644641
19
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/73
Pagina verder
Handleiding voor gebruik en
veiligheid
RL1000 & Laadstation
Dutch
www.friendlyrobotics.com
DOC0067B
EG Conformiteitverklaring
1. F. Robotics Acquisitions, Hatzabar St., Industrial Zone, Pardesiya, Israel
verklaart dat de onder item 2 beschreven machines overeenstemmen met de richtlijnen
beschreven onder items 3 & 4.
2. Product: Door een accu van 24 Volt aangedreven automatische robot grasmaaier, model
RL350, RL500, RL550, RL800 RL850 en RL1000*.
Serienummer: kijk naar de aanduiding op de grasmaaier.
3. Getest door het "British Standards Institute (BSI)" voor overeenstemming met machine
veiligheid regelgeving 1992, Basis gezondheids- en veiligheidseisen in verband met ontwerp
en constructie van machines.
De machines zijn getest volgens volgende Europese standaards:
EN 292: Delen 1 en 2:1991, Machine Veiligheid - basis concepten, algemene principes voor
ontwerp.
EN 294: 1992, Machine Veiligheid - Veiligheidsafstanden om te vermijden dat de bovenste
ledematen gevarenzones kunnen bereiken.
EN 418:1992, Machine Veiligheid - Noodstopsystemen, functionele aspecten - ontwerpprincipes.
EN 60204: Deel 1:1997, Machine Veiligheid - Elektrische uitrusting van machines - algemene
eisen.
EN 60335: Deel 1:1994, Veiligheid van huishoud- en andere gelijkaardige elektrische
toestellen.
Bovendien werd rekening gehouden met volgende Nationale standaarden en ontwerpen bij
het testen van de machine:
BS 3456: Deel 2: Sectie 2.42: 1997, Veiligheid van huishoud- en andere gelijkaardige
elektrische toestellen - Sectie 2.42 Door accu aangedreven grasmaaiers.
PrEN 50338: 1999, Veiligheid van huishoud- en andere gelijkaardige elektrische toestellen -
Specifieke eisen voor handbediende, door accu aangedreven elektrische grasmaaiers.
De geluidstesten zijn uitgevoerd volgens de vereisten van: 79/113/EEC en 88/181/EEC.
De resultaten zijn gepubliceerd door BSI in rapport nummer 282/4077203 met datum 14 Juli
2000.
Marylands Avenue, Hemel Hempstead, Hertfordshire HP2 4SQ, UK.
4. Ook getest door Hermon Laboratories voor overeenstemming met de richtlijn 89/336/EEC
voor elektromagnetische compatibiliteit. De resultaten zijn gepubliceerd door Hermon
Laboratories in rapport nummer Frienmc_EN.14123 met datum 21 Juni 2000.
Rakevet Industry Zone, Binyamina, 30550, Israel.
5. Gemeten geluidsvermogenniveau: 85 db.
6. Gewaarborgd geluidsvermogenniveau: 90 db.
7. De technische documentatie wordt bijgehouden door Dhr. Dedy Gur, directeur
productkwaliteit.
Ik verklaar hierbij dat het hierboven beschreven product beantwoordt aan de vereisten zoals ze
hierboven gespecificeerd zijn.
* Het originele model RL500 werd getest door BSI in 2000. Alle modellen van Friendly Robotics die
momenteel verkocht worden, werden getest door F. Robotics Acquisitions Ltd.
Uitgegeven te Shai Abramson - Senior VP R&D
Pardesiya, Israel
2
De producten zijn gebouwd door F. Robotics Acquisitions (Friendly Robotics).
© Friendly Robotics, 2005-A. Alle rechten zijn voorbehouden. Niets van dit document mag
worden gefotokopieerd, gereproduceerd, elektronisch of vertaald zonder voorafgaandelijk
geschreven toestemming van Friendly Robotics.
Product, productspecificaties en dit document zijn onderworpen aan veranderingen zonder
voorafgaand bericht. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
CE goedgekeurd
Welkom in de wereld van de huisrobots met uw Friendly Robotics Robomow!
Dank u voor de aankoop van ons product. We weten dat u gaat genieten van de bijkomende vrije
tijd die u zult hebben terwijl de Robomow uw gras maait. Indien goed geïnstalleerd en gebruikt zal
de Robomow veilig werken op uw gazon en u een maaikwaliteit schenken zoals maar weinig
maaiers dat kunnen. U zult onder de indruk zijn van het uitzicht van uw gazon en de Robomow
deed het voor u.
BELANGRIJK!
De volgende bladzijden bevatten belangrijke instructies voor veiligheid en gebruik. Lees
alstublieft alle instructies in deze handleiding en volg ze ook op. Lees aandachtig en herlees
alle veiligheidsinstructies, waarschuwingen en aanwijzingen die in deze handleiding staan.
Als u nalaat deze instructies, waarschuwingen en aanwijzingen te lezen en op te volgen
kan het gebeuren dat personen of huisdieren zwaar gewond raken of gedood worden
en kan er schade aan persoonlijke eigendommen ontstaan.
3
Inhoudstabel
Veiligheidswaarschuwingen en voorzorgsmaatregelen…………………….….… 5
Veiligheidseigenschappen………………………………………………….……. 8
Wat zit er in de doos……………………………………………….……….…… 10
Hoofdstuk 1 – Installatie van laadstation en perimeterdraad………..…………. 12
Hoofdstuk 2 – De Robomow
®
gereedmaken……………………...……………. 29
Hoofdstuk 3 – Manuele en automatische werking………………….……………37
Hoofdstuk 4 – Het weekprogramma instellen…………………..….……………..43
Hoofdstuk 5 – Laden……………………………………………….……..………47
Hoofdstuk 6 – Instellingen en verdere eigenschappen….…………….…….……51
Hoofdstuk 7 – Tekstberichten en probleemoplossing…………………………….59
Hoofdstuk 8 – Specificaties...……………………………………………………..66
Hoofdstuk 9 – Onderhoud en stalling………………………...……………………67
Hoofdstuk 10 – Toebehoren…...…………………………………………………...71
4
Veiligheidswaarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Opleiding en aanwijzingen
1. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door alvorens met de Robomow
®
te werken.
Maak u vertrouwd met de bedieningen en het juiste gebruik van de Robomow
®
en volg
nauwgezet alle veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
2. Gebruik de Robomow
®
nooit voor iets anders dan dat waarvoor hij gebouwd is.
3. De Robomow mag nooit door kinderen bediend worden of door personen die niet weten
hoe de Robomow
®
veilig te bedienen.
4. Maai nooit indien er mensen, vooral kinderen, of honden in de buurt zijn.
5. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan andere personen of hun
eigendom.
Voorbereiding
6. Installeer de perimeterdraad juist en nauwkeurig volgens de aanwijzingen.
7. Draag altijd stevige schoenen en een lange broek wanneer u met de afstandsbediening
maait.
8. Inspecteer de Robomow
®
af en toe. Verwijder stenen, stokken, draad, beenderen en
andere voorwerpen. Voorwerpen die door de messen geraakt worden kunnen
weggeslingerd worden en ernstige verwondingen veroorzaken.
9. órdat u de Robomow
®
gebruikt, verwijder het accupack en kijk na of de messen scherp
en in goede staat zijn. Vervang messen die versleten of beschadigd zijn.
10. Gebruik alleen onderdelen en toebehoren die origineel voor dit product ontworpen zijn.
Werking
11. Maai alleen maar bij daglicht met de handbediening, of bij goed kunstlicht.
12. Bedien de Robomow
®
afstandsbediening nooit wanneer u blootsvoets bent of wanneer
u open sandalen draagt. Draag altijd stevige schoenen en lange broek.
13. Vermijd de Robomow
®
in nat gras te gebruiken. Maai niet terwijl het regent.
14. Let goed op waar u stapt wanneer u hellingen maait met de afstandsbediening.
15. Gebruik de Robomow
®
niet op hellingen van meer dan 15 graden en gebruik hem
niet om handmatig te maaien op hellingen waar geen goede houvast mogelijk is.
16. Zorg dat alle veiligheden, schermen en sensoren voortdurend ok zijn. Herstel of vervang elk
onderdeel dat beschadigd is, ook stickers. Gebruik de Robomow
®
niet indien een onderdeel
beschadigd of versleten is.
17. Stel de Robomow
®
niet in werking als een veiligheidsfunctie of onderdeel beschadigd of
onbruikbaar is.
18. Probeer nooit een veiligheidsinrichting of -voorziening uit te schakelen of te
verwijderen.
19. Wanneer u met de afstandsbediening werkt, volg dan altijd de instructies wanneer u
een motor aanzet en hou uw voeten ver weg van de messen.
20. Deze machine heeft scherpe draaiende messen! Laat de maaier nooit zonder
toezicht werken; hou toeschouwers, kinderen en honden weg van de maaier
wanneer hij werkt.
5
21. Laat nooit toe dat iemand op de maaier gaat zitten.
22. Hou handen en voeten weg van de snijmessen en andere bewegende delen.
23. Til de Robomow
®
nooit op of vervoer hem niet wanneer de motoren lopen.
24. Probeer nooit de maaier te herstellen of in te stellen terwijl hij werkt.
25. Til de Robomow
®
nooit op of inspecteer de messen niet wanneer de motoren
lopen.
26. Verwijder altijd het accupack vóórdat u maaier optilt of inregelt.
27. Start de automatische mode van de Robomow
®
nooit op buiten het veld dat door
de perimeterdraad afgebakend is.
Laadstation
28. Let er bij het programmeren van het automatisch vertrekken op dat u de uren en de
dagen zodanig programmeert dat er tijdens de maaitijden geen kinderen, huisdieren
of toeschouwers op het gazon aanwezig zijn.
29. Gebruik nooit een verlengdraad om het laadstation aan te sluiten.
30. Plaats geen metalen voorwerpen bij de laadcontacten van het laadstation.
31. Verbind de laadpennen van de Robomow
®
nooit met een metalen voorwerp.
32. Stel altijd de plaatselijke dag en tijd weer in nadat u het accupack verwijderd hebt.
Indien u dat niet doet zal de Robomow
®
beginnen te maaien op ongewenste momenten
en dat kan leiden tot erge lichamelijke verwondingen.
33. Spuit niet met water rechtstreeks in de buurt van het laadstation of op het
controlebord van het laadstation.
Onderhoud en stalling
34. Onderhoud, herstel en sla de Robomow
®
op volgens de aanwijzingen (kijk hoofdstuk 9
na).
35. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven vast blijven zodat de machine veilig blijft.
36. Vervang versleten of beschadigde onderdelen ter wille van de veiligheid.
37. Gebruik stevige veiligheidshandschoenen wanneer u de messen nakijkt of vervangt.
38. Gebruik alleen maar de originele uitrusting, accupack en voeding/lader voor deze
maaier. Verkeerd gebruik kan oorzaak zijn van elektrocutie, oververhitting en lekkage
van bijtend zuur uit de accu.
39. De lader (voeding) is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Gebruik hem niet waar
vocht en water waarschijnlijk aanwezig zijn. De lader moet in een afgeschermde, droge
ruimte, die goed verlucht is en hij mag niet blootgesteld blijven aan rechtstreeks
zonlicht.
40. Gooi een accupack nooit in het vuur en doe geen gebruikte accu’s bij het huisafval. De
accu moet ingezameld worden, gerecycleerd of vernietigd op een milieuvriendelijke
manier.
41. Open het accu pack niet en beschadig het niet. Het elektrolyt dat dan vrijkomt is
corrosief en kan ogen of huid beschadigen. (Bij ongeval overvloedig spoelen met
gewoon water)
42. Bescherm uw ogen en gebruik werkhandschoenen voor de installatie van de
perimeterdraad en het vastmaken van draadpinnen. Sla alle pinnen goed in de grond
om te voorkomen dat iemand over de draad zou struikelen.
43. Gebruik de voeding/lader nooit indien de draad beschadigd is.
44. Transport - om de machine veilig te verplaatsen vanuit of binnen het grasveld:
1. Gebruik de handbediening om de maaier van de ene plek naar de andere te rijden.
(Zie hoofdstuk 2.4)
2. Bij hoogteverschillen of trappen, verwijder het accupack uit de maaier en draag de
maaier bij het draaghandvat (Zie Figuur nr. 2.1).
6
Veiligheidswaarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
De betekenis van waarschuwing- en
gevarenlabels
1
2
3 4 5 6
1. WAARSCHUWING – dit is een gevaarlijk, aangedreven apparaat. Wees
voorzichtig wanneer u het gebruikt, volg alle veiligheidsinstructies op en houd u
aan de waarschuwingen.
2. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en volg nauwgezet alle
veiligheidsinstructies.
3. Pas op voor rondvliegende voorwerpen.
4. Houd kinderen, omstanders en huisdieren op een veilige afstand van de maaier.
5. Scherpe roterende messen. Houd uw handen weg en til de robot nooit
aan deze kant op.
6. Scherpe roterende messen. Houd uw voeten weg.
GEVAAR
LET OP!
Plaats het laadstation zò
dat de pijl naar de
binnenzijde van het
gazon wijst.
OPGELET! Verwijder het accupack
voordat u probeert de maaier, om
welke reden dan ook, op te lichten.
GEVAAR! Scherpe draaiende messen.
Houd handen en voeten weg. U kunt
ernstig gewond worden.
Het scherm van het laadstation moet zich bij de installering aan de
binnenzijde van het grasveld te bevinden. Indien dat niet gebeurt kan er
schade ontstaan aan goederen en kunnen personen gewond raken.
7
Robomow
®
- Veiligheidseigenschappen
1. Kinderslot
Deze menuoptie biedt een veiligheidsfunctie ter verhindering van het in werking stellen van de
Robomow door kinderen of anderen die niet weten hoe het toestel veilig bediend moet worden.
2. Hefsensor
Aan het voorste zwenkwiel van de Robomow bevindt zich een sensor. Indien de voorkant van de
Robomow ongeveer 2,5 cm wordt opgetild tijdens de werking van de messen, stoppen de
maaimessen onmiddellijk (< 1 seconde).
3. Bumpers met sensor
De voorste en achterste bumpers zijn uitgerust met contacten die geactiveerd worden als de
Robomow een vast, hard object raakt als dat object zich op minstens 15 cm in verticale hoogte van
het steunoppervlak van de Robomow bevindt. Als de bumpersensor geactiveerd is, wordt de
beweging van de Robomow in die richting gestopt en gaat het toestel achteruit weg van het
obstakel. Bij manueel maaien stopt het activeren van de bumper het roteren van de maaimessen
onmiddellijk (<1 seconde).
4. Noodstopschakelaar
Deze bevindt zich boven aan de buitenzijde van de handmatige bediening en is rood van kleur. Als
men tijdens de werking op deze knop drukt, wordt de werking van de maaier onderbroken en stopt
het draaien van de maaimessen onmiddellijk (< 1 seconde).
5. Automatische modusherkenning
De Robomow is zo ontworpen dat hij niet handmatig bediend kan worden terwijl de handmatige
bediening in zijn houder zit en dat hij niet in de automatische modus kan werken als de handmatige
bediening verwijderd is.
6. Twee stappen bediening ter controle van de aanwezigheid van de bediener
In handmatige modus zijn twee onafhankelijke acties vereist om de maaimessen in te schakelen.
Als deze zijn ingeschakeld moet de maaimessenknop ingedrukt blijven om de meswerking voort te
zetten. Als deze zijn losgelaten, moet het inschakelingproces in twee stappen herhaald worden.
7. Elektronisch gecontroleerd laadsysteem
De Robomow is uitgerust met een ingebouwd laadcontrolesysteem. Hierdoor kan de oplader op elk
ogenblik aangesloten blijven, zelfs nadat de accu volledig opgeladen werd. Het controlesysteem
verhindert dat de accu overladen wordt en houdt ze volledig geladen en onderhouden voor het
volgende gebruik.
8. Afgesloten accupack
Het accupack dat de Robomow aandrijft, is volledig afgesloten en zal geen enkele soort vloeistof
lekken, ongeacht de positie. Bovendien bevat het accupack een smeltveiligheid voor het geval er
een kortsluiting of een probleem met de stroom ontstaat.
8
9. Perimeterschakelaar en perimeterdraad
De Robomow kan niet werken zonder een geïnstalleerde perimeterdraad die geactiveerd wordt door
een perimeterschakelaar. Indien de perimeterschakelaar uitgeschakeld is of niet functioneert, houdt
de Robomow op met werken. Indien er zich een breuk in de perimeterdraad voordoet, zal de
Robomow ophouden met werken. Indien er zich een breuk in de perimeterdraad voordoet voordat
de Robomow in werking trad, zal deze niet kunnen functioneren. De Robomow kan alleen werken
binnen de omtrek van de perimeterdraad.
10. Perimeterschakelaar auto-uit
De auto-uit functie van de perimeterschakelaar schakelt de werking van de perimeterschakelaar uit
na ongeveer 5 uur van aanhoudende werking. Dit is gewoonlijk 2 tot 3 uur nadat een volledig
opgeladen accu opnieuw moet worden opgeladen. Dit helpt te voorkomen dat niet bevoegde
personen proberen de Robomow opnieuw op te starten nadat hij zijn werking voltooid heeft.
11. Bescherming tegen oververhitting door overbelasting
Elk van de drie maaimotoren en elk van de twee wielaandrijvingsmotoren worden voortdurend
gecontroleerd tijdens de werking voor elke situatie die een oververhitting van deze motoren kan
veroorzaken. In dat geval stopt de Robomow de werking van die motor en mogelijk van de maaier
zelf en zal hij aangeven dat de motor aan het afkoelen is. Hoewel ongebruikelijk, kan dit gebeuren
als de Robomow in zeer hoog gras wordt neergezet; als de onderzijde van de Robomow verstopt is
door slecht reinigingsonderhoud; als de Robomow een object raakt dat de bumpersensoren die het
maaien verhinderen niet activeert; of als een probleemmaaiveld de Robomow heeft doen vastzitten
en deze verhindert te bewegen.
12. Alarm bij automatisch vertrek
Wanneer de maaier geprogrammeerd is om automatisch te vertrekken vanuit het laadstation op een
voorgeprogrammeerd moment, dan zal dat gemeld worden door een zoemer en de
waarschuwingslamp, 5 minuten vóór het vertrek. Dit is een waarschuwing om het veld te ruimen en
het maaivak te inspecteren.
WAARSCHUWING!
!
Dit waarschuwingssymbool vindt u op
verschillende plaatsen in deze handleiding.
Het is bedoeld om een belangrijke waarschuwing
of veiligheidsmelding te benadrukken.
Schenk bijzondere aandacht aan deze passages
en zorg ervoor dat u het bericht volledig begrijpt
vóórdat u verder gaat.
9
Wat zit er in de doos
(Robomow
®
)
1. Robomow
®
2. Power Pack
3. Handleiding voor gebruik en
veiligheid.
4. Standaard acculader
Voor het opnieuw laden van het Robomow accupack.
Alleen voor gebruik binnenshuis.
5. Roboliniaal
Wordt gebruikt om de afstand te bepalen tussen de
perimeterdraad en de rand van het gazon.
6. Pinnen
Om de perimeterdraad op de grond te
bevestigen rond het gazon
en rond obstakels.
7. Wire
Dient om een virtuele muur te creëren voor
de Robomow.
8. Perimeterschakelaar (& C-Cell Batteries)
Activeert de the perimeterdraad, die het
gebied bepaald waarbinnen de
Robomow zal werken.
9. Bevestigingspin voor de perimeter-
schakelaar.
Dient om de perimeterschakelaar bij
het gazon te bevestigen.
10. Draadconnectors
Voor het verbinden van draden (waar nodig).
11. Maaivlakconnectors
Voor het verbinden van de perimeterdraad-
installatie met de perimeterschakelaar.
10
6
5
9
11
10
1
8
4
2
7
10
Wat zit er in de doos
(Laadstation)
17
74
16
15
14
13
12
12. Basis
Dient om de Robomow naar de
laadcontacten te geleiden.
13. Deksel met de perimeterschakelaar &
de netvoeding
Dient om het accupack van de Robomow
weer op te laden en de perimeterdraad te
activeren die het gebied bepaalt waar de
Robomow zal werken.
