58
Inleiding AP-instellingen
De camera kan draadloos worden verbonden met uw smart-apparaat.
Lees eerst de volgende informatie voordat u voor het eerst verbinding gaat maken.
1.Desysteemversieopuwsmart-apparaatmoetiOS6.0-7.1ofAndroid4.0-4.3zijn.Alsdatniet
hetgevalis,moetueerstdesysteemversievanuwsmart-apparaatbijwerken.
2. Gebruik het niet op plekken met een sterk magnetisch veld, elektrostatische en elektrische
golnterferentie(bijvoorbeeldvlakbijeenmagnetron),watkanleidentothetnietgoed
ontvangen van signalen.
3.Deafstandtussendecameraenhetsmart-apparaatmoetkorterzijndan10meterzonderdat
er signaalblokkerende interferentie plaatsvindt.
4. Gebruik de draadloze verbinding niet in een vliegtuig.
5. De camera en het slimme apparaat kunnen alleen met elkaar zijn verbonden.
6. Alsdetemperatuurvandebatterijtehoogis:
① kandeAP-instellingnietwordeningeschakeld;
② wordt de draadloze verbinding automatisch verbroken.