569764
22
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/88
Pagina verder
Rendama
x
Technische documentatie
R2700 R2800 R2900
Doc430/2789CV01H
Rendama
x
Editie 2789CV01H, 21-11-2003
©2003 Rendamax B.V.
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, foto-kopie, micro lm, elektronisch op geluids-
band of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Rendamax B.V.
Wij streven voortdurend naar verbetering van onze producten. Hieruit voortvloeiende veranderingen kunnen derhalve afwijken van dit
document. Rendamax B.V. wijst iedere aansprakelijkheid ten gevolge van verschillen tussen gegevens in dit document en de geleverde
apparatuur af.
Doc430/2789CV01H
Rendama
x
Doc430/2789CV01H
Inhoudsopgave
R2700 Technische gegevens 1
Afmetingen R2700 2
R2800 Technische gegevens 4
Afmetingen R2800 5
R2900 Technische gegevens 7
Afmetingen R2900 8
1 Inleiding 11
1.1 Rendamax B.V.
1.2 Leverancier
1.3 Deze documentatie
1.4 Service
1.5 Algemeen voorbehoud 12
2 Beschrijving
2.1 Algemeen
2.2 Hoofdonderdelen 14
2.2.1 Beschrijving hoofdonderdelen 15
2.4 De beveiliging 16
4 Levering en transport 18
4.1 Levering
4.2 Verpakking
4.3 Transport
5 Installatie 23
5.1 Voorschriften
5.2 Stookruimte
5.2.1 Algemeen
5.2.2 Opstelling 24
5.2.3 Ventilatie 25
5.3 Aansluitingen
5.3.1 Gasaansluiting
5.3.2 Elektrische aansluiting
5.3.3 Wateraansluitingen 30
5.3.4 Verbrandingsluchtaanvoer 31
5.3.4.1 Algemeen
5.3.4.2 Luchttoevoerkanaal
5.3.5 Rookgasafvoer 33
5.3.5.1 Algemeen
5.3.5.2 Schoorsteen 34
5.3.6 Condensafvoer 38
5.4 Hydraulisch systeem 39
5.4.1 Algemeen
5.4.2 Waterstroming
5.4.2.1 Stroming en weerstand
5.4.2.2 Pompkarakteristieken 41
5.4.2.3 Afsluiters 42
Rendama
x
Doc430/2789CV01H
5.4.2.4 Kleppen 42
5.4.2.5 Waterstromingsbeveiliging 43
5.4.3 Waterdruk
5.4.3.1 Bedrijfsdruk
5.4.3.2 Ketelexpansievat
5.4.3.3 Systeemexpansievat
5.4.3.4 Waterdrukbeveiliging
5.4.4 Watertemperatuur
5.4.5 Waterkwaliteit
5.4.6 Voorbeelden hydraulisch systeem 45
6 Bedieningsinstructies 48
6.1 Werking
6.2 Regeling
6.3 Ketelmodule 49
6.4 Storingsmeldingen 50
6.5 Inbedrijfstellen 52
6.6 Uitschakelen
6.7 Waarschuwingen
7 Inbedrijfstelling 53
7.1 Algemeen
7.2 De inbedrijfstelling
8 Onderhoud 55
8.1 Veiligheid
8.2 Algemeen
8.3 Procedure
8.4 Reinigen brander, warmtewisselaar 56
8.5 Reinigen fi lter/zeef gascombinatieblok
8.6 Ionisatiemeting 57
8.7 Service
9 Omrekeningsformules en -factoren
SB standaard uitvoering 61
R2900SB Technische gegevens standaard uitvoering 62
Afmetingen R2900SB standaard uitvoering 63
1 Beschrijving 65
1.1 Algemeen
2 Installatie
2.1 Aansluitingen
2.1.1 Elektrische aansluiting
2.1.2 Wateraansluitingen
2.1.3 Condensafvoer
2.2 Hydraulisch systeem 66
2.2.1 Algemeen
2.2.2 Waterstroming
2.2.2.1 Stroming en weerstand
2.2.2.2 Pompkarakteristieken 67
Rendama
x
Doc430/2789CV01H
SB bypass 69
R2900SB Technische gegevens bypass 70
Afmetingen R2900SB bypass 71
1 Beschrijving 73
1.1 Algemeen
2 Installatie
2.1 Aansluitingen
2.1.1 Elektrische aansluiting
2.1.2 Wateraansluitingen
2.1.3 Condensafvoer 74
2.2 Hydraulisch systeem
2.2.1 Algemeen
2.2.2 Waterstroming
2.2.2.1 Stroming en weerstand
2.2.2.2 Pompkarakteristiek 75
SB split system 77
R2900SB Technische gegevens split system 78
Afmetingen R2900SB split system 79
1 Beschrijving 81
1.1 Algemeen
2 Installatie 81
2.1 Aansluitingen
2.1.1 Elektrische aansluiting
2.2 Hydraulisch systeem
2.2.1 Algemeen
2.2.2 Waterstroming
2.2.2.1 Stroming en weerstand 82
Rendama
x
Doc430/2789CV01H
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 1
R2700 Technische gegevens
Type R2700 R2701 R2702 R2703 R2704 R2705 R2706 R2707 R2708 R2709
Nominaal vermogen
Nominale belasting H
i
Minimale belasting H
i
kW
kW
kW
95
101
25
119
126
33
141
151
38
178
190
48
218
233
58
299
319
80
374
400
100
445
475
119
521
557
139
597
638
160
Gasverbruik aardgas (8,34 kWh/m
3
)
propaan (24,65 kWh/m
3
)
m
3
/h
m
3
/h
12,14
4,11
15,14
5,12
18,17
6,14
22,79
7,72
27,96
9,46
38,36
12,98
48,02
16,25
57,11
19,32
66,82
22,61
76,73
25,96
Gasvoordruk aardgas (min.)
aardgas (max.)
propaan (min./max.)
mbar
mbar
mbar
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
Waterinhoud
Max. werkdruk
dm
3
bar
18
6
18
6
18
6
19
6
20
6
35
6
38
6
41
6
44
6
47
6
Gasaansluiting G1
G2
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
R 1
1
2
"
-
R 1
1
2
"
-
-
Rp2"
-
Rp2"
-
Rp2"
-
Rp2"
Wateraansluitingen W R2" R2" R2" R2" R2"
DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Schoorsteendiameter D mm 150 150 150 180 200 200 250 250 300 300
Veiligheidsventiel aansluiting
afblaas
standaardinstelling bar
1
2
"
1
2
"
3
1
2
"
1
2
"
3
3
4
"
3
4
"
3
3
4
"
3
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
Voeding
Frequentie
Zekering
V
Hz
A
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
16
Max. opgenomen elektrisch unit
vermogen pomp maximaal
totaal
kW
kW
kW
0,33
0,19
0,52
0,33
0,19
0,52
0,37
0,40
0,77
0,37
0,40
0,77
0,33
0,40
0,73
0,42
0,46
0,88
0,71
0,72
1,43
0,71
0,72
1,43
0,73
0,72
1,45
0,95
1,15
2,10
Ketelgewicht leeg ± 5% kg 325 325 325 340 360 500 525 560 615 645
Afmetingen hoogte H
breedte B
lengte incl. aansluitingen L
mm
mm
mm
1355
830
1535
1355
830
1535
1355
830
1535
1355
830
1535
1355
930
1535
1355
830
1918
1355
830
1918
1355
930
1908
1355
1130
1908
1355
1130
1908
Tabel 1 Technische gegevens R2700
Schonere Verbranding
De R2700 serie heeft het Gaskeur label SV/HR100.
Rendama
x
2 Doc430/2789CV01H
Afmetingen R2700
Fig. 1 Maatschets R2700
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 3
Type R2700 R2701 R2702 R2703 R2704 R2705 R2706 R2707 R2708 R2709
B* mm 830 830 830 830 930 830 830 930 1130 1130
B1 mm 645 645 645 695 795 660 710 810 960 1010
B2 mm 185 185 185 135 135 170 120 120 170 120
B3 mm 646 646 646 646 746 646 646 746 946 946
D mm 150 150 150 180 200 200 250 250 300 300
G1
----R 1
1
2
" R 1
1
2
"- - -
-
G2
Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
"Rp 1
1
2
" - - Rp 2" Rp 2" Rp 2" Rp 2"
H1 mm 1115 1115 1115 1115 1115 1115 1115 1205 1205 1205
L mm 1535 1535 1535 1535 1535 1918 1918 1908 1908 1908
L1 mm 545 545 545 545 545 555 555 545 545 545
L2 mm 990 990 990 990 990 1362 1362 1362 1362 1362
L3 mm 200 200 200 200 200 231 231 231 231 231
L4 mm 0 0 0 0 0 108 108 108 108 108
W R2" R2" R2" R2" R2"
DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Tabel 2 Afmetingen R2700
B = Maat met buitenbeplating.
* = Voor maat zonder beplating dient men bij maat B 64 mm in mindering te brengen.
(Wijzigingen voorbehouden)
Ten gevolge van fabricage-tolerantie kunnen bovenstaande gegevens iets afwijken.
Condities tabel 1:
- Nominaal vermogen gemeten bij : 60 - 80 °C
- Gasverbruik bij : 1013 mbar, 15 °C, droog
- Gas-categorie : 2
2L3P
- Toestelcategorie : B23, C53, C33 of C63
- Beschermingsgraad : IP20
De types R2700 t/m R2703 zijn niet zonder meer geschikt voor aansluiting op een 100 mbar net.
De types R2704 t/m R2709 zijn geschikt voor distributiedrukken van zowel 25 als 100 mbar. Bij
hogere gasdrukken dient in overleg met het plaatselijke gasbedrijf een aparte gasdrukregelaar te
worden geplaatst. De minimale voordruk mag nooit beneden 20 mbar komen (zie par. 5.3.1).
Rendama
x
4 Doc430/2789CV01H
R2800 Technische gegevens
Type R2800 R2801 R2802 R2803 R2804 R2805 R2806 R2807 R2808 R2809
Nominaal vermogen
Nominale belasting H
i
Minimale belasting H
i
kW
kW
kW
95
99
25
119
126
33
149
158
40
183
194
48,5
251
266
66
315
333
83
374
396
100
438
464
112
502
532
133
553
585
146
Gasverbruik aardgas (8,34 kWh/m
3
)
propaan (24,65 kWh/m
3
)
m
3
/h
m
3
/h
11,90
4,03
15,14
5,12
18,99
6,43
23,30
7,88
31,97
10,82
40,02
13,54
47,59
16,10
55,68
18,84
63,94
21,63
70,27
23,77
Gasvoordruk aardgas (min.)
aardgas (max.)
propaan (min./max.)
mbar
mbar
mbar
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
Waterinhoud
Max. werkdruk
dm
3
bar
18
6
18
6
19
6
20
6
35
6
38
6
41
6
44
6
47
6
50
6
Gasaansluiting G1
G2
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
R 1
1
2
"
-
R 1
1
2
"
-
-
Rp1
1
2
"
-
Rp2"
-
Rp2"
-
Rp2"
Wateraansluitingen W R2" R2" R2" R2"
DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Schoorsteendiameter D mm 150 150 180 200 200 250 250 300 300 300
Veiligheidsventiel aansluiting
afblaas
standaardinstelling bar
1
2
"
1
2
"
3
1
2
"
1
2
"
3
3
4
"
3
4
"
3
3
4
"
3
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
Voeding
Frequentie
Zekering
V
Hz
A
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
Max. opgenomen elektrisch unit
vermogen pomp maximaal
totaal
kW
kW
kW
0,33
0,19
0,52
0,33
0,19
0,52
0,37
0,40
0,77
0,37
0,40
0,77
0,42
0,46
0,88
0,42
0,46
0,88
0,67
0,72
1,39
0,71
0,72
1,43
0,71
0,72
1,43
0,73
1,15
1,88
Ketelgewicht leeg ± 5% kg 325 325 340 360 500 525 560 615 645 675
Afmetingen hoogte H
breedte B
lengte incl. aansluitingen L
mm
mm
mm
1355
830
1535
1355
830
1535
1355
830
1535
1355
930
1535
1355
830
1918
1355
830
1918
1355
930
1908
1355
1130
1908
1355
1130
1908
1355
1230
1958
Tabel 3 Technische gegevens R2800
Schonere Verbranding
104
De R2800 serie heeft het Gaskeur label SV/HR104.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 5
Afmetingen R2800
Fig. 2 Maatschets R2800
Rendama
x
6 Doc430/2789CV01H
Type R2800 R2801 R2802 R2803 R2804 R2805 R2806 R2807 R2808 R2809
B* mm 830 830 830 930 830 830 930 1130 1130 1230
B1 mm 645 645 695 795 660 710 810 960 1010 1110
B2 mm 185 185 135 135 170 120 120 170 120 120
B3 mm 646 646 646 746 646 646 746 946 946 1046
D mm 150 150 180 200 200 250 250 300 300 300
G1 ----R 1
1
2
" R 1
1
2
"----
G2 Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
" - - Rp 1
1
2
" Rp 2" Rp 2" Rp 2"
H1 mm 1115 1115 1115 1115 1115 1115 1205 1205 1205 1120
L mm 1535 1535 1535 1535 1918 1918 1908 1908 1908 1958
L1 mm 545 545 545 545 555 555 545 545 545 595
L2 mm990 990 990 990 136213621362136213621362
L3 mm 200 200 200 200 231 231 231 231 231 231
L4 mm0000108108108108108108
W R2” R2” R2” R2” DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Tabel 4 Afmetingen R2800
B = Maat met buitenbeplating.
* = Voor maat zonder beplating dient men bij maat B 64 mm in mindering te brengen.
(Wijzigingen voorbehouden)
Ten gevolge van fabricage-tolerantie kunnen bovenstaande gegevens iets afwijken.
Condities tabel 3:
- Nominaal vermogen gemeten bij : 60 - 80 °C
- Gasverbruik bij : 1013 mbar, 15 °C, droog
- Gas-categorie : 2
2L3P
- Toestelcategorie : B23, C53, C33 of C63
- Beschermingsgraad : IP20
De types R2800 t/m R2803 zijn niet zonder meer geschikt voor aansluiting op een 100 mbar net.
De types R2804 t/m R2809 zijn geschikt voor distributiedrukken van zowel 25 als 100 mbar. Bij
hogere gasdrukken dient in overleg met het plaatselijke gasbedrijf een aparte gasdrukregelaar te
worden geplaatst. De minimale voordruk mag nooit beneden 20 mbar komen (zie par. 5.3.1).
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 7
R2900 Technische gegevens
Type R2900 R2901 R2902 R2903 R2904 R2905 R2906 R2907 R2908 R2909
Nominaal vermogen
Nominale belasting H
i
Minimale belasting H
i
kW
kW
kW
96
99
25
122
126
33
153
158
40
188
194
48,5
257
266
66
322
333
83
383
396
100
449
464
112
514
532
133
566
585
146
Gasverbruik aardgas (8,34 kWh/m
3
)
propaan (24,65 kWh/m
3
)
m
3
/h
m
3
/h
11,90
4,03
15,14
5,12
18,99
6,43
23,30
7,88
31,97
10,82
40,02
13,54
47,59
16,10
55,68
18,84
63,94
21,63
70,27
23,77
Gasvoordruk aardgas (min.)
aardgas (max.)
propaan (min./max.)
mbar
mbar
mbar
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
20
100
30/50
Waterinhoud
Max. werkdruk
dm
3
bar
20
6
20
6
21
6
22
6
39
6
42
6
45
6
48
6
55
6
58
6
Gasaansluiting G1
G2
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
-
Rp1
1
2
"
R1
1
2
"
-
R1
1
2
"
-
-
Rp1
1
2
"
-
Rp2"
-
Rp2"
-
Rp2"
Wateraansluitingen W R2" R2" R2" R2"
DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Schoorsteendiameter D mm 150 150 180 200 200 250 250 250 300 300
Veiligheidsventiel aansluiting
afblaas
standaardinstelling bar
1
2
"
1
2
"
3
1
2
"
1
2
"
3
3
4
"
3
4
"
3
3
4
"
3
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
Voeding
Frequentie
Zekering
V
Hz
A
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
Max. opgenomen elektrisch unit
vermogen pomp maximaal
totaal
kW
kW
kW
0,33
0,19
0,52
0,33
0,19
0,52
0,37
0,40
0,77
0,37
0,40
0,77
0,42
0,46
0,88
0,42
0,46
0,88
0,67
0,72
1,39
0,71
0,72
1,43
0,71
0,72
1,43
0,73
1,15
1,88
Ketelgewicht leeg ± 5 % kg 340 340 355 375 530 555 590 645 705 735
Afmetingen hoogte H
breedte B
lengte incl. aansluitingen L
mm
mm
mm
1355
830
1535
1355
830
1535
1355
830
1535
1355
930
1535
1355
830
1918
1355
830
1918
1355
930
1908
1355
1130
1908
1355
1130
1908
1355
1230
1958
Tabel 5 Technische gegevens R2900
Schonere Verbranding
107
De R2900 serie heeft het Gaskeur label SV/HR107.
Rendama
x
8 Doc430/2789CV01H
Afmetingen R2900
Fig. 3 Maatschets R2900
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 9
Type R2900 R2901 R2902 R2903 R2904 R2905 R2906 R2907 R2908 R2909
B* mm 830 830 830 930 830 830 930 1130 1130 1230
B1 mm 645 645 695 795 660 710 810 960 1010 1110
B2 mm 185 185 135 135 170 120 120 170 120 120
B3 mm 646 646 646 746 646 646 746 946 946 1046
D mm 150 150 180 200 200 250 250 250 300 300
G1 - - - - R 1
1
2
"R 1
1
2
"- - - -
G2 Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
" Rp 1
1
2
" - - Rp 1
1
2
" Rp 2" Rp 2" Rp 2"
H1 mm 1115 1115 1115 1115 1115 1115 1205 1205 1205 1120
H2 mm 897 897 897 897 1172 1172 1172 1172 1172 1172
L mm 1535 1535 1535 1535 1918 1918 1908 1908 1908 1958
L1 mm 545 545 545 545 555 555 545 545 545 595
L2 mm 990 990 990 990 1362 1362 1362 1362 1362 1362
L3 mm 188 188 188 188 229 229 229 229 229 229
L4 mm 0 0 0 0 108 108 108 108 108 108
W R2” R2” R2” R2” DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Tabel 6 Afmetingen R2900
B = Maat met buitenbeplating.
* = Voor maat zonder beplating dient men bij maat B 64 mm in mindering te brengen.
(Wijzigingen voorbehouden)
Ten gevolge van fabricage-tolerantie kunnen bovenstaande gegevens iets afwijken.
Condities tabel 5:
- Nominaal vermogen gemeten bij : 60 - 80 °C
- Gasverbruik bij : 1013 mbar, 15 °C, droog
- Gas-categorie : 2
2L3P
- Toestelcategorie : B23, C53, C33 of C63
- Beschermingsgraad : IP20
De types R2900 t/m R2903 zijn niet zonder meer geschikt voor aansluiting op een 100 mbar net.
