locator-functie kunt u elke gewenste tijdspositie in
een song als een "locatorpunt" registreren, zodat u later met
één druk op de knop naar dat punt kunt verspringen.
Deze functie is bijzonder handig bij het editen.
Een locatorpunt registreren
1. Ga in het Play-scherm naar de plaats waar u het
locatorpunt wilt registreren.
2. Druk op [LOCATOR].
Als de [LOCATOR]-indicator oplicht, is de registratie
voltooid.
fig.02-101
Naar het locatorpunt
verspringen
1. Druk op [LOCATOR].
Hiermee gaat u naar de tijdspositie in de song die als
locatorpunt is geregistreerd.
Een locatorpunt verwijderen
1. Houd AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt en druk op
[LOCATOR].
Het locatorpunt wordt verwijderd.
65
Hoofdstuk 2
Begin- en eindposities zoeken (Scrub/Preview)
Scrub-functie
Tijdens het bewerken van een geluid dient u soms exact te
weten, waar het geluid begint of waar de opname precies
met een auto punch-in begint.
Om u te helpen deze posities exact te vinden, is de BR-900CD
voorzien van de scrub-functie.
Wanneer u de scrub-functie tijdens het weergeven gebruikt
(dit wordt "scrubben" genoemd), wordt het gedeelte van uw
opname voor of na de huidige positie (ongeveer 45 msec)
afgespeeld en herhaald.
Preview-functie
Met de preview-functie kunt u een fragment van 1 seconde
voor of na de huidige tijdspositie beluisteren.
Als u dit combineert met de scrub-functie en tegelijk uw
huidige tijdspositie langzaam verschuift, wordt het
eenvoudig om het exacte overgangspunt van de ene frase
naar de volgende te vinden.
fig.02-201
Scrubben om begin- en eind-
posities van muziek te vinden
1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [PLAY].
De [PLAY]-indicator begint te knipperen en het
"scrubben" begint.
Nu worden de level meters van Spoor 1-7/8
weergegeven.
De " " (SCRUB TO) en " " (SCRUB FROM), die in
het TEMPO-gedeelte van de display worden
weergegeven, zijn de scrub-posities ten opzichte van de
huidige positie.
Als de cursor onder het scrub-punt wordt gezet, kunt u
dit scrub-punt wijzigen met de TIME/VALUE-knop.
fig.02-202d
fig.02-203d
U kunt [PLAY] indrukken om het materiaal tot of vanaf het
geselecteerde scrub-punt te beluisteren.
PREVIEW FROM
PREVIEW TO
Om het geluid van een bepaald spoor uit te zetten, houdt u
[DELTE/MUTE] ingedrukt en drukt u op de desbetreffende
REC TRACK-toets.
2. Draai langzaam aan de TIME/VALUE-draaiknop om
de huidige tijdspositie te verschuiven en zoek het
beginpunt van de frase (bijv. daar waar u voor het
eerst geluid hoort).
3. Hebt u het exacte beginpunt van de muziek gevonden,
druk dan op [STOP] om het scrubben te stoppen.
U kunt nu op [LOCATOR] drukken om een locatorpunt te
registreren, zodat u deze plaats later makkelijk terugvindt.
SCRUB
TO
Tijd
Huidige tijd
PREVIEW
TO
PREVIEW
FROM
Geluidsdata
SCRUB
FROM
Ca. 45 msec
Ca. 1.0 msec Ca. 1.0 msec
66
Begin- en eindposities zoeken (Scrub/Preview)
De scrub-punten wijzigen
U kunt het scrub-punt in het Play-scherm wijzigen (p. 65) of
volgens onderstaand methode.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SCR"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-204d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "FROM/TO" te
selecteren en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om
de scrub-punten te wijzigen.
fig.02-205d
TO: u scrubt naar uw huidige positie.
FROM: u scrubt vanaf uw huidige positie.
4. Druk op [UTILITY] (meermaals op [EXIT]) om naar het
Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Het gebruik van preview bij
[REW] en [FF] mogelijk maken
U kunt niet alleen [PLAY] voor de preview-functie gebruiken
(p. 65). U kunt het toestel ook zo instellen dat [REW] en [FF]
voor de preview-functie kunnen worden gebruikt.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SCR"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-206d
3. Druk op CURSOR [ ] om "Preview SW" te selecteren
en zet de functie op "ON" met de TIME/VALUE-knop.
fig.02-207d
Nu kunt u de preview-functie gebruiken.
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
U tijdelijk overschakelen naar preview tijdens het scrubben
met de volgende commando’s:
Druk op [REW]: PREVIEW TO
Druk op [FF]: PREVIEW FROM
67
Hoofdstuk 2
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
Met de BR-900CD kunt u uw songs bewerken aan de hand
van edit-functies, zoals het kopiëren en verplaatsen van de
data die op sporen zijn opgenomen.
Data worden in hun bewerkte vorm opgeslagen als u van het
Track Edit-scherm terugkeert naar het Play-scherm.
* Tijdens het maken van updates verschijnt "Keep power on!" in
de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat
zien wat er wordt verwerkt.
Om herhaalde passages te kopiëren, te verplaatsen of te
wissen, moet u de te herhalen passage eerst instellen volgens
de procedure op p. 51.
Data kopiëren (Track Copy)
Met Track Copy kunt u een specifiek gedeelte van de data
kopiëren, en vervolgens ergens anders neerzetten.
U kunt edit-functies, zoals de data in één keer op een spoor
kopiëren of de data van een specifiek deel kopiëren, zo vaak
uitvoeren als u wilt.
Als u bijvoorbeeld een frase van een bepaald spoor wilt
gebruiken, of dezelfde frase telkens wilt herhalen, dan zal
de kopieerfunctie u veel tijd besparen.
* Als de kopieerbestemming al data bevat, worden die overschreven.
* Het gedeelte dat wordt gekopieerd, moet langer zijn dan 1,0
seconde. Als het gekopieerde gedeelte 1,0 seconde of minder is,
is er geen geluid hoorbaar, zelfs als de kopieeropdracht wordt
uitgevoerd.
Er zijn drie soorten Track Copy.
Het herhaalde deel kopiëren (AB)
Voer de onderstaande procedure uit om het gedeelte vanaf
repeat beginpositie (A) tot en met repeat eindpositie (B) te
kopiëren.
Vb. 1: tweemaal kopiëren naar hetzelfde spoor
fig.02-302
Vb. 2: tweemaal kopiëren naar een ander spoor
fig.02-303
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-304d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-305d
Het Measure/Time Specification-scherm
Maten en tijd worden zoals hieronder in de schermen "S"
(Start), "E" (End) en "T" (To) in Track Edit aangegeven.
fig.02-301d
MaatslagMaat
S (Start) / E (End) / T (To)
Frame
Uren
Minuten
Seconden Subframe
(Vb.)
Repeat
Start (A)
Repeat
End (B)
TO Tijd
Repeat
Start (A)
Repeat
End (B)
TO Tijd
68
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "AB"
te selecteren en druk op [ENTER].
fig.02-306d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt kopiëren,
en het spoor/de V-Track waarheen u wilt kopiëren.
6. Druk op [ENTER].
fig.02-307d
7. Gebruik [CURSOR] en geef met de TIME/VALUE-
draaiknop de begintijd aan voor positie "T" (To),
waar u de data wilt plaatsen.
8. Druk op [ENTER].
fig.02-308d
9. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het aantal
kopieën dat u wilt plaatsen.
10. Druk op [ENTER].
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
11. Druk op [ENTER].
De kopieeropdracht wordt uitgevoerd.
12. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Kopiëren door de tijd aan te
geven (TME/MES)
Volg de onderstaande procedure om het gedeelte tussen
twee specifieke tijdsposities te kopiëren.
Vb. 1: tweemaal kopiëren naar hetzelfde spoor
fig.02-309
Vb. 2: tweemaal kopiëren naar een ander spoor
fig.02-310
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-311d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-312d
4. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop "TME/MES"
en druk op [ENTER].
START END TO Tijd
START END TO Tijd
69
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
Hoofdstuk 2
fig.02-319d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt kopiëren,
en het spoor/V-Track waarheen u wilt kopiëren.
6. Druk op [ENTER].
fig.02-314d
7. Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUE-
draaiknop om de beginpositie "S" (Start) aan te geven
voor de data die u wilt kopiëren.
8. Druk op [ENTER].
fig.02-315d
9. Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUE-
draaiknop om de eindpositie "E" (End) aan te geven voor
de data die u wilt kopiëren.
10. Druk op [ENTER].
fig.02-316d
11. Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUE-
draaiknop om de begintijd voor locatie "T" (To) waar
u de gekopieerde data wilt plaatsen, aan te geven.
12. Druk op [ENTER].
fig.02-317d
13. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het aantal
kopieën dat u wilt plaatsen.
14. Druk op [ENTER].
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
15. Druk op [ENTER].
De kopieeropdracht wordt uitgevoerd.
16. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* Nadat de tijd in de bovenstaande procedure is aangegeven, kan
er een "+" verschijnen om aan te geven, dat er een verschil is
tussen de eigenlijke huidige positie en de weergegeven positie.
Als u de positie in maten aangeeft, moet u de posities op elk
scherm aangeven met de TIME/VALUE-draaiknop, zodat het
verschil verdwijnt.
U kunt het tijdstip ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO],
[STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO PUNCH [IN/OUT]
te gebruiken.
Een volledig spoor kopiëren (ALL)
Voer de onderstaande procedure uit om alle opgenomen
data van het ene spoor naar het andere te kopiëren.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-318d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY"
te zetten en druk op [ENTER].
70
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
fig.02-319d
4. Selecteer "All" met de TIME/VALUE-draaiknop en
druk op [ENTER].
fig.02-320d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor/de V-Track waarvan u wilt kopiëren,
en het spoor/de V-Track waarheen u wilt kopiëren.
6. Als u de kopieeropdracht hebt ingegeven, drukt u op
[ENTER].
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
7. Druk op [ENTER].
De kopieeropdracht wordt uitgevoerd.
8. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Data verplaatsen (Track Move)
Met Track Move kunt u een specifiek gedeelte van de data
naar een andere locatie verplaatsen.
* Nadat de gegevens zijn verplaatst, blijft de locatie waar ze zich
eerst bevonden leeg.
Er zijn drie soorten Track Move.
Het herhaalde deel (AB) verplaatsen
Voer de onderstaande procedure uit om het gedeelte vanaf
repeat start-positie (A) tot en met repeat end-positie (B) te
verplaatsen.
Vb. 1: naar hetzelfde spoor verplaatsen
fig.02-321
Vb. 2: naar een ander spoor verplaatsen
fig.02-322
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-323d
Repeat
Start (A)
Repeat
End (B)
TO Tijd
Repeat
Start (A)
Repeat
Start (B)
TO Tijd
71
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
Hoofdstuk 2
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "MOV"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-324d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "AB"
te selecteren en druk op [ENTER].
fig.02-325d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt verplaatsen,
en het spoor/de V-Track waarheen u wilt verplaatsen.
6. Druk op [ENTER].
fig.02-326d
7. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om de beginpositie van locatie "T" (To)
waarheen u de data wilt verplaatsen, aan te geven.
8. Druk op [ENTER] als u klaar bent om het verplaatsen
uit te voeren.
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
9. Druk op [ENTER].
De verplaatsopdracht wordt uitgevoerd.
10. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Verplaatsen door de tijd aan
te geven (TME/MES)
Volg de onderstaande procedure uit om het gedeelte tussen
twee specifieke tijdsposities te verplaatsen.
Vb. 1: naar hetzelfde spoor verplaatsen
fig.02-327
Vb. 2: naar een ander spoor verplaatsen
fig.02-328
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-329d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "MOV"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-330d
4. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop "TME/MES"
en druk op [ENTER].
START END TO Tijd
START END TO Tijd
72
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
fig.02-331d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt verplaatsen,
en het spoor/V-Track waarheen u wilt verplaatsen.
6. Druk op [ENTER].
fig.02-332d
7. Geef met [CURSOR] en de TIME/VALUE-knop de begin-
positie "S" (Start) aan voor de data die u wilt verplaatsen.
8. Druk op [ENTER].
fig.02-333d
9. Geef met [CURSOR] en de TIME/VALUE-knop de eind-
positie "E" (End) aan voor de data die u wilt verplaatsen.
10. Druk op [ENTER].
fig.02-334d
11. Geef met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
de begintijd aan van positie "T" (To) waarheen u de
data wilt verplaatsen.
12. Druk op [ENTER]om het verplaatsen uit te voeren.
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
13. Druk op [ENTER].
De verplaatsopdracht wordt uitgevoerd.
14. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste
regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er
wordt verwerkt.
* Nadat de tijd in de bovenstaande procedure is aangegeven, kan
een "+" verschijnen om aan te geven dat er een verschil is tussen
de werkelijke positie en de weergegeven positie. Als u de posities
in maten aangeeft, moet u de posities op elk scherm aangeven met
de TIME/VALUE-draaiknop, zodat het verschil verdwijnt.
U kunt het tijdstip ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO],
[STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO PUNCH [IN/OUT]
te gebruiken.
Een volledig spoor verplaatsen (ALL)
Voer de onderstaande procedure uit om alle opgenomen
gegevens van het ene spoor naar het andere te verplaatsen.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-335d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "MOV"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-336d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ALL"
te selecteren en druk op [ENTER].
fig.02-337d
73
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
Hoofdstuk 2
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt verplaatsen,
en het spoor/de V-Track waarheen u wilt verplaatsen.
6. Druk op [ENTER].
fig.02-338d
7. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
om de begintijd aan te geven van locatie "T" (To)
waarheen u de data wilt verplaatsen.
8. Druk op [ENTER] om het verplaatsen uit te voeren.
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
9. Druk op [ENTER].
De verplaatsopdracht wordt uitgevoerd.
10. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Data verwijderen (Track Erase)
Met Track Erase kunt u een specifiek gedeelte van de data
wissen. Zelfs als er na het specifieke deel nog data komen,
worden ze niet naar voren geplaatst om de leemte te vullen,
die door het wissen wordt achtergelaten. Analogie met een
bandrecorder: u neemt stilte op over de ongewenste passage.
* Laat na het gewiste gedeelte geen gedeelte van minder dan
1,0 seconde achter. Als zo’n kort gedeelte achterblijft, wordt
dat uiteindelijk stil.
Er zijn drie soorten Track Erase.
Het herhaalde deel (AB) wissen
Voer onderstaande procedure uit om het deel vanaf repeat
start-positie (A) tot en met repeat end-positie (B) te wissen.
fig.02-339
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-304d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS"
te zetten en druk op [ENTER].
Repeat
Start (A)
Repeat
End (B)
Tijd
74
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
fig.02-341d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "AB"
te selecteren en druk op [ENTER].
fig.02-342d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop het spoor/de V-Track waarvan u wilt
verwijderen.
6. Druk op [ENTER] als u klaar bent om te verwijderen.
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
7. Druk op [ENTER].
Het verwijderen wordt uitgevoerd.
8. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Verwijderen door de tijd op
te geven (TME/MES)
Volg de onderstaande procedure uit om het gedeelte tussen
twee specifieke tijdsposities te wissen.
fig.02-343
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-334d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-345d
4. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop "TME/MES"
en druk op [ENTER].
fig.02-346d
START END Tijd
75
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
Hoofdstuk 2
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor/de V-Track waarvan u wilt verwijderen.
6. Druk op [ENTER].
fig.02-347d
7. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
om de beginpositie "S" (Start) van de te verwijderen
data aan te geven.
8. Druk op [ENTER].
fig.02-348d4
9. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
om de eindpositie "E" (End) van de te verwijderen data
aan te geven.
10. Druk op [ENTER] als u klaar bent om te verwijderen.
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
11. Druk op [ENTER].
Het verwijderen wordt uitgevoerd.
12. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* Nadat de tijd in de bovenstaande procedure is aangegeven,
kan een "+" verschijnen om aan te geven, dat er een verschil
is tussen de werkelijke positie en de weergegeven positie.
Als u de positie in maten aangeeft, moet u de posities op elk
scherm aangeven met de TIME/VALUE-draaiknop, zodat u
het verschil verdwijnt.
U kunt het tijdstip ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO],
[STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO PUNCH [IN/OUT]
te gebruiken.
Een volledig spoor verwijderen (ALL)
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-349d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-350d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ALL"
te selecteren en druk op [ENTER].
fig.02-351d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop het spoor/de V-Track die u wilt verwijderen.
6. Druk op [ENTER] als u klaar bent om te verwijderen.
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
7. Druk op [ENTER].
Het verwijderen wordt uitgevoerd.
8. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste
regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er
wordt verwerkt.
76
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
Data verwisselen (Track Exchange)
Voer onderstaande procedure uit om de data van twee
sporen te verwisselen.
Voorbeeld: alle data op spoor 1 met alle data op spoor 2
uitwisselen.
fig.02-352
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-353d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "XCG"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.R08-27
4. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop de twee sporen/V-Tracks waarvan u de data
wilt uitwisselen.
5. Druk op [ENTER] als u klaar bent om het uitwisselen
uit te voeren.
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?",
zodat u de functie kunt bevestigen.
6. Druk op [ENTER].
Het uitwisselen wordt uitgevoerd.
7. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Spoor 1
Spoor 2
Spoor 1
Spoor 2
A
A
B
B
C
C
D
D
E
E
Tijd
77
Hoofdstuk 2
Uw opgenomen songs beheren
Een song kopiëren
(Song Copy)
Vol onderstaande procedure om de huidige song te kopiëren.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-401d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Copy Song-scherm verschijnt
fig.02-402d
Als "No more Memory!" verschijnt
Verschijnt deze boodschap voor het kopiëren, dan is
er onvoldoende ruimte op de geheugenkaart om het
kopiëren te voltooien. Verwijder alle onnodige opnamen
van de geheugenkaart.
4. Druk op [ENTER].
De kopieeropdracht wordt uitgevoerd. Als het kopiëren
voltooid is, verschijnt de boodschap "Completed!" en
keert u terug naar het Play-scherm.
Songs verwijderen
(Song Erase)
Volg onderstaande procedure om een song van de
geheugenkaart te verwijderen.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-403d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Erase Song-scherm verschijnt.
fig.02-404d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop en selecteer
de song die u wilt verwijderen.
5. Druk op [ENTER], nadat u de te verwijderen song hebt
geselecteerd.
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
6. Druk op [ENTER] (YES) om door te gaan met het
verwijderen.
Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de functie te
annuleren.
7. Druk meermaals op [UTILITY] (of meermaals op
[EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
* Als u een song verwijdert, die op dat moment in gebruik is,
wordt op de geheugenkaart de song met het laagste nummer
geselecteerd. Als de geheugenkaart geen andere songs bevat,
wordt een nieuwe song gecreëerd.
78
Uw opgenomen songs beheren
Geheugen op de geheugen-
kaart sparen (Song Optimize)
Als u overdubt of als u punch-in/out uitvoert, blijven de data
die u herschrijft (vervangt), eigenlijk nog op de geheugen-
kaart staan. In sommige gevallen kunnen deze ongewenste
data flink wat ruimte van de geheugenkaart in beslag nemen.
Zo beschikt u over minder opnametijd dan ideaal is.
Door "Song Optimize" uit te voeren, kunt u ervoor zorgen
dat de BR-900CD alle onnodige data van de geheugenkaart
wist, en de hoeveelheid ongebruikte ruimte vergroot.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-405d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "OPT"
te zetten en druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.02-406d
4. Druk op [ENTER] (YES) om met het optimaliseren door
te gaan.
De Song Optimize-functie wordt uitgevoerd. Als dit is
voltooid, verschijnt de boodschap "Completed!" en keert
u terug naar het Play-scherm.
Druk op [EXIT] (NEEN) (of [UTILITY]) om de opdracht
te annuleren.
* Naargelang de situatie kan het Optimize-proces een aanzien-
lijke tijd duren. Dit is geen defect. Schakel het toestel niet uit
voordat Optimize voltooid is.
* Nadat u Optimize hebt uitgevoerd, kunt u niet terugkeren
naar de toestand van vóór Optimize.
Songs een naam geven
(Song name)
Als ueen nieuwe song maakt, wordt hieraan automatisch een
naam zoals "SONG 0001" toegekend. Op uw BR-900CD kunt
u "Song Name" gebruiken om elke song een naam te geven,
zodat u uw songs beter kunt beheren en rangschikken.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-407d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "NAM"
te zetten en druk op [ENTER].
De naam van de song (Song Name) verschijnt op de display.
fig.02-408d
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op het teken
te zetten, dat u wilt wijzigen.
5. Kies met de TIME/VALUE-knop de gewenste letter.
* U kunt wisselen tussen hoofdletters en kleine letters door op
[ENTER] te drukken.
6. Druk na het invoeren van de naam op [UTILITY] (of
druk meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm
terug te keren.
79
Uw opgenomen songs beheren
Hoofdstuk 2
Een song beschermen
(Song Protect)
U kunt zich zonder twijfel situaties voorstellen waarbij u, na
met veel zorg een song te hebben gecreëerd, deze per ongeluk
met een opname overschrijft, zodat u de uitvoering zelf wist.
Om dit te voorkomen, kunt u songdata beveiligen. Zo kunt
ze niet per vergissing overschrijven (Song Protect).
* De volgende functies kunnen niet worden gebruikt of zijn
uitgeschakeld als een song beschermd is.
Een songnaam bewerken
Een song wissen
Song Optimize
Een digitale copy protect bewerken
Rhythm initialiseren
(arrangementen/patronen/drumkits)
Effecten initialiseren (song patches)
Alles initialiseren (Initialize all)
Arrangement/Pattern Edit
SMF's importeren
Effecten naar song patches schrijven
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-409
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PRT"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Song Protect-scherm verschijnt.
fig.02-410d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ON"
te selecteren.
5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
Als een song beveiligd is, verschijnt het Song Protect-
symbool op de display.
fig.02-411d
De huidige instellingen van
de song opslaan (Song Save)
De BR-900CD kan het volgende als songdata opslaan.
Opgenomen data
Mixerinstellingen (Pan, Track EQ, enz.)
Insert Effect song patches
Mastering Tool Kit song patches
Pitch Correction song patches
Ritmische arrangementen / ritmische patronen
Loop-effecten
Tuner
Utility (behalve LCD-contrast)
Deze opgenomen data of mixerinstellingen worden niet
direct na opname opgeslagen, maar pas wanneer u de songs
opslaat of wanneer u tussen schermen wisselt.
Normaalgesproken, als de situatie erom vraagt, verschijnt er
een boodschap op de display met de vraag te bevestigen dat
u de data wilt opslaan, zodat u hier niet speciaal op hoeft te
letten. Gebruik echter de volgende procedure als u de
instellingen in de song in zijn huidige toestand wilt opslaan.
1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC].
80
Een mastertape/disc maken
Dit proces omvat het op een recorder (cassetterecorder,
cd-brander, enz.) opnemen van de voltooide song en er
een mastertape of masterdisc van maken.
Opnemen op een cassette-
recorder (analoge aansluiting)
1. Sluit de LINE OUT-aansluitingen van de BR-900CD
aan op de input-aansluitingen van de cassetterecorder.
fig.02-501a
2. Zet de cassetterecorder in de opnamefunctie.
3. Druk op de BR-900CD op [PLAY] en start de weergave
van de opgenomen data.
Opnemen op een digitale
recorder (digitale aansluiting)
1. Sluit de DIGITAL OUT-aansluiting van de BR-900CD
aan op de input-aansluiting van de digitale recorder.
fig.02-501b
2. Stel de digitale recorder zo in, dat hij klaar is om
digitale signalen op te nemen.
3. Zet de digitale recorder in de opnamefunctie.
4. Druk op de BR-900CD op [PLAY] en start de weergave
van de opgenomen data.
Digitaal kopiëren verhinderen
(Digital Copy Protect)
Wanneer u vanaf de BR-900CD op een digitale recorder
opneemt, kunt u verder digitaal kopiëren van de mastertape
op andere digitale recorders verhinderen.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-501d
Cassetterecorder
Digitale recorder
cd-brander enz.)
81
Een mastertape/disc maken
Hoofdstuk 2
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DPRT"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Digital Copy Protect-scherm verschijnt.
fig.02-502d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ON"
te selecteren.
ON: Digitaal kopiëren wordt verhinderd.
OFF: Digitaal kopiëren is mogelijk.
5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* Sommige DAT-recorders ondersteunen geen SCMS of kunnen
geen digitale verbinding maken met een cd-speler. Als u een
dergelijke DAT-recorder gebruikt, kunt u de digitale output
van de BR-900CD niet op een DAT-recorder opnemen als
"Copy Prtct" op "ON" staat. In dit geval moet u de "Copy
Prtct"-instelling op "OFF" zetten.
Wat is SCMS?
SCMS staat voor Serial Copy Management System.
Dit is een functie in digitale geluidsapparatuur zoals
DAT- en cd-recorders, waarmee het auteursrecht van de
producer wordt beschermd door digitaal kopiëren te
verhinderen.
Als u een digitale verbinding maakt met een digitale
recorder die deze functie heeft, wordt er een SCMS-code
mee opgenomen met de digitale audiosignalen.
Digitale audiodata die deze code bevatten, kunnen niet
opnieuw worden opgenomen via een digitale verbinding.
82
MEMO
83
Hoofdstuk 3
Effecten
gebruiken
84
De insert-effecten gebruiken
De BR-900CD bevat vijf interne effectenprocessors: Insert
Effects, Loop Effects, Track EQ, Pitch Correction en Mastering
Tool Kit.
De insert-effecten, de loop-effecten en de spoorequalizer kunt u
tegelijkertijd gebruiken en u kunt elk effect naar wens instellen.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de diverse parameters
van de insert-effecten wijzigt en hoe u die wijzigingen opslaat.
“Insert effect-parameterfuncties” (p. 88)
“Loop effect-parameterfuncties” (p. 111)
“Track EQ-parameterfuncties” (p. 112)
Insert-effecten worden tijdens opname toegepast. Daarnaast
worden ze toegepast tijdens het mengen van de
verschillende sporen. Raadpleeg voor meer informatie
“Veranderen hoe de insert-effecten volgens de functie
worden gebruikt” (p. 87).
Effect patches en banken
U kunt de effecten van insert-effecten en de parameters van
elk effect veranderen door "effect patches" op te roepen.
De BR-900CD is voorzien van een aantal voorgeprogram-
meerde effect patches voor zangpartijen en instrumenten.
Deze zijn gegroepeerd volgens de verschillende input-
bronnen, en elke groep wordt een "bank" genoemd.
fig.01-501
Met de BR-900CD kunt u automatisch van bank veranderen
door op een INPUT SELECT-toets te drukken. Als u bijv. op
de [GUITAR/BASS/MIC2] INPUT SELECT-toets drukt, gaat
u naar een guitar bank patch, en als u op [LINE] drukt, gaat u
naar een line bank patch.
Binnen elke bank worden de effect patches nog eens
gegroepeerd zoals hieronder is aangegeven.
Preset patches (P)
De preset patches bevatten voorgeprogrammeerde data.
U kunt hun instellingen wel wijzigen, maar u kunt geen
nieuwe preset patches aanmaken.
User patches (U)
User patches kunt u herschrijven en in het interne geheugen
opslaan. Als u een patch hebt aangemaakt, die u ook voor
andere songs wilt gebruiken, kunt u die als user patch opslaan.
Song patches (S)
Net als user patches kunt u zelf song patches schrijven.
De data voor song patches worden echter samen met de
songdata op de geheugenkaart opgeslagen. Dit is handig
wanneer u een patch hebt aangemaakt voor een specifieke
opgenomen uitvoering, en u die patch samen met de song
wilt opslaan.
fig.01-502
* U kunt song patches (S) enkel selecteren als er een
geheugenkaart is geplaatst.
Bij levering van de BR-900CD zijn de user patches (U) en de
song patches (S) dezelfde als de preset patches (P).
Als u een nieuwe song maakt, worden voor elke bank in de
preset patches (P) kopieën gemaakt van de song patches (S).
Guitar Bank
GTR
GUITAR/BASS MIC LINE SIMUL
U01
.
.
U99
User
Patch
Preset
Patch
P01
.
.
P99
Song
Patch
Mic Bank
MIC
INPUT SELECT
U01
.
.
U40
P01
.
.
P40
Line Bank
LIN
U01
.
.
U50
P01
.
.
P50
Simul Bank
SML
U01
.
.
U50
S01
.
.
S99
S01
.
.
S40
S01
.
.
S50
S01
.
.
S50
P01
.
.
P50
Geheugenkaart
BR-900CD
User
Patch
Song
Song
Patch
Preset
Patch
85
De insert-effecten gebruiken
Hoofdstuk 3
De insert-effecten aanpassen
Om een nieuw effectgeluid te maken, kiest u eerst de bestaande
patch die het meest lijkt op het gewenste geluid. Dan past u de
instellingen van deze patch aan. Als u de gewijzigde effect-
instellingen wilt bewaren, slaat u ze op als user of song patch.
1. Druk op [EFFECTS].
Het Effect-scherm verschijnt.
fig.01-503d
2. Selecteer een effect patch.
Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop bank, Preset/Song/User en patch-nummer.
3. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "EDIT"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Edit Effect-scherm verschijnt en het algoritme (de
verbindingssequentie voor de effecten) wordt weergegeven.
fig.01-504d
Wanneer u effect patches uit de SIMUL-bank
selecteert, verschijnen "GTR" en "MIC".
Zet de cursor op "GTR" om een effect voor gitaargebruik
te bewerken of op "MIC" om een effect voor microfoon-
gebruik te bewerken, en druk vervolgens op [ENTER].
fig.01-505d
Door op [ENTER] te drukken terwijl de cursor op een bank-
nummer staat, kunt u het Edit Effect-scherm direct weergeven.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op elk effect
te zetten en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om
elk effect in of uit te schakelen.
Blokken die zijn aangezet, worden in hoofdletters weer-
gegeven, terwijl blokken die zijn uitgeschakeld in kleine
letters worden weergegeven.
Zet de effecten die u wilt gebruiken aan.
fig.01-506d
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] en zet de cursor op het
effect met de te wijzigen parameter. Druk vervolgens
op [ENTER].
Het Parameter Setting-scherm van elk effect verschijnt.
fig.01-507d
6. Gebruik CURSOR [ ] [ ] om een parameter te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop
om de waarde te bewerken.
7. Als u nog een effect wilt bewerken, drukt u op [EXIT]
om naar het vorige scherm terug te keren en herhaalt u
stappen 5–6.
8. Voer vervolgens de procedure uit zoals beschreven in
"Insert Effect-instellingen opslaan", als u de huidige
effectinstellingen wilt opslaan.
Wijzigingen in effectinstellingen zijn slechts tijdelijk. Als u het
Edit Effect-scherm verlaat zonder de gewijzigde effect patch
op te slaan, verschijnt "TMP" naast de indicatie van de bank.
Let op: de oorspronkelijke instellingen van de gewijzigde
effect patch worden hersteld en de wijzigingen gaan dus
verloren als u een nieuwe effect patch selecteert, terwijl
"TMP" wordt weergegeven.
P: Preset / S: Song / U: User
NummerBank Patchnaam
Naam
algoritme
86
De insert-effecten gebruiken
Insert effect-instellingen
opslaan (Write)
Volg onderstaande procedure om een gewijzigd effect een naam
(patch-naam) te geven en als nieuwe effect patch op te slaan.
* U kunt effect patches niet opslaan tijdens de opname of
weergave van een song.
* Ga door naar stap "4" als u de patch-naam niet hoeft te wijzigen.
1. Druk in het Effect-scherm op CURSOR [ ] om de
cursor op "NAME" te zetten en druk op [ENTER].
Het Patch Name Setting-scherm verschijnt.
fig.01-508d
2. Voer de gewenste patch-naam in met [CURSOR] en de
TIME/VALUE-draaiknop.
* Druk op [ENTER] om tussen hoofdletters en kleine letters te
wisselen.
3. Nadat u de gewenste effect-instellingen en de patch-
naam hebt ingevoerd, drukt u op [EXIT] om naar het
Effect-scherm terug te keren.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-509d
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer
waarop u de nieuwe effect patch wilt opslaan.
6. Zodra u een bestemming hebt gekozen, drukt u op
[ENTER].
Nadat het opslaan is voltooid, keert u terug naar het
Effect-scherm.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
87
De insert-effecten gebruiken
Hoofdstuk 3
Veranderen hoe de insert-effecten
volgens de functie worden gebruikt
Het insert-effect wordt bij standaardgebruik onmiddellijk na
de input-bron ingevoegd. Dit gebeurt opdat u het door het
effect bewerkte geluid (het "natte" geluid) zou kunnen
opnemen en beluisteren. Soms wilt u echter de verbindings-
volgorde wijzigen.
Met de BR-900CD zijn de meest uiteenlopende situaties
mogelijk door het punt te wijzigen waarmee de insert-
effecten zijn verbonden.
Voer de onderstaande procedure uit om het invoegpunt voor
de insert-effecten in te stellen.
1. Druk op [EFFECTS].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "LOCAT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-510d
3. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het punt
te veranderen waarmee de insert-effecten worden
verbonden.
INPUT<NORMAL>:
Het geluid wordt gemonitord en opgenomen nadat het
door het insert-effect is gepasseerd. Normaalgesproken
gebruikt u de BR-900CD met deze instelling.
fig.01-511
INPUT<REC DRY>:
Het geluid wordt door het insert-effect gemonitord,
maar zonder het effect (droog) opgenomen.
fig.01-512
SPOREN 18, 1&2, 3&4, 5&6, 7&8:
U kunt het insert-effect toepassen op de weergave van
een spoor (of een sporenpaar). Gebruik dit wanneer u
effecten wilt uitproberen nadat u het geluid droog hebt
opgenomen, of wanneer u enkel op een specifiek spoor
effecten wilt toepassen.
fig.01-513
RHYTHM:
U kunt het insert-effect op een Rhythm-weergave
toepassen.
fig.01-513a
MASTER:
Gebruik dit wanneer u effecten wilt toepassen op de hele
song, bijv. om de toon te regelen of een speciaal effect toe
te passen bij het afmixen.
fig.01-514
4. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
SPOOR 1
(REC)
SPOOR 1
(REC)
SPOOR 1
(PLAY)
RHYTHM
SPOOR 1
(PLAY)
SPOOR 2
(PLAY)
SPOOR 8
(PLAY)
RHYTHM
88
Insert effect-parameterfuncties
Lijst van de algoritmes
De algoritmes (de beschikbare effecten en de volgorde waarin ze geschakeld zijn) die u als insert-effect kunt gebruiken, zijn
hieronder opgesomd.
De algoritmes die u kunt selecteren, verschillen per bank. Om het gewenste algoritme te selecteren, selecteert u eerst de bank die dat
algoritme bevat. Vervolgens raadpleegt u de “Lijst van effect patches” (p. 202) en selecteert u een patch die het gewenste algoritme
gebruikt.
Het streepje of de streepjes die het algoritme verbinden, geven aan of het effect een mono-output (enkel streepje) of een stereo-
output (dubbel streepje) heeft.
(Voorbeeld)
fig.04-105a
1. COSM GTR AMP
Dit is een multi-effect voor elektrische gitaar. Dit creëert het
geluid van een versterker met een preamp en een speaker
simulator.
* In het geval van "Phaser" wordt de output mono.
fig.04-106
Compressor
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Harmonist
- Doubling
- Tremolo/Pan
- Slow Attack
Delay
2. ACOUSTIC SIM
Dit is een multi-effect voor elektrische gitaar. Hiermee kunt u
een elektrische gitaar laten klinken als een akoestische.
fig.04-107
Acoustic Guitar Simulator
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
[
COMP
][
PAMP
]
[
MOD
]=[
DLY
]=
Output: Stereo
Output: Mono
BANK: GUITAR
[
COMP
][
PAMP
][
SP
][
EQ/WAH
]
[
NS
][
FV
][
MOD
]=[
DLY
]=
[
ASIM
][
COMP
][
EQ
][
NS
]
[
FV
][
MOD
]=[
DLY
]=
89
Insert effect-parameterfuncties
Hoofdstuk 3
3. BASS SIM
Hiermee simuleert u de klank van een basgitaar. Zo kunt u
bas spelen op een elektrische gitaar.
* Speel liever geen akkoorden als u de Bass Simulator gebruikt.
fig.04-108
Bass Simulator
Compressor/Defretter
- Compressor
- Defretter
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
4. COSM COMP GTR
Dit is een multi-effect voor elektrische gitaar. Naast een COSM
compressor/limiter wordt hier ook een preamp en speaker
simulator gebruikt voor een typisch versterkergeluid.
fig.04-109
COSM Comp/Limiter
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
5. ACOUSTIC GTR
Dit is een multi-effect voor akoestische gitaar. Zelfs als u een
elektro-akoestische gitaar inplugt op line level, geeft dit een
warme klank zoals u die via een microfoon verkrijgt.
fig.04-111
Acoustic Processor
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
6. BASS MULTI
Dit is een multi-effect voor basgitaar. Hiermee krijgt u een
standaard basklank.
fig.04-112
Compressor/Defretter
- Compressor
- Defretter
Octave
Enhancer
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
[
BSIM
][
COMP/DEF
][
NS
][
FV
][
MOD
]=
[
COMP
][
PAMP
][
SP
][
EQ/WAH
]
[
NS
][
FV
][
DLY
]=
[
ACP
]=[
COMP
]=[
EQ
]=[
NS
]=[
DLY
]=
[
COMP/DEF
][
OCT
][
ENH
][
EQ/WAH
]
[
NS
][
FV
][
MOD
]=[
DLY
]=
90
Insert effect-parameterfuncties
7. COSM BASS AMP
Dit is een multi-effect voor basgitaar. Hiermee krijgt u de
klank van een versterker met preamp en speaker simulator.
fig.04-113
Compressor
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
8. COSM COMP BSS
Dit is een multi-effect voor basgitaar.
Naast een COSM compressor/limiter wordt hier ook een
preamp en speaker simulator gebruikt voor een typisch
versterkergeluid.
fig.04-114
COSM Comp/Limiter
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
9. VOCAL MULTI
Dit is een multi-effect voor zang.
Het bevat de basiseffecten die u nodig hebt voor zang.
fig.04-115
Compressor
De-esser
Enhancer
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
10. VOICE TRANS
Dit is een multi-effect voor zang.
Met deze stemvervormer verkrijgt u een uniek effect.
fig.04-116
Voice Transformer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
[
COMP
][
PAMP
][
SP
][
EQ/WAH
]
[
NS
][
FV
][
MOD
]=[
DLY
]=
[
COMP/LIM
][
PAMP
][
SP
]
[
EQ/WAH
][
NS
][
FV
][
DLY
]=
BANK: MIC
[
COMP
][
DES
][
ENH
][
EQ
]
[
NS
][
FV
][
MOD
]=[
DLY
]=
91
Insert effect-parameterfuncties
Hoofdstuk 3
11. COSM COMP VCL
Dit is een multi-effect voor zang.
De COSM compressor/limiter is perfect om een basissound
te creëren.
fig.04-117
COSM Comp/Limiter
De-esser
Enhancer
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
12. STEREO MULTI
Dit algoritme schakelt zeven effecttypes achter elkaar,
allemaal volledig in stereo.
fig.04-118
Compressor
Ring Modulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
13. LO-FI BOX
Hiermee kunt u het geluid laten klinken alsof het uit een
AM-radio komt, of zoals een oude grammofoonplaat,
en u kunt het geluid zelfs extreem vervormen zoals met
een Lo-Fi Digital.
fig.S02-14
Lo-Fi Box
Noise Suppressor
[
COMP/LIM
][
DES
][
ENH
]
[
EQ
][
NS
][
FV
][
DLY
]=
BANK: LINE
=[
COMP
]=[
RNG
]=[
EQ/WAH
]
[
NS
]=[
FV
]=[
MOD
]=[
DLY
]=
=[
LOFI
]=[
NS
]=
92
Insert effect-parameterfuncties
14. VO+GT AMP
Dit algoritme gebruikt u wanneer u tegelijkertijd een stem
en een elektrische gitaar opneemt.
Voor de gitaar kunt u een versterkersound verkrijgen met
een preamp en een speaker simulator.
(GITAAR)
fig.04-121
(MICROFOON)
fig.04-120
(GITAAR)
Compressor
PreAmp
Speaker Simulator
Noise Suppressor
Delay
(MICROFOON)
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
15. VO+AC.SIM
Dit algoritme gebruikt u wanneer u tegelijkertijd een stem
en een elektrische gitaar opneemt.
U kunt de elektrische gitaar laten klinken als een akoestische.
(GITAAR)
fig.04-123
(MICROFOON)
fig.04-122
(GITAAR)
Acoustic Guitar Simulator
Compressor
Noise Suppressor
Delay
(MICROFOON)
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
16. VO+ACOUSTIC
Dit algoritme gebruikt u wanneer u tegelijkertijd een stem
en een akoestische gitaar opneemt.
Voor de gitaar kunt u een warme klank verkrijgen zoals met
een microfoon, zelfs wanneer u een elektro-akoestische gitaar
rechtstreeks inplugt.
(GITAAR)
fig.04-125
(MICROFOON)
fig.04-124
(GITAAR)
Acoustic Processor
Compressor
Noise Suppressor
(MICROFOON)
Compressor
Noise Suppressor
BANK: SIMUL
[
COMP
][
PAMP
][
SP
][
NS
][
DLY
]
[
COMP
][
EQ
][
NS
][
DLY
]
[
ASIM
][
COMP
][
NS
][
DLY
]
[
COMP
][
EQ
][
NS
][
DLY
]
[
ACP
][
COMP
][
NS
]
[
COMP
][
NS
]
93
Insert effect-parameterfuncties
Hoofdstuk 3
Lijst van parameters
Acoustic Guitar Simulator
Deze simuleert de klank van een akoestische gitaar. Hiermee kunt
u een elektrische gitaar laten klinken als een akoestische.
Als u de pickup selector van uw gitaar in de voorste positie zet,
krijgt u makkelijker het gewenste effect.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het Acoustic Guitar Simulator-effect in/uit.
PickUp SINGLE, HUMBUCK
Stel dit in op het type van pickup van de gebruikte gitaar.
Charct
Hiermee kiest u een van de vier klanktypes.
STD (standard):
Een gewone akoestische gitaar.
JUMBO:
Een akoestische gitaar met een grotere body dan bij STANDARD.
Een krachtig basgeluid.
ENHANCE:
Een akoestische gitaar met een meer responsieve aanslag, zodat de
gitaar in alle omstandigheden nadrukkelijker aanwezig is.
PIEZO:
Simulatie van de klank die u zou krijgen van een pickup gemonteerd
op een elektro-akoestische gitaar.
Tijdens de aanslag wordt een zekere hoeveelheid compressie toegepast.
Top-Hi -100+100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid van de snaren.
M.a.w. hiermee regelt u de harmonische inhoud.
Top-Mid -100+100
Hiermee regelt u de interferentie op de snaren door de bovenplaat.
M.a.w. hiermee regelt u de respons op de aanslag.
Body -100+100
Hiermee regelt u de resonantie van het geluid in de body. M.a.w.
hiermee regelt u de zachtheid en de dikte van het geluid, wat het
typische kenmerk van akoestische gitaren is.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume van de acoustic guitar simulator.
* Als Top-Hi, Top-Mid en Body allemaal op "-100" staan,
hoort u geen geluid.
Acoustic Processor
Dit effect maakt van de klank van een pickup op een elektro-
akoestische gitaar een rijkere sound, zoals wanneer u een microfoon
bij de gitaar plaatst. De beste resultaten wordt bij een stereo-opname
verkregen.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het Acoustic Processor-effect in/uit.
Body 0100
Hiermee regelt u de resonantie van het geluid in de body. M.a.w.
hiermee regelt u de zachtheid en de dikte van het geluid, wat het
typische kenmerk van akoestische gitaren is.
Mic Dist 0100
Hiermee simuleert u de afstand tussen de microfoon die het geluid
van de akoestische gitaar opvangt en de gitaar zelf.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume van de acoustic processor.
Bass Simulator
Hiermee simuleert u de klank van een basgitaar. Zo kunt u bas
spelen op een elektrische gitaar. Speel liever geen akkoorden
wanneer u de Bass Simulator gebruikt.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het Bass Simulator-effect in/uit.
Charct LOOSE, TIGHT
Deze parameter bepaalt het karakter van de basklank. Als u
"LOOSE" kiest, is het alsof de snaren dikker worden.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume van de bass simulator.
De merknamen die in dit document worden vermeld, zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaren, welke andere
firma’s zijn dan BOSS. Deze bedrijven zijn op generlei wijze verbonden met BOSS en hebben de BR-900CD van BOSS niet
gepatenteerd of erkend. Hun merknamen worden slechts genoemd om de apparatuur aan te geven waarvan het geluid door
de BR-900CD van BOSS wordt gesimuleerd.
94
Insert effect-parameterfuncties
Chorus
Er wordt een geluid met lichtjes verschoven toonhoogte toegevoegd
aan het directe geluid, wat een dikkere en bredere klank geeft.
De beste resultaten wordt bij een stereo-opname verkregen.
* Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter
op "CHORUS" is ingesteld.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het chorus-effect in/uit.
Rate 0100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het chorus-effect.
Depth 0100
Hiermee regelt u de diepte van het chorus-effect.