14. Scherm
Dient om te beletten dat de Robomow op
het laadstation zou klimmen tijdens het
werken.
15. Pinnen voor het laadstation, 5 stuks
Dienen om het laadstation op de grond te
bevestigen.
16. Schroeven, 2 stuks
Dienen om het deksel van het laadstation
te bevestigen tegen de basis.
17. Draadconnectors, 1 stuk
Voor het verbinden van draden
(waar nodig)
11
Hoofdstuk 1
Installatie van laadstation en
perimeterdraad
1
2
3
4
5
se
Cover
Fence
Stake (x5)
Screw (x2)
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
sis
Deksel
Scher
Pen (x5)
Schroef (x2)
BaBa
Figuur 1.1 Volledig laadstation
GEVAAR! Kijk de specifieke veiligheidsinstructies na over de Robomow met
laadstation, zoals gespecificeerd in het hoofdstu
k “Veiligheid”.
1.1 Laadstation zone
Voordat u de perimeterdraad en het laadstation installeert moet u eerst bepalen wat de beste plaats op het
gazon is voor het laadstation. Het laadstation is een volledig automatische oplossing voor één veld of één
zone, het is dus aanbevolen het in het grootste veld of zone op te stellen. Om een ander veld te maaien rijdt
u de Robomow gewoon naar dat veld toe en laat hem dat veld automatisch maaien zoals uitgelegd in deze
handleiding. Rij de maaier terug naar het laadstation zodra hij klaar is.
Het klaarmaken van de laadstation zone
1.2 Plaatsen van het laadstation
De maximaal toegelaten afstand tussen het stroomnet en het laadstation is 15 meter, zie figuur 1.2. U
mag die afstand niet vergroten door een verlengsnoer. Als de afstand groter is dan 15 meter raden wij
aan om een stopcontact te laten plaatsen door een erkende installateur binnen de vereiste afstand.
Plaats het
scherm in
het gras
40 Volt
Maximum 15m.
Netvoeding
Stopcontact
120 V
230 V
Plaats het laadstation met het scherm naar het gazon toe. Zie figuur 1.2.
Figuur 1.2 – Afstand tot het stopcontact
12
Opmerking: De netvoeding is geschikt voor gebruik buitenshuis, maar ze moet wel op een afgeschermde
plek op een droge ondergrond staan, goed verlucht en niet blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht. Plaats
het laadstation zo dicht mogelijk bij een stopcontact, rol het overtollige draad op en laat dit bij het
stopcontact liggen. Zie paragraaf 1.5 voor meer details over de draad.
Groter dan
2.5 m
Plaats het laadstation niet te dicht bij hoeken van de perimeterdraad zoals getoond in figuur 1.3
GEVAAR! Er is gevaar voor ernstige verwondingen! Wanneer u
de draad naar het laadstation plaatst, zorg er dan voor dat u hem
goed bevestigt tegen de grond zodat er niemand over kan
struikelen. Leg hem niet over oppervlakken zoals voetpaden o
f
rijpaden waar u hem niet goed kan bevestigen.
!
Een afstand van minimaal 2 meter is nodig tussen de afsluiting van het laadstation en elk obstakel dat
niet door de perimeterdraad afgeschermd is. Zie figuur 1.3.
Groter dan
1.2 m
Groter dan
2m
Groter dan
2.5m
Figuur 1.3 – Afstand tot hoeken en obstakels
Een minimum afstand van 2.5 meter is nodig tussen het scherm van het laadstation en de
perimeterdraad. Zie figuur 1.4.
Figuur 1.4 – Afstand vanaf de perimeterdraad
13
Tussen het scherm van het laadstation en het perimetereiland is een minimum afstand van 2.5 meter
nodig. Zie figuur 1.5.
Groter dan
2.5m
Figuur 1.5 – Afstand tot het perimetereiland
Plaats het laadstation op vlakke grond. Plaats het laadstation nooit op een helling. Zie figuur 1.6. De
grond onder en rond het laadstation MOET vlak zijn om ervoor te zorgen dat de maaier op de goede
manier het laadstation in rijdt. Zorg dat beide aandrijfwielen in één vlak liggen met de voet van het
laadstation.
U
U
U
Hellin
g
niet
g
oed
OK
Redelijk vlak – OK
Figuur 1.6 – Plaats het laadstation op het vlakke gedeelte
14
De Robomow is ongevoelig voor water en regen, maar we raden aan om hem uit de buurt van
watersproeiers te plaatsen, voor een betere bescherming. Zie figuur 1.7
Figuur 1.7 – Vermijd plaatsing in de buurt van watersproeiers
Als u weet waar het laadstation zal staan, kunt u beginnen met de plaatsing van de perimeterdraad in de
zone van het laadstation.
1.3 Perimeterdraad plaatsen voor een zone met laadstation en een zone zonder laadstation.
Het plaatsen van de perimeterdraad voor een zone met laadstation is hetzelfde als het plaatsen ervan voor
een zone zonder laadstation. In een zone zonder laadstation zijn de uiteinden van de perimeterdraad
verbonden met de perimeterschakelaar, terwijl ze in een zone met laadstation verbonden zijn met het bord
van het laadstation.
Doorboor de plastic verpakking van de perimeterdraad met een vinger en zoek naar het uiteinde van de
perimeterdraad aan de binnenzijde van de draadbundel. Trek het uiteinde van de draad uit het plastic
omhulsel. Het plastic omhulsel is gemaakt als een dispenser voor de draad, verwijder de draad dus niet uit
het omhulsel.
BELANGRIJK: Lees eerst dit hoofdstuk (Opstellen van het laadstation & de perimeterdraad) voordat u de
perimeterdraad plaatst. Breng uzelf eerst op de hoogte van alle installatie regels en instructies.
Ga naar de plaats waar de perimeterschakelaar of het laadstation staat en begin de perimeterdraad uit het
omhulsel te trekken terwijl u rondom het veld loopt waar u de draad wil installeren. Laat genoeg draad over
waar u begint, dus waar de perimeterschakelaar of het laadstation zullen komen. Laat 20cm over in de
laadstation zone en niet minder dan 1.5 meter voor de perimeterschakelaar bij het beginnen met de
installatie.
Nadat u genoeg draad rondom een zone gelegd hebt, gebruikt u de roboliniaal (zie sectie 1.4) om te weten
hoe de draad correct geplaatst moet worden. Begin met de plaatsing van een minimaal aantal pennen om
de draad vast te leggen. Daarna zal u tijdens het “rand maaien” testen of de positie van de draad correct is
en het kan zijn dat u vaststelt dat de positie van de draad op sommige plaatsen iets aangepast moet
worden. Zie sectie 2.8 voor details over het testen. U kunt de pennen lichtjes met de hand in de grond
duwen om de draad voorlopig vast te houden voordat u ze met een hamer helemaal in de grond slaat.
15
Er is een risico voor oogletsel. Gebruik dus
oogbescherming en veiligheids-
handschoenen wanneer u de pennen in de
grond hamert. De pennen kunnen breken bij
harde of droge grond. In extreme gevallen
kan het helpen om de gedeelten waar de
pennen ingeslagen moeten worden nat te
maken.
!
WAARSCHUWING
Figuur 1.8 –
Start installatie perimeterdraad in een laadstation
zone
1.4 De roboliniaal gebruiken
Bij de toebehoren hoort een meetstok, roboliniaal genoemd, om de juiste positie van de perimeterdraad te
helpen bepalen langs muren, afsluitingen, voetpaden, opritten, bloembedden en andere perimeter zones.
De roboliniaal kan op twee verschillende afstanden ingesteld worden. De kortere afstand wordt gebruikt
langs de grasranden zonder hindernissen buiten de directe rand van de perimeterdraad (ongeveer 30 cm)
en met ongeveer dezelfde relatieve hoogte als de grasrand. De langere afstand wordt gebruikt langs de
grasranden waar er buiten de directe rand van de perimeterdraad obstakels en hoogteverschillen zijn. Zie
figuur 1.9.
Opmerking: Gebruik de korte afstand van de roboliniaal om de draad rond een obstakel te leggen wanneer
u een Perimeter eiland maakt (zie sectie 1.8).
Positie
perimeter
draad
Lan
g
e afstand
Gebied buiten perimeterdraad. Heeft
een muur als obstakel.
Gebieden buiten perimeterdraad. Zelfde
basisniveau en zonder obstakels.
Positie
perimeter
draad
Korte afstand
Figuur 1.9 – De roboliniaal gebruiken
1.5 De perimeterdraad bevestigen aan de grond
Het is niet nodig de perimeterdraad in te graven maar indien u dat wenst mag u het doen, tot 7.5 cm. De
Robomow wordt geleverd met draadpennen die dienen om de perimeterdraad op de grond te bevestigen,
onderin het gras. Ze lijken op kleine tentharingen. Indien ze goed in de grond bevestigd zijn zullen de draad
en de pennen snel verdwijnen onder het groeiende gras. De pennen houden de perimeterdraad eenvoudig
vast zodat het gras erover kan groeien. De afstand tussen de pennen moet zodanig zijn dat de
perimeterdraad goed tegen de grond gehouden wordt zodat niemand erover kan struikelen. Zie fig. 1.10.
Denk eraan eerst de perimeterdraad te testen met “randmaaien” voordat u de bijkomende pennen bevestigt.
Zie sectie 2.8 en 2.9 voor details over het testen.
16
Plaats bijkomende pinnen om de
perimeterdraad naar de grond te trekken
waar de draad boven het gras uitsteekt.
Perimeterdraad
1.6 Bochten en scherpe hoeken
Als u de perimeterdraad installeert moet u ervoor zorgen dat u geen hoeken maakt die scherper zijn dan
90°. Bij een hoek die scherper is dan 90° kan de Robomow het spoor verliezen van de perimeterdraad. In
situaties waar het terrein een draadhoek van minder dan 90° zou vereisen, kan men de plaatsing toch
uitvoeren via meerdere hoeken. Zie Fig.1.11
1.7 Smalle vlakken en smalle doorgangen
Voer de installatie uit met
meerdere hoeken om te
vermijden dat u een hoek
van minder dan 90° krijgt.
Figuur 1.10 – De perimeterdraad vastzetten
Gazonvlak
90 graden
Foute installatie
bij scherpe hoek
Figuur 1.11 – Juiste installatie bij scherpe hoeken
De Robomow heeft een doorgang nodig met een bepaalde minimumbreedte om naar een groter gebied te
gaan dat met het vorige gebied verbonden is. Een smalle doorgang is bijv. een zone die veel smaller is dan
de originele zone en waar de Robomow doorheen moet om een maaizone te bereiken waar de breedte
weer groter is (denk aan een zandloper). De minimum breedte voor een efficiënte smalle doorgang is 1.7m
tussen de perimeterdraden. Hoe breder de doorgang is, hoe beter de Robomow kan navigeren tussen de
twee zones. De effectiviteit en de efficiëntie van de maaier worden dan veel beter. Zie Figuur 1.14.
Bij een smal gebied dat geen toegang geeft naar een andere zone van hetzelfde gebied is de minimum
werkbreedte 1.7 m. Figuur 1.14.
17
1.8 Obstakels afbakenen-perimetereilanden
Er kunnen vele obstakels in het gazon aanwezig blijven zonder dat het nodig is ze d.m.v. de perimeterdraad
af te bakenen. De vuistregel is dat het obstakel minstens 15 cm hoog van de grond moet zijn en redelijk
stevig. Goede voorbeelden van zulke obstakels zijn veelal bomen, telefoonpalen, elektriciteitspalen.
Indien zulke obstakels aanwezig zijn in het gazon is het de eenvoudigste manier om de Robomow er
gewoon tegenaan te laten rijden. De bumpersensor wordt dan actief en zorgt dat de Robomow er rond rijdt.
Jonge bomen zijn geen goed voorbeeld want ze zijn niet erg stevig. Andere obstakels die niet stevig zijn of
niet minstens 15 cm hoog, moeten voor de Robomow beschermd worden door middel van de
perimeterdraad. Dit is een onderdeel van de installatie en wordt gewoonlijk perimetereiland genoemd.
Goede voorbeelden van dit type obstakels zijn bloembedden, eilanden, kleine boompjes en een verlaagde
grasrand.
De Robomow is ontworpen om zonder problemen te werken in een gazon met beide soorten obstakels.
Nochtans is het best voor een zachte en geruisloze werking, alle vaste voorwerpen in en rondom het
grasveld af te bakenen. Kijk een ogenblik rustig rond en bekijk de obstakels die binnen de maaizone liggen.
Indien u onzeker bent over een bepaald obstakel dan kunt u daar beter een perimeterdraad omheen leggen.
Dat zal geen effect hebben op de efficiëntie van de maaier en bovendien kan die draad later makkelijk
verwijderd worden indien gewenst.
Om een perimetereiland te maken neemt u de draad van de perimetersectie die het dichtst bij het obstakel
ligt. U pint deze draad vast rond het obstakel en keert terug naar dezelfde plaats van de perimeterdraad. Er
zijn twee belangrijke punten bij het aanleggen van de perimeterdraad om een obstakel te isoleren; 1) plaats
de draad die
naar
het obstakel toeloopt vanaf de perimeter en de draad die vanaf het obstakel naar de
perimeter terugloopt, vlak naast elkaar. Dat is het gebied tussen het obstakel en de normale gazonrand
waar de perimeterdraad langsloopt; en 2) volg de installatierichting als u binnen het gazon een obstakel
gaat isoleren. (U ziet dat er in figuur 1.12 een afstand is tussen de draden die naar het eiland gaan en ervan
terugkomen, maar dat is alleen maar om het principe duidelijk te tonen.)
Een goede plaatsing van de twee draden is zodanig dat de draden elkaar raken, er mag nooit een afstand
zijn van meer dan 3mm tussen beide draden. Het is beter beide draden met dezelfde pennen vast te
klemmen. Op die manier wordt het signaal waar de draden elkaar raken opgeheven, maar dat gebeurt dus
alleen daar waar ze elkaar raken. Op die manier zal de Robomow de dubbele draad gewoon voorbijrijden,
maar hij zal reageren op de enkele draad die rond het perimeter eiland ligt. Zie Fig. 1.30.
Perimeter
draad
Hoewel de afbeelding twee
afzonderlijke draden toont,
moeten ze aangrenzend zijn
en niet meer dan 3 mm van
elkaar verwijderd liggen
Bloemen
p
er
k
De perimeterschakelaar moet op minstens 0.9 meter van de
perimeter geplaatst zijn. De draden naar de
perimeterschakelaar moeten aangrenzend geplaatst worden,
hetzelfde als de draden die naar een obstakel leiden.
Richting van de
installatie rond een
obstakel
Richting van
de installatie
Figuur 1.12 - Obstakels afbakenen met perimeterdraad
18
Grote bomen
hoeven niet
afgebakend te
worden met de
perimeterdraad.
Zorg ervoor dat
ze op minstens
1,2 m van de
perimeterdraad
staan.
Figuur 1.14 – Installatie van twee zones waarvan één laadzone
Smalle doorgangen
moeten minstens 1,7 m
tussen de draden zijn
Bomen die groot genoeg zijn om
de Robotmaaier er tegenaan te
laten rijden hoeven niet
afgebakend te worden met
perimeterdraad
Kleine boom moet
afgebakend worden
met perimeterdraad
Boom te dicht bij
perimeterrand, minder
dan 1,2 m., baken af met
perimeterdraad
Minimum afstand
tussen draad om
obstakel en
perimeterdraad = 1,5
m.
Groter dan 0.9 m
Laadstation
Figuur 1.13 – Installatie afstanden van de perimeterdraad bij obstakels
De Robomow kan zich in dit deel vrij bewegen, maar zal het
perimetereiland herkennen. Zo zullen meerdere obstakels op een gazon
weinig effect hebben op de vrije beweging van de Robomow of op zijn
doeltreffendheid.
Afstand groter dan
1.5 m
Dichter dan 1.2m bij de
perimeterdraad. Dus afbakenen
Breedte moet groter zijn dan 1,7
m gemeten van perimeterdraad
tot perimeterdraad
0.9 m breed
19
1.9 Meerdere maaivlakken
Zoals al gezegd, kan uw gazon vereisen dat meer dan één zone afgezet wordt zodat de Robomow uw hele
gazon doeltreffend kan maaien. Het hebben van twee of zelfs drie zones beïnvloedt de efficiency van uw
Robomow niet en is dikwijls gunstiger dan één enkele grote zone. Als de grasvlakken niet aangrenzend zijn
of gescheiden zijn door omheiningen of andere objecten, wordt aanbevolen om van elk van deze vlakken
een afzonderlijke zone te maken. Een eenvoudige maar efficiënte en normale manier om de Robomow te
installeren is om één zone te hebben voor de voortuin en één voor de achtertuin, waarbij één zone de
laadzone is.
De bedoeling is om de zones zodanig op te zetten dat de Robomow met de grootst mogelijke efficiëntie kan
werken, zelfs als dat betekent dat er meer dan één of twee zones gemaakt moeten worden. U zult dan al
snel ondervinden dat in deze zones maaien heel makkelijk is en dat u bij het maaien meer flexibiliteit hebt. U
kunt voor elke zone een aparte werktijd in te stellen, tot vier verschillende zones. Als een zone dus minder
maaitijd nodig heeft dan een andere, dan kan dat makkelijk ingesteld worden. Zie
Hoofdstuk 6, Instellingen
en geavanceerde functies voor gedetailleerde informatie over hoe u deze eigenschap kunt gebruiken. Er zijn
verschillende manieren om zones uit te zetten en om de perimeterschakelaar te plaatsen. Dit is afhankelijk
van de vorm van het gazon. Er zijn voorbeelden in figuren 1.14 en 1.15.
Figuur 1.15 – Eén perimeterschakelaar voor meerdere zones en één laadzone
20
1.10 Hellingen
Een algemene regel is dat een helling die veilig gemaaid kan worden met een loopmaaier, ook automatisch
gemaaid kan worden door de Robomow. De maximum hellinglimiet is 15°, hetzelfde als bij een traditionele
loopmaaier. Denk erom dat 15° ook al lijkt het niet veel, een relatief steile helling is. Als men probeert de
Robomow een te steile helling te laten maaien, zal de machine bij het klimmen de neiging vertonen om de
neus op te lichten. De liftsensor treedt dan in actie en zal voor de veiligheid de messen uitschakelen. De
machine zal daarna terug in positie komen en het misschien nog eens proberen. In elk geval is een helling
te steil als de voorzijde van de maaier omhoogkomt wanneer hij de helling gaat maaien. In dat geval mag
die helling geen deel uitmaken van de maaizone. In sommige gevallen kan zo’n helling handmatig gemaaid
worden door de Robomow met de handbediening. Zorg er in dat geval voor dat u veilig en stevig kan staan
voordat u probeert een helling handmatig te maaien. Als u onzeker bent of een helling te steil is of niet, kunt
u proberen de Robomow handmatig de helling op te rijden. Als de voorzijde van de Robomow niet van de
grond getild wordt, kunt u de helling aan het maaivlak toevoegen. Als de Robomow wel van de grond getild
wordt, moet u dit deel niet aan het maaivlak toevoegen.
U kunt ernstig verwond worden. Als u hellingen wilt maaien die te steil
zijn voor een automatische werking van de Robomow, zorg dan voor
een veilige en stevige voetensteun voordat u probeert handmatig te
maaien. Maai de hellingen van links naar rechts om veiligheidsredenen.
Draag altijd gesloten schoeisel wanneer u de Robomow handmatig
bedient.
!
WAARSCHUWING!
1.11 Afwerking van de installatie van de perimeterdraad – Zone van het laadstation
Nadat de perimeterdraad aangelegd en op de grond bevestigd is kunt u tenslotte de uiteinden van de
perimeterdraad aan het bord van het laadstation aansluiten en de installatie testen.
Een goed aangelegde perimeterdraad zal twee losse draadeinden hebben waar de aanleg gestart
werd, de draad van bij de start van de aanleg en de draad die over is bij het beëindigen ervan. Zie
figuur 1.16.