De types R2904 t/m R2909 zijn geschikt voor distributiedrukken van zowel 25als 100 mbar. Bij
hogere gasdrukken dient in overleg met het plaatselijke gasbedrijf een aparte gasdrukregelaar te
worden geplaatst. De minimale voordruk mag nooit beneden 20 mbar komen (zie par. 5.3.1).
Rendama
x
10 Doc430/2789CV01H
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 11
1 Inleiding
1.1 Rendamax B.V.
Opgericht in 1968, heeft Rendamax B.V. vanuit haar Neder landse basis een wereldwijde reputatie
opgebouwd in ontwikke ling, productie en marketing van gasgestookte “high performan ce” ver-
warmingsunits voor professionele toepassingen in het vermogensgebied van 45 tot 1200 kW.
Door de unieke opbouw onderscheiden deze verwarmingsunits zich door hun:
- hoog thermisch rendement
- milieuvriendelijkheid (ze voldoen aan strengste milieueisen)
- gering gewicht en klei ne afmetingen
- duurzaamheid
- laag geluidsniveau
- groot regelbereik
- leverbaarheid in velerlei uitvoeringen.
Actieve en marktgerichte research stelt Rendamax in staat oplossingen te bieden voor de meest
uitdagende verwarmings eisen.
1.2 Leverancier
Rendamax producten worden in uw land verkocht door uw leverancier (zie kaft).
Voor adviezen of meer informatie met betrekking tot onze producten is uw Rendamax leverancier
u gaarne van dienst.
1.3 Deze documentatie
Deze documentatie is samengesteld ten behoeve van de vol gende doelgroepen:
- de technisch adviseur
- de installateur
- de onderhoudsmonteur
- de gebruiker.
Om deze doelgroepen van de benodigde informaties te voor zien heeft Rendamax ervoor gekozen
een zo compleet mogelij ke technische documentatie samen te stellen in de vorm van dit boek.
Mocht u als lezer van dit document op- of aanmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons dit mee
te delen.
De leverancier (zie kaft) zal u graag behulpzaam zijn indien u aanvullende gegevens wenst.
De volgende aspecten van de units worden behandeld:
- algemene beschrijving
- technische specifi caties
- noodzakelijke voorzieningen voor het ontwerpen en installeren
- installatie voorbeelden
- onderhoudsinstructies.
De bedieningsinstructies voor de gebruiker zijn op de unit bevestigd. Tevens vindt u deze in
hoofdstuk 6.
1.4 Service
Voor het inbedrijfstellen en het verlenen van service voor on derhoud staat de servicedienst van
de leverancier steeds tot uw beschikking. Voor de gegevens zie kaft.
Rendama
x
12 Doc430/2789CV01H
1.5 Algemeen voorbehoud
Toepassing, installatie en onderhoud van Rendamax producten dient altijd te geschieden met
inachtneming van de voor deze installaties geldende (wettelijke) eisen, voorschriften en nor men.
Alle door Rendamax B.V. verstrekte gegevens, informatie en suggesties met betrekking tot haar
producten zijn op zorgvuldig onderzoek gebaseerd.
Daar echter toepassing, installatie en exploitatie ervan geschie den buiten invloed van Rendamax
B.V., aanvaardt deze, noch enige andere met Rendamax B.V. verbonden organisatie, hiervoor geen
enkele aansprakelijkheid.
Wijzigingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden doorgevoerd. Rendamax B.V.
verplicht zich daarmee niet om eerder geleverde producten dienover eenkomstig aan te passen.
2 Beschrijving
2.1 Algemeen
De Rendamax R2700/R2800/R2900 units zijn milieuvriendelijke gasgestookte verwarmings-
ketels, die moduleren van 25 % tot 100 % van hun maximale belasting.
De serie R2700 bestaat uit 10 typen in het vermogensgebied van 95 tot 597 kW. De serie R2800
bestaat uit 10 typen in het vermogensgebied van 95 tot 553 kW. De serie R2900 bestaat uit 10
typen in het vermogensgebied van 96 tot 566 kW.
De units hebben een extreem lage NO
x
en CO uitstoot waardoor deze ketels aan de strengste
Europese milieu eisen vol doen.
De R2700/R2800/R2900 serie is voor alle betreffende Europe se landen CE gekeurd en staat gere-
gistreerd onder het product identifi catienummer 0063AQ6600.
De units zijn zowel in open (categorie B23) als gesloten (cate gorie C53, C33 of C63) toestel lever-
baar.
Standaard wordt de unit elektrisch bedraad, volledig samengebouwd en afgetest geleverd.
Werkingsprincipe en opbouw
Door een toerengeregelde toevoerventilator wordt lucht naar behoefte ingeblazen en intensief
gemengd met gas in de juiste verhouding.
Een temperatuurregelaar vergelijkt de gewenste watertempera tuur met de aanvoerwatertempera-
tuur en stuurt een signaal naar de frequentieomvormer om zo nodig de belasting aan te passen.
Het gevormde mengsel wordt door de gekoelde premix brander gevoerd en verbrand. De premix
brander is opgebouwd uit bimetalen vinpijpen (inwendig RVS en uitwendig aluminium) en giet-
ijzeren waterverdeelstukken.
De warmte-uitwisseling vindt plaats in een twee- of drietal warmtewisselaars. De 1
ste
warmtewis-
selaar is opgebouwd uit gladde RVS buizen. De 2
de
warmtewisselaar is voorzien van gelaserlaste
RVS vinpijpen.
Beide warmtewisselaars zijn voorzien van gietijzeren geprofi leerde waterverdeelstukken die een
optimale doorstroming garanderen. De brander en de 1
ste
en 2
de
warmtewisselaars zijn in serie
geschakeld.
Bij de R2900 is een 3
de
warmtewisselaar nageschakeld welke bestaat uit één of meerdere in serie
geschakelde RVS vinpijp(en) in de vorm van een spiraal en is geplaatst achter op de rookgas-
verzamelkast. De waterdoorstroming wordt verzorgd door de ketelpomp. De 3
de
warmtewisselaar
is parallel aan de ketel geschakeld en wordt doorstroomd met ± 5 à 10% van de totale volume-
stroom.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 13
De R2700/R2800/R2900 unit heeft een kleine waterinhoud waardoor hij in staat is de watertem-
peratuur snel aan verande rende omstandigheden aan te passen. Hij kan zonder enige beperking
van de retourwatertemperatuur toegepast worden. Een standaard meegeleverde pomp zorgt voor
het benodigde waterdebiet.
Toepassingsmogelijkheden
De R2700/R2800/R2900 unit is door zijn samenstelling geschikt voor gebruik in verwarmingssy-
stemen:
- met constante aanvoertemperatuur
- weersafhankelijk gestookt
- laag temperatuur condenssysteem
- condenserend geoptimaliseerd
- besturing m.b.v. gebouwenoptimalisatiesysteem (0-10 Vdc, zie 5.3.2 aansluitklemmen).
Fig. 4 De Rendamax R2900
* De R2700 en R2800 unit zijn identiek met uitzondering van de 3
de
warmtewisselaar
Rendama
x
14 Doc430/2789CV01H
2.2 Hoofdonderdelen
1 retouraansluiting 19 rookgasverzamelkast
2 rookgasafvoeraansluiting R2900 20 verbrandingskamer
of schoorsteenlengtecompensator 21 invoermogelijkheid elektrische aansluiting
3 stromingsschakelaar 22 condensafvoer
4 veiligheidsventiel 23 inspectie-opening
5 aanvoeraansluiting 24 hoofdgasklep
6 vul-/aftapkraan 25 ventilator
7 mengkanaal 26 aansluitkast
8 verdeelplaat 27 bedieningspaneel
9 brander 28 beplating
10 1
ste
warmtewisselaar 29 luchtinlaatdemper
11 gasfi lter 30 vlinderklep
12 2
de
warmtewisselaar 31 ketelpomp
13 gasstraat
14 frame
15 wateromloopleiding A lucht
16 rookgasafvoer B gas
17 3
de
warmtewisselaar R2900 C rookgassen
18 condensverzamelkast D condensaat
Fig. 5 Algemeen overzicht
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 15
2.2.1 Beschrijving hoofdonderdelen
De ketel is opgebouwd uit de volgende hoofdcomponenten:
Ventilator [25]
Deze bestaat uit een slakkenhuis, een schoepenwiel en een elektromotor. Met behulp van de
ventilator wordt verbrandings lucht aangezogen en in druk verhoogd.
Luchtinlaatdemper [29]
Een speciaal ontwikkelde luchtinlaatdemper zorgt voor een laag geluidsniveau. Als optie kan
deze voorzien worden van een luchtfi lter of een luchttoevoeropening voor toepassing als gesloten
toestel.
Gasstraat [13]
Het hoofdonderdeel van de gasstraat is de hoofdgasklep/-verhoudingsdrukregelaar [24]. De gas-
hoeveelheid wordt af hankelijk van de luchthoeveelheid geregeld. De luchthoeveel heid varieert
met het toerental van de ventilator. Standaard is de unit voorzien van een gasfi lter [11].
Mengkanaal [7]
In deze ruimte wordt het gas en de verbrandingslucht intensief gemengd.
Brander [9]
Nadat het gas/lucht-mengsel met behulp van een verdeelplaat [8] over de brander is verdeeld,
wordt het mengsel aan het branderoppervlak verbrand waarbij de vlam naar beneden is gericht.
De brander is water- en luchtgekoeld. De waterverdeel stukken zijn uitgevoerd in gietijzer en zijn
geprofi leerd om een optimale verdeling en doorstroming te verkrijgen.
Warmtewisselaars [10, 12 en 17]
De 1
ste
warmtewisselaar [10] bestaat uit RVS gladde pijpen. Deze draagt een groot deel van de ver-
brandingsenergie over aan het systeemwater. De 2
de
warmtewisselaar [12], welke bestaat uit RVS
gelaserlaste vinpijpen, draagt de overige warm te uit de rookgassen over aan het systeemwater.
Alle waterver deelstukken zijn uitgevoerd in gietijzer en zijn geprofi leerd om een optimale verde-
ling en doorstroming te verkrijgen. De ruimte tussen de brander en de 1
ste
warmtewisselaar vormt
de ver brandingskamer.
Bij de R2900 is een 3
de
warmtewisselaar [17] nageschakeld welke bestaat uit één of meerdere in
serie geschakelde RVS vinpijp(en) in de vorm van een spiraal en is geplaatst achter op de rook-
gasverzamelkast. De waterdoorstroming wordt verzorgd door de ketelpomp. De derde warmte-
wisselaar is parallel aan de ketel geschakeld en wordt doorstroomd met ± 5 à 10% van de totale
volumestroom.
Wateromloopleidingen [15]
Deze leidingen verbinden de brander en de warmtewisselaars onderling.
Wateraansluitingen
Deze bestaan uit een aanvoer- [5] en een retouraansluiting [1]. Op de beide aansluitingen is een
vul/aftapkraan [6] aangebracht. Op de aanvoeraansluiting zijn het veiligheidsventiel [4], de stro-
mingsschakelaar [3] en de temperatuurvoeler aangebracht.
Ketelpomp [31]
De ketelpomp is op de retouraansluiting van de unit gemon teerd en elektrisch direct op de over-
eenkomstige klemmen in de aansluitkast aangesloten. De capaciteit en de opvoerhoogte van de
pomp is voldoende om behalve de ketelweerstand ook enige systeemweerstand te overwinnen.
Rookgasverzamelkast [19]
Onder de warmtewisselaar bevindt zich de roestvaststalen rookgasverzamelkast, die is voorzien
van een rookgasafvoer [16], een condensafvoer [22] en een inspectie opening [23].
Rendama
x
16 Doc430/2789CV01H
Frame [14]
Het frame is een constructie van stalen profi elen. Trillingsdem pers worden los meegeleverd en
dienen na positionering van de unit gemonteerd te worden.
Beplating [28]
De beplating bestaat uit gemakkelijk (zonder gereedschap) te verwijderen panelen.
Elektrogroep
Hiertoe behoort de regeling en de beveiliging van de unit.
Aansluitkast [26]
Elektrische ketelvoeding, manipuleerklemmen, aansluitkast, pompaansluiting en pomprelais zijn
ondergebracht in een makkelijk bereikbare aansluitkast. Via de kabelgoot aan de binnenzijde van
de ketel [21] zijn de aansluitkabels eenvoudig door te voeren naar de aansluitkast.
2.3 De regeling
Bij warmtevraag zal de stand-alone ketel, indien aan alle vo0rwaarden is voldaan en er geen be-
veiligingen zijn aangesproken, in bedrijf komen. Deze warmtevraag ontstaat indien:
de gemeten aanvoertemperatuur van de ketel lager is dan de gewenste temperatuur
• er door verdraaien van de bedrijfskeuzeschakelaar is gekozen voor servicebedrijf j1 of j2
onafhankelijk van de bedrijfsstand (i, q, F, j1 of j2) wanneer de vorstbeveiliging heeft
aangesproken.
De geïntegreerde temperatuurregelaar zal door de verandering van het ventilatortoerental de
belasting in de ketel zodanig aanpassen dat de gewenste temperatuur wordt bereikt en constant
gehouden wordt. Afhankelijk van de door de ventilator verplaatste hoeveelheid lucht zal een
bepaalde hoeveelheid gas worden bijgevoegd. Hierdoor kan het ketelvermogen traploos worden
gemoduleerd en kan de warmtevraag nauwkeurig worden gevolgd. Indien de aanvoertemperatuur
stijgt boven de gewenste aanvoertemperatuur vermeerderd met de in te stellen hysterese zal de
ketel uit bedrijf gaan. Zodra de aanvoertemperatuur weer onder de gewenste aanvoertemperatuur
daalt, zal de ketel weer in bedrijf komen.
2.4 De beveiliging
De volgende beveiligingen zijn op de ketel aangebracht:
temperatuurbewaking:
- maximaal temperatuurbewaking (STW)
- maximaal temperatuurbegrenzing (STB)
(beiden zijn instelbaar)
vorstbeveiliging:
- d.m.v. een buitenvoeler, indien de buitentemperatuur tot onder de 0 °C is gedaald
- op basis van de aanvoertemperatuur, indien deze zich onder 5 °C bevindt en/of de watertem-
peratuur zich onder de 10 °C bevindt
waterstromingsbeveiliging (SW)
gaskleppentest
gaskleppen lektest (optioneel)
vlambewaking d.m.v. ionisatiestroommeting
minimale luchtdrukbewaking (LDW)
clixon-beveiliging ketelvoedingspomp tegen oververhitting.
Indien een van deze beveiligingen actief wordt, zal de ketel in een vergrendelde of blokkerende
storing gaan en uitgeschakeld worden. Vergrendelende storingen kunnen slechts na het opheffen
van de oorzaak d.m.v. het indrukken van de resettoets worden opgeheven.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 17
3 Veiligheid
Installatie voorschriften
Lees deze voorschriften voordat met de installatie wordt begonnen.
Het toestel dient door een erkende installateur volgens de geldende nationale en lokale normen
en voorschriften geïnstal leerd te worden.
De installatie is uitsluitend te gebruiken voor verwarmingssyste men tot een maximum watertem-
peratuur van 90 °C.
Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze installatievoorschriften als aanvulling op de bovenbedoelde
normen en voorschriften moeten worden gezien en dat bovenbedoelde normen en voorschriften
voorrang hebben op de informatie in deze techni sche documentatie.
Toegepaste pictogrammen
y
Instructie die van essentieel belang is voor het correct functio neren van de installatie.
w
Het niet nauwkeurig opvolgen van handelingen, bedieningspro cedures, etc. kan resulteren in
ernstige beschadiging van de installatie, persoonlijk letsel of schade voor het milieu.
v
Gevaar voor elektrische schokken.
x
Nuttige informatie.
Onderhoud
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitslui tend door een erkende installateur
worden uitgevoerd conform de elektrotechnische regels.
Werkzaamheden aan de gastechnische en hydraulische installa tie mogen uitsluitend door hier-
voor opgeleid personeel uitgevoerd worden volgens de veiligheidsvoorschriften voor gasinstal-
laties.
w
Houd onbevoegde personen weg van de installatie.
Plaats geen voorwerpen op de unit. Blijf uit de buurt van de warmwateraansluiting en schoor-
steen i.v.m. verbrandingsge vaar.
Verbreek voor aanvang van onderhouds- en servicewerkzaam heden de voedingsspanning en sluit
de gaskraan in de gastoe voerleiding.
Controleer de gehele installatie na onderhouds- en service werkzaamheden op lekkages.
x
Als aanvulling op de informatie, verstrekt in deze technische documentatie, dienen ook de alge-
meen geldende veiligheids voorschriften ter voorkoming van ongelukken geraadpleegd te worden.
Alle plaatdelen van de mantel dienen gemonteerd te zijn.
Plaatdelen mogen alleen verwijderd worden voor onderhouds- en servicedoeleinden. Plaats na
het plegen van onderhouds- en servicewerkzaamheden alle panelen terug.
Veiligheidsvoorzieningen
w
De installatie mag nooit ingeschakeld worden met verwijderde plaatdelen of buiten werking zijnde
veiligheidsvoorzieningen.
Rendama
x
18 Doc430/2789CV01H
Instructie- en waarschuwingsstickers
x
Instructie- en waarschuwingsstickers aangebracht op de installatie mogen nooit verwijderd dan
wel afgedekt worden en dienen gedurende de gehele levensduur van de installatie leesbaar te
zijn. Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk.
Modifi catie
Modi catie van de installatie mag alleen uitgevoerd worden met schriftelijke goedkeuring van de
fabrikant.
Ontploffi ngsgevaar
Volg bij werkzaamheden in de ketelruimte de daarvoor gelden de voorschriften “werken in een
ruimte met ontplof ngsgevaar op.
Installatie
Het toestel dient door een erkende installateur volgens de geldende nationale en lokale normen
en voorschriften geïnstal leerd te worden.
Volg alle veiligheidsinstructies nauwkeurig op.
Bediening
In het geval van een gaslekkage: schakel de unit uit en draai de gaskraan dicht.
Open deuren en ramen en waarschuw de betrokken instanties.
Bij hernieuwde ingebruikstelling uitsluitend conform de ge bruiksaanwijzing te werk gaan.
Technische specifi caties
De in deze technische documentatie vermelde specifi caties mogen niet overschreden worden.
4 Levering en transport
4.1 Levering
Standaard wordt de unit compleet sa mengebouwd, getest en in krimpfolie verpakt afgeleverd.
Controleer bij levering, na verwijdering van de krimpfolie, de unit op beschadigingen.
Controleer of het geleverde in overeenstemming is met het gevraagde. Controleer bij levering of
het elektrisch- en gasstraat schemanummer (met eventuele wijzigingsletter) overeenkomt met de
gegevens op het typeplaatje.
4.2 Verpakking
De unit wordt op een onderstel van houten blokken en stootran den geleverd en is in krimpfolie
verpakt.