Pre Dly 0,550,0 ms
Hiermee bepaalt u het tijdsinterval tussen het moment dat het
directe geluid wordt uitgestuurd en het moment dat het effectgeluid
wordt uitgestuurd.
E.Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het effectgeluid.
Compressor
Deze corrigeert verschillen in input, zodat er een consequentere,
gelijkmatigere volumebalans wordt gecreëerd. Dit gebruikt u om
de sustain van inkomende geluiden te verlengen en, omgekeerd, de
sustain van geluiden te verkorten terwijl het attack-gedeelte wordt
benadrukt.
Een ander gebruik van compressie is als "limiter", die vervorming
voorkomt door alleen volumepieken te onderdrukken.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het compressor-effect in/uit.
Sustain 0100
Hiermee wordt de intensiteit van het effect geregeld. Hogere instellings-
waarden zorgen voor langere sustain-tijden. Stel dit op een lagere
waarde in als u compressie voor het limiter-effect gebruikt.
Attack 0100
Hiermee regelt u de sterkte van de aanslag. Hoe hoger de waarde, hoe
scherper de aanslag, wat een duidelijker gedefinieerde klank geeft.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume.
COSM Comp (compressor)/Limiter
De compressor corrigeert verschillen in input om zo een consequentere
en gelijkmatigere volumebalans te creëren. Dit gebruikt u om de sustain
van inkomende geluiden te verlengen en, omgekeerd, de sustain van
geluiden te verkorten, terwijl het attack-gedeelte wordt benadrukt.
De limiter is een effect dat vervorming voorkomt door input-signalen
die een bepaalde drempelwaarde (threshold) overschrijden, te onder-
drukken. Als u de drempelwaarde laag instelt, krijgt u hetzelfde effect
als met de compressor. De BR-900CD gebruikt COSM-technologie
voor de nabootsing van vier types van compressor/limiter waarbij
de compressor- en limiter-functies zijn gecombineerd.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt de compressor/limiter in of uit.
Type
Hiermee kiest u het type van compressor/limiter.
BOSS-Cmp: Bootst de BOSS CS-3 compact effects processor na.
D-Comp: Bootst de MXR dyna comp na.
Rack160: Bootst de dbx 160 na.
VtgRack: Bootst de UREI 1178 na.
Attack (bij BOSS-Cmp, D-Comp) 0100
Hiermee regelt u de sterkte van de aanslag wanneer u met een
plectrum speelt. Hoe hoger de waarde, hoe scherper de aanslag,
wat een duidelijker gedefinieerde klank geeft.
Sustain (bij BOSS-Cmp, D-Comp) 0100
Deze parameter drijft zwakke signalen op en bepaalt hoe lang het
geluid zal aanhouden. Hoe hoger de waarde, hoe dieper het effect
en hoe langer de sustain.
Threshold (bij Rack160) 0100
Stel deze parameter in volgens het input-signaal van uw bas.
Het compressie-effect wordt toegepast op input-signalen boven het
niveau dat hier ingesteld is. Hoe lager de waarde die u hier instelt,
hoe lager het signaalniveau waarbij de limiter in werking treedt.
Input (bij VtgRack) 0100
Hiermee regelt u het input-niveau. Hoe hoger deze waarde, hoe
dieper het effect.
Ratio
(bij Rack160)
1:120:1, INF:1
(bij VtgRack)
4:120:1
Hiermee regelt u de compressieverhouding van de limiter.
Hoe hoger deze verhouding, hoe sterker het compressie-effect.
Attack Time (wanneer ingesteld op VtgRack) 0100
Hiermee bepaalt u na hoeveel tijd de bij "Ratio" ingestelde com-
pressieverhouding bereikt wordt wanneer het input-niveau de
ingestelde drempelwaarde (threshold) overschrijdt. Hoe lager
deze waarde, hoe sneller de compressie in werking treedt.
Release Time (bij VtgRack) 0100
Hiermee bepaalt u hoe lang de compressie blijft nawerken wanneer
het signaalniveau opnieuw onder de drempelwaarde zakt. Hoe lager
de waarde die u instelt, hoe sneller de compressie wegvalt en hoe
duidelijker het geluid van de volgende aangeslagen snaar te horen is.
Tone (with BOSS-Cmp) -50+50
Hiermee regelt u de toon. Hoe hoger deze waarde, hoe meer hoge
frequentie u versterkt, hoe harder het geluid klinkt.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume.
95
Insert effect-parameterfuncties
Hoofdstuk 3
De-esser
Dit is handig om ‘sibilanten’ of ‘sisklanken’ van een zanger te reduceren.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het de-esser-effect in/uit.
Sibilant 0100
Hiermee regelt u de gevoeligheid t.o.v. het input-volume, wat
bepaalt hoe het effect wordt toegepast.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume.
Defretter
Dit simuleert een fretloze bas.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het defretter-effect in/uit.
Sens 0100
Hiermee regelt u de input-gevoeligheid van de defretter. Regel dit in
functie van uw basgitaar tot de veranderingen van de boventonen
natuurlijk klinken.
Attack 0100
Hiermee regelt u de aanslag van de defretter. Hoe hoger deze
waarde, hoe langzamer de boventonen veranderen, zodat u een
betrekkelijk aanslagloos geluid krijgt, zoals van een fretloze bas.
Depth 0100
Hiermee bepaalt u de verhouding van de boventonen. Hoe hoger
deze waarde, hoe groter de harmonische inhoud, wat een meer
ongewoon geluid geeft.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het defretter-geluid.
Delay
Dit geeft een dikkere sound door een geluid met vertraging aan het
directe geluid toe te voegen.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het delay-effect in/uit.
Type
Deze parameter bepaalt het type van delay.
SINGLE:
Dit is een eenvoudige delay.
TAP:
Het delay-geluid wordt over het linker- en rechterkanaal gepand.
Dit is effectief als u een stereo-opname maakt.
Dly Tme SINGLE: 11400 ms, TAP: 1700 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid
vertraagd wordt).
Feedback 0100
Met deze parameter bepaalt de hoeveelheid feedback. Als u de
hoeveelheid feedback wijzigt, zal ook het aantal herhalingen van het
delay-geluid veranderen.
E.Level 0120
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
Doubling
Door het geluid met een geringe vertraging toe te voegen aan het
directe geluid, wekt u de indruk dat er meerdere geluidsbronen
samen klinken (een doubling-effect). De beste resultaten wordt bij
een stereo-opname verkregen.
* Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter
op "DOUBLING" is ingesteld.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het doubling-effect in/uit.
Dly Tme 0,550,0 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid
vertraagd wordt).
Separation -50 +50
Hiermee regelt u de spreiding. De panning van het directe geluid en
het effectgeluid kan over links en rechts gespreid worden.
* Dit effect kan bij stereo-opname worden verkregen (met gebruik van
twee sporen).
E.Level 0120
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
Enhancer
Door een geluid dat uit fase is t.o.v. het directe geluid, toe te voegen,
benadrukt dit effect de definitie van het geluid en schuift het naar de
voorgrond.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het enhancer-effect in/uit.
Sens 0100
Hiermee bepaalt u hoe de enhancer wordt toegepast t.o.v. de input-
signalen.
Freq 1,010,0 kHz
Hier bepaalt u bij welke frequentie het enhancer-effect in werking
treedt. Het effect wordt toegepast op de frequenties boven de
frequentie die u hier instelt.
Mix Level 0100
Hier bepaalt u hoeveel fase-verschoven geluid uit het bereik dat
door "Frequency" wordt bepaald, wordt gemixt met de input.
Lo Mix Lvl 0100
Hier bepaalt u hoeveel fase-verschoven geluid uit het lage
frequentiegebied er wordt gemixt met de input. Het
frequentiegebied waarin het effect wordt toegepast, ligt vast.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het enhancer-geluid.
96
Insert effect-parameterfuncties
Equalizer
Dit is een 4-bands equalizer.
* U kunt dit effect gebruiken als u de "4BAND EQ" hebt geselecteerd
als 4BAND EEQ/WAH "Type" .
COSM GTR AMP COSM BASS AMP
COSM COMP GTR COSM COMP BSS
BASS MULTI STEREO MULTI
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt de equalizer in/uit.
Low Gain -20 +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de lage tonen.
Lo-M Gin -20 +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de lage middentonen.
Lo-M F 100 Hz10,0 kHz
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor het lage
middengebied.
Lo-M Q 0,516
Deze parameter stelt het bereik in van de gain-verandering voor de
frequentie die bij "Lo-M F" is ingesteld.
Hi-M Gin -20 +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking
of verzwakking) voor de hoge middentonen.
Hi-M F 100 Hz10,0 kHz
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor het hoge
middengebied.
Hi-M Q 0,516
Deze parameter stelt het bereik in van de gain verandering voor
de frequentie die bij "Hi-M F" is ingesteld.
Hi Gain -20 +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de hoge tonen.
Level -20 +20 dB
Deze parameter bepaalt het volume na de equalizer.
Flanger
Dit geeft een flanger-effect dat een soort "roterend" karakter aan het
geluid geeft.
* Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter
op "FLANGER" is ingesteld.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het flanger-effect in/uit.
Rate 0100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het flanger-effect.
Depth 0100
Hiermee bepaalt u de diepte van het flanger-effect.
Manual 0100
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het gebied waarop
het effect wordt toegepast.
Resonance 0100
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid resonantie (feedback).
Door deze waarde te verhogen, krijgt dit effect meer nadruk,
wat een meer ongewoon geluid geeft.
Separation 0100
Hiermee regelt u de spreiding. Hoe hoger deze waarde, hoe groter
de spreiding. Dit heeft effect als u stereo-output gebruikt.
* Dit effect kan bij stereo-opname worden verkregen (met gebruik van
twee sporen).
Foot Volume
Hiermee regelt u het volume van de effecten.
Als u met een expressiepedaal het foot volume regelt, kunt u het
volume van het output-geluid naadloos veranderen. Raadpleeg
voor meer informatie “Een expressiepedaal gebruiken” (p. 187).
On/Off OFF, ON
Hiermee schakelt u het foot volume in/uit.
Lo-Fi Box
Hiermee verkrijgt u een lo-fi sound.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het Lo-Fi Box-effect in/uit.
Type
Hiermee kiest u de functie van de lo-fi box.
RADIO:
Het geluid klinkt alsof het uit een AM-radio komt.
* Door "Tuning" bij te regelen, kunt u de geluiden simuleren die u
hoort wanneer u aan de tuning-knop van een radio draait.
PLAYER:
Het geluid klinkt zoals dat van een grammofoon. De ruis
veroorzaakt door krassen en stof op de plaat wordt gesimuleerd.
DIGITAL:
Hiermee kunt u een "lo-fi" sound krijgen door de samplefrequentie
en/of het aantal bits te verlagen. Met in serie geschakelde realtime
modify-filters kunt u het geluid vrij vorm geven.
Als u "RADIO" of "PLAYER" selecteert
Tuning 0100
Dit is een parameter voor "RADIO". Deze simuleert de geluiden die
u hoort wanneer u de tuning-frequentie van een AM-radio regelt.
Wow Flt 0100
Dit is een parameter voor "PLAYER". Dit simuleert de wow en flutter
die u hoort wanneer de snelheid van de draaitafel niet constant is.
Noise 0100
Dit simuleert ruis.
Filter 0100
Hiermee regelt u de filter.
D:E 100:00:100
Hiermee regelt u de volumebalans tussen het directe geluid en het
effectgeluid.
97
Insert effect-parameterfuncties
Hoofdstuk 3
Als u "DIGITAL" selecteert
Pre Filter OFF, ON
Deze filter vermindert digitale vervorming. Als u hem uitschakelt,
kunt u een intense lo-fi sound mét digitale vervorming verkrijgen.
Smpl Rate OFF, 1/21/32
Hiermee bepaalt u de samplefrequentie.
Bit OFF, 151
Hiermee wijzigt u het aantal databits. Als u hier "OFF" kiest, blijft
het aantal databits ongewijzigd. Als u een extreem laag aantal bits
instelt, kan een luide ruis optreden, zelfs als er geen geluid is,
afhankelijk van de input-bron. In zulke gevallen moet u de drempel
van de ruisonderdrukker verhogen.
Post Fltr OFF, ON
Deze filter vermindert de digitale vervorming veroorzaakt door lo-fi.
Door dit uit te schakelen, kunt u een extreme lo-fi sound krijgen.
Fx Level 0100
Hiermee regelt u het volume van de lo-fi sound.
Dir Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Modify Fil
Dit is een filter met een grote variatie aan mogelijke instellingen
(instelbaar filter). Selecteer verschillende typen om een variatie
aan verschillende filtereffecten te krijgen.
OFF:
De modify-filter wordt niet gebruikt.
LPF:
Het effect functioneert als een low pass-filter.
BPF:
Het effect functioneert als een band pass-filter.
HPF:
Het effect functioneert als een high pass-filter.
Cutoff F 0100
Hiermee regelt u de cutoff-frequentie.
Resonance 0100
Hiermee regelt u de resonantie.
Gain 024 dB
Hiermee regelt u het volume van het geluid dat door de modify-
filter gepasseerd is.
Noise Suppressor
Dit effect reduceert de ruis en brom. Om dat dit de ruis synchroon
met de envelope van de klank (de manier waarop de klank weg-
sterft) onderdrukt, heeft dit zeer weinig invloed op de klank en
doet het geen afbreuk aan het natuurlijke karakter van het geluid.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het noise suppressor-effect in/uit.
Threshold 0100
Stel deze parameter in in functie van het volume van de ruis. Als de
ruis vrij sterk is, moet u hier een hogere waarde instellen. Als het
ruisniveau laag is, stelt u een lagere waarde in. Regel deze waarde bij
tot het geluid op een zo natuurlijk mogelijke manier wegsterft.
* Hoge waarden voor de threshold-parameter kunnen ervoor zorgen dat u
geen geluid hoort wanneer het volume van uw instrument te laag staat.
Release 0100
Dit is het tijdsinterval van wanneer de noise suppressor in werking
treedt tot het volume "0" is.
Octave
Dit effect voegt een noot van één octaaf lager toe. Hierdoor ontstaat
een rijker geluid.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het octave-effect in/uit.
Oct Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het geluid van één octaaf lager.
Dir Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Phaser
Door stukjes met verschoven fase aan het directe geluid toe te
voegen, geeft het phaser-effect een kolkend en wervelend karakter
aan het geluid.
* Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION “Type”-parameter
op “PHASER” is ingesteld.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het phaser-effect in/uit.
Rate 0100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het phaser-effect.
Depth 0100
Hiermee bepaalt u de diepte van het phaser-effect.
Manual 0100
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het phaser-effect.
Resonance 0100
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid resonantie (feedback). Door deze
waarde te verhogen, krijgt dit effect meer nadruk, wat een meer
ongewoon geluid geeft.
98
Insert effect-parameterfuncties
Pitch Shifter
Dit effect verandert de toonhoogte van het originele geluid (omhoog
of omlaag) binnen een bereik van twee octaven.
* Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION “Type”-parameter
op “PITCH SFT” is ingesteld.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het pitch shifter-effect in/uit.
Type
Hier kiest u of u de pitch shifter manueel of met een pedaal bedient.
MANUAL:
Dit is een gewone pitch shifter.
PEDAL:
Het effect functioneert als een pedal pitch shifter. U bedient het effect
door middel van een expressiepedaal. Raadpleeg voor meer
informatie “Een expressiepedaal gebruiken” (p. 187).
Pitch -24DETUNE +24
Hiermee regelt u hoeveel de toon verandert, in stapjes van een halve
toon. Als u "DETUNE" kiest, wordt het geluid met licht verschoven
toonhoogte toegevoegd aan het input-geluid, wat voor een "detune-
effect" zorgt.
* Dit effect kunt u gebruiken als de "P.Shift Type"-parameter op
"MANUAL" staat.
D:E 100:00:100
Hiermee regelt u de volumebalans tussen het directe geluid en het
effectgeluid.
Separation -50 +50
Hiermee regelt u de spreiding. De panning van het directe geluid en
het effectgeluid kan over links en rechts gespreid worden. Dit heeft
effect als u stereo-output gebruikt.
Preamp
Hiermee regelt u de vervorming en de toon van het gitaargeluid.
* Als Bass, Middle en Treble allemaal op "0" zijn ingesteld, kan het zijn
dat, afhankelijk van de "Type"-instelling, er geen geluid hoorbaar is.
On/Off OFF, ON
Hiermee schakelt u het Preamp-effect in/uit.
Type
Hier bepaalt u het type voorversterker. De eigenschappen van de
versterkers i.v.m. vervorming en toon worden hieronder opgesomd:
Bij de algoritmes "COSM GTR AMP", "COSM
COMP GTR", of "VO+GT AMP"
JC-120 Het geluid van de Roland "JC-120", een
favoriet van professionele muzikanten
wereldwijd.
CLEAN Het geluid van een conventionele
buizenversterker.
CRUNCH Hiermee kunt u een crunch-effect krijgen,
zodat u een natuurlijke vervorming creëert.
MATCH Een nabootsing van de nieuwste buizen-
versterker, die veel in stijlen van blues tot
rock wordt gebruikt.
VO DRV Hiermee creëert u het typische Liverpool-
geluid uit de jaren zestig.
BLUES Een lead-geluid met een rijk midden, ideaal
voor Blues.
BG LEAD Het geluid van een buizenversterker, dat
typerend is voor de late zeventiger tot
tachtiger jaren, en dat wordt gekenmerkt door
een onderscheidend middengebied.
MS (1, 2, 1+2) Het geluid van een groep grote buizen-
versterkers die onmisbaar was voor de Britse
hard rock van de jaren zeventig, en nog steeds
door vele hard rock gitaristen wordt gebruikt.
1 Een treble-achtig geluid dat wordt gecreëerd
door input I van de gitaarversterker te
gebruiken.
2 Een treble-achtig geluid dat wordt gecreëerd
door input II van de gitaarversterker te
gebruiken.
1 + 2 Een geluid dat ontstaat als inputs I en II van
de gitaarversterker parallel worden
verbonden, zodat er een geluid wordt
gecreëerd met een sterker laag gedeelte dan I.
SLDN Het geluid van een buizenversterker met
flexibele vervorming, bruikbaar in een grote
variatie aan stijlen.
METAL Het geluid van een grote buizenversterker,
geschikt voor heavy metal.
METAL D Een hoge gain en krachtig metal-geluid.
99
Insert effect-parameterfuncties
Hoofdstuk 3
Bij de algoritmes "COSM BASS AMP" of "COSM
COMP BSS"
Volume 0100
Hiermee regelt u het volume en de vervorming van de versterker.
Bass GUITAR AMP: 0100, BASS AMP:-100+100
Hiermee regelt u de toon voor het lage frequentiegebied.
Middle GUITAR AMP: 0100, BASS AMP:-100+100
Hiermee regelt u de toon voor het middengebied.
* Bij de types "MATCH" en "VO DRV" heeft de middle-parameter
geen functie.
Treble GUITAR AMP: 0100, BASS AMP: -100 +100
Hiermee regelt u de toon voor het hoge frequentiegebied.
Presence 0100
Deze parameter is beschikbaar bij de algoritmes "COSM GTR AMP",
"COSM COMP GTR" en "VO+GT.AMP".
Hiermee regelt u de toon voor het ultrahoge frequentiegebied.
* Bij de types "MATCH" en "VO DRV" kunt u door de Presence te
verhogen, de hoge frequenties wegfilteren (de waarde verandert van
"0" in "-100").
Master 0100
Hiermee regelt u het volume van de volledige preamp.
Bright OFF, ON
(bij JC-120, CLEAN, CRUNCH, BLUES, BG LEAD, AC, AMG)
Hiermee schakelt u de bright-instelling in/uit.
OFF:
Bright wordt niet gebruikt.
ON:
Bright zorgt voor een lichtere en frissere klank.
Gain LOW, MIDDLE, HIGH
Distortion zal achtereenvolgens verhogen voor de instellingen van
"LOW", "MIDDLE" en "HIGH".
* De klank van ieder Type is gecreëerd op basis van de gain-instelling
"MIDDLE". Normaal gezien stelt u hier "MIDDLE" in.
Ring Modulator
Dit creëert een belachtig geluid door de ringmodulatie van het
gitaargeluid met het signaal van de interne oscillator. De klank is
a-muzikaal en heeft geen distinctieve toonhoogtes.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het ring modulator-effect in/uit.
Frequency 0100
Hiermee regelt u de frequentie van de interne oscillator.
Fx Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het effectgeluid.
Dir Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Slow Attack
Dit effect laat het volume aanzwellen ("vioolachtig" geluid).
* Dit effect kunt u in de "COSM GTR AMP" gebruiken als de
MODULATION "Type"-parameter op "SLOW ATCK" is ingesteld.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het slow attack-effect in/uit.
RiseTme 102000 ms
Hiermee bepaalt u in hoeveel tijd het volume zijn maximum bereikt,
vanaf het moment dat u de snaar aanslaat.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume voor het slow attack-geluid.
AC Dit produceert het vintage geluid van een
vroege transistorversterker.
AMG Dit produceert het geluid van een grote
dubbel-stack buizenversterker met ultralaag
en een scherp randje.
100
Insert effect-parameterfuncties
Speaker Simulator
Dit effect simuleert de eigenschappen van diverse luidsprekertypes.
Als de output van de BR-900CD direct op een mixer, etc. is
aangesloten, kunt u dit gebruiken om het geluid van uw favoriete
luidsprekersysteem te creëren.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het speaker simulator-effect in/uit.
Type
Hiermee kiest u welk luidsprekertype u wil simuleren.
* "On Mic" simuleert de sound bij gebruik van een dynamische
microfoon en "Off Mic" simuleert de sound bij gebruik van een
condensatormicrofoon.
Bij de algoritmes "COSM GTR AMP", "COSM
COMP GTR" of "VO+GT AMP"
fig.04-128
Bij de algoritmes "COSM BASS AMP" of
"COSM COMP BSS"
fig.04-129
Mic Set CENTER, 110 cm
Dit simuleert de microfoonpositie. "CENTER" simuleert dat de
microfoon vlak voor midden van de luidsprekerconus staat.
"1–10 cm" betekent dat de microfoon verder van het midden van
de luidsprekerconus wordt geplaatst.
Mic Level 0100
Hiermee regelt u het volume van de microfoon.
Dir Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Tremolo/Pan
Tremolo is een effect dat een cyclische volumeverandering creëert.
Pan beweegt de stereopositie cyclisch tussen links en rechts
(wanneer u stereo-output gebruikt).
* Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter
op "TRM/PAN" is ingesteld.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het tremolo/pan-effect in/uit.
Mode
Hier kiest u tussen tremolo en pan, en bepaalt u hoe het effect wordt
toegepast.
TRM-TRI:
Het volume verandert cyclisch. De verandering gebeurt naadloos.
TRM-SQR:
Het volume verandert cyclisch. De verandering gebeurt abrupt.
PAN-TRI:
Het geluid beweegt cyclisch tussen links en rechts. De verandering
gebeurt naadloos.
PAN-SQR:
Het geluid beweegt cyclisch tussen links en rechts. De verandering
gebeurt abrupt.
* "PAN-TRI" en "PAN-SQR" worden met een stereo-opname
verkregen (gebruik van twee sporen).
Rate 0100
Hiermee bepaalt u hoe snel het effect werkt.
Depth 0100
Hiermee regelt u de diepte van het effect.
Voice Transformer
Hiermee bewerkt u de formanten, zodat u een hele reeks stem-
karakters kunt creëren. Er worden twee stemkarakters met
verschillende formanten aan het directe geluid toegevoegd.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het voice transformer-effect in/uit.
Formant1 -100 +100
Hiermee bepaalt u de formant van stemkarakter 1.
Formant2 -100 +100
Hiermee bepaalt u de formant van stemkarakter 2.
FX1 Level 0100
Hiermee regelt u het volume van stemkarakter 1.
FX2 Level 0100
Hiermee regelt u het volume van stemkarakter 2.
Dir Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
OpmerkingenKast
Instelling geschikt voor CLEAN
On Mic
Simulatie Roland JC-120
10 inch
12 inch
12 inch (2 units)
12 inch (4 units)
Kleine open kast
Open kast
Grote gesloten kast
Grote gesloten kast
Grote dubble stack
On Mic
On Mic
On Mic
Off Mic
On Mic
Off Mic
OnMic
Off Mic
On Mic
Off Mic
Off Mic
Open kast
Open kast
Open kast
Open kast
Open kast
Grote gesloten kast
Grote gesloten kast
12 inch (2 units)
12 inch (2 units)
12 inch (2 units)
12 inch (2 units)
12 inch (2 units)
12 inch (2 units)
12 inch (4 units)
12 inch (4 units)
Instelling geschikt voor CLEAN
Instelling geschikt voor MATCH
Instelling geschikt voor MATCH
Instelling geschikt voor BG LEAD
Instelling geschikt voor BG LEAD
SMALL
MIDDLE
JC-120
TWIN
twin
MATCH
match
BG STK
bg stk
MS STK
ms stk
METAL
Instelling geschikt voor MS
Instelling geschikt voor MS
On Mic
Off Mic
Open kast
Open kast
12 inch (2 units)
12 inch (2 units)
Instelling geschikt voor VO DRV
Instelling geschikt voor VO DRV
VO DRV
vo drv
Microfoon-
instelling
Speaker-
units
SP Simulator
Type
Opmerkingen
Microfoon-
instelling
Speaker-
unit
SP Simulator
Type
Kast
Instelling geschikt voor AMG
Instelling geschikt voor AMG
On Mic
15 inch (2 units)
15 inch (2 units)
10 inch (8 units)
Grote gesloten kast
Grote gesloten kast
Off Mic
On Mic
Off Mic
Grote gesloten kast
Grote gesloten kast
10 inch (8 units)
Instelling geschikt voor AC
Instelling geschikt voor AC
AC
ac
AMG
amg
101
Insert effect-parameterfuncties
Hoofdstuk 3
Wah
Het wah-effect creëert een unieke klank door de frequentierespons
van een filter te veranderen.
Touch wah creëert een automatische wah door de filter in respons
op het input-volume te veranderen. Met pedal wah kunt u bijvoor-
beeld een expressiepedaal gebruiken om het wah-effect in realtime
aan te sturen.
* Dit effect kunt u met de volgende algoritmes gebruiken, mits
"WAH" als 4BAND EEQ/WAH "Type" is geselecteerd.
COSM GTR AMP COSM BASS AMP
COSM COMP GTR COSM COMP BSS
BASS MULTI STEREO MULTI
On/Off OFF, ON
Hiermee schakelt u het touch wah-/pedal wah-effect in of uit.
Type
Hiermee kiest u tussen touch wah "TOUCH" of pedal wah "PEDAL".
TOUCH:
Het effect fungeert als touch wah.
PEDAL:
Het effect fungeert als pedal wah.
Als u "TOUCH" kiest
Polarity
Hiermee bepaalt u in welke richting de filter verandert, in respons
op de input.
UP:
De frequentie van de filter stijgt.
DOWN:
De frequentie van de filter daalt.
Sens 0100
Hiermee regelt u de gevoeligheid waarmee de filter verandert in de
richting bepaald door de polarity-instelling. Hoe hoger de waarde,
hoe sterker de respons. Met een waarde "0" heeft de sterkte van de
aanslag geen effect.
Frequency 0100
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het wah-effect.
Peak 0100
Dit past de hoeveelheid toegepast wah-effect aan. Lagere waarden
geven een mild wah-effect, terwijl hogere waarden een scherper
wah-geluid tot gevolg hebben.
Met een waarde van "50" krijgt u een standaard wah-geluid.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume.
Als u "PEDAL" kiest
U bedient het effect door middel van een expressiepedaal.
Raadpleeg voor meer informatie “Een expressiepedaal gebruiken”
(p. 187).
Peak 0100
Dit past de hoeveelheid toegepast wah-effect aan. Lagere waarden
geven een mild wah-effect, terwijl hogere waarden een scherper
wah-geluid tot gevolg hebben.
Met een waarde van "50" krijgt u een standaard wah-geluid.
Level 0100
Hiermee regelt u het volume.
102
Mastering
Gebruik de "Mastering Tool Kit" om van de bounce-sporen een
tweesporige master met geoptimaliseerde niveaus te maken.
* In de mastering-functie worden, nadat u de opnamebron en
bestemming heeft ingesteld, en naar het Play-scherm bent
teruggekeerd, de volgende knoppen uitgeschakeld. Bovendien
kunt u het punt waaraan de insert-effecten worden verbonden,
niet wijzigen (p. 87).
[INPUT SELECT], [TUNER], [PAN/EQ],
[LOOP EFFECTS], [PITCH CORRECTION],
[PHRASE TRAINER],
[ARRANGE/PATTERN/OFF], [EDIT],
[RHYTHM PAD], [V-TRACK], [DELETE/MUTE]
1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de
display "MASTERING" als REC MODE verschijnt.
2. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de V-Track
die als opnamebron dient, en druk op [ENTER].
Het Mastering-scherm verschijnt op de display.
fig.01-801d
: V-Tracks met opgenomen data.
: V-Tracks zonder opgenomen data.
* Hier wordt de Mastering Tool Kit automatisch als het te
gebruiken effect geselecteerd.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op de V-Track
voor opname te zetten en selecteer de V-Track met de
TIME/VALUE-draaiknop.
fig.01-802d
De REC TRACK-toets voor het spoor dat als opname-
bestemming is geselecteerd, knippert in rood.
4. Druk op [EFFECTS].
Het selectievenster voor de Mastering Tool Kit verschijnt.
fig.01-806d
Wat is de Mastering Tool Kit?
Als u een audio-cd van uw opgenomen songs maakt of
als u op een MD of gelijksoortige media opneemt, moet u
het algemene volume beperken, zodat zelfs de luidste
passages van de songs passend op de cd of de MD
kunnen worden verwerkt. Vaak resulteert dit echter in
een algemene verlaging van het volume, waardoor uw
cd of uw MD een tamme en expressieloze indruk maakt.
Bovendien kan het geluid in het lage frequentiebereik,
waarvoor het menselijke gehoor niet zo gevoelig is, vrij
laag in volume klinken, hoewel de meter het maximale
niveau aangeeft. Dit maakt het ook moeilijk om
dynamische geluiden te maken.
Met de "Mastering Tool Kit" kunt u de verschillen in
volume, die in de loop van een song optreden, uitvlakken
en ook de balans in het lage bereik corrigeren.
We raden u aan om songs pas in het eindstadium met de
Mastering Tool Kit af te mixen.
* De Mastering Tool Kit heeft 19 voorgeprogrammeerde
"Preset patches" (P01–P19), 19 overschrijfbare "User
patches" (U01–U19) en 19 "Song patches", die voor elke
song afzonderlijk worden opgeslagen (S01-S19).
fig.01-800
“Lijst van Mastering Tool Kit patches” (p. 205)
BR-900CD
Geheugenkaart
User
Patch
Song
Song
Patch
Preset
Patch
Opnamebron
Opnamebestemming
P: Preset / S: Song / U: User
NummerBank Patchnaam
Naam
algoritme
103
Mastering
Hoofdstuk 3
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de Preset/
Song/User en het nummer voor de Mastering Tool Kit.
“Lijst van Mastering Tool Kit patches” (p. 205)
6. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Het algemene volume regelt u met de MASTER-fader.
Zet nu het volume zo hoog mogelijk zonder dat het
geluid vervormt.
7. Druk op [REC].
[REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby
voor opname.
fig.01-804
8. Druk op [PLAY].
[REC] knippert niet langer rood, maar brandt
ononderbroken en de opname start.
fig.01-805
9. Druk op [STOP] als u klaar bent met opnemen
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
De instellingen van de
Mastering Tool Kit bewerken
Om een nieuwe patch aan te maken, kiest u uit de reeds
aanwezige effect patches de patch die de klank welke u in
gedachten had, het dichtst benadert en van die patch wijzigt
u de instellingen.
Als u de gewijzigde effectinstellingen wilt bewaren, slaat u
ze op als user patch of song patch.
1. Voer stappen 1–3 van p. 102 uit en schakel over op
de mastering-functie.
2. Druk op [EFFECTS] (MASTERING TOOL KIT).
Het selectievenster voor de Mastering Tool Kit verschijnt.
fig.01-806d
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de Preset/
Song/User en het nummer.
4. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "EDIT"
te zetten en druk op [ENTER].
Op de display verschijnt het Mastering Tool Kit Edit-
scherm met het algoritme (de gebruikte effecten,
afgebeeld in de volgorde waarin ze zijn verbonden).
fig.01-807d
U kunt dit venster ook direct oproepen, door op [ENTER] te
drukken als de cursor op Preset/Song/User of het nummer
staat.
Knippert
Brandt
P: Preset / S: Song / U: User
NummerBank Patchnaam
Naam
algoritme
104
Mastering
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op elk effect
te zetten en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om
elk effect in of uit te schakelen.
Blokken die zijn aangezet, worden in hoofdletters weer-
gegeven, terwijl blokken die zijn uitgeschakeld in kleine
letters worden weergegeven. Zet de effecten die u wilt
gebruiken aan.
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] en zet de cursor op het
effect met de te wijzigen parameter. Druk vervolgens
op [ENTER].
Het Parameter Setting-scherm van elk effect verschijnt.
fig.01-808d
7. Gebruik CURSOR [ ] [ ] om een parameter te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop
om de waarde te bewerken.
8. Als u nog een ander effect wilt editen, drukt u op
[EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren en
herhaalt u de stappen 5-6.
9. Als u de huidige effect-instellingen wilt opslaan, volgt
u de procedure beschreven in "De Mastering Tool Kit-
instellingen opslaan".
Wijzigingen in effect-instellingen zijn slechts tijdelijk. Als u
het Edit Effect-scherm verlaat zonder de gewijzigde effect
patch op te slaan, verschijnt "TMP" naast de indicatie van
de bank.
Let op: de oorspronkelijke instellingen van de gewijzigde
effect patch worden hersteld en de wijzigingen gaan dus
verloren als u een nieuwe effect patch selecteert, terwijl
"TMP" wordt weergegeven.
De Mastering Tool Kit-
instellingen opslaan (Write)
Hiermee wijst u een naam (patch-naam) toe aan de bewerkte
patch-instellingen en slaat u de instellingen op.
* U kunt patches niet opslaan tijdens de opname of weergave
van een song.
* Ga naar stap "4" als u de patch-naam niet hoeft te wijzigen.
1. Druk in het selectiescherm voor de Mastering Tool Kit
op CURSOR [ ] om de cursor op "NAME" te zetten,
en druk op [ENTER].
Het Patch Name Setting-scherm verschijnt.
fig.01-809d
2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om de patch-naam in te voeren.
* Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen.
3. Nadat u de gewenste instellingen en de patch-naam
hebt ingevoerd, drukt u op [EXIT] om naar het Kit
Selection-scherm terug te keren.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Write-scherm verschijnt.
fig.01-810d
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer
waarop u de nieuwe patch wilt opslaan.
6. Zodra u de bestemming hebt gekozen, drukt u op [ENTER].
Nadat het opslaan is voltooid, keert u terug naar het
selectiescherm voor de Mastering Tool Kit.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
105
Hoofdstuk 3
Parameterfuncties van de Mastering Tool Kit
Algoritme
fig.04-204
Equalizer
Bass Cut Filter
Enhancer
Input
Expander
Compressor
Mixer
Limiter
Output
Lijst van parameters
Equalizer
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt de equalizer in/uit.
Input Gain -24 +12 dB
Hiermee bepaalt u het globale volume voordat het signaal door de
equalizer gaat.
Low Type SHELVG, PEAK
Hiermee kiest u het equalizer-type (shelving, peaking) voor het lage
frequentiegebied.
Low Gain -12 +12 dB
Dit bepaalt de versterking/verzwakking in het lage frequentiegebied.
Low Freq 20 Hz2,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het lage frequentiegebied.
Low Q 0,316,0
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de
centrale frequentie van het lage gebied. (*1)
Low Mid Gain -12 +12 dB
Dit bepaalt de versterking/verzwakking in het lage middengebied.
Low Mid Freq 20 Hz8,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het lage middengebied.
Low Mid Q 0,316,0
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de
centrale frequentie van het lage middengebied.
High Mid Gain -12 +12 dB
Dit bepaalt de versterking/verzwakking in het hoge middengebied.
High Mid Freq 20 Hz8,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het hoge middengebied.
High Mid Q 0,316,0
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de
centrale frequentie van het hoge middengebied.
High Type SHELVG, PEAK
Hiermee kiest u het equalizer-type (shelving, peaking) voor het hoge
frequentiegebied.
High Gain -12 +12 dB
Hiermee bepaalt u de versterking/verzwakking in het hoge
frequentiegebied.
High Freq 1,420,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het lage frequentiegebied.
High Q 0,316,0
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de centrale
frequentie van het lage gebied. (*1)
Output Gain -24 +12 dB
Hiermee bepaalt u het globale volume na de equalizer.
(*1) De Low Q-/Hi Q-instelling is niet beschikbaar wanneer
"SHELVNG" (shelving type equalization) gekozen is bij Low
Type of High Type.
=[
EQ
]=[
BCUT
]=[
ENH
]=[
IN
]=[
EXP
]
[
COMP
]=[
MIX
]=[
LIM
]=[
OUT
]
106
Parameterfuncties van de Mastering Tool Kit
Bass Cut Filter
Deze filter haalt ongewenste laagfrequente ruis weg (bv. ploffen).
On/Off OFF, ON
Hiermee schakelt u de bass cut filter in/uit.
Freq 20 Hz2,0 kHz
Hier stelt u de frequentie in die de ploffende of andere ongewenste
laagfrequente geluiden bevat, die u wil verwijderen.
Enhancer
Dit maakt het geluid levendiger, door bepaalde geluiden op de
voorgrond te plaatsen.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het enhancer-effect in/uit.
Sens 0100
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van het enhancer-effect.
Freq 1,010,0 kHz
Hier bepaalt u bij welke frequentie het enhancer-effect in werking
treedt.
Mix Lvl -24 +12 dB
Hiermee bepaalt u het volume van het effectgeluid.
Input
Hiermee splitst u het originele geluid op in drie frequentiegebieden:
low, mid en high.
Gain -24 +12 dB
Hiermee bepaalt u het algemene volume voordat het signaal door
de expander/compressor gaat.
Dly Time 010 ms
Hiermee bepaalt u hoeveel het input-signaal vertraagd wordt.
SplitL 20800 Hz
Dit is de frequentie (bij de lage tonen) die de grens vormt tussen het
lage en het middenfrequentiegebied.
SplitH 1,616,0 kHz
Dit is de frequentie (bij de hoge tonen) die de grens vormt tussen het
midden- en het hoge frequentiegebied.
Expander
Dit effect vergroot het dynamisch bereik met een vaste verhouding.
On/Off OFF, ON
Hiermee schakelt u de Expander in/uit.
Lo Thres -800 dB
Dit is het volume waarbij de Expander voor het lage frequentiegebied
in werking treedt.
Lo Ratio 1:1.001:16.0, 1:INF
Dit bepaalt de verhouding waarmee de output van het lage
frequentiegebied toeneemt wanneer het input-niveau onder het
Lo Threshold-niveau zakt.
Lo Attack 0100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de lower-range expander in werking
treedt nadat het input level onder het Lo Threshold-niveau is gezakt.
Lo Release 505000 ms
Dit bepaalt hoelang de lower-range expander nog blijft nawerken
wanneer het input level weer boven het Lo Threshold-niveau komt.
Mid Thres -800 dB
Dit is het volume waarbij de expander voor het middengebied in
werking treedt.
Mid Ratio 1:1.001:16.0, 1:INF
Dit bepaalt de verhouding waarmee de output van het middengebied
toeneemt wanneer het input-niveau onder het Middle Threshold-
niveau zakt.
Mid Attack 0100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de mid-range expander in werking treedt
nadat het input-niveau onder het Middle Threshold-niveau is gezakt.
Mid Release 505000 ms
Dit bepaalt hoelang de mid-range expander blijft nawerken wanneer
het input-niveau weer boven het Middle Threshold-niveau komt.
Hi Thres -800 dB
Dit is het volume waarbij de expander voor het hoge frequentie-
gebied in werking treedt.
Hi Ratio 1:1.001:16.0, 1:INF
Dit bepaalt de verhouding waarmee de output van het hoge
frequentiegebied toeneemt wanneer het input-niveau onder
het Hi Threshold-niveau zakt.
Hi Attack 0100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de upper-range expander in werking treedt
nadat het input-niveau onder het Hi Threshold-niveau is gezakt.
Hi Release 505000 ms
Dit bepaalt hoe lang de upper-range expander blijft nawerken
wanneer het input-niveau weer boven het Hi Threshold-niveau komt.
107
Parameterfuncties van de Mastering Tool Kit
Hoofdstuk 3
Compressor
Dit effect comprimeert het algemene output-signaal wanneer het
input-niveau een bepaalde waarde overschrijdt.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt het compressor-effect in/uit.
Lo Thres -240 dB
Hier bepaalt u bij welk volume de lower-range compressor in
werking treedt.
Lo Ratio 1:1.001:16.0, 1:INF
Hier bepaalt u volgens welke verhouding de output van de lage
frequenties onderdrukt wordt wanneer het input-niveau het
Lo Threshold-niveau overschrijdt.
Lo Attack 0100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de lower-range compressor in werking
treedt wanneer het input-niveau het Lo Threshold-niveau overschrijdt.
Lo Release 505000 ms
Dit bepaalt hoe lang de lower-range compressor blijft nawerken wan-
neer het input-niveau weer onder het Lo Threshold-niveau is gezakt.
Mid Thres -240 dB
Hier bepaalt u bij welk volume de mid-range compressor in werking
treedt.
Mid Ratio 1:1.001:16.0, 1:INF
Hier bepaalt u volgens welke verhouding de output van de midden-
frequenties onderdrukt wordt wanneer het input-niveau het Middle
Threshold-niveau overschrijdt.
Mid Attack 0100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de mid-range compressor in werking treedt
wanneer het input-niveau het Middle Threshold-niveau overschrijdt.
Mid Release 505000 ms
Dit bepaalt hoelang de mid-range compressor nog blijft nawerken
wanneer het input-niveau weer onder het Middle Threshold-niveau
is gezakt.
Hi Thres -240 dB
Hier bepaalt u bij welk volume de upper-range compressor in
werking treedt.
Hi Ratio 1:1.001:16.0, 1:INF
Hier bepaalt u volgens welke verhouding de output van de hoge
frequenties wordt onderdrukt, wanneer het input-niveau het Hi
Threshold-niveau overschrijdt.
Hi Attack 0100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de upper-range compressor in werking
treedt wanneer het input-niveau het Hi Threshold-niveau overschrijdt.
Hi Release 505000 ms
Dit bepaalt hoe lang de upper-range compressor blijft nawerken
wanneer het input-niveau weer onder het Hi Threshold-niveau is
gezakt.
* Bij de compressor wordt het niveau automatisch optimaal ingesteld
volgens de threshold- (Thres) en ratio- (Ratio) instellingen.
Bovendien, omdat het verlengen van de attack-instelling vervorming
kan veroorzaken, is er een buffer (marge) van -6 dB voorzien. Pas het
mixer-niveau aan zoals nodig.
Mixer
Hiermee bepaalt u het volume van iedere frequentieband.
Lo Level -80 +6 dB
Hiermee bepaalt u het volume van de lage frequentieband nadat het
signaal door de expander en compressor is gepasseerd.
Mid Level -80 +6 dB
Hiermee bepaalt u het volume van de midden-frequentieband nadat
het signaal door de expander en compressor is gepasseerd.
Hi Level -80 +6 dB
Hiermee bepaalt u het volume van de hoge frequentieband nadat het
signaal door de expander en compressor is gepasseerd.
Limiter
Dit onderdrukt hoge signaalniveaus om vervorming te voorkomen.
On/Off OFF, ON
Hiermee schakelt u de limiter in/uit.
Thres -240 dB
Stel deze parameter in volgens het input-signaal van uw bas.
Attack 0100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de limiter in werking treedt wanneer het
input-niveau de drempelwaarde (threshold) overschrijdt.
Release 505000 ms
Dit bepaalt hoe lang de limiter nog blijft nawerken wanneer het
input-niveau weer onder dremplewaarde is gezakt.
Output
Hier maakt u instellingen voor de globale output.
Level -80 +6 dB
Hier bepaalt u het volume van het globale geluid, nadat het signaal
door de limiter is gepasseerd.
Soft Clip Off, On
Dit onderdrukt merkbare vervorming die optreedt wanneer het
compressor/limiter-effect zwaar gebruikt wordt.
Dither OFF, 248 BIT
Deze parameter zorgt ervoor dat het wegvallen van bepaalde
geluiden niet te sterk opvalt.
108
De loop-effecten/Track EQ gebruiken
Deze paragraaf bevat uitleg over hoe de verschillende
parameters voor de loop-effecten (chorus/delay/doubling/
reverb) kunnen worden gewijzigd.
Raadpleeg “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111) voor
meer informatie over loop-effecten.
Loop-effecten hebben geen "patches". Loop-effectinstellingen
worden samen met de songdata opgeslagen.
Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [REC] als u de
instellingen in de geselecteerde song wilt opslaan.
Het loop-effect selecteren
* U kunt chorus, delay en doubling niet gelijktijdig gebruiken.
