126
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Functie van de afzonderlijke toetsen
• Stationtoetsen 1-6 (4)
Door een korte druk op deze toetsen kan men direct een van tevoren opgeslagen zender selecteren.
Om een net beluisterde zender op te slaan moet gewoon de gewenste toets langer dan 1 seconde ingedrukt worden.
Elk van de drie FM-bandbereiken (FM1-3) heeft zes stationtoetsen. In totaal kunnen dus 18 stationtoetsen
worden bezet.
• Toets AF (5)
De AF toets (5) vraagt de automatische zenderverbetering op.
Op het display verschijnt de weergave „AF“. Wanneer er een zwakke of helemaal geen RDS-zender wordt
ontvangen, knippert de weergave. Bij een goed te ontvangen zender verschijnt het symbool continu.
Bij ontvangst van een RDS-zender verschijnt op het display de naam van de zender.
Alleen in de AF-functie kan het apparaat bij het verlaten van het zendgebied zelfstandig naar een betere zender
omschakelen.
Regionale code
Druk ca. 2 seconden lang op de AF-toets (5), tot op het display de weergave REG ON resp. REG OFF verschijnt.
Door nog een keer op de AF-toets te drukken, schakelt u tussen de twee modi heen en weer. De normale
displayweergave verschijnt na een paar seconden weer automatisch.
Wanneer de regionale code ingeschakeld is (REG ON), schakelt het apparaat bij een zwakkere ontvangst alleen om
naar een andere frequentie met precies hetzelfde programma.
Wanneer de regionale code uitgeschakeld is (REG OFF) schakelt het apparaat bij een zwakkere ontvangst ook om
naar een andere zender met dezelfde regionale code.