Gebruik een pen om deze twee draaduiteinden op de grond te bevestigen en vlecht ze zoals getoond
in figuur 1.16.
Snij de twee losse draaduiteinden af zodat ze even lang zijn. (Minimum lengte 20cm) – verwijder de
overtollige draad.
Strip 6 mm van de isolatie van elke draad. Zie figuur 1.16.
Doe de twee draadeinden door de centrale opening in de voet en steek elke perimeterdraad in een
opening van de connector met een kleine platte schroevendraaier, draai de twee schroeven vast om
de perimeterdraden elk in een connector te bevestigen. Zie figuur 1.17.
Figuur 1.16 Figuur 1.17
Afwerking van de installatie van de
perimeterdraad – zone van het laadstation
21
1.12 Sluit de stroomdraad aan op het bord van het laadstation
Voordat u de laadkabel aan het laadstation aansluit legt u zorgvuldig de hele lengte van de kabel uit,
te beginnen bij het laadstation, naar de netaansluiting. Op die manier bent u er zeker van dat het
laadstation dicht genoeg bij de netaansluiting geplaatst is, zodat u erbij kunt met de draad.
Leg de stroomdraad in het deksel van het Laadstation zoals getoond in Figuur 1.18, met de witte
draad bij de LH schroef en de zwarte draad bij de RH schroef. Plaats elke draad onder de
desbetreffende schroef en draai ze goed vast met een kleine schroevendraaier. Zie Figuur 1.19. Doe
tenslotte de bijgeleverde nylon strip door de gaten in de stroomdraad-klem en trek ze goed vast. Zie
Figuur 1.18.
De stroomvoorziening voor het laadstation moet bevestigd worden aan het deksel van het laadstation
bij het controlebord nog voordat het deksel aan de voet bevestigd wordt. Zie Figuur 1.1 en u herkent
de voet en het deksel. Achteraan het deksel vindt u het werkings controlebord en de twee
schroefverbindingen om de stroomvoorzieningsdraad te bevestigen. De stroomvoorzieningsdraad
heeft twee draden, een witte en een zwarte. De witte draad moet aan de linkse (LH) schroef
(wanneer u naar het bord kijkt) en de zwarte moet aan de rechtse (RH) schroef. Ter verduidelijking is
het bord Black (Zwart) en White (Wit) gemerkt boven de desbetreffende schroef. Zie Figuur 1.19.
+/WHITE SUPPLY -/BLACK
Figuur 1.18
De stroomdraad in het deksel aanbrengen
Figuur 1.19
Zo gaat de stroomdraad door het deksel
1.13 Montage van het laadstation
Breng de twee tappen onderaan het deksel in lijn met de overeenstemmende openingen in het lage
gedeelte vooraan van de voet. Zie Figuur 1.20. Duw de tappen van het deksel voorzichtig in de
openingen van de voet zoals getoond. Terwijl hij in de positie is zoals afgebeeld, bevestigt u de
perimeterdraad connector aan het perimeterschakelaarbord zoals getoond.
Kantel het deksel naar de voet toe en ga na of de stroomkabel uit de voet komt langs de opening in
de voet zoals getoond in Figuur 1.21.
Plaats de twee meegeleverde schroeven aan beide zijden in het bovendeel van het deksel. Draai ze
iets vast met een schroevendraaier met sterpunt. Zie figuur 1.22.
Schroef –
1 van 2
V
oet
Deksel
Perimeter draad
verbinding
Tappen in deksel
Figuur 1.20 –
Deksel en voet com
p
leet
Figuur 1.21 –
Juiste positie van de
stroomkabel
Figuur 1.22 –
Deksel en voet compleet
22
Breng zorgvuldig de drie gaten in het scherm in lijn met de drie tappen aan de voet. Zie figuur 1.23.
Wanneer alles in lijn is drukt u het scherm stevig op de voet tot het in elkaar klikt.
Scherm
V
oet
Figuur 1.23 – Scherm uitlijnen
1.14 Het laadstation plaatsen en uittesten
Gebruik de roboliniaal om het laadstation op de perimeterdraad te plaatsen. De kortere maat (30 cm)
wordt gebruikt wanneer het gebied buiten de onmiddellijke buurt van het laadstation vrij is van
obstakels en even hoog ligt als de perimeterrand. (Zie Figuur 1.24).
Roboliniaal
Korte maat
Scherm naar
binnen
g
ericht
Figuur 1.24 – Gebruik van de korte maat van de roboliniaal om het
laadstation te plaatsen
Gebied buiten de
perimeter: Zelfde
hoogte, geen obstakels
23
De langere maat (45 cm) wordt gebruikt als er in het gebied buiten de onmiddellijke perimeter van
het laadstation een muur is of als dat gebied niet even hoog is als de perimeterrand. Zie figuur 1.25.
Muur in het gebied buiten de
perimeterrand vormt een obstakel
Roboliniaal, langere
maat.
Figuur 1.25 – Gebruik van de lange maat van de roboliniaal om het laadstation te plaatsen
Bevestig het laadstation door met een hamer de 5 pennen in de grond te slaan. Sla de pennen eerst
slechts gedeeltelijk in de grond, want een kleine aanpassing kan achteraf nog nodig zijn als u gaat
testen of het laden in het laadstation perfect verloopt. Zie figuur 1.26.
Figuur 1.26 –
Plaatsen van de pennen
24
Test de opstelling van het laadstation. Verbind de voeding met een normaal stopcontact van 230 Volt
netspanning).
Druk de “On” = aan knop in op het bedieningsbord van het laadstation.
Een klein knipperend groen lichtje bij de “On” knop duidt aan dat het systeem aan staat en correct
werkt.
Op het bedieningsbord van het laadstation zijn er ook indicatoren voor “laadt bij” en voor een
losgeraakte/gebroken perimeterdraad (Figuur 1.27).
“Laadt bij” indicator
Lampje voor
losgeraakte/gebroken
perimeterdraad
On =”aan” knop en
indicatie lampje
Figuur 1.27 – Controlebord van het laadstation
Het controlebord van het laadstation gaat automatisch uit zodat u het niet zelf na ieder gebruik hoeft uit te
zetten. Het schakelt zichzelf uit nadat de maaier zichzelf weer aangesloten heeft na het afwerken van een
maaibeurt.
1.15 De laagspanningsdraad bevestigen die naar het laadstation toegaat
De netvoeding is geschikt voor gebruik buitenshuis, maar ze moet wel op een beschermde plek op
een droge ondergrond staan, goed geventileerd en niet blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht.
De stroomdraad moet goed op de grond bevestigd worden om te vermijden dat er iemand over
struikelt. De pennen die u gebruikt voor het bevestigen van de perimeterdraad kunt u ook gebruiken
voor het bevestigen van de stroomdraad.
Span de draad niet over vlakken zoals voetpaden of opritten, waar hij niet vastgemaakt kan worden.
Als het niet anders kan laat de draad dan door een deskundig iemand onder het oppervlak monteren.
Het is aan te raden de draad in een beschermende buis te leggen als u hem ondergronds plaatst.
25
Opstelling in een zone zonder laadstation
1.16 Plaatsen van de perimeterschakelaar en aanleggen van de perimeterdraad.
Zoek een zone buiten de perimeter op van de zone zonder laadstation, waar u makkelijk bij kunt. Bij
voorkeur een zone waar planten en struiken staan waartussen u de perimeterdraad kan verbergen.
Nadat u een locatie bepaald hebt voor de perimeterschakelaar kunt u beginnen met het leggen van de
perimeterdraad in elk van de zones, zoals uitgelegd in de hoofdstukken 1.3 tot 1.10.
1.17 De installatie voltooien
Nadat de perimeterdraad volledig gelegd is en in de grond vastgepind, komt de laatste stap: de
perimeterschakelaar verbinden met de perimeterdraden en de installatie testen. Een goed
geïnstalleerde perimeterdraad heeft twee losse uiteinden waar met het leggen van de perimeterdraad
gestart werd; de begindraad en de draad aan het einde bij het afwerken van de
perimeterdraadinstallatie. Zie Figuur 1.28. Trek de twee losse perimeterdraden strak en pin ze vlak
tegen elkaar vast tegen de grond; werk vanaf de perimeterkring naar de perimeterschakelaar toe.
(gebruik telkens één pen om allebei de draden tegen de grond te bevestigen)
Zorg ervoor dat de draden tegen elkaar aanliggen vanaf de perimeterkring
tot bij de perimeterschakelaar. Pin de draden goed vast tegen de grond.
Werk van de perimeterkring weg naar de perimeterschakelaar toe.
Twee draadeinden
vanuit de perimeter
installatie. Perimeter
schakelaar > 1m van de
perimeter verwijderd.
Figuur 1.28 – Afwerking van de perimeterdraad bij de perimeterschakelaar
Snij de twee losse perimeterdraden bij de perimeterschakelaar door, zodat ze allebei even lang zijn.
Verwijder de overbodige draad. Strip 6 mm isolatie van elke draad en doe de draadeinden in de
connector. (maakt niet uit welke schroef want er is geen polariteit) en draai de schroeven vast zoals
getoond in figuur 1.29.
Draai deze twee schroeven
vast met een
schroevendraaier met platte
kop om de perimeterdraden in
de connector te bevesti
g
en.
Strip 6 mm isolatie van elke
draad en steek de uiteinden
vervolgens in de gaatjes van de
connector
Figuur 1.29 – De perimeterdraden in de connector steken en ze bevestigen
26
Neem de perimeterschakelaar vast en knijp de tappen aan beide zijden van de perimeterschakelaar
samen zoals getoond in figuur 1.30 en verwijder het achterste deksel van de perimeterschakelaar.
Neem de 3 C-cel batterijen, doe ze in de batterijhouder zoals getoond in Figuur 1.31 en monteer de
perimeterschakelaar weer terug.
Figuur 1.30 -
Knijp samen om het
deksel te verwijderen
Figuur 1.31 –
Plaats de batterijen in de houder
1.18 Test de perimeterschakelaar
Doe de connector van de perimeterdraad in de perimeterschakelaar (zie figuur 1.32) en druk de “ON”
knop in. Een klein groen lampje bij de “ON” knop begint te flikkeren. Dat betekent dat het systeem aan is
en correct werkt. De perimeterschakelaar heeft ook een indicator voor lage batterijspanning en voor een
losgeraakte/gebroken perimeterdraad. Figuur 1.33.
Figuur 1.33 –
Bedieningspaneel van de perimeterschakelaar
“ON” = Aan knop
n verklikkerlampje
e
Lage batterijspan-
ning verklikkerlamp
Verklikkerlampje voor
losgeraakte/gebroken
draad
Figuur 1.32 –
Doe de connector in de
perimeterschakelaar.
De perimeterschakelaar schakelt zichzelf automatisch uit, zodat u hem niet uit hoeft te zetten na elk
gebruik. Hij gaat uit na 5 uur continu gebruik. U kunt verwachten dat een goed stel alkaline batterijtjes in
de perimeterschakelaar bijna één seizoen meegaan. Het is mogelijk de perimeterschakelaar uit te zetten
door de “ON” knop gedurende 3 seconden ingedrukt te houden. Na die 3 seconden hoort u een piep en
dat betekent dat u de knop mag loslaten en de perimeterschakelaar uit is.
27
1.19 De perimeterschakelaar plaatsen
De connector van de perimeterschakelaar is ontworpen om snel en makkelijk losgemaakt te worden, een
flexibele eigenschap als u meer dan één kring in uw tuin nodig heeft. U kunt hem heel makkelijk losmaken
door de connectoren los te trekken. Hierdoor kan de perimeterschakelaar eenvoudig van de ene naar de
andere kring verplaatst worden. De perimeterschakelaar wordt geleverd met een lange pin die bevestigd
wordt aan de achterzijde van de perimeterschakelaar. Dit vergemakkelijkt het verplaatsen van de
perimeterschakelaar nog meer omdat u de connector los kan trekken en de perimeterschakelaar met pin en
al naar de volgende kring kan verplaatsen. U steekt ze eenvoudig in de grond en steekt telkens de
connector van de perimeterdraad in de perimeterschakelaar. Zie Figuur 1.34
Een andere optie voor plaatsing is de montage van de perimeterschakelaar tegen een verticale wand, zoals
een muur of een afsluiting. Er zijn drie kleine verdikkingen in de rug van het deksel van de
perimeterschakelaar en die zijn bedoeld om hem op die manier te bevestigen. Gebruik metalen schroeven
#6 of #8 of gelijkwaardig. Zie Figuur 1.35.
In elk geval moet de perimeterschakelaar verticaal gemonteerd
worden zodat hij waterdicht blijft. Als u de perimeterschakelaar ergens kan plaatsen waar het overdekt en
droog is dan is dat altijd het beste.
Het monteren van de peri-
meterschakelaar d.m.v. 3 kleine
verdikkingen aan de achterkant
van de deksel
De perimeterschakelaar
MOET verticaal gemonteerd
worden zodat hij waterdicht
bli
j
ft.
Figuur 1.35
Losmaken van connector zodat
de perimeterschakelaar
makkelijk verplaatst kan
worden
Figuur 1.34 –
Perimeterschakelaar met pin
28
Hoofdstuk 2
De Robomow
®
gereedmaken
29
Bumpers met druk
gevoelige sensoren
Handbediening
-
Accupack
Waarschuwingslamp
1 De zekering van het accupack aanbrengen
Uw Robomow wordt verstuurd zonder dat de zekering in het accupack geplaatst is; en hij zal niet
ccu voorzichtig in de Robomow. De Robomow komt nu onder spanning (hij ontwaakt). Het
t is w
2.
werken zonder die zekering. De zekering is verpakt in een klein plastic zakje dat bovenop het accupack
bevestigd is. Verwijder het accupack uit de Robomow en plaats de zekering. De zekering kan in elke
richting in de zekeringhouder aangebracht worden. Zie Tekening 2.2
Plaats de a
accupack is in de fabriek reeds opgeladen en er is meer dan voldoende stroom aanwezig voor de
eerste instellingen en de testrit. Toch moet het accupack gedurende 20 uur worden opgeladen, nadat
de initiële instellingen uitgevoerd zijn en nog vóór de eerste maaibeurt. Zie Hoofdstuk 4, Laden van het
accupack en energiebeheer.
Figuur 2.1 – “wa at” bij de Robomow
®
Contacten
Figuur 2.2 – De zekering in het accupack steken
Plaats de accuzekering in de
zek in
e
Laadcontact Pennen
Draaghandvat
eringhouder. De zekering kan
lke richting ingestoken worden (zoals
een stekker)
2.2 De handmatige bediening gebruiken
De Robomow is uitgerust met een handmatige bediening. Hiermee kunt u de maaier handmatig
besturen en bedienen. Om deze handmatige bediening te gebruiken, bestudeert u eerst figuur 2.3 met
de verschillende bedieningstoetsen en hun functies. Zie ook Hoofdstuk 5,
Handmatige Bediening
voor
meer details in verband met het gebruik van de handmatige bediening.
Fi
g
uur 2.3 La
y
-out van de handbedienin
g
4. Knop
GO/Start
2. LCD
schermpje
8. Knop
richtingcontrole
6. Scroll pijltjes voor
menu selectie
5. Stopknop
3. Knop wissen/
annuleren
1. Knop handmatig
maaien
7. Knop
rijdsnelheidscontrole
snel/traag
1. Knop handmatig maaien - bij handmatig maaien zijn twee afzonderlijke knopbedieningen vereist om
de messen te laten draaien. Dit noemt men het twee stappen OPC ontwerp. OPC betekent Operator
Presence Control, dus controle van de aanwezigheid van de bediener. Als u op een bepaald moment de
knop handmatig maaien loslaat zullen de messen stoppen en dient u alle vorige stappen te herhalen. Zie
hoofdstuk 5.2 voor alle details over handmatig maaien.
2. LCD-scherm - geeft tekstberichten weer middels een Liquid Crystal Display (LCD), een scherm met
vloeibare kristallen. Toont ook de huidige status van de accu. Als het voor langere tijd aan rechtstreeks
zonlicht blootgesteld wordt kan het voorkomen dat het nog moeilijk te lezen is. Ga er dan mee uit het
rechtstreekse zonlicht of scherm het zonlicht af en dan zal het snel weer normaal worden.
3. Knop wissen/annuleren – zoals beschreven onder punt 1 wordt deze knop gebruikt tijdens de
knopbedieningen bij handmatig maaien, om de messen te doen draaien. Deze knop wordt ook gebruikt
voor het annuleren van een selectie die in het LCD-scherm getoond wordt bij het maken van
gebruikersselecties. Hij wordt ook gebruikt om terug te keren uit menuopties die gekozen kunnen worden
in de gebruikersopties en brengt u terug naar het hoofdscherm.
4. Knop GO/Start - de belangrijkste bedieningsknop voor de automatische bediening.
Bovendien wordt de knop gebruikt voor het maken of bevestigen van selecties in de
gebruikersopties in het LCD-venster.
5. Stopknop - als u op deze knop drukt, stopt de werking van de maaimessen en wielmotoren als de
automatische bedieningsmodus gebruikt wordt. De knop kan ook gebruikt worden om een handeling
tijdens het opstarten te stoppen nog voordat deze is begonnen.
6. Bladeren voor menuselectie – Er zijn meerdere opties en instellingen beschikbaar voor de gebruiker
via de handmatige bediening. Deze menu’s en opties worden getoond als tekst op het LCD-scherm. Voor
sommige van de instellingen moet u een specifieke optie kiezen, omdat er meerdere mogelijkheden zijn.
Met de pijltjestoetsen, naar boven en naar onder, kunt u door de menuopties bladeren.
7. Handmatige besturingssnelheid - de manuele besturingsfunctie is uitgerust met twee
rijsnelheden, snel en traag. Om deze snelheid te wijzigen, drukt u op de knop voor de andere rijsnelheid.
Deze functie werkt alleen maar als de maaier aan het rijden is onder handbediening.
8. Navigatieknop - door op de rand van deze knop te drukken in de gewenste richting, kunt u de
Robomow handmatig besturen. Oefen een lichte druk uit op de navigatieknop in de gewenste
rijrichting en de Robomow zal zich in die richting bewegen, vooruit of achteruit, naar links of naar rechts. De
Robomow stopt met rijden zodra u de navigatieknop loslaat.
30
2.3 De handbediening
De Robomow is veilig ontworpen zodat hij alleen handmatig werkt als de afstandsbediening uit haar
houder verwijderd is en de knoppen door de gebruiker bediend worden. Zie Figuur 2.4. De
handbediening is vooral bedoeld om de Robomow naar het gazon te rijden en hem weer te laten
terugkeren na het maaien. Ze wordt ook gebruikt om de Robomow naar andere zones te laten rijden
indien dat nodig is. Als extra comfort kunt u met de handbediening ook de messen laten werken.
Samen met de rij functie kunt u zones maaien waar de Robomow niet automatisch kan maaien.
De Robomow kan niet automatisch maaien zolang de afstandsbediening in handen van de bediener is.
De handbediening moet goed op haar plaats zitten in de houder en volledig vlak met de bovenkant van
de Robomow voordat hij automatisch kan gaan werken. Zie Figuur 2.5.
Uitnemen van de
handbediening en ze
handmatig gebruiken.
De handbediening naar
beneden gekanteld en gelijk
met de bovenkant van de
maaier
Met de Robomow rijden via de
handbediening
Figuur 2.4 – Handmatig rijden met de Robomow
Figuur 2.5 – Kantel de
handbediening gelijk met de
bovenkant.
2.4 Met de Robomow rijden.
Om met de Robomow te rijden en te besturen met de handmatige bediening duwt u met een vinger op
de uitsparing bovenaan links van de handmatige bediening. De houder zal dan kantelen en u kunt de
handbediening uit de houder nemen. Figuur 2.3. Om te rijden drukt u lichtjes de richtingknop in met uw
duim of wijsvinger in de richting waarin u wenst te rijden met de Robomow. Zie Figuur 2.6. Vooruit (F)
en achteruit (R) zijn aangeduid op de huizing boven en onder de overeenkomende pijl op de
richtingknop. Vooruit en achteruit zijn bepaald gezien vanaf de achterkant van de maaier. De Robomow
zal naar links rijden wanneer u de richting van de linkse pijl indrukt en naar rechts wanneer u de richting
van de rechtse pijl indrukt. Tussen de hoofdpijlen drukken in een bepaalde richting zal een gedeeltelijke
bocht in die richting inleiden.
