bestell nr.
2,4 GHz: F 8066
T-12 FG
14.6 STOORKLEPPEN -> HOOGTEROER MIXER
In dit menu kan
een mixer
geprogramm-
eerd worden,
die bij het aan-
sturen van de
stoorkleppen,
ook het hoogte-
roer aanstuurt.
Als de stoor-
kleppen
omhoog gaan,
wordt bij veel
modellen de beweging van het model om de dwars-as beïnv-
loed. De piloot moet nu door bijsturen met het hoogteroer het
vlieggedrag corrigeren. De mixer van de T-12 FG neemt deze
functie over
De mixwaarde voor de hoogteroer-servo’s kan exact ingesteld
worden.De functie kan met een vrij te kiezen schakelaar geac-
tiveerd worden. Bovendien kan, zoals bij veel functies vastge-
legd worden, of de instelling voor alle vliegtoestanden (comb)
of alleen voor de geactiveerde toestand (apart) moet gelden.
Een extra gever kan voor de fijnafstemming geprogrammeerd
worden.
De functie kan alleen maar bediend worden, als in het basis-
menu bij de keuze van model-type, een vleugeltype met stoor-
kleppen gekozen is.
Markeer met de 3Dhotkey de optie ‘stklep-hoogte’ in het
model-menu en bevestig dit met ENTER. Het display heeft drie
vensters die er als volgt uitzien:
Ook deze mixfunctie moet eerst in de regel ‘AKT/INA’ geacti-
veerd worden. Eerst het veld markeren en bevestigen, vervol-
gens met de 3Dhotkey de keuze maken en met ENTER beves-
tigen. In het veld staat nu ‘AAN’ of ‘UIT” afhankelijk van de
stand van de schakelaar.
Ook de werking en de instelling voor de mogelijke programme-
ring van “comb”-of apart”mode zijn reeds meerdere malen
beschreven. Ze worden in de regel ‘mode’ ingevoerd. In de
regel ‘schakelaar’ kan volgens de bekende procedure een
schakelaar en de bedieningsrichting ingevoerd worden. De
standaardinstelling staat op “NUL”, d.w.z. de mixer is altijd
ingeschakeld.
In het tweede displayvenster worden in het vak ‘fijn-trim’de
instellingen voor de fijnafstemming ingevoerd. Er kan een
gever geprogrammeerd worden, waarmee een fijnafstemming
van de mixerinstelling uitgevoerd kan worden. Eerst moet er in
het veld ‘gever’een gever gekozen worden. markeer het
betreffende veld en bevestig dit met ENTER. Kies nu een gever
uit het schakelaar-gever-keuzemenu. Iedere gever kan uitge-
kozen worden.
Nu moet de bedrijfsmode voor de gever bepaald worden De
keuze verloopt via de bekende procedure.Het veld ‘mode’ met
de 3D hotkey markeren en de keuze met de 3Dhotkey maken.
Totaal staan hierbij de vier reeds bekende modi ter beschik-
king.
IIn de middenstelling van de gever bedraagt de mix-
rate 0%, wordt de gever naar rechts of links bewo-
gen, dan zal de waarde groter resp. kleiner worden.
In de linker eindpositie van de gever bedraagt de
mixrate 0%, wordt de gever naar rechts bewogen
dan neemt de waarde toe.
In de rechter eindpositie van de gever bedraagt de
mixrate 0%, wordt de gever naar links bewogen dan
neemt de waarde toe.
In de middenstelling van de gever bedraagt de mix-
rate 0%, wordt de gever naar rechts of links bewo-
gen, dan neemt de waarde toe.
Op de reeds meerdere malen beschreven manier kan er een
mixcurve, gescheiden voor iedere uitslagrichting, gepro-
grammeerd worden.De eigenlijke invoer van de mixrates voor
de hoogteroeren vindt plaats in het derde venster van het dis-
play. Voor iedere hoogteroerklep kan de mixrate als %-waarde
ingevoerd worden. hiervoor geldt de reeds meerdere malen
beschreven procedure.
51
STKLEP links
STKLEP rechts
v-staart ailvator
HOOG
HOOG
RICHT
HOOG2