bestell nr.
2,4 GHz: F 8066
T-12 FG
12.5 FUNCTIE
De keuze van het modeltype, als basis voor de mixfuncties en
de stuurgevertoewijzing , zorgt automatisch voor een optimale
configuratie van de stuurgevers voor het gekozen modeltype.
Wij adviseren om deze, zo mogelijk aan te houden, zodat er
een bepaalde bezettingsstandaard ontstaat.
In het menu “functie”wordt overzichtelijk weergegeven, aan
welke uitgang de betreffende servo aangesloten wordt en met
welke gever er gestuurd wordt. Bij functies met twee of meer
servo’s zijn zelfs de betreffende gevers geconfigureerd. Bin-
nen een modeltype varieert de configuratie weinig. Afhankelijk
van het aantal roeren en kleppen stijgt het aantal bezette kana-
len.
Als het modeltype b.v. verandert van een normaal stabilo naar
een stabilo met twee hoogteroer-servo’s (ailvator) dan veran-
dert ook de volgorde van de functies. Dit geldt natuurlijk ook
voor zweefvliegtuigen met of zonder motor en voor vliegende
vleugels met of zonder winglets.
Om ervoor te zorgen dat de kleine 5/6 kanaals ontvangers
compatibel blijven, werd de tweede aileron-uitgang bij het
PCM-G3 systeem naar uitgang 5 verplaatst. Hierdoor ontstaat
er t.o.v het PCM 1024 /PPM 8-systeem een afwijkende ont-
vangerbezetting. Dit wordt ook bepaald door het hogere aan-
tal kanalen. Voor de compatibiliteit met het PCM-1024- resp.
PPM 8 systeem, kan in dit menu de functievolgorde aangepast
worden.
Attentie:
Voorzover bij het PCM-G3 systeem de volgorde veranderd is,
moet er op gelet worden dat bij elkaar behorende functies bin-
nen de kanalen 1…6 of 7…12 ondergebracht worden. Deze
functies dus niet op kanaal 6 of 7! Dit zou tot looptijd- verschil
kunnen leiden.
De tabellen voor de servo-bezetting zijn te vinden in hoofdstuk
5.1 tot 5.4 (servo-aansluitingen) op de pagina’s 14 tot 17 van
deze handleiding.
TOEWIJZING VAN DE STUURGEVERS
Markeer met de 3D hotkey het instelmenu FUNCTIE en
bevestig dat met de ENTER toets. Onderstaand display ver-
schijnt nu:
Er zijn meer vensters in dit display, de paginaweergave rechts
boven geeft dit weer. Voor alle functies kunnen in dit menu de
gewenste gevers en trimmers toegewezen en functie-volgorde
vastgelegd worden.
Aan iedere functie kan een willekeurige stuurgever toegewe-
zen worden.
• Eerst moet het veld ‘FUNCTIE’met de 3D hotkey gemar-
keerd en met de ENTER toets bevestigd worden.
• Daarna het betreffende functieveld b.v. “HOOGTEROER”
markeren en bevestigen.
Attentie :
Voor de Gaskanal op motor modellen zullen automatisch F / S-
functie is geactiveerd en vastgesteld op 20%. Een wijziging in
de volgorde van de Gasfunktion, de F / S activering wordt niet
automatisch gekoppeld. Deze configuratie moet handmatig
worden omgezet met de hand.
• Aansluitend de gewenste stuurgever voor deze functie
vastleggen. Hiertoe het veld “GEVER” markeren en active-
ren. De weergave verandert nu, er verschijnt een keuze-
menu, waarin de gevers van de zender symbolisch weerge-
geven worden
• In dit display kan nu de gewenste gever, van de uitgekozen
functie , door bewegen van de knipperende cursor met de
3D hotkey en bevestigen met de ENTER toets, toegewezen
worden.
• Via het veld ‘comb’resp ‘apart’ wordt weergegeven., of de
stuurgever in alle vliegtoestanden voor deze functie gelijk
moet zijn (comb). Wordt de functie omgezet naar ‘apart’dan
kan de stuurgever voor deze functie voor iedere vliegtoe-
stand verschillend zijn. De keuze volgt door rechts of links
draaien van de 3D hotkey. De weergave verandert door
bedienen van de gekozen vliegtoestand-schakelaar. De
combinatie van ‘comb’en ‘apart’ stuurgevers is mogelijk.
KEUZE VAN DE TRIMGEVERS
Ook de trimgevers zijn vrij te kiezen. De procedure is identiek
aan het kiezen van de stuurgevers. Kies het veld “TRIM” van
de betreffende functie en bevestigen , dan verschijnt het trim-
instelmenu.
In dit menu van de symbolen aan de linkerkant toont de trim
donors worden geselecteerd en toegewezen.
In dit menu van de symbolen aan de linkerkant toont de trim
donors worden geselecteerd en toegewezen.
TRIMINSTELLINGEN
Bovendien kunnen in dit menu nog de volgende instellingen
ingevoerd worden:
• Trim rate
De instelling van de trimuitslag gebeurt traploos van -150
tot + 150% van de geveruitslag. De seriematige instelling
bedraagt 30%. Na markering en activering van deze optie,
kan met draaibewegingen van de 3D hotkey, de gewenste
procent-waarde ingesteld worden. Door bediening van de
ENTER toets gedurende minstens 1 sec. wordt de voorin-
stelling (30%) weer geactiveerd.
31