Fi
g
uur 2.6
Gebruik van de stuurknop
Bocht links
achteruit
Bocht rechts
achteruit
Bocht links
vooruit
Bocht rechts
vooruit
RechtsLinks
Achteruit
Vooruit
Handbediening –knop
voor rijrichting
(stuurknop)
31
2.5 De maaihoogte en afstand vanaf de grond instellen
Verwijder de accu voordat u enige aanpassingen uitvoert. De Robomow heeft twee
basisinstellingen, de maaihoogte en de afstand vanaf de grond. Met de messen voor lang
gras is de maaihoogte instelbaar vanaf ongeveer 3.8 cm tot 8.9 cm en met de messen voor
kort gras van 2.5 tot 6.4 cm. Bij de kleine wielen is de minimum maaihoogte 2.0 cm. De
bodemvrijheid heeft twee instellingen. De maaihoogte-instelling bevindt zich aan het voorwiel
en wordt bediend door de basis van het voorwiel in of uit te draaien, waardoor het voorwiel
verhoogd of verlaagd wordt. Zie Figuur 2.7.
Draai de basis van het
voorwiel in (lager) of uit
(hoger) om de maaihoogte
in te stellen.Elke klik
vertegenwoordigt
ongeveer
6 mm maaihoogte.
Draai in deze
richting voor
een
hogere maaihoogte
Draai in deze
richting voor een
lagere maaihoogte
Figuur 2.7 – De maaihoogte instellen
De instelling van de bodemvrijheid bevindt zich in het accuvak van de Robomow. Zie Figuur 2.8. Ze
heeft twee standen, hoger en lager. (Modellen met kleine wielen hebben drie instellingen: hoger,
lager en gemiddeld). De laagste positie (het dichtst bij de bodem van het accuvak) geeft de
hoogste afstand van de grond, terwijl de bovenste stand (het verst van de bodem van het
accuvak) de kleinste afstand vanaf de grond verleent. Zie Figuur 2.9. Het is aanbevolen de afstand
vanaf de grond achteraan in stellen op de maximale stand. Dat is de stand het dichtst bij de bodem
van het accuvak. Bij Europese gazons en gazons waar het gras zeer kort gemaaid wordt, op minder
dan 5 cm, is het beter de afstand vanaf de grond in de laagste stand te zetten.
Ernstige verwonding is mogelijk. Verwijder steeds de accu als u de
maaihoogte wilt instellen of de Robomow wilt optillen. Til de Robomow
nooit op of wijzig nooit de maaihoogte terwijl het toestel in werking is. De
maaimessen zijn zeer scherp en ernstige snijwonden of rijtwonden zijn
mogelijk. Draag altijd stevige werkhandschoenen als u in de buurt van de
maaimessen werkt.
!
WAARSCHUWING!
Om de afstand vanaf
de grond aan te
passen, trek het
hendeltje uit zoals
getoond en schuif
het hendeltje naar
boven of beneden
De instelling voor de
afstand vanaf de grond
bevindt zich in het
accuvak.
Figuur 2.9–Instellen afstand vanaf de grond
Figuur 2.8 –Afstand vanaf de grond instelling
32
2.6 Land instellen en eenmalig kalibreren
De Robomow heeft een intelligent navigatie systeem dat een kompas bevat dat reageert op de
magnetische aardpolen. Het Magnetische Noorden kan variëren van punt tot punt op de aarde,
afhankelijk van de geografische ligging. Om deze verschillen op te vangen moet het kompas
gekalibreerd worden volgens de plaats op de aarde waar de maaier gebruikt wordt. Dit hoeft maar één
keer te gebeuren en hoeft niet herhaald te worden, tenzij de maaier meerdere honderden kilometers
verplaatst wordt. Zie Figuur 2.10.
Het proces om eenmalig te kalibreren is eenvoudig en de Robomow is zo ontworpen dat u gevraagd
wordt deze stap uit te voeren voordat het apparaat in de automatische modus gebruikt kan worden.
- Verwijder de handmatige bediening uit haar houder
- Rijd de Robomow naar een plat en waterpas gedeelte van het gazon
- Zet de afstand vanaf de grond in de hoogste stand als het gras zeer lang is
- Plaats de Robomow in het midden van de zone
- Plaats de handmatige bediening terug in de houder en duw deze naar beneden tot ze vlak zit.
U zal misschien de draad waaraan de handbediening vastzit wat moeten herschikken om de
houder goed vlak te krijgen met het bovendeksel.
- Zet de perimeterschakelaar aan om de perimeterdraad te activeren, want dat is nodig om het
proces uit te voeren.
- Het scherm zal nu het beeld tonen zoals te zien in Figuur 2.10. Volg het kalibratie-
installatieproces zoals getoond in Figuur 2.10 om dit proces te voltooien.
Gedurende het kalibratieproces zal de Robomow traag in een cirkel draaien en af en toe even pauzeren.
De Robomow kan 3 of 4 complete rondjes draaien met enkele pauzes van een paar seconden ertussen.
Gedurende dit proces zal het LCD-scherm een tekstboodschap met “Wacht” aan en uit flitsen. Alleen
als de tekst, Test Geslaagd Druk C” getoond wordt op het LCD-scherm, is het proces voltooid. Druk
dan de “C” knop in om naar het LCD-tekstbericht terug te keren, terug naar de boodschap in het
hoofdmenu: Dok Zone - Druk Go” of “Zone A - MAX”.
Alhoewel het ongewoon is kan het toch voorkomen dat de eerste poging tot kalibratie mislukt. Dan geeft
het scherm het bericht “Prob ergns andrs" weer. Dit betekent gewoon dat iets in de nabijheid teveel
storing geeft om een goede kalibratie te krijgen. Het kunnen metalen voorwerpen in de grond zijn
of zelfs draden onder de grond. Als de kalibratie eenmaal gedaan is zal de Robomow van deze
storingen geen last meer hebben. Rijdt de Robomow gewoon naar een ander vlak en waterpas
deel van het gazon, minstens 3-4,5 m verwijderd van de eerste plek en herhaal het hierboven
beschreven kalibratieproces.
Nadat de kalibratie succesvol verlopen is zult u de boodschap met de vraag om te kalibreren nooit meer
zien.
33
Figuur 2.10 – Kalibratie volgorde
Vereiste Actie
LCD Display
Dok Zone MAX
Druk “GO”
Druk GO
Druk “GO”
Stel Land in
Druk GO
Niet
Ingesteld!
Scroll op en neer om
uw land te vinden
Scroll
Druk “GO” om de selectie
te bevestigen
USA
Bevestig
Dok Zone: MAX
Druk “GO”
Druk GO
Druk GO”
Kalibratie nodi
g
Druk GO
Druk “GO”. Het Proces
zal beginnen en 1-2
minuten duren.
Activeer Motors
Druk GO
Test
g
eslaa
g
d
Dru
k
C
knop
Druk C
Dok Zone: MAX
Klaar om te maaien
Druk GO
34
2.7 De laadstation optie toelaten
Druk de “GO” knop in en het volgende zal getoond worden:
Druk ‘GO’ om “AAN” te bevesti
g
en
Druk ‘GO’ in en scroll tot u “AAN” krijgt.
Zet dok aan AAN
Bevestig
Figuur 2.11 – De laad functie toelaten
Zet dok aan AAN
Druk GO
2.8 Het laadstation en de perimeterdraad positie testen voor het laden.
Het is het beste om de positie van het laadstation te testen en vast te stellen of er kleine aanpassingen
nodig zijn voordat u de rest van de pennen in de grond slaat. Plaats de Robomow naar de perimeterdraad
toe, minstens 3m. vóór het laadstation zodat de maaier zich goed op de draad kan plaatsen. Zie figuur 2.12.
Min. 3 meter
Figuur 2.12– Testen van de opstelling van het
laadstation
Kijk na of de perimeterdraad die naar het laadstation leidt goed tegen de grond bevestigd is.
Doe de afstandsbediening terug in de houder en kantel hem naar beneden zodat hij vlak ligt.
Kijk of het “Aan” lampje knippert op het paneel van het laadstation.
Druk één keer op het bovenste scroll pijltje op de handbediening zodat de boodschap “Ga naar dok
verschijnt en druk dan GO in.
Volg de Robomow en ga na of hij goed aanlegt in het laadstation. Dit doet u door na te kijken of de twee
metalen contacten aan de voorzijde van de Robomow volledig contact maken met de metalen
contactplaat die zich onder het deksel van het Robomow laadstation bevindt. Beweeg indien nodig het
laadstation een beetje zodanig dat deze contacten zoveel mogelijk gecentreerd zijn.
Wanneer de test uitgevoerd is en u tevreden bent met de positie van het laadstation, sla dan de 5
pennen in de grond die het laadstation vasthouden.
35
2.9 Test de positie van de perimeterdraad voor het maaien van de rand:
Zoals getoond in Hoofdstuk 1, kunt u de positie van de perimeterdraad het beste testen tijdens het
randmaaien. Dan kunt u zien of er kleine aanpassingen nodig zijn aan de positie van de draad, vóórdat u
alle pinnen in de grond slaat. Omdat de bumpers actief zijn tijdens het randmaaien, kan het zijn dat een
bumper geactiveerd wordt wanneer de draad te dicht bij een afsluiting of bij een vast obstakel ligt. Dan zal
de Robomow de draad verlaten om het obstakel te ontwijken en vervolgens naar de draad terugkeren. Er
zijn meer scenario’s mogelijk waarbij de positie van de draad aangepast zal moeten worden, zoals langs
bloembedden, trapjes of bestratingsranden.
Rij de maaier manueel ongeveer 1 meter van de perimeterdraad vandaan. Positioneer de Robomow naar
de perimeterdraad toe, vlak achter het laadstation in de laadzone (Zie figuur 2.13). Bij een niet-laadzone
kunt u hem langs elke rand zetten. Doe de afstandsbediening terug in de houder en zorg ervoor dat ze vlak
ligt met de bovenzijde van de maaier. Kijk na of de perimeterschakelaar aan staat.
Plaats de Robomow naar de
draad toe, achter het
laadstation.
Fi
g
uur 2.13
De
p
ositie van de
p
erimeter draad testen
Druk de bovenste scroll pijl éénmaal in voor de “Ga laden” optie en druk GO in.
Loop mee langs de zijde van de Robomow terwijl hij de rand volgt. Telkens als u ziet dat de maaier te ver
naar de buitenkant van het gazon rijdt, noteert u deze zone en verplaats de draad daar iets naar binnen.
Indien de bumper van de maaier bijvoorbeeld een muur van uw huis raakt terwijl hij probeert de rand te
maaien, dan bevindt de draad zich te dicht tegen de gazonrand en moet meer naar de binnenzijde van het
gazon verplaatst worden, van de muur weg. Daartegenover, als de maaier niet dicht genoeg bij vaste
objecten komt zoals muren of niet volledig op aangrenzende en op gelijke hoogte liggende zones zoals een
oprit, dan moet de maaier verder van het centrum van de binnenzijde van het gazon verwijderd worden,
naar de muur of de oprit toe. Herpositioneer de draad langs elke sectie waar een verandering aangebracht
moet worden, door hem telkens slechts een klein beetje te verplaatsen, en test dan het randmaaien in dat
gedeelte nog eens.
Herhaal dit proces voor de hele rand totdat de maaier de hele rand kan maaien zonder iets te raken en
totdat u tevreden bent met de maaiafstand over aangrenzende zones die op dezelfde hoogte liggen.
Wandel daarna nog eens langs de perimeter draad en voeg pennen toe waar de draad niet helemaal naar
beneden getrokken is tot onder de grasoppervlakte en dicht tegen de grond.
36
Hoofdstuk 3
Manuele en automatische werking
3.1 De perimeterschakelaar activeren – Laadzone
Gebied/zone met laadstation
Als de Robomow vanaf het laadstation bediend wordt met automatisch of manueel vertrek (zie
alinea’s 3.2 en 3.3), dan zal de Robomow automatisch de perimeterschakelaar van het
controlebord van het laadstation aan en uit zetten samen met het vertrekken en aanleggen.
3.2 Manueel vertrek
Gebruik de manuele manier om de Robomow te laten vertrekken in volgende gevallen:
- Om op andere tijdstippen te maaien dan de voorgeprogrammeerde.
- Als het gazon bezet is en de tuin eerst vrijgemaakt moet worden van troep, voorwerpen, huisdieren of
mensen.
Om het maaien manueel te starten drukt u de “GO” knop één keer in:
1. Robomow zal het laadstation verlaten en automatisch de perimeterdraad volgen, één keer rond,
tot hij weer bij het laadstation aankomt. Hij zal dan in het laadstation rijden, maar dan weer
achteruit rijden om het gras binnen de perimeter te maaien.
2. Robomow zal automatisch bepalen vanuit welk punt van de perimeterdraad hij zich in het gazon
zal begeven. Een “Zoekt ingang” boodschap verschijnt dan op het schermpje van de
handbediening terwijl hij het punt zoekt vanwaar hij het gazon in zal rijden. De RL1000 is
geprogrammeerd voor drie verschillende inrij punten naar het gazon toe, op vast bepaalde
afstanden van het laadstation. Bij elke maaibeurt zal hij naar het volgende punt gaan en
tenslotte zal hij weer vanaf het eerste punt vertrekken.
Om het rand maaien over te slaan, druk de “GO” twee keer in. Dat is het manuele signaal voor de
start van een maaibeurt.
3.3 Automatisch vertrek
Het automatisch vertrek is de volautomatische oplossing om uw gazon te onderhouden.
Via deze instelling kunt u een weekprogramma ingeven waardoor de maaier automatisch zal
vertrekken, maaien en weer aanleggen wanneer hij klaar is op de dagen en de tijdsperiodes die u
ingeeft.
Kijk bij Hoofdstuk 4, het weekprogramma instellen, om de dagen en periodes in te geven.
Er kunnen ernstige verwondingen ontstaan.
Verzeker u ervan dat de werktijden die u
programmeert voor automatisch vertrek en maaien,
tijden zijn wanneer er geen huisdieren of kinderen op
het gazon aanwezig zullen zijn.
Programmeer geen tijden waarvan u niet zeker weet
dat het gazon vrij zal zijn van huisdieren, kinderen en
m
sta
n
de
r
s
.
o
!
WAARSCHUWING!
3.4 Terugkeren naar het laadstation
Automatisch aanleggen
De Robomow keert automatisch terug naar het laadstation aan het einde van elke maaibeurt. Hij
laadt zichzelf weer op en blijft klaar voor de volgende maaibeurt die geprogrammeerd is.
Optie “Ga naar het laadstation”
U kunt de maaier manueel naar het laadstation zenden vanuit elk punt op het gazon.
- Doe de handbediening weer in de houder en kantel de scharnier naar beneden zodat de
bovenzijde van de handbediening in lijn is met de bovenzijde van de maaier.
37
- Overtuig u ervan dat de perimeterschakelaar aan is en dat de maaier gericht is naar een
gedeelte van de perimeterdraad (maar geen eiland of een geïsoleerd obstakel).
- Druk het bovenste scroll pijltje één keer in zodat de “Ga naar laadstation” boodschap verschijnt
en druk dan “GO” in.
- De Robomow zal de perimeterdraad vinden en zal die draad volgen tot bij het laadstation – de
“Zoekt laadstation” boodschap verschijnt gedurende deze fase.
De Robomow manueel aanleggen met de handbediening.
- Rij de Robomow manueel tot in het laadstation door middel van de navigatietoetsen op de
handbediening.
- In het station aangekomen, doe de handbediening terug in de houder en duw hem vlak.
- Kijk na of de boodschap op het schermpje verandert naar een icoon “accu wordt geladen”,
want dat is de bevestiging dat het aanleggen goed gelukt is.
3.5 De perimeterschakelaar activeren in een zone zonder laadstation
De Robomow kan niet werken tenzij de perimeterschakelaar aan staat en de Robomow binnen de
actieve perimeter staat. Plaats de perimeterschakelaar of verbindt hem met de zone die u wilt maaien.
Druk de knop “ON” in om de perimeterschakelaar aan te zetten. U zult een kort piepgeluid horen als de
schakelaar ingedrukt is, wat aangeeft dat hij aan staat. Om na te kijken of de schakelaar werkt is er een
groen lampje vlakbij de “ON” knop dat zal knipperen zolang de schakelaar normaal werkt. Indien de
schakelaar onderbroken pieptonen geeft vlak nadat u hem aangezet hebt, dan is er een probleem met
de batterijen of met de perimeterdraad. Kijk na welk rood lampje knippert, zo kunt u bepalen wat het
probleem is. U dient het probleem op te lossen zodat de Robomow automatisch kan werken. Als u
vergeet de perimeterschakelaar aan te zetten zal het schermpje op de handbediening de tekst tonen
zoals in figuur 3.0, en u eraan herinneren de schakelaar aan te zetten.
Indien een “draad doorgesneden” signaal knippert, kijk dan of u de perimeterschakelaar aangesloten
hebt op de perimeterdraad met de kleine groene connector. Indien het lampje van lage batterijspanning
knippert, monteer dan verse c-cel alkaline batterijen. Als dat het probleem niet oplost, kijk dan bij
Hoofdstuk 7, tekstberichten en problemen opsporen
, voor meer hulp.
Geen draadsi
g
naal
Figuur 3.0
Geen draadsignaal” bericht
Er kunnen ernstige verwondingen ontstaan. Deze machine heef
t
scherpe roterende messen. Bij werking in automatische modus,
moeten kinderen, huisdieren en omstanders op afstand blijven. Bij
automatische werking mag de machine niet zonder toezich
t
blijven als kinderen, huisdieren of andere personen tijdens de
werking in contact met de Robomow kunnen komen. Laat nooit
personen of huisdieren op deze machine rijden en blokkeer zijn
pad nooit.
WAARSCHUWING!
Figuur 3.1
De Robomow
positioneren op het gazon
Voorzijde gericht naar
de perimeterdraad
Start
p
unt
1 m
3.6 De Robomow positioneren op het gazon
!
Verwijder de handmatige bediening uit zijn houder en rijd de Robomow naar het gazon dat gemaaid moet
worden. De manuele rijsnelheid van de Robomow heeft twee snelheden, traag en snel. U kunt de andere
snelheid kiezen door één keer de “Speed” knop in te drukken terwijl u met de maaier rijdt. Positioneer de
Robomow op minstens 1.8-2.4 m van elke rechte lengte van de perimeterdraad, met de voorzijde van de
Robomow gericht naar de perimeterdraad. Figuur 3.1
38
Chapter 3
Page 28
3.7 Rand maaien – niet aanleggen
Belangrijk! Bij het maaien in een zone zonder laadstation moet de zone zonder laadstation eerst en
vooral bepaald worden. (Kijk naar sectie 6.2.4 “Werktijd). Doe de handbediening in de houder en
druk het pijltje “naar beneden” in om de zone die u wil maaien op het schermpje te krijgen.
De eerste maaiopdracht van de Robomow is het maaien van de rand. Onder rand verstaan we de
buitenste perimeter van de actieve zone waarin de Robomow bezig is. In feite is dat waar u de
perimeterdraad plaatste tijdens de aanleg. Randmaaien is het maaien van een zuivere en gelijke
maairand rond de perimeter en het ontlast u van veel bijwerk langs muren en andere obstakels. De
Robomow zal de rand altijd tegen de klok in maaien. Zie Figuur 3.2. De Robomow zal automatisch de
rand vinden (perimeter), hem maaien en daarna naar binnen draaien en het gras volledig maaien.
Figuur 3.2
Rand maaien
Start
p
unt
Om automatisch te kunnen maaien, ook om de rand te maaien, moet de handmatige bediening in de
houder zitten en naar beneden geduwd zodat ze vlak zit met de bovenrand van de maaier. Wanneer de
handmatige bediening op haar plaats zit zal op het schermpje een tekstboodschap verschijnen die
aanduidt dat hij in de stand automatisch staat. Figuur 3.3.
