527407
2
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/228
Pagina verder
Afspraken over tekens in deze handleiding
Letters of nummers die tussen haakjes [ ] staan geven knoppen
aan.
[PLAY] PLAY knop
[REC] REC knop
Verwijzingen als (p.**) geven pagina’s in deze handleiding aan,
waaraan u kunt refereren.
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS BR-600 Digitale
Recorder.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan de
volgende secties zorgvuldig door te lezen:
• ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’
(pagina 2-3)
• ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pagina 4-5)
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste
gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen
te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die
dit nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om
er later aan te kunnen refereren.
Copyright © 2006 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke
toestemming van BOSS CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
2
Rev0.10
USING THE UNIT SAFELY
001
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u
onderstaande instructies en de gebruikershand-
leiding.
.............................................................................................
003
Maak het apparaat niet open, en voer geen interne
modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter
(behalve wanneer deze handleiding u specifieke
instructies geeft om dat wel te doen). Ga voor alle
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u
op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
.............................................................................................
004
Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op plaatsen
die:
aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten
voertuig, dicht bij een warmtekanaal of bovenop
warmte genererende apparatuur of die
vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of
natte vloeren of plaatsen die
aan regen worden blootgesteld of die
stoffig zijn of die
aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.............................................................................................
007
Zorg ervoor, dat de locatie die u kiest om het
apparaat op te zetten, waterpas staat, zodat het
apparaat goed ondersteund wordt. Plaats het
apparaat nooit op standaards die kunnen wiebelen of op
een hellend vlak.
.............................................................................................
009
Gebruik alleen de gespecificeerde adapter (PSA
series). Wees er ook zeker van dat het snoervoltage
bij de installatie hetzelfde is als het invoervoltage
zoals gespecificeerd op de adapter. Andere adapters
gebruiken misschien een andere polariteit of zijn gemaakt
voor een andere voltage. Het gebruik hiervan kan dus
resulteren in schade, een slechte functie of elektrische
schok.
..............................................................................................
010
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats
er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het
snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen
en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde
snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..............................................................................................
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren, die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange
tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volume-
niveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorverlies of
een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct
uitzetten en een oorarts consulteren.
..............................................................................................
011
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen
(water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht-
komen.
..............................................................................................
Batterijen mogen nooit opnieuw opgeladen, uit
elkaar gehaald of in het water gegooid worden.
..............................................................................................
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
3
Rev0.10
013
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te
vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
Er rook of een ongewone geur optreedt
Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere
wijze nat is geworden), of
Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of
een duidelijke verandering in werking laat zien.
.............................................................................................
014
In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat
is de regels, die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat, op te volgen.
.............................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat
het niet vallen!)
.............................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren –
de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten
apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie
(watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door
overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit
raken, en uiteindelijk smelten.
.............................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de
‘Informatie’ pagina.
.............................................................................................
019
101b
Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst
te worden, dat er voldoende ventilatieruimte
beschikbaar is.
.............................................................................................
102d
Houd het adapter snoer altijd bij de stekker zelf
vast, wanneer de stekker in het stopcontact of in het
apparaat wordt gestoken of er uit wordt gehaald.
.............................................................................................
Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren
en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle
snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen
geplaatst moeten worden.
.............................................................................................
Raak de adapter of de stekkers nooit met natte
handen aan wanneer u deze in het stopcontact of dit
apparaat stopt, of uit het stopcontact of dit apparaat
haalt.
.............................................................................................
108b
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder
de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat
langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen
de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie
leiden en brand veroorzaken.
..............................................................................................
106
Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er
geen zware objecten op.
..............................................................................................
107d
Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u de
adapter uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren
van alle externe apparaten los.
..............................................................................................
109b
Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de
stroom uit, en haalt u de adapter uit het stopcontact.
..............................................................................................
110b
Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht,
haalt u de adapter uit het stopcontact.
..............................................................................................
111: Selection
Indien incorrect gebruikt, kunnen batterijen explo-
deren of lekken en schade of letsel veroorzaken.
Voor veilig gebruik dient u de volgende voorzorgs-
maatregelen (p.24) te nemen.
Volg de installatie instructies voor batterijen
zorgvuldig en zorg ervoor dat u de juiste
polariteit gebruikt.
Vermijd het gebruik van nieuwe batterijen in
combinatie met oude batterijen. Bovendien mag u geen
verschillende soorten batterijen samen gebruiken.
Verwijder de batterijen wanneer het apparaat voor
langere tijd niet zal worden gebruikt.
Als een batterij gelekt heeft dient u een zacht stukje stof
of een papieren doekje te gebruiken om alle restanten
van de lekkage uit het batterijenvakje weg te vegen.
Installeer daarna nieuwe batterijen. Om irritatie aan de
huid te voorkomen, dient u er zeker van te zijn dat er
geen sporen van de batterijlekkage op uw huid of
handen terecht komen. Wees voorzichtig dat er geen
sporen van de batterijlekkage in of vlakbij uw ogen
terecht komt! Spoel onmiddellijk af met stromend water
als sporen van de lekkage in uw ogen terecht zijn
gekomen.
Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten
zoals ballpoints, kettingen, haarklemmen etc.
..............................................................................................
112
Gebruikte batterijen moeten, in overeenstemming
met de regels die in de regio waarin u woont
gelden, direct worden weg gegooid.
..............................................................................................
118c
Leg alle schroeven, die u verwijdert op een veilige
plek buiten het bereik van kinderen, zodat er geen
kans bestaat, dat ze per ongeluk worden doorge-
slikt.
..............................................................................................
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
4
Rev0.10
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Naast de onderdelen die onder ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina’s 2-3 worden
genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening; gebruik
van batterijen
Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als deze
gebruikt wordt door een andere elektrische toepassing, die
bestuurd wordt door een omvormer (zoals een koelkast,
wasmachine, magnetronoven of airconditioner), of die een
motor heeft. Afhankelijk van de manier, waarop de
elektrische toepassing gebruikt wordt, kan het geluid dat
geproduceerd wordt bij het aanvoeren van stroom ervoor
zorgen, dat dit apparaat slecht functioneert of bijgeluiden
produceert. Als het niet praktisch is om een apart
stopcontact te gebruiken, plaats dan een voedingsgeluids-
filter tussen dit apparaat en het stopcontact.
De adapter zal hitte gaan genereren na een lange tijd
aaneengesloten gebruik. Dit is normaal en is geen reden om
u zorgen te maken.
Het gebruik van een adapter wordt sterk aanbevolen, omdat
de stroomconsumptie van het apparaat relatief hoog is.
Geeft u er de voorkeur aan om batterijen te gebruiken,
gebruikt u dan alkaline batterijen.
Wanneer u batterijen installeert of vervangt, dient u altijd de
stroom van het apparaat en alle andere apparaten, die u
wellicht heeft aangesloten, uit te zetten. Op deze manier
kunt u storingen en/ of schade aan speakers of andere
apparaten helpen voorkomen.
Er worden batterijen bij dit apparaat geleverd. De
levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn,
aangezien ze met name bedoeld zijn om mee te testen.
Voordat u dit apparaat aansluit op andere apparaten, dient
u de stroom van alle apparaten uit te zetten. Dit zal
storingen en/of schade aan speakers of andere apparaten
helpen voorkomen.
Plaatsing
Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers
(of andere apparatuur, die grote stroomtransformatoren
bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te
heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet u het
verder van de storingsbron af.
Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie
verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit
soort ontvangers.
Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de
buurt van dit apparaat worden gebruikt. Een dergelijke
storing kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of
tijdens het converseren. Als u dit soort problemen onder-
vindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van
dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme
temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat
misvormen of verkleuren.
Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt
verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt
van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat water-
druppels (condensatie) gevormd worden. Als u het
apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen
ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat
gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de
condensatie volledig is verdampt.
Onderhoud
Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt
u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een
doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel.
Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek
goed af.
Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of
oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of
misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen
verloren kan gaan, als u het apparaat laat repareren. Van
belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken,
in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer),
computer of op papier opgeschreven (indien mogelijk).
Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te
vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het
schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan
data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet
verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van
belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van
tijd tot tijd een back-up van belangrijke gegevens te maken,
die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen.
De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat
(bijvoorbeeld een sequencer) of computer is opgeslagen, kan
helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is
gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor
dit soort dataverlies.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Rev0.10
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars
van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook
voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe
behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen grote druk op
uit.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
de interne elementen van de kabel.
Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de
originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal).
Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten
gebruiken.
Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5,
FV-500L, FV-500H; apart verkrijgbaar). Als u andere
expressiepedalen aansluit, riskeert u storingen en/of schade
aan het apparaat.
Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als
u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie
van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen
kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit
soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of
zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecifi-
caties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat kaarten gebruikt
worden (CompactFlash)
Geheugenkaarten gebruiken
705
Steek de geheugenkaart er voorzichtig helemaal in, totdat
deze stevig op zijn plaats zit.
fig.M512-Insert
705
Raak nooit de uiteinden van de geheugenkaart aan. Zorg er
ook, voor dat de uiteinden niet vuil worden.
De geheugenkaartgleuf van dit apparaat accepteert
CompactFlash geheugenkaarten. Microdrive opslag media
is niet compatibel.
CompactFlash kaarten zijn opgebouwd met behulp van
precisie onderdelen. Behandel de kaarten voorzichtig,
waarbij u extra moet letten op de volgende zaken.
Wees er zeker van dat uw lichaam zelf ontladen is
van enige statische elektriciteit, voordat u de kaarten
aanraakt om schade aan de kaarten door statische
elektriciteit te voorkomen.
Raak de contactgedeelten van de kaarten niet aan, en
zorg ook dat deze niet met metaal in contact komen.
Laat de kaarten niet vallen, buig ze niet en stel ze niet
bloot aan schokken of trillingen.
Laat kaarten niet in direct zonlicht liggen in gesloten
voertuigen, of op andere soortgelijke locaties
(opbergtemperatuur:-25-80 graden Celsius).
Kaarten mogen niet nat worden.
De kaarten niet demonteren of aanpassen.
Auteursrecht
Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen,
publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke
handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan
(muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke
uitvoering enz.), waarvan het auteursrecht bij een derde
partij ligt, is bij de wet verboden.
Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het
auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden.
Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor
overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, dat
door gebruik van dit apparaat worden begaan.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
* Vensters zijn in deze documenten opnieuw
afgebeeld met toestemming van Microsoft Corpo-
ration.
* Windows (LOGO R) staat officieel bekend als:
‘Microsoft (LOGO R) Windows (LOGO R)
operating system.’
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handels-
merken van Apple Computer, Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer,
Inc.
* Alle productnamen die in dit document genoemd
worden, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaars.
6
Rev0.10
Inhoud
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ..............4
Introductie van de BR-600 .................12
Hoofdkenmerken...........................................12
Geheugenkaarten, die uw BR-600
ondersteunt .....................................................15
De geheugenkaart formatteren (CompactFlash)....15
Hoe u het kaartklepje verwijdert..............................15
Paneelbeschrijvingen .........................16
Achterpaneel...................................................22
Voorpaneel......................................................23
Batterijen plaatsen..........................................24
Over het Play venster ....................................25
Snelle Start..........................27
Randapparatuur aansluiten ...............28
Hoe gebruikt u de snoerhaak.......................29
Een microfoon verloopstekker gebruiken..30
De geheugenkaart plaatsen ..........................30
De BR-600 aan-/uitzetten ..................31
De BR-600 aanzetten......................................31
De BR-600 uitzetten .......................................31
Naar een demo song luisteren ...........32
Een demo song selecteren (Song Select) .....32
Een demo song spelen...................................32
De huidige positie verplaatsen...........33
Voor en achteruit spoelen..........................................33
Naar het begin van een stuk gaan............................33
Naar het einde van een stuk gaan............................33
Door een song bewegen met gebruikmaking van
uren, minuten, seconden, frames of subframes .....33
Door een song bewegen in maten en beats.............33
Instrumenten aansluiten ....................34
Kies welke uitgang u gaat gebruiken om uw
instrument aan te sluiten...........................................34
Songs voorbereiden voor opname .....35
Een nieuwe song opnemen (Song New) .................35
De input selecteren ............................36
De ingebouwde stereo microfoon aanzetten ..........36
De input gevoeligheid aanpassen ............................36
Het opnameniveau instellen .....................................37
De niveaumeter weergeven.......................................37
De invoegeffecten gebruiken .............38
Effect Patches afwisselen...............................38
Opnemen zonder invoegeffecten .............................39
Het ritme gebruiken...........................40
Wat is Ritme?...............................................................40
Patronen en arrangementen ......................................40
Patroon (Pattern) mode en Arrangement mode.....40
Arrangementen spelen...............................................41
Patronen spelen...........................................................41
Arrangementen veranderen......................................42
Patronen veranderen..................................................42
Het tempo van de arrangementen of patronen
veranderen ...................................................................43
Tikken om het tempo van de arrangementen of
patronen te veranderen..............................................43
Opnemen ..........................................44
De opnameTrack selecteren ......................................44
Over de opname (REC) standen ...............................45
Procedure .....................................................................46
Opgenomen muziek afspelen ............47
Het geluid van specifieke Tracks dempen (
Track mute)..................................................................47
Een extra Performance opnemen, terwijl
u naar een bestaande Performance
luistert (Overdubbing)........................48
Meerdere Tracks samenvoegen
(Bounce) ............................................49
Het geluid voor elke Track instellen ...........49
De perceptie van stereo voor het geluid
aanpassen (Pan)...........................................................49
De toon aanpassen (Track EQ)..................................50
Ruimtelijk karakter toevoegen aan het geluid
(Loop effect).................................................................50
Bouncing..........................................................52
7
Rev0.10
Sectie 1
Opnemen en afspelen..........53
Opnemen ..........................................54
Songs creëren voor opname .........................54
Over data types...........................................................54
De opnameTrack selecteren..........................55
V-Tracks veranderen .....................................56
De perceptie van stereo in de input
geluiden aanpassen (Pan) .............................56
Opname handelingen....................................57
Afspelen herhalen (Repeat)................58
Het Repeat gedeelte met accurate
timing instellen...............................................59
Over een fout opnemen
(Punch-in/out)....................................60
Handmatige punch-in/out...........................60
Handmatig in en uit punchen met [REC] ...............60
Handmatig in- en uitpunchen met behulp
van een voetschakelaar..............................................61
Auto punching in en out...............................61
Het gebied voor Auto Punching in/out
specificeren ..................................................................61
Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie
wissen...........................................................................62
Hoe u moet opnemen.................................................62
Herhaaldelijk over dezelfde locatie
opnemen (Loop recording)...........................62
Het gedeelte, dat herhaald moet worden,
instellen ........................................................................63
Hoe op te nemen.........................................................63
Een handeling ongedaan maken
(Undo/redo) ......................................64
De laatste handeling ongedaan maken
(Undo)..............................................................64
De Undo ongedaan maken (Redo) ..............64
Meerdere Tracks samenvoegen
(Bounce) ............................................65
Songs laden die gecreëerd zijn met de
BR-900CD/BR-864/BR-532 ................67
Songs laden die gecreëerd zijn met de
BR-900CD/BR-864 .........................................67
Songs gecreëerd met de
BR-532 laden ...................................................68
De song informatie weergeven ..........69
De overgebleven beschikbare opnametijd
weergeven .......................................................69
Het geheugenkaart gebruik weergeven......69
Sectie 2
Bewerken ........................... 71
Tijd registreren (Locator) ....................72
Een Locator punt registreren........................72
Naar het Locator punt gaan..........................72
Een Locator punt wissen...............................72
Het begin en einde van de muziek
zoeken (Scrub/Preview).....................73
Scrubben om het start/eindpunt van de
muziek te vinden............................................73
De scrub punten veranderen........................74
De Preview functie gebruiken met behulp
van [REW] en [FF]..........................................74
De Performance op een Track
bewerken (Track Edit)........................75
Data kopiëren (Track Copy) .........................75
Kopiëren door de tijd te specificeren
(TME/MES) .................................................................75
Het herhaalde gedeelte kopiëren (AB) ....................77
Een complete Track kopiëren (ALL)........................78
Data verplaatsen (Track Move)....................79
Verplaatsen door de tijd te specificeren
(TME/MES) .................................................................79
Het herhaalde gedeelte verplaatsen (AB)................80
Een complete Track verplaatsen (ALL) ...................81
Data wissen (Track Erase).............................82
Wissen door de tijd te specificeren (TME/MES)....82
Het herhaalde gedeelte wissen (AB)........................83
Een complete Track wissen (ALL)............................84
Data uitwisselen (Track Exchange) .............85
De songs, die u hebt opgenomen,
organiseren .......................................86
Een song kopiëren (Song Copy)...................86
Songs wissen (Song Erase)............................86
Geheugen opslaan op de geheugenkaart
(Song Optimize)..............................................87
Een song benoemen (Song Name)...............88
8
Rev0.10
Een song beschermen (Song Protect) ..........88
De huidige instellingen voor de song opslaan
(Song Save)......................................................89
Een master tape/disc maken..............90
Sectie 3
Effecten gebruiken...............91
De invoegeffecten gebruiken .............92
Effect Patches en Banks.................................92
Instellingen van invoegeffecten bewerken.93
Invoegeffecten instellingen opslaan
(Write)..............................................................94
De bestemming waar invoegeffecten
worden ingevoegd veranderen....................94
Track 1–8, 1 2, 3 4, 5 6, 7 8 : ........................................ 95
Invoegeffect parameter functies.........96
Algoritme lijst.................................................96
BANK : GUITAR ...............................................................96
1. COSM GTR AMP................................................... 96
2. ACOUSTIC SIM .....................................................96
3. BASS SIM ................................................................97
4. COSM COMP GTR................................................ 97
5. ACOUSTIC GTR.................................................... 97
6. BASS MULTI ..........................................................97
7. COSM BASS AMP ................................................. 98
8. COSM COMP BSS ................................................. 98
BANK : MIC ......................................................................98
9. VOCAL MULTI...................................................... 98
10. VOICE TRANS..................................................... 98
11. COSM COMP VCL ..............................................99
BANK : LINE .....................................................................99
12. STEREO MULTI ...................................................99
13. LO-FI BOX ............................................................99
BANK : SIMUL................................................................ 100
14. VO+GT AMP ......................................................100
15. VO+AC.SIM........................................................ 100
16. VO+ACOUSTIC .................................................100
Parameter lijst...............................................101
Acoustic Guitar Simulator ......................................101
Acoustic Processor................................................... 101
Bass Simulator ..........................................................101
Chorus ....................................................................... 102
Compressor............................................................... 102
COSM Comp (compressor)/Limiter..................... 102
De-esser ..................................................................... 103
Defretter ....................................................................103
Delay.......................................................................... 103
Doubling ....................................................................103
Enhancer ....................................................................104
Equalizer ................................................................... 104
Flanger .......................................................................104
Foot Volume .............................................................104
Lo-Fi Box ...................................................................105
Noise Suppressor .....................................................106
Octave ........................................................................106
Phaser ........................................................................106
Pitch Shifter ...............................................................106
Preamp .......................................................................107
Ring Modulator........................................................ 108
Slow Attack............................................................... 108
Speaker Simulator.....................................................108
Tremolo/Pan ............................................................109
Voice Transformer ...................................................109
Wah ............................................................................110
Mastering ........................................111
Mastering.......................................................111
De Mastering Tool Kit instellingen
bewerken .......................................................113
De Mastering Tool Kit instellingen
opslaan (Write) .............................................114
Mastering Tool Kit parameter
functies............................................115
Algoritme ......................................................115
Parameter List...............................................115
Equalizer ...................................................................115
Bass Cut Filter........................................................... 116
Enhancer ....................................................................116
Input ...........................................................................116
Expander ................................................................... 116
Compressor ...............................................................117
Mixer ..........................................................................117
Limiter ....................................................................... 117
Output .......................................................................117
De Loop effecten gebruiken .............118
Het Loop effect selecteren...........................118
Instellen hoe het loop effect wordt
toegepast........................................................119
9
Rev0.10
Loop effect parameter functies .........120
Parameter lijst...............................................120
CHORUS/DELAY/DBLN (Doubling) .................120
REVERB..................................................................... 120
De Track EQ gebruiken ....................121
De Track EQ instellen..................................121
Track EQ parameter functies ............122
Parameter lijst...............................................122
De Pitch (toonhoogte) van de zang
vastleggen (Pitch Correction)............123
Pitch correctie ...............................................123
Opbouw van de Pitch correctie..................123
Pitch correctie Patches.................................123
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
Pitch correctie ...............................................123
De Pitch correctie gebruiken ......................124
De correctiemethode voor vocale Pitch
instellen (Pitch correctie Edit) ....................126
De Pitch correctie instellingen opslaan
(Write)............................................................127
Gedetailleerde instellingen maken voor
Pitch correctie (Correction Event Map) ....128
Sectie 4
Het ritme gebruiken.......... 131
Over ritmes .....................................132
Over de drum pads......................................132
Over de drumgeluiden (Drumkits) ...........132
Wat zijn patronen en arrangementen?......133
Wat is een patroon? ..................................................133
Wat is een arrangement?..........................................134
Over Patroon mode en Arrangement
mode...............................................................134
De drumgeluiden spelen ..................135
Het drumgeluid veranderen
(Drumkits) .......................................136
Drumkits selecteren.............. 136
Original drumkits creëren
(Tone Load) ..........................138
Drumgeluiden laden vanuit de
audio Tracks..................................................138
Drumgeluiden van andere drumkits
kopiëren.........................................................140
Drumgeluiden wissen .................................141
De positie (pan) van de drumgeluiden
veranderen ....................................................141
Ritme patronen spelen.....................142
Het tempo van een patroon veranderen...142
De TAP knop gebruiken om het tempo van
een patroon te veranderen..........................142
Ritme arrangementen spelen ...........143
Het tempo van een arrangement veranderen
143
De TAP knop gebruiken om het tempo van
een arrangement te veranderen .................143
Originele patronen creëren ..............144
Patronen creëren door op de drum pads te tikken
(Realtime Recording)................................................144
Drumgeluiden één voor één invoeren, terwijl u de
input visueel bevestigt
(Step Recording)........................................................144
SMF’s importeren......................................................144
10
Rev0.10
Patronen creëren door op de
drum pads te tikken
(Realtime Recording) ............ 145
Opnames repeteren......................................146
Ongewenste drumgeluiden wissen...........147
Het metronomoom volume veranderen...147
Geluiden één voor één invoeren,
terwijl u de input visueel bevestigt
(Step Recording) ................... 148
Patronen benoemen ........................151
Patronen kopiëren...........................152
Patronen wissen..............................153
Originele arrangementen creëren ....154
Stappen invoegen.........................................156
Stappen wissen.............................................156
Arrangementen een naam geven.....157
Arrangementen kopiëren.................158
Arrangementen wissen....................159
Sectie 5 USB gebruiken ..... 161
Voordat u USB gebruikt (Overzicht) .162
Hoe USB gebruikt kan worden ..................162
Compatibele besturingssystemen..............162
Samenstelling van data op
geheugenkaarten..........................................162
Een computer aansluiten.............................163
Opmerkingen over het gebruik van USB .163
Met Windows ..................................164
BR-600 data opslaan op computers
(Backup).........................................................164
Reservekopie data teruglezen naar
de BR-600 vanuit de PC (Recover).............165
BR-600 Track data opslaan in WAV/AIFF
formaat (WAV/AIFF Export).....................167
Problemen gerelateerd aan onvoldoende geheugen
oplossen wanneer u WAV/AIFF exporteert ........169
WAV/AIFF bestanden laden in BR-600
Tracks (WAV/AIFF Import).......................170
SMF’s importeren en patronen creëren.....172
Drumgeluiden laden uit WAV/AIFF
bestanden (Tone Load)................................174
Data van de BR-900CD/BR-864/BR-352
gebruiken.......................................................176
Met Macintosh .................................178
Data van de BR-600 opslaan op
computers (Backup).....................................178
Data van de reservekopie teruglezen
naar de BR-600 vanaf de PC (Recover) .....179
BR-600 Track data opslaan in WAV/AIFF
formaat (WAV/AIFF Export).....................180
Problemen, gerelateerd aan onvoldoende geheugen,
oplossen wanneer u WAV/AIFF exporteert ........181
WAV/AIFF bestanden laden in BR-600
Tracks
(WAV/AIFF Import) ...................................182
SMF’s importeren en patronen creëren.....184
Drumgeluiden laden uit WAV/AIFF
bestanden
(Tone Load)...................................................186
Data van de BR-900CD/
BR-864/BR-352 gebruiken ..........................188
11
Rev0.10
Sectie 6
Andere handige functies ....189
Het contrast van het scherm
aanpassen.......................................190
Een voetschakelaar of expressiepedaal
gebruiken........................................191
Wanneer u een expressiepedaal gebruikt.191
Wanneer u een voetschakelaar gebruikt ..191
Een instrument stemmen (Tuner) ......192
Overschakelen naar de tuner .....................192
Uitleg over de aanwijzingen, die verschijnen, t
erwijl u aan het stemmen bent................................192
Stemmen........................................................192
De referentie-toonhoogte van de tuner
instellen..........................................................193
De output van een extern audio
apparaat mixen met de output van uw
BR-600 (Audio Sub Mix)...................194
Moeilijke frases spelen
(Phrase trainer) ...............................195
De snelheid vertragen (Time Stretch) .......195
Het centrumgeluid opheffen
(Center Cancel).............................................196
De instellingen van de BR-600
formatteren .....................................197
Alle instellingen van de BR-600
formatteren....................................................197
De systeeminstellingen formatteren..........197
De effectinstellingen formatteren ..............198
De Ritme arrangementen, patronen en
drumkits formatteren ..................................198
De geheugenkaart formatteren ..................199
Zuinig omspringen met
batterijstroom (Power Save) ............200
De Power Save functie deactiveren........................200
Utility parameter lijst .......................201
Over de systeem parameters......................201
Over de sync parameters ............................202
Over de scrub parameters...........................202
Sectie 7
Bijlagen ............................ 203
Effect Patch lijst................................204
Mastering Tool Kit Patch lijst ............207
Pitch correctie Patch lijst...................207
Arrangement/Patroon lijst ...............208
Preset arrangementen lijst...........................208
Preset patroon lijst........................................209
Parameter lijst .................................210
Problemen oplossen ........................213
Problemen met het geluid...........................213
Problemen met de geheugenkaart.............214
Problemen met de USB................................214
Foutberichten...................................215
Specificaties.....................................218
Index...............................................220
12
Rev0.10
Introductie van de BR-600
De BR-600 digitale multiTrack recorder is ontworpen om u
het intuïtieve gevoel van een gewone muziekrecorder te
geven, waardoor het zelfs voor beginners eenvoudig te
bedienen is.
Ongeacht uw ervaring geeft de BR-600 u vanaf dag één de
sensatie van digitaal opnemen, van het opnemen van de
Performance tot en met de uiteindelijke mix.
Met draagbaarheid als prioriteit in het ontwerp, is de
BR-600 kleiner dan 183 x 257 mm en slechts 27 mm breed.
De BR-600 werkt ook op zes AA-size batterijen (alkaline bat-
terijen aanbevolen), zodat het mogelijk is de BR-600 in een
gitaarhoes te stoppen, mee te nemen en overal opnames te
maken.
Alle werkprocessen zijn volledig
digitaal
Behalve een digitale mixer en digitale recorder, bevat de
BR-600 vijf digitale effecten processoren.
Het is mogelijk om alle benodigde stappen voor opnemen
uit te voeren, zoals bewerken, ‘Bouncing Tracks’, effecten
gebruiken en afmixen en dit alles geheel binnen het digitale
spectrum, zodat er geen verslechtering in de kwaliteit van
het signaal optreedt.
De USB aansluiting gebruiken stelt u ook in staat om de
song data, die u creëert op een computer op te slaan.
‘Ritme’ functie
De ‘Ritme functie’ stelt u in staat om frases of muzikale
ideeën, die in u opkomen, vast te leggen. Selecteer eenvou-
digweg een geschikt ritmepatroon en stel het tempo in.
Behalve de interne, preset ritmepatronen, die al aanwezig
zijn, kunt u ook uw eigen originele ritme patronen creëren.
Door de Ritme functie te gebruiken tijdens het opnemen,
wordt het bewerken per maat veel simpeler.
‘Sectie 4 Het ritme gebruiken’ (p.131)
Uitgerust met V-Tracks
De BR-600 heeft acht audio opname Tracks, die het gelijktij-
dig opnemen op twee Tracks of het gelijktijdig afspelen van
acht Tracks mogelijk maken.
Bovendien bevat elke Track acht virtuele Tracks genaamd
‘V-Tracks’ met een totale opnamecapaciteit van 8 x 8 = 64
Tracks! Deze veelzijdigheid stelt u in staat om bijvoorbeeld
verschillende takes van een gitaarsolo op te nemen, waaruit
u dan later kunt kiezen als u alles in elkaar zet. Tijdens het
afspelen van acht Tracks kunt ook de bounce mode gebrui-
ken om naar een V-Track te gaan en stereo Bouncing uit te
voeren, zonder dat u data hoeft te wissen.
Hoofdkenmerken
Eenvoudig te bedienen
Gemakkelijk mee te nemen
door de slanke vorm
Digitaal audio werkstation
Wat zijn V-Tracks?
Elke Track bestaat uit acht virtuele Tracks en u kunt
één van deze Tracks kiezen om op te nemen of af te
spelen. Dit betekent dat u tot een maximum van 64
Tracks op kunt nemen, en daarna acht van de 64 Tracks
kunt selecteren om ze af te spelen. Deze virtuele
Tracks, die de eigenlijke Tracks vormen, worden ‘V-
Tracks’ genoemd.
Achterin deze handleiding (p.226) wordt een ‘Track
sheet’ weergegeven, waar u kopieën van kunt maken
en die u in kunt vullen, wanneer u muziek op V-Tracks
opneemt.
V-Track2
V-Track1
V-Track3
V-Track4
V-Track5
V-Track6
V-Track7
V-Track8
13
Introductie van de BR-600
Rev0.10
Veelzijdige digitale effecten
processoren
De BR-600 heeft vijf verschillende effecten processoren.
Deze systemen, die opname effecten (‘Invoegeffecten’),
send/return (Loop effecten), toonaanpassingen (Track EQ),
vocale klank correctie (Pitch correction) en mastering effec-
ten (Mastering Tool Kit) bevatten, kunnen naar wens onaf-
hankelijk voor elke toepassing gebruikt worden. Hiermee
kunt u een song productie van hoge kwaliteit maken in één
enkel apparaat, zonder dat u externe effecten hoeft te
gebruiken.
De BR-600 heeft vele ingebouwde simulaties en effecten,
inclusief amp modeling met behulp van COSM, voor een
grote variatie aan invoegeffecten. Er zijn veel effecten voor
vocale Tracks, keyboardTracks en gitaarTracks ingesloten
voor een uitgebreide reeks toepassingen.
De Loop effecten bevatten ruimtelijke effecten, zoals chorus
en reverb, essentieel voor een goede stereo mix. De Track
EQ is een ingebouwde, tweebands EQ, waarvan de toepas-
sing het meest tot zijn recht komt bij het maken van toon-
aanpassingen tijdens het afmixen.
Pitch correction geeft u de mogelijkheid om de Pitch (toon-
hoogte) van de zang naar wens aan te passen, zodat u van
betrouwbare uitvoeringen van hoge kwaliteit verzekerd
bent.
De Mastering Tool Kit stelt u in staat om songs, die gemixt
zijn, te comprimeren en voorziet in een variatie aan andere
effecten.
’De Invoegeffecten gebruiken’ (p.92)
‘De Loop effecten gebruiken’ (p.118)
‘De Track EQ gebruiken’ (p.121)
‘De Pitch van zang vastleggen (Pitch
correction)’ (p.123)
‘Mastering’ (p.111)
Bewerkingsfuncties
Met de BR-600 kunt u geluid kopiëren, verplaatsen en wis-
sen en vele andere bewerkingen uitvoeren, die alleen moge-
lijk zijn met digitale recorders. Dit betekent dat
bewerkingen als het kopiëren en herhalen van een multi-bar
frase, een multi-bar frase verplaatsen naar een andere Track
en de data van een Track in zijn geheel of gedeeltelijk wis-
sen, met gemak uitgevoerd kunnen worden.
Non-destructive bewerken
Als digitale recorder biedt de BR-600 ‘non-destructive’
bewerken. Met non-destructive bewerken kunt u na enkele
bewerk- en opnamehandelingen uitgevoerd te hebben, nog
steeds terug naar de toestand van de data voor het bewer-
ken (undo en redo functies).
‘Een handeling ongedaan maken (Undo/
Redo)’ (p.64)
Snelle verplaatsing naar een punt
U kunt op elk punt in een Track een markeerpunt aanwijzen
(locator functie). Als u markeerpunten aanwijst op locaties
als het einde of het begin van een solo, kunt u direct naar
het punt gaan, waar u wilt beginnen met luisteren.
‘Tijd registreren (Locator)’ (p.72)
Uitgerust met chromatische tuner
(A0 tot B6 geluidsbereik)
Uw BR-600 is ook uitgerust met een chromatische tuner,
zodat u uw gitaar of bas kunt stemmen, terwijl deze op de
BR-600 is aangesloten.
‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p.192)
Wanneer u een song afspeelt, die u van de CD-speler opge-
nomen heeft, kunt u het tempo vertragen, zonder de toon-
hoogte te veranderen. U kunt ook het geluid, dat u in het
midden (bijvoorbeeld zang en gitaarsolo) van de song
hoort, verwijderen.
‘Moeilijke frases spelen (Phrase Trainer)’
(p.195)
Bevat USB poort
Uw computer hierop aansluiten geeft u de mogelijkheid
data tussen de BR-600 en uw computer uit te wisselen.
Wat is COSM (Composite Object Sound
Modeling)?
Technologie, waarbij in wezen een bestaande structuur
of materiaal gereconstrueerd wordt door andere midde-
len te gebruiken, wordt ook wel ‘modeling’ technologie
genoemd. COSM is een gepatenteerde Roland technolo-
gie, waarbij nieuwe geluiden gecreëerd worden door
verschillende geluidsmodellerende technieken toe te
passen.
Phrase trainer functie
14
Introductie van de BR-600
Rev0.10
Uw BR-600 is voorzien van de input uitgangen, die hieron-
der worden weergegeven.
GUITAR/ BASS:
Deze hoge impedantie input uitgang stelt u in staat om
direct uw gitaar of bas aan te sluiten (accepteert 1/ 4’ tele-
foonstekker).
MIC1:
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan
te sluiten. Dit is een TRS-type microfoon inputaansluiting.
Sluit uw microfoon hierop aan, als u zang of stemmen
opneemt.
MIC 2:
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan
te sluiten. Dit is een TRS-type microfoon input aansluiting.
Als u met twee microfoons opneemt, waarvan één micro-
foon op de MIC 1 invoer aangesloten is, moet u de andere
microfoon hier op aansluiten.
LINE IN:
Deze uitgangen accepteren stereo input van keyboards, CD
spelers en andere apparaten op line niveau (Stereo minia-
ture phone type).
De BR-600 heeft een ingebouwde stereo microfoon, perfect
voor situaties als wanneer u snel een geïmproviseerde
opname wilt maken van iets, wat u met uw band aan het
oefenen bent.
* Door een externe microfoon aan te sluiten schakelt u de
ingebouwde microfoon uit (p.36).
* Deze microfoon is geen speaker. Als u naar geluiden van de
BR-600 wilt luisteren, dient u een koptelefoon of LINE OUT
op een geschikt audio apparaat aan te sluiten.
U kunt de BR-600 gebruiken op batterijvoeding (zes size AA
dry cells x 6, alkaline batterijen aanbevolen) of met de
adapter.
En dankzij de ingebouwde stereo microfoon kunt u overal,
en wanneer u wilt, opnames maken.
Vereiste hoeveelheid input
aansluitingen (jacks)
Ingebouwde stereo
microfoon
Dubbele stroomtoevoer stelt
u in staat om overal op te
nemen
15
Introductie van de BR-600
Rev0.10
De BR-600 gebruikt CompactFlash kaarten als opslagmedia
voor opnemen en afspelen.
De BR-600 gebruikt 32 MB tot 1 GB CompactFlash kaarten
met een stroomtoevoer van 3.3 V.
Voor meer over geheugenkaarten (CompactFlash), die de
BR-600 ondersteunen, kunt u ‘Over geheugenkaarten’
(apart blad) bekijken.
CompactFlash kaarten die gekocht zijn in een computerwin-
kel, of kaarten die eerder gebruikt werden voor een digitale
camera kunnen met de BR-600 niet gebruikt worden.
Deze CompactFlash kaarten dienen eerst geformatteerd te
worden voor het gebruik met de BR-600.
Voor meer details over formatteren, zie p.199.
Om diefstal van de geheugenkaart (CompactFlash) te voor-
komen, wordt de BR-600 met een kaartklepje geleverd.
Om het kaartklepje te verwijderen, dient u de volgende pro-
cedure te volgen.
1
Draai de BR-600 om.
2
Gebruik een Philips kruiskopschroevendraaier om
de schroeven aan de onderkant te verwijderen.
fig.00-020
3
Pak de boven en onderkant van het kaartklepje met
uw vingers vast en schuif het klepje in de richting die
in de illustratie wordt aangegeven.
fig.00-030
4
Bevestig de eerder verwijderde schroeven op de
plaatsen, zoals aangegeven in de illustratie, teneinde
verlies te voorkomen.
5
Draai de BR-600 om, zodat deze zich in zijn normale
positie bevindt.
Geheugenkaarten, die uw
BR-600 ondersteunt
De geheugenkaart
formatteren (CompactFlash)
Hoe u het kaartklepje
verwijdert
CompactFlash Type II kaarten zijn niet compatibel.
CompactFlash kaarten zijn verkrijgbaar in uw
dichtstbijzijnde computerwinkel of digitale
camerawinkel.
Wanneer u het apparaat omdraait, dient u een
stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier
hoeken of onder beide uiteinden te leggen om
schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen.
Wanneer u het apparaat omdraait, dient u
voorzichtig te zijn om te voorkomen, dat het
apparaat valt.
Indien u de schroeven verwijdert, dient u er zeker
van te zijn dat u ze op een veilige plek buiten het
bereik van kinderen legt, zodat er geen kans
bestaat dat ze per ongeluk doorgeslikt worden.
CompactFlash en zijn handelsmerken van
SanDisk Corporation en gepatenteerd door
CompactFlash association.
BOSS Corporation is een geautoriseerde
licentiehouder van de CompactFlash ™ en CF logo
( ) handelsmerken.
16
Rev0.10
Paneelbeschrijvingen
fig.00-050
Invoer sectie
GUITAR/ BASS/ MIC2 draaiknop
Met deze draaiknop kunt u de input gevoeligheid voor de
GUITAR/ BASS en MIC2 input instellen.
MIC1 draaiknop
Met deze draaiknop stelt u de gevoeligheid voor de MIC1
en de ingebouwde stereo microfoon in.
PEAK indicator
Deze indicator geeft aan, hoe krachtig het input niveau bij
de verschillende input uitgangen (bijvoorbeeld GUITAR/
BASS, MIC2 en MIC1) is.
Deze indicator licht op op een niveau -6 dB lager dan waar
de geluidsvervorming zich voordoet. Pas de input gevoelig-
heid aan met behulp van de GUITAR/ BASS/ MIC2 draai-
knop, zodat de indicator slechts oplicht, wanneer u uw
gitaar (of een ander instrument) op zijn hardst bespeelt.
‘De input gevoeligheid aanpassen’ (p.36)
REC LEVEL (Recording level) draaiknop
Gebruik deze draaiknop om het volume van de ingang voor
opname in te stellen.
* Als u de REC LEVEL draaiknop gebruikt om het volume
van de ingang tijdens het opnemen lager te zetten, zal het
geluid in de audio Track op een laag niveau opgenomen
worden, waardoor u ruis hoort, wanneer u het volume van
de audio Track hoger zet bij het afspelen.
Als u het geluid van de ingang, die u aan het afluisteren
bent, lager wilt zetten, dient u het volume lager te zetten met
behulp van de MASTER fader. Om het volume van de
muziek, die u afspeelt aan te passen, dient u de Track fader
voor de respectievelijke Tracks te gebruiken.
‘Het opnameniveau instellen’ (p.37)
I
Voorpaneel
1
8
2
3
4
5
6
7
1
Probeer op het hoogst mogelijke volume, voordat het
geluid begint te vervormen, op te nemen. Hierdoor
verbetert de geluidskwaliteit en heeft u minder kans op
ruis. Wanneer u het gebruikte volume lager wilt zetten,
terwijl u het geluid controleert, dient u de MASTER
fader te gebruiken om het volume lager te zetten.
17
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
INPUT SELECT knoppen
Gebruik deze knoppen om de ingang (input uitgang), die u
op wilt nemen, te selecteren. De geselecteerde knop zal
oplichten. U kunt het input geluid dempen door op een
knop te drukken, die opgelicht is.
‘De input selecteren’ (p.36)
[GUITAR]
Voor het selecteren van bas of gitaar dient u de GUITAR/
BASS uitgang of de MIC2 uitgang te gebruiken.
[MIC]
Dit wordt gebruikt om de MIC1 uitgang te selecteren, die
voor externe microfoons of voor de ingebouwde stereo
microfoon gebruikt wordt.
Door een microfoon op de MIC1 uitgang of MIC2 uitgang
aan te sluiten, zet u de ingebouwde stereo microfoon uit.
[LINE]
Hiermee selecteert u de LINE IN uitgang, die gebruikt
wordt voor CD spelers of andere draagbare audio spelers of
andere line-level apparaten.
SIMUL
Door gelijktijdig op [GUITAR] en [MIC] te drukken, kunt u
beiden tegelijkertijd opnemen.
* Als de INPUT SELECT instelling is veranderd, wijzigt de
invoegeffect Bank (p.92) automatisch.
[REC MODE (Recording mode)]
Deze knop wordt gebruikt om de opnamestand te selecte-
ren.
‘Opnemen’ (p.44, p.54)
‘Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)’
(p.49, p.65)
‘Mastering’ (p.111)
[EXIT]
Druk op deze knop om naar het voorgaande venster terug
te keren of om de laatste input ongedaan te maken.
[ENTER]
Druk op deze knop om een ingevoerde selectie of waarde te
bevestigen.
CURSOR knoppen
Druk op deze knoppen om de cursor binnen het venster te
verplaatsen.
TIME/ VALUE draaiknop
U kunt deze draaiknop gebruiken om naar een andere loca-
tie in een song te gaan (zoals voor uit en achter uit spoelen).
Het wordt ook gebruikt om de waarden van de verschil-
lende functie instellingen te veranderen.
[PAD]
Hiermee schakelt u de knoppen aan, die voor het spelen
van drumgeluiden (de drum pads) gebruikt worden.
‘Sectie 4 Het ritme gebruiken’ (p.131)
[EFFECTS]
Gebruik deze knop om de invoegeffecten (p.92) aan/uit te
zetten of om het venster voor het bewerken van verschil-
lende instellingen op te roepen. Deze knop wordt gebruikt
om instellingen voor de Mastering Tool Kit te maken.
[PITCH CORRECTION]
Gebruik deze knop om de Pitch Correction aan en uit te zet-
ten. met behulp van deze functie kunt u de Pitch (toon-
hoogte) van de opgenomen zang instellen.
‘De Pitch van de zang vastleggen (Pitch Correction)’ (p.123)
[PAN/EQ/LOOP FX]
PAN
Hiermee roept u het venster op om de panning (positie) van
de geluiden in te stellen. (p.49, p.56)
EQ
Hiermee roept u het venster op voor het bewerken van de
Pitch (laag/hoog) voor elke Track (equalizer). (p.50).
LOOP FX
Hiermee roept u het venster op, waarmee u het send niveau
van elke Track met betrekking tot de loop effecten (p.50,
p.118) kunt instellen, alsmede de verschillende parameters
etc. (p.120).
‘De Loop effecten gebruiken’ (p.118)
‘De Track EQ gebruiken’ (p.121)
2
3
4
18
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
[TUNER]
Gebruik deze knop om de tuner aan of uit te zetten.
‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p.192)
[RHYTHM ON/ OFF]
Hiermee schakelt u de Ritme functie aan en uit.
[ARRANGE]
Hiermee zet u de Ritme functie op Arrange mode.
‘Ritme arrangementen spelen’ (p.143)
‘Originele arrangementen creëren’ (p.154)
[PATTERN]
Hiermee zet u de Ritme functie in de Patroon mode.
‘Ritmepatronen spelen’ (p.142)
‘Originele patronen creëren’ (p.144)
[RHYTHM EDIT]
Hiermee roept u het venster op, waarin u arrangementen en
patronen kunt programmeren.
‘Patronen creëren door op de drum pads te tikken (Realtime
Recording)’ (p.145)
‘Geluiden één voor één invoeren, terwijl u de input visueel
bevestigt (Step recording)’ (p.148)
[PHRASE TRAINER]
Gebruik deze knop om instellingen voor de phrase trainer
functie te maken.
Wanneer u de phrase trainer gebruikt, kunt u de center can-
cel functie (voor het verwijderen van zang in het midden) of
de time stretch functie (voor vertraagd afspelen) aan- of uit
zetten.
‘De snelheid vertragen (Time Stretch)’ (p.195)
‘Het centrumgeluid opheffen (Center Cancel)’
(p. 196)
[V-Track]
Gebruik deze knop om het venster op te roepen waarmee u
een V-Track kunt selecteren.
‘Wat zijn V-Tracks?’ (p.12)
‘V-Tracks veranderen’ (p.56)
[UTILITY]
Met deze knop kunt u verschillende functies van uw
BR-600, zoals een Track bewerken, song management en
geheugenkaart handelingen, oproepen.
[UNDO/ REDO]
Om de laatst uitgevoerde opname of bewerking ongedaan
te maken en terug te keren naar de gegevens van daarvoor.
Door nogmaals op deze knop te drukken, kunt u de gean-
nuleerde opname of bewerking weer herstellen.
’Een handeling ongedaan maken (Undo/ redo)’
(p.64)
19
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
REC/PLAY sectie
AUTO PUNCH
Deze knop wordt gebruikt om de instellingen voor de auto-
matische punch in/uit functie te maken.
[ON/OFF]
Hiermee zet u de Auto Punch-in/out functie aan en uit.
Wanneer dit aanstaat, zal deze knop oplichten.
Het gebied voor Auto Punching in/out
specificeren (p. 61)
[IN]
Voor het instellen van de Auto Punch-in locatie. Druk op
deze knop om de punch-in locatie in te stellen. Wanneer
ingesteld, zal de knop oplichten. Nadat de punch-in locatie
is ingesteld, kunt u deze knop indrukken om automatisch
naar de punch-in locatie te gaan.
* Druk op deze knop, terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de punch-in locatie te wissen.
‘Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie
wissen’(p.62)
[OUT]
Voor het instellen van de Auto Punch-out locatie. Druk op
deze knop om de punch-out locatie op de huidige locatie in
de Track in te stellen. Wanneer ingesteld, zal de knop
oplichten. Nadat de punch-out locatie is ingesteld, kunt u
deze knop indrukken om automatisch naar de punch-out
locatie te gaan.
* Druk op deze knop, terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de ingestelde punch-out locatie te wissen.
‘Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie
wissen’ (p.62)
[LOCATOR]
Gebruik deze knop om elke gewenste locatie op te slaan.
Als u dan op deze knop drukt, gaat u automatisch naar die
locatie. Wanneer een locatie is ingesteld, zal de knop oplich-
ten en zult u elke keer, als u deze knop indrukt, naar die
locatie gaan.
* Druk op deze knop, terwijl u AUTO PUNCH [ON/OFF]
ingedrukt houdt om de ingestelde locatie te wissen.
‘Tijd registreren (Locator)’ (p.72)
[ZERO]
Verplaatst u naar de tijdlocatie 00:00:00-00.0.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[REW]
De song wordt teruggespoeld, wanneer u de knop inge-
drukt houdt.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[FF]
De song wordt vooruit gespoeld, wanneer u de knop inge-
drukt houdt.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[REPEAT]
U kunt de regio, die u wilt horen, specificeren en deze her-
haaldelijk beluisteren.
Dit is handig, wanneer u opnames maakt, die herhaalde
punch-ins en punch-outs (p.60) bevatten en voor het oefe-
nen met en kopiëren van frases.
‘Afspelen herhalen (Repeat)’ (p.58)
[STOP]
Stopt opnemen of afspelen van de song.
‘Opnamehandelingen’ (p.57)
[PLAY]
Speelt songs af. Wanneer [REC] is ingedrukt en knippert,
dient u op [PLAY] te drukken om de opname te starten. Tij-
dens het opnemen of afspelen is de indicator groen opge-
licht.
‘Naar een demo song luisteren’ (p.32)
‘Opnamehandelingen’ (p.57)
[REC (Recording)]
Dit is de Recording knop. Behalve de opnamehandeling,
wordt de knop ook gebruikt voor handmatige punch-in/
uit. Als de knop op recording stand-by staat, zal een lichtje
rood knipperen, tijdens het opnemen is de knop rood opge-
licht.
Opnamehandelingen’ (p.57)
‘Handmatige punch-in/out’ (p.60)
5
20
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
Track/Fader sectie
Track MIXER fader 1-4, 5/6-7/8
Voor het regelen van het volume van elke Track tijdens het
afspelen.
RHYTHM fader
Past het volume van het ritme aan.
‘Arrangementen spelen’ (p.41)
‘Patronen spelen’ (p.41)
MASTER fader
Regelt het volume van de BR-600.
‘Naar een demo song luisteren’ (p.32)
REC Track (Recording Track) knoppen 1-4, 5/6-7/8
Gebruik deze knoppen om te selecteren naar welke Track u
op wilt nemen. De knop van de geselecteerde Track zal
eerst in het rood knipperen en vervolgens zal er een rood
lichtje gaan branden, wanneer de opname begint. Als u
klaar bent met opnemen zal de knop van de geselecteerde
Track afwisselend in oranje en groen knipperen.
De relatie tussen de indicator en de toestand van de Track
wordt hieronder weergegeven.
Uit:
Deze Track bevat geen opgenomen data.
Groen:
Een audio Track, die opgenomen data bevat.
Rood knipperend:
De Track is geselecteerd als het opnamestation en staat op
recording stand-by.
Rood:
Op dit moment wordt er op deze Track opgenomen.
Afwisselend in oranje en groen oplichten:
Deze Track bevat opgenomen data en is geselecteerd voor
opname.
‘Opnemen’ (p.54)
[TAP (TEMPO)]
Door op deze knop te tikken, kunt u het tempo voor het
ritme instellen.
’Tikken om het tempo van de arrangementen of
patronen te veranderen’ (p.43)
[DELETE/MUTE]
U kunt het geluid van een Track dempen door deze knop
ingedrukt te houden en op de REC Track knop van die
Track te drukken. Door deze handeling nogmaals te ver-
richten, kunt u het dempen weer ongedaan maken.
Terwijl het geluid gedempt is, knippert de REC Track knop
in oranje of groen.
* Als een recording Track was gedempt, zal het dempen
stoppen, wanneer u ophoudt met opnemen.
‘Het geluid van specifieke Tracks dempen
(Track mute)’ (p.47)
Tijdens het creëren van Ritme patronen kunt u ritmegelui-
den, die u ingevoerd heeft, wissen door deze knop inge-
drukt te houden en op de drum pads te drukken.
‘Ongewenste drumgeluiden wissen’ (p.147)
6
21
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
Scherm
fig.00-051
Hier wordt informatie over onderwerpen weergegeven,
waarvoor instellingen beschikbaar zijn, zoals volume-
niveau en menu vensters, parameter instellingen vensters
en andere vensters.
Als het scherm moeilijk te lezen is, dient u ‘Het contrast van
het scherm aanpassen’ (p.190) te bekijken.
1. MEASURE
Geeft de huidige positie binnen de song aan. Van links naar
rechts staan maat, beat en klok aangegeven.
2. TEMPO
Het ritmetempo wordt hier aangegeven.
3.TIME
Geeft de tijd van de huidige positie van de song aan (uren-
minuten-seconden).
4.FRAME
Geeft het framenummer aan, die de huidige positie van de
song aangeeft.
Dit is ingesteld op op 30 frames per seconde (non-drop). Dit
type wordt MTC (MIDI Time Codes) genoemd.
GEHEUGENKAART gleuf
fig.00-052
In deze gleuf worden geheugenkaarten (CompactFlash)
geplaatst, wanneer u data wilt opslaan. U kunt niet opne-
men, tenzij hier een geheugenkaart is geplaatst.
Eject knop
Druk op deze knop om de geheugenkaart er uit te halen.
‘De geheugenkaart plaatsen’ (p.30)
7
Deze handleiding bevat illustraties, die aangeven wat
normaliter in het scherm zal verschijnen. Let er echter
op, dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie
van het systeem (bijvoorbeeld met nieuwere geluiden)
kan bevatten, dus wat u uiteindelijk in het scherm zal
zien, kan verschillen met wat er in deze handleiding
wordt aangegeven.
8
Eject knop
22
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
1. MIC2 uitgang (TRS 1/4’ telefoon type)
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan
te sluiten (p.34).
* Als de aansluiting naar de GUITAR/BASS en de MIC2
uitgangen is gemaakt, heeft de MIC2 uitgang prioriteit.
* Een microfoon aansluiten op MIC2 heeft tot gevolg, dat de
ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld.
2. MIC1 uitgang (TRS 1/4’ telefoon type)
Deze uitgangen geven u de mogelijkheid een microfoon aan
te sluiten (p.34).
* Een microfoon aansluiten op MIC1 heeft tot gevolg, dat de
ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld.
De pin opdracht voor de MIC1 en de MIC2 uitgang wordt
hieronder weergegeven.
3. LINE IN uitgang (Stereo mini type)
Deze input uitgang accepteert analoge audio signalen
(p.34).
Sluit aan op de output van CD spelers, andere draagbare
audiospelers of andere geluidsapparatuur.
4. LINE OUT uitgang (RCA Pin type)
Deze uitgangen voeren analoge audio signalen uit. U kunt
externe geluidsapparatuur (bijvoorbeeld een stereo verster-
ker) of een CD brander of ander apparaat aansluiten op
deze uitgang voor het analoog opnemen van de output van
de BR-600 (p.90).
5. USB aansluiting
Hiermee sluit u uw computer aan op de BR-600 met behulp
van een USB kabel (p.162).
6. FOOT SW/EXP PEDAL uitgang
Dit is een input uitgang voor het aansluiten van een apart
verkrijgbare voetschakelaar (BOSS PS-5U, Roland DP-2) of
expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H).
Met de voetschakelaar kunt u afspelen starten/
stoppen, in/uit punchen, etc.
Wanneer een expressiepedaal gebruikt wordt, kunt u
de diepte van de invoegeffecten met uw voet bepalen.
‘Een voetschakelaar of expressiepedaal
gebruiken’ (p.191)
7. POWER schakelaar
Dit is de aan/uit schakelaar. Hiermee zet u de BR-600 aan/
uit (p.31).
8. DC IN (AC adapter) uitgang
Sluit de bijgeleverde adapter (PSA series) op deze uitgang
aan. U kunt alleen de PSA series adapter gebruiken (p.28).
U kunt een PSA adapter aanschaffen in winkels waar
muziekinstrumenten verkocht worden.
9. Snoerhaak
Wikkel de kabel om deze haak, zodat de adapter kabel er
niet per ongeluk uit getrokken kan worden (p.29).
10. Veiligheidsslot ( )
http://www.kensington.com/
Achterpaneel
10
4
5
6
7
8
9
2
3
1
•U mag alleen de PSA series adapter gebruiken.
Een andere adapter gebruiken kan oververhitting
of een slechte functie tot gevolg hebben.
Als de adapter tijdens werkzaamheden wordt
losgekoppeld, kunt u belangrijke gegevens
verliezen.
23
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
fig.00-090
1. GUITAR/BASS uitgang
Hoge impedantie input uitgang om uw gitaar of bas direct
aan te sluiten (p.34).
2. MIC1 L/R (ingebouwde stereo microfoon L/R)
Deze microfoon kan gebruikt worden om met de BR-600 op
te nemen.
‘De input selecteren’ (p.36)
‘De ingebouwde stereo microfoon aanzetten’
(p.36)
* Deze microfoon is geen speaker. Als u naar de geluiden van
de BR-600 wilt luisteren, dient u een koptelefoon te
gebruiken of LINE OUT op geschikte geluidsapparatuur aan
te sluiten.