4.3 Transport
x
Raadpleeg bij transport de technische gegevens voor afmeting en en gewichten.
w
Verwijder de folie bij voorkeur pas ná transport en plaatsing in het ketelhuis of verwijder de be-
plating vóór transport. Dit om beschadiging van het plaatwerk te voorkomen.
Verplaatsing
De palletwagen/vorkheftruck met een minimum vorklengte van 1 m kan aan de zijkant of de voor-
kant van de unit geplaatst worden.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 19
Fig. 6 Verplaatsing
Standaard deuropening
De afmetingen van de unit zijn zodanig dat de types met een maximale breedte (B) van 830 mm
(zie technische gegevens) met verwijderde buitenbeplating door een standaard deurope ning van
80 cm te transporteren zijn.
Rollen
Na het verwijderen van de houten blokken is het mogelijk de unit over buizen te rollen.
Fig. 7 Verplaatsing d.m.v. rollen
Hijsen
Onderstaande fi guur laat zien hoe de unit veilig te hijsen is. Om beschadiging aan het plaatwerk
te voorkomen moet deze eerst verwijderd worden. De houten balken tussen de banden zorgen
ervoor dat de unit tijdens het hijsen niet beschadigd wordt.
Rendama
x
20 Doc430/2789CV01H
Fig. 8 Hijsen
ATTENTIE:
w
- Zorg ervoor dat de hefbanden van de juiste kwaliteit zijn!!
- Verplaats de unit nooit over de hoofden van mensen!!
Demonteren en monteren
Wanneer door afmetingen en/of gewicht van de unit een directe plaatsing niet mogelijk is, dan
is het mogelijk de ketel gedeelte lijk te demonteren. Wanneer echter een vergaande demontage
noodzakelijk is, adviseren wij vroegtijdig contact met uw Renda max leverancier op te nemen. De
unit kan in delen geleverd worden, welke reeds zijn voorgetest.
Wij geven u het dringende advies om demontage- en montage werkzaamheden door de service-
dienst van uw Rendamax leverancier te laten uitvoeren (meerprijzen).
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 21
Brander
Type L (mm) B (mm) H (mm) m (kg)
R2700 640 590 360 50
R2701 R2800 R2900 640 590 360 50
R2702 R2801 R2901 640 590 360 50
R2703 R2802 R2902 640 690 360 55
R2704 R2803 R2903 640 790 360 60
R2705 R2804 R2904 1010 660 400 100
R2706 R2805 R2905 1010 760 400 105
R2806 R2906 1010 860 410 115
R2707 1010 860 420 115
R2807 R2907 1010 960 410 120
R2708 1010 960 420 120
R2808 R2908 1010 1050 420 130
R2709 1010 1050 460 130
R2809 R2909 1010 1150 420 135
1
ste
Warmtewisselaar
Type L (mm) B (mm) H (mm) m (kg)
R2700 660 590 150 45
R2701 R2800 R2900 660 590 150 45
R2702 R2801 R2901 660 590 150 45
R2703 R2802 R2902 660 690 150 50
R2704 R2803 R2903 660 790 150 55
R2705 R2804 R2904 1030 660 150 85
R2706 R2805 R2905 1030 760 150 90
R2707 R2806 R2906 1030 860 150 95
R2708 R2807 R2907 1030 960 150 110
R2709 R2808 R2908 1030 1050 150 115
R2809 R2909 1030 1150 150 120
2
de
Warmtewisselaar
Type L (mm) B (mm) H (mm) m (kg)
R2700 660 590 150 50
R2701 R2800 R2900 660 590 150 50
R2702 R2801 R2901 660 590 150 50
R2703 R2802 R2902 660 690 150 55
R2704 R2803 R2903 660 790 150 60
R2705 R2804 R2904 1030 660 150 90
R2706 R2805 R2905 1030 760 150 100
R2707 R2806 R2906 1030 860 150 110
R2708 R2807 R2907 1030 960 150 125
R2709 R2808 R2908 1030 1050 150 135
R2809 R2909 1030 1050 150 135
Fig. 9 Afmetingen en gewichten brander/warmtewisselaar
Rookgasverzamelkast
Type L (mm) B (mm) H (mm) m (kg)
R2700 870 490 800
<25
R2701 R2800 R2900 870 490 800
<25
R2702 R2801 R2901 870 490 800
<25
R2703 R2802 R2902 870 590 800
<25
R2704 R2803 R2903 870 690 800
<25
R2705 R2804 R2904 1320 490 800
<25
R2706 R2805 R2905 1320 590 800
<25
R2707 R2806 R2906 1320 690 800
<25
R2708 R2807 R2907 1320 790 800
<25
R2709 R2808 R2908 1320 890 800
<25
R2809 R2909 1320 990 800
<25
Fig. 10 Afmetingen en gewichten rookgasverzamelkast
Rendama
x
22 Doc430/2789CV01H
w
Alleen voor R2900
3
de
Warmtewisselaar
Type L (mm) B (mm) H (mm) m (kg)
R2900 415 393 411 15
R2901 415 393 411 15
R2902 415 476 411 15
R2903 415 561 411 15
R2904 496 391 686 30
R2905 496 474 686 30
R2906 496 560 686 30
R2907 496 643 686 30
R2908 496 727 686 60
R2909 496 806 686 60
Fig. 11 Afmetingen en gewichten 3
de
warmtewisselaar R2900
Frame
Type L (mm) B (mm) H (mm) m (kg)
R2700 1050 765 460 40
R2701 R2800 R2900 1050 765 460 40
R2702 R2801 R2901 1050 765 460 40
R2703 R2802 R2902 1050 765 460 40
R2704 R2803 R2903 1050 865 460 40
R2705 R2804 R2904 1325 765 460 45
R2706 R2805 R2905 1325 765 460 45
R2707 R2806 R2906 1325 865 460 45
R2708 R2807 R2907 1325 1065 460 50
R2709 R2808 R2908 1325 1065 460 50
R2809 R2909 1325 1165 460 50
Fig. 12 Afmetingen en gewichten frame
Plaatsing
Wanneer de unit op de juiste plaats staat, moeten de houten blokken verwijderd worden. De mee-
geleverde trillingsdempers met afstandsbussen dienen nu gemonteerd te worden zoals beschre-
ven in de bijgeleverde instructie (zie fi guur 13).
Daarna kunnen de water-, gas-, schoorsteen-, condens- en elektrische aansluitingen aangebracht
worden.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 23
Fig. 13 Montage trillingsdemper
Bescherming tegen vorst
Bij een buiten bedrijf zijnde unit bestaat in de winter gevaar voor bevriezing. Tap daarom het wa-
ter af m.b.v. de vul- en aftapkranen.
5 Installatie
5.1 Voorschriften
Het toestel dient door een erkende installateur volgens de geldende nationale en lokale normen
en voorschriften geïnstal leerd te worden.
Het in bedrijf stellen dient bij voorkeur te geschieden door de servicedienst van uw Rendamax
leverancier, welke tevens de samenstelling en kwaliteit van het systeemwater vastlegt.
5.2 Stookruimte
5.2.1 Algemeen
- Door de constructie van de unit zijn de stralingsverliezen te verwaarlozen
- Door het lage geluidsniveau is verdere geluidsisolatie van de ruimte overbodig
- Door de hoge opstelling van de elektrische componenten is een sokkel overbodig
- Door zijn constructie is de benodigde opstellingsruimte zeer gering
- De inzetbaarheid van de ketel wordt vergroot door de moge lijkheid deze als gesloten toestel te
leveren (zie hoofdstuk 5.3.4).
Rendama
x
24 Doc430/2789CV01H
5.2.2 Opstelling
Om moeilijkheden te vermijden, gelden voor de stookruimte de volgende richtlijnen:
a Stel het toestel op in een vorstvrije ruimte
b Let op de plaatsing en temperatuurgevoeligheid van de apparatuur
c Maak de stookruimte voldoende groot zodat er voldoende ruimte rondom het toestel aanwezig
is voor onderhoud en eventuele vervanging van onderdelen.
De geadviseerde minimaal vrije ruimte is:
- 450 mm aan een zijkant
- 800 mm aan de andere zijkant
- 450 mm aan de achterzijde
- 1000 mm aan de voorzijde (vrije loopstrook).
Indien de afstanden kleiner zijn, zal dit de onderhoudswerk zaamheden bemoeilijken.
Dakopstelling
Bij dakopstelling of installaties waarbij het ketelhuis het hoogste punt van het systeem is, is de
volgende beveiliging van belang.
y
De unit mag NOOIT het hoogste punt van de installatie zijn; met andere woorden de aanvoer- en
retourleidingen van de ketel (vanuit de ketel gezien) moeten eerst omhoog lopen en daarna naar
beneden.
Hoewel elke unit standaard is uitgevoerd met een waterstro mingsbeveiliging, eisen plaatselijke
instanties dikwijls een centrale laagwaterstandbeveiliging. Bij meerdere units is hier voor slechts
één extra beveiliging nodig.
Fig. 14 Dakopstelling
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 25
Fig. 15 Zolderopstelling
5.2.3 Ventilatie
De ventilatie van de stookruimte dient te voldoen aan de gel dende nationale en lokale normen en
voorschriften.
Let m.b.t. het ventileren op de volgende punten:
y
a Handhaaf de geldende nationale en lokale normen en voor schriften voor de afmetingen van de
doorlaten en de beveili ging van een eventuele mechanische ventilatie
b Maak de luchttoevoeropeningen transversaal in twee tegenover elkaar staande wanden
c Gebruik toevoerroosters met een grote breedte en een kleine hoogte
d Maak de ventilatie-afvoer verticaal door het plafond
e Bij onvoldoende luchttoevoer kan mechanische toevoer van ventilatielucht noodzakelijk zijn.
5.3 Aansluitingen
5.3.1 Gasaansluiting
De gasaansluiting dient door een erkende installateur volgens de geldende nationale en lokale
normen en voorschriften geïnstalleerd te worden.
De gasaansluiting bevindt zich aan de achterzijde van de ketel.
De types R2700 t/m R2703, R2800 t/m R2803 en R2900 t/m R2903 zijn niet zonder meer geschikt
voor aansluiting op een 100 mbar net. De druk voor het toestel dient gereduceerd te worden m.b.v.
een gasdrukregelaar tot 25 mbar.
Vanaf type 04 zijn alle ketels geschikt voor distributiedrukken van zowel 25 als 100 mbar.
Het drukverlies in de aansluitleidingen moet zodanig zijn, dat bij maximale belasting van het toe-
stel, de druk nooit beneden de 20 mbar bij L-gas daalt (17 mbar bij H-gas).
5.3.2 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen en voorzieningen dienen te vol doen aan de geldende nationale en
lokale normen en voor schriften.
Het toestel is geheel voorbedraad volgens de met het toestel meegeleverde elektrische schema’s.
w
De elektrische aansluitingen, manipuleerklemmen en het ketel pomprelais bevinden zich in een
separate aansluitkast achter het voorpaneel (blauw extrusie-profi el).
Dit voorpaneel is eenvoudig te verwijderen door het aan de onderkant naar voren te trekken (zie
g. 4). Hierachter bevin den zich twee afdekplaten die te verwijderen zijn door het losdraaien van
vier M5 bouten. Achter de onderste afdekplaat bevindt zich de klemmenstrook met de manipu-
leerklemmen.
Rendama
x
26 Doc430/2789CV01H
De aan te sluiten kabels (voeding, besturing) worden aan de achterzijde van de unit binnen
gevoerd en via de kabelgoot aan de rechterbinnenkant naar de voor in de ketel geplaatste aan-
sluitkast gebracht. De aansluitkast is voorzien van kabelwartels en aansluitklemmen.
De ketelpomp is uitgevoerd met een thermische beveiliging en een pomprelais.
Fig. 16 Aansluitkast
Met de aan/uit-schakelaar op het bedieningspaneel kan de unit in- of uitgeschakeld worden. Het
ketelpomprelais kan hiermee echter niet spanningsloos gemaakt worden.
De installateur dient binnen een stookruimte een all-polige hoofdwerkschakelaar met een contact-
opening van minimaal 3 millimeter in het voedingscircuit naar de unit op te nemen. Hiermee kan
de gehele unit (incl. ketelvoedingspomprelais) t.b.v. onderhoud of bij calamiteiten spanningsloos
gemaakt worden.
x
Overeenkomstig de geldende normen en voorschriften dient buiten een stookruimte een zoge-
naamde brandschakelaar te worden gemonteerd. In geval van calamiteit kan hiermee de voeding
naar de unit worden onderbroken.
Aardlekschakelaars in combinatie met frequentie-omvormers kunnen problemen geven. In enkele
landen is dit zelfs verbo den. Hiervoor zijn twee redenen te noemen:
a. Alle gelijkrichterbelastingen (dus niet alleen frequentieomvor mers) kunnen in de nettoevoer
een gelijkstroom veroorzaken die de gevoeligheid van de veiligheidsschakelaar verminderd
b. Door asymmetrische belastingen van radio-ontstorings lters kan de aardlekschakelaar voortij-
dig in werking komen, waardoor een ongewenst uitvallen van de unit op zou kun nen treden.
y
Om storingen ten gevolge van elektromagnetische velden te voorkomen, dienen afge schermde
kabels gebruikt te worden voor de busverbinding en alle sensor- en regelsignalen tussen de ke-
tel en externe aansluiteenhe den. De afscherming dient aan beide zijden te worden aangesloten
en afgemonteerd volgens EMC-richtlijnen.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 27
Elektrotechnische gegevens
Type Ventilator, regel- en beveiligings-
apparatuur
Ketelpomp Totaal opgeno-
men elektrisch
vermogen
(max)
voeding*
1N~
Opgenomen
Vermogen
(max)
Voeding**
3N~
opgenomen
vermogen***
(max)
VkWVkWkW
R2700****
R2701****
R2702****
R2703****
R2704****
R2705****
R2706****
R2707****
R2708****
R2709****
230
230
230
230
230
230
230
230
230
230
0,33
0,33
0,37
0,37
0,33
0,42
0,71
0,71
0,73
0,95
400
400
400
400
400
400
400
400
400
400
0,19
0,19
0,40
0,40
0,40
0,46
0,72
0,72
0,72
1,15
0,52
0,52
0,77
0,77
0,73
0,88
1,43
1,43
1,45
2,10
R2800****
R2801****
R2802****
R2803****
R2804
R2805
R2806
R2807
R2808
R2809
230
230
230
230
230
230
230
230
230
230
0,33
0,33
0,37
0,37
0,42
0,42
0,67
0,71
0,71
0,73
400
400
400
400
400
400
400
400
400
400
0,19
0,19
0,40
0,40
0,46
0,46
0,72
0,72
0,72
1,15
0,52
0,52
0,77
0,77
0,73
0,88
1,43
1,43
1,45
2,10
R2900****
R2901****
R2902****
R2903****
R2904
R2905
R2906
R2907
R2908
R2909
230
230
230
230
230
230
230
230
230
230
0,33
0,33
0,37
0,37
0,42
0,42
0,67
0,71
0,71
0,73
400
400
400
400
400
400
400
400
400
400
0,19
0,19
0,40
0,40
0,46
0,46
0,72
0,72
0,72
1,15
0,52
0,52
0,77
0,77
0,88
0,88
1,39
1,43
1,43
1,88
Tabel 7 Elektrotechnische gegevens
* tolerantie spanning 230 V +10% /-15%
tolerantie frequentie 50 Hz ±5%
** tolerantie spanning 400 V +10% / -15%
*** het opgegeven pompvermogen is gebaseerd op het maximaal opge nomen vermogen in
pompstand 3. Uit de pompgrafi eken kan men eveneens het optimale bedrijfspunt qua
pomp-rendement en opgeno men vermogen bepalen.
**** optioneel 1 fase pomp. Toename opgenomen vermogen: ca. 10%, toename aanloop-
vertraging: ca. 3 sec.
Voor verdere energiebesparing is optioneel voor de serie R2800 en R2900 een toerengeregelde
pomp verkrijgbaar. Raadpleeg hiervoor uw Rendamax leverancier.
Regeling en opties
De ketels zijn standaard uitgerust met een modulerende regeling. Deze kan via een 0-10 Vdc sig-
naal temperatuurafhankelijk worden gestuurd. Ook een boiler voorrangschakeling behoort tot de
Rendama
x
28 Doc430/2789CV01H
standaarduitrusting. Optioneel kan de ketel worden uitgebreid met een van de drie onderstaande
opties:
BME
Een weersafhankelijke temperatuurregelaar met de volgende mogelijkheden:
programmering van 3 verwarmingsperiodes met bijbehorende temperaturen
instelbare nachtverlaging
keuze uit 2 weekprogramma’s
tapwater bereiding met voorrangsschakeling en 2 verwarmingsperiodes
eenmalige tapwater bereiding tijdens nachtverlaging
adaptieve stooklijn
ruimtetemperatuur regeling met of zonder invloed van de buitentemperatuur
mogelijkheid van interne of externe ruimtevoeler
instelbare invloed ruimtevoeler
justeren van ruimtevoeler
vertraging invloed buitentemperatuur tot max. 3 uur
vakantieprogramma
vorstbeveiliging op basis van buitentemperatuur of ruimtetemperatuur
activatie via telefoon
opwarmoptimalisatie op basis van ruimtetemp. of buitentemp. met max. starttijdvervroeging
anti-legionella functie (65 °C)
invloed interne ruimtevoeler uitschakelbaar
2 draadsverbinding (scom-bus)
display in 6 verschillende talen
externe bediening t.b.v. KM628 met weergave van statussen, bedrijfsuren, aantal starts, mo-
dulatiegraad en temperaturen.
E6.1111
Dit is een regeling waarmee twee secundaire groepen weersafhankelijk kunnen worden geregeld.
Daarnaast kan ook een tapwater groep worden geregeld met de mogelijkheid voor het ingeven
van 2 verschillende gewenste waardes. Per secundaire groep zijn alle instellingen separaat instel-
baar. Deze E6 regelaar kan verder worden uitgebreid met een optimalisatieregeling per secundai-
re groep (BM). De ketel wordt indirect weersafhankelijk geregeld. Verder zijn de mogelijkheden:
maximale aanvoertemperatuur is per verwarmingsgroep instelbaar
de stooklijn kan met een parallelverschuiving verhoogd worden t.b.v. gewenste aanvoertempe-
ratuur ketel
tijdgestuurde tapwater circulatiepomp
pompkick functie
DCF ontvanger t.b.v. interne klok
communiceert d.m.v. CAN-bus
geïntegreerde relais en voeler test
toepasbaar als stand alone bedrijf.
KKM
Dit is een ketel cascademanager waarmee tot 8 ketels in cascade kunnen worden geschakeld en
een extra schakelende ketel kan worden aangestuurd. Tevens heeft de KKM dezelfde mogelijkhe-
den als de E6.1111.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 29
Aansluitklemmen
Klem Omschrijving
L1-L2-L3 Ketel voeding, afzekeren met resp. 10 A of 16 A, bij
N-PE gebruik van installatie-automaten moeten deze aan een C-uitschakelkarakteris-
tiek voldoen.