Druk GO
Zone B: 1:40
Figuur 3.3
Schermpje bij stand automatisch
Wanneer deze boodschap getoond wordt en u drukt de groene “GO” knop in, dan zal de automatische
maaisessie opstarten. Eerst zal de maaier opwarmen, de waarschuwingslamp zal knipperen en dan
zullen de messen gaan draaien. De boodschap zoals in Figuur 3 zal op het schermpje verschijnen.
Wanneer de maaier de rand bereikt zal hij gewoonlijk over de draad rijden totdat de draad ongeveer in
het midden onder de maaier is. Dan zal hij de rand maaien; daarbij zal hij een tot twee keer rond het
gazon rijden. Als de Robomow vindt dat de rand voldoende gemaaid is zal hij stoppen en zich naar de
binnenzijde van het gazon draaien. Hij zal dan het gazon inrijden en beginnen met wat wij scannen
noemen. Hieronder verstaan we het methodische maaien van het gazon door middel van het
geavanceerde navigatiesysteem van de Robomow, RoboScan
®
. Het LCD-scherm zal het tekstbericht
tonen zoals in Figuur 3.5.
Rand
RoboScan2
RoboScan2
Maaien
Figuur 3.5 – Tekst bij maaien
Fi
g
uur 3.4
Tekst bi
j
rand maaien
3.8 Scannen (Maaien)
Het scanproces is eenvoudigweg een proces waarbij de Robomow zich systematisch over het gazon
beweegt terwijl hij maait. Over het algemeen beweegt hij van rechts naar links en dan van links naar
rechts. Gedurende het proces zal hij ook andere bochten maken en zich bewegen om steeds over en
weer te rijden over het gazon. De Robomow zal niet alle gras maaien bij zijn eerste maaibeurt; hij zal
gras ongemaaid laten bij de meeste van zijn ritten. Dat is ook de bedoeling en het is volkomen normaal.
Deze ongemaaide stroken worden bij één van de volgende maaibeurten van de Robomow gemaaid.
Wacht tot hij klaar is met maaien en beoordeel pas daarna het resultaat. De Robomow blijft doorgaan
tot de ingestelde tijd of de standaard ingestelde “MAX” tijd op is, dat is over het algemeen 2.5 tot 3 uur,
afhankelijk van het type gras en de omstandigheden. Zie hoofdstuk 6, Instellingen van de bediener en
verdere eigenschappen voor meer details over het instellen van de werktijden.
39
3.9 Rand maaien overslaan
De Robomow heeft de mogelijkheid het maaien van de rand over te slaan en onmiddellijk te starten
met het scannen (maaien). Druk daarvoor eenvoudig de “GO” knop twee keer in bij de eerste opstart
van de maaier. Doordat u “GO” een tweede keer ingedrukt hebt onmiddellijk na het eerste indrukken
weet de maaier dat u het maaien van de rand wil overslaan. Zie Figuur 3.6. U mag de maaier starten
waar u wilt binnen de perimeterdraad, maar tenminste op 1 m afstand van de meest nabije
perimeterdraad.
Druk GO
Zone B: 1:40
“Gereed om automatisch maaien te
starten” Tekstbericht. Druk “GO”
in; het volgende schermpje
verschijnt
Druk GO nogmaals
Sla rand over
Om rand maaien over te slaan, druk
“GO” nogmaals in, anders wordt
eerst de rand gemaaid.
3.10 Na het maaien – geen laadstation
Als de Robomow de toegestane maaitijd beëindigd heeft, stopt hij op het gazon en wacht hij op u om
terug naar huis te worden gereden en in de oplader geplaatst te worden, klaar voor de volgende
maaisessie. Zoals reeds eerder besproken: er zal steeds voldoende energie in het accupack over zijn
om de maaier terug te laten rijden naar de plaats waar hij wordt opgeslagen en bijgeladen. Zie hoofdstuk
5,
Laden
voor meer info over het laden. Het LCD-scherm geeft een tekstbericht weer zoals getoond
wordt in Figuur 3.7 als de maaitijd ingesteld is op de standaard tijd van “MAX” of het bericht zoals
getoond in Figuur 3.8 als de maaitijd ingesteld werd op een andere tijd dan “MAX”.
Figuur 3.7 – Tekstbericht na maaien
onder “MAX” tijdstelling
Laad Accu
Druk GO
Tijd op
Druk GO
Figuur 3.6 – Tekstbericht na het indrukken van “GO”
Figuur 3.8 – Tekstbericht na maaien onder
ingegeven tijd
Als de Robomow zijn maaiwerk beëindigd heeft en dit gebeurt meer dan 20 minuten voordat u er aan
toe komt om het toestel weg te rijden, zal het LCD-scherm leeg zijn. De Robomow schakelt zichzelf uit
en gaat in een slaapmodus na 20 minuten van inactiviteit. Dat doet hij altijd. Dit is een energie
besparende functie. Door op de knop “GO” te drukken of de handmatige bediening te verwijderen,
ontwaakt de Robomow en wordt het bericht weergegeven dat op het scherm stond toen het toestel in
slaaapmodus ging. In dit geval, ofwel het bericht in Figuur 3.7 ofwel in 3.8.
3.11 Rijden en navigeren
De Robomow is uitgerust met een handmatige bediening waarmee u hem gemakkelijk naar het gazon
kunt rijden en terug naar de garage als hij niet gebruikt wordt. Hiermee kunt u ook manueel de
maaimessen aanzetten en smalle grasstroken maaien terwijl u rijdt.
De handmatige bediening kan alleen maar werken in manuele modus wanneer zij uit haar houder
verwijderd is, waar ze inzit wanneer de maaier automatisch werkt. Voor de veiligheid is ze zodanig
ontworpen dat de handmatige bediening niet kan werken zolang ze in de houder zit en anderzijds wordt
ook de automatische werking verhinderd wanneer de handmatige bediening uit de houder verwijderd is.
40
U zult zien dat de handmatige bediening een toetsenbord bevat om het automatisch maaien op te
starten en ook om een noodstop uit te voeren.
Om manueel te werken neemt u de handmatige bediening uit de houder zoals te zien in Figuur 3.9. De
handbediening is ontworpen om met twee handen vast te houden terwijl men ermee werkt. De
mescontrole knop aan de linkerkant en de rij/navigatieknop aan de rechterkant. Met de handmatige
bediening in de hand is het vrij eenvoudig om de Robomow naar verschillende plaatsen te rijden. Met
de duim of wijsvinger van uw rechterhand drukt u voorzichtig de navigator knop in de richting waarin u
wilt rijden. De knop is rondom gevoelig, u kan er korte en flauwe bochten mee aansturen of een
volledige cirkel beschrijven. Er is weinig druk nodig om de wielmotoren te activeren, het is het beste om
uw vinger te laten rollen in de richting waarin u wilt rijden. U moet wel blijven drukken. De maaier stopt
onmiddellijk wanneer u de knop loslaat. Figuur 3.10
Bij manueel rijden kunt u kiezen tussen een lage en een hoge snelheid. U kunt altijd naar het andere
snelheidsniveau gaan door de snelheidsknop één keer in te drukken tijdens het rijden. Nog eens
indrukken maakt dat u weer naar de vorige snelheid gaat. Zie Figuur 3.10.
Figuur 3.9-De handmatige bediening
verwijderen uit haar houder
“Maai” kno
p
Snelheid kno
p
C kno
p
“Stuur” knop,
druk zachtjes in
de gewenste
rijrichting
Figuur 3.10-Layout van de handmatige bediening
U kunt ernstig verwond worden. Draag steeds geschikt schoeisel voo
r
het rijden en het gebruik van de Robomow in de handmatige modus. Blij
f
op een veilige afstand van de Robomow bij handmatige bediening. Denk
eraan dat in omgekeerde richting rijden bekeken is vanuit het oogpunt als
men achter de Robomow staat. Kijk steeds achterom als u achteruit rijdt.
Bedien de Robomow niet in gebieden die niet geschikt zijn voor manuele
bediening of op hellingen waar geen goede houvast mogelijk is. Kruis de
hellingen omwille van veiligheidsredenen. Rij nooit met de Robomow als
er personen opzitten en bedien nooit handmatig binnen de 3 m van
andere personen of huisdieren.
!
WAARSCHUWING!
3.11 Handmatig maaien
U hebt de mogelijkheid om de maaimessen handmatig te activeren op de Robomow om kleine
gebieden te kunnen maaien. Nadat de maaimessen geactiveerd zijn, kunt u de Robomow rijden
d.m.v. de navigatorknop en kunt u maaien in elke richting waarin de navigatorknop werkt, ook
achteruit.
De werking van handmatig maaien met de handmatige bediening is een systeem in twee stappen met
OPC (controle of de bediener aanwezig is) omwille van de veiligheid. Telkens wanneer u de knop
loslaat stoppen de maaimessen en moet het OPC activeringsproces in twee stappen herhaald worden.
Tijdens het handmatige maaien zal de activering van een bumpersensor de maaimessen laten
stoppen, waardoor het mes activeringsproces moet worden herhaald. Figuur 3.11.
41
knop
Figuur 3.11 – Handmatig maaien met de Afstandsbediening
Sta
p
1
Sta
p
2
Sta
p
3
Druk knop ‘C’ in met uw rechterduim en
blijf hem ingedrukt houden.
Druk de knop ‘Maai’ in met uw linkerduim terwijl u ook knop
‘C’ ingedrukt houdt. Nu gaan de messen draaien.
Laat knop ‘C’ los. Blijf de knop ‘Maai’ indrukken met uw
linkerduim. Navigeer en rij de Robomow met uw rechterduim
via de navigatietoets
42
Hoofdstuk 4
Het weekprogramma instellen
4.1 De tijd instellen
De eerste stap bij het instellen van het weekprogramma is het instellen van de plaatselijke tijd: dag van de
week en uurtijd. Noteer dat de klok 24-urig is.
Er zijn twee mogelijkheden om de tijd in te stellen. Zie figuur 4.1.
Robomow in laadstation en
de manuele bedienin
g
in zi
j
n
houder
Robomower op het
g
rasveld
en handmati
g
e bedienin
g
in
handen van de
g
ebruiker
Handmatig
Uw opties
Uw voorkeur
Druk GO
Dok opties
options
Druk één keer de
onderste scroll pi
j
l in
Week programma
Druk GO
Handmatig Start
Druk GO
Scroll op en neer tot
Laad opties’
g
etoond
wordt
Druk ‘GO
Scroll tot u ‘Ti
j
d’
ziet
Tijd: _ _ _ _: _ _
_
Druk GO
M D W D V Z Z
Druk GO
Dinsdag 00 0:00 0:00
Volgend nr.
Dinsdag 11:30
Volgend nr,
Druk
GO
Scroll tot de da
g
en Druk ‘GO
Scroll om de klok te zetten
en druk ‘GO’ voor
het vol
g
ende teken
(‘C’ Wordt
g
ebruikt
om teru
g
te
g
aan)
Druk ‘GO’ om te
bevesti
g
en
Figuur 4.1 – De huidige dag en tijd instellen
43
4.2 Het weekprogramma instellen
Verwijder de handmatige bediening en volg deze stappen:
Uw opties
Handmatig
Druk
GO
Uw voorkeur
Druk GO
Scroll op of neer tot u
Laad opties’ ziet
Dok opties
Druk GO
Druk
GO
Week programma
Druk GO
Druk
GO
Instel programma
Druk GO
Druk
GO
D W D V Z Z
Druk GO
M
Scroll tot aan de dag die u wil
Instellen en druk
GO
Start
0
0:00
Volgend nr.
Scroll om de tijd in te stellen en druk ‘GO’
voor volgend teken (‘C’ om terug te gaan)
Start 12:30
Volgend nr.
Druk
GO
GO
om t
e bevestigen
Scroll naar werk mode
Bevestigen
Mode Rand+Maai
En druk ‘GO’ om te bevestigen
(‘Rand+Maai’ of enkel ‘Maai’ -
none’ verwijdert ’n actieve dag
M D W D V Z Z
Druk GO
Scroll naar de volgende dag die
U wilt instellen en druk
GO
Fi
g
uur 4.2
Het week
p
ro
g
ramma instellen
Door de “C” knop op welk moment dan ook in te drukken komt het schermpje terug in het hoofdmenu.
Belangrijk! Voor de beste maairesultaten is het aanbevolen het week programma zodanig in te stellen dat
de gazonsproeiers en de Robomow nooit tegelijkertijd werken. Ook is het beter, vooral in het vochtige
jaargetijde, die periodes van de dag te kiezen wanneer het gras meestal droog is. Bvb de namiddag.
44
Opmerking: De klok reset zichzelf wanneer het accupack verwijderd wordt; de “Stel tijd in” boodschap
verschijnt:
Tijd instellen
Druk GO
!
WAARSCHU
WING!
Er kunnen verwondingen ontstaan. Als de juiste datum en
tijd niet ingegeven worden of deze procedure mislukt dan
zullen de vertrektijden om automatisch te gaan maaien niet
correct zijn. Verkeerde vertrektijden kunnen gevaarlijk zijn
als kinderen, huisdieren of omstanders zich in de maaizone
bevinden.
4.3 Hoe kunt u een actieve dag annuleren?
Twee opties om een actieve dag te annuleren
1. Kies de “None” optie onder het weekprogramma menu in het “Mode” scherm
2. Verander de “Vertrek” tijd naar 00:00 in het weekprogramma.
4.4 Weekprogramma scherm
Twee opties om het weekprogramma te zien:
1. Neem de handmatige bediening uit zijn houder, volg de instructies zoals uitgelegd in Figuur
4.2 totdat het “Week programma” getoond wordt en blijf de stappen in Figuur 4.3 volgen.
Druk “GO”
Week Programma
Druk GO
Instel programma
Druk GO
Scroll naar het volgende scherm
“Toon Programma”
Scherm programma
Druk GO
Press “GO”
M D W D V Z Z
+ - + - - - +
Dit scherm verschijnt gedurende
10 seconden en dan verdwijnt het.
(“+” betekent een actieve dag)
Fi
g
uur 4.3
Scherm met het week
p
ro
g
ramma
45
2. De Robomow bevindt zich in het laadstation – druk één keer op de knop “pijl omhoog” – het
weekprogramma zal dan gedurende tien seconden verschijnen.
Dit scherm zal gedurende 10 seconden
verschijnen dan zal het verdwijnen.
(“+” betekent een actieve dag)
M D W D V Z Z
+ - + - - - +
Door weer op de “GO” knop te drukken binnen 10 seconden die het display aanwezig is, komt u op een
snelle manier in het scherm “Week instel programma”.
M D W D V Z Z
Druk GO
Opmerking: Het display met het weekprogramma geeft ook bijkomende informatie over de activiteiten
gedurende de vorige week, behalve voor de ‘+ ‘ van de actieve dagen. Volgende tekens
kunnen verschijnen onder elk van de actieve dagen:
Karakter
Betekenis
+
Actieve dag
B
Overgeslagen wegens te lage accuspanning.
(Robomow is niet vertrokken van het laadstation op het
geprogrammeerde tijdstip wegens te lage accuspanning)
b
Vroegtijdig gedokt wegens te lage accuspanning.
(Robomow voerde zijn taak niet volledig uit en reed weer terug naar het
laadstation wegens te lage accuspanning - dit heeft enkel betekenis
wanneer een ‘werktijd’ geprogrammeerd is.
D
Overgeslagen omdat er geen contact was met het laadstation of omdat er
geen laadspanning was (stroomonderbreking of maaier die zich niet in
het laadstation bevindt) op het geprogrammeerde tijdstip van vertrek.
U
Overgeslagen omwille van keuze van de gebruiker (bijvoorbeeld indien
de gebruiker de optie ‘sla volgende vertrek over’ gekozen heeft of indien
hij ‘Automatisch vertrek’ ‘uit’ gezet heeft.
C
Overgeslagen omdat er niet bijgeladen werd op het geprogrammeerde
vertrektijdstip, terwijl er toch spanning aanwezig was (dit komt gewoonlijk
voor wanneer de Robomow aanwezig is in het laadstation, maar de
afstandsbediening niet goed op haar plaats zit).
46
Hoofdstuk 5
Laden
5.1 Laden
Bij Robomow is alleen veiligheid belangrijker dan het juiste laden van het accupack. Als de richtlijnen voor
het laden niet goed gevolgd worden krijgt u minderwaardige prestaties en zal het accupack niet lang
meegaan. Na het beëindigen van een dagelijkse maaibeurt moet de Robomow naar de opslagruimte en aan
de lader aangesloten worden. Het liefst binnen 6 uur nadat hij gestopt is. Dat is zeer belangrijk. In een
laadzone zal Robomow aan het eind van de maaisessie automatisch naar het laadstation gaan om
bijgeladen te worden.
De standaard lader, Figuur 5.4 is eigenlijk een stroombron met een uitgang van gelijkspanning. De stroom
die naar het accupack vloeit om te laden wordt door de Robomow geregeld. Het laadstation gebruikt een
gelijkaardig type stroombron, maar het is verbonden met het laadstation en het is goedgekeurd om in de
open lucht gebruikt te worden. Het laadsysteem en het accupack zijn zodanig ontworpen dat ze voortdurend
aangesloten kunnen blijven, ook als de Robomow niet gebruikt wordt, zonder dat u zich zorgen hoeft te
maken over overlading, oververhitting of beschadiging van het accupack. Het is zelfs aanbevolen het
accupack in de Robomow en voortdurend aan het stroomnet aangesloten te houden als hij niet gebruikt
wordt. Het laadstation en de standaard acculader (stroombron) geleverd bij uw Robomow, zullen het
accupack weer laden vanuit een “Laad Accu” situatie in ongeveer 20 uur, afhankelijk van de
omstandigheden. Er is een snellader verkrijgbaar als toebehoor. Kijk in Hoofdstuk 10, daar vindt u de
toebehoren die voor uw Robomow beschikbaar zijn.
5.2 Laden doorheen het laadstation
Het laadstation is het belangrijkste laadsysteem wanneer automatisch laden aan staat. Wanneer de maaier
zich in het laadstation bevindt wordt het accupack geladen en één van de volgende schermen verschijnt:
11:28 MO 10:30 E
Druk GO
Huidi
g
e ti
j
d
Volgend geprogrammeerd
vertrek
Werk Modus
(E betekent Rand)
A
ccu icoont
j
e
Figuur 5.1 –
LCD-Scherm op de Robomow als deze is aangelegd met een ingesteld weekprogramma
Handmatig start
Druk GO
Figuur 5.2 – LCD-Scherm op de Robomow als deze is aangelegd ZONDER een ingesteld
weekprogramma OF als de “Autom. Start” functie uit staat.
47
5.3 Laden door de standaard lader die verbonden is met het laadcontact.
Indien nodig mag het accupack geladen worden door de standaard lader die dan verbonden wordt met het
laadcontact aan de houder van de handbediening. Dit is echter alleen maar ontworpen voor gebruik
binnenshuis en u mag de Robomow nooit op die manier opladen zolang hij zich nog in het laadstation
bevindt.
Als de laadstekker losgemaakt wordt van de houder van de handbediening, dan zal de volgende boodschap
verschijnen in het LCD-scherm. Zie Figuur 5.3. Druk een willekeurige knop van de handbediening in en op
het hoofdscherm zal de volgende tekst verschijnen: “Manueel – Gebruiker opties”
Blijf opladen
bij stalling
Figuur 5.3 – LCD Scherm als er losgekoppeld is van de standaard lader
Verbind de uitgaande draad van de lader, Figuur 5.5, met het laadcontact dat zich onder de houder van de
handbediening bevindt, Figuur 5.6. Verbind de andere draad van de lader met een normaal stopcontact van
230 Volt AC en het laadproces zal beginnen. Kantel de handbediening iets naar beneden zodat ze zachtjes
op de laaddraad rust. Probeer de handbediening niet met te veel kracht naar beneden te drukken totdat ze
gelijk zit met de bovenzijde van de maaier. De Robomow lader is ontwikkeld voor gebruik binnenshuis. Laad
de Robomow niet op plaatsen waar hij nat kan worden.
!