3. Koptelefoon uitgang
Hierop kan een koptelefoon (apart verkrijgbaar)
aangesloten worden. Wanneer de koptelefoon is
aangesloten, zal dezelfde output als via de LINE OUT via
de koptelefoon te horen zijn.
Voorpaneel
2
3
1
Het volume van de koptelefoon wordt met behulp van
de MASTER fader aangepast.
24
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
1
Vergewis u ervan, dat de stroomtoevoer naar de
BR-600 uit staat.
2
Draai de BR-600 om.
3
Schuif het batterijklepje in de richting, die de pijl
aangeeft en verwijder deze.
4
Plaats zes AA dry-cell batterijen in het
batterijenvakje, en let er op dat u de polariteit (+/-)
niet omdraait.
fig.00-100
5
Plaats het batterijklepje terug.
Batterijen plaatsen
Wanneer u het apparaat omdraait, dient u een
stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier
hoeken of onder beide uiteinden te leggen om
schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen.
Wees voorzichtig, als u het apparaat omdraait, om
te voorkomen dat het apparaat valt.
BOSS raadt u aan om ‘longer-life’ alkaline
batterijen te gebruiken.
Gebruik nieuwe en gebruikte batterijen niet door
elkaar, en gebruik geen verschillende soorten
batterijen.
Gebruik geen oplaadbare batterijen.
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt er
‘Battery Low!’ in het scherm. Wanneer dit bericht
verschijnt, dient u deze batterijen zo snel mogelijk
door nieuwe batterijen te vervangen.
Hoe lang het duurt, voordat een batterij leeg is,
hangt af van de omstandigheden waarin zij
gebruikt wordt, en het type batterij dat gebruikt
wordt. Het CompactFlash type en capaciteit heeft
hier ook invloed op.
25
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
Het Play venster is het meest elementaire venster van de
BR-600 en is ook het eerste venster, dat verschijnt, als de
BR-600 aan wordt gezet (zie hieronder).
fig.00-242
Tenzij anders aangegeven, is het venster met betrekking tot
de werkwijzen in deze handleiding het Play venster.
Over het Play venster
Play venster
MEMO
Rev0.10
26
27
Snelle
start
Quick Start
28
Rev0.10
Randapparatuur aansluiten
Maak aansluitingen, zoals in de illustratie hieronder wordt weegegeven. Wanneer u aansluitingen maakt, dient u er zeker
van te zijn dat alle apparatuur uit staat.
fig.00-110
Voorpaneel
Achterpaneel
CD speler etc.
Voetschakelaar
(FS-5U etc.)
Elektrische gitaar
of
basgitaar
Audio Set etc.
Microfoon
Expressiepedaal
(Roland EV-5 etc.)
Adapter
(PSA serie)
Stereo koptelefoon
Computer
29
Randapparatuur aansluiten
Rev0.10
Snelle start
Aan de onderkant van de BR-600 bevindt zich een inkeping
(snoerhaak), waarmee u het adaptersnoer kunt vastmaken.
Om plotselinge, ongewenste verbreking van de stroom naar
het apparaat (als de stekker er per ongeluk uit getrokken
wordt) en onnodige druk op de adapter uitgang te
voorkomen, dient u het snoer met behulp van de snoerhaak
te bevestigen.
De dikte en vorm van de snoerhaak kunnen, afhankelijk
van de gebruikte adapter, variëren. Bevestig het snoer zoals
aangegeven wordt in figuur A of B.
Om slecht functioneren en/of schade aan speakers
of andere apparaten te voorkomen, dient u, voor-
dat u aansluitingen maakt, altijd het volume lager
te zetten en de stroomtoevoer naar alle apparaten
uit te zetten.
Het is mogelijk dat er, afhankelijk van de locatie
van de microfoons ten opzichte van de speakers,
een echo geproduceerd wordt.
Dit kan opgelost worden door:
1. De locatie van de microfoon te veranderen.
2. De microfoon op grotere afstand van de
speakers plaatsen.
3. Het volume lager te zetten.
De MIC1 en MIC2 uitgang zijn TRS telefoon type
uitgangen, die bij een gebalanceerde input compa-
tibel zijn. De pin opdracht voor de MIC1 en MIC2
uitgang is, zoals hieronder wordt weergegeven.
Voordat u aansluitingen maakt, dient u er zeker
van te zijn dat deze pin opdracht compatibel is
met die van al uw andere apparaten.
fig.00-120
Wanneer u de PS-5U voetschakelaar gebruikt
(apart verkrijgbaar), dient u de polariteitschake-
laar in te stellen, zoals hieronder is aangegeven.
Als de polariteitschakelaar niet correct is inge-
steld, is het mogelijk dat de voetschakelaar niet
goed werkt.
fig.00-130
•U kunt ook een FS-6 (apart verkrijgbaar) als voet-
schakelaar gebruiken. Als u een FS-6 gebruikt,
dient u deze aan te sluiten op één van de FS-6 uit-
gangen, de A of de B uitgang. Bovendien moet u
de polariteitschakelaar op ‘FS-5U’ zetten. De A &
B uitgangen kunnen niet gebruikt worden.
Als u een expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS
FV-500L/FV-500H) gebruikt, dient u het MIN
volumeniveau op ‘0’ te zetten.
Polariteitschakelaar
Hoe gebruikt u de snoerhaak
Snoerhaak
A)
B)
Gebruik geen excessieve kracht om het snoer in de
inkeping te stoppen. Als u dit wel doet, kan het
snoer kapot gaan.
De BR-600 omdraaien op een bureaublad of tafel
kan mogelijk krassen op de BR-600 of op het
bureau- of tafeloppervlak veroorzaken. Zorg
ervoor, dat u dit doet op een zachte ondergrond of
met een doek of ander zacht materiaal op het
bureau of de tafel.
30
Randapparatuur aansluiten
Rev0.10
Als de microfoon een XLR aansluiting heeft, kunt u de
microfoon met behulp van de bijgeleverde verloopstekker
aansluiten. De volgende illustratie geeft aan hoe u de
microfoon met behulp van dit snoer aan kunt sluiten.
fig.00-111
Plaats de geheugenkaart (CompactFlash) met het opschrift
naar boven.
fig.00-112
Een microfoon
verloopstekker gebruiken
Microfoon
Verloopstekker
Als uw microfoon een XLR aansluiting heeft, kunt
u de microfoon met behulp van de bijgeleverde
verloopstekker aansluiten. De volgende illustratie
geeft aan hoe u de microfoon met behulp van dit
snoer aan kunt sluiten.
fig.00-120
De pin opdracht voor de XLR aansluiting wordt
hieronder weergegeven. Voordat u aansluitingen
maakt, dient u er zeker van te zijn dat deze pin
opdracht compatibel is met die van uw andere
apparaten.
De geheugenkaart plaatsen
Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal
naar binnen, totdat deze stevig op zijn plek zit.
Forceer niets als u de geheugenkaart insteekt.
Maak de uiteinden van de geheugenkaart niet
vuil en raak ze niet aan.
Voordat u de geheugenkaart insteekt, dient u er
zeker van te zijn, dat de stroomtoevoer naar de
BR-600 uit staat. Als een geheugenkaart geplaatst
wordt, terwijl de BR-600 aanstaat, is het mogelijk
dat de data op de geheugenkaart verloren gaat of
dat deze onbruikbaar wordt.
Rev0.10
31
Snelle start
De BR-600 aan-/uitzetten
Zorg ervoor, dat u de volgende stappen volgt als u de
BR-600 aan zet. Een fout maken in deze handelwijze kan
resulteren in een slecht functioneren of schade aan de
speakers veroorzaken.
1
Voordat u de BR-600 aanzet, dient u zeker te zijn van
de volgende zaken.
Zijn alle externe apparaten correct aangesloten?
Is het volume van de BR-600 en alle andere
apparaten helemaal naar beneden gedraaid?
Is de geheugenkaart geplaatst?
2
Schuif de MASTER fader van de BR-600 naar
beneden.
fig.00-140
3
Zet de apparaten, die aangesloten zijn op de input
uitgangen, aan (bijvoorbeeld GUITAR/BASS, MIC1,
MIC2 of LINE IN).
4
Zet de POWER schakelaar aan de achterkant van het
paneel aan.
fig.00-150
5
Zet het apparaat, dat aangesloten is op de output
uitgang (bijvoorbeeld LINE OUT), aan.
1
Zorg ervoor, dat het afspelen van de song gestopt is.
2
Zet de stroomtoevoer naar alle apparaten in de
omgekeerde volgorde uit als bij het aanzetten van de
BR-600.
3
Wees er zeker van, dat ‘Keep power on!’ niet in het
scherm verschijnt.
4
Zet de POWER schakelaar van de BR-600 uit.
De BR-600 aanzetten De BR-600 uitzetten
Zorg ervoor, dat de recorder gestopt is voordat u
de BR-600 uitzet. De BR-600 uitzetten, terwijl er
nog opgenomen of afgespeeld wordt, kan leiden
tot het wissen van (song) data, instellingen en/of
andere effect Patch data.
Als u de adapter gebruikt, dient u ervoor te zorgen,
dat deze tijdens de werkzaamheden niet losgetrok-
ken wordt.
Als de adapter per ongeluk losgetrokken wordt, is
het mogelijk dat de opgenomen gegevens bescha-
digd worden.
De BR-600 uitzetten, terwijl het bericht ‘Keep
power on!’ wordt weergegeven, kan beschadiging
van de data tot gevolg hebben. Zet het apparaat
niet uit als dit bericht verschijnt.
Het apparaat wordt beschermd door een beveili-
gingscircuit. Na het aanzetten is er een korte pauze
(van een paar seconden) nodig, voordat het appa-
raat normaal functioneert.
De BR-600 is voorzien van een geheugenkaart, die
zich al in de gleuf bevindt.
Zorg er altijd voor, dat het volumeniveau naar
beneden is gedraaid, wanneer u het apparaat aan-
zet. Zelfs met het volume helemaal naar beneden
gedraaid, is het mogelijk dat u nog steeds geluid
hoort wanneer u het apparaat aanzet. Dit is nor-
maal en duidt niet op een storing.
32
Rev0.10
Naar een demo song luisteren
Bij het aanzetten van de BR-600 zal de song, die geselec-
teerd was vóórdat het apparaat uit werd gezet, opnieuw
worden geselecteerd en wordt de data van die song gela-
den. Zodra de data geladen is, zal het Play venster in het
scherm verschijnen.
fig.00-170
1
Vergewis u ervan, dat [PAD] niet is opgelicht, en
druk dan op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar ‘SEL’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Song Select venster verschijnt in het scherm.
fig.00-180
3
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘01:Lydia’
te selecteren.
4
Druk op [ENTER].
1
Verplaats de Track faders 1-4, 5/6, 7/8 en de RHYTHM
fader naar de posities, zoals aangegeven in de
illustratie hieronder, en schuif de MASTER fader
naar beneden.
.fig.00-190
2
Druk op [PLAY].
fig.00-200
De song begint. Schuif de MASTER fader langzaam
omhoog en pas het volume aan tot het gewenste
niveau.
3
Schuif met de Track faders om het volumeniveau van
elke Track naar het gewenste niveau in te stellen.
Een demo song selecteren
(Song Select)
1
2
2,4 3
Een demo song spelen
In de BR-600 bevindt zich één geprogrammeerde
demo song. Wanneer u het apparaat aan zet, zal de
demo song automatisch geselecteerd en de beno-
digde data voor het afspelen van de demo song
geladen worden.
Gebruik van de bijgeleverde demo song voor
andere doeleinden dan privégebruik zonder toe-
stemming van de copyrighthouder is bij de wet
verboden. Bovendien mag deze data niet gekopi-
eerd of gebruikt worden in een ander, door
auteursrecht beschermd werk zonder de toestem-
ming van de copyrighthouder.
fig.00-201
* Alleen ‘Lydia’ verschijnt in het scherm.
Twisted Lydia
' Robert Marcello 2005
Titel
Componist
Copyright
Robert Marcello
Rev0.10
33
Snelle start
De huidige positie verplaatsen
U kunt de volgende methode gebruiken om de huidige
positie te verplaatsen.
De song spoelt vooruit, zolang u de [FF] ingedrukt houdt en
spoelt terug (achteruit), wanneer u de [REW] knop inge-
drukt houdt.
Om naar het punt te gaan, waarop het als eerste opgenomen
geluid van een song staat, dient u op [STOP] te drukken en
deze ingedrukt te houden en op [REW] te drukken. Elke
V-Track van de geselecteerde Track wordt gecontroleerd en
u gaat terug naar de locatie, waar het als eerst opgenomen
geluid van de song zich bevindt.
Druk op [ZERO] om naar de tijdlocatie 00:00:00-00.0 te
gaan.
Om naar het laatst opgenomen geluid van een song te gaan,
dient u op [STOP] te drukken en deze ingedrukt te houden
en op [FF] te drukken. Elke V-Track van de geselecteerde
Track wordt gecontroleerd en u gaat naar de locatie, waar
het als laatst opgenomen geluid van de song zich bevindt.
fig.00-210
Druk op [] [] om de cursor te verplaatsen naar het
minuten, seconden, frames of subframes scherm en draai
aan de TIME/VALUE draaiknop om de huidige tijd in de
song te verplaatsen.
De huidige positie van de song wordt links in de bovenste
rij aangegeven als ‘maat-beat-klok.’
* Voor de demo songs is al een Arrangement (p.134)
gecreëerd, welke zodanig is ingesteld, dat de maat, beat, klok
en song synchroon lopen.
Druk op [] [] om de cursor naar het ‘maat’ of ‘beat’
scherm te verplaatsen en draai aan de TIME/VALUE draai-
knop om de huidige maat of beat in de song te verplaatsen.
*U kunt de cursor niet naar Klok verplaatsen (kan niet
gewijzigd worden).
Voor en achteruit spoelen
Naar het begin van een
stuk gaan
Naar het einde van een
stuk gaan
Door een song bewegen met
gebruikmaking van uren,
minuten, seconden, frames of
subframes
TIME
23:59:59-29.900:00:00-00.0
[
ZERO
]
[
STOP
] + [
REW
]
[
STOP
] + [
FF
]
Gedeelte van de opgenomen song
Door een song bewegen in
maten en beats
BEAT
MEASURE CLOCK
TIME
Elapsed time display
De tijd die op de laagste regel van het scherm wordt
aangegeven is in MTC (MIDI time codes), weerge-
geven als ‘uren-minuten-seconden-frames-sub frames.’
34
Rev0.10
Instrumenten aansluiten
Uw BR-600 is voorzien van een aantal input uitgangen, die
passen bij het type instrument, dat u aan wilt sluiten. Selec-
teer een instrument naar keuze.
fig.00-280
GUITAR/BASS:
U kunt een elektrische gitaar of bas aansluiten op deze uit-
gang. Omdat dit een hoge impedantie input is, kan een
gitaar of bas er direct op aangesloten worden.
MIC1:
Op deze uitgang kunt u een microfoon aansluiten. TRS uit-
gang is aanwezig.
MIC2:
Op deze uitgang kunt u een microfoon aansluiten. TRS uit-
gang is aanwezig.
LINE IN:
Dit is een input uitgang die gebruikt wordt om de output
van CD spelers, andere draagbare audio apparatuur of
geluidsapparatuur op aan te sluiten.
Kies welke uitgang u gaat
gebruiken om uw instrument
aan te sluiten
Als u een elektrisch-akoestische gitaar opneemt en
gebruik maakt van een beveiligde aansluiting,
dient u de GUITAR/BASS uitgang te gebruiken.
Als de aansluiting met de GUITAR/BASS en de
MIC2 uitgangen is gemaakt, heeft de MIC2 uit-
gang prioriteit.
Rev0.10
35
Snelle start
Songs voorbereiden voor opname
Wanneer de geheugenkaart meer dan één song bevat, zal de
laatst opgenomen song automatisch worden geselecteerd.
Om een nieuwe song op te nemen, dient u de volgende
procedure te volgen.
fig.00-250
1
Vergewis u ervan, dat [PAD] niet is opgelicht, en
druk dan op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar
‘NEW’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
‘Type’verschijnt in het scherm.
fig.00-260
3
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het gewenste
data type te selecteren.
Normaliter zult u het data type selecteren dat aan uw
behoefte voor een bepaalde opnamesituatie voldoet, terwijl
u rekening houdt met de gewenste kwaliteit en opnametijd.
Echter, voor onze doeleinden hier kunt u HiFi (MT2) selec-
teren.
Voor meer informatie over data types, dient u
‘Opnemen’ (p.54) te bekijken.
4
Druk op [ENTER].
‘Are you sure?’ verschijnt in het scherm.
fig.00-270
5
Druk op [ENTER].
Wanneer de nieuwe song af is, keert u terug naar het
PLAY venster.
* Tijdens het updaten ziet u ‘Keep power on!’ boven in het
scherm staan, de regel eronder laat ondertussen zien wat er
gebeurt.
Een nieuwe song opnemen
(Song New)
1
2,4,5
3
2
De BR-600 gebruikt een sample snelheid van 44.1kHz.
Het is niet mogelijk om de sample snelheid te
veranderen.
36
Rev0.10
De input selecteren
Selecteer de ingang, die u op wilt nemen. De geselecteerde
knop zal oplichten.
fig.00-290
[GUITAR]
Selecteer om het instrument op te nemen, dat op de
GUITAR/BASS uitgang of de MIC2 uitgang aangesloten is.
[MIC]
Selecteer om het signaal van een microfoon aangesloten op
de MIC1 uitgang en de MIC2 uitgang of van de inge-
bouwde stereo microfoon op te nemen.
[LINE IN]
Dit is een input uitgang die gebruikt wordt om de uitvoer
van CD spelers, andere draagbare audiospelers of andere
geluidsapparatuur op aan te sluiten.
SIMUL :
Om de zang en gitaar tegelijkertijd op te nemen, dient u
gelijktijdig op [GUITAR] en [MIC] te drukken. Beide knop-
pen lichten op, wat betekent dat gelijktijdig opnemen nu
mogelijk is.
Wanneer twee opname Tracks geselecteerd zijn, wordt de
GUITAR/BASS/MIC2 op Track 1, 3, 5, 7 en de MIC1 op
Track 2, 4, 6, 8 opgenomen.
Wanneer er één opname Track is geselecteerd, worden de
GUITAR/BASS/MIC2 en MIC1 gemixt en daarna
opgenomen.
fig.00-300
1
Koppel MIC los als u een microfoon op de MIC1 of
MIC2 aansluit.
2
Druk op de [MIC] INPUT SELECT knop in het Play
venster.
[MIC] gaat branden. De ingebouwde stereo microfoon
staat aan.
Wanneer GUITAR/BASS/MIC2, MIC1 of de ingebouwde
stereo microfoon geselecteerd zijn, wordt de input gevoelig-
heid geregeld met behulp van de corresponderende draai-
knop.
Als u LINE IN selecteert, moet u het volumeniveau van het
aangesloten externe apparaat aanpassen.
fig.00-320
De ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld,
wanneer een microfoon op de MIC1 jack of MIC 2 jack
wordt aangesloten. Als u de ingebouwde stereo
microfoon wilt gebruiken, dient u de microfoon, die op
de MIC1 of MIC2 jack is aangesloten, los te koppelen
(bekijk het volgende gedeelte).
De ingebouwde stereo
microfoon aanzetten
De input gevoeligheid
aanpassen
2
1
37
De input selecteren
Rev0.10
Snelle start
Pas het volume van de ingang voor opname aan.
1
Zet de MASTER fader lager.
2
Draai de REC LEVEL draaiknop naar het midden en
schuif de MASTER fader dan langzaam omhoog.
fig.00-330
3
Pas het opnameniveau aan met behulp van de REC
LEVEL draaiknop.
U zult het niveau zo aan moeten passen dat de INPUT
level meter fluctueert tussen -12 (tussen -24 en -6) en 0
dB. Het niveau te hoog instellen kan vervorming
veroorzaken, terwijl het niveau te laag instellen kan
leiden tot ruis of verminderen geluidskwaliteit.
4
Gebruik de MASTER fader om het volume tot het
gewenste niveau aan te passen.
Deze meter geeft het niveau aan voor elke Track.
1
Druk op CURSOR [ ] in het PLAY venster.
* om naar het Play venster terug te keren, dient u op
CURSOR [ ] te drukken.
fig.00-340
INPUT:
De niveaumeter geeft de input van INPUT aan.
1-8:
De niveaumeter geeft de output van Tracks 1-8 aan.
RHYTHM:
De niveaumeter geeft de output van het ritme aan.
L R:
De niveaumeter geeft het post-MASTER fader
uitgangsniveau aan. Wanneer u het geluid met de
koptelefoon beluistert, dient u de MASTER fader te
gebruiken om het volume tot het gewenste niveau aan
te passen.
Het opnameniveau instellen
Om op een goed geluidsniveau op te nemen, zult u de
input niveaus zodanig aan moeten passen, dat het
PEAK lampje even oplicht, wanneer een gitaar (te) hard
bespeeld wordt of zang (te) luid zijn.
Wanneer aansluitingskabels met weerstand worden
gebruikt, is het mogelijk dat het volumeniveau van de
apparatuur, aangesloten op de inputs (GUITAR/BASS
uitgang, LINE IN uitgang), laag is. Als dit gebeurt,
dient u aansluitingskabels zonder weerstand te
gebruiken, zoals die uit de Roland PCS series.
De niveaumeter weergeven
38
Rev0.10
De invoegeffecten gebruiken
De BR-600 heeft vijf ingebouwde effecten processoren; een
invoegeffect, loop effecten, Track EQ, Pitch correctie en
mastering tool kit. Hieronder volgt een uitleg over de
invoegeffecten.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet brandt, en druk dan op
[EFFECTS] om de op dat moment geselecteerde effect
Patch in het scherm weer te geven.
fig.00-350
Met uw BR-600 kunt u automatisch de meest geschikte
‘Banks’ selecteren door op een INPUT SELECT knop te
drukken.
Door op de [GUITAR] INPUT SELECT knop te
drukken kunt u bijvoorbeeld naar een guitar Bank
Patch gaan, en door op [LINE] te drukken gaat u naar
een line Bank Patch.
GTR (GUITAR):
Effect Patches, die te gebruiken zijn met gitaren.
MIC:
Effect Patches, die te gebruiken zijn voor het geluid
van de MIC input (bijvoorbeeld zang).
LIN (LINE):
Effect Patches die te gebruiken zijn voor het geluid van
CD’s en andere externe apparatuur via de LINE invoer.
SML (SIMUL):
Effect Patches, die te gebruiken zijn voor het samen
opnemen van zang en gitaar.
‘Effect Patches en Banks’ (p. 92).
Wat is een invoegeffect?
Een toegevoegd effect, dat direct aan een specifiek sig-
naal kan worden toegevoegd (bij de BR-600 heeft dit
betrekking op de instrumentele geluiden via de INPUT
jack), wordt een invoegeffect genoemd. De effectpeda-
len die een gitarist tussen zijn gitaar en versterker
plaatst, zijn ook een soort invoegeffect.
Loop effecten daarentegen zijn effecten, die met de
send/return uitgang van mixers en andere
vergelijkbare apparaten verbonden zijn (zie p.118).
Wat is een effect Patch?
De BR-600 voorziet in een aantal effecten voor zang,
gitaar, etc. Twee of meer van deze effecten kunnen
gelijktijdig gebruikt worden. Een dergelijke combinatie
van effecten (bijvoorbeeld de soorten gebruikte effecten
en de volgorde, waarin ze verbonden zijn) wordt een
‘algoritme’ genoemd.
Elk effect in een algoritme voorziet in een zeker aantal
parameters, die het mogelijk maken dat het geluid
wordt veranderd (vergelijkbaar met het afregelen van
een effectpedaal). Het algoritme en zijn parameter
instellingen zijn in eenheden samengevoegd die ‘effect
Patches’ genoemd worden.
Door de effect Patch te veranderen, kunt u gelijktijdig
de opgeslagen effecten combinaties, hun aan/uit status
en de parameter instellingen wijzigen, en het geluid
totaal veranderen.
Effect Patches afwisselen
P:Preset / S:Song / U:User
Nummer
Bank Patch naam
Algoritme naam
39
De invoegeffecten gebruiken
Rev0.10
Snelle start
2
Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op één
lijn te plaatsen met de effect Patch en draai aan de
TIME/VALUE draaiknop om de effect Patch te
veranderen.
Preset Patches (P)
De preset Patches bevatten vooraf ingestelde data. Hun
instellingen kunnen gewijzigd worden, maar u kunt
geen nieuwe preset Patch creëren.
User Patches (U)
User Patches kunnen herschreven worden en in het
interne geheugen opgeslagen. Als u een Patch
gecreëerd heeft, die u ook voor andere songs wilt
gebruiken, is het handig om deze als User Patch op te
slaan.
Song Patches
Net als User Patches kunnen ook Song Patches worden
geschreven. De data voor Song Patches worden echter
samen met de song data op de geheugenkaart
opgeslagen. Dit is handig wanneer u een Patch voor
een specifieke Performance heeft gecreëerd, en u die
Patch samen met de song op wilt slaan.
fig.00-360
3
Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op één
lijn te plaatsen met het Patch nummer en draai aan de
TIME/VALUE draaiknop om het Patch nummer te
wijzigen.
4
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Voor meer details over het gebruik van
invoegeffecten, dient u ‘De invoegeffecten
gebruiken’ (p.92) te bekijken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [EFFECTS] om de op dat moment geselecteerde
effect Patch in het scherm weer te geven.
De BR-600 wordt zodanig ingesteld om geluid zonder
toegepaste invoegeffecten uit te voeren , waardoor u in
staat bent om geluiden zonder de invoegeffecten op te
nemen.
‘INPUT <REC DRY>’ selecteren als het punt, waarop
de invoegeffecten geactiveerd worden, geeft u de
mogelijkheid om geluiden zonder de invoegeffecten op
te nemen, terwijl u luistert naar de geluiden met de
toegepaste invoegeffecten.
‘De bestemming, waar invoegeffecten worden
ingevoegd, veranderen’ (p.95)
Wanneer INPUT SELECT op MIC staat ingesteld, en
als MIC1 óf MIC2 gebruikt wordt, dan zal de MIC
Bank geselecteerd worden. Als beiden zijn aangesloten,
of geen van beiden zijn aangesloten en de ingebouwde
stereo microfoon staat aan, wordt de LINE Bank
geselecteerd.
Geheugenkaart
BR-600
User
Patch
Song
Song
Patch
Preset
Patch
Opnemen zonder
invoegeffecten
Sommige effect Patches zijn vooral effectief voor stereo
opname.
Voor informatie over het in stereo opnemen, dient u
‘De opnameTrack selecteren’ (p.55) te bekijken.
‘Effect Patch lijst’ (p.204)
‘Algoritmelijst’ (p.96)
40
Rev0.10
Het ritme gebruiken
‘Ritme’ is een daartoe aangewezen ritme Track, die niet
alleen ritmegeluiden als leidraad tijdens het opnemen kan
afspelen. U kunt het ook gebruiken om interne ritmepatro-
nen en originele zelfgemaakte ritmepatronen te spelen en
om deze patronen af te spelen, en op te nemen als uw eigen
Rhythm part Performances.
Door ‘in time’ met ‘Ritme’ op te nemen, kunt u individuele
maten bewerken en andere handige functies gebruiken.
Voor meer informatie over dit onderwerp dient u ‘De Per-
formance op een Track bewerken (Track Edit)’ (p.75) te
bekijken.
U kunt het tempo of ritmepatroon ook tijdens een song
veranderen.
Voor meer informatie over dit onderwerp dient u ‘Sectie 4
Het Ritme gebruiken’ (p.131) te bekijken.
Er zijn twee standen in Ritme; ‘Pattern’ (Patroon) en ‘Arran-
gement.’
Patroon
Dit zijn drum Performance frases, die kunnen variëren van
één tot meerdere maten.
Interne patronen (preset patronen) bevatten vooraf inge-
stelde patronen voor intro’s, verses (coupletten), fill-ins en
eindes.
Arrangement
Patronen die in de volgorde, waarin ze uitgevoerd worden,
zijn gerangschikt (bijvoorbeeld intro, verse, fill-in en einde)
en in het geselecteerde tempo van de song gespeeld
worden.
fig.00-370
Naar ‘Patroon mode’ schakelen kan noodzakelijk zijn om
patronen te spelen. Zoals u naar ‘Arrangement mode’ over
zult moeten gaan om arrangementen te spelen.
Patroon (Pattern) mode
Deze mode wordt gebruikt om herhaaldelijk één enkel
patroon te spelen. In deze mode kunt u ook patronen
creëren en bewerken.
Arrangement mode
Deze mode wordt gebruikt om arrangementen te spelen.
In deze mode kunt u ook arrangementen creëren en
bewerken.
Wat is Ritme?
Patronen en
arrangementen
Intro Verse Fill Verse Ending
Patroon (Pattern) mode en
Arrangement mode
‘Ritme’ is vooraf ingesteld en bevat een grote variatie
aan arrangementen. Voor meer informatie over de
vooraf ingestelde arrangementen, dient u
‘Arrangement/Patroon lijst’ (p.208) te
41
Het ritme gebruiken
Rev0.10
Snelle start
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is oplicht, en druk dan op
[ARRANGE], zodat de knop oplicht (en aangeeft, dat
de BR-600 in Arrangement mode staat).
[RHYTHM ON/OFF] gaat gelijk branden. De ritmes
zijn aangezet.
2
Druk op [PLAY].
Het arrangement speelt af, wanneer afspelen of
opnemen begint.
Het arrangement stopt automatisch, wanneer [STOP] is
ingedrukt om het afspelen of opnemen te beëindigen.
* Wanneer u het volume van het arrangement aanpast, dient u
de Rhythm fader te gebruiken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is oplicht, en druk dan op
[PATTERN], zodat de knop oplicht (en aangeeft, dat
de BR-600 in Patroon mode staat).
[RHYTHM ON/OFF] gaat gelijk branden. De ritmes
zijn aangezet.
2
Druk op [PLAY].
Het patroon speelt af, wanneer afspelen of opnemen
begint.
Het patroon stopt automatisch, wanneer [STOP] wordt
ingedrukt om afspelen of opnemen te beëindigen.
Het patroon speelt niet, wanneer deze op ‘BREAK’
staat ingesteld.
* Wanneer u het volume van het patroon aanpast, dient u de
Rhythm fader te gebruiken.
Arrangementen spelen
Patronen spelen
42
Het ritme gebruiken
Rev0.10
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE], zodat de knop oplicht.
fig.00-400
[RHYTHM ON/OFF] licht direct op. De ritmes staan
nu aan.
2
Selecteer een arrangement.
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om Preset/Song en nummer te selecteren.
fig.00-410
Preset arrangementen (P)
De preset arrangementen bevatten vooraf ingestelde
data. Hun instellingen kunnen niet veranderd worden,
en u kunt geen nieuw preset arrangement creëren.
Song arrangementen
Song arrangementen kunnen geschreven worden. De
data voor song arrangementen wordt echter samen
met de song data op de geheugenkaart opgeslagen.
fig.00-420
3
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN], zodat de knop gaat branden (en
aangeeft, dat de BR-600 in Patroon mode staat).
fig.00-430
[RHYTHM ON/OFF] licht direct op. De ritmes staan
nu aan.
2
Selecteer een patroon.
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE draai-
knop om de Preset/Song en nummer te selecteren.
fig.00-440
Preset patronen (P)
De preset patronen bevatten vooraf ingestelde data.
Hun instellingen kunnen niet veranderd worden, en u
kunt geen nieuw preset patroon creëren.
Song patronen
Song patronen kunnen geschreven worden. De data
voor song patronen wordt echter samen met de song
data op de geheugenkaart opgeslagen.
fig.00-450
3
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Arrangementen veranderen
P:Preset / S:Song
Number
Arrangement Name
Geheugenkaart
BR-600
Song
Song
arrangement
Preset
arrangement
Patronen veranderen
P:Preset / S:Song
Number
Pattern Name
Geheugenkaart
BR-600
Song
Song
patroon
Preset
patroon
43
Het ritme gebruiken
Rev0.10
Snelle start
U kunt het tempo van het gespeelde arrangement of
patroon tijdelijk veranderen door de volgende procedure te
volgen, als het Play venster wordt weergegeven.
1
Gebruik [CURSOR] en verplaats de cursor naar
‘TEMPO’ in het scherm.
2
Roteer de VALUE draaiknop om het tempo aan te
passen.
fig.00-460
U kunt het tempo van het arrangement of patroon tijdelijk
veranderen door de timing, waarmee u op [TAP] tikt.
Tik vier of meer keren op [TAP] om het tempo van het
arrangement of patroon te wijzigen. Het tempo verandert in
het tempo, waarin u hebt getikt.
fig.00-470
Het tempo van de
arrangementen of patronen
veranderen
Tempo
Tikken om het tempo van
de arrangementen of
patronen te veranderen
De tempo instelling van het arrangement is tijde-
lijk uitgeschakeld.
De verandering in tempo is slechts tijdelijk. Als u
het tempo van het feitelijke arrangement wilt ver-
anderen, dient u ‘Het tempo van een arrangement
veranderen’ (p.143) te bekijken.
Tempo’s kunnen niet bij patronen worden opge-
slagen.
44
Rev0.10
Opnemen
1
Druk op [1]-[7/8] in REC Track om de opnameTrack te
selecteren.
Als de knop rood gaat knipperen, is die Track klaar
voor opname.
fig.00-480
Als de knop rood gaat knipperen, is die Track klaar
voor opname.
De status van elke Track kan vastgesteld worden aan
de hand van de indicator op de knop.
Uit: Er bevindt zich geen opgenomen data op
deze Track.
Groen: Er bevindt zich opgenomen data op deze
Track.
Rood: De Track is geselecteerd voor opname.
Als een Track, waarop zich data bevindt, voor opname
is geselecteerd, zal de indicator afwisselend in groen en
oranje gaan branden.
Als INPUT SELECT [GUITAR] of [MIC], zijn
opgelicht
fig.00-490
Aangezien de input in mono is, wordt de opname
normaliter uitgevoerd als een mono opname op één
Track. Druk op één van Track [1]-[4] op REC Track om
die Track te selecteren, waarop u op wilt nemen.
Als u echter in stereo op wilt nemen om het effect van
de invoegeffecten te vergroten, moet u gelijktijdig op
de [1] en [2], [3] en [4] REC Track knoppen drukken
voor stereo opname op twee Tracks.
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks,
waardoor zij altijd stereo opnamen produceren.
fig.00-500
Als INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL], zijn
opgelicht
fig.00-510
Aangezien de input in stereo is, wordt de opname
normaal gesproken op twee Tracks opgenomen. Druk
op REC Track [1] of [2] om Tracks 1 en 2 te selecteren,
of op [3] of [4] om Tracks 3 en 4 te selecteren.
Als u echter de linker en rechterkanalen op één Track
wilt samenvoegen, dient u, met Tracks 1 en 2
geselecteerd, nogmaals op REC Track [1] te drukken
om Track 1 te selecteren. Door dezelfde procedure te
volgen, kunt u Track 1 tot 4 kiezen om als Track op te
nemen.
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks,
waardoor zij altijd stereo opnamen produceren.
De opnameTrack selecteren
or
(Mono opname)
(Stereo opname)
or
45
Opnemen
Rev0.10
Snelle start
De BR-600 heeft drie opnamestanden.
Gebruik de mode, die het meest geschikt is voor het maken
van uw song.
fig.00-520
INPUT:
Alleen de instrumentgeluiden of andere ingevoerde bron-
nen worden op de Tracks opgenomen. Geluiden, die van
andere Tracks worden afgespeeld, worden niet opgeno-
men.
BOUNCE:
Terwijl de geluiden op verschillende Tracks afgespeeld
worden, worden ze samen op een andere Track opgeno-
men. In Bounce mode kunt u acht Tracks tegelijkertijd
afspelen en ze allemaal op één enkele, aparte V-Track opne-
men.
Wanneer de ingang met behulp van INPUT SELECT
geselecteerd is, kunt u die geluiden ook in de opname
meenemen.
U kunt ook de geluiden van het Ritme in de opname
meenemen.
MASTERING:
Hier past u de ‘Mastering Tool Kit’ toe op de twee Tracks
waarop andere Tracks zijn gebounced om te eindigen met
één song met geoptimaliseerde (volume)niveaus.
Het Ritme kan niet in deze mode worden gebruikt.
Over de opname (REC)
standen
Guitar
1
2
3
.
.
.
8
Bass
L
7
8
R
Vocal
Keyboard
INPUT BOUNCE
MASTERING
Naar twee
tracks mixen
L
7
8
R
De song afmaken met
geoptimaliseerde levels
TRACK
TRACK
TRACK
Wat is een Mastering Tool Kit?
Wanneer u een audio CD van uw opnames creëert, of
op een vergelijkbaar medium opneemt, moet het
volume over het geheel genomen beteugeld worden,
zodat zelfs de hardste gedeelten van de songs op de
CD goed klinken. Dit resulteert echter vaak in een over
het geheel genomen lager volume, wat resulteert in een
CD die opwinding en impact mist.
Bovendien kan in het lage frequentie gebied, waarvoor
het menselijk oor minder gevoelig is, het
geproduceerde geluid overkomen als nogal laag in
volume, zelfs als de meter weergeeft, dat het
maximumniveau is bereikt. Dit maakt het ook lastig
om krachtige geluiden te creëren.
Met de ‘Mastering Tool Kit’ kunt u echter de
verschillen in volume, die in de hele song voorkomen,
glad strijken, terwijl u de balans in het lagere gebied
ook corrigeert.
Wij bevelen mastering met behulp van de Mastering
Tool Kit aan in het eindstadium van het creëren van
songs.
‘Mastering’ (p.111)
46
Opnemen
Rev0.10
fig.00-530
1
Druk herhaaldelijk op [REC MODE], totdat INPUT
verschijnt voor REC mode, links in het venster.
De BR-600 gaat nu over in Input mode.
fig.00-540
2
Druk op [REC].
[REC] knippert in het rood en de BR-600 gaat over in
de recording stand-by status.
fig.00-550
3
Druk op [PLAY].
[PLAY] wordt groen, de [REC] en REC Track knoppen
zijn nu constant rood opgelicht in plaats van
knipperend en het opnemen begint.
fig.00-560
4
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
De REC Track knop licht afwisselend in oranje en
groen op, waarmee wordt aangegeven, dat de Track
data bevat.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel er onder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Procedure
1
234
Flash
Licht op
U kunt geen geluiden afspelen, die korter dan een
seconde duren.
Hoe de Tracks georganiseerd zijn
De BR-600 heeft acht audio Tracks, die voor opnemen
en afspelen gebruikt kunnen worden.
Tracks 1- 4 zijn onafhankelijke mono Tracks. Tracks 5/
6 en 7/8 zijn als stereo Tracks gelinkt.
Tracks 5/6 en 7/8 liggen respectievelijk vast als linker-
/rechterTracks, terwijl fader veranderingen, Loop
effecten en andere processen normaliter ook op beide
Tracks toegepast worden .
Deze twee Tracks vormen dus een geschikte Bounce
bestemming (p.65). Tracks 7/8 worden in de eindmix
als mastering Tracks toegewezen (p.111).
Bovendien, en niet zoals bij de audio Tracks van de
audio Tracks, bevat de BR-600 ook daartoe toegewezen
stereo Tracks voor het afspelen van de interne ritmes
(p.132).
Rev0.10
47
Snelle start
Opgenomen muziek afspelen
fig.00-561
1
Druk op [ZERO] om naar de tijdlocatie 00:00:-00.0 te
gaan.
2
Druk op [PLAY].
[PLAY] licht op in groen en het afspelen begint.
Gebruik de Track faders om het volume voor elke
Track afzonderlijk aan te passen.
Tijdens het afspelen dient u de [DELETE/MUTE] knop
ingedrukt te houden en op de REC Track knop te drukken,
die afwisselend groen en oranje of groen is.
De REC Track knop zal in oranje of groen gaan knipperen
en het geluid van de Track wordt gedempt.
Als u dezelfde handeling herhaalt, zal de knop naar zijn
eerder opgelichte toestand terugkeren en zal het geluid van
die Track weer te horen zijn.
fig.00-570
1
2
Het geluid van specifieke
Tracks dempen (Track
mute)
48
Rev0.10
Recording an additional Performance while listening to an existing Performance
Overdubbing
De Tracks, waarvoor de REC Track knop in groen is opge-
licht (of afwisselend in oranje en groen), zijn Tracks waarop
al data is opgenomen.
Het procédé van luisteren naar een eerder opgenomen
Performance, terwijl u extra materiaal op een andere Track
opneemt, wordt ‘overdubben’ genoemd. Door de bas, gitaar
en zang op verschillende Tracks op te nemen, kunt u dan
het volume van elk instrument met betrekking tot elkaar
aanpassen, de geluidsbalans links en rechts veranderen,
data uitwisselen en andere handelingen uitvoeren.
fig.00-580
1
Druk op één van de REC Track [1]-[7/8] knoppen om
de Track te selecteren, waarop u wilt opnemen.
De status van elke Track kan aan de hand van de
indicator op de knop bepaald worden .
Uit: Er bevindt zich geen opgenomen data op de
Track.
Groen: Er bevindt zich opgenomen data op de
Track.
Rood: De Track wordt geselecteerd voor opname.
Als een Track, waarop zich data bevindt voor opname
geselecteerd wordt, zal de indicator afwisselend in
oranje en groen oplichten.
2
Stel de faders zo in dat de Tracks op een passend
niveau worden afgespeeld.
3
Druk op [REC].
[REC] knippert nu in rood en de BR-600 gaat over in de
recording stand-by status.
4
Druk op [PLAY].
De [REC] en REC Track knop indicatoren zijn nu
continu in rood opgelicht in plaats van in het rood te
knipperen, en het opnemen begint. [PLAY] licht op.
Alleen wat u op dát moment speelt, wordt op de
nieuwe Track opgenomen. De muziek die wordt
afgespeeld, wordt niet opgenomen.
* Als u de REC LEVEL draaiknop gebruikt om het volume
van de ingang tijdens het opnemen naar beneden te draaien,
zal het geluid op de audio Track op een laag niveau worden
opgenomen, zodat ruis meer opvalt, wanneer u het volume
van de audio Track bij het afspelen hoger zet.
Als u het geluid van de ingang, die u beluistert lager wilt
zetten, dient u het volume met behulp van de MASTER
fader lager te zetten. Om het volume van de muziek, die
wordt afgespeeld te verlagen, dient u de Track fader voor de
respectievelijke Tracks te gebruiken.
5
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
1
234
5
Als u geluiden opneemt op een Track die al opge-
nomen materiaal bevat, wist u de eerder opgeno-
men opname.
•U kunt geen geluiden afspelen, die korter dan een
seconde duren.
Enkele tips voor het overdubben
Wanneer u nieuw materiaal opneemt, terwijl u naar
een opgenomen Performance luistert, kan uw spelen
in de bestaande uitvoeringen overschaduwd worden,
waardoor het moeilijk is voor u om te spelen. In dat
geval kunt u de faders van de afspeelTracks naar
beneden schuiven of de afspeelTracks naar links (of
rechts) pannen, en het gespeelde geluid naar rechts (of
links) plaatsen om u zelf beter te kunnen horen.
‘De perceptie van stereo in de input
geluiden aanpassen (Pan)’ (p.56)
Een extra Performance opnemen, terwijl u naar een
bestaande Performance luistert (Overdubbing)
Rev0.10
49
Snelle start
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
U kunt de toon, de panning en de volumebalans voor elke
Track afzonderlijk instellen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
fig.00-590
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘PAN’ te verplaaten, en druk dan op [ENTER].
Het Pan instellingen venster verschijnt in het scherm.
fig.00-600
3
Druk op CURSOR [ CURSOR L] [] en draai aan de
TIME/VALUE draaiknop om de Track pan
instellingen te veranderen.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track die correspondeert met de ingedrukte
knop.
* Door op [ENTER] te drukken, stelt u dit in op ‘C00’
(Centrum).
4
Druk op [EXIT] (of [PAN/EQ/LOOP FX]) om naar het
Play venster terug te keren.
Het geluid voor elke Track
instellen
De perceptie van stereo
voor het geluid aanpassen
(Pan)
Tracks 5/6 en 7/8 zijn stereo Tracks en alle gemaakte
pan instellingen gelden voor beide Tracks als paar.
Wanneer ingesteld op C00:
Track 5 (7) wordt naar links en
Track 6 (8) naar rechts gepand.
Wanneer ingesteld op L50:
Zowel Track 5 (7) als Track 6 (8)
worden naar links gepand.
Wanneer ingesteld op R50: Zowel Track 5 (7) als
Track 6 (8) worden naar rechts
gepand.
50
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Rev0.10
‘Track EQ’ is een afzonderlijke 2-bands equalizer op elke
Track, die u de mogelijkheid geeft om de hoge en lage fre-
quentie tonen afzonderlijk aan te passen.
Dit werkt net als de klankcontrole op een stereo-set.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
fig.00-590
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘EQ’te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het EQ instellingen venster verschijnt in het scherm.
fig.00-620
3
Druk op CURSOR [] [] en draai aan de TIME/
VALUE draaiknop om de Track EQ aan of uit te
zetten.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track die correspondeert met de ingedrukte
knop.
4
Wanneer u de EQ instellingen wijzigt, dient u
herhaaldelijk op CURSOR [] te drukken om in
het parameter venster te komen en dan [CURSOR] en
de TIME/VALUE draaiknop te gebruiken om de
waarde van de instelling te veranderen.
fig.00-630
Voor meer informatie over de inhoud van
instellingen, dient u ‘Track EQ parameter
functies’ (p.122) te bekijken.
5
Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen, dient u op [EXIT] of [PAN/EQ/LOOP
FX] te drukken om naar het Play venster terug te
keren.
De BR-600 levert chorus, delay en doubling (elk van deze
drie effecten kan op ieder moment worden geselecteerd) als
loop effecten, met daarnaastreverb. Effectief gebruik hier-
van, geeft u de mogelijkheid om een voller geluid te
creëren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
fig.00-640
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘CHO/DLY’ of ‘REV’, en druk dan
op [ENTER].
De toon aanpassen (Track
EQ)
Ruimtelijk karakter
toevoegen aan het geluid
(Loop effect)
Wat is een loop effect?
Effecten die verbonden zijn met de send en return van
mixer effecten worden ‘loop effecten’ genoemd. U kunt
de diepte van het effect aanpassen door het send
niveau van elk mixer kanaal (gelijk aan de Tracks van
de BR-600) te veranderen.
Aangezien de send niveaus voor elke Track apart zijn,
kunt u de diepte afzonderlijk veranderen. Dit stelt u in
staat om bijvoorbeeld een diepe reverb op de zang en
een lichte reverb op de drums toe te passen of een
andere soortgelijke combinatie.
Tegengesteld aan invoegeffecten (p.92) die toegepast
worden op specifieke geluiden, worden loop effecten
op de hele Track toegepast.
51
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Rev0.10
Snelle start
fig.00-650
3
Druk op CURSOR [] [], totdat ‘FX Type’ of
‘Type’ op het scherm verschijnt en draai dan aan de
TIME/VALUE draaiknop om het loop effect te
selecteren.
Wanneer u CHO/DLY gebruikt
Selecteer uit ‘CHORUS,’ ‘DELAY’ of ‘DBLN’
(doubling).
fig.00-660
Wanneer u REV gebruikt
Selecteer uit ‘HALL’ of ‘ROOM.’
fig.00-670
4
Als u de instellingen voor het geselecteerde effect
wilt veranderen, dient u op CURSOR [] [] te
drukken en dan de instellingswaarde te veranderen
met behulp van de TIME/VALUE draaiknop.
fig.00-680
Voor meer informatie over de inhoud van
instellingen, dient u ‘Loop effecten parameter
functies’ (p.120) te bekijken.
5
Druk op CURSOR [] [] om het Send Level
instellingen venster te bekijken.
Wanneer u CHO/DLY gebruikt
fig.00-690
Wanneer u REV gebruikt
fig.00-700
6
Druk op CURSOR [] [] en draai aan de TIME/
VALUE draaiknop om het send niveau van elke
Track aan te passen.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track die correspondeert met de ingedrukte
knop.
7
Als u klaar bent met het send niveau aan te passen,
dient u herhaaldelijk op [EXIT] te drukken om naar
het Play venster terug te keren.
U kunt chorus, delay en doubling niet gelijktijdig
gebruiken. Ieder effect kan worden geselecteerd als
loop effecten aan staan.
Het ‘send niveau’ is het volumeniveau van het signaal
dat van elke respectievelijke Track naar elk effect
verstuurd is. U kunt de hoeveelheid toegepast effect
veranderen door het send niveau aan te passen.
52
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Rev0.10
fig.00-720
1
Druk herhaaldelijk op [REC MODE] totdat links in
het venster ‘Bounce’ voor REC MODE verschijnt.
De BR-600 gaat nu over in de BOUNCE mode.
fig.00-730
‘Wat zijn V-Tracks?’ (p.12)
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren, waarop
u op wilt nemen.
3
Druk op [REC].
[REC] knippert nu in rood, en de BR-600 gaat over in
de recording stand-by status.
fig.00-740
4
Druk op [PLAY].
[PLAY] licht op in het groen, de [REC] en REC Track
knoppen branden nu continu in plaats van te
knipperen in het rood, en de opname begint.
fig.00-560
5
Wanneer u klaar bent met opnemen, drukt u op
[STOP].
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
Bouncing
1
2
34
5
Opnamebestemming
V-Tracks met opgenomen data.
V-Tracks zonder data.
Knippert
Licht op
Om zich voor te bereiden op verder opnemen als
de Bouncing af is, schakelt de BR-600 automatisch
over naar een lege V-Track bij de bounce bestem-
ming.
Nadat u naar twee Tracks lager bent gebounced,
kunt u de ‘Mastering Tool Kit’ gebruiken om ver-
schillen in volumeniveaus over de hele song te eli-
mineren en om de juiste low-end balans te berei-
ken. Bekijk ‘Mastering’ (p.111).
53
Sectie 1
Opnemen
en afspelen
Section 1 Recording and Playback
54
Rev0.10
Opnemen
fig.00-250
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘NEW’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
‘Type’ verschijnt in het scherm.
fig.00-260
3
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om het data type
te selecteren.
4
Druk op [ENTER].
‘Are you sure?’ verschijnt nu in het scherm.
fig.00-270
5
Druk op [ENTER]. Wanneer de nieuwe song klaar is,
verschijnt het Play venster weer in het scherm.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de bovenste
regel van het scherm, terwijl de regel eronder aangeeft wat er op
dat moment gebeurt.
Wanneer u een nieuwe song opneemt, geeft de BR-600 u de
mogelijkheid het data type in te stellen. Dit geeft u de moge-
lijkheid de combinatie van geluidskwaliteit en opnametijd
te selecteren, die het meest bij de opname past.
De volgende data types kunnen geselecteerd worden:
HIFI (MT2) (multiTrack 2):
Voor opnames van hoge kwaliteit. Dit data type wordt aan-
bevolen wanneer u veel gebruik gaat maken van Track
Bouncing. Normaliter zult u dit type selecteren. Gebruik dit
type voor vrijwel al uw opnamen.
STD (LV1) (live 1):
Voor opnamen die langer duren dan wat het MT2 data type
kan bieden. Dit is de meest geschikte instelling voor het
opnemen van live Performances.
LONG (LV2) (Live 2):
Van de drie data types voorziet dit type in de langste opna-
metijd. Dit is handig, wanneer de kaart weinig opnameca-
paciteit heeft.
Opnametijd
De opnametijden, die voor elk data type op één geheugen-
kaart mogelijk zijn, worden hieronder gegeven (wanneer u
één Track opneemt).
* De sample snelheid is op 44.1 kHz ingesteld, onafhankelijk
van het data type. U kunt de sample snelheid niet
veranderen.
Songs creëren voor opname
1
2,4,5
3
2
Over data types
Data type Opnametijd (tijden zijn bij benadering)
HiFi (MT2) STD (LV1) LONG (LV2)
32 MB 16 min. 19 min. 24 min.
64 MB 32 min. 39 min. 49 min.
128 MB 65 min. 78 min. 98 min.
256 MB 130 min. 156 min. 196 min.
512 MB 260 min. 312 min. 392 min.
1 GB 520 min. 624 min. 784 min.
Het data type van een song kan niet veranderd
worden, nadat het gecreëerd is.
De opnametijden, die hierboven worden weerge-
geven, zijn bij benadering. Afhankelijk van het aan-
tal songs kan de toegestane opnametijd korter wor-
den.
55
Opnemen
Rev0.10
Sectie 1
1
Druk op [1]-[7/8] bij REC Track om de opnameTrack
te selecteren.
Als de knop knippert in rood, is die Track klaar voor
opname.
fig.00-480
De status van elke Track kan bepaald worden aan de
hand van de indicator op de knop.
Uit: Er bevindt zich geen opgenomen data op de
Track.
Groen: Er bevindt zich opgenomen data op de
Track.
Rood: De Track wordt geselecteerd voor opname.
Als een Track waarop zich data bevindt geselecteerd
wordt voor opname, zal de indicator afwisselend in
oranje en groen oplichten.
Als INPUT SELECT [GUITAR] of [MIC] is
opgelicht
fig.00-490
Aangezien de input mono is, wordt de opname normaliter
uitgevoerd als een mono opname op één Track. Druk op
een Track, uit Track [1]-[4] bij REC Track, om de Track te
selecteren, waarop u op wilt nemen.
Als u echter in stereo op wilt nemen om het effect van
invoegeffecten te vergroten, dan kunt u gelijktijdig op de [1]
en [2] of [3] en [4] REC Track knoppen drukken om in stereo
op twee Tracks op te nemen.
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks. Zij produ-
ceren altijd stereo opnamen.
fig.00-500
Als INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL]
opgelicht zijn
fig.00-510
Aangezien de input in stereo is, wordt de opname normali-
ter uitgevoerd op twee Tracks. Druk op REC Track [1] of [2]
om Tracks 1 en 2 te selecteren of op [3] of [4] om Tracks 3 en
4 te selecteren.
Als u echter de linker en rechterkanalen op één Track wilt
samenvoegen, dan dient u, met Tracks 1 en 2 geselecteerd,
weer op REC Track [1] te drukken om Track 1 te selecteren.
Als u dezelfde werkwijze volgt, kunt u elke Track (1-4)
selecteren als de Track, waar u op gaat nemen.
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks. Zij produ-
ceren altijd stereo opnamen.
De opnameTrack selecteren
De opnametijden, die hierboven worden weerge-
geven, zijn gebaseerd op één gebruikte Track. Als u
bijvoorbeeld op alle acht Tracks opneemt, zal de
opnametijd voor elke Track 1/8 van de hierboven
aangegeven tijd zijn.
De CompactFlash geheugenkaarten, ondersteund
door uw BR-600, zijn 32 MB tot 1 GB CompactFlash
kaarten voor gebruik in combinatie met een 3.3
voltage.
or
(Mono opname)
(Stereo opname)
or
56
Opnemen
Rev0.10
De BR-600 is een multi-Track recorder, en elke Track bestaat
uit acht V-Tracks. U kunt uit één van deze V-Tracks kiezen
om op te nemen of af te spelen.
Hierdoor is er een grote omvang aan gebruiksmogelijkhe-
den, zoals het opnemen van een gitaarsolo of stem en
daarna het opnemen van een ander instrument, zonder dat
u de eerste opname hoeft te wissen. U kunt ook alleen de
gedeelten van de V-Tracks die u leuk vindt nemen en die
op één Track samenvoegen.
‘De Performance op een Track bewerken (Track
edit)’ (p.75)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [V-Track].
fig.01-150
Het V-Track Selection venster verschijnt in het scherm.
Dit venster geeft het nummer van de geselecteerde V-
Tracks voor elke Track aan.
fig.01-160
2
Gebruik de REC Track [1]-[7/8] om de Track te
selecteren, die gewijzigd moet worden.
*U kunt de Tracks ook selecteren met behulp van de
CURSOR [] [].
3
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop en verander de
V-Track.
4
Als u klaar bent met het veranderen van de V-Track,
dient u op [V-Track] (of [EXIT]) te drukken om naar
het Play venster terug te keren.