8- 9 Boilerpomp aansturing. Deze uitgang voert spanning (230 V) indien de ketel in
bedrijf is als gevolg van een warmte vraag voor tapwater. (klem 8 is fase, klem 9
is nul)
10 -11 Vrijgave ketel (230 V). Wanneer deze klemmen worden doorverbonden, wordt
de ketelpomp gestart en de ketel vrij gegeven. Bij verbreking gaat de ketel uit
bedrijf. De pomp gaat na een instelbare nalooptijd uit bedrijf. Deze klemmen kun-
nen o.a. ook gebruikt worden om de ketels 's zomers buiten bedrijf te stel len met
behoud van tapwaterbereiding.
12 -13 Bedrijfssignaal (230 V, 50 Hz, 1 A, N.O.). Het be drijfssignaal valt af indien een sto-
ring vaker dan 2 maal binnen 6 minuten voorkomt (storingscode wordt afgebeeld
in het display met daarboven een "3") of bij een storing die langer dan 6 minuten
actief is. Dit signaal is reeds verder voorbedraad met potentiaalvrije contacten
voor externe voeding, OK en alarm (93, 94 en 95).
14 -15 Aansturing externe hoofdgasklep. Deze uitgang voert spanning (230 V) vanaf het
moment dat de ketel in bedrijf komt totdat de ketel uit bedrijf gaat. Deze uitgang
kan onder andere gebruikt worden voor het sturen van hydraulische kleppen, een
ketelhuis venti latie of een hoofdgasklep. (klem 15 is fase, klem 14 is nul)
16 -17 Boiler thermostaat (230 V). Wanneer deze klemmen worden door verbonden zal
de ketel een aanvoer temperatuur proberen te maken die is ingesteld voor boiler
lading. Deze functie werkt alleen indien de klemmen 34-35 zijn doorverbonden.
De boilertemperatuur kan ook via een voeler worden geregeld (klemmen 35-36).
18 -19 Blokkerende ingang (230 V). Indien de verbinding tussen deze klemmen wordt
verbroken zal de ketel uit bedrijf gaan en blijven wachten tot de verbinding her-
steld wordt (na 6 min. wachten of na 3 x dezelfde on derbreking binnen 6 min.
wordt deze ingang vergren delend en moet handmatig gereset worden).
20 -21 Vergrendelende ingang (230 V). Indien de verbinding tussen deze klemmen
wordt verbroken zal de ketel vergrendelend uit bedrijf gaan. Herstel de verbin-
ding en druk op de resetknop.
30 -31 Buitenvoeler
*
(2 draads 1,01 kΩ PTC). Na het aan sluiten van een temperatuurvoe-
ler wordt deze bij het inschakelen van de voedingsspanning automatisch her-
kend.
*1
32 -33 Verdelervoeler
*
(2 draads 1,01 kΩ PTC). Deze voe ler kan de temperatuur
meten van de open verdeler. Deze wordt gebruikt bij het aansturen van een
t o e r e n g e r e g e l d e k e t e l p o m p .
35 -36 Boilervoeler
*
(2 draads 1,01 kΩ PTC). Na het aan sluiten van een geschikte voeler
wordt deze bij het inschakelen van de voedingsspanning automatisch herkend.
De klemmen 34-35 mogen niet doorverbonden zijn. Deze functie heeft ten op-
zichte van de boilerthermostaat het voordeel dat ook een nacht verlaging en een
anti-legionellaschakeling mogelijk is (alleen met BME, E6 of KKM).
37 -38 Externe beïnvloeding (2-10 Vdc = +10 °C - +90 °C)
*
Bij spanningen kleiner dan 2 V zal de ketel over schakelen op “constante aanvoer
bedrijf. (Instellen bij P1)
39 -40 Belastingsmelding
*
. Hierbij is het mogelijk de ketel belasting uit te lezen.
0-100 % = 0-10 Vdc. De maxi male belasting bedraagt 5 mA.
Voor langere aansluitdraden (>5 m) wordt het ge bruik van een signaalversterker
aanbevolen.
41 -42 Busaansluiting SCOM (let op polariteit: klem 41 is plus en klem 42 is massa).
43 -44 Aan deze klemmen kan een 0-10 Vdc analoog signaal worden afgenomen dat
recht evenredig varieert met de actuele belasting van de ketel en dat t.b.v. het
sturen van een toerengeregelde ketelvoedingspomp kan worden toegepast.
D.m.v. twee parameters, een voor begrenzing van het minimaal pomptoerental
en een voor de ketelbelasting bij maximaal pomptoerental, kan de regelcurve
worden ingesteld. Hierboven kan het toerental van de pomp nog eens moduleren
Rendama
x
30 Doc430/2789CV01H
tussen deze curve en het maximaal pomptoerental m.b.v. de temperatuurverschil
regelaar.
*
Het toepassen van afgeschermde kabels wordt aanbevolen.
*1
De waarde van deze sensor doet dienst bij vorstbeveiliging en weersafhankelijk regelen van de
aanvoertemperatuur (mits een additionele regelaar is aangesloten).
5.3.3 Wateraansluitingen
Het toestel dient door een erkende installateur volgens de geldende nationale en lokale normen
en voorschriften geïnstal leerd te worden. De aanvoer- en retouraansluitingen bevinden zich aan
de achterzijde van de unit.
Ondersteuning wateraansluitingen
Het wordt aanbevolen om de aanvoer- en retourleiding te ondersteunen. Dit voorkomt beschadi-
ging door overbelasting (gewicht) en vereenvoudigt het onderhoud.
Fig. 17 Ondersteuning
De unit behoort tot de categorie doorstroomtoestellen en is niet geschikt voor toepassing in open
of drukloze systemen. In dat geval dient een (platen-)warmtewisselaar te worden geïnstal leerd
waardoor systeemscheiding wordt gerealiseerd. De unit is standaard uitgevoerd met een ketel-
pomp die de minimaal vereiste watercirculatie door de ketel garandeert. De capaciteit en opvoer-
hoogte van de pomp is voldoende om behalve de ketelweerstand ook enige systeemweerstand te
overwinnen.
w
De ketelpomp is echter géén systeempomp.
Indien de systeemweerstand meer bedraagt dan de beschikba re opvoerhoogte, zal de ketel door
de stromingsschakelaar worden uitgeschakeld.
Om dit te voorkomen moet men de lengte en de diameter van de primaire leidingen tot de aanslui-
ting op de drukloze verdeler dusdanig kiezen, dat de resterende opvoerhoogte van de pomp (zie
tabel 12) niet wordt overschreden.
Aanbevolen wordt om handafsluiters tussen de wateraanslui tingen en de installatie te monteren.
w
Om de stilstandsverliezen te beperken wordt soms een gemo toriseerde keerklep in de aanvoer-
of retourleiding geplaatst. Ook kan men hiervoor een mechanische terugslagklep gebrui-
ken of de speciale drukloze verdeler welke optioneel door Ren damax geleverd kan worden.
Stilstandsverliezen zijn verder te beperken door de ketel uit te schakelen via de manipuleer klem-
men "vrijgave ketel". Bij een goed gedimensioneerde drukloze verdeler zal de natuurlijke stro-
ming door de ketel te verwaarlo zen zijn.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 31
5.3.4 Verbrandingsluchtaanvoer
5.3.4.1 Algemeen
De unit is optioneel leverbaar als gesloten toestel. Dit vereenvoudigt de plaatsingsmogelijk-
heden binnen het gebouw.
Richtlijnen en installatievoorschriften
Het rookgasafvoer- en luchtaanzuigsysteem dient door een erkende installateur volgens de gel-
dende nationale en lokale normen en voorschriften geïnstalleerd te worden.
De totale weerstand van het luchtaanzuig- en het rookgasaf voerkanaal mag een drukval van 1,0
mbar niet overschrijden.
Indien de unit als gesloten toestel wordt toegepast, zijn open T-stukken of draft-o-staten niet
toegestaan.
5.3.4.2 Luchttoevoerkanaal
Het luchttoevoerkanaal mag enkelwandig zijn uitgevoerd in:
- kunststof
- dunwandig aluminium
- exibel aluminium (let op weerstand).
Fig. 18 Horizontale aansluiting
Type Luchttoevoer-
diameter D
(mm)
X
(mm)
Y
(mm)
R2700
R2701
R2702
R2703
R2704
R2705
R2706
R2707
R2708
R2709
R2800
R2801
R2802
R2803
R2804
R2805
R2806
R2807
R2808
R2809
R2900
R2901
R2902
R2903
R2904
R2905
R2906
R2907
R2908
R2909
125
125
125
150
180
180
200
200
250
250
250
191
191
191
141
160
160
160
160
240
185
185
185
185
185
195
210
210
220
220
240
240
240
Tabel 8 Luchttoevoeraansluiting
Rendama
x
32 Doc430/2789CV01H
Fig. 19 Aansluiting luchttoevoer
De aansluiting van het luchttoevoerkanaal is altijd aan de bovenzijde van de unit.
Meerdere units mogen niet zonder advies van uw Rendamax leverancier samen worden aangeslo-
ten op hetzelfde luchttoe voer- of rookgasafvoerkanaal.
Neem hiervoor contact op met uw Rendamax leverancier.
In verband met sneeuw moet de luchttoevoer minimaal 30 cm bovendaks uitsteken en voorzien
zijn van een kruiskap.
De uitmondingsopening dient minimaal 100 cm bovendaks te eindigen, uitgaande van een plat
dak.
Fig. 20 Hoogte luchttoevoer en rookgasafvoer
Onderlinge maaiveld-afstand tussen de uitmonding rookgasaf voer en de opening luchttoevoer
moet ten minste de breedte van de unit bedragen.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 33
Fig. 21 Afstand luchttoevoer en rookgasafvoer
Vorming van hinderlijk condenswater moet worden voorkomen. Wanneer gedurende het aanwar-
men condensatie optreedt, moet dit condensaat terug naar de unit kunnen stromen.
Inspectie van het luchtaanzuig- en rookgasafvoerkanaal moet mogelijk zijn.
5.3.5 Rookgasafvoer
5.3.5.1 Algemeen
De aansluiting, de uitmondingspositie en -hoogte ten opzichte van mogelijke obstakels moet
voldoen aan de geldende natio nale en lokale normen en voorschriften.
De rookgasafvoeraansluiting bevindt zich aan de achterzijde van de unit en is ontworpen voor
directe aansluiting op een corrosiebestendig afvoerkanaal.
Aluminium of roestvrij staal wordt sterk aanbevolen. Omdat een kleine overdruk in de rookgas-
afvoer bij koude start aanwezig is, dienen de afvoerkanalen bij voorkeur naadloos te worden
uitgevoerd.
Door het hoge rendement kan ook bij toepassing als hoog gestookte ketel condensvorming optre-
den in de schoorsteen.
y
De condensafvoer mag nooit worden geblokkeerd!
Het direct aansluiten op gemetselde kanalen is niet toegestaan omdat de schoorsteenverliezen
kleiner dan 17% zullen zijn.
In de volgende tabel zijn de rookgasgegevens van alle typen vermeld.
Rendama
x
34 Doc430/2789CV01H
Type Rookgastemp. bij
vollast
Rookgashoeveelheid
bij vollast
Maximaal toe-
laatbare schoor-
steenweerstand
°C m
3
/h kg/s mbar
R2700
R2701
R2702
R2703
R2704
R2705
R2706
R2707
R2708
R2709
165
165
165
165
165
165
165
165
165
165
205
256
307
384
472
648
811
963
1092
1296
0,047
0,059
0,071
0,089
0,109
0,149
0,187
0,222
0,252
0,299
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
R2800
R2801
R2802
R2803
R2804
R2805
R2806
R2807
R2808
R2809
140
140
140
140
140
140
140
140
140
140
189
241
302
371
509
637
757
858
1018
1118
0,046
0,059
0,074
0,088
0,125
0,156
0,186
0,208
0,249
0,275
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
R2900
R2901
R2902
R2903
R2904
R2905
R2906
R2907
R2908
R2909
85
85
85
85
85
85
85
85
85
85
164
209
262
322
441
552
656
744
882
969
0,046
0,059
0,074
0,088
0,125
0,156
0,186
0,208
0,249
0,275
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
Tabel 9 Rookgaszijdige gegevens
Belasting 100 %
Aanvoertemperatuur 80 °C
Retourtemperatuur 60 °C
5.3.5.2 Schoorsteen
Schoorsteenlengte
Omdat de unit is uitgerust met een "premix brander" met venti lator wordt er in de unit een over-
druk opgebouwd.
Deze overdruk is voldoende om de weerstand van de gekoelde brander, ketelwarmtewisselaars en
schoorsteen te overwinnen.
De tegendruk buiten de unit is afhankelijk van:
a de weerstand van de rookgasafvoerleiding
b de mate van afkoeling van de verbrandingsgassen
c de weerstand van het uitmondingssysteem.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 35
De mate van afkoeling van de verbrandingsgassen is
afhankelijk van:
a de isolatiewaarde van de schoorsteen
b de omgevingstemperatuur
c het uitmondingssysteem.
De uitmondingsdiameters van de units zijn zodanig gekozen dat men altijd een gemiddelde rook-
gassnelheid verkrijgt van ca. 4,7 m/s. Bij de unit heeft men een maximale overdrukbesteding van
ca. 1,0 mbar (100 Pa) voor het rookgasafvoersysteem (zie tabel 10 voor lengten).
y
Door hun hoge weerstand dienen in het algemeen bochten met een R/D verhouding kleiner dan 1
te worden vermeden.
Het kan echter voorkomen dat deze toch toegepast moeten worden, bereken daarom de schoor-
steenlengte met behulp van tabel 10.
Wij adviseren om het horizontale kanaalstuk met afschot te monteren zodat optredende condens-
vorming via de ketel kan worden afgevoerd.
Fig. 22a Schoorsteenaansluiting R2700/R2800
Fig. 22b Schoorsteenaansluiting R2900
w
De R2700 en R2800 mogen niet worden aangesloten op rook gasafvoerkanalen met kunststof voe-
ring of kunststof rookgas-afvoeren (raadpleeg de geldende normen). De maximale rook-gastem-
peratuur zal, bij vollast en bij een wateraanvoertempera tuur van 80 °C, de 175 °C voor de R2700,
de 150 °C voor de R2800 en de 90 °C voor de R2900 niet overschrijden.
De R2700 en R2800 zijn uitgerust met een schoorsteenlengte compensator.
y
Sluit een rookgasafvoer nooit rechtstreeks aan op de com pensator.
Rendama
x
36 Doc430/2789CV01H
De compensator moet altijd vrij staan. Hij mag de schoorsteen wand nooit raken. De rookgasaf-
voer op de unit moet eerst 70 cm verticaal omhoog lopen, voordat deze van diameter of richting
mag worden veranderd.
Aan de onderkant van de rookgasafvoerring zijn openingen aangebracht welke nooit geblokkeerd
mogen worden. Een vrije doorstroom van condens en eventueel regenwater moet ge waarborgd
blijven. De aansluiting van de rookgasafvoer bevindt zich aan de achterzijde van de unit.
Berekening diameter
Voor berekening en controle van de inwendige diameter van een afvoersysteem met mechanische
afvoer wordt verwezen naar de geldende nationale en lokale voorschriften en normen.
Berekening lengte
De in onderstaande tabel genoemde lengten zijn slechts voor verdere berekening van de totale
lengte. De maximale verticale schoorsteenlengte mag de 60 m niet overschrijden.
Maximale toegestane rookgasafvoer-lengten in meter gladde pijp. Open uitvoering.
Type Lengte rookgasafvoer in m
Diameter
120 mm
Diameter
150 mm
Diameter
180 mm
Diameter
200 mm
Diameter
250 mm
Diameter
300 mm
R2700
R2701
R2702
R2703
R2704
R2705
R2706
R2707
R2708
R2709
25
16
**
**
**
**
**
**
**
**
87*
56*
69*
**
**
**
**
**
**
**
-
-
-
62*
**
**
**
**
**
**
-
-
-
-
70*
35*
**
**
**
**
-
-
-
-
-
-
71*
50*
**
**
-
-
-
-
-
-
-
-
92*
69*
R2800
R2801
R2802
R2803
R2804
R2805
R2806
R2807
R2808
R2809
28
17
**
**
**
**
**
**
**
**
96*
59*
36
**
**
**
**
**
**
**
-
-
95*
61
30
**
**
**
**
**
-
-
-
107*
54*
32
21
**
**
**
-
-
-
-
-
109*
76*
53
38
31
-
-
-
-
-
-
-
141*
105*
86*
R2900
R2901
R2902
R2903
R2904
R2905
R2906
R2907
R2908
R2909
32
17
**
**
**
**
**
**
**
**
110*
59*
36
**
**
**
**
**
**
**
-
-
95*
61
30
**
**
**
**
**
-
-
-
107*
54*
32
21
**
**
**
-
-
-
-
-
109*
76*
53*
38
31
-
-
-
-
-
-
-
141
105*
86*
Tabel 10 Lengte rookgasafvoerkanaal
* Schoorsteendiameter op unit
** Niet van toepassing
Voorgaande rookgasafvoerkanaallengten zijn naar beneden afgerond.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 37
Schoorsteenverliezen van diverse schoorsteenstukken uitgedrukt in meters rechte pijp. Het totale
verlies dient in mindering te worden gebracht bij de maximale toegestane schoorsteenlengte uit
de vorige tabel. Omrekening van andersoortige hulpstukken met andere ζ-waarden kan eenvou-
dig gebeuren met behulp van de gegeven verliezen bij ζ=1.