U moet er één kiezen.
1. Druk op [LOOP EFFECTS].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CHO/DLY"
of "REV" te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-701d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] totdat "FX Type" of "Type"
wordt weergegeven, en draai vervolgens aan de TIME/
VALUE-draaiknop om het loop-effect te selecteren.
Als u CHO/DLY gebruikt.
Kies uit "CHORUS", "DELAY" of "DBLN" (doubling).
fig.01-702d
Als u REV gebruikt
Selecteer "HALL" of "ROOM".
fig.01-703d
4. Als u de instellingen van het geselecteerde effect wilt
wijzigen, drukt u op CURSOR [ ] [ ] om de
parameter te selecteren. Vervolgens wijzigt u de
instelling met de TIME/VALUE-draaiknop.
fig.01-704d
Raadpleeg “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111) voor een
beschrijving van de parameters voor elk effect.
5. Als u klaar bent met instellen, drukt u meermaals op
[EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Doubling
Als u het gitaargeluid op de achtergrond over links en
rechts wilt uitspreiden, neem dan dezelfde gitaarpartij
op twee verschillende sporen op en pan het geluid
respectievelijk links en rechts. Dit noemen we "doubling".
Door het "DBLN" loop-effect te gebruiken, kunt u zelfs
van een enkel spoor een gedubbeld effect maken, zodat
u de sporen efficiënter kunt gebruiken.
* Pan het spoor volledig naar links of rechts en verhoog het
niveau voor het doubling-effect, als u het doubling-effect
wilt benadrukken. Volg daarnaast de volgende procedure
om het verstuurniveau te verhogen.
109
De loop-effecten/Track EQ gebruiken
Hoofdstuk 3
Aanpassen hoe het loop-
effect wordt toegepast
In wat volgt leggen we uit hoe u het volume van de signalen
die door elk spoor worden verstuurd, naar de loop-effecten
(Send Level) kunt wijzigen, evenals de mate waarin de loop-
effecten worden toegepast.
1. Druk op [LOOP EFFECTS].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"CHO/DLY" of "REV" te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-705d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om het scherm te
selecteren waarin u het verstuurniveau van elk
spoor kunt instellen.
Als u CHO/DLY gebruikt
fig.01-706d
Als u REV gebruikt
fig.01-707d
4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
om het verstuurniveau van elk spoor aan te passen.
* Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het
spoor dat bij de ingedrukte toets hoort.
Als u op CURSOR [ ] drukt, verschijnt het scherm waar
u het verstuurniveau van de input-bron kunt instellen.
Als u op CURSOR [ ] drukt, verschijnt het scherm waar
u het verstuurniveau van de Rhythm kunt instellen.
fig.01-708d
fig.01-709d
Zet de cursor op "In Send" om het verstuurniveau van de
input-bron aan te passen. Zet de cursor op "Rhy Send"
om het verstuurniveau van de Rhythm aan te passen.
Stel de gewenste waarde voor deze instelling in met de
TIME/VALUE-draaiknop.
5. Nadat het verstuurniveau is aangepast, drukt u meer-
maals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt elke keer dat [LOOP EFFECTS] wordt ingedrukt, in de
volgende volgorde schakelen tussen verschillende vensters.
Loop Effects-selectiescherm Send Level-scherm
Type-scherm Play-scherm
110
De loop-effecten/Track EQ gebruiken
De Track EQ instellen
In deze alinea leest u hoe u de Track EQ-instellingen
(parameters) kunt bewerken.
Voor een meer uitgebreide beschrijving van Track EQ
raadpleegt u “Track EQ-parameterfuncties” (p. 112).
Track EQ heeft geen "patches". Loop effect-instellingen
worden samen met de songdata opgeslagen.
Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [REC] als u de
instellingen in de geselecteerde song wilt opslaan.
1. Druk op [PAN/EQ].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EQ"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.01-711d
3. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om de EQ van elk spoor aan/uit te zetten.
* Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het
spoor dat bij de ingedrukte toets hoort.
4. Druk als u de EQ-instellingen wilt wijzigen, meer-
maals op CURSOR [ ] om het parameterscherm
weer te geven, en verander vervolgens de waarde van
de instellingen met de TIME/VALUE-draaiknop.
fig.01-712d
5. Als u de waarden hebt ingesteld, drukt u meermaals op
[EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
111
Hoofdstuk 3
Loop effect-parameterfuncties
Lijst van parameters
CHORUS/DELAY/DBLN
(Doubling)
Hier kiest u tussen het chorus-, delay- en doubling-effect.
FX Type
Hiermee kiest u het effecttype.
CHORUS:
Er wordt een geluid met lichtjes verschoven toonhoogte toegevoegd
aan het directe geluid, wat een dikkere en bredere klank geeft.
DELAY:
Dit geeft een dikkere sound door een geluid met vertraging aan het
directe geluid toe te voegen.
DBLN:
Door het geluid met een geringe vertraging aan het directe geluid toe te
voegen, wekt u de indruk dat meerdere geluidsbronnen samen klinken
(een "doubling" effect). Het vertraagde geluid wordt uitgestuurd van de
kant tegengesteld aan de panning van het weergavespoor.
Als "CHORUS" is geselecteerd
Rate
0100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het chorus-effect.
Depth 0100
Hiermee regelt u de diepte van het chorus-effect.
Pre Dly 0,550,0 ms
Hiermee bepaalt u het tijdsinterval tussen het moment dat het
directe geluid wordt uitgestuurd en het moment dat het effectgeluid
wordt uitgestuurd.
E.Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het effectgeluid.
Als "DELAY" is geselecteerd
Dly Tme 101000 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid
vertraagd wordt).
Feedback 0100
Deze parameter bepaalt de hoeveelheid feedback. Als u de hoeveel-
heid feedback wijzigt, zal ook het aantal herhalingen van het delay-
geluid veranderen.
E.Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
Rev Send 0100
Hiermee regelt u het volume van de reverb die op het delay-geluid
wordt toegepast.
Als "DBLN" is geselecteerd
Dly Tme 0,550,0 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid
vertraagd wordt).
E.Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
REVERB
Galm (of reverb) is het effect dat veroorzaakt wordt door
geluidsgolven die wegsterven in een akoestische ruimte, of een
digitale simulatie daarvan. Dit wegsterven wordt veroorzaakt
doordat geluidsgolven op een complexe manier terugkaatsen van
muren, plafonds, voorwerpen, enz. Deze weerkaatsingen,
gecombineerd met absorptie door diverse voorwerpen, spreiden de
akoestische energie over een bepaalde tijdsduur (nl. de decay time).
Het oor neemt dit verschijnsel waar als een continue golf van geluid.
Type
Hier kiest u het reverb-type.
ROOM:
Simuleert de galm in een klein vertrek.
HALL:
Simuleert de galm in een concertzaal.
Rev Time 0,110,0
Deze parameter bepaalt de (tijds)duur van de reverb.
Tone -12 +12
Hiermee regelt u de toon.
E.Level 0100
Hiermee regelt u het volume van het reverb-geluid.
112
Track EQ-parameterfuncties
Lijst van parameters
Dit is een 2-band equalizer die voor ieder spoor onafhankelijk werkt.
Als u de equalizer bijstelt terwijl u het geluid beluistert, kunt
u een klikkend geluid horen. Dit is geen defect. Als u dit
geluid storend vindt, regel dan de equalizer terwijl het
geluid niet speelt.
On/Off OFF, ON
Deze parameter schakelt de equalizer in/uit.
LoG -12 +12 dB
Hiermee regelt u de gain (-12 tot +12 dB) voor de low-range
equalizer (shelving-type).
LoF 40 Hz1,5 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie (40Hz tot 1.5 kHz) voor de
low-range equalizer (shelving-type).
HiG -12 +12 dB
Hiermee regelt u de gain (-12 tot +12 dB) voor de high-range
equalizer (shelving type).
HiF 500 Hz18 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie (500 Hz tot 18 kHz) voor de
high-range equalizer (shelving type).
113
Hoofdstuk 3
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
Pitch correction
"Pitch correction" of tooncorrectie gebruiken we voor een groep effecten die dienen om in opgenomen zangpartijen toonhoogte-
fouten te corrigeren. In vergelijking met gitaren, piano’s en overige muziekinstrumenten produceert een menselijke stem over
het algemeen een relatief instabiele toon. Als er een onvoorbereide vocalist wordt opgenomen kan dit voor flink wat problemen
zorgen, zoals valse noten of een slechte geluidskwaliteit.
Wanneer u de pitch correction-functie van de BR-900CD op de juiste manier gebruikt, zullen uw zangsporen altijd fantastisch klinken.
Make-up van de pitch correction
Dit effect is bedoeld voor gebruik bij de weergave van opgenomen audiosporen en kan niet op input-bronnen worden toegepast.
De pitch correction en de audiosporen worden als volgt met elkaar verbonden.
fig.35-01
Pitch correction patches
Bij pitch correction kunt u instellen hoe het effect wordt toegepast en deze instellingen vervolgens opslaan. Een groep van
dergelijke instellingen wordt een patch genoemd.
Bij aankoop zijn er in totaal 5 pitch correction patches (dus preset patches) in de BR-900CD opgeslagen. Daarnaast kunt u 5 song
patches instellen voor gebruik bij een specifieke song.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van pitch correction
Wanneer u de pitch correction-functie gebruikt, kunt u de insert-effecten en de Mastering Tool Kit niet gebruiken.
De pitch correction is bedoeld voor gebruik met opgenomen zangsporen en kan niet op input-bronnen of de Master-output
worden toegepast.
U kunt deze effecten niet alleen op zang maar ook op andere solo-uitvoeringen toepassen. Vanwege het fundamentele
verschil tussen de karakteristieken van een menselijke stem en die van muziekinstrumenten is het echter onwaarschijnlijk
dat dit het gewenste resultaat heeft.
In de volgende situaties kan pitch correction problemen hebben om de juiste toonhoogte op te sporen, waardoor een normale
werking niet mogelijk is.
- Als er andere geluiden in de solo zangpartij zijn gemengd.
- Als het volume van de zangpartij extreem hard of zacht is.
- Als de zangpartij veel sisklanken bevat of erg "ademig" is (bijvoorbeeld als de zanger fluistert of een hese stem heeft).
- Als de zangpartij een overmatige hoeveelheid verschillende tonen bevat (zoals een snel, diep vibrato of snelle spraak).
- Als de partij wordt gezongen met een erg lage stem, die veel harmonieën heeft.
* Als de BR-900CD geregeld fouten maakt bij het opsporen van de toonhoogte, wijzigt u de "Type"-instelling van de pitch correction-
functie. In sommige gevallen vermindert dit het aantal onjuiste opsporingen.
Track
REVERB
CHORUS/
DELAY
PITCH
CORRECTION
L
MIX
MIX
MIX
R
L
R
L
R
Chorus / Delay
Send
Reverb Send
Track Pan
EQUALIZER
114
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
De pitch correction gebruiken
Laten we de pitch correction-functie van de BR-900CD
gebruiken om een aantal fouten in een solo zangpartij weg te
zuiveren.
Met deze functie kunnen we tonen in realtime en in
eenheden van een halve toon corrigeren.
1. Neem voor u tooncorrectie toepast een zangspoor op.
2. Druk meermaals op [REC MODE] totdat de BOUNCE-
indicator oplicht.
De BR-900CD schakelt nu over op de bounce-functie.
3. Druk op [PITCH CORRECTION].
Deze toets gaat branden om aan te geven dat de toon-
correctie ingeschakeld is.
Het selectiescherm voor de pitch correction patch
verschijnt.
fig.35-06d
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "LOCAT"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.35-08d
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het spoor
met de opgenomen zangpartij.
U kunt uit de volgende sporen kiezen:
Sporen 1 t/m 6, Sporen 7/8
6. Start de weergave op de BR-900CD.
De tonen van de zang worden tijdens het afspelen
gecorrigeerd. Beluister de part om er zeker van te zijn
dat hij nu volledig zuiver is, en gebruik de spoorfader
om, indien nodig, het volume van de part aan te passen.
Druk op [STOP] om het afspelen te beëindigen.
7. Gebruik [CURSOR] om de cursor op het patch-nummer
te zetten en selecteer een patch met de TIME/VALUE-
draaiknop.
“Lijst van Pitch Correction patches” (p. 205)
8. Druk op een spoortoets om het spoor waarop u de
gecorrigeerde zang wilt opnemen te selecteren.
De spoortoets wordt rood en begint te knipperen om aan
te geven dat het spoor als opnamespoor is geselecteerd.
9. Zet de faders van alle sporen behalve het spoor met de
zang opname helemaal omlaag.
Merk op dat dit ook van toepassing is op de Rhythm-fader.
10. Druk op [ZERO] om naar het begin van de song te
verspringen, en druk vervolgens op [REC].
[REC] wordt rood en begint te knipperen. Dit geeft aan
dat de BR-900CD nu klaar is voor opname.
11. Druk op [PLAY].
Beide toetsen [PLAY] en [REC] zullen oplichten, en de
opname wordt gestart. De solopartij wordt afgespeeld en
de onjuiste tonen worden gecorrigeerd. Tegelijkertijd
wordt de gecorrigeerde partij op het geselecteerde spoor
opgenomen.
12. Druk op [STOP] op het punt waar u de opname wilt
beëindigen.
De BR-900CD stopt nu de weergave.
13. Druk op [ZERO] om nogmaals naar het begin van de
song te verspringen, en start vervolgens de weergave
van het opgenomen spoor.
Zet de fader van het spoor dat de oorspronkelijke zang
bevat helemaal omlaag, en verhoog de fader van het
spoor naar een geschikt niveau. Tijdens het beluisteren
van de gecorrigeerde part kunt u besluiten of u over de
correcties wel of niet tevreden bent.
Als u niet tevreden bent over de manier waarop de zangpartij
werd gecorrigeerd, gebruikt u undo (p. 57) om de opname
ongedaan te maken.
14. Wanneer het instellen voltooid is, drukt u meermaals
op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm.
115
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
Hoofdstuk 3
De correctiemethode voor zang
instellen (Pitch Correction Edit)
Elk van de voorgeprogrammeerde patches 1 tot en met 5
gebruiken een iets andere methode om tonen te corrigeren.
Normaliter is het voldoende om de patch die u het beste
vindt, te selecteren. Als u echter met geen van deze patches
een gunstig resultaat bereikt, kunt u de pitch correction-
instellingen wijzigen om uw eigen patch te creëren.
1. Selecteer een voorgeprogrammeerde patch om uw
nieuwe patch op te baseren.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDIT"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Pitch Correction Edit-scherm verschijnt.
3. Gebruik [CURSOR] om de cursor op de te wijzigen
instelling te zetten en selecteer een nieuwe waarde met
de TIME/VALUE-draaiknop.
fig.35-05d
Type LO.MALE, HI.MALE, LO.FEML, HI.FEML
Stel deze parameter zo in dat hij met het stemtype van de
oorspronkelijke zang overeenkomt. Als deze parameter niet
goed wordt ingesteld, is het waarschijnlijker dat er bij het
opsporen en corrigeren van de toon problemen optreden.
LO.MALE (Low Male)
Selecteer deze instelling voor een lage mannenstem.
HI.MALE (High Male)
Selecteer deze instelling voor een hoge mannenstem.
LO.FEML (Low Female)
Selecteer deze instelling voor een lage vrouwenstem.
HI.FEML (High Female)
Selecteer deze instelling voor een hoge vrouwenstem.
* Als de BR-900CD geregeld fouten maakt bij het opsporen van
de toonhoogte, wijzigt u de "Type"-instelling. In sommige
gevallen vermindert dit het aantal onjuiste opsporingen.
Smooth 0100
Deze instelling bepaalt hoe snel de tooncorrectie reageert op
toonhoogtewijzigingen in de originele zangpartij. Hoe hoger de
waarde, hoe langer het duurt voor de correctie wordt toegepast;
als gevolg hiervan zijn wijzigingen in toon geleidelijker.
Een lage waarde zorgt voor een snelle wijziging in toon.
Wijzigingen die te snel gebeuren, klinken artificieel.
Als de correctie echter te geleidelijk is, lijkt het soms alsof er
geen correctie werd toegepast. Voor natuurlijk klinkende
tooncorrecties, stelt u de waarde in tussen 20 en 40.
4. Druk op [EXIT]
Het selectiescherm voor de pitch correction patch verschijnt.
fig.35-06d
5. Om de gewijzigde instellingen op te slaan, volgt u de
procedure "De pitch correction-instellingen opslaan
(Write)" hieronder.
De pitch correction-
instellingen opslaan (Write)
Aangepaste pitch correction-instellingen kunt u bewaren
door ze onder een nieuwe patch-naam op te slaan.
* U kunt patches niet opslaan tijdens de opname of weergave
van een song.
* Ga naar stap "4" als u de patch-naam niet hoeft te wijzigen.
1. Druk in het selectiescherm voor de pitch correction
patch op CURSOR [ ] om de cursor op "NAME"
te zetten, en druk op [ENTER].
Het Patch Name Setting-scherm verschijnt.
fig.35-11d
2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om de patch-naam in te voeren.
* Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen.
3. Nadat u de gewenste instellingen en patch-naam hebt
ingevoerd, drukt u op [EXIT] om naar het Patch-
selectiescherm terug te keren.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Write-scherm verschijnt.
fig.35-12d
116
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer
waarop u de nieuwe patch wilt opslaan.
6. Zodra u een bestemming hebt gekozen drukt u op [ENTER].
Nadat het opslaan is voltooid, keert u terug naar het
selectiescherm voor de pitch correction patch.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Gedetailleerde pitch correction-
instellingen (Correction Event Map)
In de procedures die we tot nu hebben beschreven, hebben
we uitgelegd hoe u de algemene toon van een volledige song
vanaf het begin tot het einde kunt corrigeren in stappen van
een halve toon.
In de praktijk kunnen er echter situaties optreden waarbij u
enkel voor een bepaald gedeelte een correctie wilt uitvoeren
of de toon anders wilt instellen. Gebruik voor dergelijke
situaties de volgende procedure.
1. Schakel eerst over op de BOUNCE-functie en selecteer
de patch twaarop u de tooncorrectie wilt toepassen.
2. Plaats met [CURSOR] de cursor op "P.MAP" in het
selectiescherm voor de pitch correction patch en druk
op [ENTER].
Het Correction Event Map-scherm verschijnt.
fig.03-366d
In het Correction Event Map-scherm kunt u zowel de tijd
waarop de toonhoogtecorrectie moet starten, als de
toonhoogte opgeven.
Deze tijds- en toonhoogtedata samen noemen we een
"correction event".
fig.03-367
U kunt de correcties vrij uitvoeren op de gewenste
posities in de song door de correction events te in te
stellen in de volgorde waarop ze voorkomen.
De opeenvolging van correction events met de informatie
die ze bevatten, noemen we een "correction event map".
Aanvankelijk is er slechts één correction event, "AUTO",
ingevoerd aan het begin van de correction event map.
AUTO:
Na de opgegeven positie in de song worden alle toon-
hoogten gecorrigeerd in stappen van een halve toon.
3. Plaats met [CURSOR] de cursor op "INSERT" en druk
op [ENTER].
Er wordt een nieuw correction event ingesteld.
4. Plaats met [CURSOR] de cursor op "Time" en stel met
de TIME/VALUE-knop de begintijd van de correctie in.
fig.03-368d
U kunt de tijd van het correction event aan het begin van de
song niet wijzigen.
5. Plaats met [CURSOR] de cursor op "Note" en stel met de
TIME/VALUE-draaiknop de toon in die u wilt corrigeren.
Note:
OFF
Er wordt geen correctie uitgevoerd na de opgegeven
positie in de song. De song wordt weergegeven met de
originele toonhoogte.
AUTO
Na de opgegeven positie in de song worden alle tonen
gecorrigeerd in stappen van een halve toon.
C, C#, A#, B
De uitvoering na de opgegeven positie in de song wordt
aangepast volgens de opgegeven toon.
De referentietoon voor NOTE wordt bepaald door de referentietoon
van het stemapparaat. Raadpleeg “De referentietoon instellen” (p. 189).
Tijd
Toon-
hoogte
Startpositie
tooncorrectie
Startpositie
volgende event
Zangtoon
Correctie-
toonhoogte
Tijd
Smth
(Correctiesnelheid)
Noot
117
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
Hoofdstuk 3
6. Plaats met [CURSOR] de cursor op "Smth" en stel de
correctiesnelheid in.
Smth (Smooth) -100+100
De waarde die u hier instelt, wordt toegevoegd aan de
waarde voor de "Smooth"-patchparameter (p. 115).
Wanneer u de waarde op "0" instelt, verloopt de correctie
volgens de snelheid ingesteld in de "Smooth"-parameter
van de patch.
De correctie wordt sneller uitgevoerd naarmate de waarde
lager is in vergelijking met de waarde van de patch, terwijl
de correctie zachter wordt uitgevoerd naarmate de waarde
stijgt ten opzichte van de patch-waarde.
Stel deze waarde in zodat de som zich tussen 0 en 100
bevindt. Er wordt geen effect bereikt als de resulterende
waarde kleiner is dan 0 of groter dan 100.
7. Plaats met [CURSOR] de cursor op "INSERT" en druk
op [ENTER].
Er wordt een volgend nieuw correction event ingesteld.
8. Plaats met [CURSOR] de cursor op "TIME" en stel met
de TIME/VALUE-knop de eindtijd van de correctie in.
fig.03-368d
9. Plaats met [CURSOR] de cursor op "NOTE" en zet op "OFF".
10. Laat de Recorder de song vanaf het begin weergeven.
De correctie wordt eerst toegepast op de positie in de
song die werd gedefinieerd in stap 4, waarbij de
correctie eindigt op de positie gedefinieerd in stap 8.
11. Om onnodige correction events te verwijderen zet u de
cursor op de event en drukt u op [DELETE/MUTE].
Het correction event wordt verwijderd.
Het correction event aan het begin van een song kunt u niet
verwijderen. Als u dit correction event niet meer nodig hebt,
zet u de functie gewoon op "OFF" in plaats van de event te
verwijderen.
12. Herhaal stappen 3–11 volgens uw behoefte om het
bereik in te stellen.
13. Wanneer het instellen voltooid is, drukt u meermaals
op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm.
U kunt een Correction Event Map slechts voor één song
bewaren. Zelfs als u de patch met de tooncorrectie verandert,
blijft de Correction Event Map ongewijzigd.
Tijd
Smth
(Correctiesnelheid)
Noot
118
MEMO
119
Hoofdstuk 4
Rhythm
gebruiken
120
Rhythm gebruiken
"Rhythm" is een specifiek ritmespoor dat niet alleen weer-
klinkt als begeleiding tijdens opname, maar dat u ook kunt
gebruiken om zowel interne als zelfgemaakte ritmepatronen
weer te geven, en om deze patronen weer te geven of op te
nemen als uw eigen ritmische uitvoeringen.
Rhythm heeft twee functies: pattern en arrangement.
Pattern (patroonfunctie)
U kunt bestaande patronen uitvoeren en eigen patronen maken.
Arrangement (arrangementfunctie)
U kunt bestaande arrangementen uitvoeren en uw eigen
arrangementen maken.
De patronen
Dit zijn frasen van drumuitvoeringen met een lengte van één
tot verscheidene maten.
Soorten patronen
Preset patronen (P001P327)
Dit zijn interne patronen van de BR-900CD die gebruiksklaar
zijn. Er zijn 327 patronen, gerangschikt volgens muziekgenre,
zoals "rock" en "jazz".
* U kunt deze voorgeprogrammeerde patroondata niet wijzigen
of overschrijven.
Tot de voorgeprogrammeerde patronen behoren patronen
voor intro’s, coupletten, fill-ins en eindes (u kunt het type
nagaan door naar de tekens aan het einde van de patroon-
naam te kijken).
(Voorbeeld)
ROCK1-IN (Intro) ROCK1-V2 (Verse2)
ROCK1-V1 (Verse 1) ROCK1-F2 (Fill 2)
ROCK1-F1 (Fill 1) ROCK1-E (Ending)
“Lijst van preset patronen” (p. 207)
IN (Intro)
Deze muziekpatronen komen aan het begin van een song.
V (Verse) 1 en 2
Deze muziekpatronen vormen het centrale deel van de song.
"1" zijn basispatronen en "2" zijn geavanceerdere versies van "1".
F (Fill) 1 en 2
Deze muziekpatronen worden als frasen gebruikt om de
verschillende delen van een song te verbinden. U kunt "1"
of "2" selecteren, afhankelijk van wat er na de fill komt.
E (Ending)
Deze muziekpatronen komen aan het einde van een song.
Songpatronen (S001S100)
Van deze patronen kunt u de data overschrijven. Bovendien
kunt u voor elke song tot 100 verschillende patronen op
geheugenkaarten opslaan.
fig.03-101a
De arrangementen
Arrangementen zijn opeenvolgingen van patronen, die in de
volgorde waarin ze zijn uitgevoerd, gerangschikt zijn en
waarvan het tempo is ingesteld.
fig.03-102
Soorten arrangementen
Preset arrangementen (P01P50)
Dit zijn interne arrangementen van de BR-900CD die
gebruiksklaar zijn. Er zijn 50 patronen, gerangschikt volgens
muziekgenre, zoals "rock" en "jazz".
* U kunt deze voorgeprogrammeerde arrangementdata niet
wijzigen en overschrijven.
In elk voorgeprogrammeerd arrangement (behalve Metro 4/4),
wordt er na het einde (END) een rust (BREAK) van drie maten
afgespeeld, en vervolgens wordt V1 (couplet 1) herhaaldelijk
afgespeeld.
“Lijst van preset arrangementen” (p. 206)
Songarrangementen (S01S05)
U kunt de data van deze arrangementen overschrijven.
U kunt per song tot 5 verschillende arrangementen op
geheugenkaarten opslaan.
fig.03-102a
BR-900CD
Geheugenkaart
Song
Song
Pattern
Preset
Pattern
Intro
Tempo: 120,0
Couplet
Tempo: 110,0
Fill-in
Tempo: 130,0
Geheugenkaart
BR-900CD
Song
Song
Arrangement
Preset
Arrangement
121
Rhythm gebruiken
Hoofdstuk 4
De Rhythm-functie veranderen
Telkens wanneer [ARRANGE/PATTERN/OFF] wordt
ingedrukt, verandert u de Rhythm-functie.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]: brandt
(arrangementfunctie)
U kunt arrangementen uitvoeren en programmeren. Druk op
[PLAY] om de uitvoering van het arrangement te starten.
* U kunt tijdens het programmeren niet weergeven of opnemen.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]: knippert
(patroonfunctie)
U kunt patronen uitvoeren en programmeren. Druk op
[PLAY] om de uitvoering van het patroon te starten.
* U kunt tijdens het programmeren niet weergeven of opnemen.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]: brandt niet
(UIT)
Rhythm wordt niet weergegeven.
Rhythm-uitvoeringen opnemen
Wanneer u Rhythm-uitvoeringen wilt opnemen, moet u
opnemen (bouncen) in de Bounce-functie.
U kunt alleen de Rhythm-uitvoering opnemen door alle
faders behalve de Rhythm-fader dicht te schuiven.
Raadpleeg de “Sporen samenvoegen (Bouncing)” (p. 58)
voor instructies over bounce-opnames.
Arrangementen en patronen
uitvoeren
Arrangementen selecteren
Met deze procedure kiest u het arrangement dat met de
Rhythm moet worden weergegeven
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator gaat branden.
fig.03-201d
2. Selecteer het arrangement.
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop
om de Preset/Song en het nummer te selecteren.
P01-P50: voorgeprogrammeerde arrangementen 1-50
S01-S05: songarrangementen 1–5
3. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Arrangementen uitvoeren
1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk
vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator brandt.
fig.03-202d
2. Selecteer een arrangement.
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop om
de Preset/Song en het nummer te selecteren.
3. Zet de RHYTHM-fader in onderstaande stand.
fig.03-203
4. Druk op [ZERO] om de afspeelpositie weer aan het
begin van het arrangement te zetten en druk
vervolgens op [PLAY].
Het geselecteerde arrangement wordt uitgevoerd.
P: Preset / S: Song
Arrangementnaam
Nummer
122
Rhythm gebruiken
Patronen selecteren
Hiermee selecteert u het patroon dat met de Rhythm moet
worden afgespeeld.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
fig.03-203d
2. Selecteer een patroon.
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop
om de Preset/Song en het nummer te selecteren.
P001–P327: preset patronen 1–327
S001–S100: songpatronen 1–100
3. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Patronen uitvoeren
1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk
vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
fig.03-204d
2. Selecteer een patroon.
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop
om de Preset/Song en het nummer te selecteren.
3. Zet de RHYTHM-fader in onderstaande stand.
fig.03-203
4. Druk op [PLAY].
Het geselecteerde patroon wordt uitgevoerd.
Er wordt geen geluid afgespeeld als u "BREAK" als
patroon selecteert.
Het tempo van de arrangementen of
patronen veranderen
U kunt het tempo van het weergegeven arrangement of
patroon tijdelijk wijzigen door de volgende procedure uit
te voeren, terwijl het Play-scherm wordt weergegeven.
* De tempo-instelling van het arrangement is tijdelijk
uitgeschakeld.
1. Druk op [CURSOR] en zet de cursor op "TEMPO".
2. Pas het tempo aan met de TIME/VALUE-draaiknop.
fig.03-205d
* De tempowijziging is van tijdelijke aard. Raadpleeg p. 123 om
het daadwerkelijke tempo van het arrangement te wijzigen.
* Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
Tikken om het tempo van patronen
of arrangementen te veranderen
U kunt het tempo van het arrangement of het patroon
tijdelijk wijzigen door de timing waarmee u op [TAP] drukt.
Tik viermaal op [TAP] om het tempo van het arrangement of
het patroon te wijzigen. De timing van uw tikken wordt het
nieuwe tempo.
fig.03-206
* De tempowijziging is van tijdelijke aard. Raadpleeg p. 123 om
het daadwerkelijke tempo van het arrangement te wijzigen.
* Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
P: Preset / S: Song
Patroonnaam
Nummer
Tempo
123
Hoofdstuk 4
Originele arrangementen creëren
U kunt songarrangementen maken van max. 999 maten.
1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk
vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator brandt.
fig.03-301d
2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om het arrangementnummer te selecteren.
3. Druk op [EDIT].
Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
fig.03-302d
4. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten
en druk op [ENTER].
Het Recording Standy-scherm verschijnt.
* U kunt vanuit het Recording Standby-scherm voor
arrangementen niet naar andere schermen gaan (behalve naar
het Drum Kit-selectiescherm).
fig.03-303d
Informatie over de uitvoering verschijnt in de matrix-
weergave onderaan op de display.
5. Druk op [CURSOR] om de cursor op "Step" te zetten.
Draai vervolgens aan de TIME/VALUE-draaiknop om de
te bewerken stap te selecteren.
* U kunt op [REW] drukken om direct naar de voorgaande stap
te gaan of op [FF] om naar de volgende stap te gaan.
6. Druk op [CURSOR] om de cursor op de te wijzigen
parameter te zetten. Draai nu aan de TIME/VALUE-
draaiknop om de waarde van de instelling te wijzigen.
* Als u het geluid van het patroon in de geselecteerde stap wilt
beluisteren, drukt u hier op [PLAY].
Startmaat
Stel de maat in waar het patroon dat door de huidige
stap is geselecteerd, zal beginnen te spelen.
fig.03-303a
* De startmaat voor stap 1 is altijd op "001" ingesteld.
Dit kan niet worden gewijzigd.
* U kunt een maat die samenvalt of eerder komt dan de start-
maat voor de vorige stap, niet als startmaat instellen.
* U kunt een maat die voorbij de startmaat van de volgende stap
valt, niet als startmaat instellen.
Patroonnummer
Selecteer het patroon. Stel de patronen voor elke step in
zoals in onderstaande figuur.
fig.03-304
* Als een arrangement vanuit het Play-scherm wordt afgespeeld,
speelt het helemaal tot het einde. Vervolgens wordt de uitvoering
van het patroon dat in de laatste stap is ingesteld, herhaald.
Als u het voorgeprogrammeerde patroon "P327 BREAK" als laatste
stap instelt, kunt u zo herhaaldelijk een rust laten afspelen, zodat
het lijkt alsof de uitvoering van het arrangement is afgelopen.
fig.03-304a
Time Signature
Stel de maatslag in van het patroon dat voor de huidige
stap is geselecteerd.
Tempo
Stel het tempo in van het patroon dat voor de huidige
stap is geselecteerd.
Geldige instellingen: 25,0–250,0
7. Druk meermaals op [EXIT] als u klaar bent met het
maken van het arrangement.
Het Play-scherm wordt weer weergegeven en het
arrangement wordt opgeslagen.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Stap
Patroonnummer
Startmaat
Tijdsignatuur
Tempo Patroonnaam
Intro
(1 maat)
Couplet
(1 maat)
Stap 1 Stap 2
S
tartmaat
S
tartmaat
001 002 003
003
Intro
(2 maten)
Couplet
(1 maat)
Stap 1 Stap 2
001 002
Stel de startmaat in op “3” in stap 2
Intro
(2 maten)
Tempo: 120,0
Couplet
(1 maat)
Tempo: 110,0
Fill-in
(1 maat)
Tempo: 110,0
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Startmaat
001 003 004
Intro Couplet
Stap 1 Stap 2
Einde
P327
BREAK
Stap ** Stap **
124
Originele arrangementen creëren
Een stap invoegen
Volg onderstaande procedure om een nieuwe stap op de
plaats van de huidige stap in te voegen.
fig.03-305
* De parameterwaarde van de ingevoegde stap is hetzelfde als die
van de stap waarop u zich richt.
1. Stop de uitvoering van de song en druk meermaals op
[ARRANGE/PATTERN/OFF] tot de indicator brandt.
2. Druk op [EDIT].
Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten
en druk op [ENTER].
Het Recording Standby-scherm verschijnt.
4. Selecteer met [CURSOR] en de TIME/VALUE-knop
de plaats (stap) waar u de data wilt invoegen.
fig.03-306d
5. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op
"INSERT" te zetten en druk op [ENTER].
Als u de opdracht wilt annuleren, drukt u op CURSOR [ ].
U keert terug naar het Arrangement Edit-scherm.
Als u op [ENTER] drukt, verschijnt de "Insert!" op de
display. Vervolgens keert u terug naar het Recording
Standby-scherm.
Een stap verwijderen
Zo verwijdert u de inhoud van een geselecteerde stap. Die
inhoud van de volgende stappen wordt naar voren gehaald
om de gewiste stap in te vullen.
fig.03-307
* Als enkel stap 1 overblijft, kunt u geen data meer verwijderen.
1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk
vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator brandt.
2. Druk op [EDIT].
Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten
en druk op [ENTER].
Het Recording Standby-scherm verschijnt.
4. Stel met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
de te verwijderen stap in.
fig.03-308d
5. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op
"ERASE" te zetten en druk op [ENTER].
Druk meermaals op CURSOR [ ] om de opdracht te
annuleren. U keert terug naar het Arrangement Edit-scherm.
Als u op [ENTER] drukt verschijnt de boodschap "Erase!"
op de display. Vervolgens keert u terug naar het Recording
Standby-scherm.
Arrangementen een naam geven
U kunt de naam van een geselecteerd arrangement bewerken.
* U kunt max. acht tekens gebruiken voor de naam van arrangementen.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator gaat branden.
2. Druk op [EDIT].
3. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op
"NAME" te zetten en druk op [ENTER].
Het scherm "Change Arrangement Name" verschijnt.
fig.03-310d
* Namen van voorgeprogramm. arrangementen kunt u niet wijzigen.
Intro Couplet Fill-in
Couplet
Couplet
Insert
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Intro
Couplet Fill-in
Stap 1
Stap 2 Stap 3 Stap 4
Intro Couplet Fill-in
Couplet
Verwijderen
Stap 1 Stap 2
Couplet
Stap 4Stap 3
Intro
Couplet
Stap 1
Stap 2 Stap 3
125
Originele arrangementen creëren
Hoofdstuk 4
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/
VALUE-draaiknop om de lettertekens te wijzigen.
* Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen.
5. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Arrangementen kopiëren
U kunt een geselecteerd arrangement naar een ander
songarrangement kopiëren.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator gaat branden.
2. Druk op [EDIT].
Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "COPY" te zetten
en druk op [ENTER].
Het scherm waarin u de kopieerbestemming kunt
selecteren, verschijnt.
fig.03-312d
4. Selecteert met de TIME/VALUE-draaiknop het
arrangement dat als kopieerbestemming dient.
S01-S05: songarrangementen 1–5
5. Druk op [ENTER] als u de bestemming hebt gekozen.
Het bevestigingsscherm voor het kopiëren verschijnt.
fig.03-313d
6. Druk op [ENTER] (JA) om te kopiëren.
Druk op [EXIT] (NEEN) om te annuleren.
7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste
regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er
wordt verwerkt.
Arrangementen verwijderen
Zo wist stap 2 en alle daarop volgende stappen in het
geselecteerde arrangement.
* "Metro" (de metronoom) is in stap 1 ingesteld.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator gaat branden.
2. Druk op [EDIT].
Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "ERASE" te zetten
en druk op [ENTER].
fig.03-315d
4. Kies met de TIME/VALUE-draaiknop het arrangement
dat u wilt verwijderen.
S01-S05: songarrangementen 1–5
5. Druk op [ENTER] als u het arrangement wilt verwijderen.
Het bevestigingsscherm voor het verwijderen verschijnt.
fig.03-316d
6. Druk op [ENTER] (YES) om het arrangement te verwijderen.
Druk op [EXIT] (NO) om te annuleren.
7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
126
Originele patronen creëren
Wanneer u een Rhythm-arrangement maakt door Rhythm-
patronen te combineren, kan het voorkomen dat u bij de
voorgeprogrammeerde ritmepatronen niet vindt wat u zoekt,
of dat u een specifiek ritmepatroon in gedachten hebt. In dat
geval kunt u ook uw eigen Rhythm-patronen creëren.
Er zijn drie manieren om Rhythm-patronen te maken.
Realtime Recording
In Realtime Recording neemt u op terwijl u in de maat van
de metronoom op de TRACK-toetsen tikt. De ritmepatronen
worden herhaaldelijk weergegeven en de ingevoerde data
worden mee ingemixt. Zelfs als uw timing niet helemaal
correct is wanneer u op de knoppen tikt, kunt u nadien de
ingevoerde data nog corrigeren met de quantize-functie.
Step Recording
In Step Recording (stapsgewijze opname) worden de timing
van geluiden en die van de drumgeluiden één voor één
geprogrammeerd. Er zijn twee manieren om drumgeluiden
in te voeren:
De timing van een geluid aangeven (maat-maatslag-
klik), en het drumgeluid op dat moment invoeren
door op de TRACK-knop te tikken.
Een drumgeluid met de gewenste timing invoeren
binnen het gedetailleerde framewerk dat een enkele
maat verdeeld (de matrix). Zo kunt u een algemeen
visueel beeld van het ritmische patroon krijgen, zodat
u gemakkelijk ritmische patronen kunt maken.
SMF's importeren
U kunt SMF's (Standard MIDI Files) als songpatronen
importeren. Raadpleeg p. 169 of p. 179 voor meer informatie
over deze procedure.
Opmerking over patronen creëren
De maximale polyfonie voor patronen is vijf stemmen.
Dit betekent dat u maximaal vijf drumgeluiden met
dezelfde timing kunt spelen.
Zelfs als u zes of meer drumgeluiden tegelijk invoert,
zijn maar vijf drumgeluiden hoorbaar. De "", die de
invoer in de matrixdisplay aangeeft, blijft hetzelfde.
U kunt de CLOSED HH- en OPEN HH-geluiden niet
tegelijkertijd afspelen. De "", die de invoer in de
matrixdisplay aangeeft, blijft echter hetzelfde.
Als u bekkens en andere geluiden met langere decay-
tijden gebruikt, en andere geluiden met een totaal van
vijf stemmen worden ingevoerd voordat het vooraf-
gaande geluid volledig is verdwenen, dan kunnen
eerder gestarte geluiden worden afgebroken, voordat
ze helemaal zijn afgespeeld.
Bij patroonopname zijn andere schermen niet beschikbaar
(behalve het Pattern Record Standby-scherm).
Patronen creëren in Realtime
Recording
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
fig.03-401d
2. Druk op [EDIT].
fig.03-402d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "REAL" te zetten
en druk op [ENTER].
Bij REC MODE links op de display "REAL".
Het Recording Standy-scherm verschijnt.
fig.03-403d
TempoMaat
Tijdsignatuur Quantize
127
Originele patronen creëren
Hoofdstuk 4
4. Stel met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
de maat, de maatslag en de klik in van het patroon
waarmee u wilt starten.
Maat
Hiermee stelt u het aantal maten van het op te nemen
patroon in.
Geldige instellingen: 1–999
Tempo
Tijdens opname stelt u hiermee het tempo in om het
patroon te bevestigen.
Geldige instellingen: 25,0–250,0
* De tempo-instelling hier is alleen bedoeld als bevestiging van
de patroonopname. Dit tempo wordt niet in het patroon
opgeslagen (u kunt geen individuele tempo-instellingen voor
de patronen zelf maken).
Time Signature
Hiermee stelt u de maatslag in voor het op te nemen
patroon.
Geldige instellingen: 1/1–8/1, 1/2–8/2, 1/4–8/4, 1/8–8/8
Quantize
Hiermee stelt u de quantize-functie in.
Door quantize in te stellen, kunt u de geluiden conform
voorgeprogrammeerde nootlengtes in laten voeren,
zodat u tegenstrijdigheden in de input-timing elimineert.
* Druk op "HI" als u de timing voor het invoeren van de
geluiden wilt behouden.
Geldige instellingen:
Kwartnoot Triool van 16de noten
Triool van kwartnoten
Tweeëndertigste noot
Achtste noot Triool van 32ste noten
Triool van 8ste noten
HI
Zestiende noot
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "REC"
te zetten en druk op [ENTER].
Het aftellen wordt afgespeeld, en vervolgens start
Realtime Recording.
* U kunt Realtime Recording ook starten door op de [REC]-knop
te drukken.
6. Stel met Fader 1 de velocity in (hoe "hard" de noot
wordt gespeeld) voor de geluiden die vanaf de huidige
positie moeten worden ingevoerd.
De huidige velocity-waarde wordt kort aangegeven op
de plaats waar normaal de maatwaarde verschijnt.
fig.03-404d
7. De drumgeluiden met de gewenste timing instellen.
Gebruik REC TRACK [1]–[6] om de drumgeluiden in te
voeren.
U kunt tussen UPPER (hogere) en LOWER (lagere) drum-
geluiden wisselen door op [RHYTHM PAD] te drukken.
[RHYTHM PAD] brandt
Maakt de invoer van UPPER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] KICK
REC TRACK [2] SNARE
REC TRACK [3] CLOSED HIHAT
REC TRACK [4] OPEN HIHAT
REC TRACK [5] CRASH CYMBAL
REC TRACK [6] RIDE CYMBAL
[RHYTHM PAD] knippert
Maakt de invoer van LOWER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] CROSS STICK
REC TRACK [2] COWBELL
REC TRACK [3] TOM1
REC TRACK [4] TOM2
REC TRACK [5] TOM3
REC TRACK [6] TOM4
U kunt het drumgeluid dat momenteel wordt ingevoerd,
bevestigen door de matrix in het onderste gedeelte van
de display te controleren.
Weergegeven in de matrix
U kunt het tempo waarop elk ritmisch instrument speelt,
in de matrix op de display bevestigen.
Het teken in het onderste gedeelte van de matrix geeft
het tempo van de maatslag aan.
Velocity
128
Originele patronen creëren
* Als u een grove quantize-instelling gebruikt, kan het zijn dat
de een halvenoot- of een kwartnoot-tempo aangeeft.
fig.03-405
fig.03-405a
Wanneer u quantize-instellingen met een hoge resolutie
gebruikt, kunt u wellicht het hele patroon niet van begin
tot eind op de display overzien.
In zulke gevallen verschijnt het symbool " " om aan
te geven dat er nog materiaal is dat momenteel niet
wordt weergegeven.
fig.03-405b
8. Stel het tempo en de quantize-waarden naar wens in.
9. Zet de cursor op "STOP" en druk op [ENTER], als u
klaar bent met het invoeren van geluiden.
* U kunt de opname ook stoppen door op [STOP] te drukken.
Opnamen repeteren
Voordat u realtime recording uitvoert, kunt u uw uitvoering
met de metronoom oefenen (repeteren). Tijdens repetities
worden de drumgeluiden alleen maar afgespeeld. Ze worden
niet opgenomen, zelfs niet als u op de spoorknoppen drukt.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
fig.03-406d
2. Druk op [EDIT].
fig.03-407d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "REAL" te zetten
en druk op [ENTER].
Bij REC MODE verschijnt links op de display "REAL".
Het Recording Standby-scherm verschijnt.
fig.03-408d
4. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op
"RHR" te zetten en druk op [ENTER].
De BR-900CD gaat over op de repetitiefunctie (rehearsal).
fig.03-409d
CLOSED HH
SNARE
KICK
Vb.)
Q (Quantize) =
Q (Quantize) =
CLOSED HH
SNARE
KICK
Vb.)