Om het stereofonische gevoel van de instrumentgeluiden
die worden ingevoerd te veranderen (pan), dient u de vol-
gende werkwijze te volgen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet opgelicht is, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘PAN’ te verplaatsen, en druk vervolgens op
[ENTER].
Het PAN instellingen venster verschijnt in het scherm.
3
Druk op CURSOR [ ], zodat ‘IN’ wordt
weergegeven.
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de pan
instellingen te veranderen. De pan instellingen, die
hier gemaakt zijn, worden automatisch toegepast op
de Track waarnaar u opneemt, zodat, als u klaar bent
met opnemen, u naar de Track kunt luisteren met
dezelfde pan als bij de opname.
5
Druk op [PAN/LOOPFX] (of [EXIT]) om naar het Play
venster terug te keren.
V-Tracks veranderen
V-Tr acks met opgenomen data.
V-Tr acks zonder data.
De perceptie van stereo in de
input geluiden aanpassen (Pan)
57
Opnemen
Rev0.10
Sectie 1
1
Druk herhaaldelijk op [REC MODE], totdat de
INPUT indicator gaat branden.
fig.00-540
2
Druk op [REC].
[REC] knippert in het rood, en de BR-600 gaat over in
de recording stand-by status.
fig.00-550
3
Druk op [PLAY].
[PLAY] licht op in het groen, de [REC] en REC Track
knoppen zijn nu continu opgelicht in plaats van in het
rood te knipperen. De opname kan beginnen.
fig.00-560
4
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
DE REC Track knop knippert afwisselend in oranje en
groen, aangevend dat de Track opgenomen data bevat.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Opname handelingen
Wanneer u nieuw materiaal opneemt, terwijl u naar
een opgenomen Performance luistert, kan uw spelen
overschaduwd worden , waardoor het moeilijk is om
mee te spelen. In dat geval kunt u de positionering (of
panning) van de INPUT veranderen en opnemen,
zodat dit niet wordt overschaduwd door andere
geluiden.
Pan de afspeelTracks naar links (of rechts) en het
geluid dat u speelt naar rechts (of links) om het
gemakkelijker te maken.
Flash
Licht op
•U kunt geen geluiden afspelen, die korter dan een
seconde duren.
De volgende handelingen kunnen niet uitgevoerd
worden als de recorder in gebruik is (tijdens afspe-
len en opnemen):
· Patronen opnemen
· Arrangementen bewerken
· Drumkits selecteren
· Naar het USB venster gaan
· Naar het Tone Load venster gaan
· Naar het Song Selection venster gaan
· Naar het Song New venster gaan
· Naar het Song Informatie venster gaan
· Naar het Edit Song venster gaan
· Track bewerken
· Naar het Initialize venster gaan
58
Rev0.10
Afspelen herhalen (Repeat)
Door de ‘Repeat functie’ te gebruiken, kunt u een specifiek
stuk herhaaldelijk afspelen. Herhalen geeft u de mogelijk-
heid om de mix balans te controleren of loop opnames
(p.63) uit te voeren met behulp van de punch in/uit func-
ties.
Het afspelen wordt herhaald in het gedeelte, dat is ingesteld
met behulp van Repeat, zoals u hieronder kunt zien.
fig.01-570
1
Druk op [REPEAT] bij het punt waarop u wilt dat het
herhalen begint (A).
fig.01-202
De [REPEAT] begint te knipperen, aangevend dat het
repeat startpunt (A) is geregistreerd.
2
Druk op [REPEAT] bij het punt, waarop u wilt dat het
herhalen eindigt (B).
fig.01-580
De [REPEAT] begint te knipperen, aangevend dat het
te herhalen gedeelte is geregistreerd.
3
Als u het herhalen wilt annuleren, dient u nogmaals
op [REPEAT] te drukken.
Het herhalen wordt geannuleerd, en de [REPEAT] gaat
uit.
4
Als u de registratie voor dit herhalende segment wilt
bewaren, dient u de song op te slaan.
‘De huidige instellingen voor de song opslaan
(Song save)’ (p.89)
Herhalen
Start herhalen
(A)
Einde herhalen
(B)
Tijd
Er dient minimaal één seconde tussen het repeat
startpunt (A) en het repeat eindpunt (B) te zitten.
Het is niet mogelijk om het eindpunt op minder
dan één seconde afstand van het startpunt in te
stellen.
Als u op [REPEAT] drukt bij een positie vóór het
repeat startpunt (A), dan wordt die positie ervoor
ingesteld als het repeat startpunt (A).
59
Afspelen herhalen (Repeat)
Rev0.10
Sectie 1
Normaliter worden de repeat start en eindpunten exact op
die positie geregistreerd als waar op [REPEAT] werd inge-
steld. Dit kan het lastig maken het te herhalen gedeelte
exact in te stellen op de gewenste locatie.
Als dit het geval is, kunt u de quantize functie gebruiken
om de tijd (maatafstelling) waarop u [REPEAT] heeft inge-
drukt aan te passen aan de timing van de song. De quantize
functie geeft u de mogelijkheid om de timing in eenheden
van één maat in te stellen.
Voer onderstaande procedure uit om de quantize functie te
gebruiken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SYS’, en druk dan op [ENTER].
fig.01-150
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘AB Qtz’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de instelling aan te zetten.
Wanneer dit uitstaat, zal de Quantize functie niet
werken.
fig.01-160
4
Druk op [UTILITY] (of druk herhaaldelijk op [EXIT])
om naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
Het Repeat gedeelte met
accurate timing instellen
Het tempo veranderen, nadat u de quantize func-
tie instellingen in een herhaald gedeelte heeft
gemaakt, zal verschil in timing veroorzaken tus-
sen het repeat startpunt en het repeat eindpunt, en
het begin en einde van maten.
•U kunt het repeat gedeelte op één maat instellen
door twee keer op dezelfde locatie [REPEAT] in te
drukken.
Wanneer het te herhalen gedeelte is ingesteld, kunt u
de volgende functies gebruiken om uw opgenomen
Track data te bewerken:
’Het herhaalde gedeelte kopiëren (AB)’ (p.77)
’Het herhaalde gedeelte verplaatsen (AB)’ (p.80)
’Het herhaalde gedeelte wissen (AB)’ (p.83)
Voordat u deze functies gebruikt, kunt u de quantize
functie gebruiken om het te herhalen gedeelte met
behulp van accurate timing in te stellen.
60
Rev0.10
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
U kunt soms een fout maken, terwijl u aan het opnemen
bent of de opname is gewoon niet geworden wat u ervan
verwachtte. In dit geval kunt u punch in/out gebruiken om
alleen het ‘foute’ gedeelte opnieuw op te nemen.
Veranderingen in de opname, terwijl u een song afspeelt,
heet punching in, en veranderen van opname naar afspelen
wordt punching out genoemd.
Punch daarom in op de locatie, waarop u wilt beginnen met
opnieuw opnemen, en punch uit op de locatie waar u het
opnieuw opnemen wilt beëindigen.
fig.01-170
Met uw BR-600 kunt u kiezen uit handmatige of automati-
sche punching in/out.
U kunt [REC] of een voetschakelaar gebruiken om in of uit
te punchen.
* Wanneer u handmatige punch in/out gebruikt, dient u een
interval van tenminste één seconde tussen de punch-in en
punch-out punten toe te staan.
Als voorbeeld gaat de uitleg hieronder er van uit, dat u
handmatig in en uit gaat punchen om een gedeelte van
Track 1 opnieuw op te nemen, dus een Track waarop u al
hebt opgenomen.
1
Druk op REC Track [1].
REC Track [1] licht afwisselend op in oranje en groen.
2
Plaats de fader voor Track 1 op de locatie, die hieronder
is aangegeven.
fig.01-180
3
Start afspelen. en pas het volume van de ingang aan
met behulp van de REC LEVEL draaiknop.
Luister naar de Track die u opnieuw op gaat nemen en
naar de ingang en pas het volume van de ingang met
behulp van de REC LEVEL draaiknop aan, totdat deze
hetzelfde niveau heeft als de Track.
4
Ga naar een positie vlak vóór de locatie, waarop u het
opnieuw opnemen wilt starten, en druk op [PLAY]
om met afspelen te beginnen.
5
Druk op [REC] om in te punchen op de locatie, waar u
met opnemen wilt starten.
De BR-600 begint met opnemen.
6
Om uit te punchen, dient u weer op [REC] (of [PLAY])
te drukken.
Elke keer dat u op [REC] drukt puncht u in en uit, dus
als er een andere locatie is, die u overnieuw wilt doen,
kunt u weer in punchen op die locatie, waarbij u
dezelfde werkwijze volgt.
7
Druk op [STOP] om te stoppen met opnemen.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
8
Luister naar het nieuwe resultaat.
Zet de song terug naar een punt vóór de nieuwe
opname, en speel het af.
Pas het volume van Track 1 aan met behulp van de
Track fader.
Handmatige punch-in/out
Handmatig in en uit
punchen met [REC]
Tijd
Punch-In
Stop
Start
[
PLAY
][
REC
][
REC
][
STOP
]
Punch-Out
Afspelen AfspelenOpnemen
•U kunt de Undo functie gebruiken (p.64) om terug te
keren naar de toestand, vóórdat u opnieuw opnam.
De data vóór punch-in/out zal op de geheugenkaart
blijven staan zonder dat dit gewist wordt. Om effec-
tief gebruik te maken van de geheugenkaart kunt u,
als deze gegevens niet langer nodig zijn, de song
optimize functie (p.87) gebruiken om onnodige data
van de geheugenkaart te verwijderen.
61
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
Rev0.10
Sectie 1
Het kan vaak lastig zijn om in en uit te punchen met behulp
van de [REC] knop, wanneer u zelf een instrument bespeelt
en tegelijkertijd opneemt. In dergelijke situaties vindt u het
wellicht gemakkelijker om een apart verkrijgbare voetscha-
kelaar (zoals BOSS FS-5U of Roland DP-2) aan te sluiten, en
de voetschakelaar te gebruiken om in en uit te punchen.
Een voetschakelaar gebruiken
Wanneer u een apart verkrijgbare voetschakelaar gebruikt
om in- en uit te punchen, dient u de voetschakelaar op de
FOOT SW uitgang van de BR-600 aan te sluiten, en de func-
tie van de FOOT SW uitgang te veranderen door de proce-
dure hieronder te volgen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SYS’, en druk dan op [ENTER].
fig.01-190
3
Druk op CURSOR [] [], en selecteer ‘Foot SW’.
fig.01-200
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop en selecteer
‘PUNCH’ [PUNCH IN/OUT].
5
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Automatisch in en uit punchen op voorbepaalde locaties (of
tijden) in de song, staat bekend als ‘Auto Punching in/out.’
Wanneer u op een nauwkeurig bepaald tijdstip in en uit
wilt punchen of wanneer u zich liever wilt concentreren op
spelen dan op het handmatig in en uit punchen, dan is de
Auto Punch in/out functie erg handig.
Voordat u begint met opnemen, dient u de locaties waarop
punch-in en punch-out voor zullen komen, automatisch te
registreren.
1
Registreer de locatie, waarop u in wilt punchen. Ga
naar de locatie waar u in wilt punchen, en druk op
AUTO PUNCH [IN] om die locatie te registreren voor
automatische punch in.
Op dat moment licht de AUTO PUNCH [IN] op,
waarmee wordt aangegeven dat de punch-in positie
geregistreerd is.
fig.01-210
* Als de AUTO PUNCH [IN] is opgelicht, zult u automatisch
naar de geregistreerde punch-in tijd gaan, wanneer deze
knop wordt ingedrukt.
2
Registreer de locatie, waarop u uit wilt punchen. Ga
naar de locatie waar u uit wilt punchen, en druk op
AUTO PUNCH [OUT] om deze locatie te registreren
voor automatische punch out.
Op dat moment licht de AUTO PUNCH [OUT] op,
daarmee aangevend dat de punch-out positie
geregistreerd is.
Handmatig in- en
uitpunchen met behulp van
een voetschakelaar
Auto punching in en out
Het gebied voor Auto
Punching in/out specificeren
Om de voetschakelaar tijdens het afspelen van een
song (handmatige punch in en out), te bedienen, dient
u de voetschakelaar eenmaal in te drukken om in te
punchen en dan weer in te drukken om uit te punchen.
62
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
Rev0.10
fig.01-220
* Als de AUTO PUNCH [OUT] is opgelicht, zult u
automatisch naar de geregistreerde punch-out tijd gaan
wanneer deze knop wordt ingedrukt.
Om een Auto Punch-in locatie te wissen, dient u AUTO
PUNCH [ON/OFF] ingedrukt te houden en dan op
[IN] te drukken.
Om een Auto Punch-out locatie te wissen, dient u
AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt te houden en
dan op [OUT] te drukken.
Wanneer de instellingen gewist zijn, gaan de AUTO
PUNCH [ON/OFF], [IN] en [OUT] uit.
Als u de Auto Punch in/out instellingen in de op dat
moment geselecteerde song wilt opslaan, dient u
[STOP] ingedrukt te houden en op [REC] te drukken.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Als voorbeeld gaat de uitleg hieronder er van uit dat u de
Auto Punch in/out gaat gebruiken om een gedeelte van
Track 1 opnieuw op te nemen; een Track waarop u al eerder
heeft opgenomen.
1
Druk op REC Track [1].
REC Track [1] licht afwisselend op in oranje en groen.
2
Plaats de fader voor Track 1 op de locatie, die
hieronder is aangegeven.
fig.01-180
3
Start afspelen, en pas het volume van de ingang aan
met behulp van de REC LEVEL draaiknop.
Luister naar de Track, die u opnieuw op gaat nemen en
naar de ingang met behulp van de REC LEVEL
draaiknop zodat deze hetzelfde niveau heeft als de
Track.
4
Ga naar een positie vóór het punt waar u het opnieuw
opnemen wilt starten, en druk op AUTO PUNCH
[ON/OFF].
De knop licht op, daarmee aangevend dat de Auto
Punch-in en Auto Punch-out zijn ingesteld.
5
Druk op [REC] om de BR-600 in recording stand-by te
zetten, en druk dan op [PLAY].
Het opnemen begint automatisch bij de Auto Punch-in
locatie, dus speel wat u op wilt nemen. Bij het punt, dat
u als punch-out gespecificeerd heeft, zal de Track
automatisch overgaan in de play mode.
6
Druk op [STOP] om te stoppen met opnemen.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
7
Luister naar het nieuwe resultaat.
Ga terug naar een locatie in de song, vóórdat u begon
met opnieuw opnemen en speel het af.
Pas het volume van Track 1 aan met behulp van de
Track fader.
Een geregistreerde Auto
Punch in/out locatie wissen
Hoe u moet opnemen
Als u in/uit wilt punchen op een eerder ingesteld
locator punt, dient u op [LOCATOR] te drukken om
het locator punt te verplaatsen (p.72) en dan op AUTO
PUNCH [IN] of AUTO PUNCH [OUT] te drukken.
Herhaaldelijk over dezelfde locatie
opnemen (Loop recording)
63
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
Rev0.10
Sectie 1
De Repeat functie (p.58) geeft u de mogelijkheid om een
bepaald gedeelte van een song (het loop gedeelte) steeds
opnieuw af te spelen.
Als u Auto Punch in/out samen met de repeat functie hebt
gebruikt, zal het gedeelte herhaald worden zodat u het
resultaat van de opname direct kunt beluisteren.
Als de opname niet klinkt, zoals u gehoopt had, drukt u
simpelweg op [REC] om de opname overnieuw te maken.
De Repeat functie en de Auto Punch in/out samen op deze
manier gebruiken, teneinde herhaaldelijk op te nemen,
wordt ‘loop recording’ genoemd.
* Voor informatie over het instellen van het gedeelte waar de
opname plaats zal vinden (het gedeelte tussen de punch-in
en punch-out posities), dient u ‘Auto punching in en out’
hierboven te bekijken.
Voordat u begint met opnemen, dient u de start- en eindpo-
sitie van het te herhalen gedeelte in te stellen.
* Het gedeelte dat herhaald moet worden, zou het gedeelte
moeten bevatten waarover u op wilt nemen (het gedeelte
tussen de punch-in en punch-out posities).
fig.01-240
Als het gedeelte dat opnieuw opgenomen moet worden niet
volledig in het te herhalen gedeelte is ingesloten, zal de
opname misschien niet beginnen of eindigen zoals u wilt.
Als voorbeeld gaat de uitleg hieronder er van uit dat u de
Auto Punch in/out gebruikt om een gedeelte van Track 1
opnieuw op te nemen, dus een eerdere opgename.
1
Druk op REC Track [1].
REC Track [1] licht afwisselend op in oranje en groen.
2
Plaats de fader voor Track 1 in de positie, zoals
hieronder wordt aangegeven.
fig.01-180
3
Gebruik de herhalingsfunctie (p.58) om de song
opnieuw af te spelen, en pas het volume van de ingang
aan met behulp van de REC LEVEL draaiknop.
Luister naar de Track, die u opnieuw op gaat nemen en
naar de ingang, en pas het volume van de ingang aan,
zodat deze hetzelfde niveau als de Track heeft.
4
Druk op [STOP].
5
Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF].
De knop licht op en geeft daarmee aan, dat de Auto
Punch-in en out zijn ingesteld.
6
Wanneer u klaar bent om op te nemen, dient u op
[REC] en dan op [PLAY] te drukken om te beginnen
met opnemen.
Nadat u [PLAY] heeft ingedrukt, kunt u opnemen
vanaf het moment waarop de eerste punch-in is
ingesteld tot aan het moment waarop de punch-out is
ingesteld. Indien gewenst, kunt u het gedeelte
opnieuw opnemen.
Wanneer de song herhaald wordt, kunt u het resultaat
van uw opname beluisteren. Als de opname niet naar
wens is, kunt u op [REC] drukken en de opname
opnieuw uitvoeren.
7
Druk op [STOP] om met opnemen te stoppen.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
8
Druk op [REPEAT] om de knop uit te zetten.
9
Druk op [AUTO PUNCH [ON/OFF] om de knop uit te
zetten.
Het gedeelte, dat herhaald
moet worden, instellen
Hoe op te nemen
AfspelenOpnemen
Herhalen
Start herhalen
(A)
Punch-In Punch-Out
Einde herhalen
(B)
Time
Opnemen
64
Rev0.10
Een handeling ongedaan maken (Undo/redo)
Soms, wanneer de gemaakte opname u teleurstelt of als de
instellingen die u voor een bewerking had ingesteld onjuist
blijken te zijn, is het handig om uw handeling ongedaan te
maken. Dan kunt u de ‘Undo functie’ gebruiken.
Met de Undo functie maakt u de actie, die u zojuist heeft
uitgevoerd, weer ongedaan en keert u terug naar de toe-
stand waarin u zich ervoor bevond. Om een Undo onge-
daan te maken, dient u de ‘Redo’ functie te gebruiken.
Stelt u zich bijvoorbeeld voor, dat u in puncht om te loop
recorden en twee keer over dezelfde locatie opneemt. Om
de opname, die u als laatste heeft gemaakt, ongedaan te
maken en terug te keren naar de eerste opname, zult u dan
de Undo functie gebruiken.
Om de Undo ongedaan te maken en juist terug te keren
naar de situatie waarin u zich bevond direct ná de tweede
opname, moet u de Redo functie gebruiken.
fig.**
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UNDO/REDO].
‘UNDO?’ verschijnt nu in het scherm.
fig.01-260
2
Om Undo uit te voeren, dient u op [ENTER] te
drukken.
Druk op [ENTER] om de laatst uitgevoerde opname of
bewerking ongedaan te maken.
Als u besluit om niet ongedaan te maken, dient u op
[EXIT] te drukken.
Om de Undo, die u zojuist heeft uitgevoerd, ongedaan te
maken, dient u een Redo uit te voeren.
3
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UNDO/REDO].
‘REDO?’ verschijnt nu in het scherm.
fig.01-27
4
Om Redo uit te voeren, dient u op [ENTER] te
drukken.
De Undo die u zojuist heeft uitgevoerd, is ongedaan
gemaakt.
Als u besluit om de Redo niet uit te voeren, dient u op
[EXIT] te drukken.
De laatste handeling
ongedaan maken (Undo)
Nadat u een Undo hebt uitgevoerd, kunt u alleen
een Redo uitvoeren (u kunt niet weer een Undo
uitvoeren).
Als u iets opneemt of Track Edit uitvoert, nádat u
een Undo heeft uitgevoerd, is het niet meer moge-
lijk om een Redo uit te voeren.
Het ongedaan maken heeft alleen invloed op audio
data opgenomen op audio Tracks. U kunt er geen
veranderingen mee ongedaan maken die u in de
parameter instellingen heeft gemaakt of in andere
data dan audio data.
Houd in uw achterhoofd dat de geschiedenis van
alle handelingen die u heeft uitgevoerd met betrek-
king tot de opgenomen data gewist zullen wor-
den, zodra u Song Optimize (p.87) uitvoert. Dit
betekent dat u niet langer de mogelijkheid heeft
om een Undo uit te voeren.
De Undo ongedaan maken (Redo)
1
2
Rev0.10
65
Sectie 1
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Ook al staat de BR-600 het gelijktijdig afspelen van acht
Tracks toe, wanneer u geen Tracks meer over heeft, geeft de
BR-600 u ook de mogelijkheid om de opnamen van meer-
dere Tracks samen op één Track (V-Track) te kopiëren. Dit
wordt ‘bounce’ genoemd (ook bekend als Bounce Recording
of ping-pong recording).
Door meerdere Tracks op deze manier te combineren, kunt
u andere Tracks vrijmaken om andere opnames vast te leg-
gen.
In de uitleg hieronder gebruiken we als voorbeeld het
mixen van een mono opname op Tracks 1 en 2 en een stereo
opname op Tracks 3 en 4 en deze bouncen naar V-Track 2
van Tracks 7/8.
1
Stel de pan voor Tracks 1 en 2 in op de gekozen
locaties en stel de pan voor Track 3 helemaal naar
links in (L50) en de pan voor Track 4 helemaal naar
rechts (R50).
‘De perceptie van stereo voor het geluid
aanpassen (Pan)’ (p.49)
2
Speel de song af en pas de volumes aan voor Tracks
1- 4 met behulp van de REC Track faders.
Het totale volume wordt aangepast met behulp van de
MASTER fader. Zet het volume nu zo hoog mogelijk
zonder dat het geluid vervormt.
Schuif de faders naar beneden voor de Tracks, die u
niet wilt mixen.
3
Druk op [STOP].
4
Druk herhaaldelijk op [REC MODE], totdat de
‘BOUNCE’ indicator oplicht.
De ingang wordt automatisch gedempt. Dit voorkomt
dat de ingang ingemixt en opgenomen wordt tijdens
Bounce Recording.
In Bounce mode kunt u acht Tracks gelijktijdig afspelen
en ze allemaal op één V-Track opnemen.
Wanneer alle kanalen geselecteerd zijn met behulp van
INPUT SELECT, kunt u deze geluiden samen opnemen.
Bovendien kunt u de geluiden van het ritme in de
opname meenemen.
TRACK 8-V1
TRACK 7-V1
TRACK 6-V1
TRACK 5-V1
TRACK 4-V1
TRACK 3-V1
TRACK 2-V1
TRACK 1-V1
RHYTHM
Track 1–8
TRACK 8-V2
TRACK 7-V2
Aparte V-Track
INPUT Ritme
2,9 3,8,10
4
5
6
7,10
7,9
7
66
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Rev0.10
5
Als u het geluid van het Ritme ook in wilt mixen,
dient u de Rhythm fader omhoog te schuiven.
Als u het ritme niet op wilt nemen, dient u de fader
naar beneden te schuiven.
6
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track als
opnamebestemming te selecteren.
Hier dient u dit op ‘78V2’ (V-Track 2 van Tracks 7/8) in
te stellen.
fig.01-290
(Met een Bounce opdracht, terwijl u in mono
opneemt)
Als u nu aan de TIME/VALUE draaiknop draait, zal
het venster voor het specificeren van de Track voor
mono opname verschijnen.
fig.01-300
7
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
8
Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel
eronder weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
9
Schuif alle Track faders, behalve die voor Tracks 7 en
8, naar beneden, druk op [PLAY] en controleer de
geluiden die naar Tracks 7 en 8 zijn gebounced.
* De pan voor Tracks 7 en 8, waar de muziek gebounced werd,
wordt respectievelijk helemaal naar links en naar rechts
ingesteld.
10
Als u de instellingen wilt opslaan in de op dat
moment geselecteerde song, dient u [STOP]
ingedrukt te houden, en op [REC] te drukken.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Opnamebestemming
V-Tracks met opgenomen data.
V-Tracks zonder opgenomen data.
Wanneer u de Bounce Recording gebruikt, kunt u
de geluiden waarop invoegeffecten (p.92), loop
effecten (p.118), Track EQ (p.121) of Pitch Correc-
tion is toegepast, opnemen. Wanneer u de invoe-
geffecten gebruikt, dient u ‘De bestemming waar
invoegeffecten worden ingevoegd veranderen’
(p.95).
Als u een ingang als onderdeel van de Bounce
Recording wilt mixen, dient u op [INPUT
SELECT] te drukken om de gewenste ingang te
selecteren. Op dat moment kunt u loop effecten
(p.118) op het geluid van de ingang toepassen.
Rev0.10
67
Sectie 1
Songs laden die gecreëerd zijn met
de BR-900CD/BR-864/BR-532
U kunt songs, die op de BR-900CD, BR-864 of BR-532
gemaakt zijn, laden in de BR-600 met behulp van geheugen-
kaarten.
Sla de song data gecreëerd op de BR-900CD of BR-864 eerst
op een geheugenkaart op, en plaats de geheugenkaart dan
in de BR-600.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SEL’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Song Select venster verschijnt.
fig.01-330
Het song beschermingsicoontje ( ) wordt
weergegeven voor de BR-900/BR-864 songs.
3
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om de song, die u
wilt laden, te selecteren.
4
Druk op [ENTER].
De song data wordt geladen.
Songs laden die gecreëerd zijn
met de BR-900CD/BR-864
Als u opneemt, bewerkt of parameters instelt voor
geïmporteerde BR-864 song data, kan deze song
data niet langer gebruikt worden in de BR-864. (de
data kan wel gebruikt worden in de BR-900CD).
Om de song tegen per ongeluk opnemen of
bewerken te beschermen, wordt song protect
(p.88) automatisch aangezet voor geïmporteerde
BR-864 song data.
Als u het niet erg vindt om niet langer in staat te
zijn de song data te gebruiken op de BR-864, kunt
u song protect uitzetten en dan opnemen of
bewerken.
Wanneer u song protect uitzet, verschijnt
‘Overwrite OK?’ in het scherm; druk op [ENTER]
(YES). Song protect staat uit en de data wordt
gelijk geconverteerd naar BR-600 formaat.
Patches die het ‘Guitar Synth’ algoritme van de
BR-864 gebruiken worden door ‘P001’ vervangen,
indien geladen.
De ‘Harmonist’ van de BR-864 wordt, indien gela-
den, vervangen door ‘Flanger.’
68
Songs laden die gecreëerd zijn met de BR-900CD/BR-864/BR-532
Rev0.10
Wanneer u song data gecreëerd op de BR-532 kopieert van
SmartMedia naar een BR-600 geheugenkaart, kunt u de data
als BR-600 song laden.
Eerst dient u de geheugenkaart, die de kopie van de
gewenste data bevat, in de BR-600 te stoppen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SEL’, en druk op [ENTER].
Het Song Select venster verschijnt.
fig.01-340
3
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om de song, die
geladen moet worden, te selecteren.
4
Druk op [ENTER].
De song data wordt geladen.
Songs gecreëerd met de
BR-532 laden
Om BR-532 data te kunnen lezen, heeft u een PC
met SmartMedia reader nodig en een aangesloten
CompactFlash writer.
Kopieer eerst de data van de BR-532 geheugen-
kaart (SmartMedia) naar de PC met de SmartMe-
dia reader en gebruik de CompactFlash writer om
die data van de PC naar een BR-600 geheugen-
kaart te kopiëren.
De data blijft onmiddellijk na het laden nog in
BR-532 formaat. Zodra de song is opgeslagen,
wordt de data geconverteerd (p.89) naar het BR-
600 formaat.
Rev0.10
69
Sectie 1
De song informatie weergeven
Volg de werkwijze hieronder om de verstreken opnametijd
weer te geven in recording stand-by en opnamevensters.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.01-350
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘Remain Inf’ te
selecteren en draai dan aan de TIME/VALUE
draaiknop om ‘ON’ te selecteren.
fig.01-360
ON: Geeft de overgebleven beschikbare opna-
metijd in ‘minuten:seconden’ weer.
OFF: Geeft de overgebleven beschikbare opna-
metijd niet weer.
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT] ) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
* Wanneer [REC] wordt ingedrukt in het Play venster, wordt
de BR-600 in recording stand-by gezet ([REC] knippert); de
opnametijd die nog beschikbaar is wordt weergegeven in het
TIME gedeelte.
fig.01-370
Volg de werkwijze hieronder om de staat van de gebruikte
geheugenkaart weer te geven.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘INF’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.01-380
3
Druk op CURSOR [] [] om de parameter, die u
weer wilt geven te selecteren.
Naam van de op dat moment geselecteerde song
Data type van song en gebruikt geheugen
Data Type
HiFi (MT2) Opnametype van hoge kwaliteit
STD (LV1) Standaard opnametype
LONG (LV2) Lang opnametype
Overgebleven geheugen
*De grootte van de song wordt weergegeven in eenheden
van 1M = 1,000,000 bytes.
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
De overgebleven beschikbare
opnametijd weergeven
Het geheugenkaart gebruik
weergeven
MEMO
Rev0.10
70
71
Sectie 2
Bewerken
Section 2 Editing
72
Rev0.10
Tijd registreren (Locator)
Door gebruik te maken van de Locator functie kunt u elk
gewenst moment in een song een locator punt registreren,
zodat u later alleen op een knop hoeft te drukken om naar
dat punt te gaan.
Deze functie is handig tijdens het bewerken.
1
Ga naar de locatie, waar u het Locator punt in het Play
venster wilt registreren .
2
Druk op [LOCATOR].
Als de [LOCATOR] oplicht, is de registratie gemaakt.
fig.02-010
3
Druk op [LOCATOR].
Hiermee gaat u naar het punt in de song, dat als
Locator punt geregistreerd staat.
4
Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF] en houd deze
ingedrukt, druk dan op [LOCATOR].
Het Locator punt wordt gewist.
Een Locator punt registreren
Naar het Locator punt gaan
Een Locator punt wissen
Rev0.10
73
Sectie 2
Het begin en einde van de muziek zoeken
(Scrub/Preview)
Scrub functie
Wanneer u een geluid bewerkt dient u soms precies te
weten waar het geluid begint of waar de opname met een
Auto Punch begint.
Om u in staat te stellen deze punten nauwkeurig vast te
stellen, is de BR-600 toegerust met de Scrub functie.
Wanneer u de Scrub functie gebruikt tijdens het afspelen
(het zogenaamde ‘scrubben’), zal het gedeelte voor of na de
huidige positie (ongeveer 45 msec.) afgespeeld en herhaald
worden.
Preview functie
Met de Preview functie kunt u het één seconde gedeelte van
de song vóór of na uw huidige positie afspelen.
Door deze functie samen met de Scrub functie te gebruiken,
terwijl u tegelijkertijd langzaam de huidige positie in een
song verplaatst, wordt het gemakkelijk om de exacte over-
gangspositie van de ene frase naar de volgende te bepalen.
fig.02-020
1
Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [PLAY].
[PLAY] begint te knipperen, en het scrubben begint.
De weergegeven‘ ’ (SCRUB TO) en ‘
(SCRUB FROM) bij TEMPO in het venster, zijn de
scrub punten met betrekking tot de huidige positie.
Wanneer de cursor onder het scrub punt ingesteld
staat, is het mogelijk om het scrub punt met behulp van
de TIME/VALUE draaiknop te wijzigen.
fig.02-030
2
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de huidige
positie te verplaatsen, en om het startpunt van de
frase te zoeken (bijvoorbeeld waar geluid eerst is
uitgezonden).
3
Nadat u het punt waar de muziek begint exact heeft
gevonden, dient u op [STOP] te drukken om het
scrubben te stoppen.
Scrubben om het start/
eindpunt van de muziek te
vinden
SCRUB
TO
Tijd
Tijd nu
PREVIEW
TO
PREVIEW
FROM
Geluidsgegevens
SCRUB
FROM
Ongeveer 45 msec
Ongeveer 1.0 msec Ongeveer 1.0 msec
•U kunt op [PLAY] drukken om het materiaal naar
en van het op dat moment geselecteerde scrub
punt te bekijken.
PREVIEW FROM
PREVIEW TO
Om het geluid van een bepaalde Track te dempen,
dient u [DELETE/MUTE] ingedrukt te houden en
op de desbetreffende REC Track knop te drukken,
zodat deze begint te knipperen.
•U kunt nu op [LOCATOR] drukken om een loca-
tor punt te registreren, zodat u het punt later
gemakkelijk kunt vinden.
74
Het begin en einde van de muziek zoeken (Scrub/Preview)
Rev0.10
Behalve het scrub punt in het Play venster (p.73) verande-
ren, kunt u ook de volgende procedure volgen om het scrub
punt te veranderen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar
‘SCR’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-040
3
Druk op CURSOR [ ] [ ] om ‘FROM/TO’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de scrub punten te veranderen.
fig.02-050
TO: Scrubt naar uw huidige positie
FROM: Scrubt vanaf uw huidige positie
4
Nadat u de instelling heeft gemaakt, dient u op
[UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) te drukken
om naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Behalve [PLAY] gebruiken voor de Preview functie (p.73),
kunt u het apparaat ook instellen, zodat u [REW] en [FF]
voor de Preview functie kunt gebruiken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘SCR’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-060
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘PREVIEW SW’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om op ‘ON’ in te stellen.
fig.02-070
Nu kunt u de Preview functie gebruiken.
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
De scrub punten
veranderen
De Preview functie gebruiken
met behulp van [REW] en [FF]
U kunt tijdens het scrubben tijdelijk naar Preview gaan
met behulp van de volgende handelingen:
Druk op [REW]: PREVIEW NAAR
DRUK OP [FF]: PREVIEW VAN
Rev0.10
75
Sectie 2
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
U kunt uw songs bewerken door van opgenomen Tracks
bijvoorbeeld de data te kopiëren en te verplaatsen.
Track Copy stelt u in staat om een specifiek stuk data te
kopiëren, en naar een andere locatie te verplaatsen.
U kunt bewerkingen, zoals de data van een Track direct
kopiëren of de data van een specifiek stuk kopiëren, zo vaak
als u wilt uitvoeren.
Als u bijvoorbeeld een frase van een bepaalde Track wilt
gebruiken of dezelfde frase steeds wilt laten herhalen, zal
het gebruik van de copy functie u helpen tijd te winnen.
Volg de procedure hieronder om het stuk tussen specifieke
tijden te kopiëren.
Voorbeeld 1: Twee keer naar dezelfde Track
kopiëren
fig.02-160
Voorbeeld 2: Twee keer naar een andere Track
kopiëren
fig.02-170
Over het maat/tijd specificatie
venster
Maten en tijden zijn gespecificeerd in de ‘S’ (Start), ‘E’
(End) en ‘T’ (to) vensters in Track Edit, zoals hieronder
wordt weergegeven.
fig.02-080
BeatMaat
S (Start) / E (End) / T (To)
Frame
Uren
Minuten
Seconden
Sub Frame
(Voorbeeld)
Het materiaal, dat met behulp van Track Edit is
bewerkt, wordt bij de song opgeslagen wanneer u
terugkeert naar het Play venster. Het bericht
‘Keep power on!’ verschijnt tijdens het updaten in
de onderste regel van het scherm.
Om herhaalde gedeelten te kopiëren, verplaatsen
of wissen, dient u eerst het gedeelte dat herhaald
moet worden in te stellen door de procedure,
beschreven op p.58, te volgen.
Data kopiëren (Track Copy)
Kopiëren door de tijd te
specificeren (TME/MES)
Als zich al data bevond op de positie, waar u
naartoe kopieert, wordt deze data overschreven.
Het gedeelte, dat gekopieerd wordt, dient langer
dan één seconde te zijn. Als het gekopieerde
gedeelte één seconde of korter duurt, zult u geen
geluid horen, ook al is het kopiëren uitgevoerd.
START END TO Tijd
Tijd
START END TO
76
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TRK’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-180
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘CPY’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-190
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘TME/
MES’ te selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-200
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u kopieert,
en de Track/V-Track, waarnaar u kopieert, te
selecteren.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-210
7
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om het begin van het gedeelte ‘S’ (Start) van de data,
die u wilt kopiëren, te specificeren.
8
Druk op [ENTER].
fig.02-220
9
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om het einde van het gedeelte ‘E’ (End) van de data,
die u wilt kopiëren, te specificeren.
10
Druk op [ENTER].
fig.02-230
11
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om de begintijd van de locatie ‘T’ (To) waar u de
gekopieerde data naar toe wilt verplaatsen, te
specificeren.
12
Druk op [ENTER].
fig.02-240
13
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het aantal
kopieën, dat u geplaatst wilt hebben, te selecteren.
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
drukt u op [ENTER].
14
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat
u deze handeling kunt bevestigen.
15
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
16
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
77
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
Sectie 2
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Volg de volgende procedure om het stuk tussen de repeat
start (A) tot de repeat end (B) te kopiëren.
Voorbeeld 1: Twee keer naar dezelfde Track
opnemen
fig.02-090
Voorbeeld 2: Twee keer naar een andere Track
opnemen
fig.02-100
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-110
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘CPY’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-120
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘AB’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-130
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u wilt
kopiëren, en de Track/V-Track, waarnaar u wilt
kopiëren, te selecteren.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-140
7
Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUE
draaiknop om de begintijd van de locatie ‘T’ (To) te
specificeren waar u de gekopieerde data naar toe wilt
verplaatsen.
Het herhaalde gedeelte
kopiëren (AB)
Nadat u de tijd gespecificeerd heeft, zoals beschreven in
de procedure hierboven, zal er misschien een ‘+’ ver-
schijnen om te laten zien, dat er een verschil is tussen de
huidige positie en de weergegeven positie. Als u de
locaties specificeert door maten te gebruiken, dient u de
locaties in elk venster te specificeren met behulp van de
TIME/VALUE draaiknop.
U kunt de tijd ook binnen gaan door [LOCATOR],
[ZERO], [STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO
PUNCH [IN/OUT] te gebruiken.
Start
herhalen (A)
Einde
herhalen(B)
TO Tijd
TO Tijd
Start
herhalen (A)
Einde
herhalen(B)
78
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
8
Druk op [ENTER].
fig.02-150
9
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het aantal
kopieën, dat u geplaatst wilt hebben, te selecteren.
10
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
11
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
12
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Volg de volgende procedure om de volledig
opgenomen data van de ene Track naar de andere te
kopiëren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-250
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘CPY’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-260
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘ALL’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-270
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u wilt
kopiëren, en de Track/V-Track, waarnaar u wilt
kopiëren, te selecteren.
6
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
7
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
8
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Een complete Track
kopiëren (ALL)
79
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
Sectie 2
Track Move geeft u de mogelijkheid een specifiek stuk data
naar een andere locatie te verplaatsen.
Volg de volgende procedure om het gedeelte tussen speci-
fieke tijden te verplaatsen.
Voorbeeld 1: Naar dezelfde Track verplaatsen
fig.02-340
Voorbeeld 2: Naar een andere Track verplaatsen
fig.02-350
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-360
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘MOV’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-370
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘TME/
MES’ te selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-380
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u data wilt
verplaatsen, en de Track/V-Track, waarnaar u de data
wilt verplaatsen, te selecteren.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-390
7
Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUE
draaiknop om het begin van het gedeelte ‘S’ (Start) te
specificeren van data, die u wilt verplaatsen.
8
Druk op [ENTER].
fig.02-400
9
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om het einde van gedeelte ‘E’ (End) te specificeren
van data, die u wilt verplaatsen.
10
Druk op [ENTER].
Data verplaatsen (Track Move)
Verplaatsen door de tijd te
specificeren (TME/MES)
Als de data verplaatst is, zal de locatie, waarin het zich
bevond, leeg zijn.
Herhaal
Start (A)
Herhaal
Einde (B)
NAAR Tijd
Herhaal
Start (A)
Herhaal
Einde (B)
NAAR Tijd
80
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
fig.02-410
11
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om de tijd van het begin van de locatie ‘T’ (To),
waarnaar u de data wilt verplaatsen, te specificeren.
12
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
13
Druk op [ENTER].
Move Event wordt uitgevoerd.
14
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Volg de volgende werkwijze om het gedeelte van de repeat
start (A) naar de repeat end (B) te verplaatsen.
Voorbeeld 1: Naar dezelfde Track verplaatsen
fig.02-280
Voorbeeld 2: Naar een andere Track verplaatsen
fig.02-290
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-300
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘MOV’ gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-310
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘AB’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
Het herhaalde gedeelte
verplaatsen (AB)
Nadat u de tijd heeft gespecificeerd in de procedure
hierboven, zal er een ‘+’ verschijnen om weer te geven,
dat er een verschil is tussen de huidige positie en de
weergegeven positie. Als u de locaties specificeert door
maten te gebruiken, dient u de locaties bij elk venster te
specificeren door de TIME/VALUE draaiknop te
gebruiken om verschillen te voorkomen.
U kunt de tijd ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO],
[STOP] + [REW], [STOP]+ [REW], [STOP] + [FF] en
AUTO PUNCH [IN/UIT] te gebruiken.
Herhaal
Start (A)
Herhaal
Einde (B)
NAAR Tijd
Herhaal
Start (A)
Herhaal
Einde (B)
NAAR Tijd
81
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
Sectie 2
fig.02-320
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u de data
wilt verplaatsen, en de Track/V-Track, waarnaar u de
data wilt verplaatsen, te specificeren.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-330
7
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de tijd van het begin van de locatie ‘T’
(To), waar u data naar toe wilt verplaatsen, te
specificeren.
8
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
In het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
9
Druk op [ENTER].
Move Event wordt uitgevoerd.
10
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Volg de volgende procedure om de volledig opgenomen
data van de ene Track naar de andere te verplaatsen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-420
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘MOV’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-430
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘ALL’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-440
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u data wilt
verplaatsen, en de Track/V-Track, waarnaar u data
wilt verplaatsen, te selecteren.
Een complete Track
verplaatsen (ALL)
82
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
6
Druk op [ENTER].
fig.02-450
7
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de tijd van het begin van de locatie ‘T’
(To) waar u data naar toe wilt verplaatsen, te
specificeren.
8
Wanneer u klaar bent om de verplaatsing uit te
voeren, dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
9
Druk op [ENTER].
Move Event wordt uitgevoerd.
10
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Met Track Erase kunt u een specifiek stuk data wissen. Zelfs
als er zich na het gespecificeerde gedeelte data bevindt, zal
dit niet naar voren gebracht worden om het gat te dichten
dat door het wissen is ontstaan. Net als bij een normale
taperecorder kan het wissen eigenlijk gezien worden als het
vervangen van ongewenste data door een leeg stuk. Volg de
procedure hieronder om het stuk tussen specifieke tijden te
wissen.
Volg de procedure hieronder om het stuk tussen specifieke
tijden te wissen.
fig.02-500
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-510
Data wissen (Track Erase)
Wissen door de tijd te
specificeren (TME/MES)
Laat na het gewiste stuk geen stuk achter dat korter
dan één seconde duurt. Als een dergelijk kort stukje
blijft staan, zult u het niet meer kunnen horen.
START END Tijd
83
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
Sectie 2
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ gaan, en
druk op [ENTER].
fig.02-520
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘TME/
MES’ te selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-530
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren
waarvan u de data wilt wissen.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-540
7
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het begin van het stuk "S"(Start)
waarvan u de data wilt wissen, te specificeren.
8
Druk op [ENTER].
fig.02-348d4
9
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het eind van het stuk "E"(End) waarvan
u de data wilt wissen, te specificeren.
10
Wanneer u klaar bent om het wissen uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
11
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat
u deze handeling kunt bevestigen.
12
Druk op [ENTER].
Het wissen wordt uitgevoerd.
13
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Volg de volgende procedure om het stuk tussen de repeat
start (A) en de repeat end (B) te wissen.
fig.02-460
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
Het herhaalde gedeelte
wissen (AB)
Nadat u de tijd gespecificeerd heeft, zoals beschreven in
de procedure hierboven, zal er misschien een ‘+’
verschijnen om te laten zien dat er een verschil is tussen
de huidige positie en de weergegeven positie. Als u de
locaties specificeert door maten te gebruiken, dient u de
locaties in elk venster te specificeren met behulp van de
TIME/VALUE draaiknop om verschillen te voorkomen.
U kunt de tijd ook binnen gaan door [LOCATOR],
[ZERO], [STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO
PUNCH [IN/OUT] te gebruiken.
Start
herhalen (A)
Einde
herhalen (B)
Tijd
84
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
fig.02-470
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-480
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘AB’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-490
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren
waarvan u de data wilt wissen.
6
Wanneer u klaar bent om het wissen uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
7
Druk op [ENTER].
Het wissen wordt uitgevoerd.
8
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-560
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-570
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘ALL’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-580
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren die u
wilt wissen.
6
Wanneer u klaar bent om de verplaatsing uit te
voeren, dient u op [ENTER] te drukken.
In het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
7
Druk op [ENTER].
Een complete Track wissen
(ALL)
85
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
Sectie 2
Het wissen wordt uitgevoerd.
8
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Volg de procedure hieronder om data uit te wisselen tussen
twee Tracks.
Voorbeeld: Alle gegevens van Track 1 uitwisselen
met alle gegevens van Track 2
fig.02-590
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-600
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘XCG’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-610
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de twee Tracks/V-Tracks te selecteren
waarvan u de data wilt uitwisselen.
5
Wanneer u klaar bent om de uitwisseling uit te
voeren, dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
6
Druk op [ENTER].
De wisseling wordt uitgevoerd.
7
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Data uitwisselen
(Track Exchange)
Track 1
Track 2
Track 1
Track 2
A
A
B
B
C
C
D
D
E
E
Tijd
86
Rev0.10
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
Volg de onderstaande procedure om de op dat moment
geselecteerde song te kopiëren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-620
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘CPY’ te gaan,
en druk op [ENTER].
Het Copy Song venster verschijnt in het scherm.
fig.02-630
4
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
Wanneer het kopiëren klaar is, zal "Completed!" in het
scherm verschijnen en keert u terug naar het Play
venster.
Volg de onderstaande procedure om een song van de
geheugenkaart te wissen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-640
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ te gaan,
en druk op [ENTER].
Het Erase Song venster verschijnt in het scherm.
fig.02-650
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop en selecteer de
song die gewist moet worden.
5
Als u de song die gewist moet worden heeft
geselecteerd, dient u op [ENTER] te drukken.
"Are you sure?" verschijnt in het scherm.
6
Om door te gaan met wissen, dient u op [ENTER] te
drukken.
Om de handeling ongedaan te maken, dient u op
[EXIT] (of [UTILITY]) te drukken.
7
Druk herhaaldelijk op [UTILITY] (of herhaaldelijk
op [EXIT]) om naar het Play venster terug te keren.
Een song kopiëren (Song Copy)
Als "Card full!" verschijnt
Als dit bericht verschijnt, voordat u gaat kopiëren, bete-
kent dit dat er onvoldoende ruimte is op de geheugen-
kaart om het kopiëren uit te voeren. Verwijder alle
onnodige gegevens van de geheugenkaart.
Songs wissen (Song Erase)
87
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
Rev0.10
Sectie 2
Wanneer u het overdubben of punch-in/uit uitvoert, blijft
de data die u overschrijft (vervangt) eigenlijk op de geheu-
genkaart staan. In sommige gevallen zal deze ongewenste
data een aanzienlijke hoeveelheid ruimte op de geheugen-
kaart innemen. Hierdoor hebt u minder beschikbare opna-
metijd dan normaal.
Door een "Song Optimize" te gebruiken kunt u de BR-600
onnodige data laten wissen en de ongebruikte ruimte ver-
groten.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-660
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘OPT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
"Are you sure?" verschijnt in het scherm.
fig.02-670
4
Om de optimalisatie te bevestigen, dient u op
[ENTER] te drukken.
De Song Optimize functie wordt uitgevoerd. Wanneer
het is uitgevoerd, verschijnt "Completed!" in het
venster en keert u terug naar het PLAY venster.
Om de handeling ongedaan te maken, dient u op
[EXIT] (of [UTILITY]) te drukken.
Geheugen opslaan op de
geheugenkaart (Song
Optimize)
Als u een song wist die op dat moment wordt gebruikt,
wordt de song met het laagste nummer op de
geheugenkaart geselecteerd. Als er geen andere songs op
de kaart staan, wordt een nieuwe song gecreëerd.
Afhankelijk van de situatie is er een zekere hoe-
veelheid tijd nodig om de Optimize uit te voeren.
Dit duidt niet op een slecht functioneren. Zet de
stroomtoevoer niet uit, totdat Optimize is uitge-
voerd.
Nadat u Optimize heeft uitgevoerd, is het niet
mogelijk undo/redo te gebruiken om terug te
gaan naar de toestand voor Optimize.
88
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
Rev0.10
Wanneer een nieuwe song gecreëerd wordt, krijgt deze
automatisch een naam zoals ‘SONG 0001.’ Met uw 600 kunt
u ‘Song Name’ gebruiken om elke song een naam te geven,
waardoor u de songs kunt beheren en organiseren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-680
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘NAM’ te
gaan, en druk op [ENTER].
De naam van de song (Song Name) verschijnt in het
scherm.
fig.02-690
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar het teken, dat u wilt veranderen.
5
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om het teken te
selecteren.
*U kunt hoofdletters en kleine letters afwisselen door op
[ENTER] te drukken.
6
Als de naam correct is ingevoerd, dient u op
[UTILITY] (of op [EXIT]) te drukken om naar het Play
venster terug te keren.
U kunt zich misschien situaties voorstellen waar u, nadat u
een song gemaakt hebt, deze per ongeluk weer overschrijft
met een andere opname en daarmee een opname wist.
Om dergelijke ongelukken te voorkomen, kunt u de song
data beschermen, zodat deze niet meer per ongeluk over-
schreven kunnen worden (Song Protect).
* De volgende handelingen zijn niet toegestaan als een song
beschermd wordt:
•Opnemen
•Track Edit
•Een song naam bewerken
•Song Optimize
•Het Ritme formatteren en bewerken
•(arrangementen/patronen/drumkits)
•Effecten formatteren (Song Patches)
•Alles formatteren
•SMF’s importeren
•Effecten naar Song Patches wegschrijven
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-700
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘PRT’ te gaan
en op [ENTER].
Het Song Protect venster verschijnt in het scherm.
Een song benoemen (Song
Name)
Een song beschermen (Song
Protect)
89
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
Rev0.10
Sectie 2
fig.02-710
4
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om ‘ON’ te
selecteren.
5
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
Als een song beschermd is, zal in het scherm het song
beschermingssymbool verschijnen.
fig.02-720
De BR-600 kan de volgende zaken als song data opslaan:
Opgenomen data
Mixer instellingen (Pan, Track EQ etc.)
Invoegeffecten
Mastering Tool Kit Patches
Tooncorrectie
Ritme arrangementen/ritmepatronen
Loop effecten
Tuner
Utility (behalve LCD contrast)
Deze opgenomen data of mixer instellingen worden niet
onmiddellijk na het opnemen opgeslagen, maar wanneer
songs worden opgeslagen en wanneer de vensters gewis-
seld worden.
Normaliter zal er, als de situatie erom vraagt, een bericht in
het scherm verschijnen, waarin u gevraagd wordt om te
bevestigen dat u de data wilt opslaan, dus u hoeft hier
eigenlijk niet op te letten. Als u echter de instellingen bij de
song in de actuele toestand wilt opslaan, dient u de vol-
gende procedure te gebruiken.
1
Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [REC].
De huidige instellingen voor
de song opslaan (Song
Save)
90
Rev0.10
Een master tape/disc maken
U neemt de afgemaakte song op op een recorder (cassette-
recorder, CD recorder etc.) en een maakt er een master tape
of disk van.
1
Sluit de BR-600 LINE OUT uitgangen aan op de input
uitgangen van de cassetterecorder.
2
Zet de cassetterecorder in de opnamestand.
3
Druk op [PLAY] op de BR-600, en begin de
opgenomen data af te spelen.
4
Wanneer het afspelen klaar is, dient u te stoppen met
opnemen en dan de BR-600 op [STOP] te drukken.
CD Recorder etc.
91
Sectie 3
Effecten
gebruiken
Section 3 Using Effects
92
Rev0.10
De invoegeffecten gebruiken
De BR-600 heeft vijf effecten processoren; een invoegeffect,
loop effecten, Track EQ, Pitch Correction en Mastering Tool
Kit.
Invoegeffecten, loop effecten, Track EQ, Pitch Correction en
Mastering Tool Kit kunnen gelijktijdig gebruikt worden, en
u kunt naar wens voor elk effect instellingen maken.
Hier volgt een uitleg over hoe u de verschillende parame-
ters voor de invoegeffecten kunt veranderen en hoe u zulke
veranderingen dan kunt opslaan.
‘Invoegeffect parameter functies’ (p.96)
‘Loop effect parameter functies’ (p.120)
‘Track EQ parameter functies’ (p. 122)
De effecten gebruikt door invoegeffecten en de parameters
van elk effect kunnen door ‘effect Patches’ op te roepen
gewijzigd worden.
De BR-600 is uitgerust met een aantal preset effect Patches
om voor zang en instrumenten te gebruiken. Deze zijn
gegroepeerd in overeenstemming met de verschillende
ingangen en elke groep wordt ‘Bank’ genoemd.
fig.03-010
(*1) Wanneer MIC1 of MIC2 gebruikt worden, wordt de
MIC1 Bank geselecteerd. Als beiden zijn aangesloten,
of als geen van beiden is aangesloten en de inge-
bouwde stereo microfoon aanstaat, is de LINE Bank
geselecteerd.
Uw BR-600 geeft u de mogelijkheid om automatisch ‘Banks’
te veranderen. Als u bijvoorbeeld op de [GUITAR] INPUT
SELECT knop drukt, verandert u naar een gitaar Bank Patch
en als u op [LINE] drukt verandert u naar een Line Bank
Patch.
Bovendien zijn effect Patches in elke effect Bank verder
gegroepeerd, zoals hieronder wordt weergegeven.
Preset Patches (P)
De preset Patches bevatten vooraf ingestelde data. De
instellingen kunnen veranderd worden, maar u kunt geen
nieuwe preset Patch creëren.
User (gebruiker) Patches (U)
User Patches kunnen worden overschreven en in het interne
geheugen worden opgeslagen. Als u een Patch gecreëerd
heeft, die u ook voor andere songs zou willen gebruiken, is
het gemakkelijk deze als User Patch op te slaan.
Song Patches
Song Patches kunnen net als User Patches overschreven
worden. De data voor Song Patches wordt echter samen
met de song data op de geheugenkaart opgeslagen.
Dit is handig, wanneer u een Patch gecreëerd heeft voor een
specifiek opgenomen Performance en deze Patch samen
met de song zou willen opslaan.
fig.03-020
Effect Patches en Banks
Invoegeffecten worden tijdens het opnemen toegepast.
Bovendien worden ze ook ingezet tijdens het mixen van
de verschillende Tracks.
Voor meer details kijkt u bij ‘De bestemming waar
invoegeffecten worden ingevoegd veranderen’ (p.95)
Guitar Bank
GTR
GUITAR MIC LINE SIMUL
U01
.
.
U99
User
Patch
Preset
Patch
P01
.
.
P99
Song
Patch
Mic Bank
MIC
INPUT SELECT
U01
.
.
U40
P01
.
.
P40
Line Bank
LIN
U01
.
.
U50
P01
.
.
P50
Simul Bank
SML
U01
.
.
U50
S01
.
.
S99
S01
.
.
S40
S01
.
.
S50
S01
.
.
S50
P01
.
.
P50
Geheugenkaart
BR-600
User
Patch
Song
Song
Patch
Preset
Patch
Song Patches kunnen niet geselecteerd worden, tenzij
een geheugenkaart wordt gebruikt.
Uw BR-600 levert User Patches (U) en Song Patches die
dezelfde Patches bevatten als de preset Patches (P).