Type Diameter
in mm
ζ = 1 Bocht
90°
R/D = 1
Bocht
90°
haaks
Bocht
45°
ζ = 0,5
T-stuk
ζ = 2
R2700
R2701
R2702
R2703
R2704
R2705
R2706
R2707
R2708
R2709
150*
150*
150*
180*
200*
200*
250*
250*
300*
300*
3,8
3,8
3,8
4,5
5,1
4,8
6,2
6,2
7,0
7,4
1,9
1,9
1,9
2,3
2,5
2,4
3,1
3,1
3,5
3,7
4,9
4,9
4,9
5,9
6,6
6,2
8,1
8,0
9,1
9,6
1,9
1,9
1,9
2,3
2,5
2,4
3,1
3,1
3,5
3,7
7,5
7,5
7,6
9,0
10,1
9,5
12,4
12,3
14,1
14,8
Tabel 11a Schoorsteenverliezen R2700 in meters rechte pijp
* Aansluiting op ketel
Type Diameter
in mm
ζ = 1 Bocht
90°
R/D = 1
Bocht
90°
haaks
Bocht
45°
ζ = 0,5
T-stuk
ζ = 2
R2800
R2801
R2802
R2803
R2804
R2805
R2806
R2807
R2808
R2809
150*
120
150*
120
180*
150
200*
180
200*
180
250*
200
250*
200
300*
250
300*
250
300*
250
3,7
2,7
3,7
2,6
4,6
3,6
5,1
4,4
4,8
4,1
6,2
4,5
6,1
4,1
7,0
5,5
7,4
5,5
7,3
5,5
1,9
1,3
1,9
1,3
2,3
1,8
2,5
2,2
2,4
2,0
3,1
2,2
3,1
2,1
3,5
2,8
3,7
2,8
3,6
2,7
4,8
3,4
4,8
3,4
5,9
4,6
6,6
5,7
6,3
5,3
8,1
5,8
8,0
5,4
9,2
7,2
9,6
7,2
8,5
7,1
1,9
1,3
1,9
1,3
2,3
1,8
2,5
2,2
2,4
2,0
3,1
2,2
3,1
2,1
3,5
2,8
3,7
2,8
3,6
2,7
7,5
5,3
7,5
5,2
9,1
7,1
10,1
8,8
9,6
8,2
12,4
8,9
12,3
8,3
14,1
11,0
14,8
11,1
14,6
10,9
Tabel 11b Schoorsteenverliezen R2800 in meters rechte pijp
* Aansluiting op ketel
Rendama
x
38 Doc430/2789CV01H
Type Diameter
in mm
ζ = 1 Bocht
90°
R/D = 1
Bocht
90°
haaks
Bocht
45°
ζ = 0,5
T-stuk
ζ = 2
R2900
R2901
R2902
R2903
R2904
R2905
R2906
R2907
R2908
R2909
150*
120
150*
120
180*
150
200*
180
200*
180
250*
200
250*
200
250*
300
300*
250
300*
250
3,7
2,7
3,7
2,7
4,6
3,6
5,1
4,4
4,8
4,1
6,2
4,5
6,1
4,1
5,5
7,0
7,4
5,5
7,3
5,5
1,9
1,3
1,9
1,3
2,3
1,8
2,5
2,2
2,4
2,0
3,1
2,2
3,1
2,1
2,8
3,5
3,7
2,8
3,6
2,7
4,9
3,4
4,9
3,4
5,9
4,6
6,6
5,7
6,3
5,3
8,1
5,8
8,0
5,4
7,2
9,2
9,6
7,2
9,5
7,1
1,9
1,3
1,9
1,3
2,3
1,8
2,5
2,2
2,4
2,0
3,1
2,2
3,1
2,1
2,8
3,5
3,7
2,8
3,6
2,7
7,5
5,3
7,5
5,3
9,1
7,1
10,1
8,8
9,6
8,2
12,4
8,9
12,3
8,3
11,0
14,1
14,8
11,1
14,6
10,9
Tabel 11c Schoorsteenverliezen R2900 in meters rechte pijp
* Aansluiting op ketel
5.3.6 Condensafvoer
Het in de unit gevormde condensaat dient te worden afgevoerd naar het riool.
x
Indien er geen directe aansluiting op het riool aanwezig is, kan men gebruik maken van een water-
verzamelbak met pomp en niveauschakelaar die het condenswater naar de riolering pompt.
Het lozen van condens in dakgoten is niet toegestaan.
De unit is uitgevoerd met een sifon, die voorkomt dat er rook gassen in de stookruimte terecht
komen.
De aansluiting op de riolering dient zodanig plaats te vinden, dat er een open verbinding onder de
condensafvoer van de unit ontstaat (zie fi g. 23). Daarnaast moet de afvoerleiding over eenkomstig
de geldende voorschriften worden voorzien van een sifon/stankafsluiter.
Zorg ervoor, dat de afstand tussen de condensuitlaat van de ketelsifon en de afvoerleiding mini-
maal 5 mm is. Hierdoor ontstaat de vereiste open verbinding en het vereenvoudigt voorkomende
onderhoudswerkzaamheden en inspecties.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 39
Fig. 23 Condensafvoer
5.4 Hydraulisch systeem
5.4.1 Algemeen
Hoewel het niet de bedoeling is een compleet handboek voor het ontwerpen van de meest uiteen-
lopende hydraulische syste men te maken zijn de gegevens toch omvangrijker dan gege vens welke
in het algemeen wordt verstrekt bij conventionele verwarmingsketels.
De R2700/R2800/R2900 unit is een doorstroomketel waardoor de watersnelheden aan een be-
paald minimum en maximum gebonden zijn.
In tabel 12 en 14 is het vereiste verband tussen de drie groot heden Q-P-t aangegeven en wel
bij vollast. Door de hoge doorstroomsnelheid is de unit minder gevoelig voor waterhard heid.
Hierdoor mag, bij een aanvoertemperatuur van 80 °C, de waterhardheid maximaal 14 °dH bedra-
gen (zie 5.4.5 waterkwa liteit).
5.4.2 Waterstroming
5.4.2.1 Stroming en weerstand
Aan de minimaal vereiste watercirculatie over de unit moet te allen tijde zijn voldaan (anders
spreekt de stromingsbeveiliging aan en valt de unit in storing). Toepassing van afsluiters, terug-
slagkleppen, systemen waarbij meerdere units aan een geza menlijke transportleiding zijn gekop-
peld, etc. mag de minimaal vereiste watercirculatie niet beletten.
Rendama
x
40 Doc430/2789CV01H
Type
T 20 K
Pompgegevens
Nominale
volume
stroom
Ketel-
weer-
stand
Pomptype
Grundfos
Pomp-
stand
Opvoer-
hoogte bij
Qnom.
Beschik-
bare
opvoer-
hoogte bij
Qnom.
Maxi-
maal* op-
genomen
vermogen
m
3
/h kPa UPS kPa kPa W
R2700
R2701
R2702
R2703
R2704
R2705
R2706
R2707
R2708
R2709
4,11
5,12
6,14
7,69
9,44
12,96
16,26
19,30
21,92
25,91
13
20
29
36
43
29
36
43
32
39
32-60 F
32-60 F
32-120F
32-120F
32-120F
40-120F
50-120F
50-120F
50-120F
65-120F
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
46
46
80
72
59
58
75
64
55
82
33
26
51
36
16
29
39
21
23
43
190
190
400
400
400
460
720
720
720
1150
R2800
R2801
R2802
R2803
R2804
R2805
R2806
R2807
R2808
R2809
4,02
5,12
6,41
7,87
10,80
13,55
16,08
18,27
21,59
23,78
12
20
25
30
20
25
30
22
27
32
32-60 F
32-60 F
32-120F
32-120F
40-120F
40-120F
50-120F
50-120F
50-120F
65-120F
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
46
44
79
73
70
55
76
70
59
83
34
24
54
43
50
30
46
48
32
51
190
190
400
400
460
460
720
720
720
1150
R2900
R2901
R2902
R2903
R2904
R2905
R2906
R2907
R2908
R2909
4,02
5,12
6,41
7,87
10,80
13,55
16,08
18,27
21,59
23,78
12
20
25
30
20
25
30
22
27
32
32-60 F
32-60 F
32-120F
32-120F
40-120F
40-120F
50-120F
50-120F
50-120F
65-120F
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
46
44
79
73
70
55
76
70
59
83
34
24
54
43
50
30
46
48
32
51
190
190
400
400
460
460
720
720
720
1150
T a b e l 1 2 W a t e r d o o r s t r o o m h o e v e e l h e i d e n p o m p g e g e v e n s
* Maximaal opgenomen pompvermogen is opgegeven in pompstand 3. Het optimale bedrijfs-
punt qua rendement en minimaal opgenomen pompvermogen kan men in de bijbehorende
pompgrafi eken vinden.
De waterdoorstroomhoeveelheid is instelbaar met behulp van de ingebouwde 3-standen pomp-
schakelaar.
De waterdoorstroomhoeveelheid kan door een ∆p-meting via de vul- en aftapkraan in de aanvoer-
en retourleiding van de unit gemeten worden. De afgelezen opvoerhoogte kan men dan verge-
lijken met de daarbij behorende pompkarakteristiek. Bij vollast kan men de waterdoorstroom-
hoeveelheid zeer nauw keurig vergelijken met de daarbij verkregen ∆T, gemeten over de aanvoer
en retour van de ketel.
De unit heeft standaard een pompschakeling. Bij vrijgave ketel wordt de pomp ingeschakeld. Bij
het verwijderen van de vrijga ve zal de pomp nog enkele minuten nadraaien. Deze nadraai tijd is
instelbaar. De standaardtijd bedraagt 2 minuten.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 41
Wanneer in het systeem luchtverhitters (ventilatie, luchtbehandeling) of platenwarmtewisselaars
(tapwater) opgenomen worden, is er doorgaans een kleine ∆T gewenst over deze luchtverhitters
en/of warmtewisselaars.
De waterhoeveelheid over het totale secundaire circuit is hierdoor meestal groter dan over de
units.
y
De drukloze verdeler dient zodanig gedimensioneerd te zijn dat de watersnelheid het maximum
van 0,5 m/s niet overschrijdt.
In dit geval wordt de diameter van de drukloze verdeler bere kend door het watervolume over het
secundair circuit.
Als het watervolume van het secundaire systeem groter is dan het primaire circuit ontstaat er
een mengtemperatuur die lager is dan de gewenste aanvoertemperatuur uit de unit. De regeling
reageert hierop en stuurt de regelfuncties (kleppen e.d.) in het systeem open. Doorgaans moet
men dan de aanvoertempera tuur vanuit de unit(s) corrigeren voor de in de aangesloten groepen
gewenste temperatuur.
Voor verdere energiebesparing is voor de R2800 en R2900 optioneel een toerengeregelde pomp
verkrijgbaar. Raadpleeg hiervoor uw Rendamax leverancier.
5.4.2.2 Pompkarakteristieken
Fig. 24 Pompkarakteristiek UPS 32-60F Fig. 25 Pompkarakteristiek UPS 32-120F
Fig. 26 Pompkarakteristiek UPS 40-60F Fig. 27 Pompkarakteristiek UPS 50-120F
Rendama
x
42 Doc430/2789CV01H
Fig. 28 Pompkarakteristiek UPS 65-120F
Type Pompstand Pmax
W
Pmin
W
I
A
3 x 400 V
cos
φ
UPS 32-60F
R2700-R2701
R2800-R2801
R2900-R2901
1
2
3
120
140
190
70
75
105
0,21
0,23
0,39
0,82
0,88
0,68
UPS 32-120F
R2702-R2704
R2802-R2803
R2902-R2903
1
2
3
245
280
400
120
130
170
0,42
0,47
0,78
0,84
0,86
0,74
UPS 40-120F
R2705
R2804-R2805
R2904-R2905
1
2
3
290
330
460
175
190
260
0,49
0,56
0,92
0,85
0,85
0,72
UPS 50-120F
R2706-R2708
R2806-R2808
R2906-R2908
1
2
3
450
530
720
280
300
380
0,82
0,94
1,30
0,79
0,81
0,80
UPS 65-120F
R2709
R2809
R2909
1
2
3
850
900
1150
440
460
600
1,35
1,45
2,15
0,91
0,90
0,77
Tabel 13 Elektrische pompgegevens
5.4.2.3 Afsluiters
Aanbevolen wordt om handafsluiters tussen de aanvoer- en retour-aansluitingen en de installatie
te monteren
5.4.2.4 Kleppen
Bij R2700/R2800/R2900 units in cascadeschakeling is een gemotoriseerde smoorklep toepas-
baar mits hij door de ketel wordt aangestuurd (zie 5.3.3). Ook een mechanische terugslag klep is
mogelijk (let op de weerstand). Deze kleppen dienen ervoor om waterzijdi ge kortsluiting over de
uitgeschakelde unit te vermijden.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 43
5.4.2.5 Waterstromingsbeveiliging
De unit is met een waterstromingsbeveiliging uitgerust.
Deze stelt de unit buiten werking zodra de waterstroming door de unit beneden de minimum ver-
eiste waarde komt.
5.4.3 Waterdruk
5.4.3.1 Bedrijfsdruk
y
Bij een maximale aanvoertemperatuur van 90 °C en een minimale waterstroming zoals die op-
treedt bij een ∆T van 20 K bij vollast, moet de minimale bedrijfsdruk groter zijn dan 1,5 bar. De
bedrijfsdruk dient te worden gemeten terwijl de pomp uitstaat. Wordt een lagere bedrijfsdruk
gewenst, dan moet men de maximale aanvoertemperatuur aanpassen.
Minimale bedrijfsdruk
bar
Aanvoertemperatuur
°C
T bij vollast
K
>1,5
>1
90
80
20
20
Tabel 14 Minimale bedrijfsdrukken
5.4.3.2 Ketelexpansievat
Geadviseerd wordt een ketelexpansievat in de retourleiding tussen de pomp en ketelafsluiters te
plaatsen.
5.4.3.3 Systeemexpansievat
De grootte van het expansievat wordt bepaald door het water volume van het systeem. Wij advise-
ren om het systeemexpan sievat in het nulpunt (midden) van de drukloze verdeler te plaatsen.
5.4.3.4 Waterdrukbeveiliging
Standaard worden alle units voorzien van een overstortventiel van 3 bar. Als optie kunnen over-
stortventielen worden geleverd die zijn afgesteld tussen 3 en 6 bar.
5.4.4 Watertemperatuur
De maximaal toelaatbare temperatuur van het aanvoerwater is ingesteld op 90 °C. Deze werkt
blokkerend. Indien de maxi maalthermostaat bij 100 °C aanspreekt, valt de unit uit en komt hij niet
automatisch terug in bedrijf wanneer de watertempera tuur beneden de ingestelde maximaaltem-
peratuur is gedaald.
5.4.5 Waterkwaliteit
x
De samenstelling en kwaliteit van het systeemwater is direct van invloed op de prestaties van het
totale systeem en de levensduur van de unit. Ondeskundig toevoegen en gebruik van chemicaliën,
waterontharders, zuurstofbinders, ontluchters, beluchters en water lters vergroot de kans op
storingen.
Corrosieve elementen van bepaalde toevoegingen kunnen het systeem aantasten waardoor
lekkages ontstaan; afzetting van ongewenste aanslag leidt doorgaans tot beschadiging van de
ketelwarmtewisselaar.
Bij de waterhardheid dient onderscheid gemaakt te worden tussen:
a Tijdelijke hardheid
Dit wordt ook wel carbonaathardheid genoemd. Vorming van aanslag geschiedt bij hogere
temperaturen en laat zich gemakkelijk verwijderen.
b Blijvende hardheid
Mineralen (bijvoorbeeld calciumsulfaat) uit het water die zich afzetten als functie van zeer
hoge oppervlaktetemperaturen.
Rendama
x
44 Doc430/2789CV01H
De waterhardheid als waarde wordt in het algemeen uitgedrukt in "graden Duitse hardheid" (°dH)
en kent de volgende indeling:
zeer zacht ca. 0 - 3 °dH
zacht ca. 3 - 9 °dH
matig hard ca. 9 -14 °dH
hard en zeer hard meer dan 14 °dH
w
Het systeem dient zacht tot matig hard water te bevatten met een waterhardheid niet groter dan
14 °dH bij een aan voertemperatuur van 80 °C en ∆T 20 K.
Alvorens water te suppleren, dient steeds de hardheid en chloridewaarde van het systeemwater te
worden vastgesteld.
Bij grotere installaties zal tijdens de bouw vaak één unit moeten werken. Regelmatig zullen
nieuwe groepen worden bijgescha keld hetgeen gepaard gaat met toevoeging van vers water.
Daarnaast komt het voor dat ten gevolge van lekkages groepen worden afgekoppeld, gerepareerd
en opnieuw gevuld.
In deze omstandigheden werkt de enige in bedrijf zijnde unit vaak op volle belasting en is de kans
op ketelsteenvorming aanwezig. Daarom dient het suppletiewater te zijn onthard.
Voor een goede werking van de unit en het systeem wordt toepassing van waterontharders aan-
bevolen.
Op "dode punten" in het systeem kunnen zich grotere stationai re bellen vormen waarvan de
samenstelling sterk kan variëren (naast zuurstof en stikstof zijn bijv. waterstof en methaan aan-
getoond). Zuurstof bevordert corrosie. Corrosiedeeltjes vormen met overige verontreinigingen
een slibafzetting (magnetiet) die onder invloed van zuurstof weer putcorrosie veroorzaakt.
Het toepassen van een luchtafscheider met een automatische ontluchter wordt sterk aanbevolen.
Indien een verticale verdeler wordt toegepast, dient deze bovenop de verdeler te worden ge-
plaatst.
y
De chloridewaarde mag de 200 mg/l nooit overschrijden.
Indien dit wel het geval is, moet de oorzaak achterhaald wor den. Vergelijk de chloridewaarde van
het suppletiewater en het CV-water. Zou dit gehalte veel hoger zijn, dan duidt dat op indikking, in-
dien geen stoffen zijn toegevoegd die chloriden bevatten. Indien chloride in een zeer hoog gehalte
aanwezig is, wordt het water agressiever door de completerende werking (o.a. foutief geregene-
reerde waterontharder). Het systeem moet gespoeld en opnieuw gevuld worden met chloride-arm
water.
Om onnodige slijtage en verstopping als gevolg van in het systeem aanwezige verontreinigingen
tegen te gaan adviseren wij toepassingen van een fi ltersysteem met een maaswijdte van 100 mi-
cron. Plaats deze altijd in de retour van het secundaire gedeelte van het systeem.
Om een goed werkend systeem en de levensduur te kunnen garanderen moet men gesuspendeer-
de en corrosie produce rende deeltjes verwijderen met behulp van een goed gekozen en geplaatst
ltersysteem.
Het analyseren van het systeemwater en het reinigen van de fi lters behoren tot de periodieke
inspectie.
Indien er voornemens zijn chemicaliën (zoals inhibitors) aan het water toe te voegen dient men
vooraf contact op te nemen met uw Rendamax leverancier. Zij kunnen tevens advies geven over
ltersystemen en andere benodigdheden. (Wateranalyse formulieren zijn verkrijgbaar bij uw
Rendamax leverancier)
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 45
5.4.6 Voorbeelden hydraulisch systeem
De getoonde hydraulische systemen zijn slechts voorbeelden. Zij kunnen niet zonder vakkundige
analyse in de praktijk wor den toegepast.
Drukloze verdeler
De drukloze verdeler moet zodanig worden gedimensioneerd, dat bij volle belasting een
druk verschil optreedt tussen aanvoerverdeler en retourverzamelaar van maximaal 50 mmwk
(ca. 0,5 m/sec).
De diameter van de drukloze verdeler kan worden bepaald met de formule:
= diameter van de verdeler in m
∅=
×
Q
v
3600
128,
Q = waterhoeveelheid in m
3
/h
v = snelheid in m/sec.
Voorbeeld van een drukloze verdeler met afsluiters en expan sievat.
Fig. 29 Installatie met drukloze verdeler, afsluiters en expansievat
Het verticaal plaatsen van een drukloze verdeler heeft bijkomende voordelen, zoals het boven-
gedeelte dat fungeert als luchtafscheider en ontluchter en het ondergedeel te dat dienst doet als
vuilvanger.