Q (Quantize) =
Om naar step recording te gaan, drukt u in realtime
recording op [REC MODE].
Met deze optie schakelt u tijdelijk over naar step
recording als u de ingestelde velocity of de ingevoerde
drumgeluiden die in realtime recording met de
verkeerde timing zijn ingevoerd (instructies: p. 132),
wilt wijzigen of als u onnodige drumgeluiden wilt
verwijderen (instructies: p. 132), tijdelijk naar staps-
gewijze opname omschakelen, en vervolgens weer naar
realtime recording teruggaan en de opname van het
patroon voortzetten.
129
Originele patronen creëren
Hoofdstuk 4
5. Repeteer de uitvoering door op REC TRACK [1]–[6]
te drukken.
U kunt tussen de UPPER (hogere) en LOWER (lagere)
drumgeluiden wisselen door op [RHYTHM PAD] te
drukken.
* Gebruik hier Fader 1 om de velocity-waarde te bevestigen.
6. Zet de cursor op "STOP" en druk op [ENTER] als u
klaar bent met repeteren.
* U kunt de repetitie ook stoppen door op [STOP] te drukken.
Onnodige drumgeluiden
verwijderen
U kunt alle drumgeluiden die u niet nodig hebt tijdens
realtime recording, verwijderen door [DELETE/MUTE]
ingedrukt te houden en op de spoorknoppen te drukken.
1. Houd [DELETE/MUTE] ingedrukt en druk op één of
meerdere REC TRACK-toetsen voor de tonen die u wilt
verwijderen.
De bijbehorende drumgeluiden worden verwijderd,
zolang u de toetsen ingedrukt houdt.
fig.03-410
Het volume van de metronoom
wijzigen
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
fig.03-411d
2. Druk op [EDIT].
fig.03-412d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "REAL" te zetten
en druk op [ENTER].
Bij REC MODE verschijnt links op de display "REAL".
Het Recording Standby-scherm verschijnt.
fig.03-413d
4. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op
"Click" te zetten.
fig.03-414d
5. Pas met de TIME/VALUE-draaiknop het metronoom-
volume aan.
Geldige instellingen: 0–3
130
Originele patronen creëren
Patronen creëren in Step
Recording
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
fig.03-415d
2. Druk op [EDIT].
fig.03-416d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten
en druk op [ENTER].
In REC MODE verschijnt links op de display "STEP".
Het Recording Standby-scherm verschijnt.
fig.03-417d
4. Stel met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
de maat, de maatslag en de quantize in vanwaar u de
opname van het patroon wilt starten.
Maat
Hiermee stelt u het aantal maten van het op te nemen
patroon in.
Geldige instellingen: 1–999
Tempo
Tijdens opname stelt u hiermee het tempo in om het
patroon te bevestigen.
Geldige instellingen: 25,0–250,0
* De tempo-instelling hier is alleen bedoeld als bevestiging van
de patroonopname. Dit tempo wordt niet in het patroon
opgeslagen (u kunt geen individuele tempo-instellingen voor
de patronen zelf maken).
Time Signature
Hiermee stelt u de maatslag in voor het op te nemen
patroon.
Geldige instellingen: 1/1–8/1, 1/2–8/2, 1/4–8/4, 1/8–8/8
Quantize
Hiermee stelt u de resolutie van de ingegeven stappen in.
Kwartnoot (96)
Triool van 16de noten
(16)
Triool v kwartnoten (64)
32ste noot
(12)
Achtste noot (48)
Triool van 32ste noten (8)
Triool v 8ste noten (32)
HI (1)
Zestiende noot (24)
De cijfers tussen haakjes geven de klok aan. Hoe lager de
ingestelde waarde, hoe verfijnder elke maat wordt.
(Vb.)
: Hier voert u geluiden in eenheden van een 8ste noot in.
fig.03-418d
(Vb.)
: Hier voert u geluiden in eenheden van een 16de noot in.
fig.03-419d
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "REC"
te zetten en druk op [ENTER].
De stapsgewijze opname begint.
* U kunt de opname ook starten door op [REC] te drukken.
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op de maat,
maatslag en klik te zetten, en draai vervolgens aan de
TIME/VALUE-draaiknop om de tijdspositie aan te
geven waarop het drumgeluid moet worden ingevoerd.
fig.03-420d
TempoMaat
Tijdsignatuur Quantize
Maat Maatslag Klok
131
Originele patronen creëren
Hoofdstuk 4
7. Stel met Fader 1 de velocity in (hoe "hard" de noot
wordt gespeeld) voor de geluiden die vanaf de huidige
positie moeten worden ingevoerd.
fig.03-423d
8. Voer de drumgeluiden in.
Er zijn twee manieren om drumgeluiden in te voeren.
(Methode 1) Via de REC TRACK-toetsen invoeren
Gebruik REC TRACK [1]–[6] om de drumgeluiden
in te voeren. U kunt tussen UPPER (hogere) en
LOWER (lagere) drumgeluiden wisselen door op
[RHYTHM PAD] te drukken.
[[RHYTHM PAD] brandt
Maakt de invoer van UPPER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] KICK
REC TRACK [2] SNARE
REC TRACK [3] CLOSED HIHAT
REC TRACK [4] OPEN HIHAT
REC TRACK [5] CRASH CYMBAL
REC TRACK [6] RIDE CYMBAL
[RHYTHM PAD] knippert
Maakt de invoer van de LOWER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] CROSS STICK
REC TRACK [2] COWBELL
REC TRACK [3] TOM1
REC TRACK [4] TOM2
REC TRACK [5] TOM3
REC TRACK [6] TOM4
(Methode 2) Via [ENTER] invoeren
Druk op CURSOR [ ] om de cursor naar de
matrixdisplay te verplaatsen.
Druk op [CURSOR] om de cursor op de kruising te
zetten tussen het drumgeluid dat u wilt invoeren, en
het tijdstip waarop u wilt dat het klinkt. Druk
vervolgens op [ENTER].
Telkens wanneer u op [ENTER] drukt, wordt het
drumgeluid afwisselend ingevoerd of verwijderd.
Als u de cursor op een punt zet waar al een geluid is
ingevoerd, gaat “” snel knipperen. Als een drum-
geluid is ingevoerd, verandert de weergave in “”.
Door in de bovenste rij van de matrixweergave op
CURSOR [ ] te drukken, keert de cursor naar zijn
oorspronkelijke positie terug.
fig.03-421d
Weergegeven in de matrix
U kunt het tempo waarmee elk ritmisch instrument
wordt weergegeven, in de matrixdisplay bevestigen.
Het teken in het onderste gedeelte van de matrix geeft
het tempo van de maatslag aan.
* Als u een grove quantize-instelling gebruikt, kan het zijn dat
de een halvenoot- of een kwartnoot-tempo aangeeft.
fig.03-422
fig.03-422a
Wanneer u quantize-instellingen met een hoge resolutie
gebruikt, kunt u wellicht het hele patroon niet van begin
tot eind op de display overzien.
In zulke gevallen verschijnt het symbool " " om aan
te geven dat er nog materiaal is dat momenteel niet
wordt weergegeven.
fig.03-405b
* In dit geval kunt u op [REW]/[FF] drukken om de locatie
(cursor) in grote stappen te verplaatsen.
Velocity
CLOSED HH
SNARE
KICK
Vb.)
Q (Quantize) =
Q (Quantize) =
CLOSED HH
SNARE
KICK
Vb.)
Q (Quantize) =
132
Originele patronen creëren
9. Stel het tempo en de quantize-waarden naar wens in.
10. Herhaal indien nodig stappen 6 tot 9.
* Druk op [PLAY] om het opnamepatroon te beluisteren.
11. Zet de cursor op "STOP" en druk op [ENTER] als u
klaar bent met het invoeren van geluiden.
* U kunt de opname ook stoppen door op [STOP] te drukken.
De velocity veranderen
Als u tijdens step recording de cursor op een punt in de
matrixdisplay zet, waar een drumgeluid is ingevoerd,
verschijnt de velocity-waarde op de plaats waar normaal de
tijdssignatuur wordt weergegeven. Op dit moment kunt u de
velocity wijzigen door Fader 1 aan te passen.
fig.03-424d
Onnodige drumgeluiden verwijderen
Gebruik een van de volgende procedures om in step
recording onnodige drumgeluiden te verwijderen.
(Methode 1)
1. Zet de [CURSOR] op het punt in de matrix waar een
drumgeluid dat u wilt verwijderen, is ingevoerd, en
druk vervolgens op [ENTER].
(Methode 2)
1. Houd [DELETE/MUTE] ingedrukt en druk op een of
meerdere spoorknoppen voor de tonen die u wilt
verwijderen.
U kunt het onnodige drumgeluid op de huidige maat,
maatslag en klok verwijderen.
fig.03-410
Patronen een naam geven
U kunt tot maximaal acht tekens gebruiken als u een patroon
een naam geeft.
* Namen van voorgeprogrammeerde patronen kunt u niet wijzigen.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
2. Druk op [EDIT].
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "NAME" te zetten,
en druk op [ENTER].
Het Change Pattern Name-scherm verschijnt.
fig.03-427d
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/
VALUE-draaiknop om de lettertekens te wijzigen.
* Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen.
5. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
U kunt tijdens step recording op [REC MODE]
drukken om over te schakelen op Realtime Recording.
133
Originele patronen creëren
Hoofdstuk 4
Patronen kopiëren
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
2. Druk op [EDIT].
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "COPY" te zetten
en druk op [ENTER].
The Pattern Copy-scherm verschijnt.
fig.03-429d
4. Selecteert met de TIME/VALUE-draaiknop het
arrangement dat als kopieerbestemming dient.
S001–S100: songpatroon 1-100
5. Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm voor het kopiëren verschijnt.
fig.03-430d
6. Druk op [ENTER] (YES) om te kopiëren.
Druk op [ENTER] (NO) om te annuleren.
7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Patronen verwijderen
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator knippert.
2. Druk op [EDIT].
3. Druk meerdere malen op CURSOR [ ] om de cursor
op "ERASE" te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-432d
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het te
verwijderen patroon te selecteren.
S001–S100: songpatroon 1–100
5. Druk op [ENTER] als u het patroon wilt wissen.
Het bevestigingsscherm voor het verwijderen verschijnt.
fig.03-433d
6. Druk op [ENTER] (YES) om het arrangement te wissen.
Druk op [ENTER] (NO) om te annuleren.
7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
134
De drumkits gebruiken
Een drumkit bestaat uit een aantal geluiden van ritmische
instrumenten die in één set zijn verzameld. De BR-900CD
bevat negen "voorgeprogrammeerde drumkits".
Daarnaast kunt u zelf vijf originele "song drumkits"
samenstellen.
Song drumkits worden samen met individuele songs op de
geheugenkaart opgeslagen.
De instrumentgeluiden in een drumkit worden gebruikt voor
de uitvoering van arrangementen en patronen.
fig.03-501
De drums uitvoeren
1. Zorg ervoor dat de uitvoering van de song is gestopt, en
druk vervolgens meermaals op [RHYTHM PAD] totdat
de indicator brandt of knippert.
2. Druk op REC TRACK [1]–[6] om de drumgeluiden in te
voeren.
[RHYTHM PAD] brandt
Maakt de invoer van UPPER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] KICK
REC TRACK [2] SNARE
REC TRACK [3] CLOSED HIHAT
REC TRACK [4] OPEN HIHAT
REC TRACK [5] CRASH CYMBAL
REC TRACK [6] RIDE CYMBAL
[RHYTHM PAD] knippert
Maakt de invoer van LOWER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] CROSS STICK
REC TRACK [2] COWBELL
REC TRACK [3] TOM1
REC TRACK [4] TOM2
REC TRACK [5] TOM3
REC TRACK [6] TOM4
Drumkits selecteren
1. Zorg ervoor dat de uitvoering van de song is gestopt,
en druk vervolgens meermaals op [ARRANGE/
PATTERN/OFF] totdat de indicator brandt.
fig.03-502d
2. Druk op [EDIT].
fig.03-503d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "KIT" te zetten en
druk op [ENTER].
fig.03-504d
4. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om drumkits te selecteren door tussen
preset/song en nummer te schakelen.
(P19)
STD1, 2: Standaardsets
ROOM: Set met gemiddelde sfeer toegepast
HARD: Set die voor hard rock geschikt is
JAZZ: Set die voor jazz geschikt is
HIP-HOP: Set die voor dance geschikt is
HOUSE: Set die voor dance geschikt is
REGGAE: Set die voor reggae geschikt is
808: Set die op de vermaarde "Roland TR-
808" drumcomputer gebaseerd is
(S15)
SongKit15: Originele drumkits, die aan elke song
zijn toegewezen (p. 135).
BR-900CD
Preset Drum Kit 9
Preset Drum Kit 3
Preset Drum Kit 2
Preset Drum Kit 1
Kick
Snare
Closed Hi-hat
Open Hi-hat
Geheugenkaart
SONG
SONG
SONG
Song Drum Kit
Kick
Snare
P: Preset / S: Song
Naam drumkit
Nummer
135
De drumkits gebruiken
Hoofdstuk 4
5. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren.
* Drumkits worden in elk arrangement afzonderlijk opgeslagen.
(Voorbeeld)
Arrangement Drumkit
ROCK 1...............ROOM
ROCK 2...............STD 2
: :
Originele drumkits creëren
(Tone Load)
U kunt met de BR-900CD niet alleen met de interne drum-
geluiden originele drumkits maken, maar u kunt ook
drumgeluiden van externe bronnen inladen.
Er zijn vier manieren om drumtonen te laden.
Vanaf de sporen laden
Vanuit andere drumkits laden
Vanuit WAV/AIFF-bestanden laden (p. 171, p. 181)
Vanuit WAV/AIFF-bestanden op CD-R/RW's
laden (p. 149)
U kunt waveformdata met de volgende formaten
importeren. Andere formaten kunt u niet importeren.
WAV- of AIFF-formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Samplefrequentie: 44,1 kHz
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen
niet worden geladen.
Extreem korte waveformdata (minder dan ± 100 ms)
kunnen niet worden ingeladen.
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen
genegeerd.
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV"
en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
U kunt per drumkit drumgeluiden van maximaal
13 seconden inladen.
(Voorbeeld)
Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden,
crash cymbal: 7 seconden Totaal: 13 seconden
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"-
geluiden geladen, met de linker- en rechterkant gemengd.
Vanaf de sporen laden
Hiermee laadt u geluiden die als drumtonen op sporen zijn
opgenomen.
Het kan handig zijn om scrub, punch-in en locator te gebruiken
om het bereik van deze drumgeluiden van tevoren in te stellen.
Gebruik de scrub-functie om de weergave te herhalen en het
punt waar het laden moet starten (de beginpositie) te lokaliseren.
Druk vervolgens op AUTO PUNCH [IN] drukken. Bepaal dan
het punt waar het laden moet eindigen (de eindpositie) en druk
op [LOCATOR] om het te laden bereik te registreren.
Met deze techniek, waarbij de beginpositie met AUTO
PUNCH [IN] en de eindpositie met [LOCATOR] worden
ingesteld, kunt u het te laden bereik heel snel instellen.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-505d
3. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "TRACK" te
zetten en druk op [ENTER].
fig.03-506d
4. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
knop het spoor en de V-Track waarop drumgeluiden
moeten worden geladen, en druk op [ENTER].
fig.03-507d
136
De drumkits gebruiken
5. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
om het bereik (begin- en eindpunten) van de te laden
drumgeluiden in de vorm van maten of tijdsposities
aan te geven.
* U kunt geen interval tussen de begin- en eindpunten of een
tijdsduur aangeven, die korter is dan 100 ms of langer dan
13 seconden.
* Wanneer u maten aangeeft, wordt het resultaat in het
tijdsdisplay weergegeven, en vice versa.
Beginpunt ("S")
Geef de maat of de positie aan die als beginpunt moet
worden gebruikt voor het laden van de drumkits.
fig.03-508d
Eindpunt ("E")
Geef de maat of tijdspositie aan die als beginpunt voor
het laden van de drumkits moet worden gebruikt.
Druk in het scherm voor het instellen van het beginpunt
meermaals op CURSOR [ ] om het scherm voor het
instellen van het eindpunt weer te geven.
fig.03-509d
U kunt op [ENTER] drukken om tussen de schermen
voor begin- en eindpunt te wisselen.
U kunt de drumgeluiden in het aangegeven gebied
vooraf beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en
op [ENTER] te drukken. Bepaal tijdens het instellen van
het begin- en eindpunt en de lengte en het herhalen van
de preview, welke geluiden er worden geladen.
Druk op [PLAY] om de geluiden vooraf te beluisteren,
en op [STOP] om de geluiden te stoppen.
6. Zet de cursor op "LOAD" en druk op [ENTER], als u klaar
bent met het instellen van het begin- en eindpunt.
fig.03-510d
7. Selecteer met de TIME/VALUE-knop de song drumkit
die als laadbestemming dient, en druk op [ENTER].
S1–5: song drumkit 1–5
fig.03-511d
8. Selecteer met de TIME/VALUE-knop het drumgeluid dat
als laadbestemming dient, en druk dan op [ENTER].
Het laden wordt uitgevoerd.
Druk op [EXIT] om te annuleren.
fig.03-512d
MaatslagMaat
Frame
Uren
Minuten
Seconden
MaatslagMaat
Frame
Uren
Minuten
Seconden
137
De drumkits gebruiken
Hoofdstuk 4
Drumgeluiden van andere
drumkits kopiëren
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-505d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "COPY"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-519d
4. Selecteer met de TIME/VALUE-knop de drumkit die als
kopieerbestemming dient, en druk dan op [ENTER].
P1–9: voorgeprogrammeerde drumkit 1–9
S1–5: song drumkit 1–5
fig.03-520d
5. Selecteer met de TIME/VALUE-knop het drumgeluid
dat als kopieerbron dient, en druk dan op [ENTER].
* Selecteer "ALL" als u alle drumgeluiden in de kit wilt kopiëren.
fig.03-520d
6. Selecteer met de TIME/VALUE-knop de drumkit die als
kopieerbestemming dient, en druk dan op [ENTER].
fig.03-521d
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het song
drumgeluid dat als kopieerbestemming dient, en druk
vervolgens op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
Druk op [EXIT] om te annuleren.
fig.03-522a
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
8. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
138
De drumkits gebruiken
Drumgeluiden verwijderen
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE"
te zetten en druk op [ENTER].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERASE"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-523d
4. Selecteer met TIME/VALUE-knop de te verwijderen
drumkit en druk vervolgens op [ENTER].
S1–5: song drumkit 1–5
fig.03-524d
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het te
verwijderen drumgeluid en druk dan op [ENTER].
* Selecteer "ALL" als u alle drumgeluiden in de kit wilt
verwijderen.
fig.03-525d
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
6. Druk op [ENTER] (YES) om het drumgeluid te wissen.
Druk op [EXIT] (NO) om te annuleren.
7. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
De positie (pan) van de
drumgeluiden wijzigen
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE"
te zetten en druk op [ENTER].
3. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "PAN"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-526d
4. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de drumkit
waarvan u de paninstelling wilt wijzigen en druk
vervolgens op [ENTER].
S1–5: song drumkit 1–5
fig.03-527d
5. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
om het drumgeluid waarvan de paninstelling wordt
gewijzigd, en de paninstelling aan te geven.
fig.03-528d
* Als u op [RHYTHM PAD] drukt, zodat de indicator oplicht/
gaat knipperen, kunt u de drumgeluiden instellen door op
REC TRACK [1]–[6] te tikken.
* Door op [ENTER] te drukken, stelt u dit in op "C00" (midden).
6. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
139
Hoofdstuk 5
Het
CD-R/RW-
station
gebruiken
140
Een audio-cd maken
Voorzorgsmaatregelen
Naast CD-R's kunt u ook CD-RW's gebruiken om audio-cd's
te maken. Het is echter niet altijd mogelijk om CD-RW's op
gewone cd-spelers af te spelen.
Zelfs als u CD-R's gebruikt, zult u ze niet kunnen weergeven
op cd-spelers die dit soort media niet ondersteunen. Ga dus
steeds na of de cd-speler die u wilt gebruiken, compatibel is
met CD-R's.
Opmerking: het CD-R/RW-station van de BR-900CD kan
commercieel geproduceerde cd's, CD-R's en CD-RW's afspelen.
Wanneer u uw CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de
meegeleverde AC-adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RW-
station niet gebruiken op batterijvoeding.
De tijdsduur tussen songs
instellen (Pre-Gap)
Als u cd's op een gewone cd-speler afspeelt, ziet u vaak dat
voor de song begint, op de display "-3, -2, -1" wordt afgeteld.
Deze tijdsduur noemen we een "pre-gap". U kunt deze bij het
maken van de cd vrij instellen zodat u de lengte van songs
kunt aanpassen zonder dat u aan het einde van elke song een
stilte hoeft op te nemen.
1. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD-menu verschijnt.
fig.05_CDaudio
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "GAP"
te zetten en druk op [ENTER].
Het scherm met de Pre-Gap-instellingen verschijnt.
fig.40-03d
4. Gebruik de TIME/VALUE-draaiknop om een pre-gap-
tijd tussen songs in seconden in te stellen.
5. Druk op [EXIT].
Als er aan het eind van uw song een stilte is ingevoegd,
wordt de pre-gap-tijd toegevoegd aan de lengte van dit
gedeelte. Hierdoor kan de stilte tussen songs bij het afspelen
van de cd op een cd-speler langer zijn dan verwacht.
Raadpleeg “Data verwijderen (Track Erase)” (p. 73) voor
meer info over het verwijderen van stiltes aan het einde van
songs.
Songs naar cd's schrijven
Houd de cd die u als audio-cd wilt branden, bij de hand.
U kunt data wegschrijven naar de volgende soorten cd's.
CD-R's of CD-RW's die nog geen data bevatten (blanco cd's)
Cd's met songdata die werden weggeschreven met de
BR-900CD, maar die nog voldoende vrije ruimte hebben
voor nieuwe opnamen en die nog niet gefinaliseerd zijn.
1. Laad de song die u wilt wegschrijven.
2. Plaats een lege CD-R of CD-RW in het CD-R/RW-
station.
3. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
Methodes voor het creëren van audio-cds
Met de BR-900CD wordt alleen de geselecteerde song op
de audio-cd geschreven. Als u daarnaast nog andere
songs op dezelfde cd wilt schrijven, moet u deze in
volgorde laden en wegschrijven. Met deze methode kunt
u songs een voor een aan een cd toevoegen, tot deze vol
is. Deze methode noemen we "Track At Once".
141
Een audio-cd maken
Hoofdstuk 5
fig.05_CDmenu
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD-menu verschijnt.
fig.05_CDaudio
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD Write-scherm verschijnt.
fig.05_CDdawrite
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het spoor en
de V-Track die u wilt wegschrijven, en druk op [ENTER].
Het Write Speed-scherm verschijnt.
fig.05-CDdawrite2
7. Stel met de TIME/VALUE-draaiknop de schrijf-
snelheid in.
Als u de weergegeven schrijfsnelheid wilt gebruiken,
gaat u direct door naar stap 9.
8. Druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
9. Druk op [ENTER] (YES).
De boodschap "Now Writing…" verschijnt en het
schrijfproces naar de audio-cd gaat van start.
Als het schrijven voltooid is, verschijnt de boodschap
"Finalize OK?" op de display.
10. Als u op dezelfde CD-R nog songs wilt schrijven, drukt
u op [EXIT] (NO).
Is dit niet het geval, druk dan op [ENTER] (YES).
Als u op [ENTER] (YES) drukt, verschijnt de boodschap
"Now Finalizing..." en begint het finaliseren. Als de
boodschap "Complete!" verschijnt, dan is het finaliseer-
proces voltooid.
Raadpleeg "Wat is finaliseren?" voor meer informatie
over het finaliseerproces.
11. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het
Play-scherm.
12. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om
de cd te verwijderen.
Hiermee is het schrijfproces voltooid. Het kan enkele
seconden duren voor het station de cd vrijgeeft.
De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms
worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval
zal u met de BR-900CD alleen de ondersteunde
snelheden kunnen selecteren.
Gebruikt u CD-R's of CD-RW's voor schrijven met hoge
snelheid, dan kan de frequentie van schrijffouten toe-
nemen als u de snelheden x2 of x4 selecteert. Het wordt
aanbevolen om de snelheid x8 voor "high-speed" cd's te
gebruiken.
Wanneer u een hogere schrijfsnelheid kiest, betekent dit
niet noodzakelijk dat de snelheid dat exacte veelvoud is.
Dit komt door de verwerkingstijd die nodig is om de
audiodata op de audiosporen te converteren naar het cd-
formaat tijdens het wegschrijven van de data op de cd.
Audio-cd's kunnen maximaal 99 tracks bevatten.
De standaard voor audio-cd’s vereist dat een song
minstens vier seconden duurt. Als een bepaald spoor
minder dan vier seconden duurt, kan dit spoor niet naar
een audio-cd worden weggeschreven.
142
Een audio-cd maken
De resterende opnametijd op
audio-cd's nagaan
Gebruik de volgende procedure om na te gaan hoeveel
opnametijd er op een audio-cd rest.
1. Plaats een lege CD-R of CD-RW in het CD-R/RW-
station.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD-menu verschijnt.
fig.05_CDaudio
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"REMAIN" te zetten en druk op [ENTER].
De resterende opnametijd voor de audio-cd verschijnt.
fig.05_CDremain
Bij gefinaliseerde cd's, cd's die werden gebruikt voor de
back-up van data, en cd's die niet als audio-cd's kunnen
worden gebruikt, wordt "0" als resterende tijd weergegeven.
Wat is finaliseren?
Naast audiodata worden op een audio-cd ook de positie
en de tijd van deze data bijgeschreven. Dit proces wordt
"finaliseren" genoemd. Als u uw audio-cd op een
gewone cd-speler wilt afspelen, is het belangrijk dat u de
cd finaliseert. Hebt u dit eenmaal gedaan, dan kunt u
geen songs meer toevoegen aan de cd. Daarom raden wij
u aan om een cd pas te finaliseren als hij bijna helemaal
volgeschreven is met songs.
Als u niet "finaliseert"
U kunt de audio-cd niet op een gewone cd-speler af-
spelen voordat u de cd hebt gefinaliseerd. U kunt wel
songs aan de cd blijven toevoegen, totdat het finaliseer-
proces is uitgevoerd. Bij een CD-R die tijdens het
schrijfproces niet is gefinaliseerd, kan dat later alsnog
worden gedaan. Raadpleeg “De weergave op cd-spelers
mogelijk maken (Finaliseren)” (p. 144) voor meer infor-
matie over hoe u moet finaliseren na het wegschrijven
van audiodata.
143
Een audio-cd maken
Hoofdstuk 5
Audio-cds weergeven
Laten we de audio-cd die we net hebben gemaakt, eens
beluisteren op het CD-R/RW-station van de BR-900CD.
Behalve CD-R's kunt u in dit station ook CD-RW's
beluisteren, die onbruikbaar zijn voor gewone cd-spelers.
Natuurlijk kunt u met dit station ook commercieel
geproduceerde cd’s beluisteren, en zelfs audio-cd’s die met
de BR-900CD zijn gemaakt en nog niet zijn gefinaliseerd.
Songs die op een audio-cd zijn opgenomen, worden veelal
aangeduid als "tracks". Let op dat u deze tracks niet verwart
met de audio tracks (audiosporen) van de BR-900CD.
1. Plaats de audio-cd in het CD-R/RW-station.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD-menu verschijnt.
fig.05_CDaudio
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PLAY/
IMP" te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD Player-scherm verschijnt.
fig.05_CDplay
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de song die
u wilt beluisteren.
fig.05-CDplay2
6. Druk op [PLAY].
De boodschap "Now Playing…" verschijnt en de
weergave van de audio-cd begint.
fig.05-CDplay3
De knoppen hebben de volgende functies.
[STOP] Stoppen
[PLAY] Weergeven
[REW] Terugspoelen
[FF] Vooruitspoelen
7. Als u de weergave van de audio-cd wilt stoppen, drukt
u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug
te keren.
8. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om
de cd te verwijderen.
Het kan enkele seconden duren, voor de cd door het
station wordt vrijgegeven.
Wanneer u een audio-cd in het CD-R/RW-station plaatst,
kan de boodschap "Now Checking…" vrij lang op de display
worden weergegeven. Dit tijdsbestek is nodig om de data op
de audio-cd te lezen, en is dus niet het gevolg van een defect.
144
Een audio-cd maken
De weergave op cd-spelers
mogelijk maken (Finaliseren)
Als u een cd die u met het CD-R/RW-station van de BR-900CD
hebt geschreven, wilt weergeven op een gewone cd-speler,
moet u de cd finaliseren. U kunt audio-CD-R/RW's op elk
willekeurige moment finaliseren om hun weergave op dit soort
speler mogelijk te maken.
1. Plaats de CD-R/RW die u wilt finaliseren, in het
CD-R/RW-station van de BR-900CD.
De toegangsindicator van het station knippert. Wacht tot
deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD-menu verschijnt.
fig.05_CDaudio
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "FINAL"
te zetten en druk op [ENTER].
De boodschap "Finalize CD OK?" verschijnt.
fig.05_CDfinalize
5. Druk op [ENTER] (YES). Druk op [EXIT] (NO) als u het
finaliseerproces wilt annuleren.
Het finaliseren begint en de voortgang wordt weergegeven.
Als de boodschap "Complete" verschijnt en de spoor-
knoppen gaan knipperen, is het finaliseren is voltooid.
6. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het
Play-scherm.
7. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om
de cd te verwijderen.
Nu kunt u de CD-R/RW op gewone cd-spelers weergeven.
Als het finaliseerproces eenmaal is begonnen, kunt u het
niet meer annuleren.
In sommige gevallen kan het een paar seconden duren
voor het cd-station de cd vrijgeeft.
Wat is finaliseren?
Naast de audiodata zelf wordt op een audio-cd ook
informatie geschreven die de positie en de tijd van deze
data beschrijft. Dit proces wordt "finaliseren" genoemd.
Als u een cd finaliseert:
Zodra u een audio-cd hebt gefinaliseerd, kunt u deze op
een gewone cd-speler weergeven. Houd er echter
rekening mee dat u aan een gefinaliseerde cd geen songs
meer kunt toevoegen.
Aangezien de resterende lege ruimte op audio-cd's met
maar één korte song niet langer kan worden gebruikt, is
het finaliseren van dergelijke cd's zonde.
Probeer cd's daarom alleen te finaliseren als ze bijna
volledig volgeschreven zijn met songs.
Als u niet finaliseert:
U kunt de audio-cd niet op een gewone cd-speler
afspelen voordat u de cd hebt gefinaliseerd. U kunt
echter wel songs aan de cd blijven toevoegen, totdat
het finaliseerproces is uitgevoerd. Als u uw cd op een
gewone cd-speler wilt afspelen, moet u hem eerst
finaliseren.
145
Hoofdstuk 5
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
U kunt het interne CD-R/RW-station van de BR-900CD RW
als volgt gebruiken om data uit te wisselen.
Songs en andere data van de geheugenkaart opslaan
op CD-R/RW's (Backup)
Songs en andere back-updata in de geheugenkaart
inlezen (Recover)
Waveformdata met een pc uitwisselen
Wanneer u uw CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de
meegeleverde AC-adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RW-
station niet gebruiken met batterijvoeding.
Opgenomen songs op
CD-R/RW's opslaan (Backup)
Hoewel de songs die u hebt opgenomen en aangemaakt, wel
op de geheugenkaart worden opgeslagen, kunnen deze
verloren gaan in het onwaarschijnlijke geval dat de harde
schijf beschadigd zou raken. Daarom raden we u aan om uw
songs ook op CD-R/RW's op te slaan (Backup).
Als u uw songs eenmaal op deze manier hebt opgeslagen,
kunt u ze vanaf deze CD-R/RW eveneens in een andere
BR-900CD inlezen.
Voorzorgsmaatregelen voor back-ups
Als de CD-R voor uw back-up al data bevat, verschijnt
de boodschap "Not Blank Disc!" en kunt u de back-up
niet uitvoeren. Gebruik altijd een lege cd voor deze
opdracht. Gebruikt u een CD-RW die al data bevat,
dan wordt de boodschap "Erase Disc?" weergegeven.
Als u vervolgens op [ENTER/YES] drukt, verwijdert
de BR-900CD alle data van deze cd.
Als de totale omvang van de songs de capaciteit van één
enkele CD-R/RW overschrijdt, kunt u de back-up met
het aantal benodigde schijfjes uitvoeren. In dit geval
moet u een aantal CD-R/RW's bij de hand houden, en ze
tijdens het back-upproces te plaatsen en uit het station te
halen volgens de richtlijnen op de display.
Druk op [EXIT] (NO) om het wegschrijven van data naar
een CD-R/RW te annuleren. Wanneer de boodschap
Cancel?" verschijnt, drukt u op [ENTER] (YES) om te
bevestigen. Er kan een korte tijd verlopen tussen het
indrukken van [EXIT] (NO) en de weergave van de
bevestigingsboodschap. Houd er rekening mee dat de
kwaliteit van de data die voor het annuleren werden
weggeschreven, niet wordt gegarandeerd.
Songs een voor een op een CD-R/RW
opslaan (Song Backup)
1. Plaats een lege CD-R/RW in het CD-R/RW-station van
de BR-900CD.
De toegangsindicator begint te knipperen. Wacht tot
deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"BACKUP" te zetten en druk op [ENTER].
Het Backup-menu verschijnt.
fig.05_CDdataback
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SONG"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Song Backup-venster verschijnt.
fig.05_CDsongbu
146
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de song
waarvan u een back-up wilt maken en druk op [ENTER].
Het Write Speed-scherm verschijnt.
fig.05-CDdawrite2
7. Stel met de TIME/VALUE-draaiknop de schrijfsnelheid
in en druk op [ENTER].
De boodschap "Write Sure?" verschijnt.
De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms
worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval
zal u met de BR-900CD alleen de ondersteunde
snelheden kunnen selecteren.
Gebruikt u CD-R's of CD-RW's voor schrijven met hoge
snelheid, dan kan de frequentie van schrijffouten
toenemen, als u de snelheden x2 of x4 selecteert. Het
wordt aanbevolen om de snelheid x8 voor "high-speed"
cd's te gebruiken.
8. Druk op [ENTER] (YES).
Het schrijven naar de CD-R/RW begint.
Als de boodschap "Complete!" verschijnt, is het back-
upproces met succes uitgevoerd.
Alle songs van een geheugenkaart op
een CD-R/RW opslaan (All Backup)
1. Plaats een lege CD-R/RW in het CD-R/RW-station van
de BR-900CD.
De toegangsindicator begint te knipperen. Wacht tot
deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"BACKUP" te zetten en druk op [ENTER].
Het Backup-menu verschijnt.
fig.05_CDdataback
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ALL
" te zetten en druk op [ENTER].
Het Write Speed-scherm verschijnt.
fig.05-CDdawrite2
6. Stel met de TIME/VALUE-draaiknop de schrijfsnelheid
in en druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms
worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval
zal u met de BR-900CD alleen de ondersteunde
snelheden kunnen selecteren.
Gebruikt u CD-R's of CD-RW's voor schrijven met hoge
snelheid, dan kan de frequentie van schrijffouten toe-
nemen, als u de snelheden x2 of x4 selecteert. Het wordt
aanbevolen om de snelheid x8 voor "high-speed" cd's te
gebruiken.
7. Druk op [ENTER] (YES).
Het schrijven naar de CD-R/RW begint.
Als de boodschap "Complete!" verschijnt, is het back-
upproces met succes uitgevoerd.
147
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Hoofdstuk 5
Opgeslagen songs inladen in
een geheugenkaart (Recover)
Songs een voor een inladen in een
geheugen-kaart (Song Recover)
1. Plaats een CD-R/RW met back-upsongs in het CD-R/
RW-station van de BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"RECOVER" te zetten en druk op [ENTER].
Het Recover-menu verschijnt.
fig.05_CDdataback
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SONG"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Song Recover-scherm verschijnt.
fig.05_CDrecover
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de song
die u wilt recupereren en druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
7. Druk op [ENTER] (YES).
Het recupereren van de song begint. Als de boodschap
"Complete!" verschijnt, is de song met succes gerecupereerd.
De gerecupereerde songs worden in volgorde op de
geheugenkaart opgeslagen. Hiervoor worden de
beschikbare songnummers gebruikt.
Alle opgeslagen songs in
een geheugenkaart inladen
(All Recover)
1. Plaats een CD-R/RW met back-upsongs in het CD-R/RW-
station van de BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"RECOVER" te zetten en druk op [ENTER].
Het Recover-menu verschijnt.
fig.05_CDdataback
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ALL"
te zetten en druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
6. Druk op [ENTER] (YES).
Het recupereren van alle songs begint.
Als de boodschap "Complete!" verschijnt, zijn alle songs
met succes gerecupereerd.
148
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Waveformdata kopiëren en
wegschrijven
Voor deze procedure hebt u een computer met CD-R/RW-
schrijver nodig.
Als u een computer met CD-R/RW-brander hebt, kunt u
door middel van CD-R/RW's waveformdata overdragen
tussen meerdere BR-900CD's.
Zo kunt u deze cd's gebruiken om waveformdata aange-
maakt met de audiosoftware op uw computer, te kopiëren
en vervolgens toe te voegen aan audiosporen. U kunt ook
data van audiosporen die u met BR-900CD hebt opgenomen,
naar uw computer kopiëren om ze te bewerken.
Waveformdata van een computer
naar de audiosporen kopiëren
(WAV/AIFF Import)
Om ze te kunnen importeren, moeten waveformdata
aan de volgende criteria beantwoorden. Andersoortige
data kunt u meestal niet importeren.
Gebruik "ISO 9660 Level 2, Mode 1" om de data op de
CD-R/RW te schrijven.
WAV- of AIFF-formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Samplefrequentie: 44,1 kHz
Audiodata moeten minstens één seconde lang zijn.
Geef waveformdata een naam van ten hoogste acht
letters en een extensie van drie letters.
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen
genegeerd.
1. Gebruik een pc om een CD-R/RW met de waveform-
data die u wilt importeren, te branden en te finaliseren.
Hoe u waveformdata wegschrijft op CD-R/RW's, leest u
in de handleidingen van uw computer en van het CD-R/
RW-station.
2. Plaats de CD-R/RW in het CD-R/RW-station van
de BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
3. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WAV"
te zetten en druk op [ENTER].
Het WAV/AIFF-menu verschijnt.
fig.05_CDwav
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"IMPORT" te zetten en druk op [ENTER].
Er verschijnt een lijst met audiodatabestanden die op de
huidige CD-R/RW staan.
Als de WAV-bestanden samen in een map zitten, dan
verschijnt de naam van die map. Druk op [ENTER] om
de WAV-bestanden in deze map weer te geven.
fig.05-CDwavimp
U kunt de geluiden vooraf beluisteren door de cursor op
"PVW" te zetten en op [ENTER] te drukken. U kunt het
geluiden stoppen door de cursor op "PVW" te zetten en
nogmaals op [ENTER] te drukken.
Druk op [PLAY] om de geluiden vooraf te beluisteren,
en op [STOP] om de geluiden te stoppen.
149
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Hoofdstuk 5
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de waveform-
databestanden die u wilt importeren en druk op [ENTER].
Er verschijnt een scherm waarin u de bestemming voor
de te importeren bestanden kunt instellen.
fig.05-CDwavimp2
8. Selecteer het spoor voor de import met TIME/VALUE-
draaiknop en druk op [ENTER].
Het kopiëren van de waveformdata begint.
Wanneer "Complete!" verschijnt, is de import voltooid.
De waveformdata worden aan het begin van de sporen
geïmporteerd. Als u de data naar een andere locatie wilt
wegschrijven, gebruikt u Track Edit (p. 70) om de data te
verplaatsen nadat ze zijn geïmporteerd.
WAV/AIFF-bestanden als drum-
geluiden kopiëren (Tone Load)
U kunt waveformdata met de volgende formaten
importeren. U kunt geen waveformdata in andere
formaten importeren.
Gebruik "ISO 9660 Level 2, Mode 1" om de data op de
CD-R/RW te schrijven.
WAV- of AIFF-formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Samplefrequentie: 44,1 kHz
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen
niet worden geladen.
Extreem korte waveformdata (minder dan ongeveer 100
msec) kunnen niet worden geladen.
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen
genegeerd.
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV"
en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
U kunt per drumkit drumgeluiden van max. 13 sec. laden.
(Voorbeeld)
Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal:
7 seconden Totaal: 13 seconden
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"-
geluiden geladen, met de linker- en rechterkant gemengd.
1. Gebruik een computer om een CD-R/RW met waveform-
data die u wilt importeren, te branden en te finaliseren.
Hoe u waveformdata wegschrijft op CD-R/RW's, leest u
in de handleidingen van uw computer en van het CD-R/
RW-station.
2. Plaats de CD-R/RW in het CD-R/RW-station van de
BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
3. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE"
te zetten en druk op [ENTER].
Er verschijnt een lijst met waveformdatabestanden die
op de huidige CD-R/RW staan.
Als de WAV-bestanden samen in een map zitten, dan
verschijnt de naam van die map. Druk op [ENTER] om
de WAV-bestanden in deze map weer te geven.
fig.05-CDtone
U kunt de geluiden vooraf beluisteren door de cursor op
"PVW" te zetten en op [ENTER] te drukken. U kunt het
geluid stoppen door de cursor op "PVW" te zetten en
nogmaals op [ENTER] te drukken.
Druk op [PLAY] om de geluiden vooraf te beluisteren,
en op [STOP] om de geluiden te stoppen.
150
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de data-
bestanden die u wilt importeren en druk op [ENTER].
Het Drum Kit-selectiescherm verschijnt.
fig.05-CDton2
7. Selecteer de drumkit met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk op [ENTER].
Het Drum Sound-selectiescherm verschijnt.
fig.05-CDton3
8. Selecteer het drumgeluid met de TIME/VALUE-
draaiknop en druk op [ENTER].
Het kopiëren van de waveformdata begint.
Wanneer "Complete!" verschijnt, is de import voltooid.
Waveformdata van audiosporen naar
computers kopiëren (WAV/AIFF Export)
U kunt data van bepaalde sporen als waveformdata weg-
schrijven op een CD-R/RW en die waveformdata vervolgens
door uw computer laten inlezen van de CD-R/RW.
U zult geen CD-RW's kunnen gebruiken als uw computer
enkel over een CD-ROM- of CD-R-station beschikt. Gebruik
in dat geval CD-R's.
1. Plaats een beschrijfbare CD-R/RW (een lege schijf) in
het CD-R/RW-station van de BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WAV"
te zetten en druk op [ENTER].
Het WAV/AIFF-scherm verschijnt.
fig.05-CDwav
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"EXPORT" te zetten en druk op [ENTER].
Het Waveform Data Export-scherm verschijnt.
fig.05-CDwavex
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de sporen
die u wilt exporteren.
Het Write Speed-scherm verschijnt.
fig.05-CDdawrite2
De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms
worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval zal u
met de BR-900CD alleen de ondersteunde snelheden kunnen
selecteren.
7. Druk op [ENTER] (YES).
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
8. Druk nogmaals op [ENTER] (YES).
Het schrijven naar de CD-R/RW begint.
151
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Hoofdstuk 5
Wanneer “Completed!” verschijnt, is het schrijfproces
voltooid.
De volgende bestanden zijn in ISO9660 Level 2, Mode 1-
formaat op de CD-R/RW weggeschreven.
9. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het
Play-scherm.
10. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om
de cd te verwijderen.
11. Gebruik de applicatie op uw computer om de data van
de CD-R/RW te kopiëren.
Gebruikt u een CD-R die al data bevat, dan verschijnt de
boodschap "Not Blank Disc" en is de exportfunctie niet
mogelijk. Gebruik steeds blanco cd's.
Gebruikt u een CD-RW die al data bevat, dan verschijnt
de boodschap "Erase Disc?". Als u nu op [ENTER] (YES)
drukt, wordt de cd gewist. Nadat de cd is gewist, wordt
het exportproces voortgezet.
Als u een monospoor als exportbron opgeeft, worden de
gegevens als mono waveformbestand geschreven. Als u
een stereospoor opgeeft, worden de data als een stereo
waveformbestand weggeschreven.
De sporen 7/8 zijn een vast stereopaar en kunnen dus
niet als monosporen worden gekozen.
Druk op [EXIT] (NO) om het schrijfproces af te breken.
Druk op [ENTER] (YES) als "Cancel?" verschijnt; het
schrijven wordt geannuleerd (nadat u [EXIT] (NO) hebt
ingedrukt, kan het enige tijd duren voor de boodschap
verschijnt). We bieden geen enkele garantie dat u de data
die tot dan tot op de CD-R/RW werden geschreven,
kunt gebruiken.
Een CD-R waarvan het schrijf-proces voor voltooiing is
geannuleerd, kunt u niet opnieuw gebruiken.
SMF gebruiken
SMF's met behulp van externe
MIDI-instrumenten weergeven
(SMF Player)
U kunt de BR-900CD gebruiken om SMF's van een CD-R/RW
te lezen en deze bestanden af te spelen met behulp van MIDI-
instrumenten die op de MIDI OUT-poort zijn aangesloten.