93
De invoegeffecten gebruiken
Rev0.10
Sectie 3
Als u een nieuw effectgeluid wilt creëren, dient u eerst een
bestaande Patch te selecteren, die het dichtst bij het
gewenste geluid ligt en dan de instellingen bewerken. Als u
de effect instellingen die u hebt bewerkt wilt opslaan, dient
u deze als User Patch of Song Patch op te slaan.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [EFFECTS].
Het Effect venster verschijnt in het scherm.
fig.03-030
2
Selecteer een effect Patch.
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Bank, Preset/Song/User en Patch
nummer te selecteren.
3
Gebruik CURSOR [] om de cursor naar ‘EDIT’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Edit Effect venster verschijnt en het algoritme (de
verbindingsvolgorde voor de effecten die gebruikt
worden) wordt weergegeven.
fig.03-040
Wanneer effect Patches in de SIMUL Bank
geselecteerd zijn, verschijnt ‘GTR’ en ‘MIC.’
Verplaats de cursor naar ‘GTR’ om een effect voor
gitaar te wijzigen of naar ‘MIC’ om een effect voor de
microfoon te veranderen, en druk dan op [ENTER].
fig.03-050
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar elk
effect te verplaatsen, en draai aan de TIME/VALUE
draaiknop om elke effect aan of uit te zetten.
Aangezette blokken worden weergegeven in
hoofdletters, terwijl blokken die uit staan worden
weergegeven in kleine letters. Zet de effecten die u wilt
gebruiken aan.
fig.03-060
5
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar het effect met de parameter, die u
wilt veranderen, en druk op [ENTER].
Het Parameter Setting venster voor elk effect verschijnt
in het scherm.
fig.03-070
6
Gebruik CURSOR [] [] om een parameter te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de waarde te bewerken.
7
Als u een ander effect wilt bewerken, dient u op
[EXIT] te drukken om naar het voorgaande venster
terug te keren, en herhaal stappen 5-6.
8
Als u de huidige effect instellingen wilt veranderen,
dient u de procedure, die wordt beschreven in
‘Invoegeffect instellingen opslaan’ in het volgende
gedeelte te volgen.
Instellingen van
invoegeffecten bewerken
P: Preset / S: Song / U: User
Nummer
Bank
Patch naam
Algoritme
naam
Door op [ENTER] te drukken, terwijl de cursor zich bij
een Banknummer bevindt, kunt u het Edit Effect venster
direct weergeven.
94
De invoegeffecten gebruiken
Rev0.10
Volg de procedure hieronder om een naam te geven aan een
effect (Patch naam) dat u veranderd heeft, en dit op te slaan
als een nieuwe effect Patch.
* Als u de Patch naam niet hoeft te veranderen, kunt u direct
naar stap 4 gaan.
1
Druk op CURSOR [] in het effect venster om de
cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen, en druk op
[ENTER].
Het Patch Name Setting venster verschijnt in het
scherm.
fig.03-080
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Patch naam in te voeren.
* Druk op [ENTER] om hoofdletters en kleine letters af te
wisselen.
3
Nadat u de effect instellingen en de gewenste Patch
naam heeft ingevoerd, dient u op [EXIT] te drukken
om naar het Effect venster terug te keren.
4
Gebruik CURSOR [] [] om de cursor naar
‘WRITE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Write venster verschijnt in het scherm.
fig.03-090
5
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het
nummer te selecteren, waarnaar u een nieuw effect
Patch weg wilt schrijven.
6
Nadat u de bestemming geselecteerd heeft, dient u op
[ENTER] te drukken.
Nadat het opslaan is voltooid, keert u naar het Effect
venster terug.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Standaard is ingesteld dat het invoegeffect onmiddellijk na
de ingang wordt ingevoegd. De reden hiervoor is om het
mogelijk te maken het behandelde (nat) geluid op te nemen
en te monitoren. Soms wilt u echter de invoegvolgorde ver-
anderen.
Op de BR-600 kunt u een grote variatie aan situaties creëren
door het punt, waarop de invoegeffecten ingevoegd worden
te veranderen.
Invoegeffecten instellingen
opslaan (Write)
Bewerkte effect instellingen zijn tijdelijk. Als u uit het
Edit Effect venster gaat zonder dat u de effect Patch die
u hebt veranderd opslaat, verschijnt ‘TMP’ naast het
teken van de Bank. Zorg ervoor, dat als u een nieuwe
effect Patch selecteert, terwijl ‘TMP’ wordt weergege-
ven, de gewijzigde effect Patch wordt teruggebracht
naar zijn originele instellingen en de wijzigingen verlo-
ren gaan.
De bestemming waar
invoegeffecten worden
ingevoegd veranderen
U kunt een effect Patch niet opslaan tijdens het opne-
men of afspelen van een song.
95
De invoegeffecten gebruiken
Rev0.10
Sectie 3
Volg de procedure hieronder om de bestemming te veran-
deren waar invoegeffecten worden ingevoegd.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [EFFECTS].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘LOCAT’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.03-100
3
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het punt,
waarop de invoegeffecten worden ingevoegd, te
veranderen.
Het geluid wordt gecontrolleerd en opgenomen, nadat het
door het invoegeffect is gepasseerd. Normaliter zult u de
BR-600 in deze instelling gebruiken.
fig.03-110
Het geluid wordt door het invoegeffect gecontrolleerd,
maar wordt zonder het effect (dry) opgenomen. Gebruik
dit, wanneer u verschillende effecten na het opnemen wilt
uitproberen.
fig.03-120
Het invoegeffect kan toegepast worden op het afspelen van
een Track (of een paar Tracks). Gebruik dit wanneer u effec-
ten wilt uit proberen nadat u het droge signaal (zonder
bewerking) heeft opgenomen of wanneer u alleen effecten
toe wilt passen op een specifieke Track.
fig.03-130
Het invoegeffect kan op het afspelen van een ritme toege-
past worden.
fig.03-140
Gebruik dit wanneer u effecten op de hele song wilt toepas-
sen, zoals wanneer u de toon verandert of een speciaal
effect tijdens het afmixen toevoegt.
fig.03-150
4
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
INPUT<NORMAL> :
INPUT<REC DRY> :
TRACK 1
(REC)
TRACK 1
(REC)
Track
1–8,
1
2,
3
4,
5
6,
7
8
:
RHYTHM :
MASTER :
TRACK 1
(PLAY)
RHYTHM
TRACK 1
(PLAY)
TRACK 8
(PLAY)
RHYTHM
96
Rev0.10
Invoegeffect parameter functies
De algoritmes (de beschikbare effecten en de volgorde, waarin ze aangezet worden) die gebruikt kunnen worden als invoeg-
effect worden hieronder weergegeven.
De algoritme,s die geselecteerd kunnen worden, zullen voor elke Bank verschillen. Om het algoritme te selecteren, dat u wilt
gebruiken, dient u eerst de effect Bank met het algoritme te selecteren en dan naar ‘Effect Patch lijst’ te gaan (p. 204) en een
Patch te selecteren met het gewenste algoritme.
Het streepje of de streepjes, die het algoritme verbinden, geven aan of het effect mono (één streepje) of stereo (twee streepjes)
output bevat.
(Voorbeeld)
fig.03-160
Dit is een multi-effect ontworpen voor de elektrische gitaar.
Hiermee krijgt u een versterker, die gebruik maakt van een
voorversterker en speaker simulator.
* In het geval van ‘Phaser’ zal de output mono worden.
fig.03-170
Compressor
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
- Slow Attack
Delay
Dit is een multi-effect ontworpen voor de elektrische gitaar.
Het stelt u in staat om een elektrische gitaar te gebruiken,
waarmee u geluiden produceert die vergelijkbaar zijn met
een akoestische gitaar.
fig.03-180
Acoustic Guitar Simulator
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
Algoritme lijst
–[
COMP
]–[
PAMP
]–
–[
MOD
]=[
DLY
]=
Output: Stereo
Output: Mono
BANK : GUITAR
1. COSM GTR AMP
–[
COMP
]–[
PAMP
]–[
SP
]–[
EQ/WAH
]
[
NS
]–[
FV
]–[
MOD
]=[
DLY
]=
2. ACOUSTIC SIM
–[
ASIM
]–[
COMP
]–[
EQ
]–[
NS
]
[
FV
]–[
MOD
]=[
DLY
]=
97
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Bootst het geluid van een basgitaar na. Het stelt u in staat
om het geluid van een basgitaar te produceren, terwijl u op
een elektrische gitaar speelt.
*U moet het spelen van akkoorden vermijden, wanneer u de
Bass Simulator gebruikt.
fig.03-190
Bass Simulator
Compressor/Defretter
- Compressor
- Defretter
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Dit is een multi-effect ontworpen voor elektrische gitaar.
Behalve een COSM compressor/begrenzer gebruikt het een
voorversterker en speaker simulator voor een karakteris-
tiek versterker geluid.
fig.03-200
COSM Comp/Limiter
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
Dit is een multi-effect ontworpen voor akoestische gitaar.
De gitaar klinkt warm alsof er een microfoon gebruikt
wordt, zelfs als er een elektrisch-akoestische gitaar is aange-
sloten op lijnniveau.
fig.03-210
Acoustic Processor
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
Dit is een multi-effect ontworpen voor basgitaar. Geschikt
om een standaard basgeluid mee te creëren.
fig.03-220
Compressor/Defretter
- Compressor
- Defretter
Octave
Enhancer
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
3. BASS SIM
4. COSM COMP GTR
–[
BSIM
]–[
COMP/DEF
]–[
NS
]–[
FV
]–[
MOD
]=
–[
COMP
]–[
PAMP
]–[
SP
]–[
EQ/WAH
]
–[
NS
]–[
FV
]–[
DLY
]=
5. ACOUSTIC GTR
6. BASS MULTI
–[
ACP
]=[
COMP
]=[
EQ
]=[
NS
]=[
DLY
]=
–[
COMP/DEF
]–[
OCT
]–[
ENH
]–[
EQ/WAH
]
[
NS
]–[
FV
]–[
MOD
]=[
DLY
]=
98
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Dit is een multi-effect ontworpen voor basgitaar. Hiermee
krijgt u een versterker geluid dat gebruik maakt van een
voorversterker en speaker simulator.
fig.03-230
Compressor
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
Dit is een multi-effect ontworpen voor basgitaar.
Behalve een COSM compressor/begrenzer gebruikt het een
voorversterker en speaker simulator voor een karakteris-
tiek versterker geluid.
fig.03-240
COSM Comp/Limiter
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
Dit is een multi-effect ontworpen voor zang. Het voorziet in
de basiseffecten voor zang.
Compressor
De-esser
Enhancer
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
Dit is een multi-effect ontworpen voor zang.
Dit stelt u in staat om een uniek effect met behulp van een
stemvervormer te produceren.
fig.03-260
Voice Transformer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
7. COSM BASS AMP
–[
COMP
]–[
PAMP
]–[
SP
]–[
EQ/WAH
]
–[
NS
]–[
FV
]–[
MOD
]=[
DLY
]=
8. COSM COMP BSS
–[
COMP/LIM
]–[
PAMP
]–[
SP
]
[
EQ/WAH
]–[
NS
]–[
FV
]–[
DLY
]=
BANK : MIC
9. VOCAL MULTI
–[
COMP
]–[
DES
]–[
ENH
]–[
EQ
]
–[
NS
]–[
FV
]–[
MOD
]=[
DLY
]=
10. VOICE TRANS
–[
VT
]–[
NS
]–[
FV
]–[
MOD
]=[
DLY
]=
99
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Dit is een multi-effect ontworpen voor zang.
De COSM compressor/begrenzer is perfect voor het creëren
van een basisgeluid.
fig.03-270
COSM Comp/Limiter
De-esser
Enhancer
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
Dit algoritme is uit zeven typen effecten samengesteld, alle-
maal in stereo.
fig.03-280
Compressor
Ring Modulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
Dit stelt u in staat om geluiden te simuleren, die lijken alsof
ze uit een AM radio komen, worden afgespeeld op een
ouderwetse grammofoon, of sterk vervormd worden, zoals
door een Lo-Fi Digital.
fig.03-290
Lo-Fi Box
Noise Suppressor
11. COSM COMP VCL
–[
COMP/LIM
]–[
DES
]–[
ENH
]
[
EQ
]–[
NS
]–[
FV
]–[
DLY
]=
BANK : LINE
12. STEREO MULTI
=[
COMP
]=[
RNG
]=[
EQ/WAH
]
[
NS
]=[
FV
]=[
MOD
]=[
DLY
]=
13. LO-FI BOX
=[
LOFI
]=[
NS
]=
100
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Dit algoritme kan worden gebruikt, wanneer u gelijktijdig
een stem (vocaal) en elektrische gitaar opneemt.
Voor de gitaar kunt u een versterker geluid produceren
door een voorversterker en speaker simulator te gebruiken.
(GUITAR)
(MIC)
(GUITAR)
Compressor
PreAmp
Speaker Simulator
Noise Suppressor
Delay
(MIC)
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
Dit algoritme kan worden gebruikt, wanneer u gelijktijdig
een stem (vocaal) en elektrische gitaar opneemt.
Voor de gitaar kunt u de elektrische gitaar laten klinken als
een akoestische gitaar.
(GUITAR)
(MIC)
(GUITAR)
Acoustic Guitar Simulator
Compressor
Noise Suppressor
Delay
(MIC)
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
Dit algoritme kan worden gebruikt, wanneer u gelijktijdig
een stem (vocaal) en elektrische gitaar opneemt.
De gitaar klinkt warm alsof er een microfoon gebruikt
wordt, zelfs als er een elektrisch-akoestische gitaar is aange-
sloten op lijnniveau.
(GUITAR)
(MIC)
(GUITAR)
Acoustic Processor
Compressor
Noise Suppressor
(MIC)
Compressor
Noise Suppressor
BANK : SIMUL
14. VO+GT AMP
–[
COMP
]–[
PAMP
]–[
SP
]–[
NS
]–[
DLY
]–
–[
COMP
]–[
EQ
]–[
NS
]–[
DLY
]–
15. VO+AC.SIM
16. VO+ACOUSTIC
–[
ASIM
]–[
COMP
]–[
NS
]–[
DLY
]–
–[
COMP
]–[
EQ
]–[
NS
]–[
DLY
]–
–[
ACP
]–[
COMP
]–[
NS
]–
–[
COMP
]–[
NS
]–
101
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Dit bootst het geluid van een akoestische gitaar na. Het stelt
u in staat om een elektrische gitaar te gebruiken en daarmee
geluiden te produceren, die lijken op een akoestische gitaar.
* Als u de element schakelaar van uw gitaar op de eerste
positie instelt, zult u het gewenste effect gemakkelijker
bereiken.
On/off OFF, ON
Met deze parameter zet u de akoestische gitaar simulator
aan/uit.
PickUp SINGLE, HUMBUCK
Stel dit in op het element van de aangesloten gitaar.
Charct
Hiermee selecteert u één van de vier typen geluiden.
STD (Standard):
Dit is een normale akoestische gitaar.
JUMBO:
Dit is een akoestische gitaar met een klankkast, groter dan
STANDARD. Het basgeluid is voller.
ENHANCE:
Dit is een akoestische gitaar met meer dynamiek. De gitaar
is hierdoor prominenter aanwezig.
PIEZO:
Hiermee bootst u het geluid na, dat u zou krijgen als u een
element op een elektrisch-akoestische gitaar zou installe-
ren. Tijdens de attack zal er een zekere hoeveelheid com-
pressie worden toegepast.
Top-Hi -100- +100
Past het niveau van het directe geluid van de snaren aan. In
feite wordt de harmonische inhoud aangepast.
Top-Mid -100- +100
Hiermee regelt u de intonatie van de snaren, gemaakt door
de het bovenblad. In feite wordt de attack gevoeligheid aan-
gepast.
Body -100- +100
Hiermee regelt u de resonantie van de klank van de klank-
kast. In feite regelt u hiermee de diepte en warmte van het
geluid, dat zo typerend is voor akoestische gitaren.
Level 0-100
Dit past het volume van de akoestische gitaar simulator
aan.
* Als Top-Hi, Top-Mid en Body allemaal zijn ingesteld op ‘-
100’ zult u geen geluid horen.
Hiermee kunt u het geluid van een element of een elek-
trisch-akoestische gitaar veranderen in een rijker geluid,
vergelijkbaar met het geluid verkregen via een microfoon
die het gitaargeluid opneemt. De beste resultaten zullen
bereikt worden, wanneer u in stereo opneemt.
On/Off OFF, ON
Met deze parameter zet u het akoestische processor effect
aan/uit.
Body 0 - 100
Hiermee regelt u de resonantie van de klank van de klank-
kast. In feite regelt u hiermee de diepte en warmte van het
geluid, dat zo typerend is voor akoestische gitaren.
Mic Dist 0 - 100
Hiermee bootst u de afstand na tussen de microfoon die het
geluid van een akoestische gitaar vastlegt en de gitaar zelf.
Level 0 – 100
Hiermee regelt u het volume van de akoestische processor.
Bootst het geluid van een basgitaar na. U krijgt het geluid
van een basgitaar, terwijl u een elektrische gitaar bespeelt.
U dient het spelen van akkoorden te vermijden wanneer u
de Bass Simulator gebruikt.
On/Off OFF, ON
Met deze parameter zet u het bass simulator effect aan/uit.
Charct LOOSE, TIGHT
Als ‘LOOSE’ geselecteerd is, is de bas toon karakteristiek
met een grotere snaardikte ingesteld.
Parameter lijst
De handelsmerken, die vermeld in dit document worden, zijn handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren. Deze
bedrijven zijn niet aangesloten bij BOSS en hebben verder ook niets met BOSS te maken. Hun handelsmerken worden
alleen gebruikt om de apparatuur, waarvan het geluid door de BR-600 wordt nagebootst, weer te geven.
Akoestische gitaarsimulator
Akoestische processor
Bas simulator
102
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Level 0 -100
Hiermee regelt u het volume van de bas simulator.
Een geluid met een subtiel verplaatste Pitch wordt toege-
voegd aan het directe geluid, waardoor het uiteindelijk uit-
gevoerde geluid vetter en ruimer klinkt. De beste resultaten
zullen verkregen worden, wanneer u in stereo opneemt.
* Dit effect kan gebruikt worden, wanneer de
MODULATION ‘Type’ parameter op ‘CHORUS’ staat
ingesteld.
On/Off OFF, ON
Met deze parameter zet u het chorus effect aan/uit.
Rate 0 – 100
Regelt de snelheid van het Chorus effect.
Depth 0 – 100
Regelt de diepte van het Chorus effect.
Pre Dly 0.5 – 50.0 ms
Regelt de tijd, die nodig is om het effectgeluid uit te voeren,
nadat het directe geluid is uitgevoerd.
E.Level 0 – 100
Regelt het volume van het effectgeluid.
Hiermee corrigeert u verschillen in input om een vastere,
meer gelijkmatige volume balans te creëren. Dit wordt
gebruikt om de sustain van input geluiden te vergroten, en
omgekeerd om sustain te verkleinen en nadruk te leggen op
het attack gedeelte van geluiden.
Een ander gebruik van de compressor is als ‘limiter,’ waar-
mee u vervorming voorkomt door alleen de volumepieken
te onderdrukken.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het compressor effect aan/uit.
Sustain 0 – 100
Hiermee regelt u de diepte van het effect. Hogere instel-
lingswaarden resulteren in langere sustain tijden. Stel dit in
op een lagere waarde, wanneer u compressie voor het limi-
ter effect gebruikt.
Attack 0 – 100
Regelt de kracht van de attack. Grotere waarden zullen
resulteren in een scherpere attack en een meer gedefinieerd
geluid.
Level 0 – 100
Regelt het volume.
Hiermee corrigeert u verschillen in input om een vaster,
meer gelijkmatige volumebalans te creëren. Dit wordt
gebruikt om de sustain van input geluiden te vergroten, en
omgekeerd om sustain te verkleinen en nadruk te leggen op
het attack gedeelte van geluiden.
De limiter (of begrenzer) zorgt dat vervorming van ingang-
signalen, die boven een ingestelde waarde (threshold) uit-
komen, onderdrukt worden. U kunt hetzelfde effect verkrij-
gen als u de compressor en limiter (begrenzer) functies
combineert.
On/Off OFF, ON
Stelt de compressor/limiter in op ON of OFF.
Type
Selecteert het compressor/limiter type.
BOSS-Cmp: Naar het voorbeeld van de BOSS CS-3 effect
processor.
D-Comp: Naar het voorbeeld van de MXR dyna comp.
Rack 160: Naar het voorbeeld van de dbx 160.
VtgRack: Naar het voorbeeld van de UREI 1178.
Attack (met BOSS-Cmp, D-Comp) 0 -
100
Regelt de kracht van de picking attack, wanneer de snaren
worden bespeeld. Grotere waarden zullen leiden tot een
scherpere attack en daarmee een duidelijker gedefinieerd
geluid.
Sustain (met BOSS-Cmp, D-Comp) 0 –
100
Krikt lage niveau signalen op, en past daarmee de tijd van
de sustain aan.
Hogere waarden verdiepen het effect en resulteren in een
langere sustain.
Threshold (met Rack 160) 0 – 100
Pas dit aan zoals gewenst voor het input signaal van uw
bas. Het compressie effect wordt toegepast op input, die
boven het hier ingestelde niveau uitkomt. Hoe lager de
ingestelde waarde, des te lager is het niveau, waarop het
limiter effect wordt toegepast.
Input (met VtgRack) 0 – 100
Regelt het ingangsniveau. Door deze waarde te vergroten,
zal er een dieper effect worden geproduceerd.
Chorus
Compressor
COSM Comp (compressor)/Limiter
103
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Ratio (met Rack 160) 1:1 – 20:1, INF: 1
(met VtgRack) 4:1 – 20:1
Past de limiter compressie ratio aan. Een hogere ratio
creëert een sterker compressie effect.
Attack Time (met VtgRack) 0 – 100
Hiermee regelt u hoelang het duurt, voordat de compressie
ratio bereikt wordt wanneer compressie begint, als het
ingangsniveau boven het ingestelde drempel (threshold)
niveau uitkomt. Hoe groter de ingestelde waarde hier, des
te sneller wordt compressie toegepast.
Release Time (met VtgRack) 0 – 100
Hiermee regelt u de tijd vanaf het moment dat het signaal-
niveau onder de threshold (drempel) valt tot wanneer de
compressie stopt. Hoe lager de ingestelde waarden, des te
sneller de compressie wordt toegepast en hoe duidelijker
het geluid van de volgende gespeelde snaar klinkt.
Tone (met BOSS-Cmp) -50 - +50
Regelt de toon. Hoe hoger de ingestelde waarde, des te
meer de hoge frequenties opgekrikt worden, wat weer
resulteert in een harder geluid.
Level 0 – 100
Regelt het volume.
Handig om ‘sissende’ of ‘S’ geluiden geproduceerd door
een vocalist te verkleinen.
On/Off OFF, ON
Met deze parameter zet u het de-esser effect aan/uit.
Sibilant 0 – 100
Regelt de gevoeligheid met betrekking tot het input
volume, dat regelt hoe het effect wordt toegepast.
Level 0 – 100
Regelt het volume.
Hiermee bootst u een fretloze bas na.
On/Off OFF, ON
Met deze parameter zet u het Defretter effect aan/uit.
Sens 0 – 100
Hiermee regelt u de input gevoeligheid van de Defretter.
Het zal voor uw basgitaar aangepast moeten worden, totdat
de harmonische veranderingen natuurlijk klinken.
Attack 0 – 100
Hiermee regelt u de attack van de Defretter. Door deze
waarde te vergroten, zal de harmonie langzamer verande-
ren en daardoor een relatief attack-loos geluid produceren,
vergelijkbaar met een fretloze bas.
Depth 0 – 100
Hiermee regelt u de ratio van de boventonen. Het vergroten
van deze waarde zal de boventonen accentueren en daar-
mee zal een ongewoner geluid gecreëerd worden.
Level 0 – 100
Regelt het volume van het Defretter geluid.
Hiermee creëert u een vetter geluid door een vertraagd
geluid op het directe geluid toe te passen.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het delay effect aan/uit.
Type
Met deze parameter selecteert u het type delay.
* Deze parameter kan niet met de ‘VO+GT AMP’ en
‘VO+AC.SIM’ algoritmes geselecteerd worden.
SINGLE:
Dit is een enkele delay.
TAP:
Het vertraagde geluid wordt over de linker en rechter kana-
len gepand. Dit is effectief als u in stereo opneemt.
DLY Tme
SINGLE : 1 – 1400 ms, TAP : 1 – 700 ms
Met deze parameter regelt u de delay tijd (bijvoorbeeld de
interval waarmee het signaal geluid vertraagd wordt).
Feedback 0 – 100
Met deze parameter regelt u de hoeveelheid feedback. De
hoeveelheid feedback veranderen heeft tot gevolg, dat het
aantal keren dat het vertraagde geluid herhaald wordt, ook
verandert.
E.Level 0 – 120
Regelt het volume van het delay (vertraagde) geluid.
De-esser
Defretter
Delay
104
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Door een enigszins tijdvertragend geluid toe te voegen aan
het directe geluid, geeft u hiermee de indruk dat meerdere
bronnen samen te horen zijn ( een ‘doubling’ effect). De
beste resultaten zullen behaald worden wanneer u in stereo
opneemt.
* Dit effect kan gebruikt worden wanneer de MODULATION
parameter op ‘DOUBLING’ staat ingesteld.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het doubling effect aan/uit.
Dly Tme 0.5 – 50.0 ms
Met deze parameter regelt u de delay tijd (bijvoorbeeld de
interval waarmee het signaal geluid vertraagd wordt).
Separation
Past de verspreiding aan. De panning van het directe en het
effect geluid kan naar links en rechts geplaatst worden.
* Dit effect wordt verkregen bij in stereo opnemen (twee Tracks).
E.Level
Hiermee regelt u het volume van het delay (vertraagde)
geluid.
Door geluiden toe te voegen, die van het directe geluid uit
fase zijn, vergroot dit effect de scherpte van het geluid en
plaatst het op de voorgrond.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het Enhancer effect aan/uit.
Sens 0 – 100
Regelt de wijze aan waarop de Enhancer met betrekking tot
de input signalen toegepast zal worden.
Freq 1.0 – 10.0 kHz
Regelt de frequentie waarin het Enhancer effect zal worden
toegepast. Het effect zal gaan opvallen in de frequenties
boven de hier ingestelde frequentie.
Mix Level 0 – 100
Past de hoeveelheid phase shifted geluid aan van het bereik
ingesteld bij ‘Frequency’, dat met de input gemixt gaat wor-
den.
Lo Mix Lvl 0 – 100
Past de hoeveelheid phase-shifted geluid aan van het lagere
bereik, dat met de input gemixt moet worden. Het frequen-
tiegebied waarin het effect wordt toegepast ligt vast.
Level 0 – 100
Past het volume van het verbeterde geluid aan.
Een 4-band equalizer.
*U kunt dit effect gebruiken met de volgende algoritmes,
wanneer ‘4BAND EQ’ geselecteerd is voor de 4BAND EQ/
WAH instelling.
COSM GTR AMP COSM BASS AMP
COSM COMP GTR COSM COMP BSS
BASS MULTI STEREO MULTI
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het equalizer effect aan/uit.
Low Gain -20 - +20 dB
Met deze parameter stelt u gain (hoeveelheid Boost of Cut)
voor de bas equalizer in.
Lo-M Gin -20 - +20 dB
Met deze parameter stelt u de gain (hoeveelheid Boost of
Cut) voor de Low-Mid Range equalizer in.
Lo-M F 100 Hz – 10.0 kHz
Met deze parameter stelt u de centrale frequentie voor de
Low-Mid Range equalizer in.
Lo-M Q 0.5 – 16
Met deze parameter stelt u het bereik of verandering in gain
in voor de frequentie ingesteld door ‘Lo-M F’ in. Een gro-
tere waarde resulteert in een kleiner veranderingsbereik.
Hi-M Gin -20 - +20 dB
Met deze parameter stelt u de gain (hoeveelheid Boost of
Cut) voor de High-Mid Range equalizer in.
Hi-M F 100 Hz – 10.0 kHz
Met deze parameter stelt u de centrale frequentie voor de
High-Mid Range equalizer in.
Hi-M Q 0.5 – 16
Met deze parameter stelt u het bereik of verandering in gain
in voor de frequentie ingesteld door ‘Hi-M F’ in. Een gro-
tere waarde resulteert in een kleiner veranderingsbereik.
Hi Gain -20 - + 20 dB
Met deze parameter stelt u de gain (hoeveelheid Boost of
Cut) voor het hoog in.
Level -20 - +20 dB
Met deze parameter regelt u het volume na het equalizer
stadium.
Doubling
Enhancer
Equalizer
105
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Hiermee produceert u een flanger effect, dat een wervelend
karakter aan het geluid toevoegt.
* Dit effect kan gebruikt worden als de MODULATION
parameter op ‘FLANGER’ staat ingesteld.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het flanger effect aan/uit.
Rate 0 - 100
Bepaalt de snelheid van het flanger effect.
Depth 0 – 100
Bepaalt de diepte van het flanger effect.
Manual 0 – 100
Regelt de centrum frequentie, waarop u het geluid kunt toe-
passen.
Resonance 0 – 100
Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Deze waarde
vergroten zal meer nadruk leggen op het effect, waardoor
een wat ongewoner geluid wordt gecreëerd.
Separation
Past de verstrooiing aan. De verstrooiing neemt toe als de
waarde groter wordt. Dit is effectief, wanneer stereo output
wordt gebruikt.
*
Dit effect wordt verkregen als u in stereo opneemt (twee
Tracks).
Specificeer het volume tussen effecten.
Door een expressiepedaal te gebruiken om het voet volume
te regelen, kunt u het volume subtiel veranderen. Voor een
gedetailleerde uitleg dient u ‘Wanneer u een expressiepe-
daal gebruikt’ (p.191) te bekijken.
On/Off OFF , ON
Schakelt het voet volume aan/uit.
Produceert een lo-fi geluid.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het lo-fi box effect aan/uit.
Type
Selecteert de mode van de lo-fi box.
RADIO:
Het zal lijken alsof het geluid uit een AM radio komt.
* Door ‘Tuning’ aan te passen kunt u de geluiden nabootsen
die te horen zijn, wanneer u de afstem frequentie van de
radio aanpast.
PLAYER:
Dit simuleerthet geluid van een grammofoon. Het geluid
dat veroorzaakt wordt door krassen en stof op de plaat
wordt hier nagebootst.
DIGITAL:
Dit geeft u de mogelijkheid om een ‘lo-fi’ geluid te creëren
door de sample snelheid en/of het aantal bits te verminde-
ren. Realtime Modify filters die in serie zijn geplaatst, geven
u de mogelijkheid om het geluid naar wens om te vormen.
Wanneer “RADIO” of “PLAYER”
geselecteerd is
Tuning 0 – 100
Dit is een parameter voor ‘RADIO.’ Hiermee bootst u de
geluiden na die klinken wanneer u de tuning frequentie van
een AM radio aanpast.
Wow Flt 0 – 100
Dit is een parameter voor ‘PLAYER.’ Hiermee bootst u de
wow en flutter na die klinken wanneer de snelheid waarin
de draaitafel draait niet constant is.
Noise 0 – 100
Hiermee bootst u ‘lawaai’ na.
Filter 0 – 10
Past het filter aan.
D:E 1 00:0 – 0: 1 00
Hiermee past u de volume balans van het directe geluid en
het effectgeluid aan.
Wanneer ‘DIGITAL’ geselecteerd is
Pre FilterOFF, ON
Dit filter vermindert digitale vervorming. Wanneer dit uit
staat, kunt u een intens lo-fi geluid creëren met digitale ver-
vorming.
Smpl Rate OFF, 1/2 – 1/32
Wijzigt de sample snelheid.
BitOFF, 15 – 1
Wijzig het aantal data bits. Als dit uitstaat, zal het aantal
data bits ongewijzigd blijven. Als er een extreem laag aantal
Flanger
Regeling volume
Lo-Fi Box
106
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
bits geselecteerd is, kunt u harde geluiden horen zelfs wan-
neer er geen geluid is, afhankelijk van de ingang. In derge-
lijke gevallen dient u de drempel van de Noise Suppressor
te verhogen.
Post Fltr OFF , ON
Met dit filter vermindert u de digitale vervorming, die door
lo-fi geproduceerd wordt. Door dit uit te zetten, kunt u een
extreem lo-fi geluid creëren.
Fx Level 0 – 100
Past het volume van het lo-fi geluid aan.
Dir level 0 – 100
Past het volume van het directe geluid aan.
Modify fil
Dit is een filter, dat voorziet in een grote variatie aan moge-
lijke instellingen (variabel filter). Selecteer verschillende
typen om een variatie aan verschillende filter effecten te
verkrijgen.
OFF:
De modify filter zal niet gebruikt worden.
LPF:
Het effect zal als Low Pass filter functioneren.
BPF:
Het effect zal als Band Pass filter functioneren.
HPF:
Het effect zal als High Pass filter functioneren.
Cutoff F 0 – 100
Past de cutoff frequentie aan.
Resonance 0 – 100
Past de resonantie aan.
Gain 0 – 24 dB
Pas het volumeniveau van het geluid aan dat door de
Modify filter loopt.
Met dit effect reduceert u de ruis en de brom. Aangezien dit
de ruis synchroon met de envelope van het geluid onder-
drukt (de wijze waarop het geluid op den duur wegebt)
heeft het weinig effect op de klank en doet het geen afbreuk
aan het natuurlijke karakter van het geluid.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het Noise Suppressor effect aan/
uit.
Threshold 0 – 100
Stel deze parameter naar wens in voor het volume van de
ruis. Als het ruis niveau hoog is, dient u een hogere instel-
ling te maken. Als het ruis niveau laag is, past een lagere
instelling beter. Pas deze waarde aan, totdat de decay van
het geluid zo natuurlijk mogelijk klinkt.
* Hoge instellingen voor de Threshold parameter kunnen tot
gevolg hebben, dat u geen geluid hoort wanneer u op
instrumenten speelt waarvan het volume heel laag staat.
Release 0 – 100
Bepaalt het moment, wanneer de Noise Suppressor begint,
totdat het volume op ‘0’ staat.
Hiermee voegt u een noot één octaaf lager toe, waarmee u
een voller geluid creëert.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het octave effect aan/uit.
Oct level 0 - 100
Hiermee regelt u het volume van het geluid van één octaaf
eronder.
Dir level 0 – 100
Regelt het volume van het directe geluid.
Door gevarieerde fase verschuivingen aan het directe geluid
toe te voegen, geeft het phaser effect een suizend, draaiend
karakter aan het geluid.
* Dit effect kan gebruikt worden, wanneer de MODULATION
‘Type’ parameter ingesteld staat op ‘PHASER.’
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het phaser effect aan/uit.
Rate 0 - 100
Stelt de snelheid van het phaser effect in.
Depth 0 – 100
Bepaalt de diepte van het phaser effect.
Manual 0 – 100
Past de centrum frequentie van het phaser effect aan.
Resonance 0 – 100
Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Deze waarde
vergroten, zal meer nadruk leggen op het effect, waardoor
een wat ongewoner geluid wordt gecreëerd.
Noise Suppressor
Octave
Phaser
107
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Met dit effect verandert u de toonhoogte van het originele
geluid (naar boven of naar beneden) binnen een gebied van
twee octaven.
* Dit effect kan gebruikt worden, wanneer de MODULATION
‘Type’ parameter op ‘PITCH SFT’ ingesteld staat.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het Pitch shifter effect aan/uit.
Type
Selecteert ofwel Pitch shifter ‘MANUAL’ of Pitch shifter
‘PEDAL.’
MANUAL:
Dit is een simpele Pitch shifter.
PEDAL:
Het effect zal als een pedal Pitch shifter functioneren. Het
effect van de wah pedaal kan verkregen worden door het
expressiepedaal te gebruiken.
Voor een gedetailleerde omschrijving dient u ‘Wanneer u
een expressiepedaal gebruikt’ te bekijken (p.191).
Pitch -24 –DETUNE- +24
Regelt de hoeveelheid Pitch shift (de hoeveelheid Pitch ver-
andering) in stappen van een halve toon. Door ‘DETUNE’ te
selecteren kunt u een subtiel Pitch-shifted geluid toevoegen
aan het input geluid en een detune effect produceren.
Dit effect kan gebruikt worden wanneer de ‘P.Shift Type’
parameter staat ingesteld op ‘MANUAL.’
D:E 100:0 – 0:100
Hiermee past u de volumebalans van de directe geluiden en
de effectgeluiden aan.
Separation -50- +50
Past de verstrooiing aan. De panning van het directe geluid
en het effect geluid kan naar links en rechts verspreid wor-
den. Dit zal effectief zijn, wanneer u stereo output gebruikt.
* Dit effect wordt verkregen als u in stereo opneemt (twee
Tracks gebruikend).
Regelt de vervorming en toon van het gitaargeluid.
* Wanneer alle Bass, Middle en Treble op ‘0’ staan ingesteld,
kan het zijn dat er, afhankelijk van de ‘Type’ instelling, geen
geluid wordt geproduceerd.
On/Off OFF , ON
Zet het preamp (voorversterker) effect aan/uit.
Type
Hiermee stelt u het type voorversterker in. De vervorming
en tonale karakteristieken van elke versterker zijn zoals
hieronder weergegeven:
Met ‘COSM GTR AMP,’ ‘COSM
COMP GTR’ of ‘VO+GT AMP’
algoritmes
Pitch shifter
Preamp
JC-120 Het geluid van de Roland ‘JC-120’,
een favoriet van professionele
muzikanten over de hele wereld.
CLEAN Het geluid van een conventionele
ingebouwde buizenversterker.
CRUNCH Om een crunch effect te krijgen, dat
een natuurlijke vervorming creëert.
MATCH Een nabootsing van de laatste bui-
zenversterker die in veel verschil-
lende muziekstijlen gebruikt wordt,
van blues tot rock.
VO DRV Voor het Liverpool geluid van de
jaren ’60.
BLUES Een lead geluid met veel midden,
ideaal voor Blues.
BG LEAD Het geluid van een buizenverster-
ker typerend voor eind jaren ’70 tot
’80, gekarakteriseerd door een
onderscheidende mid-Range.
MS (1, 2, 1+2)
1
2
1 + 2
Het geluid van een grotere buizen-
versterker stack die onontbeerlijk
was voor de Britse hardrock van de
jaren ’70 en ook nu nog gebruikt
wordt door vele hardrock gitaristen.
Een treble-achtig geluid gecreëerd
door input I van de gitaarversterker
te gebruiken.
Een mild geluid gecreëerd door
input II van de gitaarversterker te
gebruiken.
Het parallel verbinden van input I
en II van de gitaarversterker, waar-
mee een geluid met een sterker
volume dan I gecreëerd wordt.
SLDN Een buizenversterker met veelzij-
dige vervorming, in diverse stijlen
te gebruiken.
METAL Het geluid van een grote buizenver-
sterker, geschikt voor heavy metal.
METAL D Een hoge gain en heftig metal
geluid.
108
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Met ‘COSM BASS AMP’, ‘COSM
COMP GTR’ of ‘VO+GT AMP’
algoritmes
Volume 0 – 100
Regelt het volume en vervorming van de versterker.
Bass GUITAR AMP: 0-100, BASS
AMP: -100- +100
Regelt de toon voor het lage frequentie gebied.
Middle GUITAR AMP: 0 – 100, BASS
AMP: -100- +100
Regelt de toon voor het middelste frequentie gebied.
* Als u ‘MATCH’ of ‘VO DRV’ geselecteerd heeft, zal de
middle control geen effect hebben.
Treble GUITAR AMP: 0 – 100, BASS
AMP: -100- +100
Regelt de toon voor het hoge frequentie gebied.
Presence 0 – 100
Dit kan geselecteerd worden in het ‘COSM GTR AMP,’
‘COSM COMP GTR’ of het ‘VO+GT.AMP’ algoritme.
Regelt de toon voor het ultra hoge frequentiegebied.
* Als u ‘MATCH’ of ‘VO DRV’ als het type geselecteerd
heeft, zal het verhogen van de presence het hoge gebied
wegsnijden (de waarde zal veranderen van ‘0’ tot ‘100’.)
Master 0 – 100
Regelt het volume van de hele voorversterker.
Bright
(Met JC-120, CLEAN, CRUNCH, BLUES, BG LEAD, AC,
AMG)
Zet de Bright instelling aan/uit.
OFF:
Bright wordt niet gebruikt.
ON:
Bright wordt aan gezet om een lichtere, heldere toon te creë-
ren.
Gain LOW, MIDDLE, HIGH
Regelt de vervorming van de versterker. Vervorming zal
zich in toenemende mate voordoen bij de instellingen
‘LOW,’ ‘MIDDLE’ en ‘HIGH.’
* Het geluid van elk Type wordt gecreëerd op voorwaarde, dat
Gain op ‘MIDDLE’ staat ingesteld. Normaalgesproken dient
u dit dus op ‘MIDDLE’ in te stellen.
Hiermee creëert u een bel-achtig gitaargeluid met het sig-
naal van de interne oscillator. Het geluid zal onmuzikaal
klinken en geen kenmerkende klanken bevatten.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het ring modulator effect aan/uit.
Frequency 0 – 100
Hiermee regelt u de frequentie van de interne oscillator.
Fx Level 0 – 100
Regelt het volume van het effect geluid.
Dir Level 0 – 100
Regelt het volume van het directe geluid.
Hiermee produceert u een volume-swell effect (‘viool-ach-
tig’ geluid).
* Dit effect kan gebruikt worden in het ‘COSM GTR AMP’
algoritme, wanneer de MODULATION ‘Type’ parameter
staat ingesteld op ‘SLOW ATCK.’
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het slow attack effect aan/uit.
RiseTme 10 – 2000 ms
Hiermee past u de tijd aan, die nodig is om het maximale
volume te bereiken vanaf het moment dat u begon met aan-
slaan.
Level 0 – 100
Past het volume van het Slow Attack geluid aan.
Hiermee bootst u de karakteristieken van verschillende
speakers na. Wanneer de output van de BR-600 direct op de
mixer is aangesloten, kan dit gebruikt worden om het
geluid van uw favoriete speaker systeem te creëren.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het speaker simulator effect aan/
uit.
AC Produceert het ouderwetse geluid
van een oude transistor versterker.
AMG Produceert het geluid van een
grote double-stack buizenverster-
ker met ultra laag met een helder
toch geluid.
Ring modulator
Slow attack
Speaker simulator
109
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Type
Selecteert het type speaker dat nagebootst moet worden.
‘On Mic’ simuleert het geluid van een dynamische micro-
foon en ‘Off Mic’ simuleert het geluid van een condensator
microfoon.
Met ‘COSM GTR AMP,’ ‘COSM
COMP GTR’ of ‘VO+GT AMP’
algoritmes
fig.03-360
Met ‘COSM BASS AMP’ of ‘COSM
COMP GBSS’ algoritmes
fig.03-370
Mic Set CENTER, 1 – 10 cm
Hiermee bootst u de microfoon positie na. ‘CENTER’ simu-
leert de situatie dat de microfoon in het midden van de
speaker conus staat opgesteld. ‘1-10 cm’ betekent dat de
microfoon van het midden van de speaker conus is ver-
plaatst.
Mic Level 0 – 100
Past het volume van de microfoon aan.
Dir Level 0 – 100
Past het volume van het directe geluid aan.
Tremolo is een effect, waarbij een cyclische verandering in
volume wordt gecreëerd. Pan verplaatst de stereo positie
tussen links en rechts (wanneer stereo output wordt
gebruikt).
* Dit effect kan gebruikt worden, wanneer de
MODULATION parameter op ‘TRM/PAN’ staat ingesteld.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het tremolo/pan effect aan/uit.
Mode
Selecteert tremolo of pan. Selecteert ook hoe het effect
wordt toegepast.
TRM-TRI:
Het volume zal cyclisch veranderen. Er zal een soepele
overgang geproduceerd worden.
TRM-SQR:
Het volume zal cyclisch veranderen. Er zal een abrupte
overgang geproduceerd worden.
PAN-TRI:
Het geluid zal cyclisch tussen links en rechts verplaatsen. Er
zal een soepele overgang geproduceerd worden.
PAN-SQR:
Het geluid zal cyclisch tussen links en rechts verplaatsen. Er
zal een abrupte overgang geproduceerd worden.
* ’PAN-TRI’ en ‘PAN-SQR’ worden verkregen als u in stereo
opneemt (twee Tracks).
Rate 0 - 100
Past de snelheid aan, waarmee het effect zal werken.
Depth 0 – 100
Past de diepte van het effect aan.
Hiermee regelt u de formanten, waarmee u een grote varia-
tie aan stemkarakters kunt creëren.
Hiermee voegt u twee stemkarakters met andere formanten
toe aan het directe geluid.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het stemtransformator effect aan/
uit.
Formant1 -100- +100
Pas de formant van het stemkarakter 1 aan.
Formant2 -100- +100
Pas de formant van het stemkarakter 2 aan.
FX1 Level 0 – 100
Pas het volume van stemkarakter 1 aan.
Tremolo/Pan
OpmerkingenKast
Geschikte instelling voor CLEAN
On Mic
Roland JC-120 Simulatie
10 inch
12 inch
12 inch (twee)
12 inch (vier)
Kleine open kast
Open kast
Grote gesloten kast
Grote gesloten kast
Grote dubbele kast
On Mic
On Mic
On Mic
Off Mic
On Mic
Off Mic
OnMic
Off Mic
On Mic
Off Mic
Off Mic
Open kast
Open kast
Open kast
Open kast
Open kast
Grote gesloten kast
Grote gesloten kast
12 inch (twee)
12 inch (twee)
12 inch (twee)
12 inch (twee)
12 inch (twee)
12 inch (twee)
12 inch (vier)
12 inch (vier)
Geschikte instelling voor CLEAN
Geschikte instelling voor MATCH
Geschikte instelling voor MATCH
Geschikte instelling voor BG LEAD
Geschikte instelling voor BG LEAD
SMALL
MIDDLE
JC-120
TWIN
twin
MATCH
match
BG STK
bg stk
MS STK
ms stk
METAL
Geschikte instelling voor MS
Geschikte instelling voor MS
On Mic
Off Mic
Open kast
Open kast
12 inch (twee)
12 inch (twee)
Geschikte instelling voor VO DRV
Geschikte instelling voor VO DRV
VO DRV
vo drv
Microfoon
instelling
Speaker
SP simulator
Type
Opmerkingen
Microfoon
instelling
Speaker
SP simulator
Type
Kast
Geschikte instelling voor AMG
Geschikte instelling voor AMG
On Mic
15 inch (twee)
15 inch (twee)
10 inch (acht)
Grote dichte kast
Grote dichte kast
Off Mic
On Mic
Off Mic
Grote dichte kast
Grote dichte kast
10 inch (acht)
Geschikte instelling voor AC
Geschikte instelling voor AC
AC
ac
AMG
amg
Voice transformer
110
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
FX2 Level 0 – 100
Pas het volume van stemkarakter 2 aan.
Dir Level 0 – 100
Pas het volume van het directe geluid aan.
Met het wah effect creëert u een unieke toon door de fre-
quentierespons karakteristieken van een filter te verande-
ren.
Touch wah creëert een automatische wah door het filter in
respons op het volume van de input te veranderen. Pedal
wah stelt u in staat om een expressiepedaal of iets dergelijks
te gebruiken teneinde real-time controle van het wah effect
te verkrijgen.
*U kunt dit effect met de volgende algoritmes gebruiken
wanneer ‘WAH’ geselecteerd is voor de 4BAND EQ/WAH
‘Type’ instelling.
COSM GTR AMP COSM BASS AMP
COSM COMP GTR COSM COMP BSS
BASS MULTI STEREO MULTI
On/Off OFF , ON
Zet het touch wah/pedal effect aan/uit.
Type
Selecteert ofwel touch wah ‘TOUCH’ of pedal wah
‘PEDAL.’
TOUCH:
Het effect zal als een touch wah functioneren.
PEDAL:
Het effect zal als een pedal wah functioneren.
Wanneer ‘TOUCH’ geselecteerd is
Polarity
Selectie voor de richting, waarin het filter in respons op de
input zal veranderen.
UP:
De frequentie van het filter zal omhoog gaan.
DOWN:
De frequentie van het filter zal omlaag gaan.
Sens 0 – 100
Hiermee regelt u de gevoeligheid waarop het filter zal ver-
anderen in de richting die door de polariteitinstelling is
bepaald. Hogere waarden zullen resulteren in een sterkere
respons. Met een instelling van ‘0’, zal de aanslagkracht
geen effect hebben.
Frequency 0 – 100
Hiermee regelt u de centrum frequentie van het Wah effect.
Peak 0 – 100
Hiermee regelt u de hoeveelheid van het toegepaste wah
effect. Lagere waarden zullen resulteren in een mild wah
effect, terwijl hogere waarden voor een scherper wah geluid
zorgen.
Met een waarde van ‘50’ zal er een standaard wah geluid
geproduceerd worden.
Level 0 – 100
Past het volume aan.
Wanneer ‘PEDAL’ geselecteerd is
Het effect van de wah pedal kan verkregen worden door de
expressiepedaal te bedienen.
Voor een gedetailleerde omschrijving dient u ‘Wanneer u
een expressiepedaal gebruikt’ (p.191) te bekijken.
Peak 0 – 100
Hiermee regelt u de hoeveelheid toegepast wah effect.
Lagere waarden zorgen voor een mild wah effect, terwijl
hogere waarden resulteren in een scherper wah geluid.
Met een waarde van ‘50’ zal er een standaard wah geluid
geproduceerd worden.
Level 0 – 100
Regelt het volume.
Wah
Rev0.10
111
Sectie 3
Mastering
Gebruik de ‘Mastering Tool Kit’ om een twee-Track master
van de bounce Tracks te maken met geoptimaliseerde
niveaus.
1
Druk herhaaldelijk op [REC MODE], totdat
MASTERING voor REC mode verschijnt, links in het
venster.
2
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de
opnamebron V-Track te selecteren, en druk dan op
[ENTER].
Het Mastering venster verschijnt in het scherm.
fig.03-390
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar de
opnamebestemming V-Track te verplaatsen, en draai
aan de TIME/VALUE draaiknop om de V-Track te
selecteren.
fig.03-400
4
Druk op [EFFECTS].
Het Mastering Tool Kit selectie venster verschijnt in het
scherm.
* De Mastering Tool Kit wordt automatisch als het effect
geselecteerd.
fig.03-410
Wat is een Mastering Tool Kit?
Wanneer u een audio CD van uw opnames creëert, of
op een vergelijkbaar medium opneemt, moet het
volume over het geheel genomen afgepast worden,
zodat zelfs de hardste gedeelten van de songs goed
klinken op de CD. Dit resulteert echter vaak in een over
het geheel genomen lager volume, wat weer resulteert
in een CD die opwinding en impact mist.
Bovendien kan in het lage frequentie gebied, waarvoor
het menselijk oor minder gevoelig is, het geproduceerde
geluid overkomen als zwak in volume, zelfs als de meter
weergeeft dat het maximumniveau is bereikt. Dit maakt
het ook lastig om dynamische geluiden te creëren.
Met de ‘Mastering Tool Kit’ kunt u echter de verschillen
in volume die in de hele song voorkomen, glad strijken,
terwijl u de balans in het lagere gebied ook corrigeert.
Wij bevelen mastering met behulp van de Mastering
Tool Kit aan in het eindstadium van het creëren van
songs.
* De Mastering Tool Kit voorziet in 19
voorgeprogrammeerde ‘Preset Patches’ (P01-P19), 19
herschrijfbare ‘User Patches’ (U01-U19) en 19 ‘Song
Patches’ die allemaal afzonderlijk voor elke song worden
opgeslagen (S01-S19).
fig.03-380
‘Mastering Tool Kit Patch lijst’ (p.207)
BR-600
Geheugenkaart
User
Patch
Song
Song
Patch
Preset
Patch
In Mastering mode kunnen de volgende knoppen niet
worden gebruikt:
[GIUTAR],[MIC],[LINE],[PAD],[PITCH CORREC-
TION],
[PAN/EQ/LOOP FX],[TUNER],
[RHYTHM ON/OFF],[ARRANGE],[PATTERN],
[RHYTHM EDIT],[PHRASE TRAINER],[V-Track],
Mastering
V-Tr acks met opgenomen data
V-Tr acks zonder data
Opnamebron
Opnamebestemming
P: Preset / S: Song / U: User
Nummer
Bank
Patch naam
Algoritme
naam
112
Mastering
Rev0.10
5
Selecteer de Mastering Tool Kit.
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de Preset/
Song/User Patch en het nummer voor de Mastering
Tool Kit te selecteren.
‘Mastering Tool Kit Patch lijst’ (p.207)
6
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Het over het geheel genomen volume wordt aangepast
met behulp van de MASTER fader. Zet nu het volume
zo hoog mogelijk zonder dat het geluid begint te
vervormen.
7
Druk op [REC].
[REC] knippert in het rood en de BR-600 gaat over in
de recording stand-by toestand.
fig.03-420
8
Druk op [PLAY].
[PLAY] licht op in groen, de [REC] en REC Track
knoppen zijn nu constant rood opgelicht in plaats van
knipperend en het opnemen begint.
fig.00-560
9
Wanneer u klaar bent met mastering, dient u op
[STOP] te drukken.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep Power On!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
Knippert
Licht op
113
Mastering
Rev0.10
Sectie 3
Om een nieuwe Patch te creëren, dient u de Patch te selecte-
ren die het dichtstbij het geluid komt dat u wenst (uit de
effecten Patches die al in het apparaat zijn opgeslagen) en
dan deze instellingen te bewerken.
Als u de bewerkte effect instellingen wilt opslaan, dient u ze
als User Patch of Song Patch op te slaan.
1
Voer stappen 1-3 uit op p.111 en ga naar Mastering
mode.
2
Druk op [EFFECTS] (MASTERING TOOL KIT).
Het Mastering Tool Kit selectie venster verschijnt in het
scherm.
fig.03-440
3
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de Preset/
Song/User Patch en het nummer te selecteren.
4
Druk op CURSOR [] om de cursor naar ‘EDIT’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
In het scherm verschijnt het Mastering Tool Kit
venster, waarin u het algoritme kunt zien (de gebruikte
effecten weergegeven in de volgorde waarin ze
verbonden zijn).
fig.03-450
5
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar elk
effect te verplaatsen en draai aan de TIME/VALUE
draaiknop om elke effect aan of uit te zetten.
Blokken die aan staan worden in hoofdletters
weergegeven, terwijl blokken die uit staan in kleine
letters staan. Zet de effecten die u wilt gebruiken aan.
6
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar het effect met de parameter, die u
wilt veranderen, en druk op [ENTER].
Het Parameter Setting venster verschijnt voor elk effect
in het scherm.
fig.03-460
7
Gebruik CURSOR [] [] om een parameter te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de waarde te bewerken.
8
Als u een ander effect wilt bewerken, dient u op
[EXIT] te drukken om terug te keren naar het
voorgaande venster en stappen 5-6 te herhalen.
9
Als u de huidige instellingen wilt opslaan, dient u de
procedure hieronder in ‘De Mastering Tool Kit
instellingen opslaan’ te volgen.
De Mastering Tool Kit
instellingen bewerken
P: Preset / S: Song / U: User
Nummer
Bank
Patch naam
Algoritme
naam
U kunt dit venster ook direct laten weergeven door op
[ENTER] te drukken, terwijl de cursor bij de Preset/
Song/User of het nummer staat.
Bewerkte effect instellingen zijn tijdelijk. Als u het Edit
Effect venster verlaat zonder dat u de effect Patch die u
hebt veranderd opslaat, verschijnt ‘TMP’ naast de indi-
catie van de Bank. Wees erop bedacht dat, als u een
nieuwe effect Patch selecteert, terwijl ‘TMP’ wordt
weergegeven, de gewijzigde effect Patch wordt terug-
gezet naar zijn originele instellingen en de wijzigingen
verloren gaan.
114
Mastering
Rev0.10
Hiermee kent u een naam (Patch naam) toe aan de bewerkte
Patch instellingen, en slaat u de instellingen op.
* Als u de Patch naam niet hoeft te veranderen, kunt u naar
stap 4 gaan.
1
Druk op CURSOR (CURSOR R) in het Mastering
Tool Kit selectie venster om de cursor naar ‘NAME’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Patch Name Setting venster verschijnt in het
scherm.
fig.03-470
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Patch naam in te voeren.