Wanneer in het systeem luchtverhitters (ventilatie, luchtbehandeling) of platenwarmtewisselaars
(tapwater) opge nomen worden, is er doorgaans een kleine ∆T gewenst over deze luchtverhitters
en/of warmtewisselaars.
De waterhoeveelheid over het totale secundaire circuit is hier-door meestal groter dan over de
ketels.
De drukloze verdeler dient zodanig gedimensioneerd te zijn dat de watersnelheid het maximum
van 0,5 m/sec niet overschrijdt. In dit geval wordt de diameter van de drukloze verdeler bere kend
door het watervolume over het secundair circuit.
Omdat het watervolume van het secundaire systeem groter is dan het primaire circuit (ketel)
treedt er een watercirculatie op in tegenovergestelde richting van de primaire circulatie in de
drukloze verdeler. Er ontstaat een mengtemperatuur die lager is dan de gewenste aanvoertem-
peratuur uit de ketel. De rege ling reageert hierop en stuurt de regelfuncties (kleppen e.d.) in het
systeem open. Doorgaans moet men dan de aanvoertem peratuur vanuit de ketel(s) corrigeren
voor de in de aangesloten groepen gewenste temperatuur.
Systemen met aanvoerverdeler en retourverzamelaar
Aanvoerverdelers in combinatie met retourverzamelaars komen veelvuldig voor in renovatie-
projecten. Meerdere verzamelgroe pen werken met een mengregeling of een menginjectieregeling.
Rendama
x
46 Doc430/2789CV01H
In beide gevallen is hier een drukloze verdeler of kortsluitleiding noodzakelijk.
Fig. 30 Ketel met rechts gemonteerde verticaal geplaatste Rendamax verdeler
Fig. 31 Verdeler met meerdere verwarmingsgroepen in mengregeling zonder hoofdpomp
Kleine installaties (tot 200 kW) met weersafhankelijke regeling en boilervoorrangschakeling
Door de kleine waterinhoud van de ketel en de snelle, nauw keurige keteltemperatuursregeling is
de unit ideaal inzetbaar als ketel met boilervoorrangschakeling.
Het in- en uitschakelen van de pomp zonder gebruik van een gebouw optimalisatie systeem, geeft
te grote temperatuursaf wijkingen en een ketel en pomp die te vaak schakelt. Hierdoor ontstaat
een grotere kans op slijtage en de kans op storingen wordt groter. Bovendien is er sprake van een
verlaging van het gebruiksrendement.
Gewoonlijk wordt de boilerinhoud bepaald door piekverbruik en gebruikscyclus. Om het pendelen
tussen CV en boilerregeling te vermijden en de ketel zo kort mogelijk hoog gestookt te houden,
adviseren wij het volgende:
- boilerinhoud minimaal 300 l/100 kW
- boiler-schakeldifferentie +6 -3 °C
- boileroplaadtijd maximaal 20 minuten.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 47
Installaties met meerdere units
Bij installaties waarbij elke unit voorzien is van een pomp, wordt na het uitschakelen van de unit
ook de pomp uitgeschakeld.
Fig. 32 Installatie met meerdere units
Hydraulische kortsluiting
Om een waterzijdige kortsluiting over de uitgeschakelde unit te vermijden adviseren wij om
terugslagkleppen toe te passen. Dit kunnen zowel mechanisch als elektrisch bediende terugslag-
kleppen zijn.
Voor twee in cascade geschakelde units wordt dit systeem geadviseerd. Wanneer de units weers-
afhankelijk worden voor geregeld met behulp van een systeem voor gebouwoptimalisa tie of een
compensatie-eenheid, moet de gezamenlijke aan voervoeler worden geplaatst bij de gezamenlijke
aanvoerleiding zoals aangegeven in de tekening.
Fig. 33 Installatie met meerdere units gebruikmakend van de Rendamax Duo-verdeler
Rendama
x
48 Doc430/2789CV01H
Fig. 34 2 ketels gebruikmakend van de Rendamax Duo-verdeler
6 Bedieningsinstructies
6.1 Werking
Bij warmtevraag vindt eerst voorventilatie plaats. Gas en lucht worden in het mengkanaal opti-
maal gemengd. De ventilator voert de verbrandingslucht toe, waarbij een frequentieregeling de
modulering verzorgt. Een verhoudingsregelaar bepaalt (eveneens modulerend) de benodigde
gashoeveelheid. Hierna wordt het gas-luchtmengsel direct op de hoofdbrander ontsto ken. De
ventilator zorgt tevens voor de afvoer van de verbran dingsgassen. Het afvoersysteem voor deze
gassen is een wezenlijk onderdeel voor de goede werking van het toestel. De unit heeft geen
beperking van de retourwatertemperatuur. Indien deze temperatuur laag is, zal er condensaat
worden gevormd dat via het afvoersysteem wordt afgevoerd.
6.2 Regeling
Afhankelijk van de warmtevraag wordt de unit tussen 0 % en 25 % belasting aan-uit geschakeld
en tussen 25 % en 100 % belasting modulerend geregeld.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 49
6.3 Ketelmodule
Fig. 35 Ketelmodule
klepje dicht klepje open
1 bedrijfsmodus 1 parame ter aanduiding
i stand-by P1 aktuele/gewenste aanvoer temp.
q automatisch bedrijf (winterstand) P2 aktuele/gewenste tapwater temp.
F tapwaterbedrijf (zomerstand) *P3 gewenste aanvoertemperatuur
j servicebedrijf (constante belasting) P5 aktuele buitentemperatuur
2 draai keuzeschakelaar bedrijfsmodus P8 aktuele verdelertemperatuur
3 storingsindicator P9 aktuele/maximale ketelbelasting
4 actuele aanvoertemperatuur P10 wachtwoord
5 storingscode (knipperend) 2 optische busverbinding t.b.v. Kesslab
6 bedrijfsstatus 3 reset/programmeertoets
B nachtverlaging 4 alarmering/programmeer LED
D dagbedrijf (geen warmtevraag) 5 draai keuzeschakelaar t.b.v. parameter
D (knipperend) brander in bedrijf nr. keuze en gewenste waarde instelling
7 service stand 7 actuele waarde/gewenste waarde
1 servicebedrijf bij minimale 8 storingscode/parameter nr.
branderbelasting (P17) 9 status ingangen
2 servicebedrijf bij maximale
branderbelasting (P9)
* P3 gewenste belasting indien KKM is aangesloten
Bedieningsfuncties bij gesloten klepje
Bij gesloten klepje en door bediening van de draai keuzeschakelaar kan de bedrijfsmodus worden
veranderd in:
i stand-by (ketel is uit bedrijf en de vorstbeveiliging is actief)
q automatisch bedrijf (ketel is in bedrijf t.b.v. CV en tapwaterproductie)
F tapwaterbedrijf (ketel is alleen t.b.v. tapwaterproductie in bedrijf)
j1 servicebedrijf (ketel werkt op constante minimale belasting ingesteld bij P17)
j2 servicebedrijf (ketel werkt op constante maximale belasting ingesteld bij P9)
Informatie en instellingen indien klepje geopend
Bij geopend klepje en d.m.v. bediening van de draaikeuzeschakelaar zijn de volgende 10 menu’s
beschikbaar. Waarbij een pijltje onder aan het display het gekozen menu aanwijst en tegelijkertijd
de actuele waarde hiervan in het display weergegeven wordt.
P1 actuele/gewenste aanvoertemperatuur
P2 actuele/gewenste tapwatertemperatuur
P3 gewenste aanvoertemperatuur
P5 actuele buitentemperatuur
P8 actuele verdelertemperatuur
P9 actuele/maximale ketelbelasting
P10 invoeren wachtwoord (alleen voor opgeleide technici)
Rendama
x
50 Doc430/2789CV01H
In- en uitgangssymbolen (klepje geopend)
Ingangssymbolen
H ionisatiestroommeting t.b.v. vlamdetectie
SW signaal van stromingsbewaking
RT signaal van externe vrijgave
Bus signaal van busverbinding
Uitgangssymbolen
r aanstuursignaal naar hoofdgaskleppen
u aanstuurdignaal naar ontstekingstrafo
s aanstuursignaal naar ventilator
z aanstuursignaal naar ketelvoedingspomp
t aanstuursignaal naar tapwaterpomp
Het instellen van de gewenste aanvoertemperatuur voor CV bedrijf
Let op! deze instelling is alleen actief indien geen KKM, E6.1111 of BME dan wel een extern
0-10 V signaal aangesloten is.
open het klepje van de KM628, er verschijnt boven P1 een zwart pijltje
druk op de reset/programmeertoets (pos. 3), rode LED gaat branden, draai vervolgens de
draaikeuzeschakelaar totdat de gewenste temperatuur in het display verschijnt
druk weer de reset/programmeertoets, rode LED gaat uit
de nieuwe ingestelde aanvoertemperatuur wordt actief
sluit het klepje.
Het instellen van de gewenste tapwatertemperatuur voor tapwaterbedrijf
Let op! alleen van toepassing als de tapwatermodus wordt gebruikt (bij geen gebruik moet als
gewenste waarde “0” worden ingesteld).
open het klepje
draai de draaischakelaar tot de pijl aan de onderzijde van het LCD display parameter op P2
staat
druk op de reset/programmeertoets (pos. 3), LED gaat branden, draai daarna de draaischake-
laar (pos. 5) totdat de gewenste tapwatertemperatuur in het display verschijnt
druk nogmaals op de reset/programmeertoets, LED gaat uit
de nieuwe ingestelde waarde wordt actief
sluit het klepje
6.4 Storingsmeldingen
Bij een storing is altijd de knipperende w en een storingscode zichtbaar in het display. Bij een
storingsmelding dient altijd eerst de oorzaak opgespoord en verholpen te worden, voordat de
ontgrendeling van de betreffende beveiliging plaats mag vinden. Het bedrijfssignaal (klemmen
12-13) valt af indien een storing vaker dan 2 keer binnen 6 minuten voorkomt (storings code wordt
afgebeeld in het display met daarboven een “3”) of bij een storing die langer dan 6 min. actief is.
Als de momenta ne situatie veilig is, kan de ketel toch in bedrijf zijn.
1. maximaal thermostaat (STB) heeft aangesproken
de aanvoer temperatuur is boven de hiervoor ingestelde waarde gekomen
wacht totdat de aanvoer temperatuur voor tenminste 1 minuut onder de ingestelde waarde is
en ontgrendel dan deze veiligheidsfunctie door op de reset knop te drukken
2. blokkerende ingang werd buiten branderbedrijf onderbroken
een externe veiligheid aangesloten op de klemmen (18-19) heeft aangesproken
controleer en herstel deze veiligheid
3. blokkerende ingang werd tijdens branderbedrijf onderbroken
een externe veiligheid aangesloten op de klemmen (18-19) heeft aangesproken
controleer en herstel deze veiligheid
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 51
4. er ontstaat geen vlamsignaal tijdens brander start
tijdens branderstart werd binnen de ingestelde veiligheidstijd geen vlam gedetecteerd
indien geprogrammeerd is een herstart mogelijk
5. vlamsignaal valt tijdens bedrijf weg
tijdens brander in bedrijf is de gemeten ionisatiestroom onder de 1 µA geweest
controleer en ontgrendel deze veiligheidsfunctie door het indrukken van de reset toets
6. maximaal temperatuur bewaking (STW) heeft aangesproken
de aanvoertemperatuur is boven de hiervoor ingestelde waarde gekomen
7. vergrendelde ingang werd onderbroken
een externe veiligheid aangesloten op de klemmen (20-21) heeft aangesproken
controleer en herstel deze veiligheid
11. foutief vlamsignaal
er werd een ionisatiestroom hoger dan 1 µA gemeten terwijl de brander uit bedrijf stond
herstel deze fout en druk op reset
12. defecte aanvoer temperatuurvoeler
de gemeten weerstandswaarde van de aanvoer temperatuurvoeler ligt buiten het bereik van
-10°C en +126°C
herstel deze fout en druk op reset
14. defecte tapwater voeler
de gemeten weerstandswaarde van de tapwater voeler ligt buiten het bereik van -39°C en
+110°C
herstel deze fout en druk op reset
15. defecte buitenvoeler
de gemeten weerstandswaarde van de buitenvoeler ligt buiten het bereik van -39°C en
+110°C
herstel deze fout en druk op reset
18. defecte verdelervoeler
de gemeten weerstandswaarde van de verdelervoeler ligt buiten het bereik van -39°C en
+110°C
herstel deze fout en druk op reset
20. fout in gasklep aansturing V1
nadat de brander werd uitgeschakeld en gasklep V1 was gesloten werd gedurende 5 sec.
nog een ionisatiestroom gemeten die groter dan 1 µA was
herstel deze fout en druk op reset
21. fout in gasklep aansturing V2
nadat de brander werd uitgeschakeld en gasklep V2 was gesloten werd gedurende 5 sec.
nog een ionisatiestroom gemeten die groter dan 1 µA was
herstel deze fout en druk op reset
22. te lage luchtdruk bij start
de luchtdrukschakelaar komt niet in tijdens voorspoelen van de ventilator
herstel deze fout en druk op reset
23. luchtdrukschakelaar valt niet af
luchtdrukschakelaar valt niet af terwijl de ventilator uitgeschakeld is
herstel deze fout en druk op reset
Rendama
x
52 Doc430/2789CV01H
27. luchtdrukschakelaar valt af tijdens bedrijf
terwijl de brander in bedrijf is valt de luchtdrukschakelaar af
herstel deze fout en druk op reset
30. CRC-fout in regeltechnische parameters
er heeft zich een EEprom fout voorgedaan in de opgeslagen regeltechnische parameters
controleer en wijzig deze parameterset
31. CRC-fout in veiligheidsrelevante parameters
er heeft zich een EEprom fout voorgedaan in de opgeslagen veiligheidsrelevante parameters
controleer en wijzig deze parameterset
32. fout in laagspanningsvoeding
de laagspanningsvoeding is te laag of de zekering is defect
herstel deze fout en druk op reset
40. stromingsbewaking is geactiveerd
bij ingeschakelde brander en ketelvoedingspomp is de stromingsschakelaar niet ingescha-
keld
x.y. interne fout
er is een interne fout in de elektronica geconstateerd
controleer en herstel deze veiligheid
6.5 Inbedrijfstellen
1 Open de gaskraan
2 Schakel de unit in met behulp van de aan/uit-schakelaar op het bedieningspaneel
3 Stel de bedrijfsoort in op “automatisch bedrijf q m.b.v. de “bedrijfssoortkiezer. Zie ook de
bedieningsinstructie op de ketel.
6.6 Uitschakelen
Men kan op 3 manieren uitschakelen:
A De ketel blijft beschikbaar voor tapwaterbedrijf. Stel met behulp van de bedrijfssoort kiezer de
bedrijfsoort in op F
B De ketel is buiten bedrijf en komt alleen inbedrijf door de automatische vorstbeveiliging. Stel
met behulp van de bedrijfssoort kiezer de bedrijfsoort in op i
C Ketel buiten bedrijf nemen.
1 Schakel de ketel uit door met behulp van de aan-uit schakelaar
2 Sluit de gaskraan.
6.7 Waarschuwingen
Het toestel dient te worden geïnstalleerd door een erkende installateur.
Men dient zich strikt aan deze bedieningsinstructie te houden.
Indien de oorzaak van de storing niet kan worden achterhaald, neem dan contact op met de ser-
vicedienst. Repareer nooit zelf.
De condensaatafvoer mag niet gewijzigd of afgedicht worden.
Bij een buiten bedrijf zijnde ketel bestaat in de winter gevaar voor bevriezing. Tap het water af met
behulp van de vul- en aftapkranen.
De gebruiker mag niets veranderen aan het toestel of het afvoersysteem.
Jaarlijkse controle en goed onderhoud zijn noodzakelijk om een optimale werking te garanderen.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 53
7 Inbedrijfstelling
7.1 Algemeen
Het inbedrijfstellen dient door deskundig personeel te worden uitgevoerd. Afwijking hiervan doet
de garantie vervallen.
7.2 De inbedrijfstelling
Water en het hydraulisch systeem
Neem een watermonster van het systeemwater bij de vul/aftap kraan van de ketel en een monster
van het suppletiewater.
Bepaal de waterhardheid. De waterhardheid dient kleiner dan 14 °dH te zijn.
Indien de gemeten hardheid te hoog is, dient het water onthard te worden.
y
Bepaal de hoeveelheid chloride in het systeemwater. Deze mag de 200 mg/l nooit overschrijden.
Indien dit wel het geval is dient het systeem gespoeld en opnieuw gevuld te worden met chloride-
arm water.
Controleer de systeemwaterdruk. Deze dient minimaal te vol doen aan tabel 14 (bedrijfsdrukken).
Controleer of er een by-pass of drukloze verdeler in het hydrau lisch systeem is opgenomen. Dit is
een vereiste.
De pomp controleren en ontluchten
Zet spanning op ketel met behulp van de aan/uitschakelaar en contro leer de draairichting van de
ketelpomp door de dop op het pompmotor-huis te verwijderen. Indien de draairichting anders is
dan de pijl naast de dop, dan dienen twee van de drie fases te worden verwisseld.
Voordat de unit in bedrijf gesteld wordt is het noodzakelijk de pomp te ontluchten door de dop
van het pompmotorhuis te verwijderen. Deze procedure herhalen nadat de unit enige tijd in bedrijf
is geweest.
Controleer de schoorsteen
Controleer de schoorsteen. Zorg dat de verbinding tussen unit en schoorsteen rookgasdicht is,
anders alsnog afplakken.
Ontlucht de gasleiding
Draai de hoofdgaskraan open. Controleer of de gasleiding gasdicht is. Ontlucht de gasleiding tot
aan de unit(s).
Controleer de unit op vollast
Start de unit. Laat de unit op vollast branden en stabiliseren (circa 3 minuten). Bij vollast moeten
de volgende instellingen worden gecontroleerd en even tueel worden gecorrigeerd m.b.v. de vlin-
derklep op het mengkanaal.
Richtwaarde vollast
Aardgas
Richtwaarde CO
2
9,8 - 10,2 %
Richtwaarde CO ≤ 30 ppm
Propaan
Richtwaarde CO
2
10,8 - 11,2 %
Richtwaarde CO ≤ 30 ppm
Branderdruk = ventilatordruk - druk boven brander
P(vent)-P(bb) 8,5 ± 1 mbar
Rendama
x
54 Doc430/2789CV01H
Fig. 36 Meten branderdruk
Meet de gasdruk voor de gasklep. Deze dient minimaal 20 mbar te zijn bij vollast (17 mbar bij H-
gas). Bij meerdere units per ketelhuis moet deze druk gemeten worden met alle units in vollast.
Controleer het waterzijdig temperatuurverschil (∆T) tussen de aanvoer en retour van de unit. De
T dient bij vollast tussen 15 en 25 K te liggen.