Elke SMF die aan de volgende vereisten voldoet, kan op deze
wijze worden afgespeeld.
Formaat: 0 of 1
Bestandsgrootte: Maximaal 240 KB (let op dat dit licht kan
variëren afhankelijk van de SMF-inhoud.)
System Exclusive: Pakketomvang van 512 bytes of minder.
1. Verbind de MIDI OUT-poort van de BR-900CD met de
MIDI IN-poort van uw externe MIDI-geluidsmodule
via een MIDI-kabel.
fig.05-SMF
2. Plaats een CD-R/RW met SMF's in het CD-R/RW-station.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
3. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
Spoor 1, V-Track 1 T01___01.WAV of T01___01.AIF
Spoor 1, V-Track 2 T01___02.WAV of T01___02.AIF
Spoor 1, V-Track 3 T01___03.WAV of T01___03.AIF
: :
Spoor 2, V-Track 7 T02__07.WAV of T02__07.AIF
Spoor 2, V-Track 8 T02__08.WAV of T02__08.AIF
: :
Spoor 3/4, V-Track 1 T0304_01.WAV of T0304_01.AIF
Spoor 3/4, V-Track 2 T0304_02.WAV of T0304_02.AIF
: :
Spoor 7/8, V-Track 7 T0708_07.WAV of T0708_07.AIF
Spoor 7/8, V-Track 8 T0708_08.WAV of T0708_08.AIF
MIDI OUT MIDI IN
152
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SMF"
te zetten en druk op [ENTER].
Het SMF-menu verschijnt.
fig.05-CDsmf
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PLAY"
te zetten en druk op [ENTER].
Het SMF play-scherm verschijnt.
fig.05-CDsmfplay
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de SMF die
u wilt weergeven.
Als de SMF's samen in een map zitten, dan verschijnt de
naam van die map. Druk op [ENTER] om de SMF's in
deze map weer te geven.
8. Plaats met CURSOR [ ] of [ ] de cursor op [ ]
en druk op [ENTER].
De BR-900CD start de weergave.
9. Als u de weergave wilt stoppen, drukt u op CURSOR
[ ] [ ] om de cursor op [ ] te zetten. Vervolgens
drukt u op [ENTER].
U kunt [START] en [STOP] gebruiken op de SMF-
weergave te starten en te stoppen.
Als een SMF een grote hoeveelheid MIDI-data bevat, dan
kan het bestand traag worden weergegeven.
Drumpatronen vanaf het CD-R/
RW-station inladen (SMF Import)
U kunt SMF's (Standard MIDI Files) die op een pc als
songpatronen zijn opgeslagen, importeren. U kunt uw
verzameling songpatronen gemakkelijk uitbreiden door
SMF's op uw computer of een ander apparaat aan te maken
en ze naar geheugenkaarten te kopiëren.
Elke SMF die aan de volgende vereisten voldoet, kan op deze
wijze worden afgespeeld.
Formaat: 0 of 1
Bestandsgrootte: Maximaal 240 KB (dit kan licht variëren
afhankelijk van de SMF-inhoud.)
Wanneer u GM/GS/XG-compatibele SMF's importeert, is
MIDI-kanaal 10 meestal voorbehouden als kanaal voor
ritmische uitvoeringen. Zo worden enkel de data op MIDI-
kanaal 10 in de SMF geïsoleerd en geïmporteerd door de
BR-900CD. De data op andere kanalen worden genegeerd.
1. Gebruik een pc om de SMF's die u wilt importeren,
op een CD-R/RW te branden.
2. Plaats deze CD-R/RW in het CD-R/RW-station van de
BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
3. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Data CD-menu verschijnt.
fig.05_CDdata
153
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Hoofdstuk 5
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SMF"
te zetten en druk op [ENTER].
Het SMF-menu verschijnt.
fig.05-CDsmf
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"IMPORT" te zetten en druk op [ENTER].
Het SMF Import-scherm verschijnt.
fig.05-CDsmfplay
Als de SMF's samen in een map zitten, dan verschijnt de
naam van die map. Druk op [ENTER] om de SMF's in
deze map weer te geven.
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de SMF's
die u wilt importeren en druk op [ENTER].
Er verschijnt een scherm waarin u het patroonnummer
van de importbestemming kunt opgeven.
8. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop het patroon-
nummer voor de importbestemming en druk op [ENTER].
Het kopiëren van de SMF begint.
Wanneer "Complete!" verschijnt, is de import voltooid.
Data verwijderen van een
CD-RW (CD-RW Erase)
Als u CD-RW's gebruikt, kunt u onnodige gegevens
verwijderen, zodat u de CD-RW's opnieuw kunt gebruiken.
Met dit proces verwijdert u alle dat van een schijf.
U kunt enkel data van CD-RW's verwijderen. Data van
CD-R's kunt u niet verwijderen.
1. Plaats de CD-RW die u wilt wissen, in het CD-R/RW-
station van de BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERASE"
te zetten en druk op [ENTER].
De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.05-CDerase
4. Druk op [ENTER] (YES).
Druk op [EXIT] (NO) om het verwijderen te annuleren.
Het verwijderen begint en de voortgang wordt weergegeven.
Als "Completed!" verschijnt, is het verwijderen voltooid.
5. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het
Play-scherm.
6. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om de
cd te verwijderen.
Als het verwijderproces eenmaal is gestart, kunt u het
niet meer annuleren.
De tijd die nodig is om de data te verwijderen, hangt van
het soort CD-RW en van de hoeveelheid data.
In sommige gevallen kan het een paar seconden duren
voor het cd-station de cd vrijgeeft.
154
Songs van cd's naar audiosporen importeren
Met de BR-900CD kunt u geselecteerde songs van een cd
naar audiosporen importeren. (CD-R/RW Write)
1. Plaats een audio-cd in het CD-R/RWstation van de
BR-900CD.
De toegangsindicator van het station begint te knipperen.
Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
2. Druk op [CD-R/RW].
Het CD-menu verschijnt.
fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO"
te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD-menu verschijnt.
fig.05_CDaudio
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op
"PLAY/IMP" te zetten en druk op [ENTER].
Het Audio CD Player-scherm verschijnt.
fig.05_CDplay
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer
van de song die u wilt importeren.
fig.05-CDimp
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "[IMP]"
te zetten en druk op [ENTER].
Er verschijnt een scherm waarin u de importbestemming
kunt instellen.
fig.05-CDiwavimp2
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de import-
bestemming en druk vervolgens op [ENTER].
De boodschap "Now Importing…" verschijnt en het
importeren naar het audiospoor begint. Als "Completed!"
verschijnt, is de importprocedure met succes voltooid.
Wanneer u een audio-cd in het CD-R/CD-RW-station plaatst,
kan de boodschap "Now Checking…" vrij lang op de display
worden weergegeven. Dit tijdsbestek is nodig om de data op de
audio-cd te lezen, en is dus niet het resultaat van een defect.
Belangrijke opmerking
De BR-900CD en zijn CD-R/RW-station zijn zo
ontworpen dat u materiaal kunt reproduceren
waarvan u het auteursrecht bezit of waarvoor de
eigenaar van het auteursrecht u de toestemming heeft
gegeven. Het zonder toestemming van de copyright-
eigenaar reproduceren van audio-cd's of van ander
materiaal waarvoor auteursrechten gelden en het
omzeilen van technologieën als SCMS, die tweede-
generatie- en latere kopieën verhinderen, geldt dan
ook als een schending van het auteursrecht, en kunt u
beboet worden, zelfs als u de reproductie enkel voor
uw persoonlijk gebruik en plezier (privé-gebruik)
hebt gemaakt. Raadpleeg een expert in auteursrecht
of speciale publicaties over dit onderwerp voor meer
informatie over hoe u toestemming kunt krijgen van
de houders van auteursrechten.
Met de BR-900CD kunt u niet in één keer alle songs
van een audio-cd importeren. U moet de songs één
voor één importeren.
155
Hoofdstuk 6
MIDI
gebruiken
156
MIDI: elementaire begrippen
Door MIDI te gebruiken om de BR-900CD op andere MIDI-
compatibele apparatuur aan te sluiten, kunt u de volgende
taken uitvoeren:
Ritmische begeleiding op een externe MIDI-geluidsmodule
afspelen
Met externe MIDI-sequencers en -drumcomputers
synchroniseren
De BR-900CD gebruiken om MMC-compatibele
apparaten te bedienen
Dit hoofdstuk bevat een basisbeschrijving van MIDI en legt
uit op welke manieren het kan worden gebruikt.
Wat is MIDI?
MIDI staat voor "Musical Instrument Digital Interface" (digitale
interface voor muziekinstrumenten). MIDI is een wereldwijde
norm die is ontworpen om uitvoeringsdata, data voor
programmawijzigingen en soortgelijke informatie tussen
elektrische muziekinstrumenten en computers uit te wisselen.
Als een apparaat MIDI-compatibel is, kan het uitvoeringsdata
met andere MIDI-compatibele apparatuur uitwisselen, zelfs
als deze apparaten van een ander type of merk zijn.
MIDI-aansluitingen
MIDI-berichten (d.w.z. de data waarmee MIDI werkt) worden
uitgewisseld via de volgende drie soorten MIDI-poorten.
MIDI IN:
Deze aansluiting ontvangt de MIDI-berichten die van andere
MIDI-apparaten binnenkomen.
MIDI OUT:
Alle MIDI-berichten van de BR-900CD worden via deze
aansluiting verzonden.
MIDI THRU:
Deze aansluiting stuurt alle MIDI-berichten door die bij de
MIDI IN-aansluiting binnenkomen.
MIDI-kanalen
Dankzij de MIDI-norm kunt u data uitwisselen tussen
verschillende MIDI-compatibele apparaten via één kabel.
Dit is mogelijk door de zogeheten MIDI-kanalen.
Eenvoudig gesteld, lijkt een MIDI-kanaal op een televisie-
kanaal. U kunt bijvoorbeeld van televisiekanaal wisselen om zo
programma’s van verschillende televisiestations te bekijken.
In dit geval wordt de informatie alleen gecommuniceerd als het
kanaal aan de versturende zijde overeenkomt met het kanaal
aan de ontvangende zijde.
Op soortgelijke manier kunnen MIDI-berichten van een
apparaat dat (bijvoorbeeld) op MIDI-kanaal 1 is ingesteld,
alleen worden ontvangen als het MIDI-kanaal aan de
ontvangende zijde ook op 1 is ingesteld.
MIDI-implementatietabellen
Dankzij MIDI kunnen allerhande elektronische
muziekapparaten met elkaar communiceren. Dit betekent
echter niet dat elk MIDI-apparaat elk soort MIDI-bericht kan
verwerken. In de praktijk kunnen twee MIDI-compatibele
apparaten alleen MIDI-berichten uitwisselen, die door beide
worden ondersteund.
De handleiding van elk MIDI-compatibel apparaat bevat een
MIDI-implementatietabel. Met deze tabel ziet u meteen welke
MIDI-berichten het betreffende apparaat kan verzenden en
ontvangen.
Als u twee MIDI-apparaten samen gebruikt, moet u de
MIDI-implementatietabellen van beide vergelijken, zodat u
zeker weet dat de benodigde MIDI-berichten kunnen
worden uitgewisseld.
Raadpleeg “MIDI-implementatie” (p. 216) voor meer
gedetailleerde informatie over de
MIDI-eigenschappen van
de BR-1200CD.
De BR-900CD is voorzien van een MIDI OUT-poort,
maar niet van MIDI IN- en MIDI THRU-poorten.
157
Hoofdstuk 6
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
Rhythm gebruiken om een
externe MIDI-geluidsmodule
te bespelen
Voer de onderstaande procedure uit als u een MIDI-geluidsmodule
wilt gebruiken en kies de gewenste geluiden voor Rhythm.
1. Gebruik een MIDI-kabel om de BR-900CD en uw
MIDI-geluidsmodule als hieronder aan te sluiten.
fig.05-401
2. Druk op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-402d
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "RhyMIDI ch"
te selecteren.
fig.05-403d
5. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het MIDI-
kanaal (1–16) in te stellen.
Als u "OFF" kiest, worden de "note messages" van
Rhythm niet verzonden.
6. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Onderstaande tabel bevat de door Rhythm geproduceerde
klanken en de overeenkomstige nootnummers.
Rhythm-geluid
Nootnummer
Closs Stick G1 (31)
Metronome (click) A 1 (33)
Metronome (bell) A#1 (34)
Kick C 2 (36)
Snare D 2 (38)
Tom 4 F 2 (41)
Closed Hi-hat F#2 (42)
Tom 3 A 2 (45)
Open Hi-hat A#2 (46)
Tom 2 C 3 (48)
Clash Cymbal C#3 (49)
Tom 1 D 3 (50)
Ride Cymbal D#3 (51)
Cowbell G#3 (56)
Toonarrangement is gebaseerd op GS/GM. Als uw externe
MIDI-geluidsmodule niet op GS of GM is gebaseerd, dient u
de instellingen van uw MIDI-geluidsmodule zo te wijzigen,
dat de geluiden met elk nootnummer overeenkomen. Meer
informatie over deze instellingen vindt u in de handleiding
van uw MIDI-geluidsmodule.
* Als u een externe MIDI-geluidsmodule gebruikt om het ritme
te spelen, regel dan het volume met de knoppen van de externe
MIDI-geluidsmodule.
MIDI-geluidsmodule
MIDI OUT
MIDI IN
158
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
Weergave met een MIDI-
sequencer synchroniseren
De BR-900CD kan synchroon lopen met een MIDI-sequencer.
Als u met een MIDI-sequencer synchroniseert, kunt u de
BR-900 gebruiken om de MIDI-sequencer te synchroniseren
(d.w.z., met de BR-900CD als master). U kunt de BR-900CD
echter niet synchroniseren met de MIDI-sequencer (d.w.z.,
met de BR-900CD als slave).
* Meer informatie over de werking van uw MIDI-sequencer
vindt u in de handleiding van dat toestel. Raadpleeg p. 160
voor meer informatie over MMC.
Gesynchroniseerde weergave
met de BR-900CD als master
Volg de onderstaande procedure om de MIDI-sequencer met
de BR-900CD te synchroniseren.
1. Gebruik een MIDI-kabel om de BR-900CD en uw
MIDI-sequencer als hieronder aan te sluiten.
fig.05-404
2. Druk op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-405d
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om “Sync Gen” te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop
om de sync generator in te stellen.
fig.05-406d
OFF: er worden geen gesynchroniseerde signalen
verzonden.
MTC: de MIDI-tijdscode wordt verzonden.
MCK: verzendt de MIDI-klok op basis van het tempo
dat met Rhythm is ingesteld (p. 120).
* Ga naar stap 6 als "OFF" of "MCK" geselecteerd zijn.
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] "MTC Type" en stel
met de TIME/VALUE-draaiknop het MTC-type in.
fig.05-407d
Controleer de specificaties van uw MIDI-sequencer en
stel op de BR-900CD het MTC-type in.
30: 30 frames per seconde, non-drop-formaat. Dit
formaat wordt gebruikt door audiotoestellen
zoals analoge bandrecorders en voor zwart-wit
videomateriaal in het NTSC-formaat (gebruikt
in Japan en de V.S.).
29N: 29,97 frames per seconde drop-formaat. Dit
formaat wordt gebruikt voor kleurenvideo-
materiaal in het NTSC-formaat (gebruikt in
Japan en de V.S.).
MIDI-sequencer
MIDI OUT
MIDI IN
159
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
Hoofdstuk 6
29D: 29,97 frames per seconde drop-formaat.
Dit formaat wordt gebruikt voor video-
uitzendingen in kleur, in het NTSC-formaat
(gebruikt in Japan en de V.S.).
25: 25 frames per seconde. Dit formaat wordt
gebruikt voor videomateriaal in het SECAM-
of PAL-formaat, audio-apparatuur en film
(gebruikt in Europa en elders).
24: 24 frames per seconde. Dit wordt in de V.S.
gebruikt voor video, audio-apparatuur en film.
6. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
7. Net als wanneer u een MIDI-sequencer synchroniseert
met een externe MTC, kunt u, als u MCK gebruikt, de
MIDI-sequencer synchroniseren met behulp van een
externe MIDI-klok.
8. Maak de MIDI-songdata klaar voor gebruik.
Als de BR-900CD begint te spelen, begint ook de MIDI-
sequencer volledig synchroon te spelen.
De MTC offset instellen
De offset stelt de tijd in die nodig is om bij het synchroniseren
van een extern apparaat met de MTC van de BR-900CD de
songweergave en de MTC-timing gelijk te zetten.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-408ad
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Offset" te selecteren
en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de time
offset in te stellen.
fig.05-408d
De offset is in feite het verschil tussen de "tijdspositie
waarop de MTC-timing wordt afgestemd" en de
"tijdspositie waarop de song-timing wordt afgestemd".
Als u bijvoorbeeld het externe toestel wilt laten spelen
met de hieronder vermelde MTC-timing, op het moment
dat de song-timing "01h00m00s00" is, stel dan de offset
als volgt in.
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Wat zijn drop- en non-drop-formaten?
Er zijn twee soorten formaten die door NTSC-
videorecorders worden gebruikt: non-drop en drop.
Bij het non-drop-formaat lopen de frames continu door.
Anderzijds, om NTSC-kleurenvideo te ondersteunen, laat
het drop-formaat de eerste twee frames van elke minuut
vallen, behalve van de minuten 10, 20, 30, 40 en 50.
Omdat de formaten met continue frames makkelijker
zijn om mee te werken, wordt voor de meeste video- en
audioproducties non-drop gebruikt. Voor uitzendingen
daarentegen, waar de tijdcode moet overeenstemmen
met de werkelijke tijd, wordt drop gebruikt.
Song-timing MTC voor
extern toestel
Offset-instelling
01h00m00s00 01h30m00s00 00h30m00s00
01h00m00s00 00h30m00s00 23h30m00s00
160
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
MMC gebruiken
MMC staat voor "MIDI Machine Control". Dit is een protocol
dat MIDI System Exclusive Messages gebruikt om vanuit één
toestel meerdere opnameapparaten aan te sturen.
Uw BR-900CD ondersteunt het MMC-protocol.
Door MMC te gebruiken, kan uw BR-900CD commando’s
als PLAY, STOP en FF naar aangesloten MIDI-apparatuur
verzenden, zodat u ze zo kunt bedienen.
Let op: sommige MIDI-apparaten ondersteunden de MMC-
functie van de BR-900CD niet. Als dit het geval is, kunt u deze
apparaten niet volgens de onderstaande procedure vanaf de
BR-900CD bedienen. Raadpleeg “MIDI-implementatie” (p. 216)
voor meer informatie over de MMC-functionaliteit die door de
BR-900CD wordt ondersteund.
MMC-compatibele apparatuur
vanaf de BR-900CD bedienen.
In deze paragraaf leert u welke instellingen u moet maken
om de weergave te synchroniseren met een software-
sequencer die MMC en MTC ondersteunt. Maak de
aansluitingen zoals in onderstaand schema.
fig.05-409
De BR-900CD zal fungeren als master voor de MMC en MTC.
Volg de onderstaande procedure om functies als "play",
"stop", "fast-forward" van een sequencer te bedienen vanaf
de BR-900CD.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-410d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "MMC Master" te
selecteren en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop
om de MMC-functie in te stellen.
fig.05-411d
OFF: MMC wordt niet verzonden.
ON
:
De MMC-informatie wordt verzonden. De
BR-900CD wordt het stuurapparaat (master)
van het externe MIDI-instrument.
* Raadpleeg “MIDI-implementatie” (p. 216) voor meer
informatie over de MMC-functionaliteit die door de
BR-900CD wordt ondersteund.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Sync Gen" te selecteren
en stel met de TIME/VALUE-draaiknop "MTC" in.
5. Stel uw sequencersoftware in.
Stel uw sequencersoftware als volgt in. Voor meer
informatie over deze instellingen raadpleegt u het best
de handleiding van uw sequencersoftware.
MTC: Ontvangen (receive)
MTC-type:
Dezelfde instelling als het MTC-type
dat op de BR-900CD is geselecteerd.
MMC: Ontvangen (receive)
6. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om
naar het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
MIDI IN
MIDI OUT
161
Hoofdstuk 7
USB
gebruiken
162
Voor u USB gebruikt (overzicht)
De BR-900CD is uitgerust met een USB-aansluiting, waarmee
u de BR-900CD direct op een computer kunt aansluiten.
Hierdoor kunt u makkelijker back-ups maken van uw
belangrijke songdata en bestanden uitwisselen tussen de
BR-900CD en de computer.
Wat is USB?
USB staat voor "Universal Serial Bus" en is een type interface
waarmee computers op divers randapparaten kunnen worden
aangesloten.
Door USB te gebruiken, kunt u verschillende randapparaten
met elkaar verbinden via een USB-kabel en is er ook snelle
datatransmissie mogelijk.
Daarnaast kunt u randapparatuur aansluiten en loskoppelen
terwijl de stroom aanstaat, en kan de computer randapparatuur
die wordt aangesloten, automatisch herkennen (het kan zijn dat
u, wanneer u bepaalde apparaten aansluit, eerst een aantal
parameters moet instellen).
USB wordt op de BR-900CD gebruikt voor de
volgende taken:
Back-ups maken voor de data van de BR-900CD.
Spoordata van de BR-900CD opslaan in het WAV/AIFF-
formaat (WAV/AIFF Export).
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de BR-900CD
laden (WAV/AIFF Import).
SMF's importeren en patronen creëren.
Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen.
Realtime geluidsignalen en MIDI-berichten kunnen niet worden
uitgezonden via de USB-aansluiting van de BR-900CD.
Compatibele besturingssystemen
Windows:
Windows Me / 2000 / XP
Macintosh:
Mac OS 9.1.x / 9.2.x
Mac OS X
Stuurprogramma
De BR-900CD gebruikt een standaardstuurprogramma
(DRIVER) dat u in het besturingssysteem vindt. Het
stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd
zodra de computer via USB is aangesloten.
Samenstelling van data op
geheugenkaarten
De aangemaakte mappen en bestanden zijn als volgt ingedeeld.
fig.06-102
ROLAND-map
De bestanden en de mappen op de BR-900CD hebben de
volgende structuur.
BR0-map
Songdata (opnamedata, songarrangementen/-patronen/
-drumkits, effect song-patches en songinformatie) worden in
elke songmap opgeslagen.
TONELOAD-map
WAV- en AIFF-bestanden die voor gebruik worden geladen,
zoals drumgeluiden, worden hierin opgeslagen (p. 171, p. 181).
SMF-map
SMF-bestanden die in songpatronen worden gebruikt,
worden hierin opgeslagen (p. 169 ,p. 179).
SONG0001-map
Schijfinformatie
Basisdirectory
ROLAND-map
BR0-map
SONG0000-map
TONELOAD-map
USB-map
WAV/AIFF-bestand
SMF-map
SMF-bestand
WAV/AIFF-bestand
Songinformatie
Effectparameter
Sequentiedata
Sequentiedata
Drum Kit Sound-parameter
Songparameter
Opgenomen data
Opgenomen L-data
Opgenomen R-data
Wave-data
De mappen worden voor
elke song aangemaakt
163
Voor u USB gebruikt (overzicht)
Hoofdstuk 7
USB-map
WAV- en AIFF-bestanden die in de sporen van de BR-900CD
worden geladen, en WAV- en AIFF-bestanden die op
computers worden opgeslagen (spoordata geconverteerd
naar de WAV- en AIFF-indeling), worden hier opgeslagen
(p. 165, p. 167, p. 176, p. 178).
Mappen en bestanden die op geheugenkaarten
worden aangemaakt, worden op het computer-
scherm weergegeven.
Als u een opdracht uitvoert, wordt het "BOSS_BR-900"-
pictogram op het computerscherm toegevoegd.
* Het is mogelijk dat bij sommige versies van Windows het
"Removable disk (*:)"-pictogram wordt weergegeven.
fig.06-102a
Als u op het "BOSS_BR-900" (of het "Removable disk (*:)")-
pictogram klikt, of op een Macintosh op het "BOSS_BR-900"-
pictogram dubbelklikt, wordt de ROLAND-map weergegeven.
Open deze map om de mappen "BR0", "TONELOAD", "SMF"
en "USB weer te geven.
fig.06-102b
Een computer aansluiten
Gebruik de USB-kabel om de BR-900CD met uw computer te
verbinden.
* Koop USB-kabels bij computerwinkels of elektronicazaken.
fig.06-101
Opmerkingen over het
gebruik van USB
Voer de volgende operaties niet uit als u overschakelt naar
de USB-functie of data verzendt. Deze handelingen kunnen
tot gevolg hebben dat uw computer niet reageert op de data.
Hierdoor kunnen de data op geheugenkaarten ook worden
beschadigd.
U mag in geen geval:
De USB-kabel loskoppelen
Een geheugenkaart verwijderen.
De computer in spaarstand (standby) of slaapstand
zetten, herstarten of uitzetten
De BR-900CD uitzetten.
Bij Windows XP/2000
Gebruikt u Windows XP/2000, dan moet u zich bij Windows
aanmelden als een van de volgende gebruikers:
Administrator of een andere gebruiker met de privileges
van de groep Administrators.
Een gebruiker met het accounttype Computer Administrator.
Opmerking: u kunt de USB-verbinding mogelijk niet goed
afsluiten als de gebruikersnaam niet één van bovenstaande is.
Neem contact op met de systeembeheerder voor meer
informatie over de computer die u gebruikt.
Windows XP
Windows 2000
Macintosh
BOSS_BR-900
BOSS_BR-900
Removable Disk (*:)
(verwijderbare schijf)
(Vb.)
(Vb.)
(Vb.)
BOSS_BR-900
(Vb
.
)
USB-kabel
Naar USB-poort
van uw computer
164
Windows
Back-ups maken voor de
data van de BR-900CD
1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt op de display.
fig.06-103d
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
wordt aan de computer toegevoegd.
fig.06-104
5. Maak een back-up van de data.
1) Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk
(*:)")-pictogram.
2) Sleep de ROLAND-map naar de map van de
computer en laat hem daar los.
fig.06-105d
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het
Idling-scherm opnieuw op de display.
6. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het
"BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
om de cd te verwijderen.
* Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
1) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
2) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
1) Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop
op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram om de cd te verwijderen.
2) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
3) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
7. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het USB-menu verschijnt opnieuw.
BOSS_BR-900
Removable Disk (*:)
(verwijderbare schijf)
(Vb.)
Back-updata terugschrijven naar de BR-900CD vanaf
de computer (Recover)
Sleep de ROLAND-map naar het "BOSS_BR-900" (of het
"Removable disk (*:)")-pictogram, als u back-updata op een
computer opnieuw wilt overbrengen naar de BR-900, en
laat hem hier los (u overschrijft de BOSS_BR-900-map).
Takenblokje
Taakbalk
Takenblokje
Taakbalk
165
Windows
Hoofdstuk 7
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw
computer verbreekt, verschijnt onderstaand scherm. Wanneer u
hier op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
8. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op
[EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
Spoordata van de BR-900CD
opslaan in de WAV/AIFF-
indeling (WAV/AIFF Export)
U kunt de spoordata van de BR-900CD converteren naar
WAV- of AIFF-bestanden, en deze opslaan op uw computer.
Nadat u de mastersporen tot WAV- of AIFF-bestanden hebt
geconverteerd, kunt u met uw computer makkelijk audio-cd's
van de data maken en de data in geluidsapplicaties inladen.
Geheugentekort bij WAV/AIFF-exports
oplossen
Wanneer u WAV- of AIFF-bestanden exporteert, moeten de
geheugenkaarten voldoende vrije ruimte hebben om de
bestanden te kunnen bevatten. Is er te weinig geheugen
beschikbaar en verschijnt de foutmelding "Card Full!", dan
zijn er twee mogelijke oplossingen voor dit probleem.
Overbodige data van de geheugenkaart
verwijderen
1. Maak een back-up van de data op de kaart (zie p. 164).
2. Verwijder overbodige songs (zie p. 77).
3. Verwijder ook alle spoordata behalve die van de
sporen die u wilt exporteren (zie p. 73).
4. Exporteer de data.
5. Schrijf de data waarvan u een back-up hebt gemaakt,
opnieuw naar de BR-900CD (zie stap 5 "HINT" op p. 164).
Een geheugenkaart met hoge capaciteit
gebruiken
Raadpleeg de aparte informatiepagina "Over geheugenkaarten"
voor meer informatie over ondersteunde geheugenkaarten
(CompactFlash) voor de BR-900CD.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "EXPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
fig.06-110d
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de bestandsindeling te
selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
WAV: deze audio-indeling wordt voornamelijk voor
Windows gebruikt.
AIFF: deze audio-indeling wordt voornamelijk voor
Macintosh gebruikt.
6. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om het spoor/de V-Track die u wilt opslaan,
te selecteren.
Als u in mono opslaat
fig.06-112d
Als u in stereo opslaat
* Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.06-111d
166
Windows
7. Druk op [ENTER].
Het converteren van het WAV- of AIFF-bestand begint.
Bestandsnamen worden als volgt geconverteerd.
* Het converteren van een song duurt ongeveer even lang (tweemaal
zo lang in stereo) als het afspelen van de brondata van de song.
Als het converteren voltooid is, wordt het "BOSS_BR-
900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram aan de
computer toegevoegd.
fig.06-104
8. Exporteer het WAV- of AIFF-bestand naar uw computer.
1) Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk
(*:)")-pictogram.
2) Sleep het WAV- of AIFF-bestand uit de map "USB"
in de ROLAND-map naar de map van de computer,
en laat hem daar los.
fig.06-114d
Als de data-export voltooid is, verschijnt het Idling-
scherm opnieuw.
9. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het
"BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
om de cd te verwijderen.
* Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
1) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
2) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
1) Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop
op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram om de cd te verwijderen.
2) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
3) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
10. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het selectiescherm voor de bestandsindeling verschijnt
opnieuw. Wanneer u nu op [EXIT] drukt, wordt de
inhoud van de USB-map automatisch verwijderd.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw
computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm.
Wanneer u hier op [ENTER] drukt verschijnt het
selectiescherm voor de bestandindeling opnieuw.
fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
11. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 9.
12. Als het exporteren van de WAV- of AIFF-bestanden
voltooid is, kunt u terugkeren naar het Play-scherm
door meermaals op [EXIT] te drukken.
(Mono) (Stereo)
Spoor 1, V-Track 1 Spoor 1/2, V-Track 1
TR01_ _ _1.WAV of
TR01_ _ _1.AIF
TR0102 _1.WAV of
TR0102 _1.AIF
Spoor 1, V-Track 2 Spoor 1/2, V-Track 2
TR01_ _ _2.WAV of
TR01_ _ _2.AIF
TR0102 _2.WAV of
TR0102 _2.AIF
: :
Spoor 6, V-Track 7 Spoor 7/8, V-Track 7
TR06_ _ _7.WAV of
TR06_ _ _7.AIF
TR0708_7.WAV of
TR0708_7.AIF
Spoor 6, V-Track 8 Spoor 7/8, V-Track 8
TR06_ _ _8.WAV of
TR06_ _ _8.AIF
TR0708_8.WAV of
TR0708_8.AIF
BOSS_BR-900
Removable Disk (*:)
(verwijderbare schijf)
(Vb.)
Takenblokje
Taakbalk
Takenblokje
Taakbalk
167
Windows
Hoofdstuk 7
WAV/AIFF-bestanden naar
sporen van de BR-900CD
laden (WAV/AIFF Import)
U kunt WAV- of AIFF-bestanden op uw computer, die
bijvoorbeeld werden gecreëerd met muzieksoftware,
selecteren en laden naar de sporen van de BR-900CD.
U kunt waveformdata met de volgende indelingen
importeren. U kunt geen waveformdata in andere
indelingen importeren.
WAV- of AIFF-indeling
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Samplefrequentie: 44,1 kHz
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV"
en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen
niet worden geladen.
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer 1 sec)
kunnen niet worden geladen.
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen
genegeerd.
Als de unit in de arrange-functie staat op het moment
van de import, dan gebeurt dit volgens de timing van
de arrange-functie. Staat de unit daarentegen in de
pattern-functie op het moment van de import, dan
gebeurt dit volgens de timing van de pattern-functie.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te
zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "IMPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
fig.06-120d
5. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om het in te laden spoor en V-Track te
selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Als u in mono op de sporen inlaadt
fig.06-122d
Als u in stereo op de sporen inlaadt
* Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.06-121d
6. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om
de maat of de plaats in het spoor aan te geven waar het
inladen moet starten, en druk vervolgens op [ENTER].
fig.06-123d
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
wordt aan de computer toegevoegd.
fig.06-104
BOSS_BR-900
Removable Disk (*:)
(verwijderbare schijf)
(Vb.)
168
Windows
7. Kopieer het WAV- of AIFF-bestand dat u wilt importeren.
1) Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk
(*:)")-pictogram.
2) Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand
naar de USB-map in de ROLAND-map.
* Er kan per importeeropdracht maar één bestand tegelijk worden
geïmporteerd. Versleep niet meer dan één bestand tegelijk.
fig.06-126d
Als de data gekopieerd zijn, verschijnt het Idling-scherm
opnieuw.
8. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het
"BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
om de cd te verwijderen.
* Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
1) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
2) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
1) Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop
op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram om de cd te verwijderen.
2) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
3) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het WAV- of AIFF-bestand wordt geïmporteerd.
Wanneer het importeren voltooid is, wordt de inhoud
van de USB-map automatisch verwijderd.
* Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer
te verbreken, dan verschijnt het volgende scherm. Drukt u op
[ENTER] dan wordt het WAV- of AIFF-bestand geïmporteerd.
fig.06-106ad
Als het importeren voltooid is, keert u terug naar het
scherm waarin u het spoor/de V-Track die als importeer-
bron dient, kunt selecteren.
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
10. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 8.
11. Als u klaar bent met het importeren van de WAV- of
AIFF-bestanden, drukt u meermaals op [EXIT] om naar
het Play-scherm terug te keren.
Takenblokje
Taakbalk
Takenblokje
Taakbalk
169
Windows
Hoofdstuk 7
SMF's importeren en
patronen maken
U kunt SMF's (Standard MIDI Files) die op geheugenkaarten
als songpatronen zijn opgeslagen, importeren. U kunt uw
verzameling songpatronen gemakkelijk uitbreiden door SMF's
op uw computer of een ander apparaat aan te maken en ze
naar geheugenkaarten te kopiëren.
U kunt geen SMF's van meer dan 999 maten importeren.
Geef de SMF's die u importeert, de extensie "MID".
Gebruik bestandsnamen met acht alfanumerieke tekens.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt.
fig.03-434d
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
wordt aan de computer toegevoegd.
fig.06-104
5. Importeer de SMF.
1) Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram.
2) Sleep de geïmporteerde SMF naar de SMF-map in
de ROLAND-map.
fig.03-435d
Als het importeren van de SMF voltooid is, verschijnt het
Idling-scherm opnieuw.
6. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het
"BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
om de cd te verwijderen.
* Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
1) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
2) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
1) Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop
op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram om de cd te verwijderen.
2) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
3) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
BOSS_BR-900
Removable Disk (*:)
(verwijderbare schijf)
(Vb.)
Takenblokje
Taakbalk
Takenblokje
Taakbalk
170
Windows
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD
om naar het Play-scherm terug te keren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw
computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm. Wanneer
u in dit geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt,
verschijnt het Play-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
8. Druk meermaals op AUTO PUNCH [ON/OFF], totdat
de indicator knippert.
fig.03-436d
9. Druk op [EDIT].
10. Druk op [CURSOR] om de cursor op "SMF" te zetten en
druk op [ENTER].
De namen van de SMF's die op de geheugenkaart staan,
worden weergegeven.
fig.03-438d
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de SMF die u wilt
importeren, te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Wanneer u GM/GS/XG-compatibele SMF's importeert, is
MIDI-kanaal 10 meestal voorbehouden als kanaal voor
ritmische uitvoeringen. Zo worden enkel de data op MIDI-
kanaal 10 in de SMF geïsoleerd en geïmporteerd door de
BR-900CD. De data op andere kanalen worden genegeerd.
12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het song-
patroon dat de import-bestemming is, aan te geven en
druk vervolgens op [ENTER].
fig.03-439d
Het importeren wordt uitgevoerd.
* Bij sommige SMF-bestanden kan het vrij lang duren voor het
bestand is geïmporteerd.
* Tijdens het maken van updates verschijnt "Keep power on!" in
de bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel laat
zien wat er wordt verwerkt.
171
Windows
Hoofdstuk 7
Drumgeluiden van WAV/AIFF-
bestanden inladen (Tone Load)
U kunt WAV- en AIFF-bestanden op uw computer
importeren en ze als drumgeluiden inladen (TONE LOAD).
U kunt waveformdata met de volgende indelingen
importeren. U kunt geen waveformdata in andere
indelingen importeren.
WAV- of AIFF-indeling
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Samplefrequentie: 44,1 kHz
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen
niet worden geladen.
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer
100 msec) kunnen niet worden geladen.
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen
genegeerd.
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV"
en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
U kunt per drumkit drumgeluiden van maximaal
13 seconden inladen.
(Voorbeeld)
Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal:
7 seconden Totaal: 13 seconden
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"-
geluiden geladen, met de linker- en rechterkant
gemengd.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "BACKUP" met behulp van de TIME/VALUE-
draaiknop en druk vervolgens op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt.
fig.03-513d
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
wordt aan de computer toegevoegd.
fig.06-104
5. Importeer het WAV- of AIFF-bestand.
1) Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram.
2) Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand
naar de TONELOAD-map in de ROLAND-map.
fig.03-514d
Wanneer de WAV- of AIFF-bestanden geïmporteerd
zijn, verschijnt het Idling-scherm opnieuw.
6. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het
"BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
om de cd te verwijderen.
* Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
1) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
BOSS_BR-900
Removable Disk (*:)
(verwijderbare schijf)
(Vb.)
Takenblokje
Taakbalk
172
Windows
2) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
1) Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop
op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram om de cd te verwijderen.
2) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
3) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD
om naar het Play-scherm terug te keren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw
computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm. Wanneer
u in dit geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt,
verschijnt het Play-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
8. Druk op [UTILITY].
9. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-515d
10. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar
"CARD" te verplaatsen en druk op [ENTER].
De namen van de WAV- en AIFF-bestanden die op
de geheugenkaart staan, worden weergegeven.
* WAV-bestanden krijgen het symbool "W"; "A" duidt op
AIFF-bestanden.
fig.03-516d
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het WAV- of
AIFF-bestand met het gewenste drumgeluid te selecteren.
U kunt het geluid van het WAV- of AIFF-bestand vooraf
beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en op [ENTER]
te drukken.
12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song
Drum Kit die als laadbestemming dient, aan te geven.
S1–5: Song Drum Kit 1–5
fig.03-517d
13. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song
Drum Kit die als laadbestemming dient, te selecteren
en druk vervolgens op [ENTER].
Het laden wordt uitgevoerd.
Druk op [EXIT] om te annuleren.
fig.03-518d
* Tijdens het maken van updates verschijnt "Keep power on!" in
de bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel laat
zien wat er wordt verwerkt.
* WAV- en AIFF-bestanden in de TONELOAD-map blijven be-
waard en worden niet verwijderd, zelfs nadat deze procedure werd
voltooid. Als u deze bestanden niet meer nodig hebt, sluit u de
BR-900CD aan op uw computer via USB en verwijdert u deze
bestanden met de computer. Alle bewaarde bestanden gebruiken
de benodigde hoeveelheid geheugen op de geheugenkaart.
Takenblokje
Taakbalk
173
Windows
Hoofdstuk 7
De data van de BR-864 / BR-532
gebruiken
U kunt de BR-900CD gebruiken om data van de BR-864
(of de BR-532) af te spelen.
* Maak van de ROLAND-map van de BR-864 / BR-532 eerst
een back-up op de computer.
1. Initialiseer de geheugenkaart van de BR-900CD (p. 196).
2. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
3. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
5. Selecteer "BACKUP" met behulp van de TIME/VALUE-
draaiknop en druk vervolgens op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt.
fig.06-110ad
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
wordt aan de computer toegevoegd.
fig.06-104
6. De ROLAND-map van de BR-900CD verwijderen.
1) Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk
(*:)")-pictogram en verwijder de ROLAND-map.
7. Sleep de eerder gemaakte back-up van de ROLAND-map
van de BR-864 / BR-532 naar het "BOSS_BR-900" (of het
"Removable disk (*:)")-pictogram en laat hem daar los.
fig.06-110bd
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het
Idling-scherm opnieuw.
8. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het
"BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram
om de cd te verwijderen.
* Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
1) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
2) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
1) Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop
op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-
pictogram om de cd te verwijderen.
2) Klik op het -pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
3) Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To
Remove Hardware" dat verschijnt.
BOSS_BR-900
Removable Disk (*:)
(verwijderbare schijf)
(Vb.)
Takenblokje
Taakbalk
Takenblokje
Taakbalk
174
Windows
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het USB-scherm verschijnt opnieuw.
* Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer
te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier
op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
10. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op
[EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
175
Hoofdstuk 7
Macintosh
Back-ups van de BR-900CD-data
1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt.
fig.06-106d
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer
toegevoegd.
fig.06-107
5. Maak een back-up van de data.
1) Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2) Sleep de ROLAND-map naar de map van de
computer en laat hem daar los.
fig.06-109d
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het
Idling-scherm opnieuw.
6. Verbreek de verbinding met de computer.
1) Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de
prullenbak.
7. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het USB-scherm verschijnt opnieuw.
* Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer
te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier
op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
8. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op
[EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
BOSS_BR-900
(Vb.)
Back-updata terugschrijven naar de BR-900CD vanaf
de computer (Recover)
Sleep de ROLAND-map naar het "BOSS_BR-900"-
pictogram, als u back-updata op een computer opnieuw
wilt overbrengen naar de BR-900CD, en laat hem hier los
(u overschrijft de BOSS_BR-900-map).
176
Macintosh
Spoordata van de BR-900CD
opslaan in de WAV/AIFF-
indeling (WAV/AIFF Export)
U kunt de spoordata van de BR-900CD converteren naar WAV-
of AIFF-bestanden, en deze opslaan op uw computer. Nadat u
de mastersporen tot WAV- of AIFF-bestanden hebt geconver-
teerd, kunt u met uw computer makkelijk audio-cd's van de
data maken en de data in geluidsapplicaties inladen.
Geheugentekort bij WAV/AIFF-exports
oplossen
Wanneer u WAV- of AIFF-bestanden exporteert, moeten de
geheugenkaarten voldoende vrije ruimte hebben om de
bestanden te kunnen bevatten. Is er te weinig geheugen
beschikbaar en verschijnt de foutmelding "Card Full!", dan
zijn er twee mogelijke oplossingen voor dit probleem.
Overbodige data van de geheugenkaart
verwijderen
1. Maak een back-up van de data op de kaart (zie p. 175).
2. Verwijder overbodige songs (zie p. 77).
3. Verwijder ook alle spoordata behalve die van de
sporen die u wilt exporteren (zie p. 73).
4. Exporteer de data.
5. Schrijf de data waarvan u een back-up hebt gemaakt,
opnieuw naar de BR-900CD (zie Stap 5 "HINT" op p. 175).
Een geheugenkaart met hoge capaciteit
gebruiken
Raadpleeg de aparte informatiepagina "Over geheugen-
kaarten" voor meer informatie over ondersteunde
geheugenkaarten (CompactFlash) voor de BR-900CD.
1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "EXPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
fig.06-115d
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de bestandsindeling te
selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
WAV: deze audio-indeling wordt voornamelijk voor
Windows gebruikt.
AIFF: deze audio-indeling wordt voornamelijk voor
Macintosh gebruikt.
6. Gebruik de TIME/VALUE-draaiknop om het spoor/de
V-Track die u wilt opslaan, te selecteren.
Als u in mono opslaat
fig.06-117d
Als u in stereo opslaat
* Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.06-116d
177
Macintosh
Hoofdstuk 7
7. Druk op [ENTER].
Het converteren van het WAV- of AIFF-bestand begint.
Bestandsnamen worden als volgt geconverteerd.
* Het converteren van een song duurt ongeveer even lang (tweemaal
zo lang in stereo) als het afspelen van de brondata van de song.
Als het converteren voltooid is, wordt het "BOSS_BR-
900"-pictogram aan de computer toegevoegd.
fig.06-107
8. Exporteer het WAV- of AIFF-bestand naar uw computer.
1) Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2) Sleep het WAV- of AIFF-bestand uit de map "USB"
in de ROLAND-map naar de map van de computer,
en laat het daar los.
fig.06-119d
Als de data-export voltooid is, verschijnt het Idling-
scherm opnieuw.
9. Verbreek de verbinding met de computer.
1) Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de
prullenbak.
10. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het selectiescherm voor de bestandsindeling verschijnt
opnieuw.
Wanneer u op [EXIT] drukt, wordt de inhoud van de
USB-map automatisch verwijderd.
* Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer
te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier
op [ENTER] drukt verschijnt het selectiescherm voor de
bestandindeling opnieuw.
fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
11. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 9.
12. Als het exporteren van de WAV- of AIFF-bestanden
voltooid is, kunt u terugkeren naar het Play-scherm
door meermaals op [EXIT] te drukken.