* Druk op [ENTER] om tussen hoofdletters en kleine letters te
wisselen.
3
Nadat u de effect instellingen en Patch naam heeft
ingevoerd zoals u wenst, dient u op [EXIT] te
drukken om naar het Kit Selection venster terug te
keren.
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘WRITE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Write venster verschijnt in het scherm.
fig.03-480
5
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het Patch
nummer te selecteren waar u een nieuwe Patch naar
toe wilt schrijven.
6
Nadat u de bestemming heeft geselecteerd dient u op
[ENTER] te drukken.
Als u klaar bent met opslaan, keert u terug naar het
Mastering Tool Kit selectie venster.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep Power On!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
De Mastering Tool Kit
instellingen opslaan (Write)
U kunt geen Patches wegschrijven, terwijl songs opge-
nomen of afgespeeld worden.
Rev0.10
115
Sectie 3
Mastering Tool Kit parameter functies
De algoritmes van de Mastering Tool Kit bestaan uit de volgende effecten.
Equalizer
Bass Cut Filter
Enhancer
Input
Expander
Compressor
Mixer
Limiter
Output
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het equalizer effect aan/uit.
Input Gain -24- +12 dB
Stelt het totale volume in, voordat het door de equalizer
heen gaat.
Low Type SHELVG , PEAK
Stelt het equalizer type (shelving, peaking) in voor de Low
Range.
Low Gain -12- +12 dB
Stelt de hoeveelheid Boost of Cut in voor de Low Range.
Low Freq 20 Hz – 2.0 kHz
Stelt de centrum frequentie in voor de Low Range.
Low Q 0.3 – 16.0
Stelt de steilte van de frequentie respons curve voor de
centrum frequentie van de low
Range in. (*1)
Low Mid Gain -12 - + 12 dB
Stelt de hoeveelheid Boost of Cut in voor de Mid-Low
Range.
Low Mid Freq 20 Hz – 8.0 kHz
Stelt de centrum frequentie in voor de Mid-Low Range.
Low Mid Q 0.3 – 16.0
Stelt de steilte van de frequentierespons curve in voor de
centrum frequentie van de Mid-Low Range.
High Mid Gain -12- +12 dB
Stelt de hoeveelheid Boost of Cut in voor de Upper-Low
Range.
High Mid Freq 20 Hz -8.0 kHz
Stelt de centrum frequentie voor de Upper-Low Range in.
High Mid Q 0.3 – 16.0
Stelt de steilte van de frequentie responscurve voor de
centrum frequentie van de Upper-Low Range in.
High Type SHELVG , PEAK
Stelt het equalizer type (shelving, peaking) in voor de upper
Range.
High Gain -12- +12 dB
Stelt de hoeveelheid Boost of Cut in voor de upper Range
in.
High Freq 20 Hz – 2.0 kHz
Stelt de centrum frequentie voor de upper Range in.
High Q 0.3 – 16.0
Stelt de steilte van de frequentie respons curve voor de
centrum frequentie van de upper Range in. (*1)
Output Gain -24 - + 12 dB
Stelt het totale volumeniveau in na gebruik van de
equalizer.
(*1)De Low Q/Hi Q instelling werkt niet, wanneer
‘SHELVG’ (Shelving EQ) geselecteerd is voor de Low
Type of High Type.
Dit is een filter, dat een lage brom, zoals ploppen, weg-
snijdt.
On/Off OFF , ON
Hiermee zet u de Bass Cut Filter aan/uit.
Freq 20 Hz – 2.0 kHz
Dit stelt de frequentie in, waarin zich ploppen of andere
ongewenste lage geluiden bevinden.
Algoritme
=[
EQ
]=[
BCUT
]=[
ENH
]=[
IN
]=[
EXP
]
[
COMP
]=[
MIX
]=[
LIM
]=[
OUT
]
Parameter List
Equalizer
Bass Cut Filter
116
Mastering Tool Kit parameter functies
Rev0.10
Hiermee voegt u meer levendigheid toe aan het geluid, en
zet u geluiden op de voorgrond.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het Enhancer effect aan/uit.
Sens 0 – 100
Hiermee stelt u de hoeveelheid Enhancer die wordt toege-
past in.
Freq 1.0 – 10.0 kHz
Stelt de frequentie waarop het Enhancer effect zal worden
toegepast in.
Mix Lvl -24- +12 dB
Stelt het volume van het effectgeluid in.
Hiermee verdeelt u het originele geluid in drie frequentie-
gebieden: laag, midden en hoog.
Gain -24- +12 dB
Stelt het totale volumeniveau in, voordat het signaal naar de
expander/compressor gaat.
Dly Time 0-10 ms
Hiermee stelt u de hoeveelheid tijd in, waarmee het ingang
signaal vertraagd wordt.
SplitL 20 – 800 Hz
Hiermee stelt u de frequentie (laag) in, waarmee het ingang
signaal in drie afzonderlijke gebieden wordt opgesplitst.
SplitH 1.6 – 16.0 kHz
Hiermee stelt u de frequentie (hoog) in, waarmee het
ingang signaal in drie afzonderlijke gebieden wordt opge-
splitst.
Hiermee vergroot u het dynamische gebied in een vastge-
stelde verhouding.
On/Off OFF , ON
Met deze instelling zet u de expander aan/uit.
Lo Thres -80 – 0dB
Hiermee stelt u het volumeniveau in, waarop de Lower-
Range expander effect gaat hebben.
Lo Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF
Hiermee stelt u de verhouding van de toename in output
van de Lower-Range in, als het ingangsniveau onder de Lo
drempelvalt.
Lo Attack 0 – 100 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat de Lower-
Range expander effect gaat hebben, als het ingangsniveau
onder de Lo drempelvalt.
Lo Release 50 – 5000 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat het Lower-
Range expander effect stopt, als het ingangsniveau onder de
Lo drempelvalt.
Mid Thres -80 – 0 dB
Hiermee stelt u het volumeniveau in, waarop de midden
expander effect gaat hebben.
Mid Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF
Hiermee stelt u de verhouding van de toename in output
van de mid Range in, als het ingangsniveau onder de Mid-
dle drempel valt.
Mid Attack 0 – 100 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat de midden
expander effect gaat hebben, als het ingangsniveau onder
de Middle drempel valt.
Mid Release 50 – 5000 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat het midden
expander effect stopt, als het ingangsniveau onder de Mid-
dle drempel valt.
Hi Thres -80 – 0 dB
Hiermee stelt u het volumeniveau in. waarop de Upper-
Range expander effect gaat hebben.
Hi Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF
Hiermee stelt u de verhouding van de toename in output
van de upper Range in, als het ingangsniveau onder de Hi
drempel valt.
Hi Attack 0 – 100 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat de Upper-
Range expander effect gaat hebben, als het ingangsniveau
onder de Hi drempel valt.
Hi Release 50 – 5000 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat het Upper-
Range expander effect stopt, als het ingangsniveau onder de
Hi drempel valt.
Hiermee comprimeert u het totale output signaal, als het
ingangsniveau een ingestelde waarde overstijgt.
On/Off OFF , ON
Met deze instelling zet u de expander aan/uit.
Lo Thres -24 – 0dB
Hiermee stelt u het volumeniveau in, waarop de Lower-
Range compressor effect gaat hebben.
Enhancer
Input
Expander
Compressor
117
Mastering Tool Kit parameter functies
Rev0.10
Sectie 3
Lo Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF
Hiermee stelt u de verhouding van de onderdrukking in
van de output van de Lower-Range, als het ingangsniveau
boven de Lo drempeluitkomt.
Lo Attack 0 – 100 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat de Lower-
Range compressor effect gaat hebben, als het ingangsniveau
boven de Lo drempeluitkomt.
Lo Release 50 – 5000 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat het Lower-
Range compressor effect stopt, als het ingangsniveau boven
de Lo drempeluitkomt.
Mid Thres -80 – 0 dB
Hiermee stelt u het volumeniveau in waarop de mid Range
compressor effect gaat hebben.
Mid Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF
Dit is de verhouding van de onderdrukking van de mid
Range in, als het ingangsniveau onder de Middle drempel
valt.
Mid Attack 0 – 100 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat de mid Range
compressor effect gaat hebben, als het ingangsniveau boven
de Middle drempel uitkomt.
Mid Release 50 – 5000 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat het mid
Range compressor effect stopt, als het ingangsniveau boven
de Middle drempel uitkomt.
Hi Thres -24 – 0 dB
Hiermee stelt u het volumeniveau in waarop de Upper-
Range compressor effect gaat hebben.
Hi Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF
Hiermee stelt u de verhouding van de onderdrukking in
output van de upper Range in, als het ingangsniveau boven
de Hi drempel uitkomt.
Hi Attack 0 – 100 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat de Upper-
Range compressor effect gaat hebben, als het ingangsniveau
boven de Hi drempel uitkomt.
Hi Release 50 – 5000 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat het Upper-
Range compressor effect stopt, als het ingangsniveau onder
de Hi drempel valt.
* Met de compressor wordt het niveau automatisch naar de
optimale instelling volgens de drempel en ratio instellingen
aangepast. Bovendien is er een buffer van -6dB aangezien het
verlengen van de attack instelling vervorming kan
veroorzaken. Pas het Mixerniveau naar wens aan.
Past het volume van elke frequentie band aan.
Lo Level -80 - +6dB
Stelt het volumeniveau van de Low Range in nadat het sig-
naal door de expander en compressor is gegaan.
Mid Level -80 - +6dB
Stelt het volumeniveau van de Mid Range in nadat het sig-
naal door de expander en compressor is gegaan.
Hi Level -80 - +6dB
Stelt het volumeniveau van de High Range in nadat het sig-
naal door de expander en compressor is gegaan.
Hiermee onderdrukt u hoge signalen om vervorming te
voorkomen.
On/Off OFF , ON
Zet de limiter aan of uit.
Thres -24 – 0dB
Pas dit aan zoals u wilt voor het input signaal van uw bas.
Attack 0 – 100 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat de limiter
effect gaat hebben, als het ingangsniveau boven de drempel
uitkomt.
Release 50 – 5000 ms
Hiermee stelt u in, hoelang het duurt voordat het limiter
effect stopt, als het ingangsniveau onder de drempel valt.
Hiermee maakt u instellingen voor de totale output.
Level -80 - +6dB
Stelt het volumeniveau van het totale geluid nadat het sig-
naal door limiter is gegaan.
Soft Clip OFF , ON
Hiermee onderdrukt u de merkbare vervorming die ont-
staat bij hoge instelling van het compressor/limiter effect.
Dither OFF , 24 – 8 BIT
Hiermee voorkomt u, dat het dempen van geluiden erg
opvalt.
Mixer
Limiter
Output
118
Rev0.10
De Loop effecten gebruiken
Hier wordt uitgelegd, hoe u de verschillende parameters
voor de loop effecten (chorus/delay/doubling/reverb)
kunt veranderen.
Voor een uitleg over loop effecten, dient u
‘Loop effect parameter functies’ (p.120) te
bekijken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘CHO/DLY’ of ‘REV’, en druk op
[ENTER].
fig.03-500
3
Druk op CURSOR [] [], totdat ‘FX Type’ of
‘Type’ weergegeven wordt op het scherm, en draai
dan aan de TIME/VALUE draaiknop om het loop
effect te selecteren.
Wanneer u CHO/DLY gebruikt
Selecteer uit ‘CHORUS,’ ‘DELAY,’ of ‘DBLN’
(doubling).
fig.03-510
Wanneer u REV gebruikt
Selecteer ‘HALL’ of ‘ROOM.’
fig.03-520
4
Om de instellingen voor het geselecteerde effect te
veranderen, dient u op CURSOR te drukken []
[] om de parameter te selecteren en aan de TIME/
VALUE draaiknop te draaien om de ingestelde
waarde te veranderen.
fig.03-530
Voor een beschrijving van de parameters voor
elk effect, dient u ‘Loop effect parameter
functies’ (p.120) te bekijken.
5
Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen, dient u herhaaldelijk op [EXIT] te
drukken om naar het Play venster terug te keren.
Het Loop effect selecteren
Doubling
Wanneer u het gitaargeluid op de achtergrond naar
links en rechts wilt verspreiden, dient u het zelfde
gitaar achtergrondgeluid op twee afzonderlijke Tracks
op te nemen en dan de geluiden naar links en rechts te
pannen. Dit wordt ‘doubling’ genoemd.
Door het ‘DBLN’ loop effect te gebruiken, kunt u zelfs
van één enkele Track (mono) opname een doubling
effect produceren, zodat u efficiënter van de Tracks
gebruik kunt maken.
* Als u de nadruk op het doubling effect wilt leggen,
dient u de Track helemaal naar rechts of links te
pannen en het doubling effect niveau te verhogen. U
kunt ook de volgende werkwijze volgen om het send
niveau te verhogen.
U kunt geen chorus, delay en doubling effecten samen
gebruiken. U mag er slechts één kiezen.
119
De Loop effecten gebruiken
Rev0.10
Sectie 3
Hieronder wordt uitgelegd, hoe u het volume van de signa-
len die door elke Track verstuurd worden naar de loop
effecten (het send niveau) kunt veranderen, en hoe u de
mate waarin de loop effecten worden toegepast kunt rege-
len.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘CHO/DLY’ of ‘REV’, en druk op
[ENTER].
fig.03-540
3
Druk op CURSOR [] [] om het venster voor het
instellen van het send niveau van elke Track te
selecteren.
Wanneer u CHO/DLY gebruikt
fig.03-550
Wanneer u REV gebruikt
fig.03-560
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het send niveau voor elke Track aan te
passen.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track die correspondeert met de ingedrukte
knop.
Als u dan op CURSOR [] drukt, verschijnt het
venster waarin het input-source send niveau in het
scherm verschijnt. Als u op CURSOR [] drukt,
wordt het venster voor het instellen van het Rhythm
send niveau weergegeven.
fig.03-570
fig.03-580
Om het send niveau voor de ingang aan te passen,
dient u de cursor naar ‘In Send’ te verplaatsen. Om het
send niveau voor de Rhythm aan te passen, dient u de
cursor naar ‘Rhy Send’ te verplaatsen. Hier kunt u een
instelling maken in de gewenste waarde door aan de
TIME/VALUE draaiknop te draaien.
5
Wanneer u klaar bent met het instellen van het send
niveau, dient u herhaaldelijk op [EXIT] te drukken
om naar het Play venster terug te keren.
Instellen hoe het loop effect
wordt toegepast
Loop effecten hebben geen ‘Patches.’
Loop effect instellingen worden samen met de song
data opgeslagen. Als u de instellingen op wilt slaan in
de op dat moment geselecteerde song, dient u [STOP]
ingedrukt te houden en op [REC] te drukken.
120
Rev0.10
Loop effect parameter functies
Hiermee selecteert u het chorus, delay of doubling effect.
FX Type
Hiermee stelt u het type effect in.
CHORUS:
Een geluid met een subtiel verschoven Pitch wordt aan het
directe geluid toegevoegd, waardoor de uiteindelijke out-
put vetter en voller klinkt.
DELAY:
Hiermee creëert u een voller geluid door een vertraagd
geluid aan het directe geluid toe te voegen.
DBLN:
Door een vertraagd signaal aan het directe geluid toe te voe-
gen, wordt de indruk gewekt dat er meerdere bronnen tege-
lijk klinken (een ‘doubling’ effect). Het vertraagde geluid
staat tegenover de playback Track.
Wanneer ‘Chorus’ geselecteerd is
Rate 0 – 100
Regelt de snelheid van het Chorus effect.
Depth 0 – 100
Regel de diepte van het Chorus effect.
Pre Dly 0.5 – 50.0 ms
Regelt hoelang het duurt voordat het effectgeluid wordt uit-
gevoerd nadat het directe geluid is uitgevoerd.
E.Level 0 – 100
Regelt het volume van het effectgeluid.
Wanneer ‘DELAY’ geselecteerd is
Dly Tme 10 – 1000 ms
Met deze parameter past u de delay tijd aan (bijvoorbeeld
de interval waarvoor geluid vertraagd wordt).
Feedback 0 – 100
Met deze parameter past u de hoeveelheid feedback aan. De
hoeveelheid feedback wijzigen leidt ertoe, dat het aantal
keren dat het delay geluid herhaald wordt ook wijzigt.
E.Level 0 – 100
Hiermee past u het volume van het delay geluid aan.
Rev Send 0 – 100
Regelt het volume van de reverb dat wordt toegepast op het
vertraagde geluid.
Waneer ‘DBLN’ geselecteerd is
Dly Tme 0.5 – 50.0 ms
Met deze parameter past u de delay tijd aan (bijvoorbeeld
de interval waarvoor geluid vertraagd wordt).
E.Level 0 – 100
Hiermee past u het volume van het delay geluid aan.
Weerkaatsing of nagalm (reverb) is het effect dat veroor-
zaakt wordt door geluidsgolven die wegebben in een akoes-
tische ruimte, of een digitale nabootsing daarvan. Dit weg-
ebben (decay) ontstaat, doordat geluidsgolven op een heel
complexe manier van muren, plafonds, objecten e.d. terug-
gekaatst worden. Deze reflecties, gekoppeld aan de absorp-
tie door verschillende objecten, verstrooien de akoestische
energie over een bepaalde tijdsduur (de decay tijd). Het
menselijk oor neemt dit fenomeen waar als een constante
golf geluid.
Type
Hiermee selecteert u het Reverb type.
ROOM:
Simuleert de weerkaatsing in een kleine kamer.
HALL:
Simuleert de weerkaatsing in een concertzaal.
Rev Time 0.1 – 10.0
Met deze parameter past u de (tijds)duur van de weerkaat-
sing aan.
Tone 12 - +12
Regelt de toon.
E.Level 0 – 100
Hiermee regelt u het volume van het weerkaatste geluid.
Parameter lijst
CHORUS/DELAY/DBLN (Doubling)
REVERB
Rev0.10
121
Sectie 3
De Track EQ gebruiken
In deze sectie wordt uitgelegd, hoe u de Track EQ instellin-
gen (parameters) kunt bewerken.
Voor een uitgebreidere omschrijving van Track
EQ, dient u ‘Track EQ parameter functies’
(p.122) te bekijken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘EQ’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het EQ instellingenvenster verschijnt in het scherm.
fig.03-590
3
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de EQ voor elke Track aan/uit te zetten.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track, die correspondeert met de ingedrukte
knop.
4
Om de EQ instellingen te veranderen dient u
herhaaldelijk op CURSOR [ ] [] te drukken
om het parameter venster weer te geven, en dan aan
de TIME/VALUE draaiknop te draaien om de
instellingswaarde te veranderen.
fig.03-600
5
Nadat u de instelling heeft gemaakt, dient u
herhaaldelijk op [EXIT] te drukken om naar het Play
venster terug te keren.
De Track EQ instellen
Track EQ heeft geen ‘Patches.’ Loop effect instellingen
worden samen met de data opgeslagen.
Als u de instellingen in de op dat moment geselec-
teerde song op wilt slaan, dient u [STOP} ingedrukt te
houden en op [REC] te drukken.
122
Rev0.10
Track EQ parameter functies
Dit is een 2-bands equalizer die onafhankelijk is voor elke
Track.
On/Off OFF , ON
Met deze parameter zet u het equalizer effect aan/uit.
LoG -12 - +12 dB
Hiermee stelt u gain (-12 tot +12 dB) in voor de Low-Range
equalizer (shelving type).
LoF 40 Hz – 1.5 kHz
Hiermee stelt u de centrum frequentie (40 Hz tot 1.5 kHz) in
voor de Low-Range equalizer (shelving type).
LoG -12 - +12 dB
Hiermee stelt u de gain (-12 tot +12 dB) in voor de High-
Range equalizer (shelving type).
HiF 500 Hz – 18 kHz
Hiermee stelt u de centrum frequentie (50 Hz tot 18 kHz) in
voor de High-Range equalizer (shelving type).
Parameter lijst
Als u de equalizer aanpast, terwijl u naar het geluid
luistert, zult u misschien een klikgeluid horen. Dit duidt
niet op slecht functioneren. Als u dit geluid bezwaarlijk
vindt, kunt u aanpassingen maken wanneer er geen
geluid speelt.
Rev0.10
123
Sectie 3
De Pitch (toonhoogte) van de zang
vastleggen (Pitch Correction)
De term Pitch Correction wordt gebruikt om een groep effecten te beschrijven, die gebruikt wordt bij opgenomen vocale
Tracks, teneinde valse tonen te voorkomen.
In vergelijking met gitaren, piano’s en andere muziekinstrumenten produceert de menselijke stem een relatief onstabiele
toon. Wanneer u onprofessionele vocalisten opneemt, kan dit vaak leiden tot aanzienlijke problemen, zoals noten die vals
gezongen worden of een slechte geluidskwaliteit.
Indien correct gebruikt stelt de Pitch correctie van de BR-600 u in staat om ervoor te zorgen dat uw vocale Tracks altijd goed
klinken.
Dit effect wordt gebruikt bij het afspelen of opnemen van opgenomen audio tracks en kan niet gebruikt worden voor ingan-
gen. De Pitch correctie en audio tracks zijn aangesloten zoals u hieronder kunt zien.
fig.03-610
In het geval van Pitch correctie kunt u de manier, waarop het effect zal worden toegepast, instellen en deze instellingen dan
opslaan. Aan een groep van dergelijke instellingen wordt gerefereerd als een Patch.
Bij aanschaf zijn er in totaal vijf Pitch Correction Patches (zoals preset Patches) opgeslagen in de BR-600. Bovendien kunnen
er vijf Song Patches ingesteld worden voor gebruik binnen een specifieke song.
Wanneer u de Pitch correctie gebruikt, zult u niet in staat zijn om invoegeffecten, de Mastering Tool Kit of de loop effec-
ten (REVERB, CHORUS/DELAY) te gebruiken.
De Pitch correctie is bedoeld voor gebruik in combinatie met opgenomen vocale Tracks, en kan niet worden toegepast
op de ingang of de Master output.
Deze effecten zullen ook werken wanneer ze toegepast worden op andere solo Performances dan vocale Performances.
De fundamentele verschillen tussen het karakter van de menselijke stem en die van muzikale instrumenten maken het
echter zeer onwaarschijnlijk dat het gewenste resultaat bereikt zal worden.
In de volgende situaties is het mogelijk dat de Pitch correctie niet in staat is om de Pitch nauwkeurig op te sporen en zal
het niet naar behoren functioneren:
- Wanneer er andere geluiden zijn ingemixt in het vocale solo gedeelte.
- Wanneer het volume van het vocale gedeelte buitensporig hard of zacht staat.
- Wanneer het vocale gedeelte veel sis- of ademgeluiden bevat (bijvoorbeeld van een zanger, die fluistert of een hese
stem heeft).
- Wanneer het vocale gedeelte een buitensporig aantal verschillende Pitches bevat (zoals snelle, diepe vibrato of snelle
spraak).
- Wanneer het gedeelte gezongen wordt met een hele lage stem en veel harmonische tonen.
* Als de BR-600 vaak incorrect is in het opsporen van de Pitch, dient u de ‘Type’ instelling voor de Pitch correction functie te
veranderen. In bepaalde gevallen zal dit het aantal onjuist opgespoorde toonhoogten reduceren.
Pitch correctie
Opbouw van de Pitch correctie
Track
REVERB
CHORUS/
DELAY
PITCH
CORRECTION
L
MIX
MIX
MIX
R
L
R
L
R
Chorus / Delay
Send
Reverb Send
Track Pan
EQUALIZER
Pitch correctie Patches
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van Pitch correctie
124
De Pitch (toonhoogte) van de zang vastleggen (Pitch Correction)
Rev0.10
Laten we nu de Pitch correctie van de BR-600 gebruiken om
sommige vergissingen in een vocaal solo gedeelte weg te
werken.
Met deze functie zijn we in staat om toonhoogten in real
time en in halve tonen te corrigeren.
1
Voordat u Pitch correctie gebruikt, moet u een vocale
solo Track hebben waarmee u kunt werken.
2
Druk verschillende keren op [REC MODE], totdat de
BOUNCE indicator oplicht.
De BR-600 zal nu in de Bounce mode overgaan.
3
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PITCH CORRECTION].
De knop zal oplichten om aan te geven dat de Pitch
correctie aanstaat.
Het Pitch correctie Patch selectie venster zal
verschijnen.
fig.03-620
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘LOCAT’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.03-630
5
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de Track te
selecteren, die de vocale solo Track bevat.
De volgende Tracks kunnen op elke tijdstip
geselecteerd worden:
Tracks 1-8, Tracks 12-78
6
Start met afspelen op de BR-600.
Pitches zullen in het vocale solo gedeelte gecorrigeerd
worden, terwijl dit wordt afgespeeld.
Luister naar het stuk om te bevestigen dat het nu wel
helemaal correct klinkt en, indien nodig, kunt u het
volume van het stuk aanpassen door de
corresponderende Track fader te gebruiken.
Druk op [STOP] om afspelen te stoppen.
7
Druk op [EXIT] om naar het Patch selectie venster
terug te keren.
8
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar het Patch
nummer te verplaatsen en selecteer een Patch door de
TIME/VALUE draaiknop te gebruiken.
‘Pitch correctie Patch lijst’ (p.207)
9
Druk op [EXIT].
10
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om de Track of V-Track te selecteren, waarop het
bewerkte resultaat kan worden opgenomen.
De knop voor de geselecteerde Track knippert in het
rood en geeft daarmee aan dat de Track als REC Track
is geselecteerd.
11
Schuif de faders voor alle Tracks omlaag, behalve
van de Track, die de vocale solo opname bevat.
Dit geldt ook voor de Rhythm fader.
12
Druk op [ZERO] om naar het begin van de song te
springen, en druk dan op [REC].
[REC], zal rood worden en gaan knipperen, aangevend
dat de BR-600 nu klaar is om op te nemen.
De Pitch correctie gebruiken
125
De Pitch (toonhoogte) van de zang vastleggen (Pitch Correction)
Rev0.10
Sectie 3
13
Druk op [PLAY].
Zowel [PLAY] als [REC], zullen oplichten, en het
opnemen gaat beginnen.
Het solo gedeelte zal afgespeeld worden, en de
incorrecte Pitches zullen worden hersteld.
Tegelijkertijd zal het gecorrigeerde stuk op de
geselecteerde Track opgenomen worden.
14
Druk op [STOP], wanneer u met opnemen wilt
ophouden.
De BR-600 zal het afspelen stoppen.
15
Druk op [ZERO] om weer naar het begin van de song
te gaan, en start met afspelen van de opgenomen
Track.
Schuif de fader voor de Track, die de originele vocale
Track bevat, helemaal omlaag en schuif de fader voor
de Track die het gecorrigeerde vocale stuk bevat tot het
gepaste niveau omhoog., terwijl u naar het
gecorrigeerde stuk luistert, kunt u bevestigen of u wel
of niet tevreden bent met de correcties.
Als u niet tevreden bent met de manier, waarop het
vocale stuk gecorrigeerd is, kunt u de Undo (p.64)
functie gebruiken om de opname ongedaan te maken.
126
De Pitch (toonhoogte) van de zang vastleggen (Pitch Correction)
Rev0.10
Elk van de preset Patches 1-5 gebruikt een iets andere
methode voor het corrigeren van Pitches. Normaliter zal het
voldoende zijn om de Patch te selecteren, die u de beste
resultaten geeft. Als u echter geen bevredigend resultaat
krijgt door één van deze Patches te gebruiken, kunt u de
Pitch correctie instellingen veranderen om een eigen Patch
te creëren.
1
Selecteer een preset Patch, waarop u de nieuwe Patch
wilt baseren.
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Pitch correctie edit venster zal verschijnen.
3
Gebruik [CURSOR] om de cursor te verplaatsen naar
de instelling, die u wilt veranderen, en selecteer een
nieuwe waarde door gebruik te maken van de TIME/
VALUE draaiknop.
fig.03-640
Type
LO.MALE, HI.MALE, LO.FEML, HI.FEML
Stel deze parameter in om in overeenstemming te
brengen met het type stem in het originele vocale stuk.
Als deze parameter niet correct is ingesteld, kan het
zijn dat er problemen in het opsporen en corrigeren
van de Pitch voorkomen.
LO.MALE (Low Male)
Selecteer deze instelling voor een mannelijke
stem met een lage Pitch.
HI.MALE (High Male)
Selecteer deze instelling voor een mannelijke
stem met een hoge Pitch.
LO.FEMALE (Low Female)
Selecteer deze instelling voor een vrouwelijke
stem met een lage Pitch.
HI.FEMALE (High Female)
Selecteer deze instelling voor een vrouwelijke
stem met een hoge Pitch.
*Als de BR-600 de Pitch vaak niet goed opspoort, dient u de
‘Type’ instelling voor de Pitch correctie functie te
veranderen. In bepaalde gevallen zal dit het aantal
onjuist opgespoorde pitches reduceren.
Smooth0 – 100
Met deze instelling bepaalt u hoe snel Pitch correctie
zal reageren op veranderingen in Pitch in het originele
vocale stuk. Hogere waarden resulteren in een langere
tijd, voordat de correctie wordt toegepast. Als gevolg
daarvan zullen veranderingen in Pitch geleidelijker
gaan. Kleinere waarden geven snelle veranderingen in
Pitch.
Te snel gemaakte correcties maken een robotachtige
indruk.
Als de correctie echter te subtiel is, kan het er in
sommige gevallen op lijken alsof er geen correctie is
toegepast. Stel de waarde in tussen 20 en 40 voor een
natuurlijk overkomende Pitch correctie.
4
Druk op [EXIT].
Het Patch selection venster van de Pitch correctie zal
verschijnen.
fig.35-650
5
Om uw gewijzigde instellingen op te slaan, dient u
de procedure beschreven in ‘De Pitch correctie
instellingen opslaan (Write) ‘ te volgen.
De correctiemethode voor
vocale Pitch instellen (Pitch
correctie Edit)
127
De Pitch (toonhoogte) van de zang vastleggen (Pitch Correction)
Rev0.10
Sectie 3
Gewijzigde Pitch correctie instellingen worden opgeslagen
door ze samen weg te schrijven onder een nieuwe Patch
naam.
* Als u de Patch naam niet hoeft te veranderen, dient u naar
stap 4 te gaan.
1
Druk op CURSOR [] in het Pitch correctie Patch
selectie venster om de cursor naar ‘NAME’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Patch Name Setting venster zal verschijnen.
fig.03-660
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Patch naam in te voeren.
* Druk op [ENTER] om hoofdletters en kleine letters af te
wisselen.
3
Als u klaar bent met het invoeren van de Patch naam,
dient u op [EXIT] te drukken om naar het Patch
selectie venster terug te keren.
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘WRITE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Write venster verschijnt in het scherm.
fig.03-670
5
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het Patch
nummer te selecteren, waar u de nieuwe Patch naar
weg wilt schrijven.
6
Nadat u de bestemming geselecteerd heeft, dient u op
[ENTER] te drukken.
‘Are you sure?’ verschijnt in het scherm.
7
Druk op [ENTER]. (Als u de handeling niet uit wilt
voeren, dient u op [EXIT] te drukken.)
De Pitch correctie Patch zal weggeschreven worden.
Als u klaar bent met opslaan, keert u terug naar het
Pitch correctie Patch selectie venster.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep Power On!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft, wat er op dat moment gebeurt.
De Pitch correctie
instellingen opslaan (Write)
U kunt geen Patches wegschrijven, terwijl songs opge-
nomen of afgespeeld worden.
128
De Pitch (toonhoogte) van de zang vastleggen (Pitch Correction)
Rev0.10
In de tot dusver beschreven procedures werd uitgelegd hoe
u de totale Pitch voor de hele song in stappen van een halve
toon kunt veranderen.
In de praktijk kunnen zich echter situaties voordoen, waarin
u slechts een bepaald gedeelte wilt corrigeren of de Pitch
anders aan wilt passen. In dergelijke gevallen dient u de
volgende procedure te volgen.
1
Begin met over te schakelen naar de BOUNCE mode
en selecteer de Patch, waarop Pitch correctie moet
worden toegepast.
2
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘P.MAP’ in het
Pitch correctie Patch selectie venster te verplaatsen,
en druk op [ENTER].
Het Correction Event Map venster verschijnt in het
scherm.
fig.03-680
In het Correction Event Map venster kunt u de tijd
invoeren, waarop u wilt dat de Pitch correctie en de
Pitch beginnen.
Aan deze timing en Pitch data samen wordt
gerefereerd als een ‘correction event.’
fig.03-690
U kunt naar eigen inzicht correcties maken op de
gewenste punten in de song door correction events te
arrangeren in de volgorde, waarin ze voorkomen.
De volgorde van correction events met de informatie
die zij bevatten, wordt een ‘correction event map’
genoemd.
In eerste instantie is er slechts één correction event,
‘AUTO’ aan het begin van de correction event map
ingevoerd.
AUTO :
Na het gespecificeerde punt in de song worden alle
Pitches in stappen van een halve toon gecorrigeerd.
3
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘INSERT’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Een nieuwe correction event wordt ingevoegd.
fig.03-700
4
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘Time’ te
verplaatsen en specificeer het tijdstip, waarop u wilt
dat de correctie met behulp van de TIME/VALUE
draaiknop begint.
fig.03-710
5
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘NOTE’ te
verplaatsen en specificeer de Pitch, die u met behulp
van de TIME/VALUE draaiknop wilt corrigeren.
NOTE:
OFF
Er wordt geen correctie na het gespecificeerde punt in
de song gemaakt. De song wordt afgespeeld,
gebruikmakend van de originele Patch.
AUTO
Na het gespecificeerde punt in de song worden alle
Pitches in stappen van een halve toon gecorrigeerd.
C, C#, –A#, B
De Performance na het gespecificeerde punt in de song
wordt aan de gespecificeerde Pitch aangepast.
Gedetailleerde instellingen
maken voor Pitch correctie
(Correction Event Map)
Tijd
Toonhoogte
Correctie
startpunt
Volgende event
startpunt
Toonhoogte
van de zang
Correctie
toonhoogte
Tijd
Smth
(Correctiesnelheid)
NOTE
U kunt het tijdstip van de correction event niet verande-
ren aan het begin van de song.
129
De Pitch (toonhoogte) van de zang vastleggen (Pitch Correction)
Rev0.10
Sectie 3
6
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘Smth’ te
verplaatsen en specificeer de correctiesnelheid.
Smth (Smooth) -100- +100
De hier ingestelde waarde wordt aan de waarde van de
‘Smooth’ Patch parameter toegevoegd (p.127).
Wanneer ingesteld op ‘0’, gaat de correctie verder op
de waarde ingesteld in de ‘Smooth parameter’ van de
Patch.
Hoe lager de waarde is vergeleken met de ingestelde
waarde voor de Patch, des te sneller de correctie wordt
uitgevoerd. De correctie wordt juist subtieler
uitgevoerd als de waarde met betrekking tot de waarde
van de Patch hoger wordt.
* Stel deze waarde zodanig in, dat de som van de waarden
tussen de 0 en de 100 ligt. De Pitch correctie geeft geen
effect, wanneer de waarde tussen de 0 en de 100 is ingesteld.
7
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘INSERT’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Er wordt nog een nieuwe correction event ingevoegd.
8
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘TIME’ te
verplaatsen en specificeer de tijd, waarop u wilt dat
de correctie met behulp van de TIME/VALUE
draaiknop eindigt.
fig.03-720
9
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar ‘NOTE’ te
verplaatsen en specificeer ‘OFF.’
10
Laat de recorder de song vanaf het begin afspelen.
De correctie wordt eerst toegepast op het punt in de
song gespecificeerd in stap 4, en de correctie eindigt op
het punt gespecificeerd in stap 8.
11
Om de op dat moment geselecteerde correction event
te wissen, dient u [CURSOR] te gebruiken om de
cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen en op [ENTER] te
drukken.
De correction event wordt gewist.
12
Herhaal stappen 3-11 om het bewerkte gebied te
specificeren.
13
Als u de instellingen heeft gemaakt, dient u
herhaaldelijk op [EXIT] te drukken om naar het Play
venster terug te keren.
De referentie Pitch voor NOTE wordt door de
referentie Pitch van de tuner bepaald. Bekijk ‘De
referentie Pitch van de tuner instellen’ (p.193).
Tijd
Smth
(Correctiesnelheid)
NOTE
•U kunt de correction event aan het begin van de
song niet wissen. Als deze correction event niet
noodzakelijk is, dan kunt u, beter dan het te wis-
sen, deze functie gewoon op ‘OFF’ zetten.
•U kunt een Correction Event Map slechts naar één
enkele song opslaan. Zelfs als u de Pitch met de
Pitch correctie wijzigt, blijft de Correction Event
Map onveranderd.
MEMO
Rev0.10
130
131
Sectie 4
Het ritme
gebruiken
Section 4 Using The Rhythm
132
Rev0.10
Over ritmes
Met de BR-600 kunt u de paneelknoppen (drum pads)
gebruiken om drumgeluiden te spelen, zoals u wilt.
De BR-600 bevat negen voorgeprogrammeerde collecties
drumgeluiden, ontworpen voor gebruik in verschillende
muzikale genres (drumkits). Selecteer de drumkit, die
geschikt is voor het type muziek, dat u gaat spelen.
Bovendien kunt u de daartoe aangewezen ritme Track
gebruiken om ritmes automatisch te spelen (ritme patronen,
ritme arrangementen).
De knoppen op het paneel van de BR-600, zoals [KICK],
[SNARE], [OPEN HH], [CLOSED HH] etc., worden ‘drum
pads’ genoemd. Door op de drum pads te tikken kunt u de
drumtonen spelen, die aan de verschillende drum pads toe-
gekend zijn.
De drum pads vervullen een dubbelrol als vensterselectie-
knoppen en u kunt [PAD] gebruiken om van functie te ver-
anderen. Om de drum pads te gebruiken, dient u op [PAD]
te drukken, zodat de knop is opgelicht.
Wanneer het lampje van de [PAD] knop uit staat, werkt de
knop als een vensterselectieknop. [PAD] knippert of gaat uit
elke keer als er op gedrukt wordt.
Voor meer details over de drum pads, dient u ‘De drumge-
luiden spelen’ (p.135) te bekijken.
Over het algemeen dient u, voordat u op de drums gaat
spelen, een drum set te selecteren (een verzameling kick,
snare en andere percussie-instrumentgeluiden), die geschikt
is voor het type muziek (genre), dat u wilt spelen.
De BR-600 bevat soorten percussiegeluiden, geprogram-
meerd als interne tone waveforms, die u in staat stellen om
geluiden voor een bepaald muziekgenre te combineren.
Deze combinaties worden ‘drumkits’ genoemd.
De BR-600 bevat negen voorgeprogrammeerde drumkits,
die u allemaal naar eigen smaak voor de Performances kunt
selecteren.
U kunt de combinaties drum tone waveforms, waaraan u de
voorkeur geeft, ook selecteren om maximaal vijf, naar per-
soonlijke wens gemaakte, drumkits te creëren (‘Drumkits
selecteren’ (p. 136))’.
U kunt bovendien, als de voorbereide drumkits niet de
drum tone waveforms bevatten die u wenst, de drum tone
waveforms, waar u de voorkeur aan geeft, importeren uit
de computer (‘Drumgeluiden laden uit WAV/AIFF bestan-
den (Tone Load)’ (p.174, p.186).
U kunt de drum pads gebruiken om de geselecteerde drum-
kits te spelen (p. 135).
U kunt ook patronen en arrangementen automatisch af
laten spelen (p. 143, p. 142).
Over de drum pads
Over de drumgeluiden
(Drumkits)
133
Over ritmes
Rev0.10
Sectie 4
De ritmes van de BR-600 bestaan uit Performance data van
twee hoofdtypes, patronen (‘patterns’) genaamd, en arran-
gementen (‘arrangements’).
Wanneer bands en groepen spelen herhalen de drums
gewoonlijk een vooraf ingesteld patroon van één a twee
maten. Op de BR-600 wordt deze herhalende Performance
data een ‘patroon’ genoemd.
Song patronen (S001 – S100)
Dit zijn patronen waarvan de data herschreven kan worden
en er kunnen maximaal 100 verschillende patronen voor
elke song opgeslagen worden op geheugenkaarten.
Preset patronen (P001 – P327)
De BR-600 bevat 327 verschillende ‘preset patronen’ (P001 –
P327), die speciaal gecreëerd zijn voor het gebruik met rock,
jazz en andere muzikale genres.
Voor meer gedetailleerde instructies omtrent
het spelen van patronen dient u ‘Ritme
patronen spelen’ (p. 142) te bekijken.
Voor meer gedetailleerde instructies omtrent
het creëren en veranderen van patronen dient u
‘Originele patronen creëren’ (p.144) en het vol-
gende gedeelte te bekijken.
Wat zijn patronen en
arrangementen?
Wat is een patroon?
Voorbeeld van een patroon
In een vierkwartsritme wordt het volgende stuk her-
haaldelijk afgespeeld.
fig.04-onpu
Patroon
Kick drum
Snare drum
Herhaling
Preset patronen bevatten voorgeprogrammeerde patro-
nen voor intro’s, coupletten (verses), fill-ins en (endings)
eindes (u kunt het type bevestigen door de tekens aan het
einde van de patroonnaam te bekijken).
(Voorbeeld)
ROCK1-IN (Intro) ROCK1-V2 (Verse2)
ROCK1-V1 (Verse 1) ROCK1-F2 (Fill 2)
ROCK1-F1 (Fill 1) ROCK1-E (Ending)
‘Preset patroon lijst’ (p. 209)
IN (Intro)
Muziekpatronen die aan het begin van een song
geplaatst dienen te worden.
V (Verse) 1 en 2
Muziekpatronen die het hoofdbestanddeel van de
song vormen. ‘1’ zijn basic patronen en ‘2’ zijn de
meer geavanceerde versies van ‘1.’
F (Fill) 1 en 2
Muziekpatronen die gebruikt worden als frases om
verschillende secties van een song te verbinden. U
kunt ‘1’ of ‘2’ selecteren, afhankelijk van de vorm die
na de ‘fill’ volgt.
E (Ending)
Muziekpatronen die aan het einde van de song
geplaatst dienen te worden.
*U kunt de Preset patroon data niet veranderen en
overschrijven.
134
Over ritmes
Rev0.10
U kunt een patroon op zichzelf spelen als leidraad om te
oefenen, zoals een metronoom, maar het ritme zal in dat
geval van het begin tot het einde van de song doorgaan zon-
der te veranderen.Wanneer u songs creëert, die muzikale
veranderingen bevatten, moeten een aantal verschillende
patronen in volgorde gearrangeerd worden bijvoorbeeld
een intro dat door de chorus, bridge en ending gevolgd
wordt.
Dit op volgorde zetten van data, waarbij patronen zijn
opgesteld in de volgorde waarop ze gespeeld worden,
wordt een ‘arrangement’ genoemd.
fig.04-010
Preset arrangementen (P01 – P50)
De BR-600 bevat 50 verschillende interne ‘preset arrange-
menten’ (P01 - P50), die speciaal voor gebruik in muzikale
genres als rock, jazz etc gemaakt zijn .
*U kunt data in de preset arrangementen niet veranderen of
overschrijven.
Met de preset arrangementen (behalve voor Metro 4/4),
wordt de E (ending) door een drie-maats BREAK (rest)
gevolgd, waarna de Performance zich vanaf V1 (Verse 1)
herhaalt.
‘Arrangement/Patroon lijst’ (p.208)
Song arrangementen (S01 – S05)
Dit zijn arrangementen, waarvan de data herschreven kan
worden, en maximaal 5 verschillende arrangementen kun-
nen voor elke song op een geheugenkaart opgeslagen wor-
den .
Om arrangementen te spelen dient u de BR-600
in Arrangement mode te zetten.
Voor meer informatie over deze werkwijze
dient u ‘Ritme arrangementen spelen’ (p.143) te
bekijken.
De BR-600 heeft twee standen voor het uitvoeren van rit-
mes; de Patroon (‘Pattern’) mode en de Arrangement mode.
Patroon mode
Deze mode wordt gebruikt voor het spelen van patronen.
Het geselecteerde patroon wordt herhaaldelijk van het
begin tot einde van de song afgespeeld. U kunt geen patro-
nen automatisch afwisselen tijdens de song.
Om een patroon te spelen dient u op [PATTERN] te druk-
ken, waardoor het lampje gaat branden en de BR-600 over-
gaat in de Patroon mode.
Arrangement mode
Deze mode wordt voor het uitvoeren van arrangementen
gebruikt. De patronen worden tijdens de song gewisseld,
afhankelijk van de volgorde, waarin ze geordend zijn.
Om een arrangement te spelen dient u op [ARRANGE] te
drukken, waardoor het lampje gaat branden en de BR-600
in de Arrangement mode overgaat.
Wat is een arrangement?
Intro
Tempo: 120.0
Verse
Tempo: 110.0
Fill
Tempo: 130.0
Over Patroon mode en
Arrangement mode
Rev0.10
135
Sectie 4
De drumgeluiden spelen
Probeer nu om de drumgeluiden te spelen, waarbij u van vrije
handbewegingen gebruik maakt om de pads te bespelen.
1
Zorg ervoor, dat het Play venster actief is, en druk op
[PAD], zodat de knop gaat branden.
U hoeft niet op [PAD] te drukken als het lampje al
brandt.
2
Verplaats de RHYTHM fader en de MASTER fader
naar de posities, die in de figuur hieronder zijn
aangegeven.
fig.04-020
* Let er op, dat het omhoog schuiven van de faders
buitensporige volumeniveaus en mogelijkerwijs schade aan
de oren van de luisteraar kan veroorzaken. Aan de andere
kant kan het omlaag draaien van de faders ervoor zorgen, dat
de drumgeluiden niet meer te horen zijn.
3
Tik op een drum pad.
Het geluid, dat correspondeert met het getikte geluid,
klinkt. Het volume van het drumgeluid verandert in
overeenstemming met hoe hard u op de pads heeft
geslagen.
Let erop, dat wanneer meerdere drum pads tegelij-
kertijd worden bespeeld, het volume van alle pads
op hetzelfde niveau kan staan. Dit wordt veroor-
zaakt door circuit technologie om de gebruikte
krach,t waarmee de pads zijn bespeeld, op te spo-
ren.
Wanneer de gevoeligheid van de GUITAR/BASS/
MIC2 draaiknop of de MIC1 draaiknop is ver-
hoogd, of wanneer een Patch die veel van de drive
gebruik maakt of vervorming in de invoegeffecten
geselecteerd zijn, zal het geluid van de pad waarop
getikt wordt de interne elektronische circuits kun-
nen shaken, wat kan leiden tot ruis of lawaai in de
geluiden, die naar de koptelefoon of de LINE OUT
worden gestuurd. Als dit gebeurt dient u aan de
draaiknop te draaien om de gevoeligheid te verla-
gen of de invoegeffecten uit te zetten.
Het volume van een drumgeluid wordt bepaald door
de kracht waarmee op de drum pads wordt getikt,
waarbij het volume in vijf niveaus is verdeeld.
Maximum: Geluiden worden op het maximumvolume
afgespeeld. (MIDI velocity waarde van 127)
Strong: Geluiden worden op een hoog volume afge-
speeld. (MIDI velocity waarde van 100)
Medium: Geluiden worden op een normaal volume
afgespeeld. (MIDI velocity waarde van 70)
Weak: Geluiden worden op een laag volume
afge-
speeld
. (MIDI velocity waarde van 40)
Minimum: Geluiden worden op een minimumvolume
afgespeeld. (MIDI velocity waarde van 20)
Correspondentie tussen drum pads en
drumgeluiden
PAD Name Drum Sound Name
[KICK] Kick drum
[SNARE] Snare drum
[CLOSED HH] Closed hi-hat
[OPEN HH] Open hi-hat
[TOM1] High tom
[TOM2] Mid tom
[TOM3] Low tom
[TOM4] Floor tom
[STICK] Cross stick
[COWBELL] Cowbell
[CRASH] Crash cymbal
[RIDE] Ride cymbal
Rev0.10
136
Het drumgeluid veranderen (Drumkits)
Drumkits selecteren
Een drumkit bestaat uit een verzameling verschillende
ritme-instrumentgeluiden, die als één set georganiseerd
zijn. De BR-600 heeft negen interne ‘preset drumkits’ gepro-
grammeerd.
Ook zijn er vijf originele ‘song drumkits.’ Song drumkits
worden bij elke afzonderlijke song op geheugenkaarten
opgeslagen.
De instrumentgeluiden van de drumkit worden bij het uit-
voeren van arrangementen en patronen gebruikt.
fig.04-30
Selecteer drumkits, zoals hieronder wordt beschreven.
1
Als de uitvoering van de song is gestopt, dient u er op
te letten, dat [PAD] niet is opgelicht en dan op
[PATTERN] of [ARRANGE] te drukken.
Wanneer Patroon mode geselecteerd
is
[PATTERN] en [RHYTHM ON/OFF] branden.
fig.04-040
Wanneer Arrangement mode
geselecteerd is
[ARRANGE] en [RHYTHM ON/OFF] branden.
fig.04-040
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
BR-600
Preset Drum Kit 9
Preset Drum Kit 3
Preset Drum Kit 2
Preset Drum Kit 1
Kick
Snare
Closed Hi-hat
Open Hi-hat
Geheugenkaart
SONG
SONG
SONG
Song Drum Kit
Kick
Snare
Drumkits worden bij elk afzonderlijk arrangement
apart opgeslagen.
Als u de kits in de Patroon mode schakelt, schakelt
u tegelijkertijd de kits in de Arrangement mode.
Zelfs als u drumkits in een preset arrangement
schakelt, geselecteerd in de Arrangement mode, is
de verandering slechts tijdelijk. Als u de verande-
ring wilt opslaan, dient u het preset arrangement
eerst te kopiëren naar een song arrangement en het
dan naar song arrangement te schakelen om de kit
te veranderen.
P: Preset / S: Song
P: Preset / S: Song
137
Het drumgeluid veranderen (Drumkits)
Rev0.10
Sectie 4
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘KIT’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Wanneer u de Patroon mode gebruikt
Wanneer u de Arrangement mode gebruikt
fig.04-060
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om drumkits te selecteren door tussen van
preset/song en nummer te schakelen .
(P1 - 9)
STD1,2: Standaard sets
ROOM: Set met een gematigd toegepaste
ambiance
HARD: Set geschikt voor hardrock
JAZZ: Set geschikt voor jazz
HIP-HOP: Set geschikt voor dance
HOUSE: Set geschikt voor dance
REGGAE: Set geschikt voor reggae
808: Set gebaseerd op de beroemde
‘Roland TR-808’ ritme machine
(S1-5)
SongKit 1-5: Originele drumkits, toegekend aan
elke song
5
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
P: Preset / S: Song
Drum Kit Naam
Nummer
P: Preset / S: Song
Drum Kit Naam
Nummer
Nummer
Het drumgeluid veranderen (Drumkits)
Rev0.10
138
Originele drumkits creëren (Tone Load)
Met de BR-600CD kunt u niet alleen originele drumkits
creëren met behulp van de interne drumgeluiden, maar ook
door drumgeluiden uit externe bronnen te laden (Tone
Load).
Er zijn drie manieren om drum tonen te laden.
Van de Tracks laden
Van andere drumkits laden
Van WAV/AIFF bestanden laden (p.174, p.186)
Met deze procedure wordt een stuk opgenomen data van
de audio Tracks verwijderd en als drumgeluid geïmpor-
teerd.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TONE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Tone Load menu venster verschijnt in het scherm.
fig.04-070
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘Track’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het venster om geluiden van de audio Tracks te laden
met behulp van Tone Load verschijnt in het scherm.
fig.04-080
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, die u wilt laden te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.04-090
Wave data kunnen in de volgende formaten geïm-
porteerd worden.
U kunt geen wave data in andere formaten importe-
ren.
WAV of AIFF formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Sample snelheid: 44.1 kHz
Gecomprimeerde WAV bestanden of AIFF bestan-
den kunnen niet geladen worden.
Zeer korte waveform data (minder dan ongeveer 100
ms) kunnen niet geladen worden.
De loop point instellingen binnen een AIFF bestand
zullen genegeerd worden.
Aan de te importeren bestanden dient u de extensie
‘WAV’ aan WAV bestanden en ‘AIFF’ aan AIFF
bestanden toe te voegen.
U kunt drumgeluiden van maximaal 13 seconden
laden voor één enkele drumkit.
(Voorbeeld)
Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal: 7
seconden
Drumgeluiden laden vanuit
de audio Tracks
139
Het drumgeluid veranderen (Drumkits)
Rev0.10
Sectie 4
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het gebied (start en eindpunten) van de
te laden drumgeluiden in termen van maten of
tijdlocaties te specificeren.
Startpunt (‘S’)
Specificeer de maat of locatie, die als het startpunt
gebruikt gaat worden, om de drumgeluiden te laden.
fig.04-100
Eindpunt (‘E’)
Specificeer de maat of locatie, die als het eindpunt
gebruikt gaat worden, om de drumgeluiden te laden.
Vanuit het venster waar het startpunt kan worden
ingesteld, dient u herhaaldelijk op CURSOR [] te
drukken om het venster weer te geven, waarin het
eindpunt kan worden ingesteld.
fig.04-110
6
Wanneer u klaar bent met het instellen van de start-
en eindpunten, dient u CURSOR [] [] te
gebruiken om de cursor naar ‘LOAD’ te verplaatsen
en op [ENTER] te drukken.
7
Specificeer de load-destination song drumkit met de
TIME/VALUE draaiknop, en druk dan op [ENTER].
S1 – 5 : Song Drum Kit 1 – 5
8
Specificeer het load-destination drumgeluid met de
TIME/VALUE draaiknop, en druk dan op [ENTER].
Het laden wordt uitgevoerd. Om dit ongedaan te
maken, dient u op [EXIT] te drukken.
BeatMaat
FrameUren
Minuten
Seconden
Beat
Maat
Frame
Uren
Minuten
Seconden
•U kunt op [ENTER] drukken om tussen het start-
punt venster en het eindpunt instellingen venster
te schakelen.
•U kunt de drumgeluiden in het gespecificeerde
gebied vooraf bekijken door de cursor naar ‘PVW’
te verplaatsen en op [ENTER] te drukken. Bepaal
welke geluiden u wilt laden, terwijl u de start en
eindpunten en de lengte instelt, en de preview
herhaalt.
•U kunt op [PLAY] drukken om de geluiden vooraf
te bekijken en op [STOP] drukken om de geluiden
te stoppen.
U zult het misschien handig vinden om de ‘scrub,’
‘punch in’ en ‘locator’ functies te gebruiken om het
gebied, dat de drumgeluiden bevat, die u wilt laden
vantevoren in te stellen.
U kunt de scrub functie gebruiken om het afspelen te
herhalen en het punt te bepalen, waar het laden dient
te beginnen (het startpunt) en dan op AUTO PUNCH
[IN] drukken, nadat u vervolgens het punt bepaald
heeft, waarop het laden dient te stoppen (het eind-
punt), kunt op [LOCATOR] te drukken om het gebied,
dat geladen dient te worden, te registreren. Door
gebruik te maken van deze techniek en het startpunt
met de AUTO PUNCH [IN] en het eindpunt met
[LOCATOR] in te stellen, bent u in staat om het te
laden gebied zeer snel in te stellen.
140
Het drumgeluid veranderen (Drumkits)
Rev0.10
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TONE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.04-150
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘COPY’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.04-160
4
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de copy-
destination drumkit te specificeren, en druk dan op
[ENTER].
P1 – 9 : Preset Drum Kit 1 – 9
S1 – 5 : Song Drum Kit 1 – 5
fig.04-170
5
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het copy-
destination drumgeluid te specificeren, en druk dan
op [ENTER].
* Selecteer ‘ALL’, als u alle drumgeluiden in de kit wilt
kopiëren.
fig.04-180
6
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de copy-
destination drumkit te specificeren, en druk dan op
[ENTER].
fig.04-190
7
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het copy-
destination drumgeluid te selecteren, en druk dan op
[ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
Om deze handeling ongedaan te maken dient u op
[EXIT] te drukken.
fig.04-200
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep Power On!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel
aangeeft, wat er op dat moment gebeurt.
8
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Drumgeluiden van andere
drumkits kopiëren
•U kunt tussen de start- en eindpunten geen inter-
val specificeren, die een tijdsduur heeft van min-
der dan 100 ms of meer dan 13 seconden.
Wanneer u maten specificeert, wordt het resultaat
weergegeven in het time scherm en vice versa.