Controleer de unit op minimumlast
Regel de unit terug naar minimumlast. Bij minimumlast moeten de volgende instellingen worden
gecontro leerd en eventueel worden gecorrigeerd m.b.v. de N-instelschroef op de gasklep.
Richtwaarde minimumlast
Aardgas
Richtwaarde CO
2
R2700-R2709 8,8 - 9,2 %
R2800-R2809, R2900-R2909 8,5 - 9,5 %
Richtwaarde CO 30 ppm
Propaan
Richtwaarde CO
2
10,8 - 11,2 %
Richtwaarde CO 30 ppm
Instelling luchtdrukschakelaar 0,4 ± 0,05 mbar
Branderdruk = ventilatordruk - druk boven brander
P(vent)-P(bb) 0,8 ± 0,1 mbar
Controleer de functie van de ∆p
min
drukschakelaar door een weerstandplaat (bijvoorbeeld een
stuk stevig karton) voorzich-tig voor de aanzuigopening van de ventilator te plaatsen en deze ope-
ning met de plaat dicht te schuiven tot de ketel uit schakelt.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 55
Indien de unit op vermelde wijze is gecontroleerd en eventueel gecor rigeerd, dienen als referentie
de volgen de waarden bij vollast en minimumlast te worden genoteerd op het inbedrijfstellings-
formulier:
p
ventilator
p
boven brander
p
ventilator
- p
boven brander
p
vuurhaard
∆T.
Ombouw van aardgas naar propaan
Stel het CO
2
-percentage bij vollast in (richtwaarde vollast) en vervolgens bij minimumlast (richt-
waarde minimumlast).
Breng het nieuwe typeplaatje t.b.v. propaan aan over het oude.
8 Onderhoud
8.1 Veiligheid
Draag bij onderhoudswerkzaamheden daarvoor geschikte kle ding en schoeisel. Denk aan uw
veiligheid, vooral bij het dragen van sieraden en losse kleding.
8.2 Algemeen
Om een blijvend goede en veilige werking van de unit te waar borgen, dient deze tenminste een-
maal per jaar geïnspecteerd te worden.
De volgende werkzaamheden dienen te worden verricht (voor uitgebreidere beschrijving van deze
werkzaamheden zie 8.3):
- Vervang de ontstekings- en ionisatie-elektrode
- Vervang en/of verwijder het stof lter (optie)
- Reinig de luchtinlaatdemper
- Reinig het ventilatorwiel
- Reinig de rookgasverzamelkast
- Reinig de sifon van de unit en de afvoerleiding
- Reinig het gasfi lter
- Inspecteer alle drukmeetleidingen en meetnippels
- Na verwijdering van het plaatwerk aan de linkerzijde kan via een kijkglas aan de voorzijde wor-
den gekeken naar de ontsteking en de verbranding
- Test de unit rookgaszijdig op CO
2
en CO en corrigeer deze zo nodig bij minimumlast en vollast.
- Controleer alle veiligheidsfuncties en stel deze zo nodig bij
- Meet het watertemperatuurverschil ∆T als maat voor de doorstroming
- Controleer de waterdruk
- Inspecteer waterkwaliteit: hardheid - chloride getal
- Noteer alle gegevens
- Reinig de beplating aan de buitenzijde en zorg dat deze er weer netjes uitziet.
8.3 Procedure
a) Maak de unit spanningsloos
b) Draai de gaskraan dicht.
- De ontstekings- en ionisatie-elektrode zijn aan de achterzijde gemonteerd
- Verwijder de bougiedoppen van de ontsteek- en ionisatie-elektrode en inspecteer deze
voor mogelijke beschadigingen zoals inbrand- en vervuilingstekens (indien beschadigd de
bougiedop pen vervangen).
Rendama
x
56 Doc430/2789CV01H
Om het volgende te kunnen uitvoeren moet de buitenbeplating eerst verwijderd worden.
- Om de luchtinlaatdemper te reinigen moet men deze eerst demonteren. Reinig deze met een
stofzuiger
- Bij units in een stof ge omgeving kan het ventilatorwiel vervuilen. De luchtop brengst loopt
hierdoor terug en het wiel kan in onbalans raken. Het wiel met een borsteltje reinigen.
De balanceergewichten mogen niet verschoven of verwijderd worden
- Voor het in specteren en eventueel reinigen van de condens bak is aan de achterzijde van de
condensbak een inspectie luik aangebracht. Alle losse vervuiling kan hierdoor verwij derd
w o r d e n
- Onder de condensbak bevindt zich een sifon. Draai de sifon los, reinig deze en vul opnieuw met
water
- Aan het begin van de gasstraat is een gasfi lter ge monteerd.
Dit fi lter is als volgt te reinigen:
1 Draai de gaskraan van de ketel dicht
2 Draai de 6 bouten van de deksel van het gasfi lter los
3 Verwijder voorzichtig het fi lterelement
4 Reinig het fi lterelement door dit uit te schudden. Bij sterke verontreinigingen moet het fi lterele-
ment vervangen worden
5 Monteer het fi lter
6 Controleer op lekkages (zeepsop).
- Alle aansluitingen van de drukmeetleidingen moeten geï nspecteerd worden.
Zorg dat deze goed bevestigd zijn; zo nodig de moe ren aandraaien
- Inspecteer de schroefjes in de meetnippels; vervang de meetnippels wanneer deze beschadigd
zijn
- Om gas-, lucht- en rookgaszijdige metingen uit te voeren moet men gebruik maken van gekali-
breerde testapparatuur
- Alle testgegevens moeten genoteerd worden op de desbe treffende testformulieren.
8.4 Reinigen brander, warmtewisselaar
De brander en warmtewisselaars kunnen waterzijdig worden gereinigd met de daarvoor geschikte
middelen. Voor advies met betrekking tot geschikte middelen dient de servicedienst van uw
Rendamax leverancier geraadpleegd te worden.
8.5 Reinigen fi lter/zeef gascombinatieblok
Procedure om het fi lter/zeef in het gascombinatieblok te kun nen reinigen.
Kromschröder gascombinatieblok
1 Draai de gaskraan voor de ketel dicht
2 Ontlast de gasstraat door de topbeugel naar het meng sys teem los te maken
3 Draai de vier bouten van de ingangs ens los
4 Neem het fi lter uit het combinatieblok
5 Verwijder de verontreiniging door het fi lter uit te kloppen
6 Monteer het fi lter in omgekeerde volgorde
7 Controleer op lekkages (zeepsop).
Dungs gascombinatieblok
1 Draai de gaskraan voor de ketel dicht
2 Draai de bouten van de ingangs- en uitgangsfl ens los, onder steun hierbij de gasklep
3 Neem de gasklep voorzichtig tussen de fl enzen uit
4 Reinig de zeef
5 Monteer de gasklep
6 Controleer op lekkages (zeepsop).
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 57
8.6 Ionisatiemeting
Voor het uitvoeren van een ionisatiemeting dient een micro-ampèremeter, met een meetbereik
van 0 - 200 µA DC, in het ionisatiecircuit te worden opgenomen. Op deze wijze kan de ionisatiebe-
veiliging worden gecontroleerd. De nominale ionisatiestroom bedraagt 6 tot 25 µA. De minimale
ionisatie stroom bedraagt 2,8 µA.
8.7 Service
Voor het verlenen van service en onderhoud is de servicedienst van uw Rendamax leverancier
steeds beschikbaar.
9 Omrekeningsformules en -factoren
Omrekeningsformules
CO
gemeten O
2
2
20 9
11 7=
×
,
,
20,9
O
2
20 9
20 9
11 7
=−
×
,
,
,
gemeten CO
2
11,7 % CO
2
is het maximale CO
2
-percentage dat ontstaat bij het stoichiometrisch verbranden van
Gronings aardgas.
Luchtovermaat N:
N =
×
20 9
9
0 914
,
,
20, gemeten O
2
of
N
gemeten
=+
×1
11 7
1 0 914
,
,
CO
2
Omrekeningsfactoren
Voor NO
x
(N=1):
1 ppm = 2,05 mg/m3 = 1,759 mg/kWh = 0,498 mg/MJ
Voor CO (N=1):
1 ppm = 1,24 mg/m3 = 1,064 mg/kWh = 0,298 mg/MJ
Voorbeeld
Meetwaarden van een milieuvriendelijke unit:
NO
x
= 15 ppm
CO
2
= 10 %
Wat is de NO
x
-waarde volgens de meest gebruikte norm in mg/kWh bij N=1?
O
2
20 9
10 20 9
11 7
3=−
×
=,
,
,
%
N =
=
20 9
20 9 3
117
,
,
,
NO
x
(bij N = 1 ) =
15,0 x 1,17 = 17,6 ppm
17,6 x 1,759 = 30,9 mg/kWh
Rendama
x
58 Doc430/2789CV01H
Wkcal/hBtu/h
1
1,163
0,296
0,86
1
0,252
3,41
3,97
1
Tabel 15 Herleidingswaarden
1 kcal = 4,187 kJ
1 kWh = 3,6 MJ
Rookgaszijdig rendement
Het verschil tussen de calorische bovenwaarde en de calori sche onderwaarde is de verdam-
pingswarmte van het chemisch gevormde water. Bij 298,15 K (25 °C) bedraagt deze 2442,5 kJ/kg
(583,38 kcal/kg).
Voor niet-condenseren de ketels:
η
b
CO
T=− +
×90
0 339
0 008
2
,
,
η
o
CO
T=− ×
×100
0 377
0 009
2
,
,
Voor condenserende ketels:
Ten gevolge van condensvorming neemt het rendement op onderwaarde toe.
η
b
CO
TA T=− +
×+ +
()
90
0 339
0 008 7 5 0 006
2
,
,,,∆∆
η
o
/η
b
=1,11
T = temperatuurverschil tussen verbrandingsgassen en omgevingstemperatuur
η
b
= stookrendement op de calorische bovenwaarde
η
o
= stookrendement op de calorische onderwaarde
CO
2
= volume CO
2
in droog verbrandingsgas (%)
O
2
= volume O
2
in droog verbrandingsgas (%)
A = hoeveelheid gecondenseerd water in het toestel per m
3
gas (kg/m
3
gas
).
Rendama
x
Doc430/2789CV01H 59
meg/l °dH °f °e mg CaCO
3
/l
meg/l
°dH
°f
°e
mg CaCO
3
/l
1
0,37
0,2
0,285
0,02
2,8
1
0,56
0,8
0,056
5
1,78
1
1,43
0,1
3,51
1,25
0,7
1
1,54
50
17,8
10
14,3
1
Tabel 16 Herleiding hardheidsgraden
1 graad engelse hardheid (°e) = 65 mg CaCO
3
/imp. gallon
1 Grain/US gallon = 0.958 °dH
1 milligram equivalent per 1 (mval/l) = 2,8 °dH
1 ppm (parts per million) CaCO
3
= 1 mg CaCO
3
/l
Ter oriëntatie:
Het leidingwater heeft in het algemeen heeft een pH-getal van ca. 7-8.
De tijdelijke hardheid zal 60 tot 80 % bedragen van de totale hardheid die van plaats tot plaats
zeer sterk kan variëren.
Rendama
x
60 Doc430/2789CV01H
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard 61
Supplement
SB standaard uitvoering
Rendama
x
62 Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard
R2900SB Technische gegevens standaard uitvoering
Type R2905SB R2906SB R2907SB R2908SB R2909SB
Nominaal vermogen
Nominale belasting H
i
Minimale belasting
KW
kW
kW
326
333
83
387
396
100
454
464
112
520
532
133
572
585
146
Gasverbruik
aardgas
(8,34 kWh/m
3
)
propaan (24,65 kWh/m
3
)
m
3
/h
m
3
/h
40,02
13,54
47,59
16,10
55,68
18,84
63,94
21,63
70,27
23,77
Gasvoordruk
aardgas (min.)
aardgas (max.)
propaan (min./max.)
mbar
mbar
mbar
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
Waterinhoud
Max. werkdruk
dm
3
bar
52
6
56
6
60
6
64
6
69
6
Gasaansluiting G1
G2
R1
1
2
"
-
-
Rp1
1
2
"
-
Rp2"
-
Rp2"
-
Rp2"
Wateraansluitingen W1
W2
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
Schoorsteendiameter D
Aansluiting luchttoevoer D1
(optie)
mm
mm
250
200
250
200
250
250
300
250
300
250
Veiligheidsventiel aansluiting
afblaas
s t a n d a a r d i n s t e l l i n g b a r
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
Voeding
Frequentie
Zekering
V
Hz
A
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
Max. opgenomen unit
v e r m o g e n p o m p
m a x i m a a l t o t a a l
kW
kW
kW
0,42
0,46
0,88
0,67
0,72
1,39
0,71
0,72
1,43
0,71
0,72
1,43
0,73
1,15
1,88
Ketelgewicht leeg ±5% kg 625 670 740 780 810
Afmetingen hoogte H
incl.aansluitingen breedte B
lengte L
mm
mm
mm
1355
830
1918
1355
930
1908
1355
1130
1908
1355
1130
1908
1355
1230
1958
Tabel 17 Technische gegevens R2900SB standaard uitvoering
Schonere Verbranding
107
De R2900SB serie heeft het gaskeurmerk label SV/HR107
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard 63
Afmetingen R2900SB standaard uitvoering
bovenaanzicht
zijaanzicht
achteraanzicht
L3
385
L1
L
D
1
2 B
1
2
B
G2
G1
D1
B
B1
B2
W2
W1
940
± 200
±100
H = 1355
H1
60 60B3
490
370
G2
G1
± 1195
±100
700
L2
330
6060
L4
±
100
±3
2
0
G1
± 100
G2
W2
W1
D=40
Fig. 37 Afmetingen R2900 SB standaard uitvoering
Rendama
x
64 Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard
Type R2905SB R2906SB R2907SB R2908SB R2909SB
B* mm 830 930 1130 1130 1230
B1 mm 710 810 960 1010 1110
B2 mm 120 120 170 120 120
B3 mm 646 746 946 946 1046
D mm 250 250 250 300 300
D1 mm 200 200 250 250 250
G1 mm R1
1
2
"- - - -
G2 mm - Rp1
1
2
" Rp2" Rp2" Rp2"
H mm 1355 1355 1355 1355 1355
H1 mm 965 1055 1055 1055 970
L mm 1918 1908 1908 1908 1958
L1 mm 555 545 545 545 595
L2 mm 1362 1362 1362 1362 1362
L3 mm 231 231 231 231 231
L4 mm 108 108 108 108 108
W1 mm DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Tabel 18 Afmetingen R2900SB standaard uitvoering
B = Maat met buitenbeplating.
* = Voor maat zonder beplating dient men bij maat B 64 mm in mindering te brengen.
(Wijzingen voorbehouden)
Ten gevolge van fabricage-tolerantie kunnen bovenstaande gegevens iets afwijken.
Condities tabel 17:
- Nominaal vermogen gemeten bij: 60 - 80°C
- Gasverbruik bij: 1013 mbar, 15°C, droog
- Gas-categorie: 2
2l3p
- Toestelcategorie: B23, C53, C33 of C63
- Beschermingsgraad: IP20
De R2900SB serie is geschikt voor distributiedrukken van zowel 25 als 100 mbar. Bij hoger gas-
drukken dient in overleg met het plaatselijk gasbedrijf een aparte gasdrukregelaar te worden
geplaatst. De minimale voordruk mag nooit beneden 20 mbar komen (zie par.5.3.1).
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard 65
1 Beschrijving
1.1 Algemeen
De Rendamax R2900SB unit is een milieuvriendelijke gasgestookte verwarmingsketel.
De serie R2900SB bestaat uit 5 typen in het vermogensgebied van 326 tot 572 kW. De units heb-
ben een extreem laag lage NO
x
en CO uitstoot waardoor deze ketel aan de strengste milieu eisen
voldoet.
Bij de R2900SB is de 3
de
warmtewisselaar in serie geschakeld welke bestaat uit gelaserlaste
RVS vinpijpen en is geplaatst direct onder de 2
de
warmtewisselaar. De waterdoorstroming wordt
verzorgd door de ketelpomp. De 3
de
warmtewisselaar in serie aan de ketel geschakeld en wordt
doorstroomd met de totale volumestroom.
2 Installatie
2.1 Aansluitingen
2.1.1 Elektrische aansluiting
Elektronische gegevens R2900SB standaard uitvoering
Type Ventilator, regel- en beveili-
gings-apparatuur
Ketelpomp Totaal
opgenomen
elektrisch
vermogen
(max)
voeding*
1N~
Opgenomen
vermogen
(max)
Voeding**
3N~
Opgenomen
vermogen***
(max)
V kW V kW kW
R2905SB 230 0,42 400 0,46 0,88
R2906SB 230 0,67 400 0,72 1,39
R2907SB 230 0,71 400 0,72 1,43
R2908SB 230 0,71 400 0,72 1,43
R2909SB 230 0,73 400 1,15 1,88
Tabel 19 Elektrotechnische gegevens R2900SB standaard uitvoering
* Tolerantie spanning 230 V +10% / -15%
Tolerantie frequentie 50 Hz ±5%
** Tolerantie spanning 400 V +10% / -15%
*** Het opgegeven pompvermogen is gebaseerd op het maximaal opgenomen vermogen in pompstand 3.
Uit de pompgra eken kan men eveneens het
2.1.2 Wateraansluitingen
De capaciteit en opvoerhoogte van de ketelpomp zijn voldoende om de weerstand van de bran-
der, de eerste, tweede en derde warmtewisselaar te overwinnen.
De ketelpomp is géén systeempomp
2.1.3 Condensafvoer
Zorg ervoor, dat de afstand tussen de condensuitlaat van de ketelsifon en de afvoerleiding mi-
nimaal 5 mm is. Hierdoor ontstaat de vereiste open verbinding en worden voorkomende onder-
houdswerkzaamheden en inspecties vereenvoudigd.
Rendama
x
66 Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard
2.2 Hydraulisch systeem
2.2.1 Algemeen
Hoewel het niet de bedoeling is een compleet handboek voor het ontwerpen van de meest uiteen-
lopende hydraulische systemen te maken zijn de gegevens toch omvangrijker dan de gegevens
welke in het algemeen wordt verstrekt bij conventionele verwarmingsketels.
2.2.2 Waterstroming
In tabel 20 is het vereiste verband tussen de drie grootheden Q-P-t aangegevenen wel bij vollast.
Door de hoge doorstroom-snelheid is de unit minder gevoelig voor waterhardheid. Hierdoor mag,
bij een aanvoertemperatuur van 80°C, de waterhardheid maximaal 14% dH bedragen.
2.2.2.1 Stroming en weerstand
Type T 20 K Pompgegevens
Nominale
volume
stroom
ketel
weer-
stand
Pomptype
Grundfos
Pomp-
stand
Opvoerhoogte
bij Qnom.
Beschikbare
opvoerhoogte
bij Qnom.