Gevaar voor elektraschokken. Verwonding of elektrocutie kan
voorkomen. De Robomow standaard lader is ontwikkeld om alleen
in droge ruimten gebruikt te worden. Gebruik de lader niet of laad
de Robomow nooit op in ruimten waar het extreem vochtig is o
f
waar vocht te verwachten is. Gebruik een lader nooit als de draden
beschadigd zijn. Gebruik alleen de aanbevolen lader voor uw
Robomow.
WAARSCHUWING!
Uitgaande draad van
lader
Fi
g
uur 5.5
Figuur 5.4
Standaard lader
(stroomvoorziening)
120 volt getoond
Figuur 5.6
Standaard lader
verbindingsstekker
48
Het LCD-scherm zal de tekst tonen zoals te zien in Figuur 5.7 en de accu-icoon zal voortdurend veranderen
van leeg naar vol om te tonen dat er bijgeladen wordt. Als de accu volledig geladen is verschijnt er een
nieuw bericht zoals te zien in Figuur 5.8, zo wordt u eraan herinnert de Robomow aan de lader aangesloten
te laten tot de volgende keer dat u hem gebruikt.
Laden is zo belangrijk voor goede prestaties en voor de levensduur van het accupack dat er een speciaal
alarm en energiebeheer systeem in de maaier ingebouwd is dat u eraan herinnert en op de hoogte brengt
als het normale laadproces niet plaatsvindt.
Opladen
Fi
g
uur 5.7
Gereed
Blijf opladen
Figuur 5.8
A
ccu-icoon
Het belang van het juiste laden en onderhoud van het accu-
pack van de Robomow kan niet genoeg benadrukt worden.
Indien u de aanbevolen laadprocedures niet uitvoert zal uw
Robomow slecht presteren en de levensduur van het accu-
pack zal korter worden.
5.4 Energiebeheer en laad alarmsystemen
De Robomow is uitgerust met een geavanceerd energiebeheer en alarmsysteem dat op twee niveau’s
werkt: 1) de energie die door het accupack geleverd wordt zo efficiënt mogelijk gebruiken tijdens het werken
en daarbuiten en 2) u eraan herinneren of alarmeren als het laadsysteem niet optimaal gebruikt wordt om
het accupack in topconditie te houden voor topprestaties en service. Het eerste niveau spreekt de gebruiker
duidelijk aan, maar het zal onder bepaalde voorwaarden informatie doorgeven aan het systeem op het
tweede niveau om u ervan op de hoogte te stellen dat iets betreffende het accupack en laadsysteem uw
aandacht vraagt. Het is het systeem op niveau twee dat met u communiceert langs de LCD-
schermberichten en de luidspreker.
We gaan uit van de veronderstelling dat de Robomow altijd aan een lader blijft, zolang er een accupack in
de maaier aanwezig is, behalve tijdens het maaien. We moeten daar van uitgaan want het is de enige
manier om er zeker van te zijn dat het accupack altijd voldoende zal presteren tijdens het werk en ook een
voldoende lange levensduur zal hebben. Het systeem zal de gebruiker op meerdere niveaus en frequenties
alarmeren als dat niet zou gebeuren. Bovendien kan het systeem de gebruiker alarmeren als iets het laden
onderbroken heeft, bijv. bij stroomverlies naar de lader.
Het accupack moet volledig opgeladen zijn voordat u een programma opstart. Bovendien moet u altijd vóór
het starten de maaier nakijken, erop lettend of er problemen zijn die buitensporig stroomverbruik kunnen
veroorzaken en dus ook verantwoordelijk kunnen zijn voor minder dan optimale standtijden. Voorbeelden
hiervoor zijn botte messen of ophoping van gras rond de messen. Meer voorbeelden vindt u in
Hoofdstuk 7
Tekstberichten en probleemoplossing. Overtuig uzelf er eerst van dat het accupack inderdaad volledig
opgeladen is vóór dat u de Robomow laat werken. Alleen als het LCD-scherm de boodschap toont zoals in
Figuur 5.8 is de Robomow volledig opgeladen en klaar om te maaien. En tenslotte: gebruik de Robomow
voor werk waar hij voor ontworpen is, het maaien van normaal gras.
De Robomow kan werken onder twee verschillende werktijd scenario’s: 1) werken zolang het systeem
toelaat, dus afhankelijk van de hoeveelheid energie die in het accupack opgeslagen is, ofwel 2) werken
gedurende een vaste door de gebruiker ingestelde tijdsperiode, zoals bvb één uur. Na een sessie onder
Maximum tijd zal altijd het bericht “Accu opladen” verschijnen na de maaisessie en na een sessie met een
vast ingestelde tijd zal altijd het bericht “Tijd op” verschijnen. Na één van deze scenario’s moet u de
Robomow zo vlug mogelijk weghalen en aan de lader aansluiten, het liefst binnen 6 uur na het beëindigen
van de actie.
49
Het “Accu Opladen” niveau heeft een hogere prioriteit bij het energiebeheer systeem dan “Tijd op” om de
voor de hand liggende reden dat de spanning van het accupack dan lager is. Daarom zal de Robomow na
het verschijnen van de boodschap “Accu opladen” elke 30 seconden gedurende de volgende 20 minuten
een bromgeluid produceren om uw aandacht te trekken op het feit dat de maaisessie beëindigd is en dat de
lader nu op de Robomow aangesloten moet worden. Als de Robomow niet binnen 21 uur aan een lader
aangesloten wordt zal hij een feller alarmsignaal uitzenden. Als de lader nog steeds niet aangesloten is na
deze alarm serie, dan zal de maaier in een “diepe slaap” modus gaan om energie te sparen. Als de
Robomow zich in deze “diepe slaap” modus bevindt, dan moet u het accupack verwijderen en het pas na 10
seconden terugplaatsen om de Robomow te laten ontwaken. Het is zo dat, als de maaier dit niveau van
ontlading bereikt en de lader niet snel aangesloten wordt, u riskeert dat het accupack duidelijk minder zal
gaan presteren en ook minder lang zal meegaan.
Gelijksoortige alarmsignalen zullen aangeven dat de lader aangesloten moet worden, als dat na een
bepaalde tijd niet gebeurd is en als de maaier ingesteld is met vaste werktijden. Tenslotte zal, bij het
loskoppelen van de lader, zelfs na de boodschap volledig opgeladen, het alarmsysteem in werking treden
en u eraan herinneren de lader aangesloten te laten tot de volgende maaibeurt.
5.5 Winteropslag
Laad het accupack eerst volledig op en sla het dan apart van de Robomow op in een droge koele ruimte
waar de temperatuur niet onder de -20° Celsius (-4°F) daalt. (Dus niet meer dan 20° Celsius onder het
vriespunt). Laad het accupack na elke drie maanden weer op zolang het in de opslag blijft.
Belangrijk! Voor meer details aangaande winteropslag, kijk naar sectie 9.8.
50
Hoofdstuk 6
Instellingen en
verdere eigenschappen
6.1 Gebruiker opties
Als u de handbediening uit haar houder neemt zal de in het LCD-scherm getoonde tekst veranderen
naar het menu voor handbediening, zoals te zien in Figuur 6.1.
Handmatig
Uw opties
Figuur 6.1
Druk één keer “GO” in en u krijgt het volgende scherm, Uw voorkeur”. Figuur 6.2.
Met de pijltjes “Op en Neer kunt u door de menu onderwerpen scrollen, zoals te zien in figuur 6.2.
Uw voorkeur
Druk GO
Informatie
Druk GO
Dok opties
Druk GO
Fi
g
uur 6.2
Kind.beveil
Druk GO
Druk GO
Veiligheidstests
Onderhoud
Druk GO
Niet toegankelijk voor de
gebruiker – paswoord
noodzakelijk.
De “GO” knop wordt gebruikt om verschillende menu opties of instellingen te kiezen of te bevestigen. Door
op de “GO” knop te drukken kiest of bevestigt u over het algemeen wat getoond is op de tweede lijn van de
tekstboodschap in het LCD-scherm. Er zijn verschillende instellingen waarbij de bediener veranderingen kan
aanbrengen of eigenschappen die hij aan of uit kan zetten. Druk op de “C” knop en u bent weer in het
hoofdmenu. De volgende menu opties zijn ter beschikking van de gebruiker en kunnen naar wens
veranderd worden: (niet alle opties zijn bij alle modellen beschikbaar).
51
6.2 Gebruiker voorkeuren
Druk “GO” om het menu te zien met de gebruiker voorkeuren, beginnend bij “Geluid”, Figuur 6.3. Door
de “Op en Neer “ pijltjestoetsen kunt u door deze menu onderwerpen scrollen. Door “GO” in te
drukken komt u bij de verschillende voorkeuren. Figuur 6.3.
Druk GO
Uw voorkeur Geluid aan
Druk GO
Druk GO
Draadpositie aan
Druk GO
Maaien aan
Druk GO
Taal
Druk GO
Werktijd
Druk GO
Breed scan uit
Druk GO
Leer rand
Druk GO
Stel std. Rand in
Druk GO
Zet dok aan
Druk GO
Anti dief uit
Druk GO
Figuur 6.3
Voorkeur gebruiker
6.2.1 Geluid
Hiermee kan de gebruiker bedieningsgeluiden die niet aan veiligheid verbonden zijn uitschakelen.
6.2.2 Positie van de draad
Hiermee kan de gebruiker de plaatsing van de draad testen in ‘Rand’ modus terwijl de maaimotoren
uitgeschakeld zijn zodat beschadiging van de perimeter draad vermeden wordt.
6.2.3 Taal
Hiermee kan de gebruiker de LCD-tekst in verschillende taalversies bekijken.
52
6.2.4 Werktijd
Geeft de gebruiker de optie om de werkingstijd in te stellen van de standaardinstelling “MAXof
tijden vanaf 20 minuten tot 2 uur. Figuur 6.4. Deze optie is beschikbaar tot 4 verschillende zones,
Dock zone, zone B, C of D. Omdat er 4 zones beschikbaar zijn kan de werkingstijd
ingesteld worden voor meerdere zones van onderling verschillende grootte die niet dezelfde
maaitijd vereisen.
Dok zone: MAX
Druk GO
Scroll om andere
zones te kiezen.
Scroll om andere werktijden te
kiez n vanaf 20 minuten
tot 2 uur of “MAX”
en. Tijde
Dok zone: 2:00
Druk GO
Figuur 6.4
6.2.5 Breed scan
Breed scan verleent de Robomow een secundaire navigatietechniek die zeer gunstig kan zijn
voor bepaalde gazons. Breed scan vergroot de afstand tussen de opeenvolgende maaibanen na
elke beweging weg van de perimeterdraad. Als het lijkt alsof de Robomow steeds heen en weer
rijdt langs hetzelfde pad, activeert u breed scan.
6.2.6 Leer rand
Deze menu optie wordt alleen gebruikt als de Robomow zich in een zone bevindt waar geen
laadstation aanwezig is (dus een “niet-laden zone”). De standaard afstand bij rand maaien is
ongeveer 1.5 tot 2 rondjes rond de perimeter. Deze eigenschap laat de gebruiker nu toe om aan de
Robomow voor elke werkzone aan te leren over welke afstand hij de rand moet maaien, zoals bijv.
één keer volledig rond. De Robomow zal deze afstanden onthouden tot hem een andere afstand
aangeleerd wordt of tot de bij de fabriek ingestelde instellingen voor rand maaien gekozen worden.
Leer rand dient te gebeuren terwijl de handbediening zich in haar houder bevindt en gelijk met de
bovenrand van de maaier is. “Leer rand” geeft u de mogelijkheid de afstand rond de rand aan uw
Robomow te leren. Zie figuur 6.5.
Plaats de Robomow om rand maaien te starten. Doe de handbediening in de houder.
Volg de stappen die in Figuur 6.5 beschreven zijn en begin het proces.
“Leer Rand” is specifiek voor elke zone, kijk dus goed na of u de correcte zone geselecteerd
hebt waarvoor u het rand maaien aan de Robomow wil leren.
Zone B: MAX
Druk GO
Gebruik de “Op
en Neer pijltjes toetsen om naar
de volgende tekstboodschap te scrollen.
Uw opties
Druk GO
Druk ”GO” in
Uw voorkeur
Druk GO
Leer rand
Druk GO
Druk ”GO” in en scroll naar de optie
“Leer Rand”.
Druk ”GO” in
Leer Zone B
Leren: druk GO
Druk ”GO” in
Leert Rand
Bij het op en neer scrollen zult u verschillende zones
zien indien er reeds een tijd voor ingesteld is.
Set: Druk stop
Leert rand
Volg de maaier terwijl hij rond de
perimeter rijdt en druk de “Stop” knop in
wanneer de gewenste afstand bereikt is.
53
Figuur 6.5
6.2.7 Stel Std. Rand in
Door Standaard rand te selecteren herstelt u de in de fabriek ingestelde randafstand voor de
geselecteerde specifieke zone.
.
6.2.8 Zet “Dok” aan
Deze optie moet “aan” gezet worden bij gebruik van het laadstation zodat de gebruiker de “laadstation”
opties kan gebruiken. Als het “uit” staat zijn de “laadstation” menu”s verborgen.
6.2.9 Messen vervangen
Kies deze optie na het vervangen van de messen zodat de teller terug naar nul gaat. Na 200 werkuren
krijgt u een herinnering te zien op het schermpje om de messen te vervangen. Messen vervangen is
heel makkelijk, kijk naar sectie 9.2.
6.2.10 Anti-dief
Het antidiefstal systeem levert de gebruiker een uitschakelingsfunctie die iedereen zal verhinderen de
Robomow te gebruiken tenzij ze een geldige toegangscode bezitten. U wordt gevraagd een code van
4 cijfers naar keuze in te voeren om als uw persoonlijke veiligheidscode te gebruiken. Gebruik de
bladerpijlen om elke cijferpositie te wijzigen in een ander cijfer en druk op “GO” om naar het volgende
te selecteren cijfer te gaan. In Hoofdstuk 8 van deze handleiding vindt u een plaats om uw
persoonlijke veiligheidscode te noteren. Vergeet niet uw code te noteren voor toekomstige
referentie.
Anti dief
Druk GO
Anti dief uit
Druk GO
Druk GO
Verander Paswoord
Druk GO
Figuur 6.6
54
6.3 Informatie
Door ‘GO’ in te drukken bij ‘Informatie’ kan u in het schermpje scrollen tussen de
volgende menus (Figuur 6.7):
Laadspanning
Druk GO
Totale tijd
Press GO
Werktijd accu
Druk GO
Temperatuur
Druk GO
Main Board
Druk GO
Software versie
Druk GO
Accu spanning
Druk GO
Reden gestopt
Druk GO
Laadtemp.
Druk GO
Geeft het totaal aantal werk-
uren van de maaier aan
Geeft de laatste acculoo
p
ti
j
d
Aan
(
tot “laad accu” verschi
j
nt
)
Geeft de huidi
g
e s
p
annin
g
weer
van het accu
p
ack
Geeft de tem
p
eratuur binnenin
de Robomow weer
Geeft het versienummer van
het moederbord weer
Geeft weer met welke software
deze maaier werkt
Geeft de laads
p
annin
g
weer
Geeft de laadtem
p
eratuur weer
(g
emeten o
p
het moederbord
)
Geeft de reden van de laatste stop
weer met een nummer
Figuur 6.7
Informatie menu
55
6.4 Dok opties (alleen voor laadstation)
Druk “GO” bij de “laad opties”, dan zal het scherm u toelaten te scrollen tussen volgende
menu”s (Figuur 6.6):
GO
Druk
Dok opties
Druk Go
Weekprogramma
Druk GO
Tijd: Ma 10:35
Druk GO
Ingangs puntn
Druk GO
Autom. start on
Druk GO
Sla vlg. St. over.
Druk GO
Figuur 6.8
Voor meer details over keuzes en instellingen van “Tijd” en “Weekprogramma”, zie hoofdstuk 4.1
en 4.2.
6.4.1 Ingangspunten
Ingangspunten” zijn de punten waar de maaier de rand verlaat en zich naar het gazon keert om
het binnenste gebied te maaien. Om bij het maaien te zorgen voor een betere dekking van het
gehele veld, beschikt de maaier als standaard over drie verschillende ingangspunten. De optie
Ingangs punten” laat toe anderen ingangspunten in te stellen dan deze die door de fabriek
voorzien zijn.
Onder het tekstbericht “Ingangs punten” kunt u de volgende drie opties vinden (figuur 6.9):
Ingangs puntn on
Druk Go
Stel ing pnt. in
Leren: druk GO
Druk “GO”
Terug gewoon
Druk GO
Figuur 6.9
Ingangs puntn aan
Druk GO
Stel ingangspunten in
U kunt tot vier ingangspunten instellen met het laadstation inbegrepen. Dat is altijd bepaald als
ingangspunt nummer één en dat kan niet veranderd worden.
Plaats de maaier in het laadstation met de handbediening op haar plaats en volg onderstaande
stappen (Figuur 6.10) om de ingangspunten in te stellen:
56
Één van volgende berichten verschijnt
Wanneer de maaier in het laadstation is.
Druk het “neer”
pijltje.
Druk GO
11:28
Handmatig start
Dok opties
Druk GO
Scroll tot “ingangspunten”
getoond wordt.
Druk GO
Druk GO
Druk “GO” – maaier zal starten
en perimeter volgen
Volg de maaier en druk “GO”
op het punt dat u wil instellen.
Druk “GO” voor nog andere
Vertrekpunten of laat de maaier
de rand afwerken.
Weekprogramma
Druk GO
Ingangs punten
Druk GO
Stel ing. pnt. In
Leren: druk GO
Ingang 1: Dokken
Druk GO v. vlg.
Geef 2 van 4
Druk GO to set
Geef 3 van 4
Druk GO to set
Geef 4 van 4
Druk GO to set
Figuur 6.10
Ingangspunten instellen
Terug naar gewoon
Door “Terug gewoon” te kiezen herstelt u de bij de fabriek ingestelde ingangspunten – er is geen
afstand meer in het geheugen opgeslagen en de maaier moet minstens één keer helemaal rond
de rand voordat hij de standaard 30% en 60% percentages van de perimeter als ingangspunten
zal nemen. Volg de stappen die beschreven zijn in Figuur 6.7 om deze optie in te stellen.
Ingangs punten – aan/uit
Laat de gebruiker toe de ingangspunten niet te gebruiken. Als de “Ingangs puntn” op “uit
staan zal de maaier altijd het gazon waar het laadstation staat gaan maaien.
Volg de stappen die beschreven zijn in Figuur 6.7 om deze optie in te stellen.
6.4.2 Automatische start
De gebruiker kan het weekprogramma uitschakelen door het “Autom. start ” op “uit” te zetten.
57
6.4.2 Sla de volgende start over
Laat de gebruiker toe het volgende geprogrammeerde vertrek over te slaan.
Er zijn twee mogelijkheden om deze optie te activeren:
1. Afkorting – druk eerst op de “C” toets wanneer de maaier in het laadstation is zodat het volgende
tekstbericht op het scherm verschijnt:
Sla vlg over aan
Bevestig
Figuur 6.11
Druk dan op “GO” om het overslaan te bevestigen.
2. Scroll onder “Dok opties” menu naar “Sla volgende start over” en druk op “GO” om de optie in te
stellen (zie Sectie 6.4).
Nadat u de “sla volgende start over” optie op “aan” gezet hebt zal de maaier de volgende starttijd laten
zien, na degene die u hem hebt doen overslaan.
6.5 Kind.beveil
Kind.beveil is een functie die indien geactiveerd het gebruik door jonge kinderen en andere niet
bevoegde personen zal helpen voorkomen. Deze functie verhindert de werking zonder een juiste code,
maar het is een veel eenvoudigere code en bedoeld als middel om de werking te verhinderen
door diegenen die niet bekend zijn met of niet geschikt zijn om te werken met de Robomow. De
sleutelvolgorde om deze beveiliging ongedaan te maken is dezelfde voor alle Robomows, druk op
de pijltoets “naar boven” en dan op de toets “C om de controles te annuleren. Een minuut van
inactiviteit zal de toetsen opnieuw vergrendelen.