141
Het drumgeluid veranderen (Drumkits)
Rev0.10
Sectie 4
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TONE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.04-210
4
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de erase
drumkit te specificeren, en druk dan op [ENTER].
S1 – 5 : Song Drum Kit 1 – 5
fig.04-220
5
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het erase
drumgeluid te specificeren, en druk dan op [ENTER].
* Selecteer ‘ALL’, als u alle drumgeluiden in de kit wilt
wissen.
fig.04-230
‘Are you sure?’ verschijnt in het scherm.
6
Druk op [ENTER] (YES) om het drumgeluid te
wissen.
Om te wissen dient u op [EXIT] (NO) te drukken.
7
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TONE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
3
Druk op CURSOR [] om de cursor naar ‘PAN’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.04-240
4
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de drumkit
te specificeren, waarvan u de panning wilt
veranderen, en druk dan op [ENTER].
S1 – 5 : Song Drum Kit 1 – 5
fig.04-250
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het drumgeluid, waarvan de panning
wordt veranderd, en de pan instelling te specificeren.
fig.04-260
* Wanneer u op [PAD] drukt, zal de knop oplichten, en kunt u
de drumgeluiden instellen door op de drum pads te tikken.
* Door op [ENTER] te drukken wordt dit op ‘C00’ (Centrum)
ingesteld.
Drumgeluiden wissen De positie (pan) van de
drumgeluiden veranderen
142
Rev0.10
Ritme patronen spelen
Probeer nu een patroon uit de interne ritme patronen te
selecteren, en zorg er dan voor, dat dit patroon herhaalde-
lijk wordt afgespeeld.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN], zodat de knop gaat branden.
De BR-600 gaat over in de Patroon mode, en zorgt
ervoor, dat de patronen afgespeeld worden.
fig.04-270
[RHYTHM ON/OFF] licht gelijktijdig op, waarmee
wordt bevestigd dat de ritmes aan staan.
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het patroon te selecteren, dat u wilt
spelen.
P001 - P327: Preset patronen 1-327
S001 - S100: Song patronen 1-100
Op dit moment kunt u de [PLAY] en [STOP] knoppen
gebruiken om het geselecteerde patroon te controleren.
3
Druk op [EXIT].
Ga terug naar het Play venster.
4
Druk op [PLAY].
Wanneer het afspelen van de recorder begint, begint
het ritme te spelen.
5
Stel de RHYTHM fader en de MASTER fader op het
juiste niveau in.
6
Druk op [STOP] om de Performance te stoppen.
U kunt het tempo van het patroon, dat afgespeeld wordt tij-
delijk veranderen door de volgende procedure te volgen
wanneer het Play venster wordt weergegeven.
7
Gebruik CURSOR [] [] om de cursor naar de
tempo indicatie in het scherm te verplaatsen.
fig.04-280
8
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het tempo
te wijzigen.
Het tempo, waarin het patroon speelt, wordt veranderd.
U kunt het tempo van het patroon tijdelijk veranderen met
behulp van de timing, waarmee u op [TAP (TEMPO)] tikt.
Tik vier of meer keren op [TAP(TEMPO)] om het tempo van
het patroon te veranderen. Het tempo wordt het tempo
waarin u tikt.
fig.04-290
P: Preset / S: Song
Patroon naam
Nummer
Als de BR-600 uit de fabriek komt bevatten de song
patronen (S001-S100) geen data en dus worden er
geen patronen afgespeeld, zelfs wanneer ze gese-
lecteerd zijn.
Het patroon ‘P327:BREAK’ bevat slechts een
pauze. U hoort geen geluid, als dit is geselecteerd.
Het tempo van een patroon
veranderen
De TAP knop gebruiken om
het tempo van een patroon te
veranderen
Tempo
De verandering in tempo is slechts tijdelijk.
Tempo’s kunnen niet naar patronen worden opge-
slagen.
Het tempo wordt op alle patronen toegepast. U
kunt geen aparte tempo instellingen voor afzon-
derlijke patronen maken.
Het tempo kan op elke waarde tussen de 25.0 en
250.0 worden ingesteld.
Rev0.10
143
Sectie 4
Ritme arrangementen spelen
Probeer nu een arrangement uit de interne arrangementen
te selecteren, en zorg er dan voor dat dit arrangement her-
haaldelijk wordt afgespeeld.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE], zodat de knop gaat branden.
De BR-600 gaat over in de Arrangement mode, en zorgt
ervoor, dat de arrangementen afgespeeld worden.
fig.04-300
[RHYTHM ON/OFF] licht gelijktijdig op, waarmee
wordt bevestigd dat de ritmes aan staan.
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het arrangement te selecteren, dat u
wilt spelen.
P01 – P50: Preset arrangementen 1-50
S01 – S05: Song arrangementen 1-5
3
Druk op [EXIT].
Ga terug naar het Play venster.
4
Druk op [ZERO].
Keer terug naar het begin van de song.
5
Druk op [PLAY].
Wanneer het afspelen van de recorder begint, begint
het geselecteerde arrangement te spelen.
6
Stel de RHYTHM fader en de MASTER fader op het
juiste niveau in.
7
Druk op [STOP] om de Performance te stoppen.
U kunt het tempo van het arrangement, dat afgespeeld
wordt, tijdelijk veranderen door de volgende procedure te
volgen, wanneer het Play venster wordt weergegeven.
1
Gebruik CURSOR [] [] om de cursor naar de
tempo indicatie in het scherm te verplaatsen.
fig.04-310
2
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het tempo
te wijzigen.
U kunt het tempo van het arrangement tijdelijk veranderen
met behulp van de timing, waarmee u op [TAP (TEMPO)]
tikt.
Tik vier of meer keren op [TAP(TEMPO)] om het tempo van
het arrangement te veranderen. Het tempo wordt het
tempo, waarin u tikt.
fig.04-290
P: Preset / S: Song
Arrangement
naamNummer
Als de BR-600 uit de fabriek komt, bevatten de
song arrangementen (S01-S05) geen data en dus
worden er geen arrangementen afgespeeld, zelfs
wanneer ze geselecteerd zijn.
Het tempo van een
arrangement veranderen
De TAP knop gebruiken om het
tempo van een arrangement te
veranderen
Tempo
De tempo instelling van het arrangement functio-
neert tijdelijk niet.
De verandering in tempo is slechts tijdelijk. Als u
de verandering in het tempo van het arrangement
wilt opslaan, dient u ‘Originele arrangementen
creëren’ (p. 154) te bekijken.
Het tempo kan op elke waarde tussen de 25.0 en
250.0 worden ingesteld.
144
Rev0.10
Originele patronen creëren
Met de BR-600 kunt u eigen originele patronen creëren en
deze dan als song patronen opslaan. Dit is bijvoorbeeld han-
dig, wanneer u niet het patroon kunt vinden, dat u zoekt in
de preset patronen.
Er zijn drie manieren om patronen te creëren.
U kunt deze methode gebruiken om patronen te creëren
door in real time op de drum pads samen met de metro-
noom te tikken. Patronen worden exact opgenomen, zoals
ze gespeeld worden, waardoor dit een handige manier is
om patronen te creëren met een natuurlijke, menselijke syn-
copering.
‘Patronen creëren door op de drum pads te
tikken (Realtime Recording)’ (p. 145)
Met deze methode programmeert u de drumgeluiden één
voor één, terwijl u de Performance data visueel bevestigt in
een grafisch patroon, gedetailleerd in één maat.
’Geluiden één voor één invoeren, terwijl u de
input visueel bevestigt (Step Recording)’ (p.
148)
Met deze methode worden patronen gecreëerd door SMF
bestanden (Standard Midi Files) als song data te laden
(importeren).
‘SMF’s importeren en patronen creëren’ (p. 172)
Patronen creëren door op de
drum pads te tikken
(Realtime Recording)
Drumgeluiden één voor één
invoeren, terwijl u de input
visueel bevestigt
(Step Recording)
SMF’s importeren
Opmerkingen over de creatie van
patronen
De maximum polyfonie voor patronen is vijf
stemmen. Dit betekent, dat u maximaal vijf drum-
geluiden met dezelfde timing kunt spelen.
Zelfs als er zes of meer drumgeluiden gelijktijdig
worden ingevoerd, zullen er slechts vijf drumge-
luiden te horen zijn.
•U kunt de CLOSED HH en OPEN HH geluiden
niet tegelijkertijd spelen.
Wanneer u cymbalen en andere geluiden
gebruikt, die lange decay tijden hebben, en er een
totaal van vijf stemmen wordt ingevoerd, vóórdat
het voorgaande geluid compleet is weggeëbd,
kunnen de geluiden, die daarvoor waren begon-
nen, weggesneden worden voordat ze zijn uitge-
speeld.
•U kunt niet naar andere vensters gaan, terwijl u
patronen opneemt (behalve het pattern record
stand-by venster).
Het bericht ‘Drive Busy!’ kan verschijnen, wan-
neer data-intensieve patronen in een snel tempo
worden afgespeeld. Als dit gebeurt, dient u de
hoeveelheid data in het patroon te reduceren of
het tempo te verlagen.
Rev0.10
Originele patronen creëren
145
Sectie 4
Patronen creëren door op de drum pads te tikken
(Realtime Recording)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN].
[PATTERN] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
[PAD] licht op en geeft aan dat de drum pads gebruikt
kunnen worden.
fig.04-320
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘REAL’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Recording stand-by venster verschijnt in het
scherm.
fig.04-330
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de maat en de beat in te stellen, en klik
waar u wilt beginnen met het opnemen van het
patroon.
Measure (Maat)
Hiermee stelt u het aantal maten in het patroon in, dat
opgenomen moet worden.
Geldige instellingen: 1 – 999
Tempo
Wanneer u opneemt, stelt u hiermee het tempo in,
waarmee u het patroon bevestigt.
Geldige instellingen: 25.0 – 250.0
*De tempo instelling hier is exclusief voor bevestiging van
de patroon opname. Dit tempo wordt niet opgeslagen
bij het patroon (u kunt geen afzonderlijke tempo
instellingen maken voor de patronen zelf).
Time signature
Hiermee stelt u de maatslag (bijvoorbeeld de beat)
voor het opgenomen patroon in.
Geldige instellingen: 1/1 – 8/1, 1/2- 8/2, 1/4- 8/4, 1/8
– 8/8
Quantize
Hiermee stelt u de recording quantization in.
De Quantize instellen stelt u in staat om de geluiden in
te voeren, conform vooraf ingestelde notenlengtes, en
voorkomt daarmee verschillen in input timing.
*Druk op ‘HI’ als u de timing, die gebruikt is om geluiden
in te voeren, wilt behouden.
Geldige instellingen:
Kwart noot Zestiende noot triool
Kwart noot triool Tweeëndertigste noot
Achtste noot Tweeëndertigste noot
Achtste noot triool triool
Zestiende noot
Tempo
Maat
Maatsoort Quantize
146
Originele patronen creëren
Rev0.10
5
Druk op CURSOR [] [] om ‘REC’ te selecteren,
en druk dan op [ENTER].
Een één-maats opmaat wordt gespeeld en dan start de
Realtime Recording.
*U kunt ook de Realtime Recording starten door op de [REC]
knop te drukken.
6
Voer de drumgeluiden in door in de gewenste timing
op de drum pads te tikken.
7
Lees het tempo en/of de Quantize instellingen.
8
Wanneer u klaar bent met het invoeren van data,
dient u op [EXIT] te drukken.
*U kunt in plaats hiervan op [STOP] drukken.
U kunt de perfomances gelijk met de metronoom oefenen
(repeteren) voordat u Realtime Recording uitvoert. Tijdens
het oefenen worden de drumgeluiden alleen gespeeld en
niet op het patroon te laden (importeren), wanneer u op de
Track knoppen drukt.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN].
[PATTERN] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
[PAD] licht op en geeft aan, dat de drum pads gebruikt
kunnen worden.
fig.04-340
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘REAL’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Recording stand-by venster verschijnt in het
scherm.
4
Gebruik herhaaldelijk CURSOR [] [] om de
cursor naar ‘RHR’ te verplaatsen, en druk op
[ENTER].
De BR-600 gaat over in de Rehearsal mode.
fig.04-360
5
Tik op de drum pads om de Performance te oefenen.
De drumgeluiden worden gespeeld, maar niet op het
patroon opgenomen.
6
Wanneer u klaar bent met repeteren, dient u de cursor
naar ‘[STOP]’ te verplaatsen en op [ENTER] te
drukken.
*U kunt in plaats hiervan op [STOP] drukken.
Opnames repeteren
147
Originele patronen creëren
Rev0.10
Sectie 4
Tijdens Realtime Recording kunt u alle drumgeluiden wis-
sen, die u niet nodig heeft, door [DELETE/MUTE] inge-
drukt te houden en op de drum pad te drukken voor het
ongewenste drumgeluid, dat u wilt wissen.
1
Houd [DELETE/MUTE] ingedrukt, en druk op de
drum pad voor het drumgeluid, dat u wilt wissen.
Het corresponderende drumgeluid wordt gewist, zo
lang het drum pad ingedrukt wordt.
1
In het Recording stand-by venster in Realtime
Recording dient u op CURSOR [] te drukken om
de cursor naar ‘Click’ te verplaatsen.
fig.04-370
1
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het
metronoom volume aan te passen.
Geldige instellingen: 0-3
Ongewenste drumgeluiden
wissen
Het metronomoom volume
veranderen
Originele patronen creëren
Rev0.10
148
Geluiden één voor één invoeren, terwijl u de input
visueel bevestigt (Step Recording)
Wanneer u patronen invoert, kunt u drumgeluiden één
voor één toevoegen, en de input visueel bevestigen in het
scherm. Dit is handig voor het invoeren van patronen die
moeilijk met behulp van drum pads zijn uit te voeren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN].
[PATTERN] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
fig.04-380
3
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om een song patroon (S0001-100) te
selecteren.
*U kunt niet naar de preset patronen opnemen.
4
Gebruik CURSOR [] [] om de cursor naar
‘Step’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Recording stand-by venster verschijnt.
fig.04-390
5
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE
draaiknop om de maat, beat en quantize in te stellen,
van waaraf u wilt beginnen met het opnemen van het
patroon.
fig.400
Measure (Maat)
Hiermee stelt u het aantal maten in het patroon in, dat
opgenomen moet worden.
Geldige instellingen: 1 – 999
Tempo
Wanneer u opneemt, stelt u hiermee het tempo in
waarmee u het patroon bevestigt.
Geldige instellingen: 25.0 – 250.0
*De tempo instelling hier is exclusief voor bevestiging van
de patroon opname. Dit tempo wordt niet bij het
patroon opgeslagen (u kunt geen afzonderlijke tempo
instellingen maken voor de patronen zelf).
Time signature
Hiermee stelt u de signatuur (bijvoorbeeld de beat) in
voor het patroon dat opgenomen moet worden.
Geldige instellingen: 1/1 – 8/1, 1/2- 8/2, 1/4- 8/4, 1/8
– 8/8
Quantize
Hiermee stelt u de resolutie in voor de stappen, die
ingevoerd worden.
Kwart noot (96) Zestiende noot triool
Kwart noot triool (64) Tweeëndertigste noot
(12)
Achtste noot (48) Tweeëndertigste noot
triool (8)
Achtste noot triool (32)
Zestiende noot (24)
De nummers die tussen haakjes staan geven de tijd aan.
Hoe lager de ingestelde waarde, des te zuiver de resolu-
tie van elke beat wordt.
(Vb) : Hier kunt u geluiden in lengtes van achtste noten
invoeren.
(Vb): : Hier kunt u geluiden in lengtes van zestiende
noten invoeren
.
Tempo
Maat
Maatsoort
Quantize
1 beat
1 beat
149
Originele patronen creëren
Rev0.10
Sectie 4
6
Druk op CURSOR [] [] om ‘REC’ te selecteren,
en druk op [ENTER].
Het opnemen begint.
*U kunt ook met opnemen beginnen door op [REC] te
drukken.
7
Gebruik CURSOR [] om de cursor naar de positie
te verplaatsen, waar het drumgeluid, dat op dat
moment ingevoerd kan worden, wordt weergegeven.
8
Stel het drumgeluid in door gebruik te maken van de
TIME/VALUE draaiknop.
9
Gebruik CURSOR [] om de cursor naar de rij
eronder te verplaatsen, en draai dan de TIME/VALUE
draaiknop één keer naar rechts (met de klok mee) om
de cursor naar de positie te verplaatsen, waar het
geluid ingevoerd zal gaan worden.
Het drumgeluid wordt ingevoerd en de ‘ ’ wordt
weergegeven.
10
Stel het volume van het drumgeluid in door de
TIME/VALUE draaiknop te gebruiken.
De grootte van ‘ ’ in het scherm verandert naar
gelang de volume instelling.
High(Velocity : 127)
Medium(Velocity :100)
Low(Velocity : 70)
*U kunt Track fader 1 gebruiken om nog nauwkeurigere
volume instellingen te maken. De indicatie voor het volume
(Velocity) verandert, afhankelijk van het niveau. ‘High’
wordt voor waarden van 101 tot 127 weergegeven.
‘Medium’ wordt voor waarden van 71 tot 100 weergegeven.
‘Low’ verschijnt, wanneer ingesteld op 70 of minder.
* De volgende methode is een alternatief voor het invoeren met
behulp van de TIME/VALUE draaiknop.
1) Druk op [ENTER].
2) Druk op de Rhythm pad.
(Als het op dat moment op het scherm weergegeven
drumgeluid hetzelfde is als het ingevoerde drumge-
luid, wordt het geluid direct ingevoerd. Als de drum-
geluiden niet hetzelfde zijn, dient u het drumgeluid in
het scherm eerst te veranderen, zodat het geluid voor
de ingedrukte pad wordt weergegeven, en dan de pad
nogmaals in te drukken om het geluid in te voeren.)
*Wanneer u invoert met behulp van de bovenstaande
procedure, wordt het volume ingesteld op de waarde die
door Track fader 1 is ingesteld.
*U kunt op [PLAY] drukken om de drumgeluiden af te
spelen, die tot dan toe zijn ingevoerd. Druk op [STOP] om
het afspelen te stoppen.
Over het Patroon scherm
U kunt de timing bevestigen, waarop elk drumgeluid
in het patroon scherm wordt afgespeeld.
De ‘ ’ geeft de beat timing aan.
* Wanneer een grove Quantize instelling wordt gebruikt,
geeft de ‘ ’ een halve of kwart noot timing aan.
Wanneer u hoge resolutie Quantize instellingen maakt,
zult u misschien niet in staat zijn om het hele patroon
van begint tot eind in één keer op het scherm te bekij-
ken. U kunt CURSOR [] gebruiken om de volgende
pagina weer te geven. U kunt ook [REW] of [FF] gebrui-
ken om door de pagina’s heen te bewegen.
Beat Timing
150
Originele patronen creëren
Rev0.10
11
Als u per ongeluk het verkeerde drumgeluid heeft
ingevoerd, kunt u dat geluid wissen.
U kunt de volgende procedure gebruiken om drumge-
luiden te wissen.
Verplaats de cursor naar de positie van het drumge-
luid, dat u wilt wissen, en voer dan het volgende han-
delingen uit.
•Roteer de TIME/VALUE draaiknop helemaal naar
rechts.
•Druk op [ENTER].
•Wijzig het scherm, zodat het aangeeft welk drumge-
luid u wilt wissen. Houd dan [DELETE/MUTE]
ingedrukt, en druk op de drum pad om het drumge-
luid te wissen.
12
Pas het tempo en/of de Quantize instellingen aan,
zoals u wenst.
13
Herhaal stappen 7-12 indien nodig of druk op [STOP]
om het proces te stoppen.
14
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de data,
dient u op [EXIT] te drukken.
*U kunt in plaats hiervan op [STOP] drukken.
15
Druk herhaaldelijk op [EXIT], totdat het Play venster
in het scherm terugkeert.
* ’Keep Power On!’ verschijnt in het scherm en de ingevoerde
drumgeluiden worden opgeslagen.
Als u, gebruikmakend van een fijne Quantize instel-
ling, drumgeluiden invoert en dan de quantization wij-
zigt in een instelling die minder nauwkeurig is, zal de
BR-600 niet in staat zijn om alle drumgeluiden in één cel
weer te geven.
Als er meer dan één drumgeluid aanwezig is in
dezelfde cel, wordt dit met een ‘ ’ in het scherm
weergegeven.
(Vb.)Wanneer drumgeluiden met gebruikmaking van
een quantization van ‘ ’ ingevoerd worden en
de quantization daarna verandert in ‘ ’.
Over het drumgeluid
‘’
scherm
Rev0.10
151
Sectie 4
Patronen benoemen
Song patronen kunnen een naam krijgen (patroon naam),
die maximaal uit acht karakters bestaat.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN].
[PATTERN] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
Het Pattern Edit venster verschijnt in het scherm.
3
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om een song patroon te selecteren (S0001-
100).
fig.04-450
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘NAME’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Change Pattern Name venster verschijnt in het
scherm.
fig.04-460
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de tekens te veranderen.
Nadat u de cursor naar een letter heeft verplaatst, kunt
u hoofd en kleine letters afwisselen door op [ENTER]
te drukken.
6
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
‘Keep Power On!’ verschijnt in het scherm en de veran-
derde patroon naam wordt opgeslagen.
U kunt de namen van de preset patronen niet wijzigen.
152
Rev0.10
Patronen kopiëren
Wanneer u een preset patroon een beetje wilt veranderen
om een gewenst patroon te creëren, kunt u het preset
patroon naar een song patroon kopiëren, waarna u de totale
vrijheid heeft om de Performance data te wijzigen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN].
[PATTERN] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
Het Pattern Edit venster verschijnt in het scherm.
3
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het copy-source patroon te selecteren.
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘COPY’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Pattern Copy venster verschijnt in het scherm.
fig.04-470
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het copy-destination patroon te
selecteren (S001 – S100).
6
Druk op [ENTER].
Het venster om het kopiëren te bevestigen verschijnt in
het scherm.
fig.04-480
7
Druk weer op [ENTER].
‘Keep Power On!’ verschijnt in het scherm en het
kopiëren wordt uitgevoerd.
8
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
U kunt de namen van de preset patronen niet kopiëren.
Rev0.10
153
Sectie 4
Patronen wissen
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN].
[PATTERN] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
Het Pattern Edit venster verschijnt in het scherm.
3
Gebruik CURSOR [] [] om de cursor naar
‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.04-481
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het song
patroon te selecteren (S001 – S100)
5
Druk op [ENTER].
Het venster om het wissen te bevestigen verschijnt in
het scherm.
fig.03-600
6
Als u het patroon wilt wissen, dient u op [ENTER] te
drukken.
Om ongedaan te maken, dient u op [EXIT] te drukken.
7
‘Keep Power On!’ verschijnt en de inhoud van het
patroon wordt gewist.
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
U kunt de preset patronen niet wissen.
154
Rev0.10
Originele arrangementen creëren
Met de BR-600 kunt u patronen ordenen in de volgorde die
u wilt, waardoor u in staat bent om in alle vrijheid songs
van begint tot eind naar eigen inzicht te componeren. U
kunt deze gearrangeerde patronen dan als song arrange-
menten opslaan.
U kunt song arrangementen creëren, die uit maximaal 999
maten bestaan.
Probeer nu een echt arrangement te creëren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE].
[ARRANGE] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het nummer te selecteren voor het song
arrangement, dat u wilt creëren.
* Als u hier een preset patroon selecteert, zult u niet in staat
zijn om verder enige handelingen in het patroon uit te
voeren.
3
Druk op [RHYTHM EDIT].
fig.04-500
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘STEP’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Recording stand-by venster verschijnt in het
scherm.
fig.04-510
5
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘STEP’ te verplaatsen en draai dan aan de TIME/
VALUE draaiknop om de stap te selecteren, die
bewerkt moet worden.
U kunt op [REW] drukken om naar de direct vooraf-
gaande stap te gaan of op [FF] drukken om naar de
volgende stap te gaan.
Over stappen
Een song arrangement wordt eigenlijk tot mode
gebracht door het arrangeren van ‘stappen.’ Een stap is
de data, die een patroon nummer combineert met de
maat waarin het patroon moet beginnen.
Voorbeeld,
Deel van Maatlengte Patroon
Composition
Intro 2 maten Patroon P001
Melodie A 16 maten Patroon S002
Melodie B 8 maten Patroon S003
Brurg 8 maten Patroon S099
Einde 2 maten Patroon P006
Als een song gecomponeerd is door gebruik te maken
van de patronen zoals ze hierboven zijn gearrangeerd,
zal dat arrangement uit de volgende stappen bestaan:
Stap Start Maat
nummer patroon nummer
Stap 1 1 P001: ROCK-1 IN
Stap 2 3 S002: Original A
Stap 3 19 S003: Original B
Stap 4 27 S099: Original C
Stap 5 35 P006: ROCK-1 E
Stap 6 37 P327: BREAK
Met andere woorden, aangezien zelfs lange songs
opeenvolgingen van deze compositionele eenheden of
stappen zijn, kunnen deze songs met minder stappen
afgemaakt worden.
Met de BR-600 kunt u maximaal 50 opeenvolgende
stappen arrangeren.
Stap
Patroon nummer
Start maat
Maatsoort
Tempo
Patroon naam
155
Originele arrangementen creëren
Rev0.10
Sectie 4
6
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar de
parameter te verplaatsen, die u wilt veranderen, draai
dan aan de TIME/VALUE draaiknop om de waarde
van de instelling te veranderen.
U kunt op [PLAY] drukken om het geluid van het
patroon in de op dat moment geselecteerde stap te spe-
len.
Starting measure (Start maat)
Hiermee stelt u de maat in vanaf het punt, dat de uit-
voering van het geselecteerde patroon voor de huidige
stap dient te beginnen.
fig.04-520
Pattern number (Patroon nummer)
Hiermee selecteert u het patroon. Zoals u in de vol-
gende figuur kunt zien, worden patronen voor elke
stap geselecteerd.
fig.04-530
Beat
Hiermee geeft u de beat voor het geselecteerde patroon
in de huidige stap aan.
Tempo
Hiermee stelt u het tempo in, waarin het patroon gese-
lecteerd voor de huidige stap, uitgevoerd moet wor-
den.
Geldige instellingen: 25.0 – 250.0
7
Wanneer u klaar bent met het maken van het
arrangement, dient u meerdere malen op [EXIT] te
drukken.
Het Play venster verschijnt weer in het scherm, en het
zojuist gecreëerde arrangement is opgeslagen.
* Terwijl de data bijgewerkt wordt, verschijnt het bericht
‘Keep power on!’ in het bovenste gedeelte van het scherm,
terwijl eronder wordt weergegeven, wat er op dat moment
gebeurt.
Intro
(1 maat)
Couplet
(1 maat)
Stap 1 Stap 2
Start maat
Start maat
001 002 003
003
Intro
(2 maten)
Couplet
(1 maten)
Stap 1 Stap 2
001 002
Stel de start maat in op “3” in stap 2
Intro
(2 maten)
Tempo: 120.0
Couplet
(1 maat)
Tempo: 110.0
Fill
(1 maat)
Tempo: 110.0
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Start maat
001 003 004
De start maat voor stap 1 staat altijd ingesteld op
‘001.’ Dit kan niet veranderd worden.
•U kunt een maat niet instellen in een stap, die ook
in de voorgaande stap of eerder is ingesteld.
•U kunt geen maten achter de start maat van de
daaropvolgende stap instellen.
Wanneer een arrangement vanaf het Play venster
wordt gespeeld, speelt het arrangement helemaal
tot het einde, en dan wordt de uitvoering van het
patroon van de laatst ingestelde stap herhaald.
Door het preset patroon voor de laatste stap dus
op ‘P327:BREAK’ in te stellen, kunt u herhaalde-
lijk een pauze laten spelen, waardoor het lijkt alsof
de uitvoering van het arrangement gestopt is.
fig.540
Intro Couplet
Stap 1 Stap 2
Einde
P327
BREAK
Stap ** Stap **
156
Originele arrangementen creëren
Rev0.10
Volg de procedure hieronder om een nieuwe stap in te voe-
gen.
fig.04-550
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE], zodat de knop oplicht.
[ARRANGE] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
Het Arrangement Edit venster verschijnt in het scherm.
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘STEP’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Step Recording venster van het arrangement ver-
schijnt in het scherm.
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de locatie in te stellen (step number),
waar de data moet worden ingevoegd.
fig.04-560
5
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘INSERT’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
‘Insert!’ verschijnt in het scherm en geeft aan, dat de
geselecteerde stap gekopieerd en ingevoegd is. Wan-
neer dit is uitgevoerd, keert het Step Recording venster
automatisch terug in het scherm.
* Om de handeling ongedaan te maken, dient u op CURSOR
[] [] te drukken om naar het Arrangement Edit
venster terug te keren.
Hiermee wist u de inhoud van de op dat moment geselec-
teerde stap. De inhoud van de volgende stappen worden
naar voren gebracht om de lege ruimte van de gewiste stap
op te vullen.
fig.04-570
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE], zodat de knop gaat branden.
[ARRANGE] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
Het Arrangement Edit venster verschijnt in het scherm.
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘STEP’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Step Recording venster van het arrangement ver-
schijnt in het scherm.
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de stap in te stellen, die u wilt wissen.
fig.04-680
5
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
‘Erase!’ verschijnt in het scherm en het Step Recording
venster keert automatisch in het scherm terug.
Wanneer alleen stap 1 overblijft, kan niet meer data
gewist worden.
* Om de handeling ongedaan te maken, dient u op CURSOR
[] [] te drukken om naar het Arrangement Edit
venster terug te keren.
Stappen invoegen
Intro Couplet Fill
Couplet
Couplet
Invoegen
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Intro
Couplet Fill
Stap 1
Stap 2 Stap 3 Stap 4
Stappen wissen
Intro Couplet Fill
Couplet
Wissen
Stap 1 Stap 2
Couplet
Stap 4Stap 3
Intro
Couplet
Stap 1
Stap 2 Stap 3
Rev0.10
157
Sectie 4
Arrangementen een naam geven
U kunt song arrangementen een naam naar keuze geven
(arrangement naam). De naam mag uit maximaal acht
tekens bestaan.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE].
[ARRANGE] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
Het Arrangement Edit venster verschijnt in het scherm.
3
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om een song arrangement (S01 – 05) te
selecteren.
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘NAME’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Change Arrangement Name venster verschijnt in
het scherm.
fig.04-590
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de tekens te veranderen.
Nadat u de cursor naar een letter heeft verplaatst, kunt
u hoofd en kleine letters afwisselen door op [ENTER]
te drukken.
6
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
‘Keep power on!’ verschijnt in het scherm en de gewij-
zigde arrangement naam wordt opgeslagen.
De Preset Arrangement namen zijn permanent aan de
BR-600 toegekend. Deze namen kunnen niet veranderd
worden.
158
Rev0.10
Arrangementen kopiëren
Wanneer u een preset arrangement een beetje wilt verande-
ren om een gewenst arrangement te creëren of een variant
van een source arrangement wilt maken, kunt u het preset
arrangement als song arrangement kopiëren, waarna u het
naar wens kunt veranderen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE].
[ARRANGE] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
3
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het copy-source arrangement te
selecteren.
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘COPY’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Copy Arrangement venster verschijnt in het
scherm.
fig.04-600
5
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om het copy-
destination song arrangement (S01-S05) te selecteren.
6
Druk op [ENTER].
Het venster om het kopiëren te bevestigen verschijnt in
het scherm.
fig.04-610
7
Druk weer op [ENTER].
‘Keep power on!’ verschijnt in het scherm en het kopië-
ren wordt uitgevoerd.
8
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
U kunt niet naar de preset aRangementen kopiëren.
Rev0.10
159
Sectie 4
Arrangementen wissen
Hiermee wist u stap 2 en alle daarop volgende stappen in
het op dat moment geselecteerde song arrangement.
Stap 1 kan niet gewist worden, maar blijft in plaats daarvan
met de stap ingesteld op ‘Metro’(Metronoom) staan.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE].
[ARRANGE] en [RHYTHM ON/OFF] lichten op.
2
Druk op [RHYTHM EDIT].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.04-620
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de song
arrangement (S01 – S05) te selecteren.
5
Druk op [ENTER].
Het venster ter bevestiging van het wissen verschijnt in
het scherm.
fig.04-630
6
Als u het arrangement wilt wissen, dient u op
[ENTER] te drukken.
Om dit te annuleren drukt u op [EXIT].
* ‘Keep power on!’ verschijnt in het scherm, en de inhoud van
het arrangement wordt gewist.
7
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play venster
terug te keren.
U kunt de preset aRangementen niet wissen.
MEMO
Rev0.10
160
161
Sectie 5
USB
gebruiken
Section5 Using USB
162
Rev0.10
Voordat u USB gebruikt (Overzicht)
De BR-600 is uitgerust met een USB poort waarmee u de
BR-600 direct op computer kunt aansluiten, waardoor u de
volgende handelingen uit kunt voeren.
Een reservekopie maken van de data van de BR-600
BR-600 track data opslaan in WAV/AIFF formaat
(WAV/AIFF Export)
WAV/AIFF bestanden laden in BR-600 tracks (WAV/
AIFF Import)
SMF’s importeren en patronen creëren
Drumgeluiden van WAV/AIFF bestanden laden
Windows
Windows Me/ 2000/ XP
Macintosh
Mac OS 9.1.x/ 9.2.x
Mac OS X
Driver
De BR-600 gebruikt een standaard DRIVER, die zich in OS
bevindt.
De DRIVER zal automatisch geïnstalleerd worden, wan-
neer deze via USB op de computer is aangesloten.
De gecreëerde mappen en bestanden worden hieronder
weergegeven.
fig.05-010
ROLAND map
De structuur van de bestanden en mappen in de BR-600 is
als volgt.
BRO map
Song data (data opnemen, song arrangementen/patronen/
drumkits, effect Song Patches en song informatie) wordt in
elke song map opgeslagen.
TONELOAD map
WAV en AIFF bestanden, geladen voor gebruik als drumge-
luiden, zullen hier opgeslagen worden (p. 174, p.186).
SMF map
SMF bestanden geladen voor gebruik in song patronen zul-
len hier opgeslagen worden (p.172, p.184) .
Hoe USB gebruikt kan
worden
Compatibele
besturingssystemen
Wat is USB?
USB, een afkorting van ‘Universal Serial Bus’ is een
interface, waarmee computers op verschillende rand-
apparaten aangesloten kunnen worden. Door USB te
gebruiken, heeft u de mogelijkheid om verschillende
randapparaten met één enkele USB kabel aan te slui-
ten en ook nog in snelle data overdracht te voorzien.
Bovendien kunt u de randapparatuur aansluiten en
loskoppelen met de stroomtoevoer aan en kan de
computer automatisch herkennen wanneer apparaten
aangesloten zijn (U zult misschien instellingen moeten
maken wanneer u bepaalde apparaten aansluit).
Realtime audiosignalen en MIDI berichten kunnen niet
via de USB connector van de BR-600 verwerkt worden.
Samenstelling van data op
geheugenkaarten
SONG0001 map
Schijf-informatie
Basis directory
ROLAND map
BR0 map
SONG0000 map
TONELOAD
map
USB map
WAV/AIFF bestand
SMF map
SMF bestand
WAV/AIFF bestand
Song-informatie
Effect parameter
Pattern sequence data
Arrangement Sequence Data
Drum kit geluid data
Pitch correctie data
Opgenomen data
Opgenomen L tijdelijke data
Opgenomen R tijdelijke data
Opgenomen event data
De mappen worden voor
elke song gecreëerd
163
Voordat u USB gebruikt (Overzicht)
Rev0.10
Sectie 5
USB map
WAV en AIFF bestanden geladen naar de Tracks van de BR-
600 en de WAV en AIFF bestanden opgeslagen op compu-
ters (Track data geconverteerd naar WAV en AIFF formaat)
zullen hier opgeslagen worden (p.167, p.170, p.180, p.182).
Mappen en bestanden gecreëerd op
geheugenkaarten worden
weergegeven in het computervenster.
Wanneer u verder gaat met een handeling, wordt het
‘BOSS_BR-600’ icoontje toegevoegd in het computervenster.
* Met bepaalde versies van Windows OS kan het zijn, dat het
‘Removable disk (*:)’ wordt weergegeven.
fig.05-020
Wanneer u op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje klikt (of op het
‘Removable disk (*:)’ icoontje) of dubbelklikt het ‘BOSS-BR-
600’ icoontje op de Macintosh, wordt het ‘ROLAND’
bestand weergegeven.
Open deze map om de ‘BRO’, de ‘TONELOAD’ map, de
‘SMF’ map en de ‘USB’ map weer te geven.
fig.05-030
Gebruik de USB kabel om de BR-600 op uw computer aan te
sluiten.
* USB kabels kunt u in een muziek of computerwinkel
aanschaffen.
fig.05-040
Voer geen van de volgende acties uit, wanneer de BR-600
via de USB is aangesloten.
Deze handelingen kunnen tot gevolg hebben, dat de com-
puter niet reageert op de data.
Data op geheugenkaarten kan ook vervormd zijn.
Niet doen:
De USB kabel loskoppelen
De geheugenkaart verwijderen
De computer in stand-by of slaapstand zetten, her-
starten of uitzetten
De stroomtoevoer naar de BR-600 uitzetten
Wanneer u Windows XP/2000
gebruikt
Als u Windows XP/2000 gebruikt, dient u in te loggen in
Windows als één van de volgende gebruikers:
Administrator of andere gebruiker met de privileges
van de Administrators groep
Een gebruiker, waarvan het account type de Compu-
ter Administrator is
Wees er op bedacht dat u de USB verbinding niet correct
kunt afsluiten als de gebruikersnaam niet één van boven-
staande is.
Voor meer details kunt u de systeembeheerder consulteren
van de gebruikte computer.
BOSS_BR-900
BOSS_BR-600
Windows XP
Windows 2000
Macintosh
BOSS_BR-600
Verwijderbare
disk (*:)
(Vb.)
(Vb.)
(Vb.)
BOSS_BR-600
(Ex.)
Een computer aansluiten
Opmerkingen over het
gebruik van USB
USB kabel
Naar USB aansluiting
van decomputer
164
Rev0.10
Met Windows
Als een geheugenkaart vol is of wanneer u belangrijke data
op uw computer op wilt slaan, kunt u een reservekopie
maken.
Wij raden u aan veelvuldig reserve kopieën te maken om
het risico van dataverlies te minimaliseren als een geheu-
genkaart beschadigd raakt.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en de
recorder gestopt is, dan drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster is weergegeven. Bekijk p. 214 voor instructies
over hoe u dit probleem op kunt lossen.
Het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’)
icoontje wordt op het computerscherm weergegeven.
fig.05-060
5
Maak een reservekopie van de data.
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare
disk (*:)’) icoontje.
2) Sleep de ‘ROLAND’ map naar de map van de
computer en deponeer de gegevens in de map.
fig.05-070
Wanneer u klaar bent met maken van de reservekopie,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
6
Verbreek de aansluiting met de computer.
Met Windows XP
Klik in My Computer met de rechtermuisknop op het
‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable disk (*:)
icoontje’om de disk er uit te halen.
* Als u hiermee de disk niet kunt verwijderen, dient u de
onderstaande procedure te volgen.
1) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht dat
wordt weergegeven.
BR-600 data opslaan op
computers (Backup)
Van de volgende typen song data kan een reservekopie
gemaakt worden.
Opgenomen data
Mixer status (pan, Track EQ etc.)
Invoegeffect Song Patches
Mastering Tool Kit Song Patches
Pitch correctie Song Patches
Song ritme arrangementen/ritme patronen
Song loop effecten
Tuner
Utilities (behalve voor LCD Contrast)
BOSS_BR-600
Verwijderbare disk (*:)
(Vb.)
165
Met Windows
Rev0.10
Sectie 5
fig.05-080
2) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
Met Windows 2000/Me
1) Klik in My Computer met de rechtermuisknop op
het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable
disk (*:)’ icoontje) om de disk er uit te halen.
2) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
3) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
7
Druk op [EXIT].
Het USB venster keert terug in het scherm.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de computer loskoppelt,
verschijnt het volgende venster.
In dat geval dient u op [ENTER] te drukken om naar het
USB venster in het scherm terug te keren.
fig.05-100
8
Wanneer u de reservekopie heeft gemaakt, dient u op
[EXIT] te drukken om naar het Play venster terug te
keren.
Op dat moment kunt u veilig de USB kabel van de BR-
600 en de computer verwijderen.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en als de
recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-050
*U kunt de volgende handelingen niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster is weergegeven. Bekijk p.214 voor instructies
omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’)
icoontje wordt op het computerscherm weergegeven.
fig.05-060
Werkbalk
Opdrachten
Werkbalk
Opdrachten
Reservekopie data teruglezen
naar de BR-600 vanuit de PC
(Recover)
Wanneer de BR-600 Recover uitvoert, zal de data op de
geheugenkaarten overschreven worden.
BOSS_BR-600
Verwijderbare disk (*:)
(Vb.)
166
Met Windows
Rev0.10
5
Wanneer u data terugplaatst van een computer naar
de BR-600 dient u de ‘ROLAND’ map naar het
‘BOSS_BR-600’ icoontje te slepen (of naar het
‘Removable disk (*:)’ icoontje) en het daar te
deponeren (overschrijven).
fig.05-070
Wanneer u klaar bent met het herstellen van de data,
keert het Idling venster terug in het scherm.
6
Verbreek de aansluiting met de computer.
Met Windows XP
Klik in My Computer met de rechtermuisknop op het
‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable disk (*:)’
icoontje) om de disk er uit te halen.
* Als u hiermee de disk niet kunt verwijderen, dient u de
onderstaande procedure te volgen.
1) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
2) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
Met Windows 2000/Me
1) Klik in My Computer met de rechtermuisknop op
het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable
disk (*:)’ icoontje) om de disk er uit te halen.
2) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
3) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
7
Druk op [EXIT].
Het USB venster keert terug in het scherm.
* Als u op [EXIT] drukt, zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnt het volgende venster.
In dit geval kunt u op [ENTER] drukken om het USB
venster in het scherm terug te laten keren.
fig.05-100
8
Wanneer er een backup gemaakt is van de data, dient
u op [EXIT] te drukken om naar het venster terug te
keren.
Nu kunt u de USB kabel veilig uit de BR-600 en de
computer halen.
Tijdens de hersteloperatie kunt u berichten tegen-
komen die u vragen of bepaalde bestanden over-
schreven kunnen worden – u dient dan altijd ‘YES’
te selecteren. Als ‘NO’ zelfs maar één keer geselec-
teerd wordt, zal de hersteloperatie incompleet
worden uitgevoerd en is het mogelijk dat de BR-
600 niet goed functioneert.
Wanneer de BR-600 Recover uitvoert, wordt de
data op de geheugenkaarten overschreven.
Werkbalk
Opdrachten
Werkbalk
Opdrachten
167
Met Windows
Rev0.10
Sectie 5
U kunt de Track data van de BR-600 naar WAV of AIFF
bestanden converteren, en deze op uw computer opslaan.
Wanneer u uw gemasterde Tracks naar WAV of AIFF
bestanden heeft geconverteerd, kunt u de computer gebrui-
ken om audio CD’s met deze data te creëren of om data
naar audio toepassingen te laden.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer de
recorder gestopt is, drukt u dan op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘USB’ te
verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘EXPORT’ met de TIME/VALUE draaiknop, en
druk dan op [ENTER].
fig.05-110
5
Druk op CURSOR [] [] om het bestandsformaat
te selecteren, en druk dan op [ENTER].
WAV: Dit is een audioformaat dat met name met
Windows wordt gebruikt .
AIFF: Dit audioformaat wordt met name gebruikt
met een Apple computer.
6
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren, die u op
wilt slaan.
Wanneer u in mono opslaat
fig.05-120
Wanneer u in stereo opslaat
* Selecteer de Track combinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.05-130
7
Druk op [ENTER].
De conversie van het WAV of AIFF bestand begint.
Bestandsnamen worden geconverteerd zoals hieronder
wordt aangegeven:
(Mono) (Stereo)
Track 1, V-Track 1 Track 1/2, V-Track 1
TR01_ _ _1.WAV or TR0102 _1.WAV or
TR01_ _ _1.AIF TR0102 _1.AIF
Track 1, V-Track 2 Track 1/2, V-Track 2
TR01_ _ _2.WAV or TR0102 _2.WAV or
TR01_ _ _2.AIF TR0102 _2.AIF
Track 6, V-Track 7 Track 7/8, V-Track 7
TR06_ _ _7.WAV or TR0708_7.WAV or
TR06_ _ _7.AIF TR0708_7.AIF
Track 6, V-Track 8 Track 7/8, V-Track 8
TR06_ _ _8.WAV or TR0708_8.WAV or
TR06_ _ _8.AIF TR0708_8.AIF
* Het converteren van songs kost ongeveer net zoveel tijd
(twee keer zo lang in stereo) als wanneer het de source
song data afspeelt.
Wanneer de conversie gemaakt is, verschijnt het
‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’) icoontje in
het computerscherm.
fig.05-060
BR-600 Track data opslaan
in WAV/AIFF formaat
(WAV/AIFF Export)
BOSS_BR-600
Verwijderbare disk (*:)
(Vb.)
168
Met Windows
Rev0.10
8
Exporteer het WAV of AIFF bestand naar de
computer.
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het
‘Removable disk (*:)’ icoontje).
2) Sleep het WAV of AIFF bestand in de ‘USB’ map
in de ‘ROLAND’ map naar de map op de
computer, en deponeer het in de map.
fig.05-150
Wanneer u klaar bent met maken van de reservekopie,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
9
Verbreek de aansluiting met de computer.
Met Windows XP
Klik in My Computer met de rechtermuisknop op het
‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable disk (*:)’
icoontje) om de disk er uit te halen.
* Als u hiermee de disk niet kunt verwijderen, dient u de
onderstaande procedure te volgen.
1) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
weergegeven.
fig.05-080
2) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
Met Windows 2000/Me
1) Klik in My Computer met de rechtermuisknop op
het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable
disk (*:)’ icoontje) om de disk er uit te halen.
2) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
3) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
10
Druk op [EXIT].
Het bestandsformaat selectie venster keert terug in het
scherm.
De inhoud van de ‘USB’ map wordt automatisch
gewist op het moment, dat de [EXIT] knop is
ingedrukt.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de aansluiting met de
computer verbreekt, verschijnt het volgende venster.
In dit geval kunt u op [ENTER] drukken om het
bestandsformaat selectie venster weer te laten verschijnen.
fig.05-180
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer verwijderen.
11
Herhaal stappen 4-9 indien nodig.
12
Wanneer u klaar bent met het exporteren van de
WAV of AIFF bestand(en), dient u meerdere malen
op [EXIT] te drukken om naar het Play venster terug
te keren.
Werkbalk
Opdrachten
Werkbalk
Opdrachten
169
Met Windows
Rev0.10
Sectie 5
Wanneer u WAV of AIFF bestanden exporteert, moet er vol-
doende vrije ruimte zijn op geheugenkaarten om de bestan-
den op te kunnen slaan. Als er te weinig geheugen beschik-
baar is, en het ‘Card Full!’ fout bericht verschijnt, dan zijn er
twee manieren waarop u dit probleem op kunt lossen:
1. Ongewenste data van de
geheugenkaart wissen
1
Maak een reservekopie op de kaart (zie p.164).
2
Wis songs, die u niet nodig heeft (Song Erase) (zie
p.86).
3
Wis ook andere Track data dan de data voor de
Tracks, die u wilt exporteren (Track Erase) (zie p.82).
4
Voer Song Optimize uit (zie p.87).
5
Exporteer de data.
6
Herstel de data.
2. Gebruik een geheugenkaart met
een grotere capaciteit
Voor meer informatie over geheugenkaarten (Compact-
Flash) voor de BR-600, dient u het aparte blad ‘Over geheu-
genkaarten’ te lezen.
1
Maak een reservekopie van de data op de kaart (zie
p.164).
2
Steek de geheugenkaart met grotere capaciteit in de
BR-600 en formatteer de kaart dan (zie p.199).
3
Herstel de data (zie p.165).
Problemen gerelateerd aan
onvoldoende geheugen oplossen
wanneer u WAV/AIFF exporteert
170
Met Windows
Rev0.10
U kunt WAV of AIFF bestanden van de computer halen, bij-
voorbeeld bestanden die u gecreëerd heeft met behulp van
audio software toepassingen, en deze laden naar de Tracks
van de BR-600.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer de
recorder is gestopt, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘USB’ te
verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘IMPORT’ met de TIME/VALUE draaiknop, en
druk dan op [ENTER].
fig.05-190
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren, die u wilt
laden, en druk dan op [ENTER].
Wanneer u naar de Tracks in mono laadt
fig.05-200
Wanneer u naar de Tracks in stereo laadt
* Selecteer de Track combinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.05-210
6
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om
de maat of positie in de Track te specificeren, waar het
laden dient te beginnen, en druk dan op [ENTER].
fig.05-220
Het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’)
icoontje verschijnt in het computerscherm.
fig.05-060
WAV/AIFF bestanden laden
in BR-600 Tracks (WAV/
AIFF Import)
Wave data in de volgende formaten kunnen geïmpor-
teerd worden.
U kunt geen wave data in andere formaten impor-
teren.
WAV of AIFF formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Sample snelheid: 44.1 kHz
Gecomprimeerde WAV bestanden of AIFF bestan-
den kunnen niet geladen worden.
Extreem korte waveform data (korter dan ongeveer 1
seconde) kan niet worden geladen.
De loop point instellingen binnen een AIFF bestand
zullen genegeerd worden.
Voeg de extensie ‘WAV’ toe aan geïmporteerde WAV
bestanden en de ‘AIFF’ extensie aan AIFF bestanden.
Als het apparaat in Arrange mode staat op het
moment dat u importeert, vindt het importeren
plaats in overeenstemming met de timing van de
Arrange mode. Als het apparaat in Patroon mode
staat op het moment van importeren, vindt dit plaats
in overeenstemming met de timing van de Patroon
mode.
BOSS_BR-600
Verwijderbare disk (*:)
(Vb.)
171
Met Windows
Rev0.10
Sectie 5
7
Kopieer het WAV of AIFF bestand dat u wilt
kopiëren.
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het
“Removable disk (*:)” icoontje).
2) Sleep het geïmporteerde WAV of AIFF bestand
naar de “USB” map in de “ROLAND” map.
* Er kan tijdens het importeren slechts één bestand per keer
geïmporteerd worden. Sleep en deponeer niet meer dan
één bestand per keer.
fig.05-240
Wanneer u klaar bent met het kopiëren van de data,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
8
Verbreek de aansluiting met de computer.
Met Windows XP
Klik in My Computer met de rechtermuisknop op het
‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable disk (*:)’
icoontje) om de disk er uit te halen.
* Als u hiermee de disk niet kunt verwijderen, dient u de
onderstaande procedure te volgen.
1) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
2) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
Met Windows 2000/Me
1) Klik in My Computer met de rechtermuisknop op
het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable
disk (*:)’ icoontje) om de disk er uit te halen.
2) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
3) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
9
Druk op [EXIT].
Het WAV of AIFF bestand is geïmporteerd.
De inhoud van de ‘USB’ map wordt automatisch
gewist op het moment dat u klaar bent met importeren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de aansluiting met
uw computer verbreekt, verschijnt het volgende venster.
In dit geval kunt u op [ENTER] drukken om het WAV of
AIFF bestand te importeren.
fig.05-270
Nu u klaar bent met importeren, keert u terug naar het
venster, waarin u de import-source Track/V-Track
kunt specificeren.
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer trekken.
10
Herhaal stappen 4-9 indien nodig.
11
Wanneer u klaar bent met het importeren van de
WAV of AIFF bestand(en), dient u meerdere malen
op [EXIT] te drukken om naar het Play venster terug
te keren.
Werkbalk
Opdrachten
Werkbalk
Opdrachten
172
Met Windows
Rev0.10
U kunt SMF’s (Standard MIDI Files) importeren, die als
song patronen op geheugenkaarten zijn opgeslagen.
U kunt een verzameling song patronen vergroten door
SMF’s te creëren op de computer of een ander apparaat en
deze te kopiëren naar geheugenkaarten.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer
de recorder is gestopt, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-280
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster wordt weergegeven. Bekijk p.214 voor
instructies omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’)
icoontje verschijnt in het computerscherm.
fig.05-060
5
Kopieer de SMF.
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het
‘Removable disk (*:)’ icoontje).
2) Sleep de geïmporteerde SMF naar de ‘SMF’ map
in de ‘ROLAND’ map.
fig.05-300
Wanneer u klaar bent met het kopiëren van de data,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
6
Koppel de BR-600 los van de computer.
Met Windows XP
Klik in My Computer met de rechtermuisknop op het
‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable disk (*:)’
icoontje) om de disk er uit te halen.
* Als u hiermee de disk niet kunt verwijderen, dient u de
onderstaande procedure te volgen.
1) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
2) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
Met Windows 2000/Me
1) Klik in My Computer met de rechtermuisknop op
het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable
disk (*:)’ icoontje) om de disk er uit te halen.
2) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
SMF’s importeren en
patronen creëren
•U kunt geen SMF’s importeren, die uit meer dan
999 maten bestaan.
Voeg de extensie ‘MID’ toe aan de SMF’s, die u
importeert.
Gebruik bestandsnamen die uit acht alfanume-
rieke tekens bestaan.
BOSS_BR-600
Verwijderbare disk (*:)
(Vb.)
Werkbalk
Opdrachten
173
Met Windows
Rev0.10
Sectie 5
fig.05-080
3) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
7
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnen de volgende vensters. In dit
geval dient u eerst op [ENTER] en dan op [EXIT] te
drukken om naar het scherm terug te keren.
fig.05-330
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
8
Druk op [PATTERN], zodat de knop gaat branden.
fig.05-340
9
Druk op [RHYTHM EDIT].
10
Druk op [CURSOR] om de cursor naar ‘SMF’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
De namen van de SMF’s op de geheugenkaart worden
weergegeven.
fig.05-350
11
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de SMF te
selecteren, die u wilt importeren, en druk dan op
[ENTER].
12
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het
import-destination song patroon te selecteren, en
druk dan op [ENTER].
fig.05-360
Het importeren wordt uitgevoerd.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
Werkbalk
Opdrachten
Voor sommige SMF bestanden kan het aanzienlijk lang
duren om het bestand te importeren.
GM/GS/XG-compatibele SMF bestanden hebben over
het algemeen ritme perfomance data toegekend aan
MIDI kanaal 10. Om die reden importeert de BR-600
alleen data van het MIDI kanaal 10. Wees er op
bedacht, dat data die toegekend is aan andere kanalen
wordt genegeerd.
174
Met Windows
Rev0.10
U kunt WAV en AIFF bestanden naar de computer importe-
ren, en deze als drumgeluiden laden (TONE LOAD).
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer de
recorder is gestopt, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘USB’ te
verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-370
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster wordt weergegeven. Bekijk p.214 voor
instructies omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’)
icoontje verschijnt in het computerscherm.
fig.05-060
5
Importeer het WAV of AIFF bestand.
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het
‘Removable disk (*:)’ icoontje).
2) Sleep de geïmporteerde WAV of AIFF bestanden
naar de ‘TONELOAD’ map in de ‘ROLAND’ map.
fig.05-390
Wanneer u klaar bent met het importeren van de WAV
of AIFF bestanden, verschijnt het Idling venster weer
in het scherm.
Drumgeluiden laden uit
WAV/AIFF bestanden (Tone
Load)
Wave data in de volgende formaten kunnen geïm-
porteerd worden.
U kunt geen wave data in andere formaten importe-
ren.
WAV of AIFF formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Sample snelheid: 44.1 kHz
Gecomprimeerde WAV bestanden of AIFF bestan-
den kunnen niet geladen worden.
Extreem korte waveform data (korter dan ongeveer
100 ms) kan niet worden geladen.
De Loop Point instellingen binnen een AIFF bestand
zullen genegeerd worden.
U kunt drumgeluiden van maximaal 13 seconden
laden voor één drumkit.
(Voorbeeld)
Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal: 7
seconden
13 seconden totaal.
Stereo WAV en AIFF bestanden geïmporteerd met
behulp van Tone Load worden geladen als
‘mono’geluiden met de linker en rechterkanten.
BOSS_BR-600
Verwijderbare disk (*:)
(Vb.)
