AUDIO-instelling (AUDIO SETUP)
1. AUDIO OUT
Gebruik deze uitgang om de audio-uitgang van uw
televisie of audiosysteem in te stellen.
ANALOOG
: Gebruik deze instelling als uw DVD-
speler op een analoge audio-bus aangesloten is.
SPDIF/RAW:
Gebruik deze instelling als uw DVD-
speler op een versterker met coax-uitgangsbus
aangesloten is.
SPDIF/PCM
: Gebruik deze instelling als uw DVD-
speler op een versterker met 2-kanaals digitaal
stereogeluid aangesloten is.
2. OP MODE
LINE OUT: lineaire compressie naar input signalen. Kies deze instelling als u op een ver-
sterker aansluit.
3. DYNAMIC
De functie werkt als compressie van de dynamiek range (het laagste tot het hoogste geluid)
van een soundtrack.
4. Digitale uitgangsinstelling
Uitgang LPCM : kies LPCM 48k of LPCM 96k.
VOORKEURSINSTELLINGEN
Door het indrukken van de Setup-toets op de afstandsbediening kunnen voorkeuren inge-
steld worden, als er geen disk ingelegd is of het afspelen in de stop-mode staat wordt het
setup-menu geopend.
1. TV-TYPE
Kies de juiste instelling voor het kleursysteem
van de TV die op de DVD-speler aangesloten
is:
AUTO: bij een AUTO-mode televisie
NTSC; bij een NTSC-mode televisie
PAL: bij een PAL-mode televisie.
2. AUDIO
Gebruik het audio-menu om de gewenste taal
voor het geluid te kiezen. Als de taal op de
disk aanwezig is wordt deze afgespeeld., Is de
gewenste audio-taal niet aanwezig wordt de
standaard audio-taal afgespeeld.
3. Ondertitels (SUBTITLE)
Gebruik het ondertiteltaal-menu om de gewenste taal voor de ondertiteling te kiezen. Als op
de disk de gewenste taal aanwezig is wordt deze afgespeeld, anders wordt de standaard taal
afgespeeld.