6.6 Veiligheidstests
Wanneer geselecteerd, kunt u met de functie veiligheidstests de primaire veiligheidsfuncties testen van
de Robomow: 1) voorste en achterste bumpers, 2) hefsensor en 3) knoppen handbediening. Volg de
aanwijzingen op de menu’s voor het testen. Gebruik de Robomow nooit met een slecht werkend
veiligheidssysteem of functie. Probeer een veiligheidsvoorziening of systeem nooit uit te schakelen
of te omzeilen.Neem contact op met een erkende reparatiedienst van Friendly Robotics voor
herstelling van of voor informatie betreffende een veiligheidssysteem of voorziening.
58
Hoofdstuk 7
Tekstberichten en probleemoplossing
7.1 Berichten
De Robomow is uitgerust met een geavanceerd controlesysteem dat u zal informeren in de vorm van
een tekstbericht in het LCD-scherm als er zich veel voorkomende fouten voordoen. Bovendien
zullen er tekstberichten weergegeven worden die bedoeld zijn als een aanwijzing voor de gebruiker om
een bepaalde functie of actie uit te voeren. Als de Robomow een verwachte werking niet beëindigd
heeft en gestopt is op het gazon, zal een tekstbericht weergegeven worden met de reden van de
stopzetting. Als het LCD-scherm leeg is, zal door eenmaal te drukken op de knop “GO” de
Robomow ontwaken en de laatste foutmelding of bericht dat weergegeven werd voor de stopzetting zal
worden weergegeven.
Hoewel het onmogelijk is om elke omstandigheid op te sommen die zal resulteren in de weergave
van een bericht, worden de meest voorkomende redenen voor een bepaald bericht in de tabel
hieronder vermeld. Na deze tabel, in deel 7.2, vindt u bijkomende problemen waarbij geen tekstbericht
wordt weergegeven in het LCD-scherm. Bij problemen die niet opgelost kunnen worden d.m.v. deze
tabellen, gelieve contact op te nemen met uw monteur.
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Corrigerende/ gebruikersactie
Geblokkeerd pad
- Bumper ingedrukt tijdens opwarmen.
- Bumper ingedrukt gedurende >2 sec
tijdens manueel maaien.
- Bumper ingedrukt bij vertrek uit het
laadstation.
- Bumper ingedrukt wanneer de maaier
naar het gazon toe draait om het
binnenste veld te maaien.
- Verwijder de maaier van het obstakel
dat de bumper indrukt.
- Rij de maaier handmatig weg van het
obstakel.
Kalibreren noodzakelijk. - Verschijnt alleen bij het eerste gebruik.
- Volg de opdrachten op het LCD-scherm
om de maaier te kalibreren.
Laadprobleem - Het laadproces werkt niet - Neem contact op met uw monteur
Contr. maaihoogte
- De maaimotoren hebben te lang aan
overspanning blootgestaan of er zit iets
vast of rond de messen gedraaid.
- Iets verhindert het maaimes om vrij te
roteren. Ernstige grasophoping onder het
maaidek, touw of gelijksoortig materiaal
rond maaimes gedraaid.
- object geklemd onder Robomow waardoor
maaimes niet kan roteren.
- WAARSCHUWING
- Verwijder de accu
voordat de Robomow wordt opgetild.
- Controleer de maaimessen op vreemde
objecten of afval.
- Verwijder opgehoopte grasresten met een
houten stok.
Kijk perimeterschakelaar
na
- De maaier probeert te vertrekken vanuit het
laadstation en de perimeterschakelaar
reageert niet.
- Er is een onderbreking van de
perimeterdraad ontdekt bij het vertrekken.
- Zet de perimeterschakelaar aan en kijk na
of er een waarschuwing is voor een
draadonderbreking.
- Voeding of Acculader is niet goed
aangesloten op de netspanning.
- De laadstekker zit niet goed in het
laadcontact van de maaier
- Het laadproces is gestopt wegens een
tijdelijke stroomonderbreking
- Maak de laadstekker los van de maaier,
kijk na of de stekker goed in het
stopcontact van de netvoeding zit doe de
laadstekker terug in de maaier zodat er
terug bijgeladen wordt.
Kijk voeding na
- Geen stroom in toevoer of stroom
afgesloten.
- Zorg dat er weer stroom is in het
stopcontact.
- Er wordt niet bijgeladen, maar er is toch
fysisch contact tussen de maaier en de
contacten van het laadstation. (de maaier
bevindt zich bij de ingang van het
laadstation)
- Zet de perimeterschakelaar aan.
- Kijk na of er een goede verbinding is
tussen de draden en de contacten van het
laadstation.
- Kijk de laadzekering van 5A na (verwijder
het plastic dekseltje onder de
handbediening)
Aanleg probleem
- De maaier bereikt het laadstation niet
binnen de limieten van tijd en afstand.
- Kijk na of de maaier werkt in een gazon
met laadstation.
- Kijk na of de maaier niet doorslipt of
vastzit op weg naar het laadstation.
59
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Corrigerende/ gebruikersactie
Aandr. overbelast
koelt af, wacht
- De aandrijvingmotoren hebben te
lang onder een te grote
belasting gewerkt.
- Wacht tot het bericht “Aandr. overbelast
- Druk GO” wordt weergegeven
Rij probleem - Interne fout - Neem contact op met uw monteur
Bumper vooraan/achteraan los
GEVAAR – Probeer NOOIT deze
veiligheid uit te schakelen indien u
het probleem niet kan oplossen.
Neem contact op met uw monteur
voor herstelling voordat u de
machine gebruikt.
- Interne bumper fout - Neem contact op met uw monteur
Bumper vooraan/ achteraan
ingedrukt
GEVAAR – Probeer NOOIT deze
veiligheid uit te schakelen indien u
het probleem niet kan oplossen.
Neem contact op met uw monteur
voor herstelling alvorens de
machine nog te gebruiken
- De voorste of de achterste
bumpers blijven constant
ingedrukt.
- Haal de maaier weg van het voorwerp
dat tegen de bumper drukt.
- WAARSCHUWING - Verwijder de accu
voordat de Robomow wordt opgetild.
- De Robomow is tegen een verhoogd
obstakel gereden waardoor de voorkant
opgetild werd. Verwijder het of baken dit
gebied af van het maaigebied.
- De Robomow wordt gebruikt op een
helling die te steil is voor veilig gebruik.
Baken dit gebied af van het maaigebied.
- Het hoge gras verhindert het voorwiel
om volledig op de grond te rijden. Stel de
maaihoogte hoger in.
Voorwiel probl
GEVAAR – Probeer NOOIT deze
veiligheid uit te schakelen indien u
het probleem niet kan oplossen.
Neem contact op met uw monteur
voor herstelling alvorens de
machine nog te gebruiken
- Het voorwiel werd gedurende
meer dan 8-10 seconden
opgetild van de grond..
- De grond bevat grote kuilen waarin het
voorwiel kan vallen. Maak deze kuilen
gelijk door ze met grond op te vullen.
Hoge temp.
Maak lader los
- Robomow wordt geladen langs
de stekker en de
omgevingstemperatuur is te
hoog (meer dan 70ºC / 158ºF)
- Robomow mag niet bijgeladen worden
indien de omgevingstemperatuur hoger is
dan 70ºC / 158ºF; Maak de laadstekker
los en wacht tot de temperatuur daalt of
zet de Robomow waar het koeler is.
Hoge temp.
Wacht….
- Robomow wordt geladen langs
de stekker en de
omgevingstemperatuur is te
hoog (meer dan 70ºC / 158ºF)
- Doe niets, het laden is gestopt en
Robomow wacht tot de temperatuur
gedaald is tot een acceptabel niveau;
indien dat niet gebeurt binnen de 12 uur,
dan zal de boodschap veranderen naar
‘Temp te hoog, druk GO’.
Blijf laden indien niet in gebruik
- De boodschap verschijnt telkens
wanneer de laadstekker van
de maaier losgetrokken wordt.
- De boodschap wordt getoond
wanneer de maaier niet werkt
en gedurende lange tijd niet
aangesloten is aan de
lader/laadstation.
- Druk een willekeurige toets in en de
boodschap verdwijnt.
- Zend de maaier terug naar het
laadstation om te laden, verbind de
laadplug of maai verder.
Toetsen vast
- De functie kinderslot werd
geactiveerd.
- Druk de pijl omhoog en vervolgens de knop
“C”. Het kinderslot kan gedeactiveerd worden onder
Uw voorkeur.
Lage accu
- De maaier zoekt het laadstation
maar de accuspanning is te
laag om door te gaan met het
zoekproces.
- Rij de maaier handmatig naar het
laadstation om geladen te worden.
60
Getoond bericht - Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
- Corrigerende/ gebruikersactie
Lage temp.
Stop met laden
- Robomow wordt geladen langs de
stekker en de omgevingstemperatuur is
te laag (onder 0 ºC / 32 ºF); trek de
laadstekker uit de Robomow.
- Robomow mag niet laden indien de
omgevingstemperatuur daalt tot onder
0 ºC / 32 ºF; Trek de laadstekker uit en
wacht tot de temperatuur stijgt of breng
de Robomow naar een warmere plek.
Lage temp.
Wacht…
- Robomow wordt geladen langs de
stekker en de omgevingstemperatuur is
te laag (onder 0 ºC / 32 ºF);
- Doe niets, het laden is gestopt en
Robomow wacht tot de temperatuur
weer binnen de toegelaten limieten is;
indien de temperatuur meer dan 12
uur buiten die limieten blijft, dan
verandert de boodschap in ‘Lage
temp. Druk GO’.
Ga van draad weg
- - De Robomow staat te dicht bij of
boven op de perimeterdraad.
- Verplaats de Robomow 1,5 - 3 m weg
van de perimeterdraad en start
opnieuw.
Aandr. overbelast
koelt af, wacht
- - De aandrijfmotoren hebben te lang
onder een grote belasting gewerkt.
- Wacht tot het bericht “Aandr.
overbelast - Druk GO” wordt
weergegeven
Geen signaal
- De perimeterschakelaar staat niet aan of
is niet verbonden met de zone die
gemaaid moet worden.
- Zorg ervoor dat de
perimeterschakelaar verbonden is met
de correcte zone en dat hij aan staat.
Klaar
blijf laden
- De accu is volledig opgeladen
- Hou de lader (netvoeding) verbonden
en in werking
Laad acccu
- De maximale werktijd is bereikt - Verbind de lader met de maaier
Vervang de messen
om de 200 uur
- - Een automatische herinnering om de
messen te vervangen verschijnt om de
200 u
- Vervang de messen en reset de teller
voor het vervangen van de messen
door de optie ‘Messen vervangen -
verwijder herinnering’ te kiezen
onder het ‘Gebruiker voorkeur
menu.
Vervang de lamp
- - De ”in-bedrijf”lamp is uitgebrand.
- Bevestig de boodschap en vervang de
”in-bedrijf”lamp zo snel mogelijk
Prob. ergns andrs
- Mislukking kalibratie door magnetische
storing dichtbij.
- Verplaats de Robomow 3-4 m van dit
punt en probeer opnieuw te kalibreren.
Stel land in - Verschijnt alleen bij eerste gebruik.
- Volg de aanwijzingen en stel het land
in
Stel de tijd in
- Verschijnt telkens wanneer het
accupack uit de maaier genomen wordt.
(reset operatie)
- Stel de juiste tijd in (dag en uur)
Overgeslagen: Lage accu
- Robomow heeft het laatste vertrek
overgeslagen door lage accuspanning
- Kijk na of er genoeg tijd is tussen twee
opeenvolgende vertrekken zodat de
accu kan geladen worden vóór het
geprogrammeerde vertrek (minstens
16 uur tussen de activiteiten)
- Een ongekende fout heeft zich
voorgedaan en de hulp van een
operator is vereist.
- Rij de Robomow handmatig weg van dit
gebied en voer de opdracht opnieuw
uit.
Start erg. anders
- De wielmotoren hebben onder zware
belasting gewerkt.
- Kijk na of de maaier niet vastzit en
laat de wielen vrij doorslippen.
Thermistor fout
- Kapotte/losgeraakte thermistors
(bescherming tegen oververhitting)
- Neem contact op met uw monteur.
Tijd is op
- De voor die zone ingestelde werktijd is
bereikt
- Sluit de lader aan indien het maaien
voor die dag afgewerkt is.
61
7.2 Andere werkingsproblemen of fouten.
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Corrigerende/ gebruikersactie
- Telkens de maaier niet vertrekt op het geprogrammeerde tijdstip wordt dit
opgeslagen in het ‘Wekelijks Programma Display’ (kijk sectie 4.4 voor details)
- Ga na of de tijd in de maaier
correct ingesteld is. (dag en
uur)
- Stel de tijd in (Zie alinea 4.1)
- Lage accu spanning
- Ga na of er gedurende minimaal 16 uur
in het laadstation bijgeladen wordt vóór
het volgende geprogrammeerde vertrek.
Robomow verlaat het
laadstation niet om te maaien
op het tijdspunt dat
geprogrammeerd is in het
weekprogramma.
- “Auto vertrek” staat “af”
(“Manueel vertrek” verschijnt
wanneer de Robomow in het
laadstation is)
- Verander de instelling van “Auto vertrek”
naar “aan” (zie alinea 6.3)
Robomow bereikte het
laadstation met zijn contacten
boven de contacten van het
laadstation.
- Er is een hoogteverschil
tussen de basis van het
laadstation en het
grondoppervlak aan de ingang
van het laadstation.
- Zorg ervoor dat het grondoppervlak
vóór het laadstation gelijk ligt met de
basis van het laadstation – vul desnoods
die zone aan met grond en maak alles
vlak.
- De transformator/lader is niet
aangesloten aan het
voedingsnet.
- Ga na of de transformator aangesloten
is aan het voedingsnet.
- Geen stroom bij de aansluiting
of het voedingsnet is
afgesloten.
- Kijk na of het voedingsnet stroom heeft
door een andere verbruiker aan te
sluiten.
- Schakel het voedingsnet aan.
- Neem het deksel weg van het
laadstation door de schroeven los te
draaien en kijk de verbinding van de
stroomkabel (zwart) en de
draadverbinding (groen) na.
- Ga na of het “ON” lampje knippert in het
laadstation wanneer u de groene knop
aanklikt. (ON)
- Aan het laadstation en/of de
Robomow zijn er tekens van
verbranding en/of corrosie.
- Reinig regelmatig de contacten van het
laadstation en de Robomow met alleen
maar een vochtig doekje.
- Neem contact op met uw monteur indien
de contacten vervangen moeten
worden.
Robomow voelt de contacten
van het laadstation niet en/of
“voorwielprobleem” verschijnt
wanneer de maaier in het
laadstation is.
- Slecht of geen contact tussen
de draden van het laadstation
(rood en groen) en de
contacten.
- Ga na of er goed contact is in de
aansluitingen (uiteinden van de rode en
groene draden) en de contacten van het
laadstation.
De Robomow werkt in de zone
met het laadstation maar is
gestopt met de boodschap
“Laad accu” of “tijd is op”.
- De Robomow werd opgestart
vanuit het gazon (en niet
vanuit het laadstation) toen het
scherm “Zone B” toonde.
- Indien u de Robomow vanuit het gazon
laat vertrekken, ga dan na of het scherm
“Laad zone” toont.
Robomow zoekt naar het
laadstation in een zone waar
geen laadstation aanwezig is.
- De Robomow werd opgestart
vanuit het gazon in “Maaien”
(zonder “Rand”) toen het
schermpje “Laadzone” toonde.
- Wanneer u de Robomow laat vertrekken
vanuit een zone zonder laadstation, ga
dan na of het display “Zone B” toont of
start met de operatie vanuit “Rand”
modus.
Robomow maakt de rand niet
af in een zone met laadstation.
- Robomow heeft een klein
stukje van de rand afgelegd en
behoudt dat in geheugen.
- Kies “terug naar standaard instellingen”
onder het menu “Ingangspunten” (de
gememoriseerde rand afstand zal uit het
geheugen gewist worden)
62
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Corrigerende/ gebruikersactie
- Draad losgemaakt van de
schakelaar
- Ga na of de stekker ingestoken is en of
de draden stevig bevestigd zijn.
- Perimeter draad
doorgesneden
- Loop langs de perimeterdraad, inclusief
de eilanden en de obstakels die door de
perimeterdraad geïsoleerd zijn en zoek
naar zichtbare sneden of breuken in de
draad. Herstel met Robomow
draadverbindingen
“Draad doorgeknipt”
indicator knippert op de
perimeter schakelaar.
- Slechte verbindingen
- Kijk na en herstel alle losse/slechte of
geoxideerde verbindingen.
- Zwakke batterijen
- Installeer nieuwe alkaline C-cell
batterijen
- Draad is slecht verbonden (kijk
na of het ‘Draad
doorgesneden’ lampje’ één
keer pinkt wanneer de
perimeterschakelaar aangezet
wordt).
- Ineen gedraaide draden of een
schroefklem met isoleertape
errond is geen bevredigende
verbinding. Bodemvocht laat
de draden oxyderen en na een
tijdje resulteert dat in een
onderbroken stroomkring.
- Gebruik de verbindingen die in de doos
zitten. Ze zijn waterbestendig en geven
een goede verbinding.
“Vervang batterij” indicator
knippert op de
perimeterschakelaar.
- Perimeter draad is te lang voor
één zone
- Een maximale perimeter draadlengte
van 300 m is aanbevolen. Zones die een
langere perimeterdraad vereisen moeten
opgedeeld worden in meerdere
afzonderlijke zones. Indien de “Draad
doorgesneden” indicator één keer
knippert als u de perimeterschakelaar
aan zet, dan is dat een bevestiging dat
de draad te lang is voor één enkele
perimeterzone.
- -De batterijen zijn volledig
ontladen.
- - Installeer nieuwe alkaline C-cel
batterijen
- - De batterijen zijn
geïnstalleerd met de verkeerde
polariteitpositie.
- Controleer de correcte plaatsing van de
batterijen.
De perimeterschakelaar wordt
niet geactiveerd wanneer hij
aangezet wordt.
- De perimeterschakelaar is niet
verticaal geïnstalleerd en is
blootgesteld aan water/regen.
- De water/vochtbescherming van de
perimeterschakelaar kan alleen
verzekerd worden als hij verticaal
geïnstalleerd wordt. Vervang de
perimeterschakelaar.
- De Robomow is in een diepe
slaap.
- Indien niet voortdurend aangesloten op
de lader, tenzij tijdens het maaien
conserveert hij energie door in een
diepe slaap te gaan. Haal de accu uit de
Robomow en plaats opnieuw na 10
seconden.
De Robomow wil niet werken
en er wordt niets
weergegeven op het LCD-
scherm.
- De accu werd ontladen door
een gebrek aan
oplaadonderhoud.
- De oplader moet aangesloten blijven op
de Robomow wanneer hij niet maait. Als
dit niet gebeurt kan de accu beschadigd
worden. Neem contact op met uw
monteur.
De Robomow rijdt maar de
maaimessen maaien niet.
- “Maaien” werd uitgeschakeld.
- Schakel dit terug in onder “Uw
voorkeur”
63
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Corrigerende/ gebruikersactie
- De accu is niet volledig
opgeladen.
Sluit de oplader aan de Robomow aan en
houd aangesloten tot het bericht “Gereed -
Blijf laden” op het LCD-scherm verschijnt.
- “Werktijd” voor die zone is
ingesteld om te stoppen na
een vooraf ingestelde duur.
Werktijd kan gewijzigd worden onder “Uw
voorkeur”
- Het gras is veel te hoog of
zeer nat.
Stel de maaihoogte hoger in. Maai het gras
regelmatig om te verhinderen dat het te
hoog wordt. Maai liefst geen nat gras.
- De accu heeft het einde van
een normale levensduur
bereikt.
Vervang de accu. Onderhoud de accu op de
juiste wijze volgens de instructies.
Korte looptijd, werkt minder
lang dan normaal.
- De handbediening zit niet
volledig in de houder en vlak
met de bovenzijde van de
maaier, waardoor ze soms
opwipt en de maaier stopt .
Kijk na of de gekrulde draad volledig in de
houder zit onder de handbediening en of de
handbediening gelijk ligt met de bovenzijde
van de maaier.
