bestell nr.
2,4 GHz: F 8066
T-12 FG
Ook de werkingen en de invoering voor de mogelijke program-
mering van COMB- of APART mode zijn reeds meerdere
malen beschreven. Ze worden in de regel ‘mode’ ingevoerd.
In de regel ‘schak’ kan volgens de bekende procedure een
schakelaar en de bedieningsrichting gekozen worden. De
standaardinstelling staat op ‘NUL’d.w.z. de mixer is altijd inge-
schakeld.
In het vierde displayvenster worden in het vak ‘fijn-trim’de
instellingen voor de fijnafstemming ingevoerd. Er kan een
gever geprogrammeerd worden, waarmee een fijnafstemming
van de mixerinstelling uitgevoerd kan worden. Eerst moet er in
het veld ‘gever’een gever gekozen worden. markeer het
betreffende veld en bevestig dit met EDIT. Kies nu een gever
uit het schakelaar-gever-keuzemenu. Iedere gever kan uitge-
kozen worden. De actuele instelling en werkrichting worden
weergegeven.
Op de reeds meerdere malen beschreven manier kan er een
mixcurve, gescheiden voor beide uitslagrichtingen , gepro-
grammeerd worden. De eigenlijke invoer van de mixrates voor
de hoogteroerkleppen vindt plaats in het derde venster van het
display. Voor elke roerklep kan de mixrate als %-waarde inge-
voerd worden. De instelling gebeurt op de bekende manier.
Het veld markeren, bevestigen en daarna de %-waarde met
de 3-D-shotkey invoern.
Ter afsluiting wordt erop gewezen dat de displayweergaven en
de programmeermogelijkheden, afhankelijk van het gekozen
model-type en vleugeltype,verschillend kunnen zijn.
54
14.10 BUTTERFLY MIXER
In dit menu kan
een mixer
geprogramm-
eerd worden
met een hoge
remwerking op
het model,
door gelijk
gerichte uitsla-
gen van de
ailerons naar
boven en van
de welf (rem)
kleppen naar
beneden. Ook
voor landingen
met snelle
modellen ,op velden met weinig ruimte , kan deze functie zeer
nuttig zijn. Bij een vleugel met vier kleppen .kan de program-
mering zo uitgevoerd worden ,dat alle kleppen aan de remwer-
king deelnemen.
Er kan een mixcurve geprogrammeerd worden. De functie kan
met een vrij te kiezen schakelaar geactiveerd worden. Boven-
dien kan ,zoals bij veel functies , ingevoerd worden , of de
instellingen voor alle vliegtoestanden (comb) of alleen voor de
geactiveerde(apart) functie moet gelden. De snelheid van de
aileron- en flapservo’s kan individueel ingesteld worden Er kan
ook een vertragingstijd ingevoerd worden en een offset-punt
kan geprogrammeerd worden. Bovendien kan ook in dit menu
een differentiëring ingesteld worden.
Markeer met de 3Dhotkey de optie ‘BUTTERFLY’ in het
model-menu en bevestig dit met ENTER. Het display heeft vijf
vensters, die er als volgt uitzien:
Chip-
aileron
(AIL3)
aileron
(AIL)
welf-
klepp
(WELF)
welf-
klepp
(WELF2)
remkleppen
(REMK
3 u. 4)
aileron
(AIL2)
Chip-
aileron
(AIL4)
V-staart Ailvator
HOOG
HOOG
RICHT
HOOG2