(Mono) (Stereo)
Spoor 1, V-Track 1 Spoor 1/2, V-Track 1
TR01_ _ _1.WAV of
TR01_ _ _1.AIF
TR0102 _1.WAV of
TR0102 _1.AIF
Spoor 1, V-Track 2 Spoor 1/2, V-Track 2
TR01_ _ _2.WAV of
TR01_ _ _2.AIF
TR0102 _2.WAV of
TR0102 _2.AIF
: :
Spoor 6, V-Track 7 Spoor 7/8, V-Track 7
TR06_ _ _7.WAV of
TR06_ _ _7.AIF
TR0708_7.WAV of
TR0708_7.AIF
Spoor 6, V-Track 8 Spoor 7/8, V-Track 8
TR06_ _ _8.WAV of
TR06_ _ _8.AIF
TR0708_8.WAV of
TR0708_8.AIF
BOSS_BR-900
(Vb.)
178
Macintosh
WAV/AIFF-bestanden naar
sporen van de BR-900CD
laden (WAV/AIFF Import)
U kunt WAV- of AIFF-bestanden op uw computer, die
bijvoorbeeld werden gecreëerd met muzieksoftware,
selecteren en laden naar de sporen van de BR-900CD.
U kunt waveformdata met de volgende indelingen
importeren. U kunt geen waveformdata in andere
indelingen importeren.
WAV- of AIFF-indeling
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Samplefrequentie: 44,1 kHz
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV"
en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen
niet worden geladen.
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer 1 sec)
kunnen niet worden geladen.
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen
genegeerd.
Als de unit in de arrange-functie staat op het moment
van de import, dan gebeurt dit volgens de timing van
de arrange-functie. Staat de unit daarentegen in de
pattern-functie op het moment van de import, dan
gebeurt dit volgens de timing van de pattern-functie.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "IMPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
fig.06-127d
5. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om het in te laden spoor/de V-Track te
selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Als u in mono op de sporen inlaadt
fig.06-129d
Als u in stereo op de sporen inlaadt
* Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.06-128d
6. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om
de maat of de plaats in het spoor aan te geven waar het
inladen moet starten, en druk vervolgens op [ENTER].
fig.06-130d
Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt toegevoegd.
fig.06-107
BOSS_BR-900
(Vb.)
179
Macintosh
Hoofdstuk 7
7. Kopieer het WAV- of AIFF-bestand dat u wilt importeren.
1) Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2) Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand
naar de USB-map in de ROLAND-map.
* Er kan per importeeropdracht maar één bestand tegelijk worden
geïmporteerd. Versleep niet meer dan één bestand tegelijk.
fig.06-133d
Als u klaar bent met het kopiëren van de data, verschijnt
het Idling-scherm opnieuw.
8. Verbreek de verbinding met de computer.
1) Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de
prullenbak.
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het WAV- of AIFF-bestand wordt geïmporteerd.
Wanneer het importeren voltooid is, wordt de inhoud
van de USB-map automatisch verwijderd.
* Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te
verbreken, verschijnt het volgende scherm. Drukt u op [ENTER]
dan wordt het WAV- of AIFF-bestand geïmporteerd.
fig.06-106ad
Als het importeren voltooid is, keert u terug naar het
scherm waarin u het spoor/de V-Track dat als importeer-
bron dient, kunt selecteren.
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
10. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 8.
11. Als u klaar bent met het importeren van de WAV- of
AIFF-bestanden, drukt u meermaals op [EXIT] om naar
het Play-scherm terug te keren.
SMF's importeren en
patronen maken
U kunt SMF's (Standard MIDI Files) die op geheugenkaarten
als songpatronen zijn opgeslagen, importeren. U kunt uw
verzameling songpatronen gemakkelijk uitbreiden door SMF's
op uw computer of een ander apparaat aan te maken en ze
naar geheugenkaarten te kopiëren.
U kunt geen SMF's van meer dan 999 maten importeren.
Geef de SMF's die u importeert, de extensie "MID".
Gebruik bestandsnamen met acht alfanumerieke tekens.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt.
fig.03-434d
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer
toegevoegd.
fig.06-107
BOSS_BR-900
(Vb.)
180
Macintosh
5. Importeer de SMF.
1) Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2) Sleep de geïmporteerde SMF naar de SMF-map in
de ROLAND-map.
fig.03-435d
Als het importeren van de SMF voltooid is, verschijnt het
Idling-scherm opnieuw.
6. Verbreek de verbinding met de computer.
1) Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de
prullenbak.
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD
om naar het Play-scherm terug te keren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer
te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u in dit
geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt, verschijnt
het Play-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
8. Druk meermaals op AUTO PUNCH [ON/OFF], totdat
de indicator knippert.
fig.03-436d
9. Druk op [EDIT].
10. Druk op [CURSOR] om de cursor op "SMF" te zetten en
druk op [ENTER].
De namen van de SMF's die op de geheugenkaart staan,
worden weergegeven.
fig.03-438d
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de SMF die
u wilt importeren, te selecteren en druk vervolgens op
[ENTER].
Wanneer u GM/GS/XG-compatibele SMF's importeert, is
MIDI-kanaal 10 meestal voorbehouden als kanaal voor
ritmische uitvoeringen. Zo worden enkel de data op MIDI-
kanaal 10 in de SMF geïsoleerd en geïmporteerd door de
BR-900CD. De data op andere kanalen worden genegeerd.
12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het song-
patroon dat de import-bestemming is, aan te geven en
druk vervolgens op [ENTER].
fig.03-439d
Het importeren wordt uitgevoerd.
* Bij sommige SMF-bestanden kan het vrij lang duren voor het
bestand is geïmporteerd.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
181
Macintosh
Hoofdstuk 7
Drumgeluiden van WAV/AIFF-
bestanden inladen (Tone Load)
U kunt WAV- en AIFF-bestanden op uw computer
importeren en ze als drumgeluiden inladen (TONE LOAD).
U kunt waveformdata met de volgende indelingen
importeren. U kunt geen waveformdata in andere
indelingen importeren.
WAV- of AIFF-indeling
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Samplefrequentie: 44,1 kHz
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen
niet worden geladen.
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer 100
msec) kunnen niet worden geladen.
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen
genegeerd.
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV"
en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
U kunt per drumkit drumgeluiden van maximaal
13 seconden inladen.
(Voorbeeld)
Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal:
7 seconden Totaal: 13 seconden
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"-
geluiden geladen, met de linker- en rechterkant gemengd.
1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt.
fig.03-513d
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer
toegevoegd.
fig.06-107
5. Importeer het WAV- of AIFF-bestand.
1) Klik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2) Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand
naar de TONELOAD-map in de ROLAND-map.
fig.03-514d
Wanneer de WAV- of AIFF-bestanden geïmporteerd
zijn, verschijnt het Idling-scherm opnieuw.
6. Verbreek de verbinding met de computer.
1) Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de
prullenbak.
BOSS_BR-900
(Vb.)
182
Macintosh
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD
om naar het Play-scherm terug te keren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw
computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm. Wanneer
u in dit geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt,
verschijnt het Play-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
8. Druk op [UTILITY].
9. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar
"TONE" te verplaatsen en druk op [ENTER].
fig.03-515d
10. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar
"CARD" te verplaatsen en druk op [ENTER].
De namen van de WAV- en AIFF-bestanden die op de
geheugenkaart staan, worden weergegeven.
* WAV-bestanden krijgen het symbool "W"; "A" duidt op
AIFF-bestanden.
fig.03-516d
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het WAV- of
AIFF-bestand met het gewenste drumgeluid te selecteren.
U kunt het geluid van het WAV- of AIFF-bestand vooraf
beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en op [ENTER]
te drukken.
12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song
Drum Kit die als laadbestemming dient, aan te geven.
S1–5: Song Drum Kit 1–5
fig.03-517d
13. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song
Drum Kit die als laadbestemming dient, te selecteren
en druk vervolgens op [ENTER].
Het laden wordt uitgevoerd.
Druk [EXIT] om te annuleren.
fig.03-518d
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
* WAV- en AIFF-bestanden in de TONELOAD-map blijven
bewaard en worden niet verwijderd, zelfs nadat deze procedure
werd voltooid. Als u deze bestanden niet meer nodig hebt, sluit
u de BR-900CD aan op uw computer via USB en gebruikt u
de computer om deze bestanden te verwijderen. Alle bewaarde
bestanden gebruiken de benodigde hoeveelheid geheugen op de
geheugenkaart.
183
Macintosh
Hoofdstuk 7
De data van de BR-864 /
BR-532 gebruiken.
U kunt de BR-900CD gebruiken om data van de BR-864 /
BR-532 af te spelen.
* Maak van de ROLAND-map van de BR-864 / BR-532 eerst
een back-up op de computer.
1. De geheugenkaart van de BR-900CD initialiseren (p. 196).
2. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
3. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB"
te zetten en druk op [ENTER].
Het USB-scherm verschijnt.
5. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop
en druk vervolgens op [ENTER].
Het Idling-scherm verschijnt.
fig.06-110ad
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het
Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor
uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer
toegevoegd.
fig.06-107
6. De ROLAND-map van de BR-900CD verwijderen.
1) Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram en
verwijder de ROLAND-map.
7. Sleep de eerder gemaakte back-up van de ROLAND-map
van de BR-864 / BR-532 naar het "BOSS_BR-900CD" (of
"Removable disk (*:)")-pictogram en laat het daar los.
fig.06-110bd
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het
Idling-scherm opnieuw.
8. Verbreek de verbinding met de computer.
1) Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de
prullenbak.
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het USB-scherm verschijnt opnieuw.
* Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer
te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier
op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw.
fig.06-106ad
10. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op
[EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen
van de BR-900CD en de computer.
BOSS_BR-900
(Vb.)
184
MEMO
185
Hoofdstuk 8
Andere
handige
functies
186
Het displaycontrast aanpassen
Afhankelijk van waar de BR-900CD is opgesteld, kan de display
moeilijk te lezen zijn. Volg in dergelijke gevallen onderstaande
stappen om het contrast aan te passen (1 tot en met 21).
fig.00-309
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.00-310d
3. Druk op de CURSOR [ ] [ ]om "LCD Contrast" te
selecteren, en pas het contrast aan met de TIME/VALUE-
draaiknop.
fig.00-311d
4. Druk, nadat u de aanpassing hebt uitgevoerd, op
[UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het
Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Wanneer u [UTILITY] ingedrukt houdt terwijl u aan de
TIME/VALUE-draaiknop draait, kunt u het contrast in
realtime wijzigen. Kies de methode die het best bij de
instellingen op de BR-900CD past.
1,4 4
2,3
2
3
187
Hoofdstuk 8
Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken
U kunt een optionele voetschakelaar (zoals de BOSS FS-5U of
de Roland DP-2) of een expressiepedaal (zoals de Roland
EV-5 of de BOSS FV-300L) aansluiten op de FOOT SW/EXP
PEDAL-ingang op het achterpaneel, zodat u een aantal
functies met uw voet kunt regelen.
fig.05-101
* Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV-5, FV-300L;
optioneel). Met andere expressiepedalen riskeert u defecten en/of
schade aan het toestel.
* Stel bij de EV-5 en FV-300L het minimumvolume in op 0.
* U kunt ook een FS-6 (optioneel) als voetschakelaar gebruiken.
Gebruikt u een FS-6, sluit deze dan enkel aan op een van de
FS-6-aansluitingen, de A- of de B-aansluiting. Zet de
polariteitschakelaar tevens op "FS-5U". De A&B-aansluiting
kunt u niet gebruiken.
Een voetschakelaar gebruiken
Volg de onderstaande procedure om de voetschakelaar-
functie in te stellen.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-102d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] en selecteer "Foot SW".
fig.05-103d
4. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de voet-
schakelaarfunctie.
PLAY: De song wisselt tussen "play" en "stop"
elke keer dat u op de voetschakelaar drukt.
PUNCH: Wisselt tussen punch-in en punch-out elke
keer dat u op de voetschakelaar drukt.
FX: Het insert-effect wisselt tussen aan en uit
elke keer dat u op de voetschakelaar drukt.
* Is niet operationeel bij de pitch correction-functie.
5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
Een expressiepedaal gebruiken
De expressiepedaal functioneert volgens de effect-
instellingen zoals hieronder weergegeven.
Functioneert als een wah-pedaal, als het wah-type
(p. 101) op "PEDAL" is ingesteld.
Functioneert als volumepedaal, als foot volume (p. 96)
op "ON" is ingesteld.
Functioneert als pitch shifter-pedaal (toonveranderingen)
als het pitch shifter-type (p. 98) op "PEDAL" is ingesteld.
Voetschakelaar
(FS-5U enz.)
Expressiepedaal
(Roland EV-5 enz.)
Stel de polariteitschakelaar in
zoals in onderstaande tekening
188
Een instrument stemmen (Tuner)
De BR-900CD heeft een ingebouwde "chromatische stem-
functie", waarmee u uw instrument snel kunt stemmen.
U kunt het ingebouwde stemapparaat zowel voor gitaar als
basgitaar gebruiken.
Als voorbeeld leggen we hieronder uit hoe u uw gitaar stemt
met het stemapparaat.
* U kunt niet opnemen of weergeven terwijl u het stemapparaat
gebruikt.
Controleer de volgende punten voor u begint.
Is uw gitaar aangesloten op de GUITAR/BASS-ingang?
Brandt de [GUITAR/BASS/MIC2]-indicator op de
INPUT SELECT-toets?
Is de GUITAR/BASS INPUT SENS goed ingesteld (p. 35)?
Als de [GUITAR/BASS/MIC2]-indicator uit is, drukt u op
[GUITAR/BASS/MIC2] om hem aan te zetten.
Het stemapparaat wijzigen
1. Druk op [TUNER]
om naar het Tuner-scherm te gaan.
fig.05-201d
2. Druk nogmaals op [TUNER] (of druk op [EXIT]) om
naar het Play-scherm terug te keren.
Zet de MASTER-fader laag, als u het stemmen niet wilt horen.
* U kunt vanuit het Tuner-scherm niet naar andere schermen
gaan (behalve naar het Play-scherm).
Verklaring van de symbolen die
tijdens het stemmen verschijnen
Wanneer u de stemfunctie van de BR-900CD gebruikt, wordt
linksboven op de display de referentietoonhoogte en rechts-
boven de naam van de noot weergegeven. Het lagere gedeelte
geeft een stemgeleider weer, om het verschil tussen het input-
geluid en de weergegeven noot aan te geven.
fig.05-202d
Als het verschil tussen de input-toonhoogte en de correcte
toonhoogte minder dan +/-50 cents is, dan geeft de
stemgeleider aan hoe groot dat verschil is.
Houd de stemgeleider in de gaten als u uw instrument stemt,
en zorg ervoor dat de verticale lijn onder het -teken wordt
weergegeven.
NootnaamReferentietoon
Stemgeleider
189
Een instrument stemmen (Tuner)
Hoofdstuk 8
Stemmen
1. Sla de snaar aan die u wil stemmen.
Op de display verschijnt de naam van de noot die het
dichtst bij de gespeelde toonhoogte ligt.
* Sla de snaar één keer los aan.
2. Stem verder tot de nootnaam van de snaar die u stemt,
op de display verschijnt.
Normale stemming
3. Houd de stemgeleider in de gaten als u uw instrument
stemt, en zorg ervoor dat de verticale lijn onder het
-teken wordt weergegeven.
Ligt de toonhoogte van de snaar binnen de +/-50 cents van
de correcte toonhoogte, dan geeft de stemgeleider de af-
wijking tussen de werkelijke en de correcte toonhoogte aan.
Uw instrument is boven de weergegeven noot gestemd (#)
fig.05-203d
Uw instrument is op de weergegeven noot gestemd
fig.05-204d
Uw instrument is onder de weergegeven noot gestemd (b)
fig.05-205d
4. Herhaal stappen 1–3 om de andere snaren te stemmen.
* Als u een gitaar met een vibratohendel stemt, kunnen door het
stemmen van één snaar de andere snaren lichtjes ontstemd
geraken. In dat geval dient u eerst de snaren bij benadering te
stemmen zodat de correcte nootnaam verschijnt en daarna
iedere snaar juist te stemmen.
De referentietoon instellen
De referentietoon verwijst naar de frequentie van de A4-toets
(d.w.z. de centrale "A" op een pianoklavier) van het
instrument die als referentietoon dient (bijv. een piano).
Op de BR-900CD kunt u de referentietoon van de stem-
functie op elke willekeurige waarde tussen 435 en 445 Hz
instellen.
* De fabrieksinstelling van deze parameter is 440 Hz.
1. Druk op [TUNER] om naar het Tuner-scherm te gaan.
fig.05-206d
2. Wijzig de referentietoon met de TIME/VALUE-draaiknop.
Calib (kalibreren): 435–445 Hz
3. Druk nogmaals op [TUNER] (of druk op [EXIT]) om
naar het Play-scherm terug te keren.
De referentietoon die u hier instelt, wordt gebruikt als de
referentietoon voor pitch correction (p. 116).
7e
snaar
6e
snaar
5e
snaar
4e
snaar
3e
snaar
2e
snaar
1e
snaar
Gitaar B E A D G B E
Bas B E A D G
190
De output van een extern MIDI-toestel mixen met de
output van de BR-900CD (Audio Sub Mix)
De audio sub mix-functie laat u toe om het signaal dat binnen-
komt via LINE IN, te mixen met het signaal dat uitgestuurd
wordt via LINE OUT.
Als u met de BR-900CD en een extern MIDI-toestel gesyn-
chroniseerd afspeelt, kunt u de audio sub mix-functie
gebruiken om de uitvoer van het externe MIDI-toestel intern
met dat van de BR-900CD te mengen (in de BR-900CD),
zodat u geen externe mixer nodig hebt.
Tevens kunt u de sporen van de BR-900CD doeltreffender
gebruiken, aangezien u het signaal van het MIDI-toestel
kunt uitvoeren, zonder dat u het eerst op een spoor van de
BR-900CD hoeft op te nemen.
fig.05-501
fig.05-502
De audio sub mix-functie gebruiken
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-503d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Sub Mixer" te
selecteren en zet met de TIME/VALUE-draaiknop
de instelling op "ON".
fig.05-504d
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
5. Draai aan de LINE SENS-draaiknop om de gevoeligheid
aan te passen aan de input van het externe MIDI-toestel.
Zelfs als de submixer aan staat, en u drukt op INPUT
SELECT [LINE] zodat de indicator oplicht, dan krijgt het
signaal van LINE IN dat door de recorder/mixer block
passeert, toch voorrang en zal de submixer niet werken.
Externe mixer
OUTPUT
MIDI
IN
MIDI
OUT
LINE
OUT
Sub Mixer : UIT
OUTPUT
MIDI
IN
MIDI
OUT
LINE
OUT
LINE
IN
Sub Mixer : AAN
191
Hoofdstuk 8
Condensatormicrofoons gebruiken (fantoomvoeding)
De meeste condensatormicrofoons hebben een stroombron
nodig om te kunnen werken. Die noemen we fantoomvoeding.
De BR-900CD kan fantoomvoeding in +48 V leveren aan
condensatormicrofoons die zijn aangesloten op één van de
van XLR-aansluitingen voor MIC 1 en MIC 2.
1. Draai voordat u begint de INPUT SENS GUITAR/
BASS/MIC2- en MIC-draaiknoppen volledig tegen de
klok in, om de input-volumes te verlagen, en schuif
vervolgens de MASTER-fader en de INPUT LEVEL-
knop volledig naar beneden.
Als u deze volumes niet allemaal verlaagt, kan er een
luide klik te horen zijn als de fantoomvoeding wordt
aan- of uitgezet.
2. Druk op [UTILITY].
Het Utility-scherm verschijnt.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Phantom SW"
te selecteren en zet met de TIME/VALUE-draaiknop
de instelling op "ON".
fig.05-504d
ON: Er wordt fantoomvoeding geleverd.
Let op: als de fantoomvoeding aan staat, zal
het aan alle XLR-aansluitingen voor MIC 1
en 2 worden geleverd.
OFF: Er wordt geen fantoomvoeding geleverd.
5. Zet de INPUT SENS-knoppen, de MASTER-fader
en de INPUT LEVEL-draaiknop langzaam hoger en
kijk of er een audiosignaal wordt ontvangen van de
condensatormicrofoon(s).
6. Om de fantoomvoeding uit te zetten, herhaalt u stappen 1
t/m 3, en zet u "Phantom SW" op "OFF" in stap 4.
U kunt de fantoomvoeding niet apart aan- of uitzetten
voor MIC 1 en 2.
Er wordt geen fantoomvoeding geleverd aan de 1/4"
phone jack voor MIC 1 of aan de GUITAR/BASS-ingang.
De instelling voor fantoomvoeding gaat op "OFF" staan
als de BR-900CD wordt aangezet. Vergeet daarom niet
om deze stroombron aan te zetten als deze nodig is.
Er is geen fantoomvoeding vanaf de BR-900CD nodig als
u een externe microfoonvoorversterker of een specifieke
externe fantoomvoeding gebruikt. Controleer dat de
fantoomvoeding in dit soort gevallen op "OFF" staat.
Fantoomvoeding
Condensatormicrofoons bevatten over het algemeen een
paar dunne elektroden met tegengestelde polen. Als er
een voltage op deze elektroden wordt toegepast, wordt
elke trilling van binnenkomend geluid als een elektrische
golf verzonden. Aangezien deze golven echter erg zwak
zijn, dienen ze versterkt te worden door het gebruik van
een versterkingscircuit in de microfoon zelf.
Fantoomvoeding wordt gebruikt om dit versterkings-
circuit van stroom te voorzien.
Bepaalde types condensatormicrofoons gebruiken interne
batterijen als stroombron. In dat geval is fantoomvoeding
niet nodig.
Opmerkingen bij het gebruik van fantoomvoeding
Fantoomvoeding moet altijd uit staan als andere
geluidsbronnen dan condensatormicrofoons op de
BR-9000CD worden aangesloten. Dynamische
microfoons, audiospelers en dergelijke kunnen zelfs
beschadigd raken bij dit soort voeding. Raadpleeg
altijd de handleiding van de microfoon die u gaat
gebruiken, om zeker te zijn van de specificaties in
verband met fantoomvoeding.
Voor bepaalde types condensatormicrofoons (namelijk
microfoons met interne batterijen, elektrische
condensatormicrofoons, enz.) is fantoomvoeding niet
nodig. Zorg dat de fantoomvoeding op "OFF" staat als
u dit soort microfoons aansluit.
De MASTER-fader, INPUT SENS GUITAR/BASS/
MIC2- en MIC-knoppen, en de INPUT LEVEL-
draaiknop van de BR-900CD moeten allemaal
helemaal dicht staan wanneer u de fantoomvoeding
aan- of uitzet. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kunnen versterkers, luidsprekers en
dergelijke beschadigd raken door harde geluiden bij
het aan- of uitzetten.
192
Moeilijke passages leren spelen (Phrase Trainer)
Uw BR-900CD heeft een ingebouwde "Phrase Trainer".
De phrase trainer neemt op van apparaten die op de input-
aansluitingen zijn aangesloten (bijv. cd-spelers of MD-
spelers). U kunt deze functie vervolgens gebruiken om een
passage uit die opname herhaaldelijk weer te geven, zodat u
dat gedeelte telkens opnieuw kunt oefenen. U kunt de
weergave ook vertragen, zodat u gemakkelijker snelle
passages kunt leren, of u kunt een gitaarsolo verwijderen
zodat u bij het oefenen kunt meespelen met alleen de
achtergrondinstrumenten.
U kunt de phrase trainer ook gebruiken met sporen 5 en 6.
* U kunt niet opnemen terwijl u de phrase trainer (time stretch
of center cancel) gebruikt.
* Tijdens het gebruik van de phrase trainer zijn de volgende
toetsen uitgeschakeld:
[PAN/EQ], [LOOP EFFECTS], [RHYTHM PAD]
* Tijdens het gebruik van de phrase trainer is het Rhythm-spoor
niet hoorbaar.
1. Neem de song op die u op sporen 5 en 6 wilt kopiëren.
Hoe u opneemt met de BR-900CD, leest u in
“(7) Basisrichtlijnen voor opname” (p. 39).
2. Herhaal het songfragment dat u wil leren spelen.
Dit helpt u om een moeilijke frase of een gitaarsolo te
leren spelen, omdat u eender welke passage van de song
kunt laten herhalen.
Hoe u een fragment van de song herhaalt, leest u in
“De herhalende weergave (Repeat)” (p. 51).
3. Druk op [PHRASE TRAINER], zodat de indicator
oplicht als u time stretch en center cancel gebruikt.
Telkens wanneer u op [PHRASE TRAINER] drukt, gaat
de phrase trainer aan (de [PHRASE TRAINER]-indicator
licht op) en uit (de indicator is uit).
* Als u zowel de time stretch- als de center cancel-functie
uitschakelt, licht de indicator niet op.
De weergave vertragen
(Time Stretch)
Met de time stretch-functie kunt u de snelheid van een
weergave vertragen tot de helft van de normale snelheid
zonder dat de toonhoogte verandert.
1. Druk op [PHRASE TRAINER].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "TimeStrtch"
te selecteren en zet de functie op "ON" met de
TIME/VALUE-draaiknop.
fig.05-310d
ON: Vertraagt de weergavesnelheid tot de helft
zonder de toonhoogte te wijzigen.
OFF: De toonhoogte en de weergavesnelheid blijven
ongewijzigd.
Het centrale geluid uitschakelen
(Center Cancel)
Met de center cancel-functie kunt u het centrale geluid van
de weergave (bijv. een zangpartij of gitaarsolo) uitschakelen.
Dit is handig als u om te oefenen met de achtergrond-
instrumenten wilt samenspelen.
* Afhankelijk van hoe de song is opgenomen, is het wellicht niet
mogelijk om het centrale geluid volledig uit te schakelen.
* Geluiden worden in mono weergegeven.
1. Druk op [PHRASE TRAINER].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "CentrCncel"
te selecteren en zet deze functie op "ON" met de
TIME/VALUE-draaiknop.
fig.05-302d
ON:
Verwijdert het centrale geluid (bijv. zang of
gitaarsolo’s).
OFF: Normale weergave.
Voer de onderstaande procedure uit indien het centrale
geluid niet naar wens is verwijderd of als u het basgeluid
wilt benadrukken.
* Als CentrCncl op "OFF" staat, hebben de daarop volgende opdrachten
geen effect.
193
Moeilijke passages leren spelen (Phrase Trainer)
Hoofdstuk 8
3. Als u het basgeluid wilt benadrukken, drukt u op
CURSOR [ ] [ ] om "Low boost" te selecteren.
Vervolgens past u de waarde aan met de TIME/VALUE-
draaiknop zodat het basgeluid beter hoorbaar is.
fig.05-303d
4. Druk op CURSOR [ ] om "C.Adjust" te selecteren.
Vervolgens verlaagt u met de TIME/VALUE-draaiknop
het volume van het te verwijderen geluid.
* Afhankelijk van hoe de song is opgenomen, zou het kunnen dat
de geluiden niet volledig te verwijderen zijn.
fig.05-304d
5. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt de time stretch- en de center cancel-functies allebei
inschakelen, zodat u ze gelijktijdig kunt gebruiken.
194
Instellingen van de BR-900CD initialiseren
Alle instellingen van de
BR-900CD initialiseren
De volgende instellingen worden tegelijkertijd geïnitialiseerd.
Systeeminstellingen
Effecten (user patches/song patches)
Rhythm (arrangementen/patronen/drumkits)
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-601d
3. Druk op PARAMETER CURSOR [ ] [ ] om de
cursor op "ALL" te zetten en druk op [ENTER].
De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.05-602d
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten.
Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de opdracht te
annuleren.
Als u [ENTER] hebt ingedrukt, begint de initialisatie.
Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het
Play-scherm.
U kunt dezelfde initialisatie uitvoeren met "INIT ALL",
door INPUT SELECT [GUITAR/BASS/MIC2], [MIC] en
[LINE] ingedrukt te houden terwijl u de stroomschakelaar
op "ON" zet, en vervolgens op [ENTER] te drukken.
Systeeminstellingen initialiseren
Volg de onderstaande procedure om de systeemparameters
te initialiseren.
U vindt een lijst met de begininstelling van elke parameter in
de “Lijst van parameters” (p. 208).
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-603d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.05-604d
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten.
Druk op [EXIT] (NO) (of op [UTILITY]) om de opdracht
te annuleren.
Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie.
Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het
Play-scherm.
195
Instellingen van de BR-900CD initialiseren
Hoofdstuk 8
Effectinstellingen initialiseren
Volg de onderstaande procedure om de user effect patches of
de song effect patches te initialiseren.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-605d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "U EFX"
(user patch) of "S EFX" (song patch) te zetten en druk
op [ENTER].
De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt.
(Voorbeeld) als u "U EFX" selecteert.
fig.05-606d
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten.
Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de opdracht te
annuleren.
Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie.
Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het
Play-scherm.
De arrangementen/patronen/
drumkits van Rhythm initialiseren
Hiermee initialiseert u de arrangementen, patronen en
drumkits van Rhythm.
In songarrangement is stap 1 ingesteld op de metronoom.
In songpatronen en songdrumkits is deze stap leeg.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-607d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "RHY"
te zetten en druk op [ENTER].
De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.05-608d
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort
te zetten.
Druk op [EXIT] (NO) (of op [UTILITY]) om de opdracht
te annuleren.
Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie.
Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het
Play-scherm.
196
Instellingen van de BR-900CD initialiseren
De geheugenkaart initialiseren
Let op: een initialisatie wist alle bestaande data op de kaart.
* Als u de geheugenkaart die met de BR-900CD is meegeleverd,
initialiseert, gaan de demosongs op de kaart verloren.
Zet de BR-900CD altijd uit voor u een geheugenkaart plaatst
of verwijdert. Als u een geheugenkaart verwijdert terwijl het
toestel aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart
vernietigen of de geheugenkaart onbruikbaar maken.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-609d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar
"CARD" te verplaatsen en druk op [ENTER].
De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt.
fig.05-610d
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten.
Druk op [EXIT] (NO) (of op [UTILITY]) om de opdracht
te annuleren.
Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie.
Als het initialiseren is voltooid, verschijnt de boodschap
"Completed!".
Vervolgens verschijnt "Keep power on! Song creating..."
en wordt automatisch een nieuwe song aangemaakt.
In dit geval werd het datatype HiFi (MT2) geselecteerd.
Als het aanmaken van de song voltooid is, verschijnt het
Play-scherm opnieuw.
* Afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart kan het
meer dan tien minuten duren om het initialiseren te voltooien.
Dit is geen defect. De voortgang van het initialiseren wordt op
de display weergegeven. Zet de BR-900CD niet uit voordat het
initialiseren voltooid is.
Verwijder de geheugenkaart niet en zet de BR-900CD niet uit
zolang de display "Keep power on!" weergeeft. Als u dat wel
doet, kunt u de gegevens op de geheugenkaart beschadigen
en/of de geheugenkaart zelfs onbruikbaar maken.
197
Hoofdstuk 8
Batterijcapaciteit sparen (Power Save)
Uw BR-900CD is uitgerust met een power save-functie die
stroomverspilling tijdens het gebruik beperkt.
Als de power save-functie is geactiveerd en u geruime tijd
geen knoppen of de TIME/VALUE-draaiknop hebt gebruikt,
gaat de BR-900CD in standby en worden de achtergrond-
verlichting van de display en de indicators van de knoppen
uitgeschakeld.
In standby ziet de display er als volgt uit.
fig.05-701d
* De stroombesparende functie is bijzonder handig als de
BR-900CD werkt op de batterijvoeding.
Volg onderstaande procedure om de stroombesparende
functie te activeren.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-703d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "PowerSave" te
selecteren en regel met de TIME/VALUE-draaiknop
na hoeveel tijd de stroombesparende functie wordt
ingeschakeld.
Geldige instellingen: OFF, 1min, 3min, 5min, 10min
fig.05-704d
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar
het Play-scherm terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de
bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel
laat zien wat er wordt verwerkt.
De power save-functie uitschakelen
Druk op een willekeurige knop op het paneel om de stroom-
besparing uit te schakelen.
* Nadat power save is uitgeschakeld, verschijnt het Play-scherm.
198
Lijst van de Utility-parameters
De Utilities omvatten:
"Systeemparameters" om functies die op de hele
BR-900CD van invloed zijn, in te stellen.
"Sync-parameters" om functies voor gesynchroniseerde
uitvoeringen in te stellen.
"Scrub-parameters" om scrub-functies in te stellen.
De systeemparameters
In deze paragraaf vindt u informatie over de systeemparameters.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS"
te zetten en druk op [ENTER].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de systeemparameter
te selecteren en definieer deze vervolgens met de
TIME/VALUE-draaiknop.
LCD Contrast
Geldige instellingen: 121 (beginwaarde: 13)
Hiermee stelt u het contrast van de display in.
Foot Switch Assign (Foot SW)
Geldige instellingen: PLAY, PUNCH, FX
(beginwaarde: PLAY)
Hiermee stelt u de functie in van de voetschakelaar (een
optionele FS-5U of DP-2) die op de FOOT SW/EXP PEDAL-
ingang is aangesloten.
PLAY: Regelt de PLAY- en STOP-functie van de
recorder.
PUNCH: Regelt punch-in/out.
FX: Zet de insert-effecten aan en uit.
Audio Sub Mix-schakelaar (Sub Mixer)
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
Met deze instelling zet u de Audio Sub Mix-functie (uitgaande
mix van de externe inputs vanaf LINE IN) aan en uit.
Schakelaar voor de interne microfoon (Mic)
Geldige instellingen: EXTERNAL, ONBRD+EXT
(beginwaarde: EXTERNAL)
Gebruik deze instelling om enkel het geluid van de externe
microfoon aangesloten op MIC 1 in te voeren, of om over te
schakelen op de interne microfoon en een mix van geluiden
van de interne en externe microfoons in te voeren.
Fantoomvoedingschakelaar (Phantom SW)
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
Hiermee zet u de fantoomvoeding aan en uit.
AB Quantize (AB Qtz)
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
Hiermee zet u de quantize-functie aan en uit.
"Quantize" is een functie waarmee u de begin- en eindpositie
in maateenheden kunt instellen, wanneer u repeat playback
(het herhaalde fragment) instelt.
Remain Information (Remain Inf)
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
Hierdoor wordt resterende opnametijd op de display
weergegeven tijdens opnamestandby of tijdens het opnemen.
Power Save Mode (PowerSave)
Geldige instellingen: OFF, 1, 3, 5, 10 (min)
(beginwaarde: OFF)
Met deze instelling Zet u de power save-functie aan en uit.
Met "Power Save" vermindert u het stroomverbruik via
stroombesparende maatregelen zoals het uitschakelen van de
achtergrondverlichting van de display wanneer gedurende
een specifieke tijdsduur (van één, drie, vijf of tien minuten)
geen opdrachten worden uitgevoerd. Dit is handig om
nodeloos batterijgebruik te voorkomen.
De sync-parameters
In deze paragraaf vindt u informatie over de sync-parameters.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC"
te zetten en druk op [ENTER].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de sync-parameter
te selecteren en stel deze vervolgens in met de
TIME/VALUE-draaiknop.
Sync Generator (Sync Gen)
Geldige instellingen: OFF, MTC, MCK (beginwaarde: OFF)
Hiermee stelt u de synchronisatiesignalen in die via de
MIDI OUT-connector worden uitgevoerd.
OFF: Er wordt geen synchronisatiesignaal
via MIDI OUT uitgevoerd.
MTC: Er worden MTC-synchronisatiesignalen
via MIDI OUT uitgevoerd.
MKC: Er worden MIDI CLOCK-synchronisatiesignalen
via MIDI OUT uitgevoerd.
MMC Master
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
Met deze instelling bepaalt u of de Master MMC-code via
MIDI OUT wordt uitgevoerd of niet.
199
Lijst van de Utility-parameters
Hoofdstuk 8
MTC Type
Geldige instellingen: 30, 29N, 29D, 25, 24
(beginwaarde: 30)
Hiermee stelt u het type MTC-output via de MIDI OUT-
aansluiting in.
30: 30 frames per seconde, non-drop-formaat.
Dit wordt gebruikt door audiotoestellen zoals
analoge bandrecorders en voor zwart-wit
videomateriaal in het NTSC-formaat
(gebruikt in Japan en de V.S.).
29N: 29,97 frames per seconde drop-formaat. Dit
wordt gebruikt voor kleurenvideomateriaal in
het NTSC-formaat (gebruikt in Japan en de V.S.).
29D: 29,97 frames per seconde drop-formaat.
Dit wordt gebruikt voor video-uitzendingen in
kleur, in het NTSC-formaat (gebruikt in Japan
en de V.S.).
25: 25 frames per seconde. Dit wordt gebruikt
voor video, audio-apparatuur en film in het
SECAM- of PAL-formaat (gebruikt in Europa
en elders).
24: 24 frames per seconde. Dit wordt in de V.S.
gebruikt voor video, audio-apparatuur en film.
Rhythm MIDI Channel (RhyMIDI ch)
Geldige instellingen: 116, OFF (beginwaarde: 10)
Hiermee stelt u het MIDI-kanaal in voor de output van de
Rhythm-performancedata vanaf de MIDI OUT-connector.
Als dit op OFF is ingesteld, worden er geen data uitgevoerd.
Offset
Geldige instellingen: 00:00:00-00.023:59:59-29.9
(beginwaarde: 00:00:00-00.0)
Stelt de tijd in die nodig is om de songweergave en MTC-
timing op elkaar af te stemmen bij het synchroniseren van
een extern apparaat met MTC vanaf de BR-900CD.
De offset is in feite het verschil tussen de "tijdspositie waarop
de MTC-timing wordt afgestemd" en de "tijdspositie waarop
de song-timing wordt afgestemd". Als u bijvoorbeeld het
externe toestel wilt laten spelen met de hieronder vermelde
MTC-timing op het moment dat de song-timing
"01h00m00s00" is, stel dan de offset als volgt in.
De offset wordt in elke song afzonderlijk opgeslagen.
De scrub-parameters
In deze paragraaf vindt u informatie over de scrub-parameters.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SCR"
te zetten en druk op [ENTER].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de scrub-parameter
te selecteren en stel deze vervolgens in met de TIME/
VALUE-draaiknop.
Scrub-functie From/To
Geldige instellingen: FROM, TO (beginwaarde: FROM)
Hiermee stelt u de scrub-functie in.
"Scrub" is een functie waarmee materiaal van een extreem
korte duur (zo'n 45 msec) herhaaldelijk wordt afgespeeld.
U kunt scrub-weergave krijgen door [STOP] ingedrukt te
houden en op [PLAY] te drukken.
FROM: Geeft ongeveer 45 milliseconden scrub-
weergave vanaf de huidige positie.
TO: Geeft ongeveer 45 milliseconden scrub-
weergave tot de huidige positie.
Preview-schakelaar (Preview SW)
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
Met deze instelling zet u de preview-functie aan en uit.
Als de preview-schakelaar op ON staat, geeft het indrukken
van [REW] tijdens scrub-weergave één seconde weergavetijd
vanaf de huidige positie. Drukt u [FF] is dat krijgt u één
seconde weergavetijd tot de huidige positie.
Song Timing MTC voor
extern toestel
Offset-
instelling
01h00m00s00 01h30m00s00 00h30m00s00
01h00m00s00 00h30m00s00 23h30m00s00
200
MEMO
201
Hoofdstuk 9
Bijlagen
202
Lijst van effect patches
GTR (GUITAR/BASS)
Nr. Patchnaam Algoritme
01 JC Clean COSM GTR AMP
02 HiGainLd COSM GTR AMP
03 Over Drv COSM GTR AMP
04 Phased COSM GTR AMP
05 Crunch COSM GTR AMP
06 MS Strgt COSM GTR AMP
07 St WACK COSM GTR AMP
08 Ambient COSM GTR AMP
09 Voxy! COSM GTR AMP
10 St Metal COSM GTR AMP
11 TREM'TWN COSM GTR AMP
12 StdAmp F COSM GTR AMP
13 StdAmp M COSM COMP GTR
14 St Flang COSM GTR AMP
15 TEXAS COSM GTR AMP
16 HiGainMS COSM GTR AMP
17 StThrash COSM GTR AMP
18 SWEET LD COSM GTR AMP
19 BIG COMP COSM GTR AMP
20 PowChord COSM GTR AMP
21 Uni-Wah COSM GTR AMP
22 Gt Pad COSM GTR AMP
23 D-CompLd COSM COMP GTR
24 DrivenLd COSM GTR AMP
25 RockLead COSM GTR AMP
26 RAGE! COSM GTR AMP
27 ClearSky COSM GTR AMP
28 60s UK COSM COMP GTR
29 TubeStck COSM GTR AMP
30 StSustin COSM GTR AMP
31 Country COSM COMP GTR
32 ClapLead COSM GTR AMP
33 TURND211 COSM GTR AMP
34 80'sHard COSM GTR AMP
35 90'sMetl COSM GTR AMP
36 Bubbling COSM GTR AMP
37 BIG FUNK COSM COMP GTR
38 Dirty COSM GTR AMP
39 MatchDrv COSM GTR AMP
40 St AltLd COSM GTR AMP
41 PhatPhas COSM GTR AMP
42 SocrFild COSM GTR AMP
43 UK Gtr COSM COMP GTR
44 DOWN 2 D COSM GTR AMP
45 CmpBilly COSM COMP GTR
46 JC Metal COSM GTR AMP
47 LATE70's COSM GTR AMP
48 EARY70's COSM GTR AMP
49 American COSM GTR AMP
50 Heavy COSM GTR AMP
Nr. Patchnaam Algoritme
51 Hard Drv COSM GTR AMP
52 HyperMtl COSM GTR AMP
53 Metal Ld COSM GTR AMP
54 ResoLead COSM GTR AMP
55 ARPEGGIO COSM GTR AMP
56 SmallAmp COSM GTR AMP
57 CleanLd COSM COMP GTR
58 BluesyLd COSM GTR AMP
59 Delayed COSM GTR AMP
60 Wah Lead COSM GTR AMP
61 FatClean COSM COMP GTR
62 ClnTubes COSM GTR AMP
63 Std MkII COSM GTR AMP
64 Crunchy COSM GTR AMP
65 Aussie COSM GTR AMP
66 DarfBlus COSM GTR AMP
67 HeadinWM COSM GTR AMP
68 BG Lead COSM GTR AMP
69 FixedWah COSM GTR AMP
70 BIG 3RDS COSM GTR AMP
71 ACOUSTY ACOUSTIC SIM
72 BrightAc ACOUSTIC SIM
73 ACO w/PZ ACOUSTIC SIM
74 AC4Slide ACOUSTIC SIM
75 Dream Ac ACOUSTIC SIM
76 TigtBass BASS SIM
77 LoosBass BASS SIM
78 B.SIM+Ch BASS SIM
79 UprtPhsd BASS SIM
80 G>FRTLES BASS SIM
81 Natural ACOUSTIC GTR
82 AcstSolo ACOUSTIC GTR
83 MIC'D AC ACOUSTIC GTR
84 NICE ACS ACOUSTIC GTR
85 WIDE ACS ACOUSTIC GTR
86 SLAPnPOP BASS MULTI
87 PhasBass BASS MULTI
88 FLIPTOP COSM BASS AMP
89 SquezBas COSM COMP BSS
90 StdoBass COSM COMP BSS
91 BassTube COSM BASS AMP
92 PunkBass COSM BASS AMP
93 SUSTAIN COSM COMP BSS
94 Big8-Stg BASS MULTI
95 FRETLESS BASS MULTI
96 STADIUM COSM COMP BSS
97 OCTAVE BASS MULTI
98 NO FRET BASS MULTI
99 DRV BASS COSM BASS AMP
203
Lijst van effect patches
Hoofdstuk 9
MIC
Nr. Patchnaam Algoritme
01 Vo Comp1 COSM COMP VCL
02 Vo Comp2 COSM COMP VCL
03 Kick Cmp COSM COMP VCL
04 SnareCmp COSM COMP VCL
05 BrassCmp COSM COMP VCL
06 VocalFx1 VOCAL MULTI
07 VocalFx2 VOCAL MULTI
08 VocalFx3 VOCAL MULTI
09 VocalFx4 VOCAL MULTI
10 NARRATOR VOCAL MULTI
11 VOX DOUB VOCAL MULTI
12 VOX DETN VOCAL MULTI
13 KARAOKE VOCAL MULTI
14 UNISON VOICE TRANS
15 STUTTER VOICE TRANS
16 D.VADER VOICE TRANS
17 ALIEN VOICE TRANS
18 BullHorn VOCAL MULTI
19 SEAGULLS VOICE TRANS
20 SO DEEP! VOICE TRANS
21 BrightCh VOCAL MULTI
22 FatBrass VOCAL MULTI
23 Dark EQ VOCAL MULTI
24 Vocal EQ VOCAL MULTI
25 BrightEQ VOCAL MULTI
26 Enh+BCut VOCAL MULTI
27 ST.PAN VOCAL MULTI
28 SLOW FLG VOCAL MULTI
29 FAST FLG VOCAL MULTI
30 SLOW CHO VOCAL MULTI
31 SLAPBACK VOCAL MULTI
32 BigEQ+DL VOCAL MULTI
33 BalladFx VOCAL MULTI
34 PTCH-1/2 VOCAL MULTI
35 PTCH+1/2 VOCAL MULTI
36 CM+DS+EH VOCAL MULTI
37 CM+EH+EQ VOCAL MULTI
38 CM+DS+EQ VOCAL MULTI
39 CM+EQ+DB VOCAL MULTI
40 CM+EQ+DT VOCAL MULTI
LIN (LINE)
Nr. Patchnaam Algoritme
01 CM+FatEQ STEREO MULTI
02 CM+ThnEQ STEREO MULTI
03 Tight EQ STEREO MULTI
04 CM+BigEQ STEREO MULTI
05 SMALL EQ STEREO MULTI
06 T'WAH UP STEREO MULTI
07 T'WAH DW STEREO MULTI
08 R.MOD:LO STEREO MULTI
09 R.MOD:HI STEREO MULTI
10 TotalMod STEREO MULTI
11 DEEP FLG STEREO MULTI
12 LO&SLOW STEREO MULTI
13 LO&FAST STEREO MULTI
14 HI&SLOW STEREO MULTI
15 HI&FAST STEREO MULTI
16 StChorus STEREO MULTI
17 SlowChrs STEREO MULTI
18 FastChrs STEREO MULTI
19 PRE-DLY STEREO MULTI
20 VntgPhas STEREO MULTI
21 MdrnPhas STEREO MULTI
22 DeepPhas STEREO MULTI
23 PhatPhas STEREO MULTI
24 PS:DETUN STEREO MULTI
25 PS:-1OCT STEREO MULTI
26 PS:+1OCT STEREO MULTI
27 ST DOUBL STEREO MULTI
28 MONO>>ST STEREO MULTI
29 SLOW PAN STEREO MULTI
30 FAST PAN STEREO MULTI
31 CHRS+DLY STEREO MULTI
32 CHRS+TAP STEREO MULTI
33 PH+SLPBK STEREO MULTI
34 FLNG+TAP STEREO MULTI
35 LoCmbFlt STEREO MULTI
36 HiCmbFlt STEREO MULTI
37 120 RMOD STEREO MULTI
38 PAN+DLY STEREO MULTI
39 ST TREM STEREO MULTI
40 120 SLIC STEREO MULTI
41 20sRadio LO-FI BOX
42 40sRadio LO-FI BOX
43 60sRadio LO-FI BOX
44 PHONGRPH LO-FI BOX
45 Vntg45's LO-FI BOX
46 CLASC LP LO-FI BOX
47 VntgSmpl LO-FI BOX
48 1985Smpl LO-FI BOX
49 R-ModSmp LO-FI BOX
50 2-BIT DS LO-FI BOX
204
Lijst van effect patches
SML (SIMUL)
Nr. Patchnaam Algoritme
01 EQ + JC VO+GT AMP
02 DELAY+JC VO+GT AMP
03 CMP+TWIN VO+GT AMP
04 EQ+twin VO+GT AMP
05 CMP+SMAL VO+GT AMP
06 EQ+CRNCH VO+GT AMP
07 EQ+MATCH VO+GT AMP
08 DL+match VO+GT AMP
09 EQ+VO VO+GT AMP
10 COMP+vo VO+GT AMP
11 CMP+BLUS VO+GT AMP
12 CMP+BG VO+GT AMP
13 DELAY+bg VO+GT AMP
14 DL+MS(1) VO+GT AMP
15 DL+ms(1) VO+GT AMP
16 DL+MS1+2 VO+GT AMP
17 CM&EQ+ms VO+GT AMP
18 DLY+SLDN VO+GT AMP
19 CMP+METL VO+GT AMP
20 EQ+METAL VO+GT AMP
21 DI+H-STD VO+AC.SIM
22 EQ+S-STD VO+AC.SIM
23 CM+H-JUM VO+AC.SIM
24 CM+S-JUM VO+AC.SIM
25 DL+H-ENH VO+AC.SIM
26 CM+S-ENH VO+AC.SIM
27 EQ+H-PZO VO+AC.SIM
28 DL+S-PZO VO+AC.SIM
29 CMP+PZO1 VO+AC.SIM
30 DL+PZO2 VO+AC.SIM
31 DIR+SIM1 VO+AC.SIM
32 CMP+SIM2 VO+AC.SIM
33 EQ+SIM3 VO+AC.SIM
34 DL+SIM4 VO+AC.SIM
35 CMP+SIM5 VO+AC.SIM
36 COMP+AC VO+ACOUSTIC
37 COMP+CLS VO+ACOUSTIC
38 COMP+DIS VO+ACOUSTIC
39 COMP+FAR VO+ACOUSTIC
40 COMP+DYN VO+ACOUSTIC
41 COMP+MIC VO+ACOUSTIC
42 COMP+DIR VO+ACOUSTIC
43 NS+VNTG VO+ACOUSTIC
44 CMP+CMP1 VO+ACOUSTIC
45 DI+COMP2 VO+ACOUSTIC
46 CMP+CMP3 VO+ACOUSTIC
47 NS+COMP4 VO+ACOUSTIC
48 CMP+CMP5 VO+ACOUSTIC
49 COMP+SML VO+ACOUSTIC
50 COMP+LRG VO+ACOUSTIC
205
Hoofdstuk 9
Lijst van Mastering Tool Kit patches
MTK (MASTERING TOOL KIT)
Nr. Patchnaam
01 Mix Down
02 PreMastr
03 Live Mix
04 Pop Mix
05 DanceMix
06 JinglMix
07 HardComp
08 SoftComp
09 CleanCmp
10 DanceCmp
11 OrchComp
12 VocalCmp
13 Acoustic
14 RockBand
15 Orchestr
16 LowBoost
17 Brighten
18 DJsVoice
19 PhoneVox
Lijst van Pitch Correction patches
PCR (PITCH CORRECTION)
Nr. Patchnaam
P01 Alto
P02 Soprano
P03 Tenor
P04 Baritone
P05 Machine
206
Lijst van arrangementen/patronen
Lijst van preset arrangementen
Elk preset arrangement (behalve Metro4/4) is zo ingesteld dat na E (einde) een BREAK van drie maten, gevolgd door V1 (couplet) komt.