De Robomow is over de draad
gereden tijdens het werken
WAARSCHUWING
De Robomow is ontworpen om
binnen een actieve perimeter van uw
gazon te blijven indien hij goed
geïnstalleerd is. Indien het toch
gebeurt dat de maaier over de draad
rijdt, maai dan NIET meer voordat
het probleem opgelost is. Indien
aanpassing van de plaatsing van de
perimeterdraad het probleem niet
oplost, neem dan contact op met uw
monteur.
- Verkeerde installatie van de
perimeter draad OF
aanliggende zone (op minder
dan 4 meter) is tegelijkertijd
actief.
Kijk naar de regels voor installatie van de
perimeterdraad, speciaal voor de hoeken.
Laat geen aangrenzende zones tegelijkertijd
werken indien ze minder dan 4 meter van
elkaar verwijderd zijn.
De Robomow “in-bedrijf”lamp
knippert één keer wanneer u
het accupack in de maaier
doet, maar er verschijnt geen
boodschap in het LCD-
scherm.
- De zekering van het accupack
is niet geïnstalleerd.
Installeer de zekering van het accupack
- Het accupack was niet volledig
opgeladen.
Sluit de oplader aan de Robomow aan en
houd aangesloten tot het bericht “Gereed -
Blijf laden” op het LCD-scherm verschijnt.
- De “Werktijd” is niet
voldoende voor de grootte van
de zone.
Verhoog de “Werktijd” onder “Uw
voorkeur” OF stel de “Werktijd” in op MAX
- Het accupack is dicht bij het
einde van haar levensduur
Vervang de accu en volg de
onderhoudsinstructies in de handleiding
- Het gras is veel te hoog of zeer
nat.
Stel de maaihoogte hoger in. Maai het gras
regelmatig om te verhinderen dat het te hoog
wordt. Maai liefst geen nat gras.
Grote stukken gras zijn niet
gemaaid nadat de Robomow
gereed is met maaien.
- De accucapaciteit is
verminderd door slecht
onderhoud.
Vervang de accu en volg de
onderhoudsinstructies in de handleiding
De bumper wordt niet
geactiveerd wanneer een
obstakel geraakt wordt.
- Het obstakel is minder dan 15
cm hoog, is niet stijf genoeg of
staat in een hoek t.o.v. de
grond zodat een goed contact
met het buitenste oppervlak
van de bumper verhinderd
wordt.
- Verwijder het obstakel
- Doe een draad rond het obstakel (Zie
hoofdstuk 1.8)
- Ban het uit het maaigebied met de
perimeterdraad
64
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Corrigerende/ gebruikersactie
Lage bodemvrijheid Zet de bodemvrijheid zo hoog mogelijk
Maaihoogte te kort Zet de maaihoogte hoger
De Robomow rijdt zichzelf
regelmatig vast wanneer
hij zich beweegt over
onregelmatig terrein.
Terrein moet geëgaliseerd worden
Vul alle gaten op, bedek of isoleer alle
blootliggende wortels enz. om het
terrein vlak te maken.
Obstakel langs de perimeterdraad
Volg het hele rand maaien en kijk of er
geen obstakels zijn.
Bij RL500 & RL550: start met rand
maaien vanaf de tegenoverliggende
zijde van het gazon. Neem contact op
met uw monteur indien dat niet helpt.
De Robomow werkt de
rand niet helemaal af
Speciale vorm van de perimeter
Bij RL800 & RL850, voer de functie
Leer Rand” uit.
De veiligheidslamp
knippert niet wanneer de
messen werken
Lamp stuk Vervang de veiligheidslamp
Het LCD-scherm toont
tekst in een vreemde taal.
De taalinstelling is veranderd of
verkeerd ingesteld
Neem de handbediening en volg de
hierna komende lijst:
1. Druk knop “C” in
2. Druk de GO knop tweemaal in
3. Druk Neer” pijl tweemaal in
4. Druk GO” knop éénmaal in
5. Gebruik de pijl om naar de
juiste taal te scrollen.
6. Druk GO” in om deze keuze te
bevestigen.
65
Hoofdstuk 8
Specificaties
Onder
Boven
Afmetingen
89cm l x 66.5cm b x 31.5cm h (35” x 26” x 12.5”)
Voor
Gewicht
22.6kg Unit + 12.6kg accu pack
Geluid niveau
< 85 db (A)
Maaibreedte
3 Messen en een totale maaibreedte van 56cm (21”)
Maait 1.5cm buiten de wielen
Maaihoogte
6 instellingen vooraan en 2 achteraan
Mes voor lang gras: 44-81mm (1.75”-3.25”) (Std. in usa)
Mes voor kort gras: 26-63mm (1”-2.5”) (Std. in europa)
Achter
Toerental van de mesmotor
5800 omw/min
Vergelijkbare maaiprestatie*
Mulch loopmaaier met 5 pk benzinemotor
Anti Diefstal Code
Vul de 4-cijferige code in die u
gekozen hebt voor het Anti Diefstal
Systeem. Zo hebt u altijd een
mogelijkheid uw code op te diepen
als u deze vergeten heeft.
____ ____ ____ ____
Robomow Serie Nummer
Zijkant
* Naast elkaar vergeleken
66
Hoofdstuk 9
Onderhoud en stalling
Aanbevolen onderhoud schema
Onderhoud
Interval
Onderhoudsprocedure
Bij elk gebruik
Kijk na of het maaidek vrij is van grassnippers of vuil en reinig het
indien nodig, vooral wanneer u nat en vochtig gras maait (kijk naar
hoofdstuk 9.1)
Laad het accu pak na elk gebruik weer op.
Na 50 werkuren
Verwijder het accu pak en kijk dan of de messen beschadigd zijn.
(kijk naar hoofdstuk 9.2)
Na 150 – 200
Werkuren
Vervang de messen; vervang ze sneller indien de snede snel bot
wordt in ruwe of zandige terreinen (zie Figuur 9.2).
Denk erom de automatische berichtgever voor het vervangen van
de messen weer terug op te starten na elke vervanging van de
messen (kijk naar hoofdstuk 9.2)
9.1 Maaidek
De onderkant van het maaidek moet geïnspecteerd worden, en indien nodig gereinigd worden, tussen de
maaibeurten in. De Robomow is een functionele mulching maaier en daarom kunnen zich grasresten
ophopen onder het maaidek, vooral bij het maaien van nat en vochtig gras. Figuur 9.2
!
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig verwond raken.
V
erwijder de accu voordat de Robomow
wordt opgetild. De maaimessen zijn zeer scherp en kunnen ernstige snij-
wonden of rijtwonden veroorzaken. Gebruik stevige werkhandschoenen
als u met of in de buurt van de messen werkt. Gebruik nooit een
beschadi
g
d of
g
ebroken maaimes. Gebruik alleen scher
p
e maaimessen.
Het grootste gedeelte van de grasophoping kan verwijderd worden met een klein houten stokje of een
gelijksoortig klein object. Verwijder de opgestapelde grasresten voorzichtig vanonder het maaidek. Verwijder
eventueel de maaimessen om een betere toegang te krijgen tot de maaikamers om ze te reinigen. Leg de
Robomow niet ondersteboven, zo kan de handbediening beschadigd geraken. Laat de Robomow tegen
een ander oppervlak steunen om toegang te krijgen tot het maaidek.
Gebruik NOOIT een waterslang of een ander type vloeistofspuit om de onderkant van de Robomow te
reinigen. Zo kunnen onderdelen beschadigd geraken. Gebruik alleen een vochtige of natte doek om het
oppervlak schoon te vegen na het afschrapen.
9.2 Maaimessen
De maaimessen van de Robomow moeten tussen de maaibeurten in onderzocht worden op schade.
Vervang een beschadigd maaimes. Gebruik alleen scherpe maaimessen. Vervang de maaimessen
minstens eenmaal per seizoen, zelfs meer als ze erg bot zijn geworden. Het slijpen van de messen
wordt niet aanbevolen omdat na het slijpen geen goed evenwicht kan worden verkregen. Zie Figuur 9.1.
Robomow heeft een automatisch geheugensteuntje om de messen alle 200 werkuren te vervangen. De
boodschap “vervang de messen alle 200 werkuren” zal verschijnen en door de GO toets in te drukken zal
de boodschap verdwijnen en kan de Robomow weer werken. Het is aanbevolen bij het vervangen van de
messen de teller terug op te starten door in het menu de optie “Messen vervangen” te kiezen onder “Uw
voorkeur” en dan de GO toets weer terug in te drukken om de boodschap te verwijderen.
67
Knijp de clips in en trek Kni
j
p de clips in en trek
Figuur 9.1
WAARSCHUWING! VERWIJDER
ALTIJD HET ACCU PACK
VOORDAT U ONDERHOUD
PLEEGT AAN DE MESSEN
Huls met
s
p
iebanen
Klemtoetsen
Hier drukken
Hier drukken
Om een maaimes te verwijderen, trekt u aan de clips aan elke zijde van de
meshouder. Zo verwijdert u het complete mes van de Robomow. Om een maaimes
opnieuw te installeren, moet u het over de as met spiebanen schuiven en he
t
aandrukken tot u een harde klik hoort. Dan weet u dat het mes goed vastzit op de as.
Figuur 9.2
Gebruik een houten stok of een gelijksoortig object, verwijder het opeengehoopte
gras van deze delen van het maaidek. Verwijder de messen indien nodig voor een
betere toegang.
9.3 Buitenste behuizing
Gebruik alleen een vochtige doek en een droge borstel om de buitenkant van de Robomow te reinigen.
Een licht reinigingsmiddel kan gebruikt worden in een wateroplossing, week en wring de doek uit voor de
reiniging. Gebruik nooit scherpe of schurende reinigingsmiddelen. Bespuit nooit met een tuinslang of een
ander soort vloeistofspuit.
68
9.4 Accu
Volg altijd de instructies voor het onderhoud en opladen van de accu zoals aangegeven in Hoofdstuk 5.
9.5 Het verwijderen van oude accupacks
Belangrijk! Doe geen gebruikte accu’s bij uw huisafval. De accu moet verzameld, gerecycleerd en
verwijderd worden op een milieuvriendelijke manier. Breng het oude accupack naar een recyclage bedrijf
dat erkend is voor het recycleren van lood-zuur accu’s.
9.6 Het verbinden van de Perimeterdraad
Indien de perimeterdraad moet verbonden worden, gebruik dan de connectoren die meegeleverd zijn in de
doos. Deze zijn waterdicht en geven een betrouwbare elektrische verbinding.
Belangrijke Informatie!
Ineen gedraaide draden of een schroefklem met isolatieband er rond is geen bevredigende
draadverbinding, Bodemvocht zal de contactdraden doen oxideren en na een tijdje krijgt u
een stroomonderbreking in het circuit.
9.7 Laadstation
Hou de ingang van het laadstation vrij van bladeren, stokken en twijgjes en ander afval dat zich daar
ophoopt. Spuit niet met een waterslang rechtstreeks op of in het laadstation. Gebruik een vochtige doek en
een borstel om de buitenzijde en het gedeelte onder het laaddeksel waar de contacten zijn, te reinigen.
Wees voorzichtig wanneer u rond het laadstation maait met een motortrimmer. Er kan schade ontstaan aan
de buitenzijde en aan de stroomdraad. Behandel alle sporen van vervuiling door insecten met een
plaatselijk aanbevolen insecticide. Indien een gedeelte van de stroomdraad beschadigd is, stop dan
onmiddellijk het gebruik van het laadstation, trek de draad uit het stopcontact en vervang de voedingsdraad.
9.8 Winteropslag
Accupack
Laad het accupack volledig bij tot het bericht “Klaar, blijf laden” verschijnt en stal het apart van de
Robomow, maar zet het niet op de grond maar bvb in een houten rek op een droge plek waar het niet
kouder wordt dan -20 ºC (-4ºF). Een volledig geladen accupack mag gedurende drie maanden opgeslagen
worden zonder bijladen indien opgeslagen in een koele, droge ruimte. Laad het accupack weer op vóórdat
u de Robomow weer gebruikt in het volgende seizoen.
Robomow
Verwijder het accupack van de Robomow en reinig de Robomow. (kijk naar alineas 9.1 en 9.3). Sla de
Robomow op in een reine en droge ruimte en dek hem onder ter bescherming. Kijk na of de Robomow op
zijn wielen steunt en of de bumpers rondom vrij zijn.
Belangrijk! Sla de Robomow nooit op steunend op een bumper of indien er iets tegen de bumpers drukt.
Kijk de staat van de messen na; vervang de messen indien nodig (kijk naar sectie 9.2)
Perimeter Schakelaar
Maak de perimeterschakelaar los, verwijder de batterijtjes en sla hem op op een droge plek.
69
Laadstation
We bevelen aan het laadstation tijdens de winter te verwijderen.
- Trek de stekker van de voeding uit het net.
- Draai de twee schroeven los die het deksel van het laadstation vasthouden.
- Maak de groene stekker los (tussen de perimeterdraad en het laadstationbord).
- Verwijder de groene stekker van de perimeterdraden en doe een waterbestendige klem over de
twee vrije perimeterdraadeinden om te vermijden dat er roestvorming optreedt terwijl de draden niet
aan het station verbonden zijn.
- Verwijder het gehele laadstation en sla het op op een droge plek.
- Sla alle onderdelen op op een droge plek.
Als het niet praktisch is de stroomdraad te verwijderen, trek dan eerst de stekker uit het stopcontact en
verwijder dan de aansluitingen aan het bedieningspaneel van het laadstation.
Nadat u de stroomdraden losgemaakt hebt dient elk uiteinde van deze draden beschermd te worden
tegen oxidatie gedurende de winter. U kunt op elke draad een Friendly Robotics draadverbinding
plaatsen voor bescherming gedurende de winter. Indien u dat niet doet en u gebruikt ook geen andere
weerbestendige verbinding, dan kan oxidatie ontstaan. Vergeet niet de connectoren te verwijderen van
de perimeterdraadeinden en scherm ze af op dezelfde manier zoals de stroomdraadeinden.
Bij het begin van elk maaiseizoen moet u de laadcontacten van de Robomow en van het laadstation
voorzichtig schoonwrijven met fijn schuurpapier van 200 grit fijnheid of hoger, of met staalwol van “00” of
hoger. Daardoor wordt alle oxidatie verwijderd die eventueel is ontstaan en het contact zal weer
optimaal zijn. Zie Figuur 9.3.
Vóórdat u weer gaat maaien in het nieuwe seizoen dient u laadstation weer terug op te stellen. (Kijk
naar secties 1.11 tot 1.13)
Reinig voorzichtig deze contacten
bij het begin van elk seizoen, of
vroeger indien nodig.
Figuur 9.3 – Het reinigen van de contacten van de maaier en het laadstation.
Reinig voorzichtig deze contacten
bij het begin van elk seizoen, of
vroeger indien nodig.
70
Hoofdstuk 10
Toebehoren
Perimeterschakelaar
Het gemak van een schakelaar voor elke zone zodat u een
schakelaar niet telkens van zone naar zone moet
verplaatsen.
Pakket draadpinnen (50)
Voor grotere gazons en bijkomende zones.
Perimeterdraad
Voor grotere gazons en bijkomende zones
Accupack
Het comfort van een grotere capaciteit
met een tweede accupack
Externe snellader
Kan het primaire of het bijkomende
accupack in 4 uur buiten de maaier opladen
voor snelle service en gebruik.
Aansluit/reparatieset
Bevat twee stekkers voor de perimeterschakelaar.
Voor bijkomende zones. En drie met siliconen
gevulde draadmoeren om de perimeterdraad te
herstellen of te splitsen.
Set messen
Hou een reserve set messen bij de hand.
Scherpe messen zijn belangrijk voor de
veili
g
heid en
g
oede maairesultaten.
71
Friendly Robotics RL Series Beperkte
Garantie
Friendly Robotics garandeert aan de originele koper dat het “product” uit de RL series vrij van gebreken in
materialen en uitvoering is wanneer gebruikt onder normale residentiële* doeleinden voor een periode van 24
maanden, 12 maanden voor de accu’s, beginnende vanaf de datum van aankoop. De productaccessoires, inclusief
reserve accu’s, zijn gewaarborgd voor een periode van negentig dagen vanaf de datum van aankoop. Deze garantie
omvat de kosten van onderdelen en arbeid om gedekte gebreken te herstellen wanneer uitgevoerd door een
herstel- en garantiefaciliteit die erkend is door Friendly Robotics. Voor garantieherstellingen is een geldig bewijs van
aankoop vereist. De beperkte garantie omvat geen dekking voor alle voorkomende transportkosten. De
eigenaar draagt de verantwoordelijkheid voor de transportkosten naar een service en garantiefaciliteit die erkend is
door Friendly Robotics..
*Normale residentiële doeleinden is gedefinieerd als gebruik van het product op hetzelfde perceel als uw primaire
woning. Gebruik op meer dan één locatie wordt beschouwd als commercieel gebruik, en deze garantie is dan niet
geldig.
Items en omstandigheden die niet gedekt zijn
Deze uitdrukkelijke garantie biedt geen dekking voor het volgende:
Kosten voor serviceonderdelen of procedures voor regelmatig onderhoud, zoals maaimessen of het
scherpen van messen
Elk product of onderdeel dat gewijzigd, misbruikt, verkeerd gebruikt werd of vervanging of herstel vereist omwille
van ongevallen of gebrek aan juist onderhoud.
Normale slijtage, inclusief het verbleken van verf of plastic onderdelen.
Kosten voor installatie of herinstallatie, verwijdering van installatie of alle kosten of schade verbonden aan een
onjuiste installatie of onjuist gebruik van het product.
Elk product dat geopend, hersteld, gewijzigd of veranderd werd door iemand anders dan een hersteldienst erkend
door Friendly Robotics.
Herstellingen die nodig zijn omwille van onjuiste accuzorg en/of onjuist oplaadproces zoals opladen in
natte omstandigheden, onregelmatige stroomtoevoer, of er niet in slagen de Robomow of de accu juist voor
te bereiden voor een periode van niet-gebruik.
Herstellingen die nodig zijn omwille van waterschade, andere dan incidentele blootstelling aan regen,
herstellingen omwille van bliksem of andere gevallen van overmacht.
Instructies om de garantieservice te verkrijgen
Als u meent dat uw product van Friendly Robotics een gebrek aan het materiaal of de uitvoering vertoont,
neem dan contact op met uw dealer die u het product verkocht heeft.
Verantwoordelijkheden voor de eigenaar
U moet uw Friendly Robotics product onderhouden en ervoor zorgen door de onderhouds- en
verzorgingsprocedures te volgen die in de gebruiksaanwijzing beschreven zijn. Routine onderhoud, of het nu
uitgevoerd werd door een service provider of door u, is op uw kosten.
Algemene voorwaarden
Een herstelling door een service en hersteldienst die erkend is door Friendly Robotics is uw enige remedie onder deze
garantie. Er is geen andere uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie. Alle stilzwijgende garanties van
verkoopbaarheid en geschiktheid voor gebruik zijn beperkt tot de duur van deze uitdrukkelijke garantie. Friendly
Robotics is niet verantwoordelijk voor onrechtstreekse, bijkomstige of gevolgschade in verband met het gebruik van het
product van Friendly Robotics gedekt door deze garantie, inclusief alle kosten of uitgaven om een
plaatsvervangend product of service te leveren tijdens redelijke periodes van defect of niet gebruik in afwachting van
herstellingen onder deze garantie. Sommige landen staan geen uitsluitingen van bijkomstige of gevolgschade toe, of
beperkingen op hoe lang een stilzwijgende garantie duurt, bijgevolg zijn de bovenvermelde uitsluiting en
beperkingen mogelijk niet van toepassing op u. Deze garantie verleent u specifieke legale rechten, en u hebt mogelijk
ook andere rechten die variëren van land tot land.
V
ol
g
steeds de veili
g
heidsinstructies o
pg
e
g
even in deze
g
ebruiksaanwi
j
zin
g
.
72
www.friendlyrobotics.com
19

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Robomow RL350 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Robomow RL350 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,58 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info