Maximaal*
opgenomen
vermogen
m
3
/h kPa UPS kPa kPa W
R2905SB 14,1 39 40-120F 3 52 13 460
R2906SB 16,7 47 50-120F 3 72 25 720
R2907SB 19,6 33 50-120F 3 63 30 720
R2908SB 22,4 41 50-120F 3 53 12 720
R2909SB 24,7 48 65-120F 3 82 34 1150
Tabel 20 Waterdoorstroomhoeveelheid en pompgegevens R2900SB standaard uitvoering
* Maximaal pompvermogen is opgegeven in pompstand 3. Het optimale bedrijfspunt qua rendement en maximaal
opgenomen pompvermogen kan men in de bijbehorende pompgrafi eken vinden.
De pomp dient bij alle types in stand 3 gezet te worden.
De unit heeft standaard een pompschakeling. Bij vrijgave ketel wordt de pomp ingeschakeld.
Bij het opheffen van de vrijgave zal de pomp nog enkele minuten nadraaien. Deze nadraaitijd is
instelbaar. De standaardtijd bedraagt 2 minuten.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard 67
2.2.2.2 Pompkarakteristieken
Fig.38 Pompkarakteristiek UPS 40-120F
Fig.39 Pompkarakteristiek UPS 50-120F
Rendama
x
68 Doc430/2789CV01H Supplement SB standaard
Fig.40 Pompkarakteristiek UPS 65-120F
Type pomp
stand
Pmax
W
Pmin
W
I
A
3 x 400 V
cos
φ
UPS 40 - 120F
R2905SB
1
2
3
290
330
460
175
190
260
0,49
0,56
0,92
0,85
0,85
0,72
UPS 50 - 120F
R2906SB-R2907SB
R2908SB
1
2
3
450
530
720
280
300
380
0,82
0,94
1,30
0,79
0,81
0,80
UPS 65 - 120F
R2909SB
1
2
3
850
900
1150
440
460
600
1,35
1,45
2,15
0,91
0,90
0,77
Tabel 21 Elektrische pompgegevens R2900SB standaard uitvoering
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass 69
Supplement
SB bypass
Rendama
x
70 Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass
R2900SB Technische gegevens bypass
Type R2905SB R2906SB R2907SB R2908SB R2909SB
Nominaal vermogen
Nominale belasting H
i
Minimale belasting
kW
kW
kW
326
333
83
387
396
100
454
464
112
520
532
133
572
585
146
Gasverbruik
aardgas
(8,34 kWh/m
3
)
propaan (24,65 kWh/m
3
)
m
3
/h
m
3
/h
40,02
13,54
47,59
16,10
55,68
18,84
63,94
21,63
70,27
23,77
Gasvoordruk
aardgas (min.)
aardgas (max.)
propaan (min./max.)
mbar
mbar
mbar
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
20
25
30/50
Waterinhoud
Max. werkdruk
dm
3
bar
56
6
60
6
64
6
68
6
73
6
Gasaansluiting G1
G2
R1
1
2
"
-
-
Rp1
1
2
"
-
Rp2"
-
Rp2"
-
Rp2"
Wateraansluitingen W1
W2
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
Schoorsteendiameter D
Aansluiting luchttoevoer D1
(optie)
mm
mm
250
200
250
200
250
250
300
250
300
250
Veiligheidsventiel aansluiting
afblaas
s t a n d a a r d i n s t e l l i n g B a r
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
Voeding
Frequentie
Zekering
V
Hz
A
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
Max. opgenomen unit
vermogen bypass pomp
m a x i m a a l t o t a a l
kW
kW
kW
0,42
0,14
0,56
0,67
0,14
0,81
0,71
0,14
0,85
0,71
0,14
0,85
0,73
0,14
0,87
Ketelgewicht leeg ±5% kg 625 670 740 780 810
Afmetingen hoogte H
incl.aansluitingen breedte B
lengte L
mm
mm
mm
1355
830
1792
1355
930
1792
1355
1130
1792
1355
1130
1792
1355
1230
1792
Tabel 22 Technische gegevens R2900SB bypass
Schonere Verbranding
107
De R2900SB serie heeft het gaskeurmerk label SV/HR107
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass 71
Afmetingen R2900SB bypass
bovenaanzicht
zijaanzicht
achteraanzicht
B
B1
B2
W1
940
±200
±100
H = 1355
60 60B3
490
370
G2
G1
± 1195
±100
340
W2
±
100
700
L2
6060
L4
±3
2
0
G1
± 100
G2
W1
W2
D=
4
0
L3
385
D
1⁄2
B
1⁄2
B
G2
L
G1
D1
L1
50
Fig. 41 Afmetingen R2900SB bypass
Rendama
x
72 Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass
Type R2905SB R2906SB R2907SB R2908SB R2909SB
B* mm 830 930 1130 1130 1230
B1 mm 710 810 960 1010 1110
B2 mm 120 120 170 120 120
B3 mm 646 746 946 946 1046
D mm 250 250 250 300 300
D1 mm 200 200 250 250 250
G1 mm R1
1
2
"- - - -
G2 mm - Rp1
1
2
" Rp2" Rp2" Rp2"
H mm 1355 1355 1355 1355 1355
L mm 1792 1792 1792 1792 1792
L1 mm 430 430 430 430 430
L2 mm 1362 1362 1362 1362 1362
L3 mm 231 231 231 231 231
L4 mm 108 108 108 108 108
W1 mm DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
W2 mm DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Tabel 23 Afmetingen R2900SB
B = Maat met buitenbeplating.
* = Voor maat zonder beplating dient men bij maat B 64 mm in mindering te brengen.
(Wijzingen voorbehouden)
Ten gevolge van fabricage-tolerantie kunnen bovenstaande gegevens iets afwijken.
Condities tabel 22:
- Nominaal vermogen gemeten bij: 60 - 80°C
- Gasverbruik bij: 1013 mbar, 15°C, droog
- Gas-categorie: 2
2l3p
- Toestelcategorie: B23, C53, C33 of C63
- Beschermingsgraad: IP20
De R2900SB serie is geschikt voor distributiedrukken van zowel 25 als 100 mbar. Bij hoger gas-
drukken dient in overleg met het plaatselijk gasbedrijf een aparte gasdrukregelaar te worden
geplaatst. De minimale voordruk mag nooit beneden 20 mbar komen (zie par.5.3.1).
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass 73
1 Beschrijving
1.1 Algemeen
De bypass zorgt ervoor, dat indien de volumestroom over de ketel te laag wordt (hoge ∆T), aan-
voerwater wordt teruggeleid naar de tweede warmtewisselaar van de ketel, zodat de minimaal
vereiste stroming in het warme gedeelte van de ketel gegarandeerd wordt.
De pomp welke in de bypass leiding geplaatst wordt, is zo gedefi nieerd dat hij de benodigde op-
voerhoogte van de brander, eerste en tweede warmtewisselaar kan leveren in combinatie met de
benodigde capaciteit. Het koude retourwater doorstroomt altijd de condensor zonder bijmenging
van warm water om aan de minimale doorstroming te voldoen. Hierdoor is het gebruiksrendement
altijd hoog.
Bij een hoge volumestroom (lage ∆T) over de ketel, zal de pomp weinig capaciteit leveren omdat
aan de minimaal vereiste stroming voldaan wordt.
Bij een lage volumestroom (hoge ∆T) over de ketel, zal de pomp een zodanige capaciteit leveren
zodat de minimale volumestroom over de ketel gegarandeerd wordt.
Een ketel met bypass heeft geen rest opvoerhoogte ter beschikking. Drukverschil dient dus altijd
vanuit het systeem komen.
2 Installatie
2.1 Aansluitingen
2.1.1 Elektrische aansluiting
Elektronische gegevens bypass
Type Ventilator, regel- en
beveiligings-apparatuur
Bypasspomp Totaal
opgenomen
elektrisch ver-
mogen (max)
voeding*
1N~
Opgenomen
vermogen
(max)
Voeding**
3N~
Opgenomen
vermogen***
(max)
V kW V kW kW
R2905SB 230 0,42 400 0,14 0,56
R2906SB 230 0,67 400 0,14 0,81
R2907SB 230 0,71 400 0,14 0,85
R2908SB 230 0,71 400 0,14 0,85
R2909SB 230 0,73 400 0,14 0,87
Tabel 24 Elektrotechnische gegevens R2900SB bypass
* Tolerantie spanning 230 V +10% / -15%
Tolerantie frequentie 50 Hz ±5%
** Tolerantie spanning 400 V +10% / -15%
*** Het opgegeven pompvermogen is gebaseerd op het maximaal opgenomen vermogen in pompstand 3. Uit de
pompgra eken kan men eveneens het optimale bedrijfspunt qua pomprendement en opgenomen vermogen
bepalen.
2.1.2 Wateraansluitingen
De capaciteit en opvoerhoogte van de bypasspomp zijn voldoende om de weerstand van de bran-
der, de eerste en tweede warmtewisselaar te overwinnen.
De bypasspomp is géén systeempomp
Rendama
x
74 Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass
2.1.3 Condensafvoer
Zorg ervoor, dat de afstand tussen de condensuitlaat van de ketelsifon en de afvoerleiding mi-
nimaal 5 mm is. Hierdoor ontstaat de vereiste open verbinding en worden voorkomende onder-
houdswerkzaamheden en inspecties vereenvoudigd.
2.2 Hydraulisch systeem
2.2.1 Algemeen
Hoewel het niet de bedoeling is een compleet handboek voor het ontwerpen van de meest uiteen-
lopende hydraulische systemen te maken zijn de gegevens toch omvangrijker dan de gegevens
welke in het algemeen wordt verstrekt bij conventionele verwarmingsketels.
2.2.2 Waterstroming
In tabel 25 is het vereiste verband tussen de drie grootheden Q-P-t aangegevenen wel bij vollast.
Door de hoge doorstroom-snelheid is de unit minder gevoelig voor waterhardheid. Hierdoor mag,
bij een aanvoertemperatuur van 80°C, de waterhardheid maximaal 14% dH bedragen.
2.2.2.1 Stroming en weerstand
Type T 20 K Bypasspompgegevens
Nominale
volume
stroom
ketel
weer-
stand
Pomptype
Grundfos
Pompstand Maximaal*
opgenomen
vermogen
m
3
/h kPa UPS W
R2905SB 14,1 39 40-30F 3 140
R2906SB 16,7 47 40-30F 3 140
R2907SB 19,6 33 40-30F 3 140
R2908SB 22,4 41 40-30F 3 140
R2909SB 24,7 48 40-30F 3 140
Tabel 25 Waterdoorstroomhoeveelheid en pompgegevens R2900SB bypass
* Maximaal pompvermogen is opgegeven in pompstand 3. Het optimale bedrijfspunt qua rendement en maximaal
opgenomen pompvermogen kan men in de bijbehorende pompgra eken vinden.
De pomp dient bij alle types in stand 3 gezet te worden.
De unit heeft standaard een pompschakeling. Bij vrijgave ketel wordt de pomp ingeschakeld.
Bij het opheffen van de vrijgave zal de pomp nog enkele minuten nadraaien. Deze nadraaitijd is
instelbaar. De standaardtijd bedraagt 2 minuten.
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass 75
2.2.2.2 Pompkarakteristiek
Fig. 42 Pompkarakteristiek UPS 40-30F
Type pomp
stand
Pmax
W
Pmin
W
I
A
3 x 400 V
cos
φ
UPS 40 – 30F
R2905SB-R2906SB
R2907SB-R2908SB
R2909SB
1
2
3
80
90
140
45
50
100
0,17
0,20
0,52
0,68
0,65
0,39
Tabel 26 Elektrische bypasspompgegevens R2900SB bypass
Rendama
x
76 Doc430/2789CV01H Supplement SB bypass
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB split 77
Supplement
SB split system
Rendama
x
78 Doc430/2789CV01H Supplement SB split
R2900SB Technische gegevens split system
Type R2905SB R2906SB R2907SB R2908SB R2909SB
Nominaal vermogen
Nominale belasting H
i
Minimale belasting
KW
kW
kW
326
333
83
387
396
100
454
464
112
520
532
133
572
585
146
Gasverbruik
aardgas
(8,34 kWh/m
3
)
propaan (24,65 kWh/m
3
)
m
3
/h
m
3
/h
40,02
13,54
47,59
16,10
55,68
18,84
63,94
21,63
70,27
23,77
Gasvoordruk
aardgas (min.)
aardgas (max.)
propaan (min./max.)
mbar
mbar
mbar
17/20
25
30/50
17/20
25
30/50
17/20
25
30/50
17/20
25
30/50
17/20
25
30/50
Waterinhoud dm
3
55 59 63 67 72
Max. werkdruk bar 6 6 6 6 6
Gasaansluiting G1
G2
R1
1
2
"
-
-
Rp1
1
2
"
-
Rp2"
-
Rp2"
-
Rp2"
Wateraansluitingen W1
W2
split system W3
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
DN65 PN6
Schoorsteendiameter D
Aansluiting luchttoevoer D1
(optie)
mm
mm
250
200
250
200
250
250
300
250
300
250
Veiligheidsventiel aansluiting
afblaas
s t a n d a a r d i n s t e l l i n g B a r
1"
1
1
4
"
3
1"
1
1
4
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
1
1
4
"
1
1
2
"
3
Voeding
Frequentie
Zekering
V
Hz
A
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
400 3N~
50
10
Max. opgenomen unit
v e r m o g e n t o t a a l
kW
kW
0,42
0,42
0,67
0,67
0,71
0,71
0,71
0,71
0,73
0,73
Ketelgewicht leeg ±5% kg 625 670 740 780 810
Afmetingen hoogte H
incl.aansluitingen breedte B
lengte L
mm
mm
mm
1355
830
1792
1355
930
1792
1355
1130
1792
1355
1130
1792
1355
1230
1792
Tabel 27 Technische gegevens R2900SB split system
Schonere Verbranding
107
De R2900SB serie heeft het gaskeurmerk label SV/HR107
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB split 79
Afmetingen R2900SB split system
bovenaanzicht
zijaanzicht
achteraanzicht
B
B1
B2
W1
940
± 200
± 100
H = 13 55
60 60B3
490
370
G2
G1
± 1195
±100
W3
340
W2
700
L2
6060
L4
±
100
± 320
±100
G2
W1
W3
D=40
G1
50
W2
L3
385
L
D
1⁄2
B
1⁄2
B
G2
G1
D1
L1
50
Fig. 43 Afmetingen R2900SB split system
Rendama
x
80 Doc430/2789CV01H Supplement SB split
Type R2905SB R2906SB R2907SB R2908SB R2909SB
B* mm 830 930 1130 1130 1230
B1 mm 710 810 960 1010 1110
B2 mm 120 120 170 120 120
B3 mm 646 746 946 946 1046
D mm 250 250 250 300 300
D1 mm 200 200 250 250 250
G1 mm R1
1
2
"- - - -
G2 mm - Rp1
1
2
" Rp2" Rp2" Rp2"
H mm 1355 1355 1355 1355 1355
L mm 1792 1792 1792 1792 1792
L1 mm 430 430 430 430 430
L2 mm 1362 1362 1362 1362 1362
L3 mm 231 231 231 231 231
L4 mm 108 108 108 108 108
W1 mm DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
W2 mm DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
W3 mm DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6 DN65 PN6
Tabel 28 Afmetingen R2900SB split system
B = Maat met buitenbeplating.
* = Voor maat zonder beplating dient men bij maat B 64 mm in mindering te brengen.
(Wijzingen voorbehouden)
Ten gevolge van fabricage-tolerantie kunnen bovenstaande gegevens iets afwijken.
Condities tabel 27:
- Nominaal vermogen gemeten bij: 60 - 80°C
- Gasverbruik bij: 1013 mbar, 15°C, droog
- Gas-categorie: 2
2l3p
- Toestelcategorie: B23, C53, C33 of C63
- Beschermingsgraad: IP20
De R2900SB serie is geschikt voor distributiedrukken van zowel 25 als 100 mbar. Bij hoger gas-
drukken dient in overleg met het plaatselijk gasbedrijf een aparte gasdrukregelaar te worden
geplaatst. De minimale voordruk mag nooit beneden 20 mbar komen (zie par.5.3.1).
Rendama
x
Doc430/2789CV01H Supplement SB split 81
1 Beschrijving
1.1 Algemeen
Het split system is, zoals de naam al weergeeft, een gesplitst systeem waarbij gebruik kan wor-
den gemaakt van zowel een warme als koude retour.
Het split system is ontworpen omdat er vraag ontstaan is naar ketels die zowel een koude als
warme retour hebben. Dit houdt in dat de warme retour direct achter de condensor geschakeld
wordt. Zo gaat het relatief warme aanvoerwater direct naar de 2
e
warmtewisselaar.
Het koude retourwater wordt eerst door de condensor geleid. Hierdoor is het splitsystem geschikt
voor het voeden van twee verschillende systemen, bijvoorbeeld een cv-systeem en een vloerver-
warmingssysteem.
W2 = aansluiting koude retour
W3 = aansluiting warme retour
2 Installatie
2.1 Aansluitingen
2.1.1 Elektrische aansluiting
Elektronische gegevens split system
Type Ventilator, regel- en beveiligings-apparatuur Totaal opgenomen
elektrisch vermogen
(max)
voeding*
1N~
Opgenomen vermo-
gen (max)
VkWkW
R2905SB 230 0,42 0,42
R2906SB 230 0,67 0,67
R2907SB 230 0,71 0,71
R2908SB 230 0,71 0,71
R2909SB 230 0,73 0,73
Tabel 29 Elektrotechnische gegevens R2900 SB split system
* Tolerantie spanning 230 V +10% / -15%
2.2 Hydraulisch systeem
2.2.1 Algemeen
Hoewel het niet de bedoeling is een compleet handboek voor het ontwerpen van de meest uiteen-
lopende hydraulische systemen te maken zijn de gegevens toch omvangrijker dan de gegevens
welke in het algemeen wordt verstrekt bij conventionele verwarmingsketels.
2.2.2 Waterstroming
In tabel 30 is het vereiste verband tussen de drie grootheden Q-P-t aangegevenen wel bij vollast.
Door de hoge doorstroom-snelheid is de unit minder gevoelig voor waterhardheid. Hierdoor mag,
bij een aanvoertemperatuur van 80°C, de waterhardheid maximaal 14% dH bedragen.
Rendama
x
82 Doc430/2789CV01H Supplement SB split
2.2.2.1 Stroming en weerstand
Type T 20 K
Ketelweerstand gegevens
Nominale
volume
stroom Q totale
circuit
ketel weerstand
warme circuit
ketel weerstand
koude circuit
m
3
/h kPa kPa
R2905SB 14,1 27 39
R2906SB 16,7 33 47
R2907SB 19,6 27 33
R2908SB 22,4 34 41
R2909SB 24,7 40 48
Tabel 20 Waterdoorstroomhoeveelheid en weerstanden R2900SB split system
22

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Rendamax R2700 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Rendamax R2700 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,95 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info