Nr.
Naam
Arrangement
Begin-
tempo
Maat-
slag
Startmaten
BREAK
V1 Drumkit
IN V1 F1 V2 F2 V2 END
P01 ROCK1 130 4/4 1 2 4 6 8 10 12 16 19 ROOM
P02 ROCK2 130 4/4 1 3 5 7 9 11 13 17 20 ROOM
P03 ROCK3 118 4/4 1 3 6 7 10 11 15 17 20 ROOM
P04 ROCK4 118 4/4 1 5 8 9 12 13 15 19 22 ROOM
P05 ROCK5 104 4/4 1 5 8 9 12 13 15 17 20 ROOM
P06 ROCK6 86 4/4 1 2 9 10 17 18 22 24 27 STD 2
P07 HdRck1 130 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 ROOM
P08 HdRck2 98 4/4 1 3 10 11 18 19 23 25 28 HARD
P09 HdRck3 126 4/4 1 5 8 9 12 13 15 20 23 ROOM
P10 HdRck4 120 4/4 1 4 7 8 11 12 15 18 21 ROOM
P11 HdRck5 118 4/4 1 2 5 6 9 10 12 13 16 ROOM
P12 HEAVY1 210 4/4 1 5 11 13 19 21 25 29 32 HARD
P13 HEAVY2 120 4/4 1 3 9 11 17 19 21 23 26 HARD
P14 HEAVY3 120 4/4 1 3 9 11 17 19 21 24 27 HARD
P15 HEAVY4 162 4/4 1 3 9 11 17 19 21 24 27 ROOM
P16 HEAVY5 109 4/4 1 5 8 9 12 13 15 16 19 ROOM
P17 POP1 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 17 20 ROOM
P18 POP2 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 STD1
P19 POP3 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 ROOM
P20 POP4 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 17 20 ROOM
P21 POP5 140 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 ROOM
P22 POP6 96 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 STD 1
P23 POP7 66 4/4 1 4 7 8 11 12 14 16 19 STD 2
P24 POP8 151 4/4 1 5 8 9 16 17 21 24 27 STD 1
P25 BALLAD1 70 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 ROOM
P26 BALLAD2 89 4/4 1 2 5 6 9 10 12 14 17 STD 2
P27 BLUES1 124 4/4 1 2 5 6 9 10 13 16 19 STD 2
P28 BLUES2 192 4/4 1 5 12 13 20 21 25 29 32 STD 1
P29 BLUES3 124 4/4 1 3 10 11 18 19 23 26 29 STD 2
P30 BLUES4 148 4/4 1 5 8 9 12 13 15 17 20 STD 1
P31 R&B1 110 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 STD 1
P32 R&B2 154 4/4 1 3 6 7 10 11 13 18 21 STD 1
P33 R&B3 108 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 STD 2
P34 R&B4 96 4/4 1 5 12 13 20 21 25 26 29 STD 1
P35 R&B5 94 4/4 1 5 8 9 12 13 15 19 22 STD 1
P36 JAZZ1 140 4/4 1 3 5 7 9 11 13 15 18 JAZZ
P37 JAZZ2 140 4/4 1 5 7 9 11 13 15 17 20 JAZZ
P38 JAZZ3 140 4/4 1 5 12 13 20 21 25 30 33 JAZZ
P39 FUSION1 120 4/4 1 5 12 13 20 21 25 29 32 STD2
P40 FUSION2 118 4/4 1 2 5 6 9 10 12 15 18 ROOM
P41 HipHop1 93 4/4 1 2 9 10 17 18 22 23 26 HIP-HOP
P42 HipHop2 102 4/4 1 3 10 11 18 19 23 25 28 808
P43 FUNK 110 4/4 1 2 4 6 8 10 12 13 16 HIP-HOP
P44 HOUSE 114 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 HOUSE
P45 Cntry1 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 14 17 JAZZ
P46 Cntry2 118 4/4 1 2 5 6 9 10 12 14 17 JAZZ
P47 Other1 96 4/4 1 2 9 10 17 18 22 24 27 REGGAE
P48 Other2 118 4/4 1 5 7 9 11 13 15 19 22 STD 2
P49 Other3 125 4/4 1 2 5 6 9 10 12 14 17 ROOM
P50 Metro4/4 120 4/4 1 - - - - - - - - STD 1
207
Lijst van arrangementen/patronen
Hoofdstuk 9
Lijst van preset patronen
Patroonnaam
(afkorting op de display)
Begin-
tempo
Maat-
slag
Maten
IN V1 F1 V2 F2 E
ROCK1 130 4/4 1 2 2 2 2 4
ROCK2 130 4/4 2 2 2 2 2 4
ROCK3 118 4/4 2 2 1 2 1 2
ROCK4 118 4/4 4 2 1 2 1 4
ROCK5 104 4/4 4 2 1 2 1 2
ROCK6 86 4/4 1 4 1 4 1 2
Hard Rock 1(HdRc1) 130 4/4 4 2 1 2 1 3
Hard Rock 1(HdRc2) 98 4/4 2 4 1 4 1 2
Hard Rock 1(HdRc3) 126 4/4 4 2 1 2 1 5
Hard Rock 1(HdRc4) 120 4/4 3 2 1 2 1 3
Hard Rock 1(HdRc5) 118 4/4 1 1 1 1 1 1
HEAVY1 (HEVY1) 210 4/4 4 4 2 4 2 4
HEAVY2 (HEVY2) 120 4/4 2 2 2 2 2 2
HEAVY3 (HEVY3) 120 4/4 2 2 2 2 2 3
HEAVY4 (HEVY4) 162 4/4 2 2 2 2 2 3
HEAVY5 (HEVY5) 109 4/4 4 2 1 2 1 1
POP1 118 4/4 2 2 1 2 1 4
POP2 118 4/4 2 2 1 2 1 2
POP3 118 4/4 2 2 1 2 1 2
POP4 118 4/4 2 1 1 1 1 4
POP5 140 4/4 2 1 1 1 1 2
POP6 96 4/4 2 2 1 2 1 2
POP7 66 4/4 3 2 1 2 1 2
POP8 151 4/4 4 2 1 4 1 3
BALLAD1 (BALD1) 70 4/4 4 2 1 2 1 3
BALLAD2 (BALD2) 89 4/4 1 2 1 2 1 2
BLUES1 (BLUS1) 124 4/4 1 4 1 4 1 3
BLUES2 (BLUS2) 192 4/4 4 4 1 4 1 4
BLUES3 (BLUS3) 124 4/4 2 2 1 2 1 3
BLUES4 (BLUS4) 148 4/4 4 2 1 2 1 2
R&B1 110 4/4 4 2 1 2 1 3
R&B2 154 4/4 2 2 1 2 1 5
R&B3 108 4/4 4 2 1 2 1 3
R&B4 96 4/4 4 4 1 4 1 1
R&B5 94 4/4 4 2 1 2 1 4
JAZZ1 140 4/4 2 2 2 2 2 2
JAZZ2 140 4/4 4 2 2 2 2 2
JAZZ3 140 4/4 4 4 1 4 1 5
FUSION1 (FUSN1) 120 4/4 4 4 1 4 1 4
FUSION2 (FUSN2) 118 4/4 1 2 1 2 1 3
HipHop1 (H.Hp1) 93 4/4 1 4 1 4 1 1
HipHop2 (H.Hp2) 102 4/4 2 4 1 4 1 2
FUNK 110 4/4 1 2 2 2 2 1
HOUSE 114 4/4 2 2 1 2 1 2
Cntry1 (Cnty1) 118 4/4 2 1 1 1 1 1
Cntry2 (Cnty2) 118 4/4 1 2 1 2 1 2
OTHER1 (Othr1) 96 4/4 1 4 1 2 1 2
OTHER2 (Othr1) 118 4/4 4 2 2 2 2 4
OTHER3 (Othr1) 125 4/4 1 2 1 2 1 2
Metro - - - - - - - -
BREAK - - - - - - - -
208
Lijst van parameters
(*1) Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC], als u de instellingen wilt opslaan als data van de huidige song.
(*2) Opgeslagen in de BR-900CD.
(*3) Niet opgeslagen.
Mixer-parameter (*1)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Input Select - GUITAR/BASS GUITAR/BASS, MIC, LINE, SIMUL (*3)
Recording Mode REC MODE INPUT INPUT, BOUNCE, MASTERING (*3)
PAN PAN C00 L50–C00–R50
Chorus/delay/doubling
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Effect Type FX Type CHORUS CHORUS, DELAY, DBLN
Chorus
Chorus Send Level Send In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0 0–100
Rate Rate 10 0–100
Depth Depth 10 0–100
Pre Delay Pre Dly 10,0 ms 0,5–50,0 ms
Effect level E.Level 100 0–100
Delay
Delay Send Level Send In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0 0–100
Delay Time Dly Tme 370 ms 10–1000 ms
Feedback Feedback 30 0–100
Effect level E.Level 30 0–100
Reverb Send Rev Send 50 0–100
Doubling
Doubling Send Level Send In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0 0–100
Delay Time Dly Tme 20,0 ms 0,5–50,0 ms
Effect level E.Level 100 0–100
Reverb
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Reverb Send level Send In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0 0–100
Reverb Type Type HALL HALL, ROOM
Reverb Time Rev Time 2,0 s 0,1–10,0 s
Tone Tone 0 -12–0–+12
Effect Level E.Level 50 0–100
Track EQ
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Equalizer On/Off EQ Tr1–6, 7/8: OFF OFF, ON
Equalizer Low Gain Lo G Tr1–6, 7/8: 0 dB -12–0–+12 dB
Equalizer Low Frequency Lo F Tr1–6, 7/8: 100 Hz 40 Hz–1,5 kHz
Equalizer High Gain Hi G Tr1–6, 7/8: 0 dB -12–0–+12 dB
Equalizer High Frequency Hi F Tr1–6, 7/8: 1,0 kHz 500 Hz–18 kHz
209
Lijst van parameters
Hoofdstuk 9
Recorder-parameters (*1)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Recording Track -
-
Track 1–6, Track 1/2–7/8
V-Track V-TRACK 1 1–8
Auto Punch On/Off - OFF OFF, ON
Auto Punch In/Out - - 00:00:00-00.00–23:59:59-**.** (*)
any time
Locator - - 00:00:00-00.00–23:59:59-**.** (*)
any time
Repeat - - 00:00:00-00.00–23:59:59-**.** (*)
any time
* Het instelbare bereik voor auto punch -in/out, locator en repeat zullen, afhankelijk van het MTC-type (sync-parameter), iets veranderen.
Song-parameters (*1)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Song Name SONG NAME SONG0000 8 karakters
Data Type Type HiFi (MT2) HiFi (MT2), STD (LV1), LONG (LV2)
Song Protect Protect SW OFF
OFF, ON
Digital Copy Protect Copy Prtct OFF OFF, ON
Phrase Trainer
Time Stretch Time Strtch OFF OFF, ON (*3)
Center Cancel CentrCncel OFF OFF, ON (*3)
Center cancel Low Boost Low Boost 0 0–12 (*3)
Center cancel Adjust C.Adjust C00 L10–C00–R10 (*3)
System-parameters (*2)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
LCD Contrast LCD Contrast 13 1–21
Foot Switch Assign Foot SW PLAY PLAY, PUNCH, FX
Audio Sub Mix Switch Sub Mixer OFF OFF, ON
Internal Mic On/Off Switch Mic EXTERNAL EXTERNAL, ONBRD+EXT
Phantom Power Switch Phantom SW OFF OFF, ON (*3)
AB Quantize AB Qtz OFF OFF, ON
Remain Information Remain Inf OFF OFF, ON
Power Save Mode PowerSave OFF OFF, 1, 3, 5, 10 (min)
Calibrate (Tuner) Calib 440 435–445 (Hz)
Sync-parameters (*2)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Sync Generator Sync Gen OFF OFF, MTC, MCK
MMC Master MMC Master OFF OFF, ON
MTC Type MTC Type 30 24, 25, 29D, 29N, 30
Rhythm MIDI Channel RhyMIDI Ch 10 1–16, OFF
Offset Offset 00:00:00-00.0 00:00:00-00.0–23:59:59-29.9
any time
210
Lijst van parameters
Cd-parameter
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Pre Gap Pre Gap 3,0 sec 0,0–3,4 sec (*3)
Scrub-parameters (*3)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Scrub From/To Mode From/To FROM FROM, TO
Preview Switch Preview SW OFF OFF, ON
Rhythm-parameters (*1)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Arrangement / Pattern / Off - OFF OFF, ARRANGE, PATTERN
Arrangement Arrangement Name P01 P01–50, S01–05
Pattern Pattern Name P001 P001–327, S001–100
Rhythm Pad (*3) - OFF UPPER, LOWER, OFF
Arrangementparameters (*1)
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Step huidige instelling 1 1–50
Tempo huidige instelling - 25,0–250,0
Starting Measure huidige instelling 001 001–999
Pattern huidige instelling - P001–327, S001–100
Drum Kit Drum Kit - STD1, STD2, ROOM, HARD, JAZZ,
HIP-HOP, HOUSE, REGGAE, 808,
SongKit1–5
Patroonparameters
Parameternaam Display Beginwaarde Geldige instellingen
Measure (*1) huidige instelling 1 1–999
Time Signature (*1) huidige instelling 4/4 1/1–8/1, 1/2–8/2,1/4–8/4, 1/8–8/8
Tempo (*3) huidige instelling - 25,0–250,0
Quantize (*3) huidige instelling ,  3, ,  3, ,  3, ,  3, HI
Click (*3) Click 3 0–3
211
Hoofdstuk 9
Problemen oplossen
Controleer de volgende punten als de BR-900CD niet werkt
zoals u verwacht, voordat u ervan uitgaat dat een storing is
opgetreden.
Als daarmee het probleem niet opgelost is, neemt u contact
op met een Roland Service Center of uw leverancier.
Problemen met het geluid
Geen geluid
Staan de BR-900CD en alle aangesloten apparaten aan?
Zijn de audiokabels goed aangesloten?
Zijn de audiokabels beschadigd?
Staat het volume van de aangesloten versterker of
mixer dicht?
Staat de MASTER-fader of het hoofdtelefoonvolume
van de BR-900CD dicht?
Is er een geheugenkaart geplaatst?
Is de verkeerde geheugenkaart geplaatst?
U kunt in de winkel verkrijgbare CompactFlash-kaarten
gebruiken als geheugenkaart voor de BR-900CD. U kunt
het 3,3 V-type met een opslagcapaciteit van 32 MB tot
1 GB gebruiken.
Probeert u een korte frase van minder dan 1,0 seconde
af te spelen?
Frasen van 1,0 seconde of minder kunnen niet worden
afgespeeld.
Het volume van het instrument aan-
gesloten op GUITAR/BASS of LINE In
is te laag
Bevat de gebruikte verbindingskabel een weerstand?
Gebruik verbindingskabels zonder weerstand.
Een bepaald spoor is niet te horen
Staat het spoorvolume dicht?
Is de V-Track-instelling van toepassing op een andere
V-Track?
Is het spoor uitgeschakeld?
De input-bron is niet te horen
Hebt u de SENS-knop bijgesteld?
Is INPUT SELECT uitgeschakeld (de INPUT SELECT-
indicator brandt niet)?
Staat de INPUT LEVEL-knop op "MIN"?
Wanneer u de interne microfoon gebruikt, staat "Mic"
onder UTILITY dan op "ONBRD+EXT"?
U kunt niet opnemen
Is een song beschermd?
Hebt u een geheugenkaart geplaatst?
Is er onvoldoende geheugen vrij op de kaart?
Is de opnamefunctie (REC MODE) correct geselecteerd?
Staat de phrase trainer- of scrub playback-functie aan?
Het opgenomen geluid bevat ruis of is
vervormd
Is de input-gevoeligheid juist ingesteld?
Als de input-gevoeligheid te hoog staat, wordt het
opgenomen geluid vervormd. Als ze te laag staat, wordt
het input-signaal overstemd door ruis. Stel de SENS-
knop zo in dat de level meter zo veel mogelijk beweegt
zonder dat de PEAK-indicator oplicht.
* Stel dit zo in dat de "0" niet in de level meter wordt weergegeven.
Zijn de output-niveaus van de sporen juist ingesteld?
Als u ruis of vervorming hoort na het bouncen van sporen,
dan was het output-niveau van de sporen te hoog.
Is er een microfoon met een hoge uitgaande
impedantie direct op de BR-900CD aangesloten?
De BR-900CD is met een brede marge aan hoofdruimte
ontworpen. Aangezien MIC 1 en MIC 2 ingangen met
lage impedantie zijn, kan het opnamevolume te laag zijn,
naargelang de respons van de microfoon. Sluit de
microfoon in dergelijke gevallen via een microfoon-
voorversterker aan op de LINE IN-aansluiting van de
BR-900CD voor u opneemt.
U kunt niet digitaal opnemen op een
extern toestel
Komt de samplefrequentie van de BR-900CD overeen
met die van het digitale audiotoestel?
Stel het digitale audiotoestel in op een samplefrequentie
van 44,1 kHz.
Stemt de "digital signal format" overeen?
Uw digitale audiotoestel werkt misschien met een on-
gebruikelijke "digital signal format". Sluit de BR-900CD
aan op een digitaal audiotoestel dat CP-1201 of S/P DIF
ondersteunt.
212
Problemen oplossen
Problemen met de geheugenkaart
De boodschap "Unsupported Card!"
verschijnt.
Hebt u een compatibele (CompactFlash)
geheugenkaart in de BR-900CD geplaatst?
Is de geheugenkaart volledig en stevig geplaatst?
Gegevens op de geheugenkaart zijn
beschadigd
Als de geheugenkaart beschadigd is, kan dat de volgende
oorzaken hebben. Initialiseer de kaart opnieuw (p. 196).
Werd het toestel uitgeschakeld, terwijl de recorder in
gebruik was?
Kreeg de geheugenkaart hevige schokken te verduren?
Werd het toestel mogelijk uitgeschakeld terwijl de
geheugenkaart in gebruik was?
Is de kaart op een pc of een digitale camera geïnitialiseerd?
Problemen met het CD-R/RW-station
U kunt de CD-R/RW niet verwijderen
Staat het toestel aan?
U kunt de CD-R/RW enkel verwijderen als het toestel
aan staat.
Zegt de display dat er momenteel data op de CD-R/RW
worden ingelezen/weggeschreven?
U kunt de schijf niet verwijderen wanneer de display aan-
geeft dat de CD-R/RW wordt gelezen/beschreven. Druk
meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het begin-
scherm en druk vervolgens opnieuw op de EJECT-toets.
U kunt geen CD-R/RW lezen/beschrijven
Staat de BR-900CD waterpas?
Kreeg het CD-R/RW-station zware schokken te verduren?
Zit de cd correct in het CD-R/RW-station?
Gebruikt u het juiste type van CD-R/RW?
Gebruikt u een CD-R waarop al data geschreven zijn,
of een CD-RW die misschien te oud is?
Werd er een "forced eject" op het CD-R/RW-station
uitgevoerd?
Door een rechtgewrongen paperclip of een gelijkaardig
voorwerp in het "emergency eject"-gaatje vooraan op het
CD-R/RW-station te steken, kunt u de CD-R/RW
geforceerd verwijderen. Schakel in dat geval het toestel
uit en weer in.
Synchronisatieproblemen
U kunt niet synchroniseren
Als u MTC gebruikt om de BR-900CD te synchroniseren met een
MIDI-sequencer, moet de BR-900CD het master-apparaat zijn.
Is de MIDI-kabel correct aangesloten?
Is de MIDI-kabel beschadigd?
Is de sync generator op de gewenste synchronisatie-
procedure (MTC of MIDI klok) ingesteld? (p. 158)
Als u synchroniseert met MTC, staat het andere toestel
dan ingesteld op hetzelfde MTC-type? (p. 158)
Is de MIDI-sequencer correct ingesteld?
Staat de MIDI-sequencer klaar om weer te geven?
Ondersteunt het andere toestel de MMC-opdrachten
van de BR-900CD?
Synchronisatie met de drumcomputer
is verloren gegaan
Kan de aangesloten drumcomputer song position
pointer ontvangen?
Sommige drumcomputers kunnen in de pattern-functie
geen song position pointer ontvangen.
Controleer de MIDI-implementatie van de drumcomputer
die u gebruikt.
Problemen met USB
Idling-scherm niet weergegeven
Is de USB-kabel goed aangesloten?
Is het besturingssysteem van uw computer compatibel
met de BR-900CD?
Windows: Windows Me/2000/XP
Macintosh: Mac OS 9.1.x / 9.2.x of OS X
213
Hoofdstuk 9
Foutboodschappen
Als u een foutieve opdracht geeft of als een opdracht niet kon
worden uitgevoerd, verschijnt een foutboodschap op de display.
Raadpleeg deze lijst en neem de juiste maatregelen.
Battery Low!
Oorzaak: De batterijen zijn op (6 x AA-batterijen).
Oplossing: Vervang de batterijen zo snel mogelijk (p. 23).
Blank Disc!
Oorzaak: De cd in het CD-R/RW-station bevat geen data.
Oplossing: Plaats een CD-R/RW waarop data staan geschreven.
Cannot Edit! Quantize is Low!
Oorzaak: De quantize-instelling bij stapsgewijze opname
van een patroon is te grof, zodat meerdere data op
hetzelfde punt in de matrix worden weergegeven.
Oplossing: Verfijn de quantize-instelling (p. 130).
Cannot Edit! This is a Preset
Oorzaak: U hebt voorgeprogrammeerde data geselecteerd.
Deze data kunt u niet bewerken.
Oplossing: Kopieer de songdata en bewerk deze kopie.
Cannot Erase!
Oorzaak: Er kunnen geen verdere stappen worden
verwijderd.
Oplossing: De pitch correction-map moet ten minste één
stap bevatten.
Cannot Insert!
Oorzaak: Er kunnen geen verdere stappen worden
toegevoegd.
Oplossing: De pitch correction-folder mag ten hoogste
99 stappen bevatten.
Cannot Program! Rhythm Off.
Oorzaak: Rhythm is uitgeschakeld, dus u kunt deze
functie niet programmeren.
Oplossing: Druk op [ARRANGE/PATTERN/OFF] om de
arrange- of pattern-functie te selecteren.
Cannot Punch In for CD-R/RW!
Oorzaak: U kunt geen punch-in uitvoeren wanneer een
cd is opgegeven als bounce-bestemming.
Oplossing: Wanneer u punch-in gebruikt, moet u een spoor
opgeven als bounce-bestemming.
Card Full!
Oorzaak: U kunt niet opnemen of kopiëren omdat er
onvoldoende geheugen is.
Oplossing: Maak een back-up van de data die u nodig hebt
(p. 164, p. 175) en verwijder onnodige data.
Card Read ERROR!
Oorzaak: Data van de geheugenkaart kunnen niet goed
worden ingeladen.
Oplossing 1:
Zet de BR-900CD uit, installeer de geheugen-
kaart op de juiste wijze en zet vervolgens de
BR-900CD weer aan.
Oplossing 2:
Initialiseer de kaart (p. 196).
* Als de boodschap na bovenstaande stappen nog steeds
verschijnt, is de geheugenkaart mogelijk beschadigd.
Card Write ERROR!
Oorzaak: Er is een fout opgetreden bij het schrijven van
data op de geheugenkaart.
Oplossing: Initialiseer de geheugenkaart (p. 196). De songdata
die u probeerde op te slaan, gaan verloren.
CD Full!
Oorzaak 1: De CD-R/RW is vol en er kunnen geen data
meer worden toegevoegd.
Oorzaak 2: Bij het branden van een cd, is de totale tijd van de
tracks meer dan de capaciteit van de CD-R/RW.
Oplossing: Verminder de hoeveelheid data die u wegschrijft,
of plaats een nieuwe CD-R/RW in het station en
start de procedure opnieuw.
CD Medium Error!
Oorzaak: Er is een probleem met de CD-R/RW, of de cd
in het CD-R/RW-station is onleesbaar.
Oplossing 1: Controleer of het station een CD-R/RW van het
juiste type bevat.
Oplossing 2: Gebruik een nieuwe CD-R/RW.
CD Read Error!
Oorzaak: Er is een fout opgetreden bij het inlezen van
data van de CD-R/RW.
Oplossing: De cd is mogelijk van slechte kwaliteit of te oud.
Gebruik een nieuwe CD-R/RW.
CD Write Error!
Oorzaak: Er is een fout opgetreden bij het wegschrijven
van data naar de CD-R/RW.
Oplossing: De cd is mogelijk van slechte kwaliteit of te oud.
Gebruik een nieuwe CD-R/RW.
Data Too Short!
Oorzaak 1: U hebt geprobeerd een WAV/AIFF-bestand
van minder dan één seconde te importeren of
een WAV/AIFF-bestand van minder dan 0,1
seconde te laden met de tone load-functie.
Oplossing 1:
Zorg dat het WAV/AIFF-bestand dat u wilt
laden, ten minste 1 seconde lang is, of selecteer
bij de tone load-functie een bestand met een
lengte van ten minste 0,1 seconde.
Oorzaak 2: U hebt geprobeerd om een audio-cd te branden
met een track van minder dan vier seconden.
Oplossing 2: Zorg dat de tracks die u op een audio-cd brandt,
minstens vier seconden duren.
214
Foutboodschappen
Disc Not Ready!
Oorzaak: Er zit geen CD-R/RW in het station.
Oplossing: Plaats een CD-R/RW in het station.
Drive Busy!
* Bij ongunstige schijftoegangsvoorwaarden, bijv. wanneer
spoorbewerking of punch-in/out-opname worden gebruikt om
frasen (muzikale data) van enkele seconden te verbinden.
Oorzaak: Er is een probleem met de CD-R/RW, zodat
geen audioweergave mogelijk is.
Oplossing: Als de cd vuil is, maakt u deze schoon met een
doek en probeert u hem vervolgens opnieuw
weer te geven.
Oorzaak: Als deze boodschap verschijnt nadat u op de
BR-900CD de geheugenkaart hebt gebruikt,
zijn de gegevens op de kaart gefragmenteerd,
zodat er vertraging in het lezen en schrijven
van data optreedt.
Ofwel gebruikt u een geheugenkaart met een
langzame verwerkingssnelheid.
Oplossing 1:
Verminder het aantal sporen dat tegelijkertijd
wordt weergegeven. Gebruik track bouncing
enz. om sporen samen te voegen, of verwijder
de data van sporen die u niet wilt weergeven, en
start de weergave opnieuw.
Oplossing 2:
Verminder het aantal sporen dat tegelijkertijd
wordt opgenomen.
Oplossing 3:
Verminder het data-type (STD (LV1) of LONG
(LV2)), en probeer de song opnieuw aan te maken.
Event Full!
Oorzaak: De BR-900CD heeft alle events die door één
song kunnen worden gehanteerd, opgebruikt.
Oplossing: Voer song optimize uit (p. 78).
Finalized Disc!
Oorzaak: Er zijn al data weggeschreven op de CD-R/RW
en de data zijn gefinaliseerd.
Oplossing: Plaats een nog niet gefinaliseerde CD-R/RW in
het station.
Lack of Event!
Oorzaak: U kunt geen undo of redo uitvoeren indien
minder dan 200 events resteren.
Oplossing: Voer song optimize uit (p. 78).
Loop Effects is not Available!
Oorzaak: U kunt de loop-effecten niet gebruiken zolang
pitch correction aan staat.
Oplossing: Druk op [EFFECTS] om naar de insert-effecten
te gaan.
Memory Full!
Oorzaak: De totale tijd van de drumgeluiden voor één
drumkit die met tone load kunnen worden
geladen, is langer dan 13 seconden.
Oplossing: Zorg ervoor dat drumgeluiden die door middel
van tone load worden geladen, niet langer zijn
dan 13 seconden (p. 135, p. 171, p. 181).
MIDI Buffer Full!
Oorzaak: Er worden te veel MIDI-berichten uitgevoerd.
Oplossing 1:
Verminder het tempo van het ritme of ver-
minder het aantal nootberichten (p. 123, p. 126).
Oplossing 2:
Stel het RhyMIDI ch in op "OFF" (p. 157).
No Card!
Oorzaak: U hebt geprobeerd de recorder te bedienen of
toegang te krijgen tot het geheugen, terwijl de
geheugenkaart (CompactFlash) niet is geplaatst
of niet juist is geplaatst.
Oorzaak: De geheugenkaart is verwijderd nadat u data
op de geheugenkaart hebt geselecteerd.
Oplossing: Zet de BR-900CD uit, installeer de geheugenkaart
op de juiste wijze en zet vervolgens de BR-900CD
weer aan.
No file!
Oorzaak: U hebt op de [EXIT]-knop van de BR-900CD
gedrukt tijdens het importeren van een WAV-
of AIFF-bestand (p. 178), terwijl de USB-map
geen WAV- of AIFF-bestanden bevatte.
Oplossing: Kopieer de WAV- of AIFF-bestanden die u naar
de USB-map wilt importeren.
No Song!
Oorzaak 1: Er staan geen songs op de geheugenkaart.
Oplossing 1:
Maak een nieuwe song aan (p. 32).
Oorzaak 2: De songmap bevat onjuiste data of de nodige
data ontbreken.
Oplossing 2:
Herstel de data op de BR-900CD vanuit de back-up
op uw computer. Zet in dit geval alle ROLAND-
mappen terug op de BR-900CD (p. 164, p. 175).
Wat is een event?
De kleinste geheugeneenheid die de BR-900CD gebruikt om
opgenomen data op een geheugenkaart te bewaren, noemen we
"event". Een nieuw aangemaakte song beschikt over ongeveer
2.000 events.
Per spoor gebruikt één opname-take twee events. Functies zoals
punch-in/out of track copy gebruiken ook events. Het aantal
events dat gebruikt wordt, varieert op een complexe manier.
Zelfs als er nog ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart,
kunt u niet verder opnemen of sporen editen, als alle events
opgebruikt zijn. In dat geval verschijnt een foutboodschap als
"Event Full".
215
Foutboodschappen
Hoofdstuk 9
Not Available in Mastering Mode!
Oorzaak: U kunt deze opdracht niet uitvoeren als u als op-
namefunctie "MASTERING" hebt geselecteerd.
Oplossing: Druk eerst op [REC MODE] om de opname-
functie te veranderen in "INPUT" of "BOUNCE",
en voer daarna de opdracht uit.
Not Blank Disc!
Oorzaak: De CD-R/RW bevat al data.
Oplossing: Plaats een CD-R/RW die nog geen data bevat
(een blanco cd) in het CD-R/RW-station.
Bij een CD-RW kunt u de data van de cd wissen,
zodat u er een lege cd van maakt (p. 153).
Not CD-RW Disc!
Oorzaak: De cd is geen CD-RW en u kunt de data dus
niet verwijderen.
Oplossing: Gebruik een nieuwe CD-RW.
Power Down!
Oorzaak: Interne stroomvoltage komt onder het
gegarandeerde werkbare bereik.
Oplossing: Wanneer u een PSA-adapter gebruikt:
De kabel kan stuk zijn of de adapter kan storingen
vertonen. Neem contact op met een Roland
Service Center of een erkend Roland-leverancier.
Wanneer u batterijen gebruikt:
Vervang de oude batterijen door nieuwe (p. 23).
Protected!
Oorzaak: U probeert data te schrijven naar een song
waarvan de bescherming is ingeschakeld.
Oplossing: Zet protect op OFF (p. 79) om data naar de song
te schrijven.
P.Trainer is not Available!
Oorzaak: U kunt de phrase trainer niet gebruiken zolang
pitch correction aan staat.
Oplossing: Druk op [EFFECTS] om naar de insert-effecten
te gaan.
Set Bounce Target to Track!
Oorzaak: U de functies die verband houden met rhythm
(arrangement/pattern/off wijzigen, editen,
rhythm pads wijzigen, tone load) niet
gebruiken wanneer een cd als bounce-
bestemming is opgegeven.
Oplossing: Geef een spoor op als bounce-bestemming
wanneer u rhythms gebruikt.
Set the Repeat!
Oorzaak: Repeat A (begin) en B (einde) zijn niet ingesteld.
Oplossing: Stel repeat A en B in (p. 51).
Stop P.Trainer!
Oorzaak: De opdracht kan niet worden uitgevoerd als de
phrase trainer in gebruik is (p. 192).
Oplossing: Druk op [PHRASE TRAINER] om de phrase
trainer uit te schakelen.
Stop Recorder!
Oorzaak: De opdracht kan niet worden uitgevoerd als de
recorder loopt (weergave of opname)
Oplossing: Druk op [STOP] om de weergave/opname te stoppen.
Too Many Songs!
Oorzaak: U probeert meer dan 100 songs aan te maken.
Oplossing: Verwijder onnodige songs (p. 77).
Unformatted!
Oorzaak: De geheugenkaart is niet met DOS
geformatteerd.
Oplossing 1:
Zet de BR-900CD uit, installeer de geheugen-
kaart correct en zet de BR-900CD dan weer aan.
Oplossing 2:
Initialiseer de kaart (p. 196).
Unsupported Card!
Oorzaak: De geïnstalleerde (CompactFlash) geheugen-
kaart of MicroDrive is niet compatibel met de
BR-900CD.
Oplossing: Gebruik een geheugenkaart die compatibel is
met de BR-900CD (32 MB tot 1 GB Compact-
Flash met een stroombron voltage van 3,3 V).
Unsupported Format!
Oorzaak 1: De BR-900CD kan het formaat van de geplaatste
geheugenkaart niet herkennen of gebruiken.
Oplossing 1:
Gebruik een geheugenkaart die geïnitialiseerd is
voor gebruik met de BR-900CD (p. 196).
Oorzaak 2: U probeert een incompatibel WAV- of AIFF-
bestand of SMF in de BR-900CD in te laden.
Oplossing 2:
Controleer het formaat van het WAV- of AIFF-
bestand of de SMF.
Use AC Adaptor!
Oorzaak: U hebt geprobeerd het CD-R/RW-station te
gebruiken terwijl u met batterijvoeding werkt.
Oplossing: U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken
wanneer de BR-900CD op de batterijen werkt.
Als u het CD-R/RW-station wilt gebruiken,
moet u eerst de song opslaan. Zet vervolgens de
BR-900CD uit, sluit de AC-adapter aan en zet
het toestel daarna weer aan.
Wrong Disc!
Oorzaak: Het station bevat niet de vereiste CD-R/RW.
Oplossing: Plaats een CD-R/RW in het station.
216
DIGITAL RECORDING STUDIO Datum: 11 jan. 2005
Model BR-900CD Versie: 1.00
MIDI-implementatie
1. VERZONDEN DATA
* Dit bericht is verzonden in overeenstemming met SMF-data ongeacht de volgende
punten wanneer de data worden weergegeven.
Channel Voice-bericht
Note On
Als de MIDI-parameter "RhyMIDI ch" op "1-16" is ingesteld, worden de nootnummers/
velocities die tot het ritmische patroon behoren, verzonden over het MIDI-kanaal dat voor
Rhythm is aangegeven.
Status Tweede Derde
9nH mmH llH
n = MIDI-kanaalnr.: 0H - FH (kan.1 - kan.16)
mm = Nootnr.: 00H - 7FH (0 - 127)
ll = Velocity: 01H - 7FH (1 - 127)
Note Off
Als de MIDI-parameter "RhyMIDI ch" op "1-16" is ingesteld, worden de nootnummers die
tot het ritmische patroon behoren, verzonden over het MIDI-kanaal dat voor Rhythm is
aangegeven.
Status Tweede Derde
8nH mmH llH
n = MIDI-kanaalnr.: 0H - FH (kan.1 - kan.16)
mm = Nootnr.: 00H - 7FH (0 - 127)
ll = Velocity: 40H (64)
Noten die door Rhythm worden afgespeeld, komen als volgt met
de nootnummers overeen.
Rhythm-toon Nootnummer
Cross Stick G 1 (31)
Metronome (click) A 1 (33)
Metronome (bell) A#1 (34)
Kick C 2 (36)
Snare D 2 (38)
Tom 4 F 2 (41)
Closed hi-hat F#2 (42)
Tom 3 A 2 (45)
Open hi-hat A#2 (46)
Tom 2 C 3 (48)
Crash cymbal C#3 (49)
Tom 1 D 3 (50)
Ride cymbal D#3 (51)
Cowbell G#3 (56)
System Common-berichten
MIDI Time Code Quarter Frame-berichten
Als de Sync-parameter "Sync Gen" op "MTC" is ingesteld, en de BR-900CD in gebruik is
(opname of weergave), worden Quarter Frame-berichten van de tijdcode die door middel
van "MTC Type" worden aangegeven, verzonden. De verzonden tijdstellingen worden
opgeteld onder "SMPTE (MTC) Offset Time" als het begin van de song "00:00:00:00" is.
Status Tweede
F1H mmH (= 0nnndddd)
nnn = Berichttype: 0 = Frame count LS nibble
1 = Frame count MS nibble
2 = Seconds count LS nibble
3 = Seconds count MS nibble
4 = Minutes count LS nibble
5 = Minutes count MS nibble
6 = Hours count LS nibble
7 = Hours count MS nibble
dddd = 4 bit nibble data: 0h - FH (0 - 15)
Bit Field wordt als volgt toegewezen.
Frame Count xxxyyyyy
xxx Reserved (000)
yyyyy Framenr. (0-29)
Seconds Count xxyyyyyy
xx Reserved (00)
yyyyyy Seconds (0-59)
Minutes Count xxyyyyyy
xx Reserved (00)
yyyyyy Minutes (0-59)
Hours Count xyyzzzzz
x Reserved (0)
yy Time Code type
* De types tijdcode die door de MIDI-specificatie worden gespecificeerd, stemmen als
volgt overeen met het "MTC Type" van de Sync-parameter van de BR-900CD.
Instelling MIDI-specificatie
Instelling "MTC Type"
0 = 24 Frames/Sec 24
1 = 25 Frames/Sec 25
2 = 30 Frames/Sec (Drop Frame) 29D
3 = 30 Frames/Sec (Non Drop Frame) 29N of 30
zzzzz Hours (0–23)
Song Position Pointer
Als de Sync-parameter "Sync Gen" op "MCK" is ingesteld, wordt de huidige positie door het
Song Position Pointer-bericht verzonden als de BR-900CD is gestopt of de lokaliseerfunctie
is uitgevoerd.
Status Tweede Derde
F2H mmH nnH
mm (LSB), nn (MSB) = Song Position Point: 00H 00H - 7FH 7FH
System Realtime-bericht
Verzonden als in de SYNC-parameter "Sync Gen" op "MCK" is ingesteld.
Timing Clock
Status
F8H
Active Sensing
Status
FEH
* Dit wordt verzonden op intervallen van ongeveer 200 msec.
Start
Status
FAH
Continue
Status
FBH
Stop
Status
FCH
217
MIDI-implementatie
Hoofdstuk 9
System Exclusive-bericht
Status Databytes Status
F0H iiH,ddH,..., eeH F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
iiH ID-nummer
7EH Universal Non Realtime Message
7FH Universal Realtime Message
ddH Data: 00H - 7FH (0-127)
: :
eeH Data
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* De BR-900CD kan Universal System Exclusive-berichten verzenden en ontvangen.
Universal System Exclusive-bericht
MIDI Machine Control-commando's
Status Databytes Status
F0H 7FH, Dev, 06H, aaH,..., bbH F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
06H MMC Command Message
aaH Command
: :
bbH Command
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* Zie alinea '2. MIDI Machine Control'
MIDI Time Code-commando's
Vol bericht
Basisbediening van Quarter Frame-berichten wordt verwerkt.