175
Met Windows
Rev0.10
Sectie 5
6
Verbreek de aansluiting met de computer.
Met Windows XP
Klik in My Computer met de rechtermuisknop op het
‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable disk (*:)’
icoontje) om de disk er uit te halen.
* Als u hiermee de disk niet kunt verwijderen, dient u de
onderstaande procedure te volgen.
1) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
2) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
Met Windows 2000/Me
1) Klik in My Computer met de rechtermuisknop op
het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable
disk (*:)’ icoontje) om de disk er uit te halen.
2) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
3) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
7
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnen de volgende vensters. In dit
geval dient u eerst op [ENTER] en dan op [EXIT] te
drukken om naar het scherm terug te keren.
fig.05-420
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
8
Druk op [UTILITY].
9
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TONE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.05-430
10
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘CARD’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
De namen van de WAV en AIFF bestanden op de
geheugenkaart worden weergegeven.
* WAV bestanden worden aangeven met het symbool ‘.W’;
‘.A’ staan voor AIFF bestanden.
fig.05-440
Werkbalk
Opdrachten
Werkbalk
Opdrachten
176
Met Windows
Rev0.10
11
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om het WAV of
AIFF bestand te selecteren, dat u als drumgeluid wilt
laden, en druk dan op [ENTER].
12
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de Load-
destination song drumkit te selecteren.
S1–5 : Song Drum Kit 1–5
fig.05-450
13
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het load-
destination drumgeluid te selecteren, en druk dan op
[ENTER].
Het laden wordt uitgevoerd.
Om dit te annuleren, dient u op [EXIT] te drukken.
fig.05-460
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
U kunt de BR-600 gebruiken om data van de BR-900CD, BR-
864 of BR-532 af te spelen.
* Zorg er eerst voor, dat u een reservekopie maakt van de
‘ROLAND’ map uit de BR-900CD/BR-864/BR-532 op de
computer.
1
Formatteer de geheugenkaart op de BR-600 (p.199).
2
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
3
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer
de recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
4
Druk op CURSOR [CURSORL] [] om de cursor
naar ‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
5
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-470
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster wordt weergegeven. Bekijk p.214 voor
instructies omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’)
icoontje verschijnt in het computerscherm.
fig.05-060
6
Wis de ‘ROLAND’ map op de BR-600.
U kunt het geluid van het WAV of AIFF bestand dat
geladen dient te worden vooraf bekijken door de cur-
sor naar ‘PVW’ te verplaatsen en op [ENTER] te druk-
ken.
WAV en AIFF bestanden in de TONE LOAD map blij-
ven behouden en worden niet gewist, zelfs nadat deze
procedure is afgerond.
Als u deze bestanden niet langer nodig heeft, dient u
de BR-600 met de USB kabel op de computer aan te
sluiten, en de computer te gebruiken om ze te wissen.
Alle bestanden die behouden blijven, zullen de daartoe
benodigde hoeveelheid geheugen op de geheugenkaart
in beslag nemen.
Data van de BR-900CD/BR-
864/BR-352 gebruiken
BOSS_BR-600
Verwijderbare disk (*:)
(Vb.)
177
Met Windows
Rev0.10
Sectie 5
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het
‘Removable disk (*:)’ icoontje), en wis de
‘ROLAND’ map.
7
Sleep de BR-900CD/BR-864/BR-532 ‘ROLAND’ map
waar u eerder een reservekopie van heeft gemaakt
naar het ‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’)
icoontje, en deponeer het daar.
fig.05-490
Wanneer u klaar bent met het importeren van de WAV
of AIFF bestanden, verschijnt het Idling venster weer
in het scherm.
8
Koppel de BR-600 los van de computer.
Met Windows XP
Klik in My Computer met de rechtermuisknop op het
‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable disk (*:)’
icoontje) om de disk er uit te halen.
* Als u hiermee de disk niet kunt verwijderen, dient u de
onderstaande procedure te volgen.
1) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
2) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
Met Windows 2000/Me
1) Klik in My Computer met de rechtermuisknop op
het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het ‘Removable
disk (*:)’ icoontje) om de disk er uit te halen.
2) Klik op het icoontje op de werkbalk en klik
dan op het ‘Stop USB Disk-drive (*:)’ bericht, dat
wordt weergegeven.
fig.05-080
3) Klik op [OK] in het ‘Safe to remove hardware’
dialoogvenster dat verschijnt.
9
Druk op [EXIT].
Het USB venster verschijnt weer in het scherm.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnen de volgende vensters. In dit
geval dient u eerst op [ENTER] te drukken, zodat het USB
venster terugkeert.
fig.05-520
10
Wanneer u de reservekopie heeft gemaakt, dient u op
[EXIT] te drukken om naar het Play venster terug te
keren.
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
Werkbalk
Opdrachten
Werkbalk
Opdrachten
178
Rev0.10
Met Macintosh
Als een geheugenkaart vol is of wanneer u belangrijke data
op de computer op wilt slaan, kunt u een reservekopie
maken.
Wij raden u aan veelvuldig reservekopieën te maken om het
risico van dataverlies te minimaliseren in het geval dat een
geheugenkaart beschadigd raakt.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer
de recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster is weergegeven. Bekijk p. 214 voor instructies
over hoe u dit probleem op kunt lossen.
Het ‘BOSS_BR-600’ icoontje wordt op het
computerscherm weergegeven.
fig.05-860
5
Maak een reservekopie van de data.
1) Dubbelklik op het “BOSS_BR-600” icoontje.
2) Sleep de “ROLAND” map naar de map op de
computer en deponeer in de map.
fig.05-550
Wanneer u klaar bent met maken van de reservekopie,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
6
Verbreek de verbinding met de computer.
1) Sleep het ‘BOSS_BR-600’ icoontje naar de
prullenbak.
7
Druk op [EXIT].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnt het volgende venster. In dit
geval kunt u op [ENTER] drukken, verschijnt het USB
venster weer in het scherm.
Data van de BR-600 opslaan
op computers (Backup)
Van de volgende typen song data kan een reservekopie
gemaakt worden.
Opgenomen data
Mixer status (pan, Track EQ etc.)
Invoegeffect Song Patches
Mastering Tool Kit Song Patches
Pitch correctie Song Patches
Song ritme arrangementen/ritme patronen
Song loop effecten
Tuner
Utilities (behalve voor LCD Contrast)
BOSS_BR-600
(Vb.)
179
Met Macintosh
Rev0.10
Sectie 5
fig.05-560
8
Wanneer u klaar bent met het maken van de
reservekopie, dient u op [EXIT] te drukken om naar
het Play venster terug te keren.
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer de
recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘USB’ te
verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-530
*U kunt de volgende handelingen niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster is weergegeven. Bekijk p.214 voor instructies
omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ icoontje wordt op het
computerscherm weergegeven.
fig.05-860
5
Wanneer u data van een computer terugplaatst naar de
BR-600, dient u de ‘ROLAND’ map naar het ‘BOSS_BR-
600’ icoontje te slepen en het daar te deponeren (te
overschrijven).
fig.05-550
Wanneer u klaar bent met het herstellen van de data,
keert het Idling venster terug in het scherm.
6
Koppel de BR-600 los van de computer.
1) Sleep het ‘BOSS_BR-600’ icoontje naar de
prullenbak.
7
Druk op [EXIT].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnt het volgende venster. In dit
geval kunt u op [ENTER] drukken, verschijnt het USB
venster weer in het scherm.
fig.05-560
Data van de reservekopie
teruglezen naar de BR-600
vanaf de PC (Recover)
Wanneer de BR-600 Recover uitvoert, zal de data op de
geheugenkaarten overschreven worden.
BOSS_BR-600
(Vb.)
Tijdens de hersteloperatie kunt u berichten tegen-
komen, die u vragen of bepaalde bestanden over-
schreven kunnen worden – u dient dan altijd ‘YES’
te selecteren. Als ‘NO’ zelfs maar één keer geselec-
teerd wordt, zal de hersteloperatie niet helemaal
worden uitgevoerd, en is het mogelijk dat de BR-
600 niet goed functioneert.
Wanneer de BR-600 Recover uitvoert, wordt de
data op de geheugenkaart overschreven.
180
Met Macintosh
Rev0.10
8
Wanneer u klaar bent met het maken van de
reservekopie, dient u op [EXIT] te drukken om naar
het Play venster terug te keren.
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
U kunt de Track data van de BR-600 naar WAV of AIFF
bestanden converteren en deze op de computer opslaan.
Wanneer u uw gemasterde Tracks naar WAV of AIFF
bestanden heeft geconverteerd, kunt u de computer gebrui-
ken om audio CD’s met deze gegevens te creëren of om data
naar audio toepassingen te laden.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer de
recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘USB’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘EXPORT’ met de TIME/VALUE draaiknop, en
druk dan op [ENTER].
fig.05-570
5
Druk op CURSOR [] [] om het bestandsformaat
te selecteren, en druk dan op [ENTER].
WAV: Dit is een audioformaat dat met name met
Windows wordt gebruikt.
AIFF: Dit audioformaat wordt met name met
Macintosh gebruikt.
6
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren, die u op
wilt slaan.
Wanneer u in mono opslaat
fig.05-580
Wanneer u in stereo opslaat
* Selecteer de Track combinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.05-590
7
Druk op [ENTER].
De conversie van het WAV of AIFF bestand begint.
Bestandsnamen worden geconverteerd zoals hieronder
wordt aangegeven:
(Mono) (Stereo)
Track 1, V-Track 1 Track 1/2, V-Track 1
TR01_ _ _1.WAV or TR0102 _1.WAV or
TR01_ _ _1.AIF TR0102 _1.AIF
Track 1, V-Track 2 Track 1/2, V-Track 2
TR01_ _ _2.WAV or TR0102 _2.WAV or
TR01_ _ _2.AIF TR0102 _2.AIF
Track 6, V-Track 7 Track 7/8, V-Track 7
TR06_ _ _7.WAV or TR0708_7.WAV or
TR06_ _ _7.AIF TR0708_7.AIF
Track 6, V-Track 8 Track 7/8, V-Track 8
TR06_ _ _8.WAV or TR0708_8.WAV or
TR06_ _ _8.AIF TR0708_8.AIF
* Het converteren van songs duurt ongeveer net zo lang
(twee keer zo lang in stereo) als dat het duurt om de
source song data af te spelen.
Wanneer de conversie gemaakt is, verschijnt het
‘BOSS_BR-600’ (of ‘Verwijderbare disk (*:)’) icoontje in
het computerscherm.
BR-600 Track data opslaan
in WAV/AIFF formaat
(WAV/AIFF Export)
181
Met Macintosh
Rev0.10
Sectie 5
fig.05-860
8
Exporteer het WAV of AIFF bestand naar de
computer.
1) Dubbelklik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje.
2) Sleep het WAV of AIFF bestand in de ‘USB’ map
in de ‘ROLAND’ map naar de map op de
computer, en plaats het in de map.
fig.05-610
Wanneer u klaar bent met het exporteren van data,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
9
Koppel de BR-600 los van de computer.
1) Sleep het ‘BOSS_BR-600’ icoontje naar de
prullenbak.
10
Druk op [EXIT].
Het bestandsformaat selectie venster verschijnt weer in
het scherm.
De inhoud van de ‘USB’ map wordt automatisch
gewist op het moment dat u op de [EXIT] knop drukt.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnt het volgende venster. In dit
geval kunt u op [ENTER] drukken om het bestandsformaat
selectie venster in het scherm terug te laten keren.
fig.05-620
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer trekken.
11
Herhaal stappen 4-9 indien nodig.
12
Wanneer u klaar bent met het exporteren van de
WAV of AIFF bestand(en), dient u meerdere malen
op [EXIT] te drukken om naar het Play venster terug
te keren.
Wanneer u WAV of AIFF bestanden exporteert, moet er
genoeg vrije ruimte zijn op geheugenkaarten om de bestan-
den op te kunnen slaan. Als er te weinig geheugen beschik-
baar is, en het ‘Card Full!’ bericht verschijnt, zijn er twee
manieren, waarop u dit probleem op kunt lossen.
1. Ongewenste data van de
geheugenkaart wissen
1
Maak een reservekopie op de kaart (zie p.178).
2
Wis songs, die u niet nodig heeft (Song Erase) (zie
p.86).
3
Wis ook andere Track data dan data die u wilt
exporteren (Track Erase) (zie p.82).
4
Voer Song Optimize uit (zie p.87).
5
Exporteer de data.
6
Herstel de data (zie p.179)
2. Gebruik een geheugenkaart met
een grotere capaciteit
Voor meer informatie over geheugenkaarten
(CompactFlash) voor de BR-600, dient u het aparte
blad ‘Over geheugenkaarten’ te lezen.
1
Maak een reservekopie van de data op de kaart (zie
p.178).
2
Steek de geheugenkaar,t die veel ruimte bevat, in de
BR-600 en formatteer de kaart vervolgens (zie p.199).
3
Herstel de data (zie p.179).
BOSS_BR-600
(Vb.)
Problemen,
gerelateerd aan
onvoldoende geheugen, oplossen
wanneer u WAV/AIFF exporteert
182
Met Macintosh
Rev0.10
U kunt WAV of AIFF bestanden van de computer halen, bij-
voorbeeld bestanden, die u gecreëerd heeft met behulp van
audio software toepassingen, en deze laden naar de Tracks
van de BR-600.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer
de recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘IMPORT’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
fig.05-630
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren, die u
wilt laden, en druk dan op [ENTER].
Wanneer u naar de Tracks in mono laadt
fig.05-640
Wanneer u naar de Tracks in stereo laadt
* Selecteer de Track combinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8.
fig.05-650
WAV/AIFF bestanden laden
in BR-600 Tracks
(WAV/AIFF Import)
Wave data in de volgende formaten kunnen geïmpor-
teerd worden.
U kunt geen wave data in andere formaten importe-
ren.
WAV of AIFF formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Sample snelheid: 44.1 kHz
Gecomprimeerde WAV bestanden of AIFF bestan-
den kunnen niet geladen worden.
Extreem korte waveform data (korter dan ongeveer 1
seconde) kan niet worden geladen.
De loop point instellingen binnen een AIFF bestand
zullen genegeerd worden.
Voeg de extensie ‘WAV’ toe aan geïmporteerde WAV
bestanden en de ‘AIFF’ extensie aan AIFF bestanden.
Als het apparaat in Arrange mode staat op het
moment dat u importeert, vindt het importeren
plaats in overeenstemming met de timing van de
Arrange mode. Als het apparaat in Patroon mode
staat op het moment van importeren, vindt dit plaats
in overeenstemming met de timing van de Patroon
mode.
183
Met Macintosh
Rev0.10
Sectie 5
6
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om de maat of positie in de Track te specificeren waar
het laden dient te beginnen, en druk dan op [ENTER].
fig.05-660
Het ‘BOSS_BR-600’ icoontje verschijnt in het
computerscherm.
fig.05-860
7
Kopieer de WAV of AIFF bestanden, die u wilt
kopiëren.
1) Dubbelklik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje.
2) Sleep het geïmporteerde WAV of AIFF bestand
naar de ‘USB’ map in de ‘ROLAND’ map.
* Er kan slechts één bestand per keer geïmporteerd worden.
Sleep en deponeer niet meer dan één bestand per keer.
fig.05-680
Wanneer u klaar bent met het kopiëren van de data,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
8
Koppel de BR-600 los van de computer.
1) Sleep het ‘BOSS_BR-600’ icoontje naar de
prullenbak.
9
Druk op [EXIT].
Het WAV of AIFF bestand is geïmporteerd.
De inhoud van de ‘USB’ map wordt automatisch
gewist op het moment, dat u klaar bent met
importeren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnt het volgende venster. In dit
geval kunt u op [ENTER] drukken om het WAV of AIFF
bestand te importeren.
fig.05-690
Nu u klaar bent met importeren, keert u terug naar het
venster, waarin u de import-source Track/V-Track
kunt specificeren.
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
10
Herhaal stappen 4-9 indien nodig.
11
Wanneer u klaar bent met het importeren van de
WAV of AIFF bestand(en), dient u meerdere malen
op [EXIT] te drukken om naar het Play venster terug
te keren.
BOSS_BR-600
(Vb.)
184
Met Macintosh
Rev0.10
U kunt SMF’s (Standard MIDI Files) importeren die als song
patronen op geheugenkaarten zijn opgeslagen.
U kunt een verzameling song patronen gemakkelijk vergro-
ten door SMF’s te creëren op een computer of een ander
apparaat en deze te kopiëren naar geheugenkaarten.
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer
de recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-700
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster wordt weergegeven. Bekijk p.214 voor
instructies omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ icoontje verschijnt in het
computerscherm.
fig.05-860
5
Kopieer de SMF.
1) Dubbelklik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje.
2) Sleep de geïmporteerde SMF naar de ‘SMF’ map
in de ‘ROLAND’ map.
fig.05-720
Wanneer u klaar bent met het kopiëren van de SMF,
verschijnt het Idling venster weer in het scherm.
6
Koppel de BR-600 los van de computer.
1) Sleep het ‘BOSS_BR-600’ icoontje naar de
prullenbak.
7
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnen de volgende vensters. In dit
geval dient u eerst op [ENTER] en dan op [EXIT] te
drukken om naar het scherm terug te keren.
fig.05-730
Op dit moment kunt u op een veilige manier de USB
kabel uit de BR-600 en de computer halen.
8
Druk op [PATTERN], zodat de knop oplicht.
fig.05-740
9
Druk op [RHYTHM EDIT].
SMF’s importeren en
patronen creëren
•U kunt geen SMF’s importeren die uit meer dan
999 maten bestaan.
Voeg de extensie ‘MID’ toe aan de SMF’s die u
importeert.
Gebruik bestandsnamen die bestaan uit acht alfa-
numerieke tekens.
BOSS_BR-600
(Vb.)
185
Met Macintosh
Rev0.10
Sectie 5
10
Druk op [CURSOR] om de cursor naar ‘SMF’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
De namen van de SMF’s op de geheugenkaart worden
weergegeven.
fig.05-750
11
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de SMF
die u wilt importeren te selecteren, en druk dan op
[ENTER].
12
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het
import-destination song patroon te selecteren, en
druk dan op [ENTER].
fig.05-760
Het importeren wordt uitgevoerd.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
Voor sommige SMF bestanden kan het aanzienlijk lang
duren om het bestand te importeren.
GM/GS/XG-compatibele SMF bestanden hebben over
het algemeen ritme perfomance data toegekend aan
MIDI kanaal 10. Om die reden importeert de BR-600
alleen data van het MIDI kanaal 10. Wees er op
bedacht, dat data die toegekend is aan andere kanalen
wordt genegeerd.
186
Met Macintosh
Rev0.10
U kunt WAV en AIFF bestanden naar de computer importe-
ren, en deze als drumgeluiden laden (TONE LOAD).
1
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB
kabel.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer
de recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘USB’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
4
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop,
en druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-770
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster wordt weergegeven. Bekijk p.214 voor
instructies omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ icoontje verschijnt in het
computerscherm.
5
Importeer het WAV of AIFF bestand.
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje (of het
‘Removable disk (*:)’ icoontje).
2) Sleep de geïmporteerde WAV of AIFF bestanden
naar de ‘TONELOAD’ map in de ‘ROLAND’ map.
Wanneer u klaar bent met het importeren van de WAV
of AIFF bestanden, verschijnt het Idling venster weer
in het scherm.
6
Koppel de BR-600 los van de computer.
1) Sleep het ‘BOSS_BR-600’ icoontje naar de
prullenbak.
7
Druk herhaaldelijk op [EXIT] om naar het Play
venster terug te keren.
Drumgeluiden laden uit
WAV/AIFF bestanden
(Tone Load)
Wave data in de volgende formaten kunnen geïm-
porteerd worden.
U kunt geen wave data in andere formaten importe-
ren.
WAV of AIFF formaat
Mono of stereo
8-bit of 16-bit
Sample snelheid: 44.1 kHz
Gecomprimeerde WAV bestanden of AIFF bestan-
den kunnen niet geladen worden.
Extreem korte waveform data (korter dan ongeveer
100 ms) kan niet worden geladen.
De loop point instellingen binnen een AIFF bestand
zullen genegeerd worden.
Voor de bestanden die geïmporteerd moeten worden
dient u de extensie ‘WAV’ toe te voegen aan WAV
bestanden en ‘AIFF’ aan AIFF bestanden.
U kunt drumgeluiden van maximaal 13 seconden
laden voor één drumkit.
(Voorbeeld)
Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal: 7
seconden
13 seconden totaal
Stereo WAV en AIFF bestanden geïmporteerd met
behulp van Tone Load worden geladen als
‘mono’geluiden met de linker- en rechterkanten
gemixt.
BOSS_BR-600
(Vb.)
187
Met Macintosh
Rev0.10
Sectie 5
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnen de volgende vensters. In dit
geval dient u eerst op [ENTER] en dan op [EXIT] te
drukken om naar het scherm terug te keren.
fig.05-800
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
8
Druk op [UTILITY].
9
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TONE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.05-810
10
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘CARD’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
De namen van de WAV en AIFF bestanden op de
geheugenkaart worden weergegeven.
* WAV bestanden worden aangeven met het symbool ‘.W’;
‘.A’ staan voor AIFF bestanden.
fig.05-820
11
Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om het WAV of
AIFF bestand te selecteren dat u als drumgeluid wilt
laden, en druk dan op [ENTER].
12
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de load-
destination song drumkit te selecteren.
S1–5 : Song Drum Kit 1–5
fig.05-830
13
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het load-
destination drumgeluid te selecteren, en druk dan op
[ENTER].
Het laden wordt uitgevoerd.
Om dit te annuleren, dient u op [EXIT] te drukken.
fig.05-840
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
U kunt het geluid van het WAV of AIFF bestand dat
geladen dient te worden vooraf bekijken door de cursor
naar ‘PVW’ te verplaatsen, en op [ENTER] te drukken.
WAV en AIFF bestanden in de TONE LOAD map blij-
ven behouden en worden niet gewist, zelfs nadat deze
procedure is afgerond.
Als u deze bestanden niet langer nodig heeft, dient u
de BR-600 met de USB kabel op de computer aan te
sluiten, en de computer te gebruiken om ze te wissen.
Alle bestanden die behouden blijven, zullen de daartoe
benodigde hoeveelheid geheugen op de geheugenkaart
in beslag nemen.
188
Met Macintosh
Rev0.10
U kunt de BR-600 gebruiken om data van de BR-900CD, BR-
864 of BR-532 af te spelen.
* Maak eerst een reservekopie van de ‘ROLAND’ map van de
BR-900CD/BR-864/BR-532 op de computer.
1
Formatteer de geheugenkaart op de BR-600 (p.199).
2
Sluit de computer op de BR-600 aan met een USB kabel.
3
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht en, wanneer de
recorder gestopt is, drukt u op [UTILITY].
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘USB’ te
verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het USB venster verschijnt in het scherm.
5
Selecteer ‘BACKUP’ met de TIME/VALUE draaiknop, en
druk dan op [ENTER].
Het Idling venster verschijnt in het scherm.
fig.05-850
*U kunt de volgende procedure niet uitvoeren, tenzij het
Idling venster wordt weergegeven. Bekijk p.214 voor
instructies omtrent het oplossen van dit probleem.
Het ‘BOSS_BR-600’ icoontje verschijnt in het
computerscherm.
fig.05-860
6
Wis de ‘ROLAND’ map op de BR-600.
1) Klik op het ‘BOSS_BR-600’ icoontje, en wis de
‘ROLAND’ map.
7
Sleep de ‘ROLAND’ map, waar u eerder een
reservekopie van heeft gemaakt, van de BR-900CD/
BR-864/BR-532 naar het ‘BOSS_BR-600’ icoontje en
deponeer het daar.
fig.05-870
Wanneer u klaar bent met het maken van een
reservekopie van de data, verschijnt het Idling venster
weer in het scherm.
8
Koppel de BR-600 los van de computer.
1) Sleep het ‘BOSS_BR-600’ icoontje naar de
prullenbak.
9
Druk op [EXIT].
Het USB venster verschijnt weer in het scherm.
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met de
computer verbreekt, verschijnen de volgende vensters. In dit
geval dient u eerst op [ENTER] te drukken om naar het
scherm terug te keren.
fig.05-880
10
Wanneer u de reservekopie heeft gemaakt, dient u op
[EXIT] te drukken om naar het Play venster terug te
keren.
Nu kunt u op een veilige manier de USB kabel uit de
BR-600 en de computer halen.
Data van de BR-900CD/
BR-864/BR-352 gebruiken
BOSS_BR-600
(Vb.)
189
Sectie 6
Andere
handige
functies
Section6 Other Convenient Functions
190
Rev0.10
Het contrast van het scherm aanpassen
Afhankelijk van waar de BR-600 zich bevindt, is het moge-
lijk dat de inhoud van het scherm moeilijk leesbaar is. Als
dit het geval is, voert u de procedure hieronder uit om het
contrast aan te passen (1 tot 17).
fig.06-010
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-020
3
Druk op CURSOR [] [] om het ‘LCD Contrast’
te selecteren, en pas het contrast aan met behulp van
de TIME/VALUE draaiknop.
fig.06-030
4
Als u de aanpassing gemaakt heeft, dient u op
[UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) te drukken
om naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Als u [UTILITY] ingedrukt houdt, terwijl u aan de
TIME/VALUE draaiknop draait, zult u in staat zijn om
het contrast in real time aan te passen. Kies de methode
die het beste bij de set-up van de BR-600 past.
Rev0.10
191
Sectie 6
Een voetschakelaar of expressiepedaal
gebruiken
U kunt een apart verkrijgbare voetschakelaar (bijvoorbeeld
de BOSS FS-5U of Roland DP-2) of expressiepedaal (bijvoor-
beeld de Roland EV-5 of BOSS FV-500L/FV-500H) aanslui-
ten op de SW/EXP PEDAL jack aan de achterkant van het
paneel, wat u de mogelijkheid geeft om uw voet te gebrui-
ken om een aantal functies uit te voeren.
fig.06-040
Het expressiepedaal functioneert in overeenstemming met
de effect instellingen, zoals u hieronder kunt zien.
Functioneert als een wah pedaal als het Type voor Wah
(p.110) op ‘PEDAL’ is ingesteld.
Functioneert als een volumepedaal wanneer Foot
Volume (p.104) op ‘ON’ is ingesteld.
Het expressiepedaal functioneert als een Pitch shifter
pedaal, wanneer Type voor de Pitch Shifter (p.106) op
‘PEDAL’ is ingesteld .
Volg de volgende procedure om de voetschakelaar functie
in te stellen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-050
3
Druk op CURSOR [] [] en selecteer ‘Foot SW.’
fig.06-060
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop en selecteer de
voetschakelaar functie.
PLAY: De song zal afwisselend afgespeeld of
gestopt worden, telkens als u op de
voetschakelaar drukt.
PUNCH: Telkens als u op de voetschakelaar drukt,
wordt punch in en out afgewisseld.
FX: Telkens als u op de voetschakelaar drukt,
zal het invoegeffect aan/uit gaan.
*Niet bruikbaar als Pitch correctie in gebruik is.
5
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Wanneer u een
expressiepedaal gebruikt
Voetschakelaar
(FS-5U etc.)
Expressiepedaal
(Roland EV-5 etc.)
Stel de polariteitschakelaar in,
zoals hieronder weergegeven
Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal
(Roland EV-5, BOSS FV-500L, FV-500H; apart ver-
krijgbaar). Als u andere expressiepedalen aansluit
loopt u het risico op een slechte functie en/of
schade aan het apparaat.
Bij de EV-5, FV-500L en FV-500H dient u het MIN
volume op 0 te zetten.
•U kunt ook een FS-6 gebruiken (apart verkrijgbaar)
als voetschakelaar. Als u een FS-6 gebruikt, kunt u
deze op één van de FS-6 uitgangen aansluiten; de A
of de B uitgang. Bovendien dient u de polari-
teitschakelaar op ‘FS-5U’ te zetten.
Wanneer u een
voetschakelaar gebruikt
192
Rev0.10
Een instrument stemmen (Tuner)
De BR-00 heeft een ingebouwde ‘chromatische tuner func-
tie’, die u in staat stelt om uw instrument snel te stemmen.
De ingebouwde tuner ondersteunt zowel gitaar als basgi-
taar. Als voorbeeld zullen we hier uitleggen hoe u de tuner
dient te gebruiken om uw gitaar te stemmen.
* Het is niet mogelijk om af te spelen of op te nemen, terwijl u
de tuner gebruikt.
Controleer de volgende punten voordat u begint.
Of uw gitaar aangesloten is op de GUITAR/BASS jack.
Of het [GUITAR] lampje op de INPUT SELECT knop is
opgelicht.
Pas de GUITAR/BASS/MIC2 draaiknop aan om de
input gevoeligheid te corrigeren (p. 36).
Als het [GUITAR] lampje uit staat, dient u op [GUITAR] te
drukken om het aan te zetten.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [TUNER] om het Tuner venster weer te geven.
fig.06-070
2
Om de tuner te verlaten, dient u nogmaals op
[TUNER] (of op [EXIT]) te drukken om naar het Play
venster terug te keren.
Wanneer de ingebouwde tuner van de BR-600 gebruikt
wordt, wordt de referentie-toonhoogte links bovenin het
scherm en de noot naam rechts weergegeven. In het onder-
ste gedeelte verschijnt een tuning guide die het verschil tus-
sen het input geluid en de weergegeven noot aangeeft.
fig.06-080
Als het verschil tussen de input Pitch en de correcte Pitch
minder dan +/-50 procent is, zal de tuning guide de hoe-
veelheid verschil aangeven.
Terwijl u de stem indicatie bekijkt, kunt u het stemmen aan-
passen, zodat ‘ ’ zich in het midden ‘ ’ bevindt, tussen
de twee uiteinden.
1
Speel een noot en gebruik een snaar, die u wilt
stemmen.
Het venster zal de noot naam, die het dichtstbij de
Pitch van de snaar die u gespeeld heeft, weergeven.
* Speel één enkele noot op de snaar, die u wilt stemmen.
2
Ga door met stemmen, totdat de Pitch naam van de
snaar, die u aan het stemmen bent, in het scherm
verschijnt.
Normale stemming
Overschakelen naar de
tuner
U kunt vanuit het Tuner venster naar andere vensters
gaan (behalve het Play venster).
Als u de tuning geluiden niet wilt uitvoeren, dient u de
MASTER fader naar beneden te draaien.
Uitleg over de aanwijzingen,
die verschijnen, terwijl u aan
het stemmen bent
Stemmen
7e
snaar
6e
snaar
5e
snaar
4e
snaar
3e
snaar
2e
snaar
1ste
snaar
Gitaar B E A D G B E
Bas B E A D G
Noot naam
Referentie toonhoogte
Stem indicatie
193
Een instrument stemmen (Tuner)
Rev0.10
Sectie 6
3
Terwijl u de stem indicatie bekijkt, kunt u het
stemmen aanpassen, zodat ‘ ’ zich in het midden
‘’ bevindt, tussen de twee uiteinden.
Als de Pitch van de snaar zich binnen de +/-50 procent
van de correcte toonhoogte bevindt, zal de stemgids
het verschil tussen de actuele en de correcte
toonhoogte aangeven.
Uw instrument is boven de weergegeven noot (#)
gestemd.
fig.06-090
Uw instrument is op de weergegeven noot gestemd.
fig.06-100
Uw instrument is onder de weergegeven noot (b)
gestemd.
fig.06-110
4
Herhaal stappen 1-3 om alle snaren te stemmen.
De referentie-toonhoogte refereert aan de frequentie van de
A4 toets (bijvoorbeeld de ‘A’ toets in het midden van een
piano keyboard) van het instrument, dat als de referentie-
toonhoogte tijdens uitvoeringen dient (bijvoorbeeld piano).
Op de BR-600 kunt u de referentie-toonhoogte van de tuner
op elke waarde tussen de 435 en 445 Hz instellen.
* De fabrieksinstelling is 440 Hz.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, druk dan op
[TUNER] om het Tuner venster weer te geven.
fig.06-070
2
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de
referentie-toonhoogte te veranderen.
referentie-toonhoogte: 435-445 Hz
3
Om de tuner te verlaten, dient u nogmaals op
[TUNER] (of op [EXIT] ) te drukken om naar het Play
venster terug te keren.
Als u een gitaar met een vibrato arm stemt, kan het
stemmen van één snaar tot gevolg hebben dat andere
snaren gaan afwijken. In dit geval dient u de snaren
eerst ‘ongeveer’ te stemmen zodat de juiste noot naam
wordt weergegeven en daarna elke snaar opnieuw te
stemmen.
De referentie-toonhoogte
van de tuner instellen
De hier ingestelde referentie-toonhoogte wordt
gebruikt als de referentie-toonhoogte voor Pitch correc-
tie (p. 123).
194
Rev0.10
De output van een extern audio apparaat mixen
met de output van uw BR-600 (Audio Sub Mix)
De Audio Sub Mix functie stelt u in staat om het signaal, dat
via LINE IN ingevoerd is, te mixen met het signaal dat via
LINE OUT is uitgevoerd .
Door ‘Audio Sub Mix’ te gebruiken kunt u geluiden van een
extern audio apparaat met de uitvoer van de BR-600 mixen
(allemaal in de BR-600), waarbij u geen externe mixer nodig
heeft.
fig.06-130
fig.06-140
Gebruik de Audio Sub Mix met behulp van de volgende
procedure.
1
Zorg ervoor, dat [PAD]niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-150
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘Sub Mixer’ te
selecteren en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de instelling op ‘ON’ te zetten.
fig.06-160
OFF: Audio Sub Mixer wordt niet gebruikt
ON: Audio Sub Mixer wordt gebruikt
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
Externe Mixer
Geluiden van de LINE IN worden
direct met de LINE OUT gemixt
Als INPUT SELECT [LINE] brandt, zal de Audio Sub
Mixer niet werken, zelfs als de Sub Mixer aanstaat.
Rev0.10
195
Sectie 6
Moeilijke frases spelen (Phrase trainer)
Uw BR-600 bevat een ingebouwde ‘Phrase Trainer.’
U kunt het afspelen ook vertragen (Time Stretch) om moei-
lijke frases te oefenen of het solo gitaargeluid verwijderen
(Center Cancel), zodat u mee kunt spelen met de achter-
grondinstrumenten om te oefenen.
De Time Stretch functie stelt u in staat om de snelheid van
het afspelen te vertragen tot de helft van de normale snel-
heid, zonder dat de Pitch verandert.
* De phrase trainer kan ook met Tracks 5/6 gebruikt worden.
1
Neem de frase die u wilt oefenen op Tracks 5/6 op.
2
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PHRASE TRAINER].
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘TimeStrtch’ te
selecteren en stel de TIME/VALUE draaiknop in op
‘ON.’
fig.06-170
ON: Vertraagt afspelen naar de helft van de
normale snelheid, zonder dat de Pitch
verandert.
OFF: Pitch en afspeelsnelheid blijven ongewijzigd.
4
Druk op [PLAY].
Frases, die op Tracks 5/6 zijn opgenomen, worden op
de helft van de normale snelheid afgespeeld.
De snelheid vertragen (Time
Stretch)
•U kunt niet opnemen, terwijl u de Phrase Trainer
functie gebruikt (Time Stretch of Center Cancel).
De volgende knoppen werken niet als de Phrase
Trainer aanstaat.
[PAN/EQ/LOOP FX], [PAD
Het Ritme is niet hoorbaar als de Phrase Trainer
aanstaat.
196
Moeilijke frases spelen (Phrase trainer)
Rev0.10
De Center Cancel functie stelt u in staat om het centrale
geluid van het afspelen op te heffen (zoals zang of gitaar-
solo’s).
Dit is handig, wanneer u wilt oefenen door mee te spelen
met de achtergrondinstrumenten.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PHRASE TRAINER].
2
Druk op CURSOR [] [] om ‘CenterCncl’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om het op ‘ON’ in te stellen.
fig.06-180
ON: Heft centrumgeluid op(zoals zang of
gitaarsolo’s).
OFF: Normaal afspelen.
Volg de volgende procedure als het centrale geluid niet
is opgeheven, zoals u wenst, of als u de nadruk wilt
leggen op het basgeluid.
* Wanneer CentrCncl op ‘OFF’ staat ingesteld, werken
daaropvolgende handelingen niet.
3
Om de nadruk te leggen op het basgeluid, dient u op
CURSOR [] [] te drukken om ‘Low Boost’ te
selecteren en aan de TIME/VALUE draaiknop te
draaien om de waarde aan te passen, zodat het
basgeluid beter hoorbaar is.
fig.06-190
4
Druk op CURSOR [] om ‘C.Adjust’ te selecteren,
en draai aan de TIME/VALUE draaiknop. Pas de
waarde van het geluid dat u wilt verwijderen aan,
teneinde het volume te verlagen.
fig.06-200
5
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Het centrumgeluid opheffen
(Center Cancel)
Afhankelijk van de manier waarop de frase is
opgenomen, is het wellicht onmogelijk om het
centrale geluid helemaal te verwijderen.
Geluiden worden in mono afgespeeld.
U kunt zowel de Time Stretch en Central Cancel func-
ties aan zetten om ze samen te gebruiken.
Rev0.10
197
Sectie 6
De instellingen van de BR-600 formatteren
De volgende instellingen worden gelijktijdig geformatteerd.
Systeeminstellingen
Effecten (User Patches/Song Patches)
Ritme (Arrangementen/Patronen/Drumkits)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘INI’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-210
3
Druk op PARAMETER CURSOR [] [] om de
cursor naar ‘ALL’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het bevestigingsbericht ‘Are You Sure?’ verschijnt in
het scherm.
fig.06-220
4
Om verder te gaan met formatteren, dient u op
[ENTER] te drukken. Om te annuleren, dient u op
[EXIT] (of [UTILITY]) te drukken.
Wanneer [ENTER] is ingedrukt, begint het
formatteren. Als u klaar bent met formatteren, keert u
terug naar het Play venster.
Volg de procedure hieronder om de systeemparameters te
formatteren.
Een lijst van de initiële instellingen voor elke parameter
wordt in de ‘Parameter lijst’ (p. 210) gegeven.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘INI’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-230
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het bevestigingsbericht ‘Are you sure?’ verschijnt in
het scherm.
fig.06-240
4
Om door te gaan met formatteren, dient u op
[ENTER] te drukken.
Om te annuleren, kunt u op [EXIT] (of [UTILITY])
drukken.
Wanneer [ENTER] is ingedrukt, begint het
formatteren.
Als het formatteren is uitgevoerd, keert u terug naar
het Play venster.
Alle instellingen van de
BR-600 formatteren
U kunt dezelfde formatteer-functie met ‘INIT ALL’ uit-
voeren door INPUT SELECT [GUITAR], [MIC] en
[LINE] ingedrukt te houden, terwijl u de POWER
schakelaar op ON zet en op [ENTER] drukt.
De systeeminstellingen
formatteren
198
De instellingen van de BR-600 formatteren
Rev0.10
Volg de procedure hieronder om de User effect Patches of
song effect Patches te formatteren.
* Dezelfde inhoud als die van de Preset Patches wordt
gekopieerd.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘INI’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-260
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘U
EFX’ (User Patch) te verplaatsen of naar ‘S EFX’ (Song
Patch), en druk op [ENTER].
Het bevestigingsbericht ‘Are you sure?’ verschijnt in
het scherm.
(Vb.) Wanneer u ‘E EFX’ selecteert
fig.06-270
4
Om door te gaan met formatteren, dient u op
[ENTER] te drukken.
Om te annuleren, dient u op [EXIT] (of [UTILITY]) te
drukken.
Als [ENTER] is ingedrukt, begint het formatteren.
Als u klaar bent met formatteren, keert u naar het Play
venster terug.
Hiermee formatteert u de ritme arrangementen, patronen
en drumkits.
In Song Arrangement wordt stap 1 gebruikt om de
metronoom in te stellen.
In song patronen en song drumkits is deze stap leeg.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet brandt, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘INI’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-271
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘RHY’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het bevestigingsbericht ‘Are you sure?’ verschijnt in
het scherm.
fig.06-280
4
Om door te gaan met formatteren, dient u op
[ENTER] te drukken.
Om te annuleren, dient u op [EXIT] (of [UTILITY]) te
drukken.
Wanneer [ENTER] wordt ingedrukt, begint het
formatteren.
Als u klaar bent met formatteren, keert u naar het Play
venster terug.
De effectinstellingen
formatteren
De Ritme arrangementen,
patronen en drumkits formatteren
199
De instellingen van de BR-600 formatteren
Rev0.10
Sectie 6
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘INI’
te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
fig.06-290
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘CARD’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het bevestigingsbericht ‘Are you sure?’ verschijnt in
het scherm.
fig.06-300
4
Om verder te gaan met formatteren dient u op
[ENTER] te drukken.
Om te annuleren, kunt u op [EXIT] (of [UTILITY])
drukken.
Wanneer [ENTER] is ingedrukt begint het formatteren.
Wanneer u klaar bent met formatteren verschijnt
‘Completed!’ in het scherm.
‘Keep power on! Song creating...’ verschijnt in het
scherm, en er wordt automatisch een nieuwe song
gemaakt. In dit geval is het geselecteerde data type
HiFi (MT2).
Wanneer u klaar bent met het creëren van de song,
keert het play venster terug in het scherm.
De geheugenkaart
formatteren
Wees er op bedacht, dat de bestaande data op de
kaart wordt gewist, wanneer u formatteert.
Als u de geheugenkaart die geleverd wordt bij de
BR-600 formatteert, zullen de demo songs op de
kaart verloren gaan.
Voordat u een geheugenkaart plaatst of verwij-
dert, dient u altijd eerst de BR-600 uit te zetten.
Als een geheugenkaart wordt geplaatst wanneer
de stroomtoevoer aanstaat is het mogelijk dat de
data op de geheugenkaart verloren gaat of wordt
de geheugenkaart wellicht onbruikbaar.
Afhankelijk van de capaciteit van de geheugen-
kaart, duurt het formatteren misschien langer dan
10 minuten. Dit duidt niet op een slecht functione-
ren. De voortgang van het formatteren wordt in
het scherm weergegeven. Zet de BR-600 niet uit
totdat u klaar bent met formatteren.
Verwijder de geheugenkaart niet en zet de BR-600
niet uit wanneer in het scherm het bericht ‘Keep
power on!’ verschijnt. Als u dit wel doet is het
mogelijk dat de data op de geheugenkaart verlo-
ren gaat en/of de geheugenkaart zélf onbruikbaar
wordt.
200
Rev0.10
Zuinig omspringen met batterijstroom
(Power Save)
De BR-600 voorziet in een Power Save functie die de gel-
dende verstrooiing begrenst gedurende gebruik.
Wanneer de Power Save functie geactiveerd is en er voor
een bepaalde tijd geen knop of TIME/VALUE draaiknop op
de BR-600 wordt gebruikt, gaat de BR-600 over in de stand-
by toestand en zullen het scherm verlichting en de knop-
pen indicatoren van het scherm uit gaan.
het scherm zal er in standby als volgt uitzien:
fig.06-310
Volg de procedure hieronder om de Power Save functie te
activeren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.06-320
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘PowerSave’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de tijd in te stellen wanneer de Power Save
functie wordt geactiveerd.
Geldige instellingen: OFF, 1 min, 3 min, 5 min, 10 min
fig.06-330
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
De Power Save functie
deactiveren
Druk op één van de paneelknoppen om Power Save uit te
zetten.
De Power Save functie wordt tijdens het opne-
men of afspelen van songs niet geactiveerd, zelfs
wanneer er voor een bepaalde tijd geen knop of
TIME/VALUE draaiknop wordt gebruikt.
De Power Save functie is vooral handig, wanneer
de BR-600 bijna geen batterijenstroom meer bevat.
Als u de Power Save functie uitgezet heeft, ver-
schijnt het Play venster.
Rev0.10
201
Sectie 6
Utility parameter lijst
Utilities bevatten de volgende zaken:
‘Systeem parameters’ voor het instellen van functies
die van toepassing zijn op de hele BR-600
‘Sync parameters’ voor het instellen van gesynchroni-
seerde Performance functies
‘Scrub parameters’ voor het instellen van scrub func-
ties
In dit gedeelte worden de systeem parameters beschreven.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
3
Door cursor [] [] te gebruiken selecteert u de
Systeem parameter, en maakt u de instelling met
behulp van de VALUE/TIME draaiknop.
LCD contrast
Geldige instellingen: 1-17 (initiële
waarde: 12)
Hiermee stelt u het contrast van het scherm in.
Pad sens
Geldige instellingen: FIX, LIGHT, MID,
HEAVY (Initiële waarde: MID)
Hiermee stelt u de gevoeligheid van de drum pads in.
FIX: Geluiden spelen op een uniform volume (MIDI
velocity waarde van 100), onafhankelijk van hoe
hard er op de pads wordt getikt.
LIGHT: Een hoge gevoeligheidsinstelling wordt
gebruikt. Hoewel u hiermee toestaat, dat gelui-
den op hoog volume worden afgespeeld (zelfs
wanneer er zachtjes op de pads wordt getikt)
staat het geen kleine veranderingen in volume
toe.
MID: Normale gevoeligheidsinstelling.
HEAVY: Gevoeligheid is gereduceerd. Hoewel geluiden
niet op hoog volume afgespeeld kunnen wor-
den zonder dat er krachtig op de pads getikt
wordt, is het gemakkelijker om geluiden te spe-
len met kleine verschillen in volume.
Audio Sub Mix schakelaar (Sub
Mixer)
Geldige instellingen: ON, OFF
(Initiële waarde: OFF)
Met deze instelling zet u de Audio Sub Mix functie (output
mix van de externe input via LINE IN) aan en uit.
AB Quantize (AB Qtz)
Geldige instellingen: ON/OFF
(Initiële waarde: OFF)
Met deze instelling zet u de ‘Quantize functie’ aan en uit.
‘Quantize’ is een functie, die u in staat stelt om de start- en
eindpunten in maateenheden in te stellen, wanneer u instel-
lingen maakt om afspelen te herhalen (het herhalende stuk).
Remain Information (Remain Inf)
Geldige instellingen : ON/OFF
(Initiële waarde: OFF)
Dit geeft het restant aan beschikbare opnametijd in het
scherm aan tijdens recording stand-by toestand of, terwijl u
aan het opnemen bent.
Power Save mode (PowerSave)
Geldige instellingen: OFF, 1, 3, 5, 10
(min) (Initiële waarde: OFF)
Hiermee zet u de ‘Power Save functie’ aan en uit.
‘Power Save’ is een functie, die de stroomconsumptie redu-
ceert door stroombesparende maatregelen uit te voeren als
de verlichting van het scherm uitzetten wanneer er geen
handelingen worden uitgevoerd voor een bepaalde inge-
stelde tijd (voor één, twee, drie, vijf of tien minuten). Dit is
effectief als u veelvuldig batterijverbruik wilt voorkomen.
Over de systeem parameters
202
Utility parameter lijst
Rev0.10
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SYNC’, en druk op [ENTER].
3
Maak de instellingen met behulp van de TIME/
VALUE draaiknop.
Offset
Geldige instellingen: 00:00:00-
00:00.0-23:59:59-29.9
(Initiële waarde: 00:00:00-00.0)
Deze functie stelt u in staat om audio Tracks met ritme
arrangementen ‘offset only by the set’ af te spelen.
Als u bijvoorbeeld ritme arrangementen af wilt spelen,
wanneer de tijd van een audio Track op ‘00h00m30s00’
staat, dient u de offset op ‘00h00m30s00’ in te stellen, als u
de ritme arrangementen af wilt spelen op ‘00h01m00s00,’
dient u de offset in te stellen op ‘00h01m00s00.’
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SCR’, en druk op [ENTER].
3
Maak gebruik van CURSOR [] [], selecteer de
Scrub parameter en maak dan de instelling met
behulp van de TIME/VALUE draaiknop.
Scrub mode van/naar
Geldige instellingen: FROM, TO
(Initiële waarde: FROM)
Hiermee stelt u de ‘Scrub functie’ mode in.
‘Scrub’ is een functie, waarmee u herhaaldelijk materiaal
van hele korte duur kunt afspelen (ongeveer 45 msec.)
U kunt het afspelen scrubben door [STOP] ingedrukt te
houden en op [PLAY] te drukken.
FROM: Levert ongeveer 45 milliseconden scrub play-
back vanaf de huidige positie.
TO: Levert ongeveer 45 milliseconden scrub play-
back eindigend op de huidige positie.
Preview schakelaar (Preview SW)
Geldige instellingen: ON, OFF
(Initiële waarde: OFF)
Met deze instelling zet u de ‘Preview functie’ aan en uit.
Wanneer de Preview schakelaar staat ingesteld op ‘ON’, en
u drukt op [REW] tijdens scrub playback dan zal één
seconde afspeeltijd worden herhaald vanaf de huidige posi-
tie, terwijl als u op [FF] drukt zal één seconde afspeeltijd
worden herhaald, die eindigt op de huidige positie.
Over de sync parameters
De Offset wordt bij elke song afzonderlijk opgeslagen.
Over de scrub parameters
203
Sectie 7
Bijlagen
Section7 Appendices
204
Rev0.10
Effect Patch lijst
GTR (GUITAR/BASS)
Nr. Patch naam Algoritme
01 JC Clean COSM GTR AMP
02 HiGainLd COSM GTR AMP
03 Over Drv COSM GTR AMP
04 Phased COSM GTR AMP
05 Crunch COSM GTR AMP
06 MS Strgt COSM GTR AMP
07 St WACK COSM GTR AMP
08 Ambient COSM GTR AMP
09 Voxy! COSM GTR AMP
10 St Metal COSM GTR AMP
11 TREM'TWN COSM GTR AMP
12 StdAmp F COSM GTR AMP
13 StdAmp M COSM COMP GTR
14 St Flang COSM GTR AMP
15 TEXAS COSM GTR AMP
16 HiGainMS COSM GTR AMP
17 StThrash COSM GTR AMP
18 SWEET LD COSM GTR AMP
19 BIG COMP COSM GTR AMP
20 PowChord COSM GTR AMP
21 Uni-Wah COSM GTR AMP
22 Gt Pad COSM GTR AMP
23 D-CompLd COSM COMP GTR
24 DrivenLd COSM GTR AMP
25 RockLead COSM GTR AMP
26 RAGE! COSM GTR AMP
27 ClearSky COSM GTR AMP
28 60s UK COSM COMP GTR
29 TubeStck COSM GTR AMP
30 StSustin COSM GTR AMP
31 Country COSM COMP GTR
32 ClapLead COSM GTR AMP
33 TURND211 COSM GTR AMP
34 80'sHard COSM GTR AMP
35 90'sMetl COSM GTR AMP
36 Bubbling COSM GTR AMP
37 BIG FUNK COSM COMP GTR
38 Dirty COSM GTR AMP
39 MatchDrv COSM GTR AMP
40 St AltLd COSM GTR AMP
41 PhatPhas COSM GTR AMP
42 SocrFild COSM GTR AMP
43 UK Gtr COSM COMP GTR
44 DOWN 2 D COSM GTR AMP
45 CmpBilly COSM COMP GTR
46 JC Metal COSM GTR AMP
47 LATE70's COSM GTR AMP
48 EARY70's COSM GTR AMP
49 American COSM GTR AMP
50 Heavy COSM GTR AMP
Nr. Patch naam Algoritme
51 Hard Drv COSM GTR AMP
52 HyperMtl COSM GTR AMP
53 Metal Ld COSM GTR AMP
54 ResoLead COSM GTR AMP
55 ARPEGGIO COSM GTR AMP
56 SmallAmp COSM GTR AMP
57 CleanLd COSM COMP GTR
58 BluesyLd COSM GTR AMP
59 Delayed COSM GTR AMP
60 Wah Lead COSM GTR AMP
61 FatClean COSM COMP GTR
62 ClnTubes COSM GTR AMP
63 Std MkII COSM GTR AMP
64 Crunchy COSM GTR AMP
65 Aussie COSM GTR AMP
66 DarfBlus COSM GTR AMP
67 HeadinWM COSM GTR AMP
68 BG Lead COSM GTR AMP
69 FixedWah COSM GTR AMP
70 BIG 3RDS COSM GTR AMP
71 ACOUSTY ACOUSTIC SIM
72 BrightAc ACOUSTIC SIM
73 ACO w/PZ ACOUSTIC SIM
74 AC4Slide ACOUSTIC SIM
75 Dream Ac ACOUSTIC SIM
76 TigtBass BASS SIM
77 LoosBass BASS SIM
78 B.SIM+Ch BASS SIM
79 UprtPhsd BASS SIM
80 G>FRTLES BASS SIM
81 Natural ACOUSTIC GTR
82 AcstSolo ACOUSTIC GTR
83 MIC'D AC ACOUSTIC GTR
84 NICE ACS ACOUSTIC GTR
85 WIDE ACS ACOUSTIC GTR
86 SLAPnPOP BASS MULTI
87 PhasBass BASS MULTI
88 FLIPTOP COSM BASS AMP
89 SquezBas COSM COMP BSS
90 StdoBass COSM COMP BSS
91 BassTube COSM BASS AMP
92 PunkBass COSM BASS AMP
93 SUSTAIN COSM COMP BSS
94 Big8-Stg BASS MULTI
95 FRETLESS BASS MULTI
96 STADIUM COSM COMP BSS
97 OCTAVE BASS MULTI
98 NO FRET BASS MULTI
99 DRV BASS COSM BASS AMP
205
Effect Patch lijst
Rev0.10
Sectie 7
Nr. Patch naam Algoritme
01 Vo Comp1 COSM COMP VCL
02 Vo Comp2 COSM COMP VCL
03 Kick Cmp COSM COMP VCL
04 SnareCmp COSM COMP VCL
05 BrassCmp COSM COMP VCL
06 VocalFx1 VOCAL MULTI
07 VocalFx2 VOCAL MULTI
08 VocalFx3 VOCAL MULTI
09 VocalFx4 VOCAL MULTI
10 NARRATOR VOCAL MULTI
11 VOX DOUB VOCAL MULTI
12 VOX DETN VOCAL MULTI
13 KARAOKE VOCAL MULTI
14 UNISON VOICE TRANS
15 STUTTER VOICE TRANS
16 D.VADER VOICE TRANS
17 ALIEN VOICE TRANS
18 BullHorn VOCAL MULTI
19 SEAGULLS VOICE TRANS
20 SO DEEP! VOICE TRANS
21 BrightCh VOCAL MULTI
22 FatBrass VOCAL MULTI
23 Dark EQ VOCAL MULTI
24 Vocal EQ VOCAL MULTI
25 BrightEQ VOCAL MULTI
26 Enh+BCut VOCAL MULTI
27 ST.PAN VOCAL MULTI
28 SLOW FLG VOCAL MULTI
29 FAST FLG VOCAL MULTI
30 SLOW CHO VOCAL MULTI
31 SLAPBACK VOCAL MULTI
32 BigEQ+DL VOCAL MULTI
33 BalladFx VOCAL MULTI
34 PTCH-1/2 VOCAL MULTI
35 PTCH+1/2 VOCAL MULTI
36 CM+DS+EH VOCAL MULTI
37 CM+EH+EQ VOCAL MULTI
38 CM+DS+EQ VOCAL MULTI
39 CM+EQ+DB VOCAL MULTI
40 CM+EQ+DT VOCAL MULTI
Nr. Patch naam Algoritme
01 CM+FatEQ STEREO MULTI
02 CM+ThnEQ STEREO MULTI
03 Tight EQ STEREO MULTI
04 CM+BigEQ STEREO MULTI
05 SMALL EQ STEREO MULTI
06 T'WAH UP STEREO MULTI
07 T'WAH DW STEREO MULTI
08 R.MOD:LO STEREO MULTI
09 R.MOD:HI STEREO MULTI
10 TotalMod STEREO MULTI
11 DEEP FLG STEREO MULTI
12 LO&SLOW STEREO MULTI
13 LO&FAST STEREO MULTI
14 HI&SLOW STEREO MULTI
15 HI&FAST STEREO MULTI
16 StChorus STEREO MULTI
17 SlowChrs STEREO MULTI
18 FastChrs STEREO MULTI
19 PRE-DLY STEREO MULTI
20 VntgPhas STEREO MULTI
21 MdrnPhas STEREO MULTI
22 DeepPhas STEREO MULTI
23 PhatPhas STEREO MULTI
24 PS:DETUN STEREO MULTI
25 PS:-1OCT STEREO MULTI
26 PS:+1OCT STEREO MULTI
27 ST DOUBL STEREO MULTI
28 MONO>>ST STEREO MULTI
29 SLOW PAN STEREO MULTI
30 FAST PAN STEREO MULTI
31 CHRS+DLY STEREO MULTI
32 CHRS+TAP STEREO MULTI
33 PH+SLPBK STEREO MULTI
34 FLNG+TAP STEREO MULTI
35 LoCmbFlt STEREO MULTI
36 HiCmbFlt STEREO MULTI
37 120 RMOD STEREO MULTI
38 PAN+DLY STEREO MULTI
39 ST TREM STEREO MULTI
40 120 SLIC STEREO MULTI
41 20sRadio LO-FI BOX
42 40sRadio LO-FI BOX
43 60sRadio LO-FI BOX
44 PHONGRPH LO-FI BOX
45 Vntg45's LO-FI BOX
46 CLASC LP LO-FI BOX
47 VntgSmpl LO-FI BOX
48 1985Smpl LO-FI BOX
49 R-ModSmp LO-FI BOX
50 2-BIT DS LO-FI BOX
MIC LIN (LINE)
206
Effect Patch lijst
Rev0.10
Nr. Patch naam Algoritme
01 EQ + JC VO+GT AMP
02 DELAY+JC VO+GT AMP
03 CMP+TWIN VO+GT AMP
04 EQ+twin VO+GT AMP
05 CMP+SMAL VO+GT AMP
06 EQ+CRNCH VO+GT AMP
07 EQ+MATCH VO+GT AMP
08 DL+match VO+GT AMP
09 EQ+VO VO+GT AMP
10 COMP+vo VO+GT AMP
11 CMP+BLUS VO+GT AMP
12 CMP+BG VO+GT AMP
13 DELAY+bg VO+GT AMP
14 DL+MS(1) VO+GT AMP
15 DL+ms(1) VO+GT AMP
16 DL+MS1+2 VO+GT AMP
17 CM&EQ+ms VO+GT AMP
18 DLY+SLDN VO+GT AMP
19 CMP+METL VO+GT AMP
20 EQ+METAL VO+GT AMP
21 DI+H-STD VO+AC.SIM
22 EQ+S-STD VO+AC.SIM
23 CM+H-JUM VO+AC.SIM
24 CM+S-JUM VO+AC.SIM
25 DL+H-ENH VO+AC.SIM
26 CM+S-ENH VO+AC.SIM
27 EQ+H-PZO VO+AC.SIM
28 DL+S-PZO VO+AC.SIM
29 CMP+PZO1 VO+AC.SIM
30 DL+PZO2 VO+AC.SIM
31 DIR+SIM1 VO+AC.SIM
32 CMP+SIM2 VO+AC.SIM
33 EQ+SIM3 VO+AC.SIM
34 DL+SIM4 VO+AC.SIM
35 CMP+SIM5 VO+AC.SIM
36 COMP+AC VO+ACOUSTIC
37 COMP+CLS VO+ACOUSTIC
38 COMP+DIS VO+ACOUSTIC
39 COMP+FAR VO+ACOUSTIC
40 COMP+DYN VO+ACOUSTIC
41 COMP+MIC VO+ACOUSTIC
42 COMP+DIR VO+ACOUSTIC
43 NS+VNTG VO+ACOUSTIC
44 CMP+CMP1 VO+ACOUSTIC
45 DI+COMP2 VO+ACOUSTIC
46 CMP+CMP3 VO+ACOUSTIC
47 NS+COMP4 VO+ACOUSTIC
48 CMP+CMP5 VO+ACOUSTIC
49 COMP+SML VO+ACOUSTIC
50 COMP+LRG VO+ACOUSTIC
SML (SIMUL)
207
Rev0.10
Sectie 7
Mastering Tool Kit Patch lijst
MTK (MASTERING TOOL KIT)
Nr. Patch naam
01 Mix Down
02 PreMastr
03 Live Mix
04 Pop Mix
05 DanceMix
06 JinglMix
07 HardComp
08 SoftComp
09 CleanCmp
10 DanceCmp
11 OrchComp
12 VocalCmp
13 Acoustic
14 RockBand
15 Orchestr
16 LowBoost
17 Brighten
18 DJsVoice
19 PhoneVox
Pitch correctie Patch lijst
PCR (PITCH CORRECTION)
Nr. Patch naam
P01 Alto
P02 Soprano
P03 Tenor
P04 Baritone
P05 Machine
208
Rev0.10
Arrangement/Patroon lijst
Preset arrangementen lijst
Alle preset arrangementen (behalve Metro 4/4) zijn zo ingesteld, dat er een drie-maats BREAK, gevolgd door V1 (vers) na de
E komt (eind).