Status Databytes Status
F0H 7FH,Dev,01H, 01H, hrH, mnH, scH, frH F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
01H sub-ID #1 (MIDI Time Code)
01H sub-ID #2 (MIDI Full Message)
hrH Hours and Type 0 yy zzzzz
yy type
00 = 24 Frames/sec
01 = 25 Frames/sec
10 = 30 Frames/sec (Drop Format)
11 = 30 Frames/sec (Non Drop Format)
zzzzz hours (00–23)
mnH Minutes (00–59)
mnH Seconds (00–59)
frH Frames (00–29)
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* Als u de songpositie verandert, wordt de device-ID als 7FH verzonden.
-------------------------------------------------------------------
Over Device-ID
Exclusieve berichten worden niet toegewezen aan een specifiek MIDI-kanaal. In plaats
daarvan hebben ze hun eigen speciale controleparameter die "device-ID" wordt genoemd.
De "exclusive messages" van Roland gebruiken device-ID's om verschillende apparaten te
specificeren. De BR-900CD verzendt 7FH als de device-ID.
-------------------------------------------------------------------
2. MIDI Machine Control
MIDI Machine Control Command Reference
STOP (MCS)
Status Databytes Status
F0H 7FH, Dev, 06H, 01H F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
06H MMC Command Message
01H STOP (MCS)
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* Als de transportschakelaar [STOP] wordt ingedrukt, verstuurt de BR-900CD
het volgende bericht.
DEFERRED PLAY (MCS)
Status Databytes Status
F0H 7FH, Dev, 06H, 03H F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
06H MMC Command Message
03H DEFERRED PLAY (MCS)
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* Als de transportschakelaar [PLAY] wordt ingedrukt, verstuurt de BR-900CD
het volgende bericht.
RECORD STROBE
Status Databytes Status
F0H 7FH, Dev, 06H, 06H F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
06H MMC Command Message
06H RECORD STROBE
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* Verzonden wanneer de opname naar de audiosporen begint.
RECORD EXIT
Status Databytes Status
F0H 7FH, Dev, 06H, 07H F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
06H MMC Command Message
07H RECORD EXIT
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* Verzonden wanneer de opname naar de audiosporen eindigt.
MMC RESET
Status Databytes Status
F0H 7FH, Dev, 06H, 0DH F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
06H MMC Command Message
0DH MMC RESET
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* De BR-900CD verstuurt dit bericht, wanneer hij wordt aangezet.
218
MIDI-implementatie
LOCATE (MCP)
Format 2 - LOCATE [TARGET]
Status Databytes Status
F0H
7FH, Dev, 06H, 44H, 06H, 01H, hrH, mnH, scH, frH, ffH
F7H
Byte Beschrijving
F0H Status Exclusive Message
7FH Universal System Exclusive Message Realtime Header
Dev Device ID (7FH)
06H MMC Command Message
44H LOCATE(MCP)
06H Number of Bytes
01H “TARGET” sub command
hrH, mnH, scH, frH, ffH
Standard Time with Sub Frame
F7H EOX (End of Exclusive Message)
* Dit bericht wordt verzonden als de songpositie beweegt.
3. Overig materiaal
Tabel met decimale/hexadecimale waarden
(hexadecimale waarden worden met een "H" erachter weergegeven)
MIDI gebruikt 7-bit hexadecimale waarden om datawaarden en het adres en de omvang
van exclusieve berichten aan te geven. De volgende tabel geeft de verhouding tussen
decimale en hexadecimale nummers aan.
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
| D | H || D | H || D | H || D | H |
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
| 0 | 00H || 32 | 20H || 64 | 40H || 96 | 60H |
| 1 | 01H || 33 | 21H || 65 | 41H || 97 | 61H |
| 2 | 02H || 34 | 22H || 66 | 42H || 98 | 62H |
| 3 | 03H || 35 | 23H || 67 | 43H || 99 | 63H |
| 4 | 04H || 36 | 24H || 68 | 44H || 100 | 64H |
| 5 | 05H || 37 | 25H || 69 | 45H || 101 | 65H |
| 6 | 06H || 38 | 26H || 70 | 46H || 102 | 66H |
| 7 | 07H || 39 | 27H || 71 | 47H || 103 | 67H |
| 8 | 08H || 40 | 28H || 72 | 48H || 104 | 68H |
| 9 | 09H || 41 | 29H || 73 | 49H || 105 | 69H |
| 10 | 0AH || 42 | 2AH || 74 | 4AH || 106 | 6AH |
| 11 | 0BH || 43 | 2BH || 75 | 4BH || 107 | 6BH |
| 12 | 0CH || 44 | 2CH || 76 | 4CH || 108 | 6CH |
| 13 | 0DH || 45 | 2DH || 77 | 4DH || 109 | 6DH |
| 14 | 0EH || 46 | 2EH || 78 | 4EH || 110 | 6EH |
| 15 | 0FH || 47 | 2FH || 79 | 4FH || 111 | 6FH |
| 16 | 10H || 48 | 30H || 80 | 50H || 112 | 70H |
| 17 | 11H || 49 | 31H || 81 | 51H || 113 | 71H |
| 18 | 12H || 50 | 32H || 82 | 52H || 114 | 72H |
| 19 | 13H || 51 | 33H || 83 | 53H || 115 | 73H |
| 20 | 14H || 52 | 34H || 84 | 54H || 116 | 74H |
| 21 | 15H || 53 | 35H || 85 | 55H || 117 | 75H |
| 22 | 16H || 54 | 36H || 86 | 56H || 118 | 76H |
| 23 | 17H || 55 | 37H || 87 | 57H || 119 | 77H |
| 24 | 18H || 56 | 38H || 88 | 58H || 120 | 78H |
| 25 | 19H || 57 | 39H || 89 | 59H || 121 | 79H |
| 26 | 1AH || 58 | 3AH || 90 | 5AH || 122 | 7AH |
| 27 | 1BH || 59 | 3BH || 91 | 5BH || 123 | 7BH |
| 28 | 1CH || 60 | 3CH || 92 | 5CH || 124 | 7CH |
| 29 | 1DH || 61 | 3DH || 93 | 5DH || 125 | 7DH |
| 30 | 1EH || 62 | 3EH || 94 | 5EH || 126 | 7EH |
| 31 | 1FH || 63 | 3FH || 95 | 5FH || 127 | 7FH |
+——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+
D: decimaal
H: hexadecimaal
* Decimale uitdrukkingen zoals die voor MIDI channel, Bank Select en Program Change
worden gebruikt, zijn +1 van de decimale waarde in de bovenstaande tabel.
* Omdat elke MIDI-byte 7 verschillende gegevensbits draagt, kan elke byte maximaal 128
waarden uitdrukken. Data waarvoor een hogere resolutie nodig is, dienen over twee of
meer bytes te worden verzonden. Zo heeft bijvoorbeeld een waarde die als twee-
bytewaarde van aa bbH is aangegeven, een waarde van aa x 128 + bb.
* Voor een getekend nummer (+/-), ooH = -64, 40H = +/-0, en 7FH = +63. Dat wil zeggen,
de equivalente decimaal is 64 minder dan de decimale waarde uit de bovenstaande
tabel. Voor een twee-byte getekend nummer, 00 00H = -8192, 40 00H = +/-0, en 7F FH =
+8191. De decimale uitdrukking van aa bbH, bijvoorbeeld, is aa bbH – 40 00H = (aa x 128
+ bb – 64 x 128).
* Voor gegevens die als 'nibbled' worden aangegeven wordt een hexadecimale notatie in
twee eenheden van 4 bits gebruikt. De nibbled twee-bytewaarde van 0a 0b H zou a x 16
+ b zijn.
<Voorbeeld 1>
Wat is de decimale equivalent van 5AH?
Uit de bovenstaande tabel volgt: 5AH = 90
<Voorbeeld 2>
Wat is de decimale equivalent van de 7-bit hexadecimale waarden 12 34H?
Uit de bovenstaande tabel volgt: 12H = 18 en 34H = 52
Dus 18 x 128 + 52 = 2356
<Voorbeeld 3>
Wat is de decimale equivalent van de nibbled uitdrukking 0A 03 09 0DH?
Uit de bovenstaande tabel volgt: 0AH = 10, 03H = 3, 09H = 9, 0DH = 13
Het resultaat is dus ((10 x 16 + 3) x 16 + 9) x 16 + 13 = 41885
<Voorbeeld 4>
Wat is de decimale equivalent van de decimale uitdrukking 1258?
16 ) 1258
16 ) 78 ...10
16 ) 4 ...14
0 ... 4
Uit de bovenstaande tabel volgt: 0=00H, 4=04H, 14=0EH, 10=0AH
Het resultaat is dus 00 04 0E 0AH B
MIDI Machine Control (MMC) Commando,
Informatieveld/Responsreferentie
Verzonden commandos
Commando Actie
01H STOP STOP
03H DEFERRED PLAY PLAY
06H RECORD STROBE REC / PUNCH IN
07H RECORD EXIT PUNCH OUT
0DH MMC RESET RESET
44H 01H LOCATE TARGET LOCATE
219
Specificaties
BR-900CD: Digital Recording Studio
Sporen
Sporen: 8
V-Tracks: 64 (8 V-Tracks per spoor)
* U kunt ten hoogste 2 sporen tegelijkertijd opnemen en ten
hoogste 8 sporen tegelijkertijd weergeven.
Bruikbare capaciteit
CompactFlash: 32 M–1 G bytes
Data-type
HiFi (MT2)
STANDARD (LV1)
LONG (LV2)
Signaalverwerking
AD-conversie:
24 bit,
∆∑
Modulation + AF-AD (Guitar/Bass)
24 bit, ∆∑ Modulation + AF-AD (Mic 1/2)
24 bit, ∆∑ Modulation (Line)
24 bit, ∆∑ Modulation (Simul)
DA-conversie: 24 bit, ∆∑ Modulation
Interne processing:
24 bit (digitaal mixergedeelte)
* AF-methode (Adaptive Focus-methode)
Adaptive focus is een unieke technologie van Roland/BOSS
die ervoor zorgt dat de signaal-ruisverhoudingen (S/N) van
AD- en DA-converters aanzienlijk verbeterd wordt.
Samplefrequentie
44,1 kHz
Frequentiebereik
20 Hz tot 20 kHz (+1/-3 dBu)
Opnametijd (conversie in één spoor)
* De vermelde opnametijden zijn bij benadering. Tijden kunnen
iets korter blijken, afhankelijk van het aantal gemaakte songs.
* De opgegeven tijd is het totaal voor alle gebruikte sporen. Als
elk van de acht sporen een gelijke hoeveelheid gegevens bevat,
is de lengte van de song ongeveer 1/8 van het bovenstaande.
Nominaal ingangsniveau (variabel)
GUITAR/BASS jack: -20 dBu
MIC
(TRS balanced/XLR)
jack
: -40 dBu
LINE IN jack: -10 dBu
Ingangsimpendantie
GUITAR/BASS jack: 1 M
MIC 1/2-aansluiting
: 1,5 k (HOT-COLD)
(TRS balanced/XLR) 1,0 k (HOT-GND, COLD-GND)
LINE IN jack: 10 k
Nominaal uitgangsniveau
LINE OUT jack: -10 dBu
Uitgangsimpedantie
LINE OUT jack: 2 k
Hoofdtelefoonuitgang: 140
Aanbevolen belastingsimpedantie
LINE OUT jack: 20 k of meer
Hoofdtelefoonuitgang: 32–100
Residuele ruis
LINE OUT jack: -85 dBu of minder
(INPUT SELECT: GUITAR/BASS/MIC2, input met eindweerstand
van 1 k , INPUT SENS: CENTER, IHF-A, typ., EFFECT: OFF)
* 0 dBu = 0,775 Vrms
Interface
USB-aansluiting
DIGITAL OUT (optisch)
Display
16 tekens x 2 lijnen + ca. 100 pictogrammen (LCD met
achtergrondverlichting)
Connectors
GUITAR/BASS jack (1/4 inch phone type)
MIC 1 jack (XLR balanced, TRS balanced, 1/4 inch phone type)
MIC 2 jack (XLR balanced)
LINE IN jack L/R (RCA Phono type)
LINE OUT jack L/R (RCA Phono type)
DIGITAL OUT-aansluiting (optisch)
FOOT SW/EXP PEDAL jack (1/4 inch phone type)
PHONES jack (Stereo 1/4 inch phone type)
MIDI OUT-aansluiting
USB-aansluiting
Capaciteit
Datatype
HiFi (MT2) STD (LV1)
LONG (LV2)
32 MB 16 min. 19 min. 24 min.
64 MB 32 min. 39 min. 49 min.
128 MB 65 min. 78 min. 98 min.
256 MB 130 min. 156 min. 196 min.
512 MB 260 min. 312 min. 392 min.
1 GB 520 min. 624 min. 784 min.
220
Specificaties
Voeding
DC 9 V; Bijgeleverde AC-adapter (PSC-serie), Batterijen x 6
Opgenomen vermogen
900 mA (gemiddelde bij gebruik adapter en CD-R/RW-station)
300 mA (bij batterijvoeding; CD-R/RW-station niet gebruikt)
* Verwachte levensduur batterij bij continu gebruik
Alkaline: 4 uur
Deze gegevens kunnen variëren afhankelijk van het gebruik.
Afmetingen
351 (B) x 225 (D) x 69 (H) mm
13-7/8 (B) x 8-7/8 (D) x 2-3/4 (H) inches
Gewicht
2,2 kg/4 lbs 14 oz (exclusief batterijen)
Accessoires
AC-adapter (PSC-serie)
Demo-kaart (geïnstalleerd in de fabriek)
Handleiding
Afzonderlijke informatiepagina's ("Over geheugenkaarten" enz.)
Roland Service (informatiepagina)
Opties
Voetschakelaar: FS-5U
Pedaalschakelaar: DP-2 (Roland)
Expressiepedaal
: EV-5 (Roland), FV-300L
In het belang van de productverbetering kunnen de
specificaties en/of de vormgeving van dit toestel zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
221
Index
Symbolen
+ ...................................................................................... 69, 72, 75
Cijfers
24 ...................................................................................... 159, 199
25 ...................................................................................... 159, 199
29D .................................................................................... 159, 199
29N ................................................................................... 158, 199
30 ...................................................................................... 158, 199
A
Aanpassen
Insert-effecten
....................................................................... 85
Aansluiten ..................................................................... 26, 33, 163
Aanzetten .................................................................................... 28
Aardingspunt .............................................................................. 23
AB Qtz ................................................................................ 52, 198
AC ............................................................................................... 99
AC-adapter ........................................................................... 22, 26
ACOUSTIC GTR ......................................................................... 89
Acoustic Guitar Simulator ........................................................... 93
Acoustic Processor ...................................................................... 93
ACOUSTIC SIM .......................................................................... 88
AIFF .................................................................................. 165, 176
Algoritme ...................................................................... 35, 88, 105
ALL ....................................................... 72, 75, 137, 146–147, 194
All Backup ................................................................................ 146
All Recover ............................................................................... 147
AMG ........................................................................................... 99
ARRANGE .................................................................................. 37
[ARRANGE/PATTERN/OFF] ............ 37, 121, 123, 126, 130, 134
Arrangement ............................................................... 37, 120–121
Arrangement (arrangementfunctie) .................................... 37, 120
Arrangementnaam .................................................................... 124
Attack ........................................................................... 94–95, 107
Attack Time ................................................................................ 94
AUDIO ...................................................................................... 140
Audio CD Player-scherm .......................................................... 143
Audio CD Write-scherm ........................................................... 141
Audio CD-menu ....................................................................... 140
Audio Sub Mix .......................................................................... 190
Auteursrecht ............................................................................. 154
AUTO PUNCH [IN] .................................................................... 54
AUTO PUNCH [ON/OFF] ......................................................... 55
AUTO PUNCH [OUT] ................................................................ 54
Auto punch-in/out ..................................................................... 54
B
BACKUP ........................................................... 145–146, 164, 175
Back-up ............................................................................. 164, 175
Backup ...................................................................................... 145
BANK
GUITAR
................................................................................ 88
LINE ..................................................................................... 91
MIC ....................................................................................... 90
SIMUL .................................................................................. 92
Bank ...................................................................................... 35, 84
Bas .............................................................................................. 99
Bass Cut Filter ........................................................................... 106
BASS MULTI ............................................................................... 89
BASS SIM .................................................................................... 89
Bass Simulator ............................................................................. 93
Batterij ....................................................................................... 197
Batterijen ..................................................................................... 23
Batterijklepje ............................................................................... 23
Battery Low! ................................................................................ 23
Beschermen
Song
...................................................................................... 79
Besturingssystemen .................................................................. 162
Bewerken
Spoor
.................................................................................... 67
BG LEAD .................................................................................... 98
Bit ................................................................................................ 97
BLUES ......................................................................................... 98
Body ............................................................................................ 93
BOSS-Cmp .................................................................................. 94
BOUNCE ......................................................................... 40, 45, 58
Bouncen
Input-bron
............................................................................ 60
naar een CD-R/RW .............................................................. 59
Bouncing ............................................................................... 45, 58
BPF .............................................................................................. 97
BR0-map ................................................................................... 162
BR-532 ......................................................................... 61, 173, 183
BR-864 ......................................................................... 61, 173, 183
Bright .......................................................................................... 99
C
C.Adjust .................................................................................... 193
Calib .......................................................................................... 189
CARD ........................................................................ 172, 182, 196
CD-menu .................................................................................. 140
[CD-R/RW] ....................................................................... 140, 145
CD-R/RW ..................................................................................... 6
Compatibiliteit ........................................................................ 6
Plaatsen .................................................................................. 7
Verwijderen ............................................................................ 7
222
Index
Voorzorgsmaatregelen ............................................................ 6
CD-R/RW Write ....................................................................... 154
CD-R/RW-station ......................................................... 6, 140, 145
CD-RW Erase ............................................................................ 153
Center Cancel ............................................................................ 192
CentrCncel ................................................................................ 192
Charct ......................................................................................... 93
CHO/DLY ............................................................ 43–44, 108–109
CHORUS ..................................................................... 44, 108, 111
Chorus ................................................................................ 94, 108
Chromatische stemfunctie ......................................................... 188
CLEAN ....................................................................................... 98
Click .......................................................................................... 129
CompactFlash ............................................................. 5, 16, 27, 31
Compatibele besturingssystemen .............................................. 162
Compressor ......................................................................... 94, 107
Condensatormicrofoon ......................................................... 7, 191
Converteren ...................................................................... 165, 176
COPY ........................................................................ 125, 133, 137
Copy Prtct ................................................................................... 81
Correction Event Map ............................................................... 116
Correction Event Map-scherm .................................................. 116
COSM ......................................................................................... 15
COSM BASS AMP ....................................................................... 90
COSM COMP BSS ....................................................................... 90
COSM COMP GTR ..................................................................... 89
COSM COMP VCL ..................................................................... 91
COSM Comp/Limiter ................................................................. 94
COSM GTR AMP ........................................................................ 88
CPY ................................................................................. 67–68, 77
Creëren
Arrangement
...................................................................... 123
Drumkit .............................................................................. 135
Patroon ....................................................................... 126, 130
CRUNCH .................................................................................... 98
Cutoff F ....................................................................................... 97
D
DATA ............................................................................... 145, 148
Data CD-menu .......................................................................... 145
Datatype ..................................................................................... 32
DBLN .......................................................................... 44, 108, 111
DC IN-aansluiting ....................................................................... 22
D-Comp ...................................................................................... 94
D:E ........................................................................................ 96, 98
De-esser ...................................................................................... 95
Defretter ...................................................................................... 95
DELAY ........................................................................ 44, 108, 111
Delay ................................................................................... 95, 108
[DELETE/MUTE] ....................................................... 41, 129, 132
Demosongs ................................................................................. 29
Depth .................................................................... 94–97, 100, 111
DETUNE ..................................................................................... 98
Digitaal kopiëren ......................................................................... 80
Digital Copy Protect .................................................................... 80
DIGITAL OUT-aansluiting .......................................................... 22
DIGITAL: .................................................................................... 96
Dir Level ....................................................................... 97, 99–100
Direct CD Bounce ........................................................................ 59
Display ........................................................................................ 21
Displaycontrast ......................................................................... 186
Dither ........................................................................................ 107
Dly Time ................................................................................... 106
Dly Tme .............................................................................. 95, 111
Doubling ............................................................... 44, 95, 108, 111
DOWN: ..................................................................................... 101
Drumgeluiden ........................................................................... 149
Drumkit .................................................................................... 134
Dynamische microfoon ............................................................. 191
E
E ................................................................................................ 120
E.Level .......................................................................... 94–95, 111
[EDIT] ............................................................... 123, 126, 130, 134
EDIT ............................................................................ 85, 103, 115
Edit Effect-scherm ....................................................................... 85
Editen
Mastering Tool Kit
.............................................................. 103
EDT ............................................................................................. 78
Effect patch ............................................................. 35, 84–85, 202
Effecten ....................................................................................... 35
[EFFECTS] ....................................................................... 35, 85, 87
Effect-scherm .............................................................................. 85
EJECT-knop ................................................................................ 21
Eject-knop ..................................................................................... 7
Emergency Eject-gaatje ........................................................... 7, 21
Ending ...................................................................................... 120
ENHANCE ................................................................................. 93
Enhancer ............................................................................. 95, 106
EQ ....................................................................................... 43, 110
Equalizer ....................................................................... 43, 96, 105
ERASE ....................................................... 124–125, 133, 138, 153
ERS ........................................................................................ 73, 77
Expander ................................................................................... 106
EXPORT .................................................................... 150, 165, 176
Expressiepedaal .................................................................. 27, 187
Extern MIDI-toestel ................................................................... 190
EXTERNAL ................................................................................. 34
223
Index
F
F ................................................................................................ 120
Fantoomvoeding ................................................................... 7, 191
Feedback ............................................................................. 95, 111
[FF] ........................................................................................ 29, 66
Fill ............................................................................................. 120
Filter ............................................................................................ 96
FINAL ....................................................................................... 144
Finaliseren ......................................................................... 142, 144
Flanger ........................................................................................ 96
Foot SW ....................................................................... 54, 187, 198
FOOT SW/EXP PEDAL ............................................................ 187
FOOT SW/EXP PEDAL-ingang .................................................. 22
Foot Volume ............................................................................... 96
Formant1 ................................................................................... 100
Formant2 ................................................................................... 100
Formatteren
Geheugenkaart
..................................................................... 31
FRAME ....................................................................................... 21
Freq ..................................................................................... 95, 106
Frequency ........................................................................... 99, 101
FROM ....................................................................................... 199
From/To ................................................................................... 199
FS-6 ........................................................................................... 187
FX .............................................................................................. 187
Fx Level ................................................................................. 97, 99
Fx Type ....................................................................... 43, 108, 111
FX1 Level .................................................................................. 100
FX2 Level .................................................................................. 100
G
Gain .............................................................................. 97, 99, 106
GAP .......................................................................................... 140
GEHEUGENKAART ................................................................... 20
Geheugenkaart .................................................................. 5, 27, 31
Geheugen sparen .................................................................. 78
Resterend geheugen .............................................................. 62
Samenstelling van data ....................................................... 162
Geheugenkaarten ........................................................................ 16
GTR ..................................................................................... 36, 202
GTR: ............................................................................................ 85
GUITAR/BASS ........................................................................... 33
[GUITAR/BASS/MIC2] ............................................ 34, 39, 48, 84
GUITAR/BASS-ingang ............................................................... 22
H
HALL .......................................................................... 44, 108, 111
HI ...................................................................................... 127, 130
Hi Attack ........................................................................... 106–107
Hi F ........................................................................................... 112
Hi G .......................................................................................... 112
Hi Level .................................................................................... 107
Hi Ratio ............................................................................. 106–107
Hi Release ......................................................................... 106–107
Hi Thres ............................................................................ 106–107
HI.FEML ................................................................................... 115
HI.MALE .................................................................................. 115
HiFi (MT2) ............................................................................ 32, 62
High Freq .................................................................................. 105
High Gain ........................................................................... 96, 105
High Mid Freq .......................................................................... 105
High Mid Gain .......................................................................... 105
High Mid Q ............................................................................... 105
High Q ...................................................................................... 105
High Type ................................................................................. 105
Hi-M F ......................................................................................... 96
Hi-M Gin ..................................................................................... 96
Hi-M Q ........................................................................................ 96
Hoofdtelefoonuitgang ................................................................. 20
HPF ............................................................................................. 97
HUMBUCK ................................................................................. 93
I
Idling-scherm .................................................................... 164, 175
IMP ........................................................................................... 154
IMPORT ............................................................ 148, 153, 167, 178
Importeren
SMF
............................................................................ 169, 179
IN .................................................................................. 35, 49, 120
In Send ...................................................................................... 109
INF ................................................................................ 62, 94, 106
INI ............................................................................... 31, 194–196
Initialisatie ................................................................................ 194
Initialiseren ............................................................................... 194
Alles .................................................................................... 194
Effectinstellingen ................................................................ 195
Geheugenkaart ................................................................... 196
Rhythm ............................................................................... 195
Systeeminstellingen ............................................................ 194
Initialize
Geheugenkaart
..................................................................... 31
Inladen
Drumgeluiden
............................................................ 171, 181
Drumpatroon ...................................................................... 152
Songs naar geheugenkaart .................................................. 147
Songs van CD-R/RW's ....................................................... 154
WAV/AIFF-bestanden ............................................... 167, 178
INPUT ............................................................................. 40, 50, 87
Input ................................................................................... 94, 106
224
Index
Input Gain ................................................................................. 105
INPUT LEVEL-draaiknop ........................................................... 35
INPUT SELECT ..................................................................... 39, 48
INPUT SELECT-toets .................................................................. 34
Input-gevoeligheid ...................................................................... 35
INSERT ..................................................................................... 124
Insert-effect ............................................................... 35–36, 84, 88
Interne microfoon ....................................................................... 34
Intro .......................................................................................... 120
Invoegen
Stap
..................................................................................... 124
ISO9660 ..................................................................................... 151
J
JC-120 .......................................................................................... 98
JUMBO ........................................................................................ 93
K
Kaartbescherming ....................................................................... 16
Kaarthouderklepje ...................................................................... 16
Kabelhaak ................................................................................... 22
Kalibreren ................................................................................. 189
KIT ............................................................................................ 134
Kopiëren
Arrangement
...................................................................... 125
Drumkit .............................................................................. 137
Patroon ............................................................................... 133
Song ...................................................................................... 77
Spoor .............................................................................. 67–69
Waveformdata .................................................................... 148
L
Laden
Drumtonen van de sporen
.................................................. 135
LCD Contrast ............................................................................ 198
LCD-contrast ............................................................................. 186
Level ............................................................... 93–96, 99, 101, 107
Level meter ................................................................................. 35
Level-meter ................................................................................. 21
Limiter ...................................................................................... 107
LIN ...................................................................................... 36, 203
[LINE] ............................................................................. 34, 39, 84
LINE ..................................................................................... 33, 48
LINE IN-aansluitingen ................................................................ 22
LINE OUT-aansluitingen ............................................................ 22
Lo Attack .......................................................................... 106–107
Lo F ........................................................................................... 112
Lo G .......................................................................................... 112
Lo Level .................................................................................... 107
Lo Mix Lvl ................................................................................... 95
Lo Ratio ............................................................................. 106–107
Lo Release ......................................................................... 106–107
Lo Thres ............................................................................ 106–107
LO.FEML .................................................................................. 115
LO.MALE .................................................................................. 115
LOAD ....................................................................................... 136
LOCAT ............................................................................... 87, 114
[LOCATOR] ................................................................................ 64
Locator ........................................................................................ 64
Locatorpunt ................................................................................ 64
LO-FI BOX .................................................................................. 91
Lo-Fi Box ..................................................................................... 96
Lo-M F ........................................................................................ 96
Lo-M Gin ..................................................................................... 96
Lo-M Q ........................................................................................ 96
LONG (LV2) .......................................................................... 32, 62
Loop Effect ........................................................................ 108, 111
[LOOP EFFECTS] ................................................................ 43, 108
Loop Recording ........................................................................... 56
Loop-effect .................................................................................. 43
Low Boost ................................................................................. 193
Low Freq ................................................................................... 105
Low Gain ............................................................................ 96, 105
Low Mid Freq ........................................................................... 105
Low Mid Gain ........................................................................... 105
Low Mid Q ................................................................................ 105
Low Q ....................................................................................... 105
Low Type .................................................................................. 105
LPF: ............................................................................................. 97
LR: .............................................................................................. 35
M
Maat .................................................................................. 127, 130
Mac OS 9.1.x .............................................................................. 162
Mac OS 9.2.x .............................................................................. 162
Mac OS X .................................................................................. 162
Macintosh ......................................................................... 162, 175
Maken
Audio-cd
............................................................................. 140
MANUAL ................................................................................... 98
Manual .................................................................................. 96–97
Manuele punch-in/out ................................................................ 53
MASTER ..................................................................................... 87
Master ................................................................................. 99, 158
MASTER-fader ...................................................................... 28, 35
MASTERING ...................................................................... 40, 102
Mastering .................................................................................. 102
Mastering Tool Kit ...................................................... 40, 102–105
225
Index
Mastering tool kit patch ............................................................ 205
Mastering-scherm ..................................................................... 102
Mastertape/disc .......................................................................... 80
MATCH ...................................................................................... 98
Matrix ............................................................................... 127, 131
MCK ......................................................................................... 158
MEAS .......................................................................................... 21
METAL ....................................................................................... 98
METAL D .................................................................................... 98
Metronoom ............................................................................... 129
[MIC] .................................................................................... 34, 39
MIC ................................................................... 20, 36, 48, 85, 203
Mic Dist ....................................................................................... 93
Mic Level .................................................................................. 100
Mic Select-scherm ....................................................................... 34
Mic Set ...................................................................................... 100
MIC1 ........................................................................................... 33
MIC1-ingangen ........................................................................... 22
MIC2 ........................................................................................... 33
MIC2-ingang ............................................................................... 22
Microfoon ............................................................................. 7, 198
Microfoonvoorversterker .......................................................... 191
Mid Attack ........................................................................ 106–107
Mid Level .................................................................................. 107
Mid Ratio .......................................................................... 106–107
Mid Release ....................................................................... 106–107
Mid Thres .......................................................................... 106–107
Middle ........................................................................................ 99
MIDI ................................................................................. 156–157
MIDI IN .................................................................................... 156
MIDI OUT ................................................................................. 156
MIDI OUT-aansluiting ................................................................ 22
MIDI THRU .............................................................................. 156
MIDI-aansluiting ....................................................................... 156
MIDI-geluidsmodule ................................................................ 157
MIDI-implementatietabel .......................................................... 156
MIDI-kanaal .............................................................................. 156
MIDI-sequencer ........................................................................ 158
Mix Level .................................................................................... 95
Mix Lvl ...................................................................................... 106
Mixer ......................................................................................... 107
MMC ......................................................................................... 160
MMC Master ..................................................................... 160, 198
Mode ......................................................................................... 100
Modify Fil ................................................................................... 97
Mono-opname ................................................................. 39, 48, 59
MOV ..................................................................................... 71–72
MS ............................................................................................... 98
MTC .................................................................................. 158–159
MTC Type ................................................................................. 199
MTC-type .................................................................................. 158
MTK .......................................................................................... 205
Mute ............................................................................................ 41
N
Naam geven
Arrangement
...................................................................... 124
Patroon ............................................................................... 132
Song ...................................................................................... 78
NAM ........................................................................................... 78
NAME ......................................................... 86, 104, 115, 124, 132
NEW ........................................................................................... 33
No more Memory ........................................................................ 77
Noise ........................................................................................... 96
Noise Suppressor ........................................................................ 97
Note .......................................................................................... 116
O
Oct Level ..................................................................................... 97
Octave ......................................................................................... 97
OFF ............................................................................................. 37
Offset ................................................................................ 159, 199
On/Off ........................................................ 93–101, 105–107, 112
ONBRD+EXT .............................................................................. 34
Opname ................................................................................ 32, 48
Spoor .................................................................................... 39
Opnametijd ................................................................................. 32
Opnemen .................................................................................... 80
Rhythm ............................................................................... 121
Opslaan ................................................................................. 29, 79
Insert-effecten ....................................................................... 86
Mastering Tool Kit .............................................................. 104
Op CD-R/RW ..................................................................... 145
Pitch correction ................................................................... 115
Spoordata in de WAV/AIFF-indeling ......................... 165, 176
OPT ............................................................................................. 78
Output ...................................................................................... 107
Output Gain .............................................................................. 105
Overdubben ................................................................................ 41
P
P.MAP ....................................................................................... 116
PAN .............................................................................. 42, 49, 138
Pan ........................................................................................ 42, 49
Drumgeluiden .................................................................... 138
[PAN/EQ] ............................................................... 42–43, 49, 110
PAN-SQR: ................................................................................. 100
PAN-TRI ................................................................................... 100
226
Index
Patch ........................................................................................... 35
Patch-naam ................................................................. 86, 104, 115
Patroon ............................................... 37, 120, 122, 126, 169, 179
Patroonnaam ............................................................................. 132
Patroonnummer ........................................................................ 123
PATTERN ................................................................................... 37
Pattern (patroonfunctie) ...................................................... 37, 120
PCR ........................................................................................... 205
PEAK ........................................................................................ 105
Peak .......................................................................................... 101
PEAK-indicator ........................................................................... 35
PEDAL: ............................................................................... 98, 101
Phantom SW ..................................................................... 191, 198
Phaser ......................................................................................... 97
[PHRASE TRAINER] ................................................................ 192
Phrase Trainer ........................................................................... 192
PickUp ........................................................................................ 93
PIEZO ......................................................................................... 93
Pitch ............................................................................................ 98
[PITCH CORRECTION] ............................................................ 114
Pitch correction ......................................................................... 114
Pitch correction (tooncorrectie) ................................................. 113
Pitch Correction Edit ................................................................. 115
Pitch correction patch ................................................................ 205
Pitch Shifter ................................................................................. 98
[PLAY] ........................................................................ 29, 143, 152
PLAY ........................................................................................ 187
PLAY/IMP ........................................................................ 143, 154
PLAYER ...................................................................................... 96
Play-scherm ................................................................................ 28
Polarity ..................................................................................... 101
Post Fltr ....................................................................................... 97
Power Save ............................................................................... 197
PowerSave ........................................................................ 197–198
POWER-schakelaar ............................................................... 22, 28
Pre Filter ..................................................................................... 97
Preamp ........................................................................................ 98
Pre-Gap ..................................................................................... 140
Presence ...................................................................................... 99
Preset Patch ............................................................................... 113
Preset patch ........................................................................... 36, 84
Preview SW ............................................................................... 199
PRT ............................................................................................. 79
PUNCH ............................................................................... 54, 187
Punch-in ...................................................................................... 53
Punch-in/out .............................................................................. 53
Punch-out ................................................................................... 53
PVW .......................................................... 136, 148–149, 172, 182
Q
Quantize ..................................................................... 52, 127, 130
R
Rack160 ....................................................................................... 94
RADIO: ....................................................................................... 96
Rate ................................................................. 94, 96–97, 100, 111
Ratio ............................................................................................ 94
REAL ........................................................................................ 126
Realtime Recording ................................................................... 126
[REC] .................................................................................... 50, 53
REC MODE .......................................... 21, 39, 40, 45, 50, 58, 102
REC TRACK .................................................................... 39, 41, 48
REC TRACK-toetsen ................................................. 127, 131, 134
Recording Standby-scherm ............................................... 123, 126
Recover ..................................................................... 147, 164, 175
Recover-menu ........................................................................... 147
Redo ............................................................................................ 57
Referentietoon ................................................................... 188, 189
Release ................................................................................ 97, 107
Release Time ............................................................................... 94
REMAIN ................................................................................... 142
Remain Inf .......................................................................... 62, 198
[REPEAT] .................................................................................... 51
Repeat ................................................................................... 51–52
Repeteren .................................................................................. 128
Resonance ............................................................................. 96–97
Resterende beschikbare opnametijd ............................................ 62
Resterende opnametijd op audio-cd's ....................................... 142
REV ....................................................................... 43–44, 108–109
Rev Send ................................................................................... 111
Rev Time ................................................................................... 111
REVERB .................................................................................... 111
Reverb ....................................................................................... 108
[REW] ................................................................................... 29, 66
RHR .......................................................................................... 128
RHY .......................................................................................... 195
Rhy Send ................................................................................... 109
RhyMIDI ch ...................................................................... 157, 199
RHYTHM .............................................................................. 35, 87
Rhythm ....................................................................... 37, 120, 157
[RHYTHM PAD] ....................................................... 127, 131, 134
RHYTHM-fader .......................................................... 37, 121–122
Rhythm-functie ......................................................................... 121
Ring Modulator ........................................................................... 99
RiseTme ...................................................................................... 99
ROLAND-map .......................................................................... 162
ROOM ......................................................................... 44, 108, 111
227
Index
S
S EFX ......................................................................................... 195
Schijflade ..................................................................................... 21
Schrijven
Audio-cd
............................................................................. 140
SCMS ........................................................................................ 154
SCR ........................................................................................... 199
Scrub ........................................................................................... 65
SCRUB FROM ............................................................................. 65
SCRUB TO .................................................................................. 65
Scrub-parameter ........................................................................ 199
Scrub-punt .................................................................................. 65
SEL .............................................................................................. 29
Send Level (verstuurniveau) ............................................... 44, 109
Sens ............................................................................. 95, 101, 106
SENS-knop .................................................................................. 35
Separation ....................................................................... 95–96, 98
SHELVG ................................................................................... 105
Sibilant ........................................................................................ 95
[SIMUL] .......................................................................... 34, 39, 48
SIMUL ........................................................................................ 85
SINGLE ................................................................................. 93, 95
SLDN .......................................................................................... 98
Slow Attack ................................................................................. 99
SMF ........................................................... 151–153, 169–170, 179
SMF import ............................................................................... 152
SMF Player ................................................................................ 151
SMF-map .................................................................................. 162
SML .................................................................................... 36, 204
Smooth ...................................................................................... 115
Smpl Rate .................................................................................... 97
Smth .......................................................................................... 117
Soft Clip .................................................................................... 107
SONG ................................................................................ 145, 147
Song Backup ............................................................................. 145
Song Copy ................................................................................... 77
Song drumkit ............................................................................ 134
Song Erase ................................................................................... 77
Song Name .................................................................................. 78
Song New ................................................................................... 32
Song Optimize ...................................................................... 57, 78
Song Patch ................................................................................ 113
Song patch ............................................................................ 36, 84
Song Protect ................................................................................ 79
Song Recover ............................................................................ 147
Song Select .................................................................................. 29
Song Select-scherm ..................................................................... 29
Songarrangement ................................................................ 38, 123
Songarrangementen .................................................................. 120
Songinformatie ............................................................................ 62
Songpatroon ........................................................................ 38, 120
Speaker Simulator ..................................................................... 100
SplitH ........................................................................................ 106
SplitL ......................................................................................... 106
SPOOR ........................................................................................ 87
Spoor ............................................................................... 39, 41, 48
Stap ........................................................................................... 123
Startmaat ................................................................................... 123
STD ............................................................................................. 93
STD (LV1) ............................................................................. 32, 62
Stemgeleider ............................................................................. 188
Stemmen ..................................................................... 96, 188–189
STEP .................................................................................. 123, 130
Step Recording .......................................................................... 126
Step Recording (stapsgewijze opname) ..................................... 130
STEREO MULTI .......................................................................... 91
Stereo-opname ...................................................................... 39, 48
Stuurprogramma ....................................................................... 162
Sub Mixer .......................................................................... 190, 198
Sustain ........................................................................................ 94
SYNC ........................................................................ 157–160, 198
Sync Gen ................................................................... 158, 160, 198
Synchroniseren .......................................................................... 157
Sync-parameter ......................................................................... 198
SYS .................................................................................... 194, 198
Systeemparameter ..................................................................... 198
T
[TAP] .................................................................................. 38, 122
TAP ............................................................................................. 95
Tempo ................................................... 21, 38, 122–123, 127, 130
Thres ......................................................................................... 107
Threshold (drempelwaarde) ................................................. 94, 97
Tijdsduur tussen songs (Pre-Gap) ............................................. 140
TIME ........................................................................................... 21
Time Signature .......................................................... 123, 127, 130
Time stretch .............................................................................. 192
TME/MES ....................................................................... 68, 71, 74
TMP ............................................................................................ 85
TO ............................................................................................. 199
Toegangsindicator ....................................................................... 21
Tone ............................................................................ 94, 111, 149
Tone Load ......................................................... 135, 149, 171, 181
TONELOAD-map ..................................................................... 162
Top-Hi ........................................................................................ 93
Top-Mid ...................................................................................... 93
TOUCH: .................................................................................... 101
TRACK ..................................................................................... 135
228
Index
Track At Once ........................................................................... 140
Track Copy ................................................................................. 67
Track Editing .............................................................................. 67
Track EQ ..................................................................... 43, 110, 112
Track Erase ................................................................................. 73
Track Exchange ........................................................................... 76
TRACK MIXER ........................................................................... 18
Track Move ................................................................................. 70
Track Mute .................................................................................. 41
TRACK-fader ........................................................................ 18, 29
Treble .......................................................................................... 99
Tremolo/Pan ............................................................................ 100
TRK ..................................................................... 67, 70, 73, 75–76
TRM-SQR .................................................................................. 100
TRM-TRI: .................................................................................. 100
[TUNER] ................................................................................... 188
Tuner ........................................................................................ 188
Type .................................. 43, 94–96, 98, 100–101, 108, 111, 115
U
U EFX ........................................................................................ 195
Uitwisselen
Spoor
.................................................................................... 76
Undo ........................................................................................... 57
[UNDO/REDO] .......................................................................... 57
UP ............................................................................................. 101
USB ........................................................................... 162, 164, 175
USB-map ................................................................................... 163
USB-poort ................................................................................... 22
USB-scherm .............................................................................. 164
User patch ............................................................................. 36, 84
[UTILITY] ......................................................................... 198–199
V
V ............................................................................................... 120
Velocity ..................................................................... 127, 131–132
Verplaatsen
Spoor
.............................................................................. 70–72
Verse ......................................................................................... 120
Verspringen ................................................................................ 30
Naar locator .......................................................................... 64
Verwijderen
Arrangement
...................................................................... 125
Data van een CD-RW .......................................................... 153
Drumgeluiden .................................................... 129, 132, 138
Locator .................................................................................. 64
Patroon ............................................................................... 133
Song ...................................................................................... 77
Spoor .............................................................................. 73–75
Stap ..................................................................................... 124
VO DRV ...................................................................................... 98
VO+AC.SIM ................................................................................ 92
VO+ACOUSTIC .......................................................................... 92
VO+GT AMP .............................................................................. 92
VOCAL MULTI ........................................................................... 90
Voetschakelaar .............................................................. 27, 54, 187
VOICE TRANS ............................................................................ 90
Voice Transformer .................................................................... 100
Volume ....................................................................................... 99
Vooraf beluisteren (Preview) ............... 65, 136, 148–149, 172, 182
Voorgeprogrammeerd arrangement ........................................... 38
Voorgeprogrammeerd patroon ................................................... 38
Voorgeprogrammeerde drumkit ............................................... 134
[V-TRACK] ................................................................................. 49
V-Track .......................................................................... 14, 49, 94
V-Track Selection-scherm ............................................................ 49
W
Wah ........................................................................................... 101
WAV ................................................................. 148, 150, 165, 176
WAV/AIFF Export .................................................. 150, 165, 176
WAV/AIFF Import ................................................... 148, 167, 178
WAV/AIFF-bestanden ...................................................... 171, 181
WAV/AIFF-menu ..................................................................... 148
Weergeven
Audio-cd
............................................................................. 143
Demosong ............................................................................. 29
Herhalend ............................................................................. 51
SMF .................................................................................... 151
Wegschrijven
Waveformdata
.................................................................... 148
Windows ........................................................................... 162, 164
Windows 2000 ........................................................................... 162
Windows Me ............................................................................. 162
Windows XP ............................................................................. 162
Wow Flt ...................................................................................... 96
WRITE ................................................................ 86, 104, 115, 141
Write
Insert-effecten
....................................................................... 86
Mastering Tool Kit .............................................................. 104
Pitch correction ................................................................... 115
X
XCG ............................................................................................ 76
Z
[ZERO] ........................................................................................ 30
PAN
EQ Low
EQ High
CHO/DLY Send
REV Send
PAN
EQ Low
EQ High
PAN
EQ Low
EQ High
PAN
EQ Low
EQ High
PAN
EQ Low
EQ High
PAN
EQ Low
EQ High
SPOOR 1 SPOOR 2 SPOOR 3 SPOOR 4 SPOOR 5 SPOOR 6 SPOOR 7/8
PAN
EQ Low
EQ High
EFFECTEN
OPMERKINGEN
Track Sheet
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
RHYTHM
PAN
EQ Low
EQ High
CHO/DLY Send
REV Send
Project
Songnaam Datum
Artiest Klant
ARRANGE
Tempo:
PATTERN
Tempo:
Track Sheet
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Roland BR-900CD bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Roland BR-900CD in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 12,82 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info