Nr.
Arrangement
naam
Begin-
tempo
Beat
Start maat
BREAK
V1
Drum
Kit
IN V1 F1 V2 F2 V2 END
P01 ROCK1 130 4/4 1 2 4 6 8 10 12 16 19 ROOM
P02 ROCK2 130 4/4 1 3 5 7 9 11 13 17 20 ROOM
P03 ROCK3 118 4/4 1 3 6 7 10 11 15 17 20 ROOM
P04 ROCK4 118 4/4 1 5 8 9 12 13 15 19 22 ROOM
P05 ROCK5 104 4/4 1 5 8 9 12 13 15 17 20 ROOM
P06 ROCK6 86 4/4 1 2 9 10 17 18 22 24 27 STD 2
P07 HdRck1 130 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 ROOM
P08 HdRck2 98 4/4 1 3 10 11 18 19 23 25 28 HARD
P09 HdRck3 126 4/4 1 5 8 9 12 13 15 20 23 ROOM
P10 HdRck4 120 4/4 1 4 7 8 11 12 15 18 21 ROOM
P11 HdRck5 118 4/4 1 2 5 6 9 10 12 13 16 ROOM
P12 HEAVY1 210 4/4 1 5 11 13 19 21 25 29 32 HARD
P13 HEAVY2 120 4/4 1 3 9 11 17 19 21 23 26 HARD
P14 HEAVY3 120 4/4 1 3 9 11 17 19 21 24 27 HARD
P15 HEAVY4 162 4/4 1 3 9 11 17 19 21 24 27 ROOM
P16 HEAVY5 109 4/4 1 5 8 9 12 13 15 16 19 ROOM
P17 POP1 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 17 20 ROOM
P18 POP2 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 STD1
P19 POP3 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 ROOM
P20 POP4 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 17 20 ROOM
P21 POP5 140 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 ROOM
P22 POP6 96 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 STD 1
P23 POP7 66 4/4 1 4 7 8 11 12 14 16 19 STD 2
P24 POP8 151 4/4 1 5 8 9 16 17 21 24 27 STD 1
P25 BALLAD1 70 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 ROOM
P26 BALLAD2 89 4/4 1 2 5 6 9 10 12 14 17 STD 2
P27 BLUES1 124 4/4 1 2 5 6 9 10 13 16 19 STD 2
P28 BLUES2 192 4/4 1 5 12 13 20 21 25 29 32 STD 1
P29 BLUES3 124 4/4 1 3 10 11 18 19 23 26 29 STD 2
P30 BLUES4 148 4/4 1 5 8 9 12 13 15 17 20 STD 1
P31 R&B1 110 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 STD 1
P32 R&B2 154 4/4 1 3 6 7 10 11 13 18 21 STD 1
P33 R&B3 108 4/4 1 5 8 9 12 13 15 18 21 STD 2
P34 R&B4 96 4/4 1 5 12 13 20 21 25 26 29 STD 1
P35 R&B5 94 4/4 1 5 8 9 12 13 15 19 22 STD 1
P36 JAZZ1 140 4/4 1 3 5 7 9 11 13 15 18 JAZZ
P37 JAZZ2 140 4/4 1 5 7 9 11 13 15 17 20 JAZZ
P38 JAZZ3 140 4/4 1 5 12 13 20 21 25 30 33 JAZZ
P39 FUSION1 120 4/4 1 5 12 13 20 21 25 29 32 STD2
P40 FUSION2 118 4/4 1 2 5 6 9 10 12 15 18 ROOM
P41 HipHop1 93 4/4 1 2 9 10 17 18 22 23 26 HIP-HOP
P42 HipHop2 102 4/4 1 3 10 11 18 19 23 25 28 808
P43 FUNK 110 4/4 1 2 4 6 8 10 12 13 16 HIP-HOP
P44 HOUSE 114 4/4 1 3 6 7 10 11 13 15 18 HOUSE
P45 Cntry1 118 4/4 1 3 6 7 10 11 13 14 17 JAZZ
P46 Cntry2 118 4/4 1 2 5 6 9 10 12 14 17 JAZZ
P47 Other1 96 4/4 1 2 9 10 17 18 22 24 27 REGGAE
P48 Other2 118 4/4 1 5 7 9 11 13 15 19 22 STD 2
P49 Other3 125 4/4 1 2 5 6 9 10 12 14 17 ROOM
P50 Metro4/4 120 4/4 1 - - - - - - - - STD 1
209
Arrangement/Patroon lijst
Rev0.10
Sectie 7
Preset patroon lijst
Patroon naam
(afkorting weerge-
geven in scherm)
Begin
tempo
Beat
Maat
IN V1 F1 V2 F2 E
ROCK1 130 4/4 1 2 2 2 2 4
ROCK2 130 4/4 2 2 2 2 2 4
ROCK3 118 4/4 2 2 1 2 1 2
ROCK4 118 4/4 4 2 1 2 1 4
ROCK5 104 4/4 4 2 1 2 1 2
ROCK6 86 4/4 1 4 1 4 1 2
Hard Rock 1(HdRc1) 130 4/4 4 2 1 2 1 3
Hard Rock 1(HdRc2) 98 4/4 2 4 1 4 1 2
Hard Rock 1(HdRc3) 126 4/4 4 2 1 2 1 5
Hard Rock 1(HdRc4) 120 4/4 3 2 1 2 1 3
Hard Rock 1(HdRc5) 118 4/4 1 1 1 1 1 1
HEAVY1 (HEVY1) 210 4/4 4 4 2 4 2 4
HEAVY2 (HEVY2) 120 4/4 2 2 2 2 2 2
HEAVY3 (HEVY3) 120 4/4 2 2 2 2 2 3
HEAVY4 (HEVY4) 162 4/4 2 2 2 2 2 3
HEAVY5 (HEVY5) 109 4/4 4 2 1 2 1 1
POP1 118 4/4 2 2 1 2 1 4
POP2 118 4/4 2 2 1 2 1 2
POP3 118 4/4 2 2 1 2 1 2
POP4 118 4/4 2 1 1 1 1 4
POP5 140 4/4 2 1 1 1 1 2
POP6 96 4/4 2 2 1 2 1 2
POP7 66 4/4 3 2 1 2 1 2
POP8 151 4/4 4 2 1 4 1 3
BALLAD1 (BALD1) 70 4/4 4 2 1 2 1 3
BALLAD2 (BALD2) 89 4/4 1 2 1 2 1 2
BLUES1 (BLUS1) 124 4/4 1 4 1 4 1 3
BLUES2 (BLUS2) 192 4/4 4 4 1 4 1 4
BLUES3 (BLUS3) 124 4/4 2 2 1 2 1 3
BLUES4 (BLUS4) 148 4/4 4 2 1 2 1 2
R&B1 110 4/4 4 2 1 2 1 3
R&B2 154 4/4 2 2 1 2 1 5
R&B3 108 4/4 4 2 1 2 1 3
R&B4 96 4/4 4 4 1 4 1 1
R&B5 94 4/4 4 2 1 2 1 4
JAZZ1 140 4/4 2 2 2 2 2 2
JAZZ2 140 4/4 4 2 2 2 2 2
JAZZ3 140 4/4 4 4 1 4 1 5
FUSION1 (FUSN1) 120 4/4 4 4 1 4 1 4
FUSION2 (FUSN2) 118 4/4 1 2 1 2 1 3
HipHop1 (H.Hp1) 93 4/4 1 4 1 4 1 1
HipHop2 (H.Hp2) 102 4/4 2 4 1 4 1 2
FUNK 110 4/4 1 2 2 2 2 1
HOUSE 114 4/4 2 2 1 2 1 2
Cntry1 (Cnty1) 118 4/4 2 1 1 1 1 1
Cntry2 (Cnty2) 118 4/4 1 2 1 2 1 2
OTHER1 (Othr1) 96 4/4 1 4 1 2 1 2
OTHER2 (Othr1) 118 4/4 4 2 2 2 2 4
OTHER3 (Othr1) 125 4/4 1 2 1 2 1 2
Metro - - - - - - - -
BREAK - - - - - - - -
210
Rev0.10
Parameter lijst
(* 1) Als u de instellingen wilt opslaan als de op dat moment geselecteerde song data, dient u [STOP] inge-
drukt te houden, en op [REC] te drukken.
(* 2)Opgeslagen op de BR-600.
(* 3)Niet opgeslagen.
Mixer Parameter (*1)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Input Select - GUITAR
GUITAR, MIC, LINE, SIMUL
Recording Mode REC MODE INPUT INPUT, BOUNCE, MASTERING (*3)
PAN PAN C00 L50–C00–R50
Insert Effects
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Location Location INPUT<NORMAL>
INPUT<NORMAL>, INPUT<REC DRY>,
Track 1–8, Track 1 2–7 8, RHYTHM,
MASTER
Chorus/ Delay/ Doubling
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Effect Type FX Type CHORUS CHORUS, DELAY, DBLN
Chorus
Chorus Send Level Send
In,Tr1–Tr4,Tr56, Tr78: 0, Rhy: 0
0
–100
Rate Rate 10 0–100
Depth Depth 10 0–100
Pre Delay Pre Dly 10.0 ms 0.5–50.0 ms
Effect level E.Level 100 0–100
Delay
Delay Send Level Send
In,Tr1–Tr4,Tr56, Tr78: 0, Rhy: 0
0–100
Delay Time Dly Tme 370 ms 10–1000 ms
Feedback Feedback 30 0–100
Effect Level E.Level 30 0–100
Reverb Send Rev Send 50 0–100
Doubling
Doubling Send Level Send
In,Tr1–Tr4,Tr56, Tr78: 0, Rhy: 0
0–100
Delay Time Dly Tme 20.0 ms 0.5–50.0 ms
Effect level E.Level 100 0–100
Reverb
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Reverb Send level Send
In,Tr1–Tr4,Tr56, Tr78: 10, Rhy: 10
0–100
Reverb Type Type HALL HALL, ROOM
Reverb Time Rev Time 2.0 s 0.1–10.0 s
Tone Tone 0 -12–0–+12
Effect Level E.Level 50 0–100
211
Parameter lijst
Rev0.10
Sectie 7
Pitch correctie
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Location Location
Track 1
Track 1–8, Track 1 2–7 8
Track EQ
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Equalizer On/Off EQ
Tr1–Tr4,Tr5/6, Tr7/8: OFF
OFF, ON
Equalizer Low Gain Lo G
Tr1–Tr4,Tr5/6, Tr7/8: 0 dB
-12–0–+12 dB
Equalizer Low Frequency Lo F
Tr1–Tr4,Tr5/6, Tr7/8: 100 Hz
40 Hz–1.5 kHz
Equalizer High Gain Hi G
Tr1–Tr4,Tr5/6, Tr7/8: 0 dB
-12–0–+12 dB
Equalizer High Frequency Hi F
Tr1–Tr4,Tr5/6, Tr7/8: 1.0 kHz
500 Hz–18 kHz
Recorder parameter (*1)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Recording Track -
-
Track 1–4, Track 1/2–7/8
V-Track V-Track 1 1–8
Auto Punch On/Off - OFF OFF, ON
Auto Punch In/Out - - Any time
Locator - - Any time
Repeat - - Any time
Song parameter (*1)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Song Name SONG NAME SONG0000 8 characters
Data Type Type HiFi (MT2) HiFi (MT2), STD (LV1), LONG (LV2)
Song Protect Protect SW OFF
OFF, ON
Phrase Trainer
Time Stretch Time Strtch OFF OFF, ON (*3)
Center Cancel CentrCncel OFF OFF, ON (*3)
Center cancel Low Boost Low Boost 0 0–12
Center cancel Adjust C.Adjust C00 L10–C00–R10
System parameter (*2)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
LCD Contrast LCD Contrast 12 1–17
Pad Sens Pad Sens MID FIX, LIGHT, MID, HEAVY
Foot Switch Assign Foot SW PLAY PLAY, PUNCH, FX
Audio Sub Mix Switch Sub Mixer OFF OFF, ON
AB Quantize AB Qtz OFF OFF, ON
Remain Information Remain Inf OFF OFF, ON
Power Save Mode PowerSave OFF OFF, 1, 3, 5, 10 (min)
Tuner Reference Pitch - 440 435–445 (Hz)
212
Parameter lijst
Rev0.10
Sync parameter (*1)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Sync Offset Offset 00:00:00-00.0 00:00:00-00.0–23:59:59-29.9
Scrub parameter (*3)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Scrub From/To Mode From/To FROM FROM, TO
Preview Switch Preview SW OFF OFF, ON
Rhythm parameter (*1)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Rhythm On/ Off - OFF OFF, ON
Arrangement - OFF OFF, ON
Pattern - OFF OFF, ON
Arrangement Mode
Arrangement Name
P01 P01–50, S01–05
Pattern Mode Pattern Name P001 P001–327, S001–100
Pad - OFF OFF, ON (*3)
Arrangement parameter (*1)
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Step current setting 1 1–50
Tempo current setting - 25.0–250.0
Starting Measure current setting 001 001–999
Pattern current setting - P001–327, S001–100
Drum Kit Drum Kit - STD1, STD2, ROOM, HARD, JAZZ,
HIP-HOP, HOUSE, REGGAE, 808,
SongKit1–5
Pattern parameter
Parameter naam Scherm Initiële waarde Geldige instellingen
Measure current setting 1 1–999 (*1)
Time Signature current setting 4/4 1/1–8/1, 1/2–8/2, 1/4–8/4,
1/8–8/8 (*1)
Tempo current setting - 25.0–250.0 (*3)
Quantize current setting ,  3, ,  3, ,  3, ,  3, HI (*3)
Click Click 3 0–3 (*3)
Rev0.10
213
Sectie 7
Problemen oplossen
Als de BR-600 niet op de juist manier niet functioneert,
dient u eerst de volgende punten te controleren.
Als hiermee het probleem niet wordt opgelost, dient u een
contact op te nemen met een dealer of het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum.
Geen geluid
Is de stroomtoevoer naar de BR-600 en de
aangesloten apparatuur aangesloten?
Zijn de geluidskabels goed aangesloten?
Zijn er geluidskabels kapot?
Is het volume van de aangesloten versterker of
mixer naar beneden gedraaid?
Is de MASTER fader of het koptelefoonvolume
van de BR-600 naar beneden gedraaid?
Is er een geheugenkaart geplaatst?
Is de verkeerde kaart geplaatst?
U kunt in de winkel verkrijgbare CompactFlash
kaarten als geheugenkaarten voor de BR-600
gebruiken; het 3.3 V type met een capaciteit van 32 MB
tot 1 GB kan worden gebruikt.
Probeert u een korte frase van minder dan 1.0
seconden af te spelen?
Frases van minder dan 1.0 seconden kunnen
niet worden afgespeeld.
Het volumeniveau van het instru-
ment, dat aangesloten is op de
GUITAR/BASS uitgang of LINE IN
uitgangen, is te laag
Gebruikt u misschien een aansluitkabel die
weerstand bevat?
Gebruik een aansluitkabel zonder weerstand.
Een bepaalde Track is niet te horen
Is het Track volume te laag?
Is de V-Track instelling voor een andere Track?
Is de Track gedempt?
Het ingangssignaal is niet te horen
Hebt u GUITAR/BASS/MIC2, MIC1 en REC
LEVEL aangepast?
Is INPUT SELECT gedempt? (De INPUT
SELECT indicator is niet opgelicht.)
Staat de REC LEVEL draaiknop ingesteld op
‘MIN’?
Staat de ‘MIC’ onder UTILITY ingesteld op
‘ONBRD+EXT’, wanneer u een ingebouwde
stereo microfoon gebruikt?
Kan niet opnemen
Is een song beschermd?
Is er een geheugenkaart geplaatst?
Heeft de geheugenkaart onvoldoende
beschikbare capaciteit?
Is de opnamestand (REC MODE) correct
ingesteld?
Staat de Phrase Trainer of Scrub Playback
functie aan?
Het opgenomen geluid bevat ruis
of vervorming
Is de ingang gevoeligheid juist ingesteld?
Als de ingang gevoeligheid te hoog is, zal het
opgenomen geluid vervormd zijn. Als het te laag is zal
het invoer geluid ‘buried in noise’ zijn. Pas de REC
LEVEL draaiknop zo aan, dat de niveaumeter zoveel
mogelijk beweegt zonder dat de PEAK indicator
oplicht.
* Stel dit zo in, dat de ‘0’ niet in de niveaumeter wordt weer-
gegeven.
Zijn de Track uitgangsniveaus geschikt?
Als u ruis of vervorming hoort na het bouncen van
Tracks, was het uitgangsniveau van de Tracks te hoog.
Is er een microfoon met een hoge uitgang
impedantie aangesloten op de BR-600?
De BR-600 is ontworpen met een brede marge
Headroom. Bovendien, aangezien de MIC1 en MIC2
uitgangen lage impedantie ingangen zijn, is het
opnameniveau misschien te laag, afhankelijk van de
respons van sommige microfoons. In dergelijke
gevallen dient u de microfoon via een microfoon
voorversterker op de LINE IN uitgangen van de BR-
600 aan te sluiten, voordat u opneemt.
Problemen met het geluid
214
Problemen oplossen
Rev0.10
‘Unsupported Card!’ wordt weerge-
geven
Hebt u een compatibele (CompactFlash)
geheugenkaart geplaatst in de BR-600?
Is de geheugenkaart correct geplaatst?
Geheugenkaart data was bescha-
digd
Als geheugenkaart data beschadigd is, kan dit de
volgende oorzaken hebben. Formatteer de kaart
nogmaals (p.199).
Stond de stroomtoevoer uit toen de recorder
bezig was?
Is er veel drukkracht op de geheugenkaart
uitgeoefend?
Kan het zijn, dat de stroomtoevoer uit gezet
werd, terwijl toegang tot de geheugenkaart
werd gezocht?
Is de kaart geformatteerd op een PC of digitale
camera?
Idling venster wordt niet weerge-
geven
Is de USB kabel correct aangesloten?
Is het besturingssysteem van uw computer
compatibel met de BR-600?
Windows : Windows Me/2000/XP
Macintosh : Mac OS 9.1.x/ 9.2.x of OS X
Problemen met de
geheugenkaart
Problemen met de USB
Rev0.10
215
Sectie 7
Foutberichten
Als u een incorrecte handeling uitvoert of als een handeling
niet uitgevoerd kan worden, zal het scherm een fout bericht
geven.
Bekijk de lijst en onderneem gepaste actie.
Battery Low!
Oorzaak: De batterijen zijn leeg (6 x AA Alka-
line droge celbatterijen).
Oplossing: Vervang de batterijen zo snel mogelijk
(p.24)
Cannot Edit! Quantize is low!
Oorzaak: Tijdens Step Recording van een
patroon is de Quantize instelling te
grof, waardoor meerdere entries op
hetzelfde punt in de matrix
verschijnen.
Oplossing: Gebruik een fijnere Quantize instel-
ling (p. 148)
Cannot Edit! This is a Preset!
Oorzaak: Preset data is geselecteerd. U kunt deze
data niet bewerken.
Oplossing: Kopieer de song data en bewerk deze
daarna.
Cannot Erase!
Oorzaak: Er kunnen geen stappen meer gewist
worden.
Oplossing: De Pitch correctie Map dient minimaal
één stap te bevatten.
Cannot Insert!
Oorzaak: Er kunnen geen stappen meer inge-
voegd worden.
Oplossing: De Pitch correctie Map kan maximaal
99 stappen bevatten.
Cannot Program!Rhythm off.
Oorzaak: De Rhythm staat uit, dus u kunt niet
programmeren.
Oplossing: Druk op [RHYTHM ON/OFF] om
Arrange mode of Pattern mode te selec-
teren.
Card Full!
Oorzaak: Er is te weinig geheugencapaciteit,
waardoor het niet mogelijk is om op te
nemen.
Oplossing 1: Maak een reservekopie van de data,
die u nodig heeft op de computer (p.
164, p.178), en wis de data die u niet
nodig heeft.
Oplossing 2: Voer de Song Optimize handeling uit
(p. 87).
Card Read Error!
Oorzaak: Geheugenkaart data kan niet correct
geladen worden.
Oplossing1: Zet de BR-600 uit, plaats de geheugen-
kaart op correcte wijze, en zet de BR-
600 weer aan.
Oplossing 2: Initialiseer de kaart (p. 199).
Als hetzelfde bericht verschijnt nadat u boven-
staande stappen hebt uitgevoerd, is het
mogelijk dat er iets mis is met de
geheugenkaart.
Card Write Error!
Oorzaak: Er is een fout opgetreden, terwijl data
naar de geheugenkaart werd wegge-
schreven.
Oplossing: De geheugenkaart moet geformatteerd
worden. (p.199). De song data, die u
probeerde op te slaan, zal verloren
gaan.
Data Too Short!
Oorzaak: U heeft geprobeerd om een WAV/AIFF
bestand te importeren, die korter duurt
dan één seconde of om een WAV/AIFF
bestand te laden met behulp van de
Tone Load functie, die korter duurt
dan 0.1 seconde.
Oplossing: Zorg ervoor, dat het te laden WAV/
AIFF bestand minimaal één seconde
duurt, of selecteer een WAV/AIFF
bestand die minimaal 0.1 seconden
duurt, wanneer u de Tone Load functie
gebruikt.
Drive Busy!
Oorzaak: Als dit bericht verschijnt, nadat u de
216
Foutberichten
Rev0.10
geheugenkaart in de BR-600 hebt
gebruikt, is de data op de kaart gefrag-
menteerd wat vertraging in het lezen
en wegschrijven van data veroorzaakt.
Of u gebruikt misschien een geheu-
genkaart met een langzame verwer-
kingssnelheid.
* In gevallen van ongunstige disk access, zoals wanneer
u Track editing, punch in/out recording etc. gebruikt,
om frases (muzikale data) van enkele seconden te
verbinden.
Oplossing 1: Verminder het aantal Tracks dat
gelijktijdig afgespeeld wordt. Gebruik
Track Bouncing etc. om Tracks te
combineren of wis data van Tracks die
u niet hoeft af te spelen, en probeer het
dan nogmaals.
Oplossing 2: Verminder het aantal Tracks, dat
gelijktijdig opgenomen wordt.
Oplossing 3: Reduceer het Data Type (STD (LV1))
of LONG (LV2)), en probeer dan
nogmaals de song te creëren.
Event Full!
Oorzaak: De BR-600 heeft alle events, die in één
song gehanteerd kunnen worden
gebruikt.
Oplossing: Voer de Song Optimize handeling uit
(p.87).
Turn Off Pitch correctie!
Oorzaak: U kunt de loop effecten of phrase
trainer niet gebruiken wanneer Pitch
correctie aanstaat.
Oplossing: Druk op [PITCH CORRECTION] om
dit uit te zetten en probeer de hande-
ling nogmaals uit te voeren.
Memory Full!
Oorzaak: De totale duur van de drumgeluiden
voor één drumkit die geladen kan
worden met behulp van tone load heeft
de 13 seconden overstegen.
Oplossing: Zorg ervoor, dat de drumgeluiden die
geladen kunnen worden met behulp
van tone load niet boven de 13
seconden uit komen (p.138, p.174,
p.186).
Oorzaak: Er is geen ritme patroon geheugen
over.
Oplossing 1: Wis onnodige ritme patronen (p.153).
Oplossing 1: Wis onnodige drumgeluiden in de
ritme patronen (p.141, p.147).
Oorzaak: U heeft geprobeerd een SMF te impor-
teren die groter is dan het beschikbare
geheugen voor geïmporteerde bestanden.
Oplossing: Wis alle overbodige ritme patronen (p.
153).
No Card!
Oorzaak: U heeft geprobeerd om de recorder te
gebruiken of om de geheugenkaart te
gebruiken, terwijl de geheugenkaart
(CompactFlash) niet is geplaatst, of
niet goed is geplaatst.
Oorzaak: De geheugenkaart is verwijderd na
selectie van data op die geheugenkaart.
Oplossing: Zet de BR-600 uit, plaats de geheugen-
kaart op correcte wijze en zet de BR-
600 weer aan.
No File!
Oorzaak: Het bestand dat u probeert te impor-
teren met behulp van WAV/AIFF/SMF
import of Tone Load is niet gevonden.
Oplossing: Zorg ervoor, dat het bestand dat u wilt
importeren klaar is.
Wat is een event?
Een event is de kleinste eenheid geheugen die gebruikt
wordt door de BR-600 om opgenomen resultaten op
een geheugenkaart op te slaan. Een nieuw gemaakte
song bevat ongeveer 2000 events per song.
Voor elke Track gebruikt één opnamepas twee events.
Handelingen zoals punch-in/out of Track copy
gebruiken ook events. Het aantal events dat gebruikt
wordt zal op een complexe manier fluctueren.
Zelfs als er nog ruimte over is op de geheugenkaart, zal
verder opnemen of Track editing niet mogelijk zijn als
alle events op gebruikt zijn. In dergelijke gevallen zal
er een fout bericht, bijvoorbeeld ‘Event Full!’,
verschijnen.
217
Foutberichten
Rev0.10
Sectie 7
No Song!
Oorzaak: Er staan geen songs op de geheugen-
kaart.
Oplossing: Creër een nieuwe song (p.54).
Oorzaak: Er bevindt zich incorrecte data in de
song map, of de benodigde data is niet
aanwezig.
Oplossing: Plaats de data waarvan een reserve-
kopie gemaakt is op de computer terug
in de BR-600. In dit geval dient u elke
‘ROLAND’ map terug te plaatsen in de
BR-600 (p.165, p.179).
Not Available in Mastering Mode!
Oorzaak: U kunt deze handeling niet uitvoeren
wanneer ‘MASTERING’ geselecteerd
is als opnamestand.
Oplossing: Druk eerst op de [REC MODE] knop
om over te gaan naar de opnamestand
om ‘INPUT’ of ‘BOUNCE’ te
gebruiken en voer vervolgens de
handeling verder uit.
Power Down!
Oorzaak: Het interne stroomvermogen bevindt
zich onder het gegarandeerde werk-
bare niveau.
Oplossing: Wanneer u een PSA adapter gebruikt:
Het is mogelijk dat het snoer kapot is
of dat de adapter zelf functioneert
slecht. Neem a.u.b. contact op met
Roland Service of door Roland geauto-
riseerde dealers.
Wanneer u batterijen gebruikt:
Vervang a.u.b. door nieuwe batterijen
(p. 24).
Protected!
Oorzaak: U probeert data weg te schrijven naar
een song die beschermd wordt.
Oplosing: Om data naar de song weg te schrijven,
dient u Protect op OFF in te stellen.
Set the Repeat!
Oorzaak: Repeat A (Startpunt) en B (Eindpunt) is
niet ingesteld.
Oplossing: Stel de Repeat A en B in (p.58).
Stop P. Trainer!
Oorzaak: De handeling die u probeerde uit te
voeren kan niet uitgevoerd worden
wanneer de Phrase Trainer (p.195)
aanstaat.
Oplossing: Druk op [PHRASE TRAINER] om de
Phrase trainer uit te zetten.
Stop Recorder!
Oorzaak: De handeling kan niet uitgevoerd
worden wanneer de recorder speelt
(afspeelt of opneemt).
Oplossing: Druk op [STOP] om afspelen of
opnemen te stoppen.
Too Many Songs!
Oorzaak: U probeert meer dan 100 songs te
creëren.
Oplossing: Wis onnodige songs (p. 86).
Unformatted!
Oorzaak: De geheugenkaart is niet geformat-
teerd door DOS.
Oplossing 1: Zet de BR-600 uit, plaats de geheugen-
kaart op correcte wijze en zet de BR-
600 weer aan.
Oplossing 2: Initialiseer de kaart (p.199).
Unsupported Card!
Oorzaak: De geplaatste geheugenkaart
(CompactFlash) of MicroDrive is niet
compatibel met de BR-600.
Oplossing: Gebruik een geheugenkaart die
compatibel is met de BR-600 (32 MB tot
1 GB CompactFlash met een voltage
van 3.3V).
Unsupported Format!
Oorzaak 1: De BR-600 kan het formaat van de
geplaatste geheugenkaart niet
herkennen of gebruiken.
Oplossing 1: Plaats een geheugenkaart die gefor-
matteerd is voor gebruik met de BR-
600 (p. 199).
Oorzaak 2: U heeft geprobeerd om een niet-
compatibel WAV of AIFF bestand of
SMF te laden in de BR-600.
Oplossing 2: Controleer het formaat van het WAV
of AIFF bestand of SMF.
218
Rev0.10
Specificaties
BR-600: Digitale recorder
Tracks
Tracks/sporen: 8
V-Track: 64 (8 V-Tracks voor elke Track)
* Er kunnen maximaal twee Tracks tegelijkertijd
worden opgenomen, en maximaal acht Tracks tegelij-
kertijd worden afgespeeld.
Capaciteit
CompactFlash; 32 MB - 1 G bytes
Data Type
HiFi (MT2)
STANDARD (LV1)
LONG (LV2)
Signaal procesbesturing
AD conversie:24 bit,
∆∑
Modulatie + AF-AD (Gitaar/
Bas)
24 bit,
∆∑
Modulatie + AF-AD
(Mic 1/2)
24 bit,
∆∑
Modulatie (Line)
24 bit,
∆∑
Modulatie ( Gelijktijdig)
DA conversie: 24 bit,
∆∑
Modulatie
Interne procesbesturing: 24 bit (digitale mixer sectie)
* AF methode (Adaptive Focus methode)
Adaptive Focus is een unieke Roland/Boss technologie
die de signaal/ruisverhouding van AD en DA omzet-
ters sterk verbetert.
Sample snelheid
44.1 kHz
Frequentie bereik
20 Hz tot 20 kHz (+/-3 dBu)
Opnametijd (conversie naar één
Track)
* De hierboven weergegeven opnametijden zijn onge-
veer. Tijden kunnen iets korter zijn, afhankelijk van
het aantal opgenomen songs.
* Het bovenstaande aantal is het totaal voor alle Tracks
die gebruikt worden. Als elk van de acht Tracks
dezelfde hoeveelheid data bevat, zal de lengte van de
resulterende song ongeveer 1/8 van bovenstaande
tijden zijn.
Nominaal ingangsniveau (variabel)
GUITAR/BASS uitgang: -20dBu
MIC 1/2 uitgang: -40dBu
LINE IN uitgang: -10 dBu
Input impedantie
GUITAR/BASS uitgang: 1 M (KOPTELEFOON)
MIC 1/2 uitgang: 2 k (KOPTELEFOON) (HEET-
KOUD)
LINE IN uitgang: 30 k (KOPTELEFOON)
Nominaal uitgangsniveau
LINE OUT uitgang: -10 dBu
Output impedantie
LINE OUT uitgang: 2 k (KOPTELEFOON)
Koptelefoon uitgang: 140 (KOPTELEFOON)
Aanbevolen laad impedantie
LINE OUT uitgang: 20 k (KOPTELEFOON) of meer
Koptelefoon uitgang: 32-100(KOPTELEFOON)
Overgebleven ruis niveau
LINE OUT uitgang: -85 dBu of minder
(INPUT SELECT: GUITAR/MIC, input beëindigd
Capaciteit
Data type
HiFi (MT2) STD (LV1)
LONG (LV2)
32 MB 16 min. 19 min. 24 min.
64 MB 32 min. 39 min. 49 min.
128 MB 65 min. 78 min. 98 min.
256 MB 130 min. 156 min. 196 min.
512 MB 260 min. 312 min. 392 min.
1 GB 520 min. 624 min. 784 min.
219
Specificaties
Rev0.10
Sectie 7
met 1 k (KOPTELEFOON), INPUT SENS: CENTER,
IHF-A, typ., EFFECT: OFF)
0 dBu = 0.775 Vrms
Interface
USB connector
Scherm
16 karakters x 2 lijnen (backlit LCD)
Aansluitingen
GUITAR/BASS uitgang (1/4 inch telefoon type)
MIC 1 uitgangen (TRS gebalanceerd 1/4 inch tele-
foon type)
MIC 2 uitgangen (TRS gebalanceerd 1/4 inch tele-
foon type)
LINE IN uitgang (stereo miniatuur telefoon type)
LINE OUT uitgang (RCA phono type)
FOOT SW/EXP PEDAL uitgang (1/4 inch telefoon
type)
PHONES uitgang (stereo 1/4 inch telefoon type)
USB aansluiting
Stroomtoevoer
DC 9 V: Toevoer adapter (PSA series)/Size AA Dry
battery x 6
(alkaline batterijen aanbevolen)
Stroomafname
200 mA
Alkaline of dry cell batterijen. Ongeveer 5 uur (bij
continu afspelen van acht Tracks)
* Kan variëren afhankelijk van gebruikscondities, gebruikte
batterijen en het type CompactFlash dat gebruikt is.
Afmetingen
257.0 (W) x 183.0 (D) x 27.1 mm
Gewicht
700 g (exclusief batterijen)
Accessoires
Hoes
AA alkaline batterijen (6)
TRS-XLR snoer
Demo/geheugenkaart (al geplaatst in de fabriek)
Gebruikershandleiding
Apart vel (‘Over geheugenkaarten’)
Roland Service (informatie sheet)
Opties
Stroomadapter: PSA serie
Voetschakelaar: FS-5U
Pedaalschakelaar: DP-2 (Roland)
Expressiepedaal: EV-5 (Roland), FV-500L/FV-500H
De specificaties en het uiterlijk van dit apparaat
kunnen zonder berichtgeving vooraf worden
gewijzigd in het kader van productverbeteringen.
220
Rev0.10
Index
Numeriek
4 Band Equalizer .............................................................. 96-100
4 Band Equalizer/Wah .......................................................96-99
808 ............................................................................................. 137
A
AB ....................................................................... 77, 80-81, 83-84
AB Qtz ...................................................................................... 201
AC .............................................................................................107
ACOUSTIC GTR .......................................................................97
Acoustic Processor............................................................97, 101
ACOUSTIC SIM ........................................................................96
Afspelen .....................................................................................47
Afspelen herhalen.....................................................................58
Akoustische gitaar simulator ...................................96, 100-101
Algoritme ...................................................................................38
ALL ................................................................................. 78, 81, 84
AMG .........................................................................................107
Arrangement
Creëren ..............................................................................154
Een naam geven...............................................................157
Invoegen............................................................................156
Spelen ................................................................................143
Tempo................................................................................143
Wissen .......................................................................156, 159
Arrangement Mode ..........................................................40, 134
Attack.........................................................................102-103, 117
Attack tijd.................................................................................103
Audio Sub Mix ........................................................................194
AUTO........................................................................................128
Auto Punching In......................................................................61
Auto Punching Out ..................................................................61
B
BACK-UP ....................................................................... 164, 178
Bank ............................................................................................ 92
Basgitaar...................................................................................107
Bass Cut Filter..........................................................................116
BASS MULTI .............................................................................97
BASS SIM ...................................................................................97
Bass Simulator...................................................................97, 101
Beat..............................................................................................33
BG LEAD..................................................................................107
Bit ..............................................................................................105
BLUES.......................................................................................107
Body..........................................................................................101
BOSS-Cmp ...............................................................................102
BOUNCE........................................................................45, 52, 65
Bounce ........................................................................................65
Bouncing ....................................................................................52
Bounce Mode .......................................................................45, 65
BPF ............................................................................................105
BR-532 ................................................................... 67-68, 176, 188
BR-864 .........................................................................67, 176, 188
BR-900CD ...................................................................67, 176, 188
Bright (helderheid)..................................................................107
C
C.Adjust .................................................................................. 196
CARD................................................................................175, 199
Card Full.....................................................................................86
Center Cancel...........................................................................196
Charct........................................................................................101
CHO/DLY.................................................................. 51, 118-119
CHORUS ..................................................................................120
Chorus .......................................................................... 96-99, 102
CLEAN .....................................................................................107
CompactFlash ......................................................................15, 30
Compressor........................................................ 96-100, 102, 117
Compressor/Defretter..............................................................97
Contrast ....................................................................................190
COPY ................................................................................140, 152
Correction Event .....................................................................128
Correction Event Map ............................................................128
COSM..........................................................................................13
COSM BASS AMP.....................................................................98
COSM COMP BSS.....................................................................98
COSM COMP GTR ...................................................................97
COSM COMP VCL ...................................................................99
COSM Comp/limiter .................................................97, 99, 102
COSM GTR AMP ......................................................................96
CPY.................................................................................. 76-78, 86
CRUNCH .................................................................................107
Cutoff F.....................................................................................105
D
D:E ................................................................................... 105-106
Data Type .............................................................................54, 69
DBLN ........................................................................................120
D-Comp ....................................................................................102
De-esser ........................................................................ 98-99, 103
Defretter......................................................................................97
DELAY......................................................................................120
Delay ........................................................................... 96-100, 103
DELETE/MUTE........................................................................47
Demo Song.................................................................................32
Depth ........................................................ 102-104, 106, 109, 120
DIGITAL...................................................................................105
Dir Level............................................................ 105-106, 108-109
221
Index
Rev0.10
Dither........................................................................................117
Dly Time...................................................................................116
Dly Tme............................................................................103, 120
Doubling........................................................................96-99, 118
DOWN......................................................................................110
Driver........................................................................................162
Drum Kit ..........................................................................132, 136
Creëren ..............................................................................138
Kopiëren............................................................................140
Pannen...............................................................................141
Wissen ...............................................................................141
Drumgeluid .............................................................................138
Drum Pad.................................................................................132
E
E ............................................................................................... 133
E.Level .......................................................................102-103, 120
Effect Patch ..........................................................................38, 92
Opslaan................................................................................94
Wegschrijven ...................................................................... 94
EFFECTS..................................................................................... 93
Element.....................................................................................101
ENHANCE...............................................................................101
Enhancer................................................................97-98, 104, 116
ENTER......................................................................................114
EQ..............................................................................................121
Equalizer ..........................................................................104, 115
ERASE.......................................................................141, 156, 159
ERS ...................................................................................83-84, 86
Expander ..................................................................................116
EXPORT............................................................................167, 180
Expressiepedaal.......................................................................191
F
F ............................................................................................... 133
Feedback........................................................................... 103, 120
Filter..........................................................................................105
Flanger...........................................................................96-99, 104
FOOT SW .........................................................................191, 201
FOOT SW/EXP PEDAL...........................................................22
Foot Volume .................................................................96-99, 104
Formant1 ..................................................................................109
Formant2 ..................................................................................109
Freq ...................................................................................104, 116
Frequentie ........................................................................ 108, 110
FROM..................................................................................74, 202
Van/naar..................................................................................202
FX ..............................................................................................191
Fx Level ............................................................................105, 108
FX Type ......................................................................51, 118, 120
FX1 Level..................................................................................109
FX2 Level..................................................................................109
G
Gain ........................................................................ 105, 107, 116
Geheugenkaart ..............................................................15, 30, 69
Geheugen vrijmaken ................................................................87
GTR .............................................................................................38
GUITAR......................................................................................36
GUITAR/BASS....................................................................14, 34
GUITAR/BASS/MIC2 .............................................................16
H
HALL ...................................................................................... 120
Handmatig inpunchen .............................................................61
Handmatig uitpunchen............................................................61
HARD .......................................................................................137
Hi Attack .......................................................................... 116-117
Hi Gain .....................................................................................104
Hi Level ....................................................................................117
Hi Ratio............................................................................. 116-117
Hi Release......................................................................... 116-117
Hi Thres............................................................................ 116-117
HI.FEML...................................................................................126
HI.MALE..................................................................................126
HiF.............................................................................................122
HiFi (MT2)............................................................................54, 69
HiG............................................................................................122
High Freq..................................................................................115
High Gain.................................................................................115
High Mid Freq .........................................................................115
High Mid Gain.........................................................................115
High Mid Q..............................................................................115
High Q ......................................................................................115
High Type ................................................................................115
Hi-M F.......................................................................................104
Hi-M Gin ..................................................................................104
Hi-M Q......................................................................................104
HIP-HOP ..................................................................................137
HOUSE .....................................................................................137
HPF............................................................................................105
I
IMPORT .......................................................................... 170, 182
IN...............................................................................................133
Initialiseren
Alle instellingen ...............................................................197
Effect ..................................................................................198
Geheugenkaart .................................................................199
Ritme..................................................................................198
Systeem..............................................................................197
Ingebouwde Stereo Microfoon................................................36
INPUT.......................................................................37, 45, 57, 95
Input..................................................................................102, 116
222
Index
Rev0.10
Input Gain................................................................................115
INPUT SELECT.........................................................................55
Input gevoeligheid....................................................................36
INSERT.....................................................................................156
Invoegeffect .........................................................................38, 92
J
JAZZ ........................................................................................ 137
JC-120........................................................................................ 107
JUMBO......................................................................................101
K
Keep power on! ....................................................................... 31
Klok.............................................................................................33
Knop
Afwisselend in groen en oranje oplichtend ...................20
Groen .................................................................20, 44, 48, 55
Rood knipperend...............................................................20
Rood...................................................................20, 44, 48, 55
Uit.......................................................................20, 44, 48, 55
L
L R ............................................................................................. 37
LCD Contrast...........................................................................201
Level...........................................................101-104, 108, 110, 117
Limiter ......................................................................................117
LIN ......................................................................................38, 205
LINE......................................................................................44, 55
LINE IN ..........................................................................14, 34, 36
Lo Attack...........................................................................116-117
Lo Level....................................................................................117
Lo Mix Lvl................................................................................ 104
Lo Ratio .............................................................................116-117
Lo Release .........................................................................116-117
Lo Thres.............................................................................116-117
LO.FEML..................................................................................126
LO.MALE.................................................................................126
LOCAT .......................................................................................95
LOCATOR..................................................................................72
Locator........................................................................................72
Locator Point .............................................................................72
LoF ............................................................................................122
LO-FI BOX..................................................................................99
Lo-Fi Box ............................................................................99, 105
LoG............................................................................................122
Lo-M F ......................................................................................104
Lo-M Gin..................................................................................104
Lo-M Q .....................................................................................104
LONG (LV2) ........................................................................54, 69
Loop Effect.........................................................................50, 118
Loop Recording......................................................................... 63
Low Freq...................................................................................115
Low Gain..........................................................................104, 115
Low Mid Freq ..........................................................................115
Low Mid Gain..........................................................................115
Low Mid Q...............................................................................115
Low Q .......................................................................................115
Low Type..................................................................................115
LPF ............................................................................................105
M
Maat ............................................................................................33
Macintosh ....................................................................... 162, 178
MANUAL.................................................................................106
Manual..............................................................................104, 106
MASTER.....................................................................................95
Master .......................................................................................107
MASTERING .....................................................................45, 111
Mastering Tool Kit ....................................................45, 111, 113
Een naam geven ...............................................................114
Opslaan..............................................................................114
MATCH....................................................................................107
METAL .....................................................................................107
METAL D .................................................................................107
MIC..........................................................................36, 38, 98, 205
Mic Dist.....................................................................................101
Mic Level ..................................................................................108
Mic Set ......................................................................................108
MIC1................................................................................14, 16, 34
MIC2......................................................................................14, 34
Mid Attack ....................................................................... 116-117
Mid Level .................................................................................117
Mid Ratio.......................................................................... 116-117
Mid Release...................................................................... 116-117
Mid Thres ......................................................................... 116-117
Middle.......................................................................................107
Mix Level..................................................................................104
Mix Lvl......................................................................................116
Mixer.........................................................................................117
Mode .........................................................................................109
Modify Fil.................................................................................105
Modulation........................................................................... 96-99
Mono Track................................................................................46
MOV...................................................................................... 79-81
MS..............................................................................................107
MTK ..........................................................................................207
N
NAM ......................................................................................... 88
NAME...............................................................114, 127, 151, 157
NEW............................................................................................35
Niveaumeter ..............................................................................37
223
Index
Rev0.10
Noise 9ruis)..............................................................................105
Noise Suppressor.......................................................96-100, 106
NOTE........................................................................................128
O
Oct Level ................................................................................ 106
Octaaf..................................................................................97, 106
OFF............................................................................105, 107, 128
Offset.........................................................................................202
ON.............................................................................................107
Opnameniveau..........................................................................37
Opnamestand ............................................................................45
Opnametijd ..........................................................................54, 69
Opnemen..............................................................................44, 54
Optimize.....................................................................................87
OS ..............................................................................................162
Output ......................................................................................117
Output Gain.............................................................................115
Overdubben...............................................................................48
P
Pad Sens ................................................................................. 201
Pan.........................................................................................49, 56
PAN-SQR .................................................................................109
PAN-TRI...................................................................................109
Patch naam.........................................................................94, 114
Patroon ..........................................................................40-43, 133
Creëren ..............................................................................144
Drumgeluid wissen .........................................................147
Een naam geven...............................................................151
Kopiëren............................................................................152
Metronoom Volume ........................................................147
Oefenen .............................................................................146
REAL..................................................................................145
Realtime Recording ..................................................144-145
SMF Import.......................................................................144
Spelen ................................................................................142
Step Recording .........................................................144, 148
Tempo................................................................................142
Wissen ...............................................................................153
Patroon Mode....................................................................40, 134
PCR ...........................................................................................207
Peak...........................................................................................110
PEAK indicator..........................................................................16
PEDAL.............................................................................. 106, 110
Perceptie van stereo..................................................................49
Phaser ............................................................................96-99, 106
PHRASE TRAINER .........................................................195-196
Phrase Trainer .........................................................................195
PIËZO .......................................................................................101
Pitch (toonhoogte)...................................................................106
PITCH CORRECTION ...........................................................124
Pitch Correctie ................................................................. 123-124
Een naam geven ...............................................................127
Opslaan..............................................................................127
Pitch Shifter.................................................................. 96-99, 106
PLAY.........................................................................................191
PLAYER....................................................................................105
Polariteit ...................................................................................110
Post Fltr.....................................................................................105
Power Save....................................................................... 200-201
Pre Dly ..............................................................................102, 120
Pre Filter ...................................................................................105
PreAmp.....................................................................................100
Preamp.................................................................................. 96-98
Presence....................................................................................107
Preset Arrangement..................................................42, 134, 208
Preset Patch..................................................39, 92, 111, 123, 126
Preset Patroon....................................................................42, 133
Preview................................................................................. 73-74
Preview SW..............................................................................202
Protect ........................................................................................88
PRT..............................................................................................89
PUNCH.....................................................................................191
Punching In................................................................................60
Punching Out.............................................................................60
Q
Quantize ................................................................................... 59
R
Rack160 ................................................................................... 102
RADIO ......................................................................................105
Rate (Snelheid).........................................102, 104, 106, 109, 120
Ratio ..........................................................................................102
REC LEVEL................................................................................16
Recover (herstel)..............................................................165, 179
Redo ............................................................................................64
Referentie toonhoogte ............................................................193
REGGAE...................................................................................137
Release ..............................................................................106, 117
Release Time ............................................................................103
Remain Inf................................................................................201
REPEAT................................................................................ 58-59
Repeat .........................................................................................58
Resonance......................................................................... 104-106
Resterend geheugen .................................................................69
REV.............................................................................. 51, 118-119
Rev Send...................................................................................120
Rev Time...................................................................................120
REVERB....................................................................................120
RHR...........................................................................................146
RHY...........................................................................................198
224
Index
Rev0.10
RHYTHM .............................................................................37, 95
Ring Modulator.................................................................99, 108
RiseTme....................................................................................108
Ritme...........................................................................................40
ROLAND Map ........................................................................162
ROOM...............................................................................120, 137
S
S EFX ....................................................................................... 198
Scherm ......................................................................................190
Scrub ...........................................................................................73
Scrub Punt..................................................................................74
Send Niveau .................................................................50-51, 119
Sens ....................................................................103-104, 110, 116
Separation .................................................................103-104, 106
Sibilant......................................................................................103
Gedempt.....................................................................................47
SIMUL.............................................................................36, 44, 55
SINGLE..................................................................................... 103
SLDN ........................................................................................107
Slow Attack................................................................................ 96
SMF ...........................................................................................173
import................................................................................184
SMF Map..................................................................................162
SMF Import..............................................................................172
SML.....................................................................................38, 206
Smooth......................................................................................126
Smpl Rate .................................................................................105
Smth..........................................................................................129
Soft Clip....................................................................................117
Song
Begin ....................................................................................33
Bescherm.............................................................................88
Eind......................................................................................33
Erase..................................................................................... 86
Frame...................................................................................33
Kopiëren..............................................................................86
Name ...................................................................................88
Opslaan................................................................................89
Subframe ....................................................................................33
Song Arrangement............................................................42, 134
Song Name.................................................................................88
Song New...................................................................................35
Song Patch............................................................39, 92, 111, 123
Song Patroon .....................................................................42, 133
Song Kit .................................................................................... 137
Speaker Simulator................................................96-98, 100, 108
SplitH........................................................................................116
SplitL.........................................................................................116
Stap............................................................................................154
STD....................................................................................101, 137
STD (LV1).............................................................................54, 69
STEP ..........................................................................................148
STEREO MULTI ........................................................................99
Stereo Track ...............................................................................46
Stereofonisch gevoel.................................................................56
Sub Mixer .................................................................................201
Sustain.......................................................................................102
SYS.............................................................................................197
T
TAP .......................................................................................... 103
TAP (TEMPO).................................................................. 142-143
Thres..........................................................................................117
Threshold .........................................................................102, 106
Time Stretch .............................................................................195
TME/MES ........................................................... 75-76, 79, 82-83
TO........................................................................................74, 202
TONE ........................................................................................175
Tone Load.................................................................138, 174, 186
TONELOAD Map ...................................................................162
Toon ............................................................................50, 103, 120
Top-Hi.......................................................................................101
Top-Mid....................................................................................101
TOUCH.....................................................................................110
Track ...........................................................................................95
Track
Copy......................................................................... 75, 77-78
Erase............................................................................... 82-84
Exchange .............................................................................85
Move .............................................................................. 79-81
Track EQ.............................................................................50, 121
Track Mute .................................................................................47
Treble ........................................................................................107
Tremolo/Pan ............................................................... 96-99, 109
TRM-SQR .................................................................................109
TRM-TRI...................................................................................109
Tuning...............................................................................105, 192
Type.............................. 51, 102-103, 105-108, 110, 118, 120, 126
U
U EFX ...................................................................................... 198
Undo ...........................................................................................64
UNDO/REDO...........................................................................64
UP..............................................................................................110
USB............................................................................................162
USB Map...................................................................................163
User Patch ....................................................................39, 92, 111
V
V .............................................................................................. 133
Verloopstekker .........................................................................30
Voetschakelaar.........................................................................191
225
Index
Rev0.10
VO DRV....................................................................................107
VO+AC.SIM.............................................................................100
VO+ACOUSTIC......................................................................100
VO+GT AMP...........................................................................100
VOCAL MULTI.........................................................................98
VOICE TRANS..........................................................................98
Voice Transformer ............................................................98, 109
Volume .....................................................................................107
VtgRack ....................................................................................102
V-Track.................................................................................12, 56
W
Wah ...................................................................................... 96-99
WAV/AIFF Export.........................................................167, 180
WAV/AIFF Import.........................................................170, 182
Windows ..........................................................................162, 164
Wow Flt .................................................................................... 105
WRITE ................................................................................94, 127
Track SHEET
PAN
EQ Low
EQ High
CHO/DLY Send
REV Send
PAN
EQ Low
EQ High
PAN
EQ Low
EQ High
PAN
EQ Low
EQ High
PAN
EQ Low
EQ High
TRACK 1 TRACK 2 TRACK 3 TRACK 4 TRACK 5/6 TRACK7/8
PAN
EQ Low
EQ High
EFFECTS
COMMENTS
Track Sheet
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
CHO/DLY Send
REV Send
RHYTHM
Project
Song Name Date
Artist Client
ARRANGE
Tempo:
PATTERN
Tempo:
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC.
Voor EU-Landen
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.
NOTICE
AVIS
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.
— Increase the separation between the equipment and receiver.
— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) This device may not cause harmful interference, and
(2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
2

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Roland BR-600 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Roland BR-600 